Kernen Veere Plus
Bestemmingsplan - Gemeente Veere
Vastgesteld op 12-12-2024 - vastgesteld
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
Het bestemmingsplan Kernen Veere Plus met identificatienummer NL.IMRO.0717.0140BPPlus-VG01 van de gemeente Veere.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0717.0140BPPlus-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan- en uitbouw
Een aan het hoofgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
1.6 aan-huis-gebonden beroep
Een dienstverlenend beroep, dat in een (bedrijfs)woning of bijbehorend bouwwerk uitsluitend door de bewoner(s) van de woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.7 agrarisch bedrijf
Een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van agrarische producten door middel van:
- a. het telen van gewassen, waaronder begrepen fruit- en houtteelt;
- b. het houden of fokken van dieren;
nader te onderscheiden in:
- c. grondgebonden bedrijf: een bedrijf dat (nagenoeg) geheel afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel en waar (nagenoeg) geheel gebruik wordt gemaakt van open grond of plat glas dan wel ander lichtdoorlatend materiaal met een hoogte van niet meer dan 1 meter;
- d. kassenbedrijf: een bedrijf gericht op de teelt of veredeling van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
- e. niet-grondgebonden bedrijf: een bedrijf dat (nagenoeg) niet afhankelijk is van agrarische grond als productiemiddel, waaronder begrepen:
- intensieve veehouderij: zijnde een niet aan de grond gebonden agrarisch bedrijf als hiervoor bedoeld, gericht op de teelt van slacht-, fok-, leg-, of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang;
- intensieve tuinbouw in gebouwen: zijnde een niet aan de grond gebonden agrarisch bedrijf als hiervoor bedoeld, gericht op de teelt of veredeling van gewassen (nagenoeg) geheel in gebouwen en (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht;
- de teelt van slakken, wormen;
- f. aquacultuur: de teelt van (zout)watergebonden organismen, waaronder begrepen zagers, schelpdieren en vissen.
1.8 agrarisch deskundige
Een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het agrarisch gebied, zoals de agrarische adviescommissie voor de provincie Zeeland.
1.9 archeologisch deskundige
Een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologisch onderzoek.
1.10 archeologisch onderzoek
Onderzoek naar de aanwezigheid van archeologische waarden verricht door of namens een dienst of instelling die over een certificaat beschikt.
1.11 archeologische waarde
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden, gekenmerkt door voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen direct onder het aardoppervlak.
1.12 antennedrager
Een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.13 antenne-installatie
Een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.14 aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.15 bedrijf
Een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.16 bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, slechts bestemd voor een huishouden wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is.
1.17 bedrijfsvloeroppervlakte
De totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten, exclusief parkeerkelders en patio's.
1.18 bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.19 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.20 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.21 bijbehorend bouwwerk
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een dak.
1.22 bijgebouw
Een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.23 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.24 bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.25 bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.26 bouwperceelsgrens
De grens van een bouwperceel.
1.27 bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.28 bouwwerk
Een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1.29 centrale bedrijfsmatige exploitatie
Het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanige exploitatie dat daarbij gedurende het jaar, in verschillende perioden, aan verschillende personen die hun hoofdverblijf elders hebben, recreatieve verblijfsmogelijkheden worden geboden.
1.30 consumentenvuurwerk
Vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.31 containervelden
Al dan niet verharde percelen ten behoeve van de teelt van planten in potten.
1.32 cultuurhistorische waarde
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
1.33 cultuur en ontspanning
Voorzieningen zoals een atelier, bioscoop, bowlingbaan, creativiteitscentrum, dansschool, kinderboerderij, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, speeltuin, theater, wellness of daarmee vergelijkbare voorzieningen.
1.34 dakkapel
Een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen.
1.35 detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.
1.36 detailhandel in volumineuze goederen
- a. brand- of explosiegevaarlijke goederen;
- b. auto's, motoren, keukens, badkamers, boten, caravans en landbouwwerktuigen;
- c. tuinbenodigdheden;
- d. grove bouwmaterialen;
- e. meubels en woninginrichtingsartikelen;
en in combinatie daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen zoals accessoires, onderdelen, onderhoudsmiddelen en / of materialen.
1.37 dienstverlening
Het bedrijfsmatig aanbieden, verkopen en/of leveren van diensten aan personen, zoals kapsalons, autorijscholen, makelaars en pedicures.
1.38 evenementen
Gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur, die (inclusief opbouw en afbraak) langer duren dan 10 dagen per evenement.
1.39 feestzaal
Zaalruimte die onderdeel is van een maatschappelijke bestemming en waar naast de maatschappelijke functies tevens ondergeschikt gebruik voor zalenhuur ten behoeve van bruiloften, feesten en partijen is toegestaan.
1.40 frans balkon
Hekwerk voor naar binnen openslaande deuren op de verdieping waarmee binnen een buitenruimte wordt gecreëerd welke aan de buitenzijde van de deuren niet betreedbaar is.
1.41 gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.42 hoofdgebouw
Een gebouw of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.43 hoofdverblijf
De centrale levensplaats van een persoon, waar zich naar omstandigheden het middelpunt van zijn/haar persoonlijke en economische belangen bevinden.
1.44 horecabedrijf
Een bedrijf, gericht op één of meer van de navolgende activiteiten:
- a. het verstrekken van dranken en / of etenswaren, teneinde deze ter plaatse te nuttigen, al dan niet in combinatie met:
- b. het exploiteren van zaalaccommodatie;
- c. het verstrekken van nachtverblijf.
1.45 huishouden
Eén of meer personen die in vast verband samenleven en waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling van de personen en van onderlinge verbondenheid.
1.46 kamerverhuur
Een ruimte in een permanente bewoonde (bedrijfs)woning die ter verhuur wordt aangeboden voor recreatief nachtverblijf. Deze ruimte is alleen bereikbaar via de hoofdingang van de woning, zonder dat een toiletruimte, badruimte of technische ruimte betreden moet worden. Er is uitsluitend sprake van logies met of zonder ontbijt. Er is in de verhuurkamer geen vaste of mobiele keuken of kookgelegenheid aanwezig.
1.47 kantoor(ruimte)
Een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig/bedrijfsmatig verlenen van diensten op financieel, administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of een hiermee naar aard gelijk te stellen gebied.
1.48 kampeermiddel
Een mobiel of plaatsgebonden kampeermiddel.
1.49 kelder
Een gedeelte van een gebouw, dat aan de bovenzijde wordt afgedekt door de begane grondvloer van datzelfde gebouw.
1.50 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Het in een (bedrijfs)woning en/of in een bijbehorend bouwwerk uitsluitend door de bewoner(s) op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning en het woonperceel in overwegende mate hun woonfunctie behouden met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
1.51 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen
Voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
1.52 landschappelijke waarde
De aan een gebied toegekende waarde, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur.
1.53 landschaps- en natuurdeskundige
Een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van landschap en natuur.
1.54 maatschappelijke voorzieningen
Voorzieningen op het gebied van welzijn en zorg, volksgezondheid, cultuur, religie, onderwijs, verenigingsleven, opvoeding, kinderopvang, openbaar bestuur en andere openbare en sociale voorzieningen.
1.55 mantelzorg
Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
1.56 milieudeskundige
Een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake milieu.
1.57 molendeskundige
De vereniging De Zeeuwse Molen of de Hollandsche Molen dan wel een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake molens.
1.58 natuurwaarden
Een aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
1.59 NEN
Door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.60 nutsvoorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, waterhuishoudkundige voorzieningen, abri's en apparatuur voor telecommunicatie.
1.61 ondergeschikt bouwdeel
Bouwdeel van beperkte afmetingen, dat buiten de gevel of het dakvlak van een bouwwerk uitsteekt en niet gericht is op vergroting van de oppervlakte, zoals dakgoten, dakoverstekken tot 75 cm, regenafvoerpijpen, rookgasafvoeren, schoorstenen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftopbouwen, lichtkappen, gevel- en kroonlijsten, luifels en franse balkons.
1.62 overig bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.63 overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
1.64 parkeerplaats
Een plek waar iemand zijn of haar auto, betaald of onbetaald mag parkeren, met een minimale omvang van 2,5 x 5 meter.
1.65 peil
- a. de kruin van de weg indien de afstand tussen het bouwwerk en de kant van de weg minder dan 5 m bedraagt;
- b. bij ligging in het water: het gemiddelde zomerpeil van het aangrenzende water;
- c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.66 pension
Een gebouw, bestemd om gelijktijdig door meerdere gezinnen of daarmee gelijk te stellen groepen van personen te worden gebruikt voor verblijfsrecreatie, waar afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt aan gasten maar niet aan passanten.
1.67 recreatiewoning
Een gebouw, geen groepsaccommodatie, geen woonkeet en geen (sta)caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bestemd is voor recreatief nachtverblijf door uitsluitend een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.68 recreatief nachtverblijf
Recreatie, niet zijnde permanente bewoning, in ruimten welke zijn bestemd voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, hotel, pension of kampeermiddel, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.69 seksinrichting
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
1.70 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemening'
De Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die deel uitmaakt van deze regels (zie Bijlage 1).
1.71 Staat van Horeca-activiteiten
De Staat van Horeca-activiteiten die deel uitmaakt van deze regels (zie Bijlage 2).
1.72 Staat van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
De Staat van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die van deze regels deel uit maakt (zie Bijlage 3).
1.73 standplaats
Het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in één of meerdere kampeermiddelen, waarbij de standplaatsen voor kampeermiddelen nader zijn te onderscheiden in:
- a. permanente standplaats: een standplaats bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel en twee bijzettentjes van maximaal 6 m², dat gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
- b. toeristische standplaats: een standplaats bestemd voor het plaatsen van één of meerdere kampeermiddelen, niet zijnde een stacaravan, ten behoeve van recreatief nachtverblijf, nader te onderscheiden in:
- 1. één kampeermiddel met maximaal twee bijzettentjes, van maximaal 6 m² of;
- 2. maximaal drie tentjes van maximaal 6 m².
1.74 terrasoverkapping
De overkapping van een terras van een horecagelegenheid.
1.75 verblijfsrecreatie
Recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf zoals een recreatiewoning, logeergebouw, pension of kampeermiddel, door personen die elders hun hoofdverblijf hebben.
1.76 verenigingsgebouw
Gebouw met primair een verenigings- en/of gemeenschapsfunctie, zoals een dorpshuis, clubhuis, jeugdcentrum, soos of sportkantine.
1.77 winkelvloeroppervlak (wvo)
Het oppervlak van een (winkel)unit dat voor publiek vrij toegankelijk is, danwel zichtbaar is inclusief de ruimten die direct met de verkoop samenhangen. Bij dit oppervlak worden bijvoorbeeld paskamers en etalages gerekend.
1.78 voorgevel van een gebouw
Het meest naar de wegzijde gekeerde deel van een gebouw. Indien meerdere delen van het gebouw naar de weg zijn gekeerd (hoekkavel), bepaalt het bevoegd gezag welke zijde als voorgevel moet worden beschouwd.
1.79 voorgevelrooilijn
Een denkbeeldige dan wel met de aanduiding 'gevellijn' aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen.
1.80 waterhuishoudkundige voorzieningen
Voorzieningen die nodig zijn voor een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, (hemel)waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan voorzieningen als duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, ondergrondse bergbezinkbassins en dergelijke.
1.81 Wgh-inrichtingen
Bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
1.82 wonen
Het duurzame verblijf van één of meerdere personen in een woning.
1.83 woning
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de permanente huisvesting van één huishouden als hoofdverblijf.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 afstand
De afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie
- a. Ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
- b. Ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
2.5 de dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.6 de goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.7 de hoogte van een windturbine
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.8 de inhoud van een bouwwerk
Tussen de bovenkant van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.9 vloeroppervlakte
De gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grondgebonden agrarische bedrijven, alsmede voor toeristisch-recreatief medegebruik zoals fietsen, wandelen en paardrijden;
- b. bedrijfswoningen;
- c. de volgende niet-agrarische neventakken:
- 1. verkoop van boerderij- en streekproducten;
- 2. opslag van strandhuisjes en kleedcabines;
- 3. opslag van kampeermiddelen en boten;
- 4. opslag van agrarische producten;
- 5. stalling van paarden.
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien laad- en losruimte.
Aanduidingen
- e. ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie uitgesloten': geen toeristisch recreatief medegebruik toegestaan;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden': tevens het behoud, herstel en / of versterking van de aanwezige landschappelijke waarden, bestaande uit:
- 1. het open, nagenoeg onbebouwd karakter, of
- 2. het besloten, nagenoeg onbebouwd karakter, of
- 3. binnenduinrand;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden': mede ter behoud en versterking van de aanwezige natuur- en landschapswaarden;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – bunker': tevens een bunker ten behoeve van de opslag van explosieven;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – parkeerterrein-overloopterrein': tevens een overloopparkeerterrein;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – pumptrackbaan': tevens een pumptrackbaan;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – schapenkooi': tevens een schapenkooi;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – trapveld': tevens een trapveld;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – minicamping': tevens een kleinschalig kampeerterrein;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'tuin': tevens een tuin.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels van artikel 47 zijn van toepassing.
Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
- b. per bouwvlak is ten hoogste één agrarisch bedrijf toegestaan;
- c. bedrijfsgebouwen zijn slechts toegestaan indien dit gelet op aard, omvang en inrichting van het bedrijf noodzakelijk is voor de continuïteit dan wel voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering;
- d. de afstand van bouwwerken, niet zijnde terreinafscheidingen, tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 5 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven uit ten hoogste categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', en daarmee naar de aard en invloed op de omgeving vergelijkbare bedrijfsactiviteiten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd;
- b. bedrijfswoningen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien laad- en losruimte en afvalverzamelvoorzieningen.
Aanduidingen:
In afwijking van het bepaalde onder a:
- d. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne': uitsluitend een brandweerkazerne;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling': uitsluitend een caravanstalling;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal': uitsluitend een gemaal;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend nutsvoorzieningen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': uitsluitend opslagactiviteiten behorend tot maximaal categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – aannemersbedrijf': tevens een aannemersbedrijf;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – auto-garagebedrijf': tevens een auto-/garagebedrijf;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bakkerij': tevens en bakkerij;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bedrijf tot en met categorie A': uitsluitend bedrijven tot en met categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – groothandel in veevoer': tevens een groothandel in veevoer;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – kraanverhuurbedrijf: tevens een kraanverhuurbedrijf;
- o. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf – transportbedrijf': tevens een transportbedrijf;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens voor wonen.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
Artikel 5 Cultuur En Ontspanning
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. activiteiten gericht op cultuur en ontspanning, zoals een speeltuin, theater, bioscoop, wellness etc.;
- b. bedrijfswoningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens voor dienstverlening;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 4': tevens voor detailhandel, maatschappelijk in de vorm van bibliotheken, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, openbare dienstverlening, verenigingsleven en religie en voor wonen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens voor wonen;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien (ontsluitings)wegen.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 6 Detailhandel
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. bedrijfswoningen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen.
Aanduidingen
- d. ter plaatse van de aanduiding 'culltuur en ontspanning': tevens voor cultuur en ontspanning;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus': tevens voor detailhandel in volumineuze goederen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens voor dienstverlening;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens voor kantoren;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens recreatiewoningen;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel – consumentenvuurwerk'; tevens opslag van en detailhandel in consumentenvuurwerk;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt': tevens een supermarkt;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'terras': tevens een terras;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie': tevens voor verblijfsrecreatie;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens voor wonen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels van artikel 47.
Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de aanvullende regels:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 8' mag een oppervlakte van ten hoogste 150 m² worden bebouwd met gebouwen met een maximale bouwhoogte van 8 meter.
6.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 7 Gemengd - 1
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven uit ten hoogste categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
- b. bedrijfswoningen;
- c. cultuur en ontspanning;
- d. detailhandel;
- e. dienstverlening;
- f. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
- g. kantoren;
- h. maatschappelijke voorzieningen;
- i. wonen;
- j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
Aanduidingen
- k. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne': uitsluitend een brandweerkazerne;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': uitsluitend detailhandel;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus': tevens voor detailhandel in volumineuze goederen;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'erf': voor erven bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend voor garages en bergplaatsen ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen en huishoudelijke berg- en werkruimte;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2': horecabedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'pension': tevens een pension;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens een recreatiewoning;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – aannemersbedrijf': tevens een aannemersbedrijf;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – horeca tot en met categorie 1c': horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten;
- u. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1d': horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1d van de Staat van Horeca-activiteiten;
- v. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonzorgvoorziening': tevens een woonzorgvoorziening;
- w. ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt': tevens een supermarkt;
- x. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie': tevens voor verblijfsrecreatie.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
Artikel 8 Gemengd - 2
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven uit ten hoogste categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
- b. cultuur en ontspanning;
- c. dienstverlening;
- d. kantoren;
- e. maatschappelijke voorzieningen;
- f. wonen;
- g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
Aanduidingen
- h. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf uitgesloten' is een bedrijf uitgesloten;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening uitgesloten' is dienstverlening uitgesloten;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor uitgesloten' is een kantoor uitgesloten;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie': tevens voor verblijfsrecreatie;
- l. In afwijking van het bepaalde onder f is ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' wonen niet toegestaan.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
8.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
Artikel 9 Gemengd - 3
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. wonen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'pension': een pension;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'terras': tevens een terras;
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
9.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
9.4 Specifieke gebruiksregels
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
Artikel 10 Gemengd - 4
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven uit ten hoogste categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
- b. wonen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
10.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
Artikel 11 Gemengd - 5
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd -5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
- b. wonen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen;
Aanduidingen
- d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1c': tevens horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'terras': tevens een terras;
- g. in afwijking van het bepaalde onder b is ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' wonen niet toegestaan.
11.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
11.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
11.4 Specifieke gebruiksregels
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
Artikel 12 Gemengd - 6
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. wonen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 13 Gemengd - 7
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijk;
- b. wonen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
13.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
13.4 Specifieke gebruiksregels
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 14 Gemengd - 8
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 8' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
- c. wonen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm horeca – horeca tot en met categorie 1c': tevens horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'terras': tevens een terras;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
14.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
14.4 Specifieke gebruiksregels
14.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
Artikel 15 Gemengd - 9
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 9' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. cultuur en ontspanning;
- b. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
- c. in afwijking van het bepaalde onder b is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – horeca in kelder': uitsluitend horeca in de kelder toegestaan;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'terras': tevens een terras;
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
15.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
15.4 Specifieke gebruiksregels
15.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
Artikel 16 Gemengd - 10
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 10' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. kantoren;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
16.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
16.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
16.4 Specifieke gebruiksregels
16.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 17 Groen
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. openbaar groen, water, sport- en speelvoorzieningen, en voet- en fietspaden;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': tevens voor een (overloop)parkeerterrein';
- c. ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin': een speeltuin;
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen. Bovendien (jongeren)ontmoetingsplaatsen, afvalverzamelvoorzieningen, straatmeubilair en geluidwerende voorzieningen.
17.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. uitsluitend de algemene bouwregels uit artikel 43.6 en de overige regels uit artikel 47 zijn van toepassing.
Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
- b. gebouwen voor nutsvoorzieningen zijn toegestaan;
- c. de oppervlakte van gebouwen uitsluitend bedoeld voor nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 15 m²;
- d. de bouwhoogte van gebouwen uitsluitend bedoeld voor nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3,5 m.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
17.4 Specifieke gebruiksregels
17.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 18 Horeca
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven tot en met ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
- b. bedrijfswoningen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien laad- en losruimte.
Aanduidingen
- d. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horeca categorie 2': horecabedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horeca categorie 3': horecabedrijven tot en met categorie 3 van de Staat van Horeca-activiteiten.
- g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens een ondergrondse of halfverdiepte parkeergarage, waaronder begrepen een hellingbaan;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': verblijfsrecreatie in een complex van recreatiewoningen en / of -appartementen;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel – 1': tevens detailhandel;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – 1' en 'specifieke vorm van gemengd - 2': tevens voor wonen;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – horeca tot en met horecacategorie 1c': horecabedrijven tot en met ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – horeca tot en met horecacategorie 1d': horecabedrijven tot en met ten hoogste categorie 1d van de Staat van Horeca-activiteiten;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - wellness': tevens een sauna-, sport- en wellnessgelegenheid;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'terras': tevens een terras;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie': tevens voor verblijfsrecreatie.
18.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47 zijn van toepassing.
Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
- b. In afwijking van het bepaalde onder 1.65 onder c dat het peil als volgt wordt gemeten:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – 1' en 'specifieke vorm van gemengd – 2': de gemiddelde hoogte van het op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan bestaande afgewerkte maaiveld dat aansluit op deze aanduidingen en de Boulevard van Schagen.
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 9': overeenkomstig het bepaalde in Bijlage4.
- c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 9' gelden de maximale bouwhoogtes zoals die zijn bepaald in Bijlage 4.
18.3 Voorwaardelijke verplichting bouwen
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een (vitaliteits)hotel binnen de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 9' kan uitsluitend worden verleend indien binnen de aanduiding voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd overeenkomstig onderstaand tabel.
Functie | Aantal/m² | Norm | Totaal ppl | #Dubbelgebruik |
Suites (ca. 100 m²) Suites (ca. 60 m² | 33 6 | 1,5 ppl/per suite *** 1,0 ppl/per minisuite | 49,5 ppl 6 ppl | 50 ppl 6 ppl |
Restaurant | 400 m² | 9 ppl/100 m² bvo* | 36 ppl | -/-50%: 18 ppl # |
Wellness | 600 m² | 5 ppl/100 m²** | 30 ppl | -/-50%: 15 ppl # |
89 ppl | ||||
Vervanging vervallen plaatsen Beatrixstraat | 20 | 20 ppl | 20 ppl | |
Totaal | 109 ppl |
18.4 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
18.5 Specifieke gebruiksregels
18.6 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
Artikel 19 Kantoor
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. bedrijfswoningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens voor dienstverlening;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – ambulancepost': tevens een ambulancepost;
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen.
19.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
19.4 Specifieke gebruiksregels
19.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 20 Maatschappelijk
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bibliotheken, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, openbare dienstverlening en verenigingsleven en religie;
- b. bedrijfswoningen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen en jongerenontmoetingsplaatsen.
Aanduidingen
- d. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': uitsluitend een begraafplaats;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend nutsvoorzieningen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens een ondergrondse of halfverdiepte parkeergarage;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – molen': een molen en maximaal 1 woning;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – 1': uitsluitend voor zorgwoningen, woonzorgvoorzieningen en overige voorzieningen ten behoeve van de gezondheidszorg;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – 2'; tevens een gymzaal;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – 3'; tevens voor:
- 1. ten hoogste 37 woningen, al dan niet in combinatie met zorg;
- 2. ondergeschikte dienstverlenende voorzieningen ten behoeve van de bestemming.
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – 4'; tevens voor:
- 1. woningen al dan niet in combinatie met zorg;
- 2. ondergeschikte detailhandel- en horecavoorzieningen ten dienste van de bestemming;
- 3. ondergeschikte dienstverlenende voorzieningen ten dienste van de bestemming.
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – 5'; tevens voor nachtrecreatief verblijf ten behoeve van de onder p bedoelde bestemming;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – 6'; uitsluitend een bunker;
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – kinderopvang: tevens een kinderopvang;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verenigingsgebouw': tevens een verenigingsgebouw;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven': tevens een voorziening voor het verenigingsleven;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens voor wonen.
- e. ter plaatse van de aanduiding 'zend-ontvangstinstallatie': uitsluitend een zend-ontvangstinstallatie.
20.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
- b. om de aanleg en instandhouding van een verbinding voor langzaam verkeer tussen de gronden met de bestemming Verkeer (toekomstig parkeerterrein) en de bestemming Sport te waarborgen, wordt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 7' een zone met een breedte van ten minste 10 meter vrijgehouden van gebouwen.
20.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
20.4 Specifieke gebruiksregels
20.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 21 Natuur
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud en herstel en ontwikkeling van actuele en potentiële landschaps- en natuurwaarden;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch': tevens voor agrarisch;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bos': uitsluitend een bos;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie': tevens dagrecreatie;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'water': tevens voor water;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen. Bovendien wandelpaden en strandovergangen.
21.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden uitsluitend de algemene bouwregels uit artikel 43.6 en de overige regels uit artikel 47.
21.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
21.4 Specifieke gebruiksreges
21.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
21.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Overig - Schuur
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Overig Schuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de opslag van niet voor handel en distributie bestemde goederen, berging, stalling en hobbymatig dierenverblijf.
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – recreatief nachtverblijf': tevens een recreatief nachtverblijf.
22.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
22.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
22.4 Specifieke gebruiksregels
22.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 23 Recreatie - Dagrecreatie
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie-Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin': uitsluitend een speeltuin;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': uitsluitend volkstuinen;
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
23.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
- a. gebouwen voor nutsvoorzieningen zijn toegestaan;
- b. de oppervlakte van gebouwen uitsluitend bedoeld voor nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 15 m²;
- c. de bouwhoogte van gebouwen uitsluitend bedoeld voor nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3,5 m;
23.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
23.4 Specifieke gebruiksregels
23.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 24 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie-Verblijfsrecreatie-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in een complex van recreatiewoningen en / of -appartementen;
- b. bedrijfswoningen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
Aanduidingen
- d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2': horecabedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend voor garages en bergplaatsen ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen en huishoudelijke berg- en werkruimte;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens een ondergrondse of halfverdiepte parkeergarage;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'pension': uitsluitend een pension;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – 5': uitsluitend op de begane grond tevens voor detailhandel, dienstverlening, horeca tot en met categorie 1b en kantoor;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – horeca tot en met categorie 1c': tevens horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad': tevens een zwembad.
24.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
24.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
24.4 Specifieke gebruiksregels
24.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 25 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie-Verblijfsrecreatie-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in de vorm van recreatiewoningen;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen.
Aanduidingen
- c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': uitsluitend detailhandel;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2': horecabedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend voor garages en bergplaatsen ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen en huishoudelijke berg- en werkruimte;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens voor kantoren;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens een ondergrondse of halfverdiepte parkeergarage;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'pension': uitsluitend een pension;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – horeca tot en met categorie 1c': horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten.
25.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
25.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
25.4 Specifieke gebruiksregels
25.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 26 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 3
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie-Verblijfsrecreatie-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in de vorm van een kampeerterrein;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien centrale voorzieningen ten dienste van beheer en onderhoud en in de vorm van fietsverhuur, sport-, spel- en speelvoorzieningen.
26.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de aanvullende regels:
- a. maximaal 15 standplaatsen en 35 toeristische standplaatsen zijn toegestaan.
26.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
26.4 Specifieke gebruiksregels
26.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 27 Sport
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportvoorzieningen en het uitoefenen van sportactiviteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verenigingsgebouw': tevens een verenigingsgebouw;
- c. ter plaatse va de aanduiding 'specifieke vorm van sport - een overloopterrein'; tevens een overloopterrein';
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen en jongerenontmoetingsplaatsen.
27.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47.
27.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
27.4 Specifieke gebruiksregels
27.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 28 Tuin
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen.
28.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden uitsluitend de algemene bouwregels uit artikel 43.6 en de overige regels uit artikel 47 . Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de aanvullende regels:
- a. gebouwen voor nutsvoorzieningen zijn toegestaan;
- b. de oppervlakte van gebouwen uitsluitend bedoeld voor nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 15 m²;
- c. de bouwhoogte van gebouwen uitsluitend bedoeld voor nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3,5 m.
28.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
28.4 Specifieke gebruiksregels
28.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 29 Verkeer
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen;
- b. voet- en fietspaden;
- c. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Bovendien sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, straatmeubilair, afvalverzamelvoorzieningen, (horeca)terrassen, markten, niet permanente vent- en standplaatsen, geluidswerende voorzieningen en reclame-uitingen.
Aanduidingen
- e. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens voor dienstverlening;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': uitsluitend opslagactiviteiten behorend tot maximaal categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
- g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': tevens voor een (overloop)parkeerterrein';
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende voorziening': tevens voor een geluidwerende voorziening;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – praathuis': tevens een praathuis;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - archeologie': bescherming van archeologische waarden;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – ijsbaan': tevens voor een ijsbaan;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – milieupark': tevens voor een milieupark ten behoeve van ondergrondse afvalinzameling;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – parkeerterrein-overloopterrein': tevens een overloopparkeerterrein;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – voorwaardelijke verplichting parkeren': voor een parkeerterrein, mits voldaan wordt aan de voorwaardelijke verplichting als bedoeld in lid 29.4.1;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – zonnepanelen': tevens voor zonnepanelen;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg.
29.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47 . Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de aanvullende regels:
- a. gebouwen voor nutsvoorzieningen zijn toegestaan;
- b. de oppervlakte van gebouwen uitsluitend bedoeld voor nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 15 m²;
- c. de bouwhoogte van gebouwen uitsluitend bedoeld voor nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3,5 m;
- d. de bouwhoogte van een geluidwerende voorziening binnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – geluidwerende voorziening' bedraagt 2,20 m;
- e. een terrasoverkapping ten behoeve van horeca vóór de voorgevel van het aansluitende gebouw is niet breder dan de voorgevel van het betreffende gebouw;
- f. een terrasoverkapping zoals bedoeld in lid e heeft ten hoogste drie wanden, de gevel van het aansluitende gebouw daarbij inbegrepen.
29.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
29.4 Specifieke gebruiksregels
29.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
29.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
29.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 30 Water
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voor waterlopen, waterpartijen, vaarwater voor plezier- en beroepsvaart, de visserij en waterbeheersing en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'natuur': alsmede voor het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige natuurwaarden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water – kreek': uitsluitend een waterweg met behoud en herstel van de aanwezige dan wel daaraan eigen cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden.
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water – watersport': tevens voor watersport;
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen en bermen.
30.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. uitsluitend de algemene bouwregels uit artikel 43.6 en de overige regels uit artikel 47 zijn van toepassing.
Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal ligplaatsen’ is het maximum aantal ligplaatsen toegestaan.
30.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
30.4 Specifieke gebruiksregels
30.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 31 Waterstaatswerken
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaatswerken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterstaatkundige voorzieningen, zoals waterkering, waterbeheersing, kaden, dijksloten, opslag en onderhoud ten behoeve van vaar- en waterwegen, wegen, paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen.
31.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden uitsluitend de algemene bouwregels uit artikel 43.6 en de overige regels uit artikel 47.
31.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de volgende regels:
- a. de algemene afwijkingsregels uit artikel 46 zijn van toepassing.
Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.2 met inachtneming van de volgende regels:
- b. bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen;
- c. de waterstaatkundige belangen worden door de bouwactiviteiten niet onevenredig geschaad;
- d. alvorens omtrent de bevoegdheid tot afwijken te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad.
31.4 Specifieke gebruiksregels
31.5 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 32 Wonen
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen.
Aanduidingen
- c. ter plaatse van de aanduiding 'atelier': tevens een atelier;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast': tevens een bed & breakfast;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis': tevens een drukkerij;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'erf': voor erven bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend voor garages en bergplaatsen ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen en huishoudelijke berg- en werkruimte;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'groen': uitsluitend groenvoorzieningen;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens voor kantoren;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'kas': tevens een kas;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens voor maatschappelijke doeleinden;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': tevens voor een (overloop)parkeerterrein';
- n. ter plaatse van de aanduiding 'pension': tevens een pension;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel – buitenshowroom': tevens een buitenshowroom;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel – fietsverhuur': tevens een fietsverhuur;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – groenelement': tevens een groenelement.
- r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – molen': uitsluitend een molen;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie': tevens verblijfsrecreatie;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats': uitsluitend voor standplaatsen voor woonwagens.
32.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. de algemene bouwregels uit artikel 43 en de overige regels uit artikel 47 zijn van toepassing.
Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de aanvullende regels:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' worden hoofdgebouwen met ten minste drie aaneen gebouwd;
- c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mogen hoofdgebouwen gestapeld worden gebouwd;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' worden hoofdgebouwen aan ten hoogste één zijde gebouwd:
- 1. tegen de hoofdgebouwen op de aangrenzende bouwpercelen óf;
- 2. al dan niet door middel van bijbehorende bouwwerken tegen de hoofdgebouwen of bijbehorende bouwwerken op de aangrenzende bouwpercelen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' worden hoofdgebouwen met de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken niet gebouwd tegen hoofdgebouwen met de daarbij behorende aan- of uitbouwen op de aangrenzende bouwpercelen;
- f. de afstand tussen het hoofdgebouw en de zijdelingse perceelsgrens bedraagt op de gronden met de volgende aanduidingen ten minste:
- 1. 'twee-aaneen' en 'geschakeld': aan één zijde 3 m;
- 2. 'vrijstaand': 3 m;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – geschakeld' worden hoofdgebouwen door middel van aan- of uitbouwen gebouwd tegen de hoofdgebouwen op de aangrenzende bouwpercelen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 1' geldt dat er niet meer gebouwen worden gerealiseerd dan ten tijde van de terinzagelegging van dit bestemmingsplan aanwezig zijn;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 2' geldt dat de oppervlakte van een woning ten hoogste 36 m² bedraagt.
- j. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding – 3' geldt in afwijking van het bepaalde onder 1.65 onder c dat het peil als volgt wordt gemeten: de gemiddelde hoogte van het op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan bestaande afgewerkte maaiveld dat aansluit op deze aanduiding en de Badhuisweg;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten – dakkapel' zijn geen dakkapellen toegestaan die gericht zijn op de Grindweg te Westkapelle.
32.3 Voorwaardelijke verplichting bouwen
- a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning binnen de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' kan uitsluitend worden verleend indien binnen de aanduiding ten minste 1,8 parkeerplaatsen per woning worden aangelegd;
- b. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning kan ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' uitsluitend worden verleend indien ter plaatse van de aanduiding 'groen' groenvoorzieningen worden aangelegd conform de uitgangspunten zoals weergegeven en benoemd in de bijlage werkbestek groen (Bijlage 5).
32.4 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de onderstaande de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
- a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.2 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' voor uitbreiding van het hoofdgebouw tot een bewoonbaar vloeroppervlak van ten hoogste 120 m², toegestaan, met dien verstande dat de goothoogte met niet meer dan 10% mag worden vergroot.
32.5 Specifieke gebruiksregels
32.6 Afwijken van de gebruiksregels
Voor het afwijken van de gebruiksregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46.
Artikel 33 Leiding - Gas
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding-Gas' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. aardgastransportleidingen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas': een aardgastransportleiding.
- c. zuurstofleidingen.
33.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden uitsluitend de algemene bouwregels uit artikel 43.6 en de overige regels uit artikel 47.
33.3 Afwijken van de bouwregels
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de algemene afwijkingsregels uit artikel 46. Daarnaast gelden specifiek voor deze bestemming de volgende aanvullende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 43.6, met inachtneming van de volgende regels:
- a. bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen;
- b. het belang van de leiding wordt door de bouwactiviteiten niet geschaad;
- c. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 33.1 bedoeld, bedraagt ten hoogste 15 m² en de bouwhoogte ten hoogste 3,5 m;
- d. alvorens omtrent de bevoegdheid tot afwijken te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de (gas)leiding over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de (gas)leiding niet wordt geschaad.
33.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding;
- b. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten.
33.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 34 Leiding - Water
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor, ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - water' en bijbehorende belemmeringsstrook, (de bescherming van) een watertransportleiding.
34.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 34.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
34.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 34.2 ten behoeve van het bouwen in overeenstemming met andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) indien:
- a. daardoor geen onevenredig aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende leiding;
- c. ter zake vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 35 Waarde - Archeologie - 1
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie-1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
35.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 35.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
- 2. niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 3. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige;
- c. indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken is er geen verklaring nodig van de archeologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden nodig is:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 30 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm kan worden geplaatst.
35.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
35.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 36 Waarde - Archeologie - 2
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie-2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
36.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 36.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
- 2. niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 3. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige;
- c. indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken is er geen verklaring nodig van de archeologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden nodig is:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 60 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm kan worden geplaatst.
36.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
36.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 37 Waarde - Archeologie - 3
37.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie-3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
37.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 37.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
- 2. niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 3. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige;
- c. indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken is er geen verklaring nodig van de archeologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden nodig is:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 500 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm kan worden geplaatst.
37.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
37.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 38 Waarde - Archeologie - 4
38.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie-4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
38.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 38.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
- 2. niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 3. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige;
- c. indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken is er geen verklaring nodig van de archeologische deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden nodig is:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm kan worden geplaatst.
38.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
38.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 39 Waarde - Archeologisch Monument
39.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologisch monument' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische monumenten.
39.2 Bouwregels
- a. Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 39.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien voldaan wordt aan de regels zoals gesteld in de Monumentenwet 1988.
39.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag is bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 39.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen, indien geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden. Bij de belangenafweging wordt door burgemeester en wethouders advies gevraagd aan een deskundige in zake archeologie. Ten behoeve van deze secundaire bestemmingen mag gebouwd worden overeenkomstig het bepaalde bij de betreffende bestemmingsregels.
Artikel 40 Waarde - Cultuurhistorie
40.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel, versterking en bevordering van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing, zoals deze staan beschreven in de toelichting bij het aanwijzingsbesluit tot beschermd stadsgezicht d.d. 12 maart 1970.
40.2 Bouwregels
40.3 Afwijken van de (bouw)regels
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in de leden 40.2.1 tot en met 40.2.4 indien:
- a. geen onevenredige schade wordt toegebracht aan dan wel herstel of bevordering is verzekerd van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermde stadsgezicht;
- b. de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermde stadgezicht in redelijkheid niet te handhaven zijn;
- c. vooraf, in gevallen onder a en b, advies is ingewonnen bij de bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.
40.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
40.5 Omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 41 Waterstaat - Waterkering
41.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat-Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen, zoals waterkering, waterbeheersing, kaden, dijksloten, opslag en onderhoud ten behoeve van vaar- en waterwegen, wegen, paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen.
41.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 41.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
41.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 41.2 onder b, met inachtneming van de volgende regels:
- a. bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen;
- b. de waterstaatkundige belangen worden door de bouwactiviteiten niet onevenredig geschaad;
- c. alvorens omtrent de bevoegdheid tot afwijken te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 42 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 43 Algemene Bouwregels
43.1 Algemeen
- a. gebouwen en overkappingen worden gebouwd in het bouwvlak;
- b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mogen hoofdgebouwen gestapeld worden gebouwd;
- c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
- d. in afwijking van het bepaalde in lid b geldt de maximale op de verbeelding aangegeven maat daar waar de maatvoeringaanduiding ‘maximum oppervlakte’ is opgenomen;
- e. de maximaal toelaatbare goothoogte van gebouwen mag uitsluitend worden overschreden door dakkapellen en gelijksoortige vormen, niet zijnde een topgevel, mits de breedte niet meer bedraagt dan:
- 1. 50% van de breedte van de onderliggende gevel in het voorgeveldakvlak of een naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak;
- 2. 70% van de breedte van de onderliggende gevel in het achtergeveldakvlak of een niet naar het openbaar gebied gekeerd zijdakvlak.
- f. indien gebouwen worden afgedekt door een constructie van één of meer hellende dakvlakken, bedraagt de dakhelling, tenzij met een aanduiding anders is aangegeven, ten hoogste 65°.
43.2 Hoofdgebouwen
- a. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum goothoogte' aangegeven goothoogte;
- b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m meer dan de maximaal toelaatbare goothoogte;
- c. in afwijking van het bepaalde in lid b geldt de maximale op de verbeelding aangegeven maat daar waar de maatvoeringaanduiding 'maximum bouwhoogte' is opgenomen.
43.3 Bedrijfswoningen
- a. per bedrijf is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
- b. de goothoogte van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum goothoogte' aangegeven goothoogte;
- c. de bouwhoogte van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 5 m meer dan de maximaal toelaatbare goothoogte;
- d. in afwijking van het bepaalde in lid c geldt de maximale op de verbeelding aangegeven maat daar waar de maatvoeringaanduiding 'maximum bouwhoogte' is opgenomen.
43.4 Aantal woningen
Ten aanzien van het aantal woningen (inclusief bedrijfswoningen) binnen het bestemmingsplan gelden de volgende regels:
- a. het aantal woningen mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', niet meer bedragen dan het aangegeven aantal woningen;
- b. indien geen aantal woningen is opgenomen is ten hoogste 1 woning per bouwperceel toegestaan. Ten aanzien van de begrenzing van het bouwperceel wordt daarbij uitgegaan van het bouwperceel ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Splitsing van een bouwperceel ten behoeve van een nieuwe extra woning is niet toegestaan;
- c. in afwijking van het bepaalde onder b geldt voor gestapelde woningen dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
43.5 Bijbehorende bouwwerken en overkappingen
- a. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen bedraagt ten hoogste 3,30 m;
- b. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen bedraagt ten hoogste 7 m;
- c. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen is binnen het bouwvlak niet gemaximeerd, behalve ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' of de aanduiding 'maximum oppervlakte';
- d. de oppervlakte van gebouwen en bijbehorende bouwwerken en overkappingen bedraagt buiten het bouwvlak ten hoogste 50% van het gebied met de aanduiding 'erf' met een maximum van 60 m²;
- e. indien de toelaatbare oppervlakte ingevolge het bepaalde onder d minder bedraagt dan 30 m² is een bebouwingspercentage tot 75% toegestaan met een maximum van 30 m².
- f. in afwijking van het bepaalde onder d en e geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 5 ' geen maximum bebouwingspercentage of oppervlakte. De gronden mogen ter plaatse van de aanduiding 'erf' volledig worden bebouwd;
- g. de voorgevel van een bijbehorend bouwwerk of overkapping dient ten minste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd te worden.
43.6 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
- a. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde kunnen uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming in Hoofdstuk 2;
- b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:
erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevelrooilijn en de openbare weg | 1 meter |
Overige erf- en terreinafscheidingen | 2 meter |
Lichtmasten | 16 meter |
Vlaggenmasten | 8 meter |
Antennes ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes | 15 meter |
Schotelantennes | 6 meter |
Speelvoorzieningen | 6 meter |
Overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde | 3 meter |
43.7 Ondergronds bouwen
De planregels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn in geval van een ondergronds bouwen van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat dit uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak onder de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen;
- b. gebouwd mag worden tot 3,5 m onder peil;
- a. in afwijking van het bepaalde onder b en c mag ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' gebouwd worden buiten het bouwvlak tot een diepte van 6,5 meter onder peil.
43.8 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
Voor bouwwerken die zijn aangeduid als 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol' geldt:
43.9 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden door ondergeschikte bouwdelen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt en de breedte ten hoogste 3 m.
43.10 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
- a. Voor een bouwwerk, dat krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande dakhelling, afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt:
- 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
- b. In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
- c. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a sub 1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- d. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken (zie artikel 48.1) als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
Artikel 44 Algemene Gebruiksregels
44.1 Algemeen
- a. Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken als seksinrichting of voor straatprostitutie is niet toegestaan;
- b. Opslag van en verkoop van consumentenvuurwerk is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - consumentenvuurwerk' met dien verstande dat de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk niet is toegestaan;
- c. Per bedrijf is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
- d. Het aanbieden van een woning voor recreatief nachtverblijf is niet toegestaan, tenzij er sprake is van een recreatiewoning overeenkomstig de begripsbepaling of een aanduiding 'recreatiewoning'.
44.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een (bedrijfs)woning en/of bijbehorend bouwwerk, met inachtneming van de volgende regels:
- a. ten hoogste 40 m² per bouwperceel mag ten behoeve van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik zijn;
- b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
- c. het gebruik heeft een kleinschalig karakter en zal dit behouden;
- d. voor zover geen sprake is van een aan-huis-gebonden beroep betreft het een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten (Bijlage 3) of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen.
- e. het gebruik leidt niet tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
- f. de uitoefening van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het desbetreffende beroep of bedrijf is niet toegestaan tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten (Bijlage 3) anders is bepaald.
Artikel 45 Algemene Aanduidingsregels
45.1 Geluidzone - weg
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone weg' mogen op gronden gelegen binnen deze zone, in afwijking van het bepaalde elders in de regels van dit plan, geen woningen of andere geluidgevoelige objecten worden gebouwd.
- b. Het onder a genoemde bouwverbod geldt niet:
- 1. voor het vernieuwen, veranderen of vergroten van woningen of andere geluidgevoelige objecten overeenkomstig de regels van dit plan, mits daarbij de afstand tot de weg niet wordt verkleind, de bouwhoogte van het gebouw niet toeneemt, het aantal woningen of andere geluidgevoelige objecten niet toeneemt en wordt voldaan aan de van toepassing zijnde eisen voor de karakteristieke geluidwering uit het Bouwbesluit;
- 2. indien burgemeester en wethouders ten behoeve van de bouw van de woningen of andere geluidgevoelige objecten een hogere grenswaarde hebben vastgesteld en wordt voldaan aan de van toepassing zijnde eisen voor de karakteristieke geluidwering uit het Bouwbesluit;
- 3. indien door middel van akoestisch onderzoek wordt aangetoond dat door het treffen van een maatregel, zoals het aanbrengen van geluidreducerend asfalt of de plaatsing van een geluidscherm, een situatie kan worden gecreëerd, waardoor de geluidsbelasting op de gevels van de woning of het andere geluidsgevoelige object ten hoogste 48 dB bedraagt;
- 4. indien de naar de weg gekeerde zijde van de woning of van het andere geluidgevoelige object voldoet aan de voorwaarden, zoals vermeld in artikel 1b, lid 5 van de Wet geluidhinder en door middel van akoestisch onderzoek is aangetoond, dat minimaal sprake is van één geluidluwe gevel (geluidsbelasting minder dan 48 dB).
45.2 Veiligheidszone - bevi
45.3 Veiligheidszone - niet gesprongen conventionele explosieven
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – niet-gesprongen conventionele explosieven' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede aangeduid voor de bescherming en veiligstelling van personen en goederen.
45.4 Vrijwaringszone - molenbiotoop
45.5 Vrijwaringszone - weg
45.6 Wetgevingszone - centrumgebied
Het bevoegd gezag kan binnen de als ‘wetgevingszone – centrumgebied’ aangewezen gronden bij een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in artikel 6, 9, 14, 15, 16 en 18 voor het toelaten van verblijfsrecreatie boven horeca en detailhandel met inachtneming van het volgende:
- a. verblijfsrecreatie is niet toegestaan op de begane grond van gebouwen;
- b. op eigen terrein of aantoonbaar elders is voorzien in ten minste 1 parkeerplaats per verblijfsrecreatieve eenheid;
- c. er moet worden aangetoond dat de exploitatie van verblijfsrecreatie gekoppeld is aan de bedrijfsvoering van de horeca of detailhandelsfunctie en als zodanig samen economische eenheid vormen;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken mogen niet onevenredig worden aangetast.
Artikel 46 Algemene Afwijkingsregels
46.1 Afwijking van maten en overschrijding van bouwgrenzen
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
- a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
- b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover dat van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein.
- c. de overschrijdingen als bedoeld onder b. mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot;
- d. afwijking als bedoeld onder a is niet toegestaan voor bijbehorende bouwwerken en overkappingen;
- e. de omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
46.2 Overschrijding bouwgrenzen voor balkons
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 en een overschrijding van de bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, toestaan voor het realiseren van balkons mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. de overschrijding bedraagt ten hoogste 1,5 meter en de breedte ten hoogste 3 meter.
- b. de impact op de openbare ruimte blijft beperkt en is stedenbouwkundig aanvaardbaar, hetgeen blijkt uit een advies van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit of diens rechtsopvolger;
- c. er wordt geen afbreuk gedaan aan de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen.
46.3 Bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij (bedrijfs)woningen op 1 meter achter de voorgevel
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 43.5 onder e waarbij de voorgevel van een bijbehorend bouwwerk of overkapping op ten minste 1 meter van de voorgeval van de (bedrijfs)woning wordt gebouwd, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. het bouwplan is stedenbouwkundig aanvaardbaar;
- b. er wordt geen afbreuk gedaan aan de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen.
46.4 Ondergronds bouwen buiten de grenzen van een bestaand gebouw
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 43.7 en ondergronds bouwen buiten bovengronds gelegen gebouwen toestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. de oppervlakte van de kelder buiten bovengronds gelegen gebouwen bedraagt maximaal 10% van het bovengronds te bouwen gebouw;
- b. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens en de openbare weg bedraagt ten minste 1 m, met dien verstande dat in geval van ondergronds bouwen bij aaneengesloten bebouwing in de zijdelingse perceelsgrens mag worden gebouwd;
- c. uit een watertoets blijkt dat er geen onevenredig nadelige effecten zijn op de waterhuishouding;
- d. er wordt geen afbreuk gedaan aan de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen.
46.5 Het gebruik van een aan- of uitbouw of bijgebouw voor recreatief nachtverblijf
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 en het gebruik van een aan- of uitbouw of bijgebouw voor recreatief nachtverblijf toestaan bij een (bedrijfs)woning, met inachtneming van de volgende regels:
- a. de oppervlakte bedraagt ten minste 22 m² en ten hoogste 40 m²;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a. mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 6' een recreatief nachtverblijf worden gebouwd met een oppervlakte van ten hoogste 60 m²;
- c. op het bouwperceel dient een (bedrijfs)woning aanwezig te zijn, die krachtens het bestemmingsplan op de betreffende gronden toelaatbaar is;
- d. per bouwperceel is ten hoogste één aan- of uitbouw of bijgebouw voor recreatief nachtverblijf toegestaan, waarbinnen ten hoogste aan één huishouden recreatief nachtverblijf wordt geboden;
- e. in afwijking van het bepaalde onder d. mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal recreatieverblijven' het aantal recreatieverblijven op het bouwperceel ten hoogste het met de aanduiding aangegeven aantal bedragen;
- f. de oppervlakte- en hoogtematen van aan- of uitbouwen of bijgebouwen bedragen ten hoogste de maten zoals in artikel 43.5 is bepaald;
- g. voor parkeren geldt het volgende:
- 1. er dient te worden voorzien in een parkeerplaats voor minimaal één auto;
- 2. indien aan ten hoogste 3 personen recreatief nachtverblijf wordt geboden, dient minimaal één parkeerplaats aanwezig te zijn;
- 3. indien aan meer dan 3 personen recreatief nachtverblijf wordt geboden, dienen minimaal twee parkeerplaatsen aanwezig te zijn;
- 4. de parkeerplaats dient op eigen terrein, dat wil zeggen op het terrein van de woning waarbij het recreatief nachtverblijf wordt aangeboden, te worden gerealiseerd en in stand gehouden
- 5. de parkeerplaats is/de parkeerplaatsen zijn aanvullend op de parkeerbehoefte van de woning zelf;
- h. de aanvrager dient bewoner van het pand te zijn waarbij een ruimte voor verblijfsrecreatie wordt gerealiseerd;
- i. verblijfsrecreatie wordt slechts toegestaan bij (bedrijfs)woningen die permanent worden bewoond;
- j. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast.
46.6 Het gebruik van een deel van een (bedrijfs)woning voor kamerverhuur
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 32.1 onder a, respectievelijk, artikel 4.1 onder b, medewerking verlenen voor het gebruik van een deel van de (bedrijfs)woning voor recreatieve kamerverhuur, met inachtneming van de volgende regels:
- a. op het bouwperceel dient een (bedrijfs)woning aanwezig te zijn, die krachtens dit bestemmingsplan op de betreffende gronden toelaatbaar is;
- b. de aanvrager en verhuurder dient bewoner van het pand te zijn waarbij een ruimte voor recreatieve kamerverhuur wordt gerealiseerd;
- c. recreatieve kamerverhuur wordt slechts toegestaan bij woningen die permanent worden bewoond;
- d. de kamerverhuur is ondergeschikt, minimaal 51% van de woning dient beschikbaar te zijn voor permanent wonen;
- e. maximaal 2 kamers zijn voor recreatieve kamerverhuur toegestaan;
- f. de oppervlakte voor kamerverhuur in een woning mag maximaal 40m² bedragen;
- g. aan maximaal 5 personen mag recreatief nachtverblijf worden geboden;
- h. voor parkeren geldt het volgende:
- 1. per kamer dient minimaal één parkeerplaats aanwezig te zijn;
- 2. indien aan meer dan 3 personen recreatief nachtverblijf wordt geboden, dienen minimaal twee parkeerplaatsen aanwezig te zijn;
- 3. de parkeerplaats(en) dient/dienen op eigen terrein, dat wil zeggen op het terrein van de woning waar kamerverhuur plaatsvindt, te worden gerealiseerd en in stand gehouden;
- 4. de parkeerplaatsen zijn aanvullend op de parkeerbehoefte van de woning zelf;
- i. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast.
46.7 Het geven van cursussen of onderwijs bij kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 44.2 onder d en in afwijking van de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten (Bijlage 3) het geven van kleinschalige cursussen of onderwijs als kleinschalige bedrijfsmatige activiteit aanmerken, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. ten hoogste 40 m² per bouwperceel mag ten behoeve van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik zijn;
- b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
- c. het gebruik heeft een kleinschalig karakter en zal dit behouden;
- d. het gebruik leidt niet tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte, hetgeen aangetoond dient te worden bij de saanvraag omgevingsvergunning;
- e. het aanbieden van cursussen, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het desbetreffende beroep of bedrijf is niet toegestaan tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.
Artikel 47 Overige Regels
47.1 Werking wettelijke regeling
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
47.2 Parkeerregeling
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeerplaats(en) en ruimte voor laden en lossen. Hiervoor gelden de volgende regels:
- a. in het geval van de oprichting of uitbreiding van een gebouw dient voor het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen;
- b. in het geval van functiewijziging van een gebouw en/of van gronden dient voor het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen;
- c. indien het gebruik van een gebouw en/of gronden daar aanleiding toe geeft, dient te worden voorzien in voldoende ruimte voor laden en lossen;
- d. voor het bepalen van de benodigde parkeerplaatsen en/of de ruimte voor laden en lossen dient te worden voldaan aan het parkeerbeleid van de gemeente Veere, zoals geldend ten tijde van de aanvraag voor een omgevingsvergunning, tenzij elders anders bepaald;
- e. de parkeerplaatsen als bedoeld onder a en b en de ruimte voor laad- en losvoorzieningen als bedoeld onder c dienen in stand te worden gehouden.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 48 Overgangsrecht
48.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolg van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van omgevingsvergunningen voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
48.2 Overgangsrecht gebruik
- a. het gebruik van grond en bouwwerken, dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 49 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Kernen Veere Plus'.
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 3 Staat Van Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten
Bijlage 4 Wijze Van Meten Voor Kpn Gebouw
Bijlage 5 Werkbestek Groen
Bijlage 6 Landschappelijk Inpassingsplan Kievitshoekweg
Bijlage 7 Kaart Beschermd Stadsgezicht Veere, Nokrichtingen
Bijlage 8 Kaart Beschermd Stadsgezicht Veere, Geveltekeningen En Dakvormen
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
Op dit moment geldt er voor iedere kern in de gemeente Veere een afzonderlijk bestemmingsplan (hierna: komplan) met ieder een eigen bestemmingsregeling. Deze bestemmingsplannen zijn gebaseerd op de Wet ruimtelijke ordening en wijken in opbouw en inhoud op onderdelen van elkaar af. De Omgevingswet is per 1 januari 2024 in werking getreden. De bestemmingsplannen zijn samen met de zogenaamde 'bruidsschat' onderdeel het een omgevingsplan van de gemeente Veere. In zo'n omgevingsplan worden naast bestemmingsplannen later ook regels uit bestaande verordeningen opgenomen.
Om de overgang naar het definitieve omgevingsplan van de gemeente soepel te laten verlopen is besloten alle komplannen te integreren in één bestemmingsplan. Met dit bestemmingsplan wordt voorgesorteerd op het maken van het omgevingsplan van de gemeente onder de Omgevingswet. De regels uit de verschillende komplannen worden waar nodig geactualiseerd en op elkaar afgestemd. Voor de kernen geldt met dit bestemmingsplan straks een eensluidende regeling.
Het Bestemmingsplan+ is een 'beleidsarm' bestemmingsplan. Dat wil zeggen dat zoveel mogelijk de bestaande regelingen worden gehandhaafd. De formulering en opbouw van de regels wijkt op onderdelen af van de nu geldende plannen. Zo zijn er meer regels in de algemene regels (hoofdstuk 3 van de planregels) opgenomen en minder regels in de afzonderlijke hoofdbestemmingen. Dubbelingen in de planregels worden op die manier verminderd. Op inhoud zijn er slechts ondergeschikte wijzigingen doorgevoerd. Deze zijn het gevolg van eventuele onduidelijkheden in de plantoetsing de afgelopen jaren, danwel nodig om regelingen op elkaar af te stemmen of meer duidelijkheid en structuur te bieden.
Na afronding van het Bestemmingsplan+ zijn alle regels voor de kernen uniform, digitaal beschikbaar en actueel. Met het voorliggende bestemmingsplan is een aanzet gegeven voor het omzetten naar een omgevingsplan.
1.2 Plangebied En Toepassingsbereik
Het plangebied omvat uitsluitend de 13 kernen van de gemeente Veere:
- 1. Aagtekerke
- 2. Biggekerke
- 3. Domburg
- 4. Gapinge
- 5. Grijpskerke
- 6. Koudekerke (incl. Dishoek)
- 7. Meliskerke
- 8. Oostkapelle (incl. Veldzicht)
- 9. Serooskerke
- 10. Veere (incl. Zanddijk)
- 11. Vrouwenpolder
- 12. Westkapelle
- 13. Zoutelande
Het buitengebied, de bedrijventerreinen, de kampeerterreinen en de zomerhuizenterreinen maken geen deel uit van het plangebied. Ook de bebouwingsconcentraties zoals Mariekerke, Buttinge, Sint Jan Ten Here, etc. maken geen deel uit van het plangebied. Deze bebouwingsconcentraties zijn opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied en de daarbij behorende voorzieningen.
Een aantal (postzegel)bestemmingsplannen ligt binnen de bestemmingsplanmatige komgrenzen van één van de kernen, maar zijn niet opgenomen in dit bestemmingsplan. Het gaat bijvoorbeeld om de bestemmingsplannen 'Land van Vliedduin' (Domburg, vastgesteld d.d.15-12-2016), 'De Woongaard Serooskerke' (vastgesteld d.d. 18-03-2021), 'Hotelontwikkeling Herenstraat` (Domburg, vastgesteld d.d. 30-09-2021), 'Aagtekerke' (Aagtekerke, vastgesteld d.d. 29-9-2022), 'Nijverheidsweg Veere' (Domburg, vastgesteld d.d. 10 november 2022). Deze ontwikkelplannen hebben specifieke planregels en/of zijn nog niet (geheel) gerealiseerd en om die reden nu niet uniform te maken.
Daarnaast zijn enkele specifieke eisen en/of voorwaardelijke verplichtingen uit de bestemmingsplannen 'Serooskerke-Kievitshoekweg' en 'Dorpsstraat 24c Gapinge' niet overgenomen, omdat de ontwikkeling al is gerealiseerd of de regels meer van toepassing zijn.
Verder zijn er in de periode dat onderhavig bestemmingsplan als voorontwerp ter inzage lag enkele ontwerpplannen ter inzage gelegd, dit betreft 'De Biezenweie' (Serooskerke, ontwerp d.d. 28-7-2023) en de ontwerp wijzigingsplannen 'Smidsbaerd' (Meliskerke, ontwerp 24-10-2024) en 'Wilgenhoekweg 24a' (Serooskerke, ontwerp 30-11-2023). Inmiddels zijn deze postzegelbestemmingsplannen vastgesteld. Dit geldt ook voor de bestemminsplannen 'Verplaatsing supermarkt Vrouwenpolder' (Vrouwenpolder, 03-07-2024) en 'Duinweg 36/36a, Oostkapelle' (Oostkapelle, 08-07-2024) die gedurende de terinzagelegging van dit bestemmingsplan zijn vastgesteld. Deze plangebieden zijn niet opgenomen in dit bestemmingsplan. De procedures om tot vaststelling van de genoemde plannen te komen liepen immers niet gelijk aan de vaststelling van onderhavig plan. Voorkomen moest worden dat bij de vaststelling van dit bestemmingsplan de nieuwe bestemmingen abusievelijk weer door dit plan worden overschreven en de beoogde ontwikkelingen vertraagd worden of geen doorgang meer zouden kunnen vinden.
Wet voorkeursrecht gemeenten
De raad van de gemeente Veere heeft op 8 februari 2024 besloten om op basis van artikel 9.1, eerste lid, onder c Omgevingswet een voorkeursrecht te vestigen op onroerende zaken op de locatie Veere. Het voorkeursrecht wordt gevestigd ten behoeve van de realisatie van de nieuwbouwprogrammering door de gemeente Veere. De gemeente wil in een vroeg stadium de strategie bepalen om regie te houden en sturing te geven aan de beoogde gebiedsontwikkelingen. Met de vestiging van het gemeentelijk voorkeursrecht verkrijgt de gemeente een voorkeurspositie op de grondmarkt in het betreffende gebied c.q. een eerste recht van koop op de in de beschikking betrokken percelen. De eigenaren van de betreffende percelen dienen hun eigendom op de percelen bij voorgenomen vervreemding eerst aan de gemeente aan te bieden c.q. de gemeente in de gelegenheid te stellen om de percelen te verkrijgen. Het gemeentelijk voorkeursrecht maakt het de gemeente mogelijk om de regie te houden bij de uitvoering van haar plannen. Het gemeentelijk voorkeursrecht voorkomt, dat een andere partij zich in het gebied een positie verschaft, waardoor de gemeentelijke regierol zou kunnen worden verstoord.
Een aantal 'Wvg-percelen' liggen binnen de begrenzing van diverse bovengenoemde kenen. Het is echter niet mogelijk om zonder door de gemeenteraad vastgestelde visie (kader) de bestemming/functie vooruitlopend te wijzigen in bijvoorbeeld de bestemming/functie 'Wonen'. Om die reden zijn de betreffende 'Wvg-percelen' uit het plangebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft gehaald. Via een aparte planologische procedure wordt een eventueel beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt.
1.3 Geldende Ruimtelijke Besluiten
In dit bestemmingsplan worden overeenkomstig de Onderwerpennotitie Bestemmingsplan+ geen projecten of gebiedsontwikkelingen opgenomen waarover de gemeenteraad nog een besluit moet nemen of waarvan het besluit nog niet onherroepelijk is.
Daar waar sprake is van onherroepelijke ruimtelijke besluiten van de gemeenteraad of, in voorkomend geval, het college van burgemeester en wethouders, dan zijn deze besluiten in beginsel opgenomen in dit bestemmingsplan.
In Bijlage 1 is opgenomen welke ruimtelijke besluiten (bestemmingsplannen, beheersverordeningen en uitgebreide omgevingsvergunningen) zijn verwerkt in dit bestemmingsplan. Daarnaast zijn ook verschillende binnenplanse ontheffingen en kruimelgevallen in dit bestemmingsplan opgenomen.
Met het Bestemmingsplan+ beoogt de gemeente Veere, in aanloop naar één omgevingsplan voor het hele grondgebied, een actueel bestemmingsplan voor alle kernen op te stellen. De huidige komplannen zijn medio 2010/2011 vastgesteld. In de afgelopen tien jaar is er veel veranderd. Daarom zijn de vergunningen die in deze periode, in afwijking van het bestemmingsplan, zijn verleend verwerkt in dit bestemmingsplan (zie Bijlage 2). In Bijlage 2 is een inventarisatie van de aanpassingen opgenomen. Daarin zijn onder andere ook de verkochte en verjaarde groenstroken verwerkt.
1.4 Doel
Het doel van dit bestemmingsplan is een uniforme set planregels voor alle kernen. Daar waar mogelijk zijn planregels vereenvoudigd en zo nodig geactualiseerd. Met dit plan wordt beoogd de gebruiksvriendelijkheid te verbeteren en onduidelijkheden weg te nemen. Daarnaast is het doel van dit bestemmingsplan om drie ruimtelijk relevante voorbereidingsbesluiten te verankeren, net als het nieuwe beleid ten aanzien van kamerverhuur.
1.5 Leeswijzer
Dit bestemmingsplan bestaat uit deze toelichting, regels en een verbeelding. Deze toelichting bestaat naast dit inleidende hoofdstuk uit vier hoofdstukken. Hoofdstuk 2 beschrijft het beleidskader. In hoofdstuk 3 wordt beschreven waarom verschillende omgevings- en milieuaspecten in dit geval niet worden beoordeeld. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 de juridische planbeschrijving uitgelegd. In hoofdstuk 5 wordt tot slot de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven.
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1 Inleiding
Dit bestemmingsplan is beleidsarm. Dit heeft z'n oorsprong in de Onderwerpennotitie die in december 2017 in de gemeenteraad van Veere is behandeld. Daarin zijn de uitgangspunten voor het Bestemmingsplan+ geformuleerd, zoals dat het beleidsarm zal zijn. Dat houdt in dat er in het bestemmingsplan geen nieuw beleid is opgenomen, anders dan het door de gemeenteraad vastgestelde beleid, bijvoorbeeld dat voor recreatieve kamerverhuur in woningen. De bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden worden in beginsel voortgezet en daardoor is nadere toetsing aan het geldende beleid niet nodig. Verder zijn een aantal genomen voorbereidingsbesluiten verwerkt als aanscherping van bestaand beleid. De doorwerking van de voorbereidingsbesluiten wordt hieronder (2.2.1 t/m 2.2.3) toegelicht.
2.2 De Voorbereidingsbesluiten
2.2.1 Verblijfsrecreatie boven horeca en detailhandel
Op 11 februari 2021 en 10 februari 2022 nam de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit dat betrekking heeft op de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders om binnenplans af te wijken van het bestemmingsplan ten behoeve van verblijfsrecreatie boven horeca en detailhandel in de centrumgebieden van de kernen. Dit komt voort uit een eerder voornemen om ondernemers perspectief te bieden om de veelal leegstaande ruimtes boven detailhandel- en horecapanden in te vullen met verblijfsrecreatie. Deze regeling was bedoeld om bij te dragen aan de leefbaarheid en de aantrekkelijkheid van deze centrumgebieden. De binnenplanse afwijkingsmogelijkheid was alleen opgenomen in de bestemming 'Gemengd'.
Maar de regeling doet geen recht aan de resultaten van het onderzoek 'Leefbaarheid en Toerisme'. Uit dit onderzoek blijkt namelijk dat er, met name in de kustkernen, geen (gezond) evenwicht meer is tussen verblijfsrecreatie en de leefbaarheid. Dit wordt onder meer veroorzaakt door een opeenstapeling van geldende planologische regelingen die meer verblijfsrecreatie mogelijk maken. Deze regeling is er daar één van. Zo stelt de regeling géén maximum aan het aantal verblijfsrecreatieve eenheden. Daarmee kan het aantal verblijfsrecreatieve eenheden vrijwel onbeperkt toenemen. De ervaring heeft geleerd dat dit de afgelopen jaren ook is gebeurd.
Het uitgangspunt was invulling geven aan leegstaande bovenverdiepingen door middel van het toevoegen van één of maximaal twee verblijfsrecreatieve eenheden. De laatste jaren is gebleken dat gebouwen maximaal worden vergroot. Niet uitsluitend voor de detailhandels- of horecafunctie, maar om zo veel mogelijk verblijfsrecreatieve eenheden te kunnen realiseren. Dat heeft geleid tot de conclusie dat de regeling zijn doel voorbij schiet en de leefbaarheid (verder) onder druk zet. Want het gebruik van de regeling lijkt niet langer te voldoen aan het oorspronkelijke doel: ondersteuning van de leidende horeca- of detailhandelsfunctie en bevorderen van de leefbaarheid.
Het uitgangspunt van het voorbereidingsbesluit was dat voor de periode dat het voorbereidingsbesluit geldt geen invulling meer wordt gegeven aan de binnenplanse afwijkingsmogelijkheid. Het Bestemmingsplan+ voorziet in een aangescherpte regeling (zie 4.2 Systematiek).
2.2.2 Cultuurhistorisch waardevolle panden
Op 1 oktober 2015 stelde de gemeente de structuurvisie 'Cultuurhistorie Gemeente Veere 2015' vast. Het doel van deze structuurvisie was om cultuurhistorisch erfgoed te behouden, beschermen en versterken. Onderdeel van de structuurvisie is een gemeentelijke inventarisatie van historisch waardevolle boerderijen en gebouwen. Op 6 juli 2017 stelde de gemeente een geactualiseerde gemeentelijke inventarisatie vast voor de cultuurhistorische waardevolle panden (zie Bijlage 3).
De cultuurhistorisch waardevolle panden die liggen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Buitengebied' en de daarbij behorende herzieningen hebben inmiddels een planologische bescherming gekregen via een specifieke bouwaanduiding. De cultuurhistorisch waardevolle panden die liggen in de plangebieden van de komplannen zijn niet planologisch beschermd. Dit betekent dat de eigenaren deze cultuurhistorisch waardevolle panden (gedeeltelijk) kunnen slopen of veranderen op een wijze die afbreuk doet aan de cultuurhistorische waarde. Daarmee verdwijnt mogelijk het gemeentelijke (beeldbepalende) cultuurhistorisch erfgoed. Om dit te voorkomen nam de gemeenteraad op 11 februari 2021 en 10 februari 2022 een voorbereidingsbesluit voor het behoud en de bescherming van de cultuurhistorisch waardevolle panden in de kernen. De gemeente wil via een juridisch-planologische regeling cultuurhistorische waardevolle panden ook in de kernen te behouden en te beschermen. Het Bestemmingsplan+ voorziet, via een vergelijkbare regeling als die geldt voor het buitengebied, in deze bescherming (artikel 43.8) van de planregels).
2.2.3 Woningsplitsing
Binnen de geldende bestemmingsplannen is op verschillende manieren de bouwwijze en het aantal woningen geregeld. Hierbij is gebleken dat het aantal woningen niet altijd is vastgelegd. Het komt voor dat er woningen (kunnen) worden toegevoegd op locaties die daarvoor vanuit ruimtelijk oogpunt minder geschikt of wenselijk zijn. Dit kan om ruimtelijke of stedenbouwkundige redenen zijn, maar het leidt ook tot het verliezen van grip en sturing op de groei van de woningvoorraad. Het aantal woningen dat de gemeente aan de woningvoorraad kan toevoegen is beperkt, waardoor er zorgvuldig met de beschikbare bouwmogelijkheden omgegaan moet worden.
Om die reden nam de gemeenteraad op 11 februari 2021 en 10 februari 2022 een voorbereidingsbesluit om het onbedoeld toevoegen van woningen in de kernen tegen te gaan. Het is nu niet langer toegestaan woningen toe te voegen door bestaande gebouwen te splitsen of kavels te splitsen en hierop één of meerdere woningen bij te bouwen. Ook hier wordt de regeling in het Bestemmingsplan+ aangescherpt.
2.3 Kamerverhuur En Domburgse Zomerwoningen
Het is al jaren gebruikelijk dat in de gemeente Veere in een woning één of meer kamers worden verhuurd aan toeristen. Ooit begonnen als een aanvulling op het inkomen, is dit inmiddels uitgegroeid tot een commerciële activiteit met een flinke impact op de fysieke leefomgeving en de leefbaarheid. Denk aan parkeerproblematiek in de woonstraten, (brand)veilig gebruik van woningen, enzovoorts. Daarom heeft de gemeenteraad in op 11 februari 2021 en 10 februari 2022 besloten dat recreatieve kamerverhuur in woningen vergunningplichtig moet worden. In woningen moet in hoofdzaak gewoond worden. Aan een vergunning voor recreatieve kamerverhuur zijn dan ook voorwaarden verbonden. De regeling die een vergunningplicht inhoudt, is opgenomen in het Bestemmingsplan+.
Het vorenstaande geldt tevens voor de realisatie en het gebruik van de zogenaamde 'Domburgse zomerwoningen'. Er is dan ook voor gekozen om ook het gebruik van een bijgebouw ten behoeve van recreatief nachtverblijf te koppelen aan een omgevingsvergunning.
2.4 Relatie Met De Huisvestingsverordening Tweede Woningen
Het bestemmingsplan is een juridisch bindend document voor zowel de overheid als burgers en bedrijven, waarin de gebruiks- en de bouwmogelijkheden voor een gebied worden vastgelegd. In dit geval omvat het bestemmingsplan bijna de volledige kernen van de gemeente Veere. Een bestemming geeft letterlijk een bestemming aan de in het plan aangewezen gronden en in verband met die toegewezen bestemming worden regels opgenomen over het bouwen op die gronden en gebruik van zowel de gronden als de gebouwen en bouwwerken daarop.
Als het bestemmingsplan aan gronden de bestemming 'Wonen' geeft, kan dus in de regels worden teruggelezen wat 'wonen' inhoudt. Dit gebeurt door de combinatie te bezien van de bestemmingsomschrijving die wordt gegeven binnen de bestemming 'Wonen' en de begripsbepalingen. De bestemming hier bepaalt dat gronden met de bestemming 'Wonen', onder meer, zijn bestemd voor wonen.
De afgelopen jaren is het aankopen van een tweede woning om vakanties of weekenden door te brengen ook financieel aantrekkelijk. Veel mensen hebben daarom een tweede woning in Veere gekocht. Woningen in de gemeente Veere zijn schaars. De vraag naar een passende woning is hoger dan het aanbod. Veel Veerse inwoners kunnen hierdoor geen passende woning in onze gemeente kopen. Deze disbalans wordt mede veroorzaakt door het hoog aantal bestaande tweede woningen maar ook door de nog altijd hoge vraag naar een tweede woning in de gemeente. Om de negatieve effecten van het tweede woningbezit te beperken werkt de gemeente Veere met een Huisvestingsverordening. Hierin regelt Gemeente Veere tegen welke voorwaarden én waar in de gemeente het gebruik van een huis als tweede woning is toegestaan. Zo regelt onze Huisvestingsverordening tweede woningen 2023 onder meer dat de woonruimten van de kernen Aagtekerke, Biggekerke, Domburg, Gapinge, Grijpskerke, Koudekerke, Meliskerke, Oostkapelle, Serooskerke, Veere, Vrouwenpolder, Westkapelle en Zoutelande, (dus de kernen waarvoor ook onderhavig bestemmingsplan geldt) voor zover deze zijn aangegeven op de bij de verordening behorende kaarten alleen als tweede woning gebruikt mogen worden als de eigenaar of eigenaren hiervoor een vergunning hebben verkregen van het college van burgemeester en wethouders.
Onderhavig bestemmingsplan bepaalt dus dat er permanent gewoond moet worden in woningen met de bestemming 'Wonen' tenzij:
- 1. de betreffende woning is gelegen buiten het werkingsgebied van de Huisvestingsverordening tweede woningen 2023 of diens rechtsopvolger(s);
- 2. of een vergunning is of wordt verkregen van het college van burgemeester en wethouders om de betreffende woning als tweede woning te gebruiken;
- 3. de overgangsregeling van de Huisvestingsverordening tweede woningen 2023 of diens rechtsopvolger(s) van kracht is.
Zo werken het bestemmingsplan en de Huisvestingsverordening samen om het tweede woninggebruik terug te dringen. Het wel of niet hebben of verkrijgen van toestemming om de betreffende woning als tweede woning te mogen gebruiken, is of wordt dus niet bepaald door het bestemmingsplan, maar door de Huisvestingsverordening.
Hoewel zowel het bestemmingsplan als de Huisvestingsverordening door de gemeenteraad worden vastgesteld, zijn het afzonderlijke besluiten met een eigen procedure en geldigheidsduur. De algemene regeling wordt dus gevormd door het bestemmingsplan, de Huisvestingsverordening tweede woningen vormt de uitzonderingsbepaling. Een besluit tot wijziging van het bestemmingsplan wijzigt niet de Huisvestingsverordening en ook omgekeerd brengt een wijziging van het bestemmingsplan geen verandering van de Huisvestingsverordening met zich mee.
2.5 (Gebruik Van) Woningen, Tweede Woningen En Recreatiewoningen
Gebleken is dat de begrippen woning, tweede woning en recreatiewoning niet voor een ieder duidelijk zijn, waardoor ook het gebruik van de verschillende woningen voor verwarring zorgt. In deze paragraaf wordt het verschil tussen de woningen, en het daarmee samenhangende gebruik, uiteengezet.
Een woning met een bestemming 'Wonen' is bedoeld voor de permanente huisvesting van één huishouden. De bewoners gebruiken de woning als hoofdverblijf. Bij het begrip hoofdverblijf gaat het over de vraag wat de centrale levensplaats (persoonlijk en economisch) is. Met andere woorden; waar wordt gewoond en waar wordt de meeste tijd doorgebracht en speelt het dagelijks leven zich af. Dit is normaal gesproken de plek van inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP).
- Een woning moet permanent bewoond worden, mag niet als tweede woning worden gebruikt (tenzij gelegen buiten het werkingsgebied van de Huisvestingsverordening, beschikt wordt over een vergunning van het college van burgemeester en wethouders of de woning onder de overgangsregeling van de Huisvestingsverordening valt) en mag niet als recreatiewoning worden gebruikt.
Een tweede woning is een woning met de bestemming 'Wonen', dus die bedoeld is voor permanente bewoning, maar door de eigenaar (die ergens anders het hoofdverblijf heeft) voor eigen recreatief gebruik wordt ingezet.
- Een tweede woning mag wel permanent worden bewoond, maar mag niet recreatief verhuurd worden. Ook in de huidige situatie, dus onder de geldende komplannen, mag een tweede woning niet gebruikt worden voor het aanbieden van recreatief nachtverblijf. Het aanbieden van een woning voor recreatief nachtverblijf (als recreatiewoning) is, en blijft, in strijd met de bestemming 'Wonen'.
Een recreatiewoning heeft een bestemming 'Recreatie-Verblijfsrecreatie', een andere bestemming die gecombineerd wordt met een aanduiding 'verblijfsrecreatie' of er is een vergunning verleend, bijvoorbeeld voor verblijfsrecreatie boven horeca en/of detailhandel. In een recreatiewoning brengt men zijn vrije tijd en/of vakanties door. Het hoofdverblijf heeft men ergens anders. Een eigenaar van een recreatiewoning mag die in beginsel zelf gebruiken, maar mag (of moet) deze ook commercieel verhuren zodat anderen hier vakantie in kunnen vieren.
- In een recreatiewoning mag niet permanent bewoond worden en er is géén kamerverhuur of recreatieve verhuur van een aan-, uit- of bijgebouw toegestaan.
Hoofdstuk 3 Kwaliteit Van De Leefomgeving
De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling wordt dan ook onderzocht welke omgevings- en milieuaspecten daarbij een rol (kunnen) spelen. Het is van belang om milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden van milieugevoelige functies zoals wonen. Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.
Bij het vaststellen van bestemmingsplannen hoort daarom een onderbouwing op basis waarvan het vaststellen van de bestemmingen gerechtvaardigd is. In het geval van ontwikkelplannen worden alle omgevingsaspecten beoordeeld. In dit geval is er geen sprake van een ontwikkelplan. Het plan is consoliderend van aard, de bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn vergelijkbaar met nu geldende planregelingen. Het onderbouwen of onderzoeken van alle milieuaspecten is daarom in dit geval niet noodzakelijk. Het bestemmingsplan voorziet uitsluitend in kleinschalige, ondergeschikte wijzigingen zonder of met een kleine ruimtelijke impact.
Daarnaast is een aantal ontwikkelingen opgenomen waarvan in eerdere planvorming of een eerder doorlopen ruimtelijke procedure al onderzoek naar eventuele effecten op aanwezige waarden en het woon- en leefklimaat heeft plaatsgevonden. Daarbij is geoordeeld dat er geen onevenredige aantasting daarvan plaatsvindt. Hier kan bijvoorbeeld gedacht worden aan ontwikkelingen als het bestemmingsplan Herontwikkeling Singelgebied te Domburg of de herontwikkeling van de voormalige Rabobank-locatie aan de Langendam te Zoutelande, waarbij een appartementengebouw op een commerciële plint is gerealiseerd.
Voor de waterhuishoudkundige aspecten is dezelfde redenering van toepassing als hiervoor beschreven. In het kader van de watertoets wordt het voorontwerp bestemmingsplan voor reactie toegezonden aan het waterschap Scheldestromen. In artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening is specifiek voorgeschreven dat een beschrijving van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding nodig is. Gelet op het vorenstaande kan worden gesteld dat er geen gevolgen voor de waterhuishouding zijn anders dan reeds in de vastgestelde plannen is opgenomen. Ook hier geldt dat een zelfstandige watertoets onderdeel uitmaakte van de ontwikkelplannen en verdere toetsing niet noodzakelijk is.
Hoofdstuk 4 Juridische Planbeschrijving
4.1 Inleiding
In de Wet ruimtelijke ordening met het bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening heeft het bestemmingsplan een belangrijke rol als normstellend instrument voor het ruimtelijk beleid van de gemeente, provincies en het rijk. In de ministeriële 'Regeling standaarden ruimtelijke ordening' hierna (Rsro) is vastgelegd dat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (hierna SVBP 2012) de norm is voor de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen, die tot doel heeft om te komen tot een geüniformeerde en gestandaardiseerde opzet van bestemmingsplannen in Nederland. Deze methodiek is onverkort gevolgd. Het bestemmingsplan is daarbij tevens digitaal vervaardigd en is daarom ook digitaal raadpleegbaar via internet.
Naast het feit dat de bestemmingen, aanduidingen en weergave van de verbeelding gestandaardiseerd zijn, vloeit de redactie van de regels ten aanzien van het overgangsrecht en de anti-dubbeltelbepaling rechtstreeks voort uit het Besluit ruimtelijke ordening. De beleidsmatige inhoud van het bestemmingsplan is niet gestandaardiseerd. De gemeente behoudt haar vrijheid ten aanzien van de inhoud en vormgeving aangaande de toelichting.
4.2 Systematiek
Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter. De mogelijkheden die de vorige bestemmingsplannen boden, zijn in beginsel overgenomen. Echter is een aantal (vergunde) ontwikkelingen opgenomen die niet eerder door een afwijking of een andere procedure in het bestemmingsplan zijn verwerkt (zie paragraaf 1.3 Geldenderuimtelijke besluiten). Het is niet de bedoeling om bestaande ontwikkelingsmogelijkheden weg te bestemmen, met uitzondering van sommige ontwikkelingen op verblijfsrecreatief gebied en de mogelijkheid woningen of kavels zonder meer te splitsen.
Wel zijn de (algemene) wijzigingsregels komen te vervallen. Onder de Omgevingswet verdwijnt de wijzigingsbevoegdheid uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Er komt in de Omgevingswet een algemene delegatiemogelijkheid voor de gemeenteraad om burgemeester en wethouders de bevoegdheid te geven om delen van het omgevingsplan te wijzigen. De gemeenteraad kan op basis van de Omgevingswet een delegatiebesluit nemen waarmee burgemeester en wethouders de bevoegdheid krijgen om delen van het omgevingsplan te wijzigen. Hiermee kan in beginsel hetzelfde worden bewerkstelligd als met de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan onder de Wro. Een delegatiebesluit maakt geen onderdeel uitmaakt van een omgevingsplan.
In dit bestemmingsplan is ervoor gekozen om zoveel mogelijk regels te veralgemeniseren en samen te bundelen. Om die reden zijn een aantal regels verplaatst vanuit de bestemmingsregels naar de algemene regels. Het gaat dan met name om de bouw- en gebruiksregels. Deze regels worden wel in elke bestemmingsregel van toepassing verklaard voor de volledigheid en leesbaarheid van de bestemmingsregel. Eventueel aanvullende regels, naast de algemene regels, zijn opgesomd in de betreffende bestemming. Hierdoor blijven de bestemmingen overzichtelijk en leesbaar. Bij de opzet van deze regels is een alfabetische volgorde gehanteerd net als een standaardvolgorde zoals opgenomen in SVBP2012.
- Bestemmingsomschrijving: in dit onderdeel wordt de materiële inhoud van de bestemming aangegeven. Dit houdt in dat de functies die binnen de bestemming 'als recht' zijn toegestaan. De bestemmingsomschrijving vormt de eerste 'toets-steen' voor bouwactiviteiten en gebruiksvormen. Indien nodig, vanwege de hoeveelheid specifieke functies, is in de bestemmingsregel een aparte opsomming gemaakt van de specifieke aanduidingen die voor komen.
- Bouwregels: in dit onderdeel wordt verwezen naar de betreffende artikel(en) uit de algemene regels. Daarnaast kunnen aanvullende regels gelden die niet voor elke bestemming van toepassing zijn.
- Afwijken van de bouwregels: in dit onderdeel wordt verwezen naar de betreffende artikel(en) uit de algemene regels. Aanvullende afwijkingen ten behoeve van de bestemming is in dit deel van de regels opgenomen.
- Specifieke gebruiksregels: in dit onderdeel wordt verwezen naar de betreffende artikel(en) uit de algemene regels. in dit onderdeel wordt aanvullend ten opzichte van de bestemmingsomschrijving, specifiek bepaald welke functies al dan niet specifiek zijn toegestaan.
- Afwijken van de gebruiksregels: in dit onderdeel wordt verwezen naar de betreffende artikel(en) uit de algemene regels. Aanvullende afwijkingen ten behoeve van de bestemming is in dit deel van de regels opgenomen.
- Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden: Voor zover nodig zijn hierin de regels opgenomen voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, voorzien van uitzonderingsregels en criteria.
In dit bestemmingsplan zijn zoveel mogelijk hoofdgroepen van bestemmingen opgenomen. Een aantal bestemmingen zijn specifiek gemaakt en gesplitst. Het gaat om de bestemming 'Gemengd' (1 t/m 10), de bestemming 'Recreatie' (dagrecreatie, verblijfsrecreatie 1, 2 en 3) en 'Overig' (Overig - Schuur). In totaal zijn er 30 enkelbestemmingen waarvan 10 bestemmingen onder de hoofdgroep 'Gemengd' vallen.
Verder is de begrenzing van verschillende kernen gewijzigd door het opnemen van ontwikkelingen aan de randen van de kernen. Een aantal ontwikkelingen is expliciet niet opgenomen (zie 1.2 Plangebied entoepassingsbereik). Echter maken deze wel deel uit van de betreffende kern.
4.3 Verbeelding
De verbeelding geeft de bestemmingen weer. Binnen de bestemmingsvlakken kunnen bouwvlakken, bouw-, gebieds-, functie-, en maatvoeringsaanduidingen aangegeven worden, waarbinnen een aantal specifieke bouwregels en functies kunnen worden aangegeven. Deze hebben juridische betekenis, omdat daar in de regels naar wordt verwezen. De topografische ondergrond die gebruikt is als basis voor de verbeelding heeft geen juridische status.
4.4 Regels
De regels bevatten bepalingen over het gebruik van de gronden, over de toegelaten bebouwing en bepalingen betreffende het gebruik van op te richten bouwwerken. De regels zijn, conform de wettelijk verplicht gestelde SVBP 2012, onderverdeeld in vier hoofdstukken:
- Hoofdstuk 1 Inleidende regels
- Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
- Hoofdstuk 3 Algemene regels
- Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
De inhoudelijke opgave voor dit bestemmingsplan ten aanzien van de regels omvat:
- Verblijfsrecreatie boven horeca en detailhandel: het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning verblijfsrecreatie toelaten boven horeca en detailhandel onder een aantal voorwaarden. Deze mogelijkheid bestaat, net als in de bestaande situatie, alleen bij de bestemming Gemengd en is gekoppeld aan een detailhandels- of horecafunctie op de begane grond.
- Cultuurhistorisch waardevolle panden: de cultuurhistorisch waardevolle panden en boerderijen, afkomstig uit de geactualiseerde gemeentelijke structuurvisie, hebben de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol' gekregen. Met deze nieuwe regeling worden de cultuurhistorische waarden behouden en beschermd.
- Aantal (bedrijfs)woningen: via de algemene regels is opgenomen dat per bouwperceel 1 woning is toegestaan tenzij er een aanduiding 'maximum aantal woningen' is opgenomen. Voor bedrijfswoningen geldt dat per bedrijf ten hoogte één bedrijfswoning is toegestaan. De aanduiding 'bedrijfswoning' in bepaalde bestemmingsplannen is vervallen. Wel is op een aantal locaties een bedrijfswoning uitgesloten. De toelaatbaarheid en noodzakelijkheid van een bedrijfswoning is geregeld in de begripsomschrijving.
- Verenigingsgebouwen: er zijn specifieke bepalingen opgenomen voor verenigingsgebouwen, met daarbij passende gebruiksmogelijkheden.
- Parkeerregeling: vanaf 1 juli 2018 zijn de stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening (waaronder de parkeerverplichting) vervallen en moeten deze in een bestemmingsplan worden opgenomen. Eén van de gevolgen daarvan is, dat er vanaf dat moment bij het verlenen van een omgevingsvergunning niet meer op basis van de bouwverordening eisen gesteld kunnen worden aan de realisatie van parkeerplaatsen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen (bouwen en gebruikswijzigingen) is het van belang dat er voldoende parkeergelegenheid is voor de gebruiker en bezoeker en om overlast te voorkomen. Een algemene en flexibele parkeerregeling, zoals opgenomen in dit bestemmingsplan, borgt dit.
- Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten: de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn direct, onder voorwaarden, toegestaan in een (bedrijfs)woning en/of bijbehorend bouwwerk. Een Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is gewijzigd en opgenomen. Kamerverhuur is hierbij expliciet uitgesloten, want hiervoor is een aparte regeling opgenomen, gebaseerd op het door de gemeenteraad vastgestelde beleid.
- Kamerverhuur: recreatieve kamerverhuur is voorbehouden aan panden met een woonbestemming, die permanent worden bewoond. Hierbij is zowel de oppervlakte als het aantal kamers beperkt. Daarbij is ook een regeling opgenomen ten aanzien van de beschikbaarheid van parkeerplaatsen.
- Domburgse zomerwoning: het aanbieden van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf is onder vrijwel dezelfde voorwaarden als in de komplannen mogelijk, maar dit is wel verbonden aan het verkrijgen van een omgevingsvergunning.
- Overschrijding bouwgrenzen voor balkons: met een omgevingsvergunning kan, onder voorwaarden, van de bouwgrenzen (niet zijnde bestemmingsgrenzen) worden afgeweken voor het realiseren van een balkon.
- Bijbehorende bouwwerken op 1 meter achter de voorgevel: voor bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij (bedrijfs)woningen geldt in de algemene bouwregels dat de voorgevel van deze bouwwerken ten minste 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd moet worden. Met een omgevingsvergunning kan hiervan worden afgeweken tot 1 meter achter de voorgevel.
- Ondergronds bouwen: in de algemene bouwregels is ondergronds bouwen opgenomen. Het is echter uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, onder de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen. Hiervan kan onder voorwaarden van worden afgeweken, waarbij buiten de grenzen van een bestaand gebouw gebouwd kan worden.
- Begripsbepalingen: toevoegen en wijzigen van verschillende begripsbepalingen (zoals winkelvloeroppervlakte in plaats van verkoopvloeroppervlakte).
- Bij de bestemming behorende voorzieningen: in de bestemmingsregels is een eenduidige en algemene omschrijving van de bij de bestemming behorende voorzieningen opgenomen: bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen, erven en tuinen. Per bestemming is indien nodig hierop een aanvulling gegeven.
Verder kleine omissies zoals het schrappen en/of wijzigen van tekstuele passages en woorden als 'tevens' en 'uitsluitend'. Een aantal functieaanduidingen zijn samengevoegd en/of is de terminologie gewijzigd. Een voorbeeld hiervan zijn de aanduidingen 'aannemer' en 'aannemersbedrijf' en 'autobedrijf' en 'autogarage'. De functieaanduiding 'speelvoorziening' is gewijzigd in 'speeltuin' omdat het gaat om een afgesloten ruimte.
4.4.1 Inleidende regels
De inleidende regels omvatten de begripsbepalingen en de bepalingen omtrent de wijze van meten. De begripsbepalingen geven de definities over de in de regels gehanteerde begrippen met betrekking tot bouwen en functies. De wijze van meten geeft uitsluitsel over de wijze waarop afstanden, hoogtes, oppervlakte etc. moeten worden gemeten.
4.4.2 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Financiële Uitvoerbaarheid
Voor bouwplannen zoals die zijn aangewezen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het uitgangspunt dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt. Van de verplichting een exploitatieplan vast te stellen kan onder andere worden afgeweken als het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door een anterieure overeenkomst of doordat de verplicht te verhalen kosten zijn verdisconteerd in de grondprijs.
Omdat het voorliggende plan niet voorziet in een (of meer) bouwplan(nen) als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wro, hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld. Er zijn immers geen concrete initiatieven die met dit plan worden geregeld. Behoudens plankosten, zijn er aan dit consoliderend bestemmingsplan geen kosten verbonden. De kosten die samenhangen met dit bestemmingsplan komen voor rekening van de gemeente Veere.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Vooroverleg
Vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is voor dit plan van toepassing. In het kader van dit bestuurlijke vooroverleg is het plan toegezonden aan:
- provincie Zeeland;
- Rijkswaterstaat;
- Staatsbosbeheer,
- Waterschap Scheldestromen;
- Veiligheidsregio Zeeland;
- Gasunie;
- DNWG;
- Walcherse Archeologische Dienst (WAD);
- ZLTO;
- Stichting Duinbehoud;
- Stichting het Zeeuws Landschap;
- De Zeeuwse Molen;
- GGD;
- de stads- en dorpsraden, de FOV en de ondernemersverenigingen.
De ingekomen overlegreacties zijn samengevat en beantwoord in een Nota inspraak en vooroverleg, welke als Bijlage 5 bij deze toelichting is toegevoegd.
Ter inzage legging voorontwerpbestemmingsplan
Conform de Wet ruimtelijke ordening is het niet verplicht om een inspraakprocedure te volgen. De gemeente is vrij om toch inspraak te verlenen. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 22 december 2022 voor een periode van 6 weken (dus tot en met 1 februari 2023) ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn zijn ook vijf informatieavonden georganiseerd. Een ieder is in deze periode in de gelegenheid gesteld een inspraakreactie in te dienen. De ingekomen inspraakreacties zijn samengevat en beantwoord in een Nota inspraak en vooroverleg, welke als Bijlage 5 bij deze toelichting is toegevoegd.
Ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan
Gelet op het bepaalde in artikel 3.8 Wro in combinatie met afdeling 3.4 Awb wordt een ontwerpbestemmingsplan, na voorafgaande bekendmaking, gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Een ieder is dan in de gelegenheid zijn of haar zienswijze mondeling of schriftelijk kenbaar te maken bij de gemeenteraad. Vaststelling van het bestemmingsplan, al dan niet in gewijzigde vorm, gebeurt met inachtneming van de ingediende zienswijzen.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft na voorafgaande bekendmaking gedurende 6 weken, van 21 december 2023 tot en met 31 januari 2024, ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn zijn ook vijf informatieavonden georganiseerd. Hierbij is een ieder de mogelijkheid geboden om zienswijzen in te dienen. Binnen de genoemde termijn zijn 72 zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in een zienswijzennota, welke als Bijlage 6 bij deze toelichting is toegevoegd. De ingediende zienswijzen zijn opgedeeld in:
- a. Individueel: zienswijzen met op perceelniveau verzoeken om aanpassing van de bestemming.
- b. Algemeen: zienswijzen die relatie hebben met geldende beleid, specifiek de bestemming 'Wonen'.
Bijlage 1 Overzicht Geldende Ruimtelijke Besluiten
Bijlage 1 Overzicht geldende ruimtelijke besluiten
Bijlage 2 Inventarisatie Aanpassingen
Bijlage 2 Inventarisatie aanpassingen
Bijlage 3 Cultuurhistorische Waardevolle Panden
Bijlage 3 Cultuurhistorische waardevolle panden
Bijlage 4 Kadernotitie Detailhandel En Horeca
Bijlage 4 Kadernotitie detailhandel en horeca