In de regels van deze partiële herziening wordt verstaan onder:

het bestemmingsplan 'Partiële herziening bestemmingsplan Kenniswerf West' met identificatienummer NL.IMRO.0718.BPKW02-VG01 van de gemeente Vlissingen.

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0718.BPKW02-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

het bestemmingsplan Kenniswerf West’ met identificatienummer NL.IMRO.0718.BPKW01-VG01, zoals dat is vastgesteld door de gemeenteraad van Vlissingen op 27 juni 2013.

bedrijven, instellingen en / of instituten, die uitsluitend of in hoofdzaak hoogwaardig onderzoek verrichten en / of technologisch hoogwaardige producten, productiewijzen en/of processen ontwikkelen, onderzoeken, vervaardigen, testen, evalueren of anderszins bewerken of verwerken, met inbegrip van met deze activiteiten samenhangende advieswerkzaamheden.

Het bepaalde in artikel 2 Wijze van meten van het bestemmingsplan Kenniswerf West (NL.IMRO.0718.BPKO01-VG01) blijft onverkort van toepassing.

1. 1. Het bepaalde in artikel 3 Bedrijf van het bestemmingsplan Kenniswerf West (NL.IMRO.0718.BPKO01-VG01) blijft onverkort van toepassing, tenzij hierna anders bepaald.
2. 2. Voor de toepassing van dit plan worden de regels als volgt gewijzigd en aangevuld:
   1. a. tussengevoegd wordt in lid 3.1:

'b. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - 5’: tevens voor:

1. kennisintensieve bedrijven en kantoren;

2. woningen, uitsluitend in combinatie met een bedrijf als bedoeld onder 3.1 of met een kennisintensief bedrijf of kantoor, mits het bedrijfsvloeroppervlak van het bedrijf of kantoor ten minste 30% van de bebouwing omvat’;

1. a. de sub leden b t/m j in lid 3.1 worden vernummerd tot c t/m k;
2. b. toegevoegd wordt aan sub lid 3.2.1:

'f. in afwijking van het bepaalde onder a t/m e gelden de volgende bouwregels ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - 5’:

1. gebouwen met aan en- uitbouwen mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak, met dien verstande dat vrijstaande bijgebouwen niet zijn toegestaan;

2. de maximale bouwhoogte en het maximale bebouwingspercentage bedraagt ten hoogste het met de aanduiding ‘maximale bouwhoogte’ resp. ‘maximum bebouwingspercentage (%)’ aangegeven bouwhoogte respectievelijk bebouwingspercentage van het bouwperceel;

3. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 4 meter;

4. per bouwperceel mag ten hoogste één woning met bedrijfs- of kantoorruimte worden gebouwd, waarvan de inhoud van de woning ten hoogste 750 m3 mag bedragen;

5. de woning moet bouwkundig integraal en onlosmakelijk onderdeel uitmaken van de ruimte, waarin de bedrijfs- of kantooractiviteiten worden uitgeoefend;

6. de afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelgrenzen moet tenminste 5 meter bedragen;

7. de afstand van de gebouwen tot de openbare ruimte moet tenminste 3 meter bedragen’;

1. a. toegevoegd wordt aan artikel 3.4:

‘f. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - 5’ is de opslag van materialen en goederen op de onbebouwde gronden op een bouwperceel niet toegestaan’

1. a. tussengevoegd wordt - onder vernummering van de leden 3.3 t/m 3.5 tot 3.4 t/m 3.6 - lid 3.3.:

‘Afwijken bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

a. het bepaalde in sublid 3.2.1, onder 6, tot minimaal 3 meter;

b. het bepaalde in sublid 3.2.1, onder 7, tot minimaal 1 meter.'

Het bepaalde in artikel 6 Verkeer van het bestemmingsplan Kenniswerf West (NL.IMRO.0718.BPKO01-VG01) blijft onverkort van toepassing.

Het bepaalde in artikel 9 Waarde – Archeologie 1 van het bestemmingsplan Kenniswerf West (NL.IMRO.0718.BPKO01-VG01) blijft onverkort van toepassing.

Het bepaalde in artikel 11 Waterstaat van het bestemmingsplan Kenniswerf West (NL.IMRO.0718.BPKO01-VG01) blijft onverkort van toepassing.

Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Het bepaalde in artikel 16 Algemene aanduidingsregels (geluidzone - industrie) van het bestemmingsplan Kenniswerf West (NL.IMRO.0718.BPKO01-VG01) blijft onverkort van toepassing.

1. 1. Het bepaalde in artikel 18 Algemene wijzigingsregels van het bestemmingsplan Kenniswerf West (NL.IMRO.0718.BPKO01-VG01) blijft onverkort van toepassing, tenzij hierna anders bepaald.
2. 2. De algemene wijzigingsregels in het bestemmingsplan Kenniswerf West worden als volgt gewijzigd:

A. artikel 18.2.2 wetgevingszone - wijzigingsgebied 2 wordt gewijzigd en luidt als volgt:

‘1. het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, binnen de gebiedsaanduiding ‘wetgevingszone - wijzigingsgebied 2’ het plan wijzigen ten behoeve van:

a. kennisintensieve bedrijven en kantoren;

b. woningen, uitsluitend in combinatie met een bedrijf als bedoeld in artikel 3.1, onder a en b, van de regels van dit bestemmingsplan of met een kennisintensief bedrijf of kantoor;

c. studentenhuisvesting;

d. dienstverlening en kantoren;

e. maatschappelijke voorzieningen en instellingen en daaraan ondergeschikte en ondersteunende sport- en horecavoorzieningen en voorzieningen en instelling op het gebied van cultuur en ontspanning;

2. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld onder 1 vindt uitsluitend plaats met inachtneming van de navolgende voorwaarden:

a. het aantal wooneenheden voor studentenhuisvesting mag ten hoogste 100 bedragen;

b. de bouwregels in artikel 3.2.1, onder f, zijn van toepassing, met dien verstande, dat:

1. de bouwhoogte op de gronden in de bouwstrook, gemeten 70 meter in noordelijke richting vanuit de grens van deze partiële herziening aan de Prins Hendrikweg, mag ten hoogste 21 meter bedragen met accenten tot ten hoogste 28 meter over een oppervlakte van ten hoogste 50% van de bouwstrook;

2. vanaf de zuidzijde van de onder 2.b.1 omschreven bouwstrook over een lengte van 120 meter in noordelijke richting mag de bouwhoogte ten hoogste 14 meter bedragen;

3. buiten de onder 2.b.1 en 2.b.2 omschreven bouwstrook mag de bouwhoogte ten hoogste 12 meter bedragen;

4. de afstand van de gebouwen aan de zijde van het Kanaal door Walcheren bedraagt ten minste 5 meter uit de grens van het bouwperceel met de openbare ruimte;

5. de afstand van de gebouwen aan de zijde van de Prins Hendrikweg bedraagt ten minste 10 meter uit de grens van het bouwperceel met de openbare ruimte.

c. de opslag van materialen en goederen op de onbebouwde gronden op een bouwperceel niet toegestaan.

d. het uitvoeren van een windhinderonderzoek door een deskundig bureau is verplicht bij toepassing van een wijzigingsplan, dat voorziet in een bouwplan met een grotere hoogte dan 15 meter.

1. 1. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
   1. a. gedeeltelijk wordt vernieuwd of veranderd;
   2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag, waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2. 2. Burgemeester en wethouders kunnen éénmalig bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1, onder 1, voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 10.1, onder 1, met maximaal 10%.
3. 3. Het bepaalde in lid 10.1, onder 1, is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

1. 1. Het gebruik van gronden en bouwwerken, dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 10.2, onder 1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omgeving wordt verkleind.
3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in lid 10.2, onder 1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor een periode langer dan één jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4. 4. Het bepaalde in lid 10.2, onder 1, is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

1. 1. Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald onder de titel ‘Partiële herziening bestemmingsplan Kenniswerf West’ van de gemeente Vlissingen.
2. 2. Deze regels worden aangehaald als ‘Regels van de Partiële herziening bestemmingsplan Kenniswerf West’.