Binnenhavens
Bestemmingsplan - Gemeente Vlissingen
Vastgesteld op 01-04-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
Het bestemmingsplan Binnenhavens van de gemeente Vlissingen.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0718.BPBH01-VG01 met de bijbehorende regels.
1.3 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of een figuur waarmee gronden zijn aangeduid waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft.
1.5 antennedrager
Een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.6 antenne-installatie
Een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.7 archeologisch deskundige
de Walcherse Archeologische Dienst (WAD) of een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie.
1.8 archeologisch onderzoek
onderzoek, verricht door of namens een dienst of instelling, die over een opgravingsvergunning beschikt.
1.9 archeologische waarden
de aan een gebied toegekende waarden dan wel de aan een gebied toegekende hoge of middelhoge waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.10 bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.11 bedrijf
Een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, opslaan, herstellen, installeren of inzamelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel ondergeschikt daaraan detailhandel plaatsvindt, uitsluitend als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.12 bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.13 bedrijfsvloeroppervlak (bvo)
De totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.14 bestaande maten
Afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.15 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.16 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.17 bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.18 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.19 bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.20 bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke hoogte, of bij benadering gelijke hoogte, liggende vloeren of balklagen is begrensd, en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is, met uitsluiting van vertrekken in de kap, dakopbouw en/of zolder en onder de begane grondvloer, zoals een kelder, souterrain en onderbouw.
1.21 bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.22 bouwperceelsgrens
Een grens van een bouwperceel.
1.23 bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.24 bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.25 consumentenvuurwerk
Vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.26 cultuur en ontspanning
Voorzieningen en instellingen, al dan niet bedrijfsmatig, gericht op kunst, cultuur, beschaving, ontspanning en vermaak, niet zijnde seksinrichtingen en prostitutie.
1.27 cultuurhistorische waarde
de aan een object, gebouw, terrein, gebied of structuur toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
1.28 detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, aan personen, die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.29 dienstverlening
Het bedrijfsmatig aanbieden en verlenen van diensten, nader te onderscheiden in:
1.30 dovel gevel
Een bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een karakteristieke geluidswering - conform NEN5077 - die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB (ingeval van wegverkeerslawaai) en 35 dB(A) (ingeval van industrielawaai), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij wijze van uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte, zoals omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
1.31 gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.32 geluidgevoelige objecten
Woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
1.33 geluidhinderlijke inrichtingen
Bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
1.34 horeca
Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, nader te onderscheiden in:
- a. lichte horeca, categorie 1a, aan detailhandel verwante horeca: horecabedrijf van relatief beperkte omvang, dat zich met name richt op het winkelend publiek en openingstijden hanteert, die aansluiten op de openingstijden van de detailhandelsbedrijven en die bestaan uit het aanbieden en verstrekken van geringe etenswaren, kleinere maaltijden en dranken, een bezorg- en afhaalservice daaronder begrepen;
- b. lichte horeca, categorie 1b, overige aan de detailhandel verwante horeca: horecabedrijf van relatief beperkte omvang, dat zich in mindere mate richt op het winkelend publiek en als regel ruimere openingstijden hanteert dan aan detailhandel verwante horeca (categorie 1a) en die bestaan uit het aanbieden en verstrekken van geringe etenswaren, kleinere maaltijden en dranken, een bezorg- en afhaalservice daaronder begrepen;
- c. lichte horeca, categorie 1c, maaltijd- en logiesverstrekkende horeca: horecabedrijf, gericht op het in hoofdzaak aanbieden en verstrekken van volwaardige maaltijden voor consumptie ter plaatse, een bezorg- en afhaalservice daaronder begrepen, en het aanbieden van nachtverblijf al dan niet met congres- en vergaderaccommodatie;
- d. middelzware horeca, categorie 2, drankenverstrekkende horeca: horecabedrijf van relatief beperkte omvang, gericht op het in hoofdzaak aanbieden en verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse en het, ondergeschikt daaraan verstrekken van geringe etenswaren en kleine maaltijden;
- e. zware horeca, categorie 3, vermaakaanbiedende horeca: horecabedrijf van grote omvang, gericht op het structureel aanbieden van grootschalige feest-, muziek- en dansevenementen, die door hun aard en omvang grote aantallen bezoekers trekken.
1.35 jachthaven
Een haven met de daarbij behorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen en/of afgemeerd houden van pleziervaartuigen, daaronder tevens begrepen recreatief nachtgebruik.
1.36 kantoor
Een gebouw of gedeelte van een gebouw, dat, blijkens haar aard, indeling en inrichting kennelijk dient voor het bedrijfsmatig aanbieden en uitoefenen van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden zonder of met een sterk ondergeschikte baliefunctie, waaronder congres- en vergaderaccommodatie.
1.37 maatschappelijke voorzieningen
Voorzieningen en instellingen, gericht op het aanbieden en uitoefenen van activiteiten, met betrekking tot onderwijs, openbare orde en veiligheid, sociale, maatschappelijke en openbare dienstverlening en kinderopvang.
1.38 monumentencommissie
de gemeentelijke monumentencommissie als bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet.
1.39 nutsvoorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.40 ondergeschikte detailhandel
detailhandel, waarbij de detailhandelsactiviteit een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit, maar daaraan duidelijk ondergeschikt is.
1.41 ondersteunende horeca
Horeca, waarbij de horeca-activiteit ondersteunend is aan de hoofdactiviteit, maar daaraan duidelijk ondergeschikt is.
1.42 ondergeschikte kantoren
Kantoren, waarbij het kantoor een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit, maar daaraan ondergeschikt is.
1.43 overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
1.44 peil
- a. Voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg (ter plaatse van de hoofdtoegang).
- b. In andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het op het tijdstip van vaststelling van het plan aansluitende maaiveld c.q. afgewerkte terrein ter plaatse.
1.45 productiegebonden detailhandel
detailhandelin goederen, die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.46 prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice.
1.47 risicovolle inrichting
Bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.48 seksinrichting
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden of gelegenheid wordt geboden voor prostitutie dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen.
1.49 voorgevel
De naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft van meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel, die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.50 watersport-, visserij en jachthavengebonden detailhandel
De verkoop van artikelen aan de uiteindelijke eindgebruiker, die uitsluitend betrekking hebben op en rechtstreeks verband houden met de watersport, de visserij en een jachthaven.
1.51 Staat van Bedrijfsactiviteiten
De Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.52 vliesgevel
Een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel van een gebouw met een geluidswerende functie ten behoeve van de betrokken gevel van het gebouw, waarbij de afstand tussen de vliesgevel en de gevel van het gebouw ten minste 0,5 m bedraagt.
1.53 windturbine
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand
De afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot de (bouw)perceelgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie
- a. Ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
- b. Ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 breedte, lengte of diepte van een bouwwerk
Tussen de bovengrondse buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren.
2.5 dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.6 goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructieonderdeel.
2.7 hoogte van een windturbine
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.8 oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd - 1
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de watersport met bijbehorende voorzieningen en bedrijvigheid, zoals een watersportservicecentrum, ondersteunende horeca, ondergeschikte kantoren, ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte vormen van cultuur en ontspanning;
- b. zelfstandige watersport,- visserij- en jachthavengebonden detailhandel;
- c. watersport gerelateerde verenigingen;
- d. voorzieningen, behorend bij een jachthaven, zoals een botenstalling, onderhoud, service, reparatie, onderzoek en ondergeschikte detailhandel, ondersteunende horeca en ondergeschikte kantoren;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens voor de bescherming en veiligstelling van de cultuurhistorische waarden van het desbetreffende bouwwerk;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens voor horeca uit categorie 1b en 1c ;
- g. verkeer in de vorm van wegen, parkeerterreinen, gebouwde parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en verblijfsgebied;
- h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, groen, windturbines, afvalverzamelvoorzieningen, reclame-uitingen, straatmeubilair en kunstuitingen.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
3.3 Nadere eisen
3.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 3.2.1 onder b, om een kleinere afstand van gebouw tot de bouwperceelsgrens toe te staan, mits het stedenbouwkundig beeld hierdoor niet wordt aangetast.
3.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. de volgende functies zijn niet toegestaan:
- 1. bedrijfswoningen;
- 2. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
- 3. risicovolle inrichting;
- 4. geluidhinderlijke inrichtingen;
- 5. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
- b. het is niet toegestaan onbebouwde gronden die zijn gelegen vóór de naar de weg gekeerde gevels van gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken voor de opslag van materialen en goederen.
- c. Het is niet toegestaan overige onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een hoogte van meer dan 3 m.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 om bedrijven toe te laten die voorkomen in maximaal categorieën t/m 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- 1. risicovolle inrichting zijn niet toegestaan;
- 2. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
- 3. geluidhinderlijke inrichtingen zijn niet toegestaan;
- 4. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
- 5. de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikt indien de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
3.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 4 Gemengd - 2
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': kade of havengebonden bedrijven, alsmede voor bedrijven, die overwegend diensten verlenen voor kade- en havengebonden bedrijven, voor zover deze voorkomen in ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': kade of havengebonden bedrijven, alsmede voor bedrijven die overwegend diensten verlenen voor kade- en havengebonden bedrijven, voor zover deze voorkomen in ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vismijn': tevens voor een vismijn;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens voor horeca uit categorie 1b en 1c ;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens voor kantoren;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens voor de bescherming en veiligstelling van de cultuurhistorische waarden van het desbetreffende bouwwerk;
- g. zelfstandige watersport,- visserij- en jachthavengebonden detailhandel;
- h. watersport gerelateerde verenigingen;
- i. verkeer in de vorm van wegen, parkeerterreinen, gebouwde parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en verblijfsgebied;
- j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ondergeschikte en productiegebonden detailhandell, ondersteunende horeca, ondergeschikte kantoren, ondergeschikte vormen van cultuur en ontspanning, , waterhuishoudkundige voorzieningen, groen, windturbines, afvalverzamelvoorzieningen, reclame-uitingen, straatmeubilair, beeldende kunst of kunstuitingen en gedenktekens.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
4.3 Nadere eisen
4.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 4.2.1 onder b, om een kleinere afstand van gebouw tot de bouwperceelsgrens toe te staan, mits het stedenbouwkundig beeld hierdoor niet wordt aangetast.
4.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- 1. de volgende functies zijn niet toegestaan:
- a. bedrijfswoningen;
- b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
- c. risicovolle inrichting;
- d. geluidhinderlijke inrichtingen;
- e. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
- 2. het is niet toegestaan onbebouwde gronden die zijn gelegen vóór de voorgevel van gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken voor de opslag van materialen en goederen.
- 3. Het is niet toegestaan overige onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een hoogte van meer dan 4 m.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 5 Gemengd - 3
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. maatschappelijk in de vorm van onderwijs en onderzoek, niet zijnde theorielokalen;
- c. horeca uit ten hoogste categorie 1b en 1c;
- d. bedrijven, voor zover deze voorkomen in ten hoogste categorie 3.1 van de Staat vanBedrijfsactiviteiten;
- e. bedrijfswoningen;
- f. verkeer in de vorm van wegen, parkeerterreinen, gebouwde parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en verblijfsgebied;
- g. zelfstandige watersport,- visserij- en jachthavengebonden detailhandel;
- h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ondergeschikte detailhandel, productiegebonden detailhandel, ondersteunende horeca, ondergeschikte kantoren , ondergeschikte vormen van cultuur en ontspanning, watergerelateerde verenigingen, nutsvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, groen, windturbines, afvalverzamelvoorzieningen, reclame-uitingen, straatmeubilair, beeldende kunst of kunstuitingen en gedenktekens.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
5.3 Nadere eisen
5.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 5.2.1 onder b, om een kleinere afstand van gebouw tot de bouwperceelsgrens toe te staan, mits het stedenbouwkundig beeld hierdoor niet wordt aangetast.
5.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. de volgende functies zijn niet toegestaan:
- 1. tuinen bij bedrijfswoningen;
- 2. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
- 3. risicovolle inrichting;
- 4. geluidhinderlijke inrichtingen;
- 5. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
- b. het is niet toegestaan onbebouwde gronden die zijn gelegen vóór de naar de weg gekeerde gevels van gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken voor de opslag van materialen en goederen;
- c. het is niet toegestaan overige onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een hoogte van meer dan 2 m.
5.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 6 Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met ten hoogste 2 rijstroken;
- b. aan de bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen;
- c. andere bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeer- en verkeersvoorziening, opstel- en busstroken, groen, water, geluidwerende voorzieningen waterhuishoudkundige voorzieningen, afvalverzamelvoorzieningen, reclame-uitingen, straatmeubilair, beeldende kunst of kunstuitingen en gedenktekens.
6.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterwegen met de daarbij behorende waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. waterberging en waterhuishouding met de daarbij behorende waterhuishoudkundige voorzieningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'haven': tevens ligplaatsen ten dienste van de beroepsvaart met alle daarbij behorende dienstverlening en beheersvoorzieningen zoals kaden, loopbruggen, aanlegsteigers, reparatie- en servicevoorzieningen, botenliften-, kranen- en hellingen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven': tevens een jacht- en passantenhavens ten dienste van de recreatiescheepvaart met alle daarbij behorende dienstverlening en beheersvoorzieningen, zoals reparatie- en servicevoorzieningen, botenliften-, kranen- en hellingen;
- e. oevers, bermen, groen en beplanting;
- f. watersportgerelateerde verenigingen;
- g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals duikers, bruggen, sluizen, aanlegsteigers, voorzieningen voor taxi- en recreatief vervoer over water, verwijzingsborden en nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
7.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. ter plaatse van de aanduidingen 'jachthaven' bedraagt het totale aantal ligplaatsen ten hoogste 400.
Artikel 8 Waarde - Archeologie
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m.
- b. Ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) en dubbelbestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) en dubbelbestemming(en) geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige, waaruit blijkt, dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
- 2. niet is voldaan aan het bepaalde onder 1:
- de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 1 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige.
- c. Het hiervoor bepaalde is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 500 m²;
- 3. een bouwwerk, dat niet dieper wordt gebouwd dan 2,25 m.
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 9 Waterstaat - Waterkering
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden, zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen bestemd voor:
- a. bescherming en veiligstelling van de waterstaatkundige functie van de primaire en regionale waterkering;
- b. water en bijbehorende voorzieningen voor de waterhuishouding.
9.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. Op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m.
- b. Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
9.3 Afwijken van de bouwregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene Bouwregels
11.1 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
- a. Voor een bouwwerk, dat krachtens een bouwvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande maten afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, gelden die afwijkende maten als bepalingen voor de maatvoering, met dien verstande dat:
- 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
- b. In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
- c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
11.2 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt;
- b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
- c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
Artikel 12 Uitsluiting Aanvullende Werking Bouwverordening
De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
- a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen;
- b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. de ruimte tussen bouwwerken;
- d. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.
Artikel 13 Algemene Aanduidingsregels
13.1 Geluidszone - industrie
In aanvulling op het bepaalde in deze regels geldt voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone-industrie' dat het bouwen van nieuwe gebouwen met een geluidgevoelige bestemming uitsluitend is toegestaan indien de geluidbelasting vanwege het gezoneerde industrieterrein op de gevels van de betreffende gebouwen niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde Wet geluidhinder of een verkregen hogere waarde.
Artikel 14 Overschrijding Bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Artikel 15 Overige Regels
15.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotbepalingen
Artikel 16 Overgangsrecht
16.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
16.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 17 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Binnenhavens van de gemeente Vlissingen'.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Toelichting En Ingebonden Bijlagen
Bijlage 1 Toelichting en ingebonden bijlagen