KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Uit Te Werken Woondoeleinden - Rand (Uwr)
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 Algemene Ontheffingsregels
Artikel 6 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
Artikel 8 Slotregel
Hoofdstuk 1 Aanleiding En Doel
Hoofdstuk 2 Beschrijving Bestaande Situatie
Hoofdstuk 3 Beleidskader
3.1 Algemeen
3.2 Rijks- En Provinciaal Beleid
3.3 Regionaal En Gemeentelijk Beleid
3.4 Conclusie
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
Hoofdstuk 5 Onderzoek Planeffecten
5.1 Algemeen
5.2 Cultuurhistorie En Archeologie
5.3 Bodemkwaliteit
5.4 Waterhuishouding
5.5 Flora En Fauna
5.6 Geluid
5.7 Luchtkwaliteit
5.8 Externe Veiligheid
5.9 Duurzaamheid
Hoofdstuk 6 Juridische Toelichting
6.1 Algemeen
6.2 Planregels
6.3 Verbeelding
Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 8 Procedure

Westerheul IV

Wijzigingsplan - gemeente De Ronde Venen

Vastgesteld op 12-07-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

plan:

het Wijzigingsplan Westerheul IV van de gemeente De Ronde Venen.

wijzigingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0736.BPW001westerheul4a-va01met de bijbehorende regels.

verbeelding:

de verbeelding van het Wijzigingsplan Westerheul IV.

aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

hoofdgebouw:

een gebouw dat gelet op zijn bestemming, als het belangrijkste bouwwerk kan worden aangemerkt.

kunstwerken:

civieltechnische bouwwerken als viaducten, (loop)bruggen, aquaducten en dergelijke.

nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.

peil:

  1. a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weggrenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang.
  2. b. in andere gevallen: de gemiddelde bouwhoogte van het aansluitende maaiveld.

prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden.

woning:

een (gedeelte) van een gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

hoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde:

vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Uit Te Werken Woondoeleinden - Rand (Uwr)

3.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Uit te werken woondoeleinden rand (UWr)' aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen.
  2. b. uitoefening van een aan huis gebonden beroep, mits:
    1. 1. de activiteiten zowel naar de aard als ten aanzien van het gebruik geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en woonomgeving.
    2. 2. de activiteit geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.
    3. 3. het vloeroppervlak, in gebruik voor het aan huis gebonden beroep, ten hoogste 30% van het totale woonvloeroppervlakte bedraagt, met een maximum van 40 m².
  3. c. verkeer en verblijf.
  4. d. groenvoorzieningen.
  5. e. speelvoorzieningen.
  6. f. jongerenontmoetingsplek.
  7. g. nutsvoorzieningen.
  8. h. voorzieningen voor de waterhuishouding.

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en tuinen en erven.

3.2 Uitwerkingsregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.
  2. b. Onder verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
  3. c. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3.3.a, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene Ontheffingsregels

5.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

  1. a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot ten hoogste 10%.
  2. b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.
  3. c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje ten hoogste 50 m³ zal bedragen.
  4. d. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een hoogte van 10 meter.

5.2 Voorwaarden

Vrijstelling wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 6 Algemene Procedureregels

Bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheden, zoals die onderdeel uitmaken van dit plan, dient de procedure zoals omschreven in afdeling 3.4 Awb in acht te worden genomen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

7.2 Vrijstelling

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

7.3 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

7.4 Uitzonderingen op het overgangsrecht

  1. a. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het derde lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het derde lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het derde lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan Westerheul IV

Hoofdstuk 1 Aanleiding En Doel

Op 1 november 2007 is het bestemmingsplan Westerheul IV vastgesteld door de gemeenteraad. Gedeputeerde staten heeft het plan op 24 juni 2008 goedgekeurd en het is onherroepelijk geworden op 13 januari 2010. Op deze locatie wordt een groot aantal nieuwbouwwoningen gerealiseerd om te voorzien in de gemeentelijke woningbehoefte. Het bestemmingsplan voorziet verder in de wens om met woningbouw het draagvlak te behouden voor de gemeentelijke voorzieningen.

In het noordoostelijke deel van het plangebied was een drietal woonwagens aanwezig. In het bestemmingsplan is voor deze gronden een wijzigingsbevoegdheid naar 'Uit te werken woondoeleinden - rand' opgenomen. Hierdoor zijn de burgemeester en wethouders bevoegd deze grond te wijzigen in de bestemming 'Uit te werken woondoeleinden - rand'.

Dit wijzigingsplan ziet toe op het omzetten van de bestemming 'woonwagenterrein (WW)' naar 'uit te werken woondoeleinden - rand (UWr)'.

Hoofdstuk 2 Beschrijving Bestaande Situatie

De locatie Westerheul IV in de gemeente De Ronde Venen ligt ten zuiden van de kern Vinkeveen, tussen de huidige bebouwingsgrens van Westerheul III en het bedrijventerrein Voorbancken. Het wijzigingsgebied ligt in het noordoosten van het plangebied Westerheul IV en is op de plankaart van het bestemmingsplan Westerheul IV aangegeven als 'woonwagenterrein', zie ook figuur 1. Het gebied wordt ook wel aangeduid als 'Spoorhoek 1 - 3'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0736.BPW001westerheul4a-va01_0001.png"

Figuur 1: Plankaart Westerheul IV (2007).

Begin 2008 heeft de gemeenteraad in goed overleg met de bewoners van het plangebied besloten over te gaan tot het aankopen van de woonwagens en het opheffen van de woonwagenstandplaatsen ten behoeve van uitbreiding en afronding van de woningbouwlocatie Westerheul IV. Inmiddels is het terrein ontruimd en heeft bodemsanering plaatsgevonden.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Algemeen

In het kader van het bestemmingsplan Westerheul IV is bezien in hoeverre de beoogde ontwikkeling past binnen het beleid van de verschillende overheden. In dit hoofdstuk zijn alleen de belangrijkste conclusies van en eventuele actualisaties op deze analyse opgenomen.

3.2 Rijks- En Provinciaal Beleid

Nota Ruimte

Over de realisatie van nieuwbouw in het buitengebied wordt in de Nota Ruimte gesteld: 'het economisch draagvlak en de vitaliteit van de meer landelijke gebieden staan onder druk. Om deze te vergroten, wil het kabinet de mogelijkheden voor hergebruik, als (vervangende) nieuwbouw in het buitengebied verruimen, gekoppeld aan ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit en realisatie van bijvoorbeeld nieuwe natuurgebieden of extra capaciteit voor waterberging.'

Streekplan Utrecht 2005-2015

In het streekplan is aangegeven aan de zuidwestzijde van Vinkeveen restcapaciteit beschikbaar is in het plangebied Westerheul IV. Bovendien is het plangebied opgenomen binnen de rode contour van de kern Vinkeveen.

3.3 Regionaal En Gemeentelijk Beleid

Regionaal beleid

Voor het plangebied Westerheul IV is op dit moment geen apart regionaal ruimtelijk beleid van kracht.

Gemeentelijk beleid

Voor het bestemmingsplan Westerheul IV is een eerste verkenning uitgevoerd voor een structuurvisie. Hierbij is uitgegaan van de woningdifferentiatie voor nieuwbouwgebieden, zoals opgenomen in de Nota 'Van woord naar daad, verder aan de slag met wonen' (gemeente De Ronde Venen, 11 juli 2005). Hierin is uitgegaan van een woningdichtheid van 35 tot 45 woningen per ha binnen de bestemming uit te werken woondoeleinden.

Het opstellen van welstandscriteria ten behoeve van (her)ontwikkelingsprojecten vormt een vast onderdeel van de stedenbouwkundige planvoorbereiding. Voor Westerheul IV is een beeldkwaliteitsplan opgesteld.

Uit de Nota van Uitgangspunten van juni 2005, die aan de voorbereiding van het voorontwerp bestemmingsplan Westerheul IV ten grondslag heeft gelegen, kan worden afgeleid dat woningbouw op de locatie Westerheul IV mogelijk is. Op basis van deze nota is het bestemmingsplan Westerheul IV opgesteld. Dit bestemmingsplan vigeert ter plaatse van het plangebied en is goedgekeurd op 1 november 2007. Binnen het plangebied is ruimte gereserveerd voor 'uit te werken woondoeleinden - rand' door middel van een wijzigingsbevoegdheid.

Door dit wijzigingsplan wordt de woningbouwlocatie Westerheul IV uitgebreid en afgerond.

3.4 Conclusie

De beoogde planontwikkeling voor het plangebied past zowel binnen het rijksbeleid als binnen het beleid van de lagere overheden.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

De watergang die tussen de bestemming 'woonwagenterrein' en 'UWr' op de plankaart is getekend (zie figuur 1), maakt onderdeel uit van de wijzigingsbevoegdheid. De watergang is nog niet gegraven en zal ook niet gegraven worden. Aanvankelijk was het slootje tussen het woonwagenterrein en de bestemming 'uit te werken woondoeleinden' uit geohydrologisch oogpunt noodzakelijk. Dit had als reden dat het plangebied integraal wordt opgehoogd met 2,15 à 2,20 meter zand en grond en de woonwagenstandplaatsen behouden zouden blijven. Het woonwagen terrein is inmiddels verdwenen en wordt meegenomen in de integrale ophoging. Het aanleggen van de watergang is dan ook niet meer noodzakelijk. Daarom wordt de bestemming 'Wa', ten oosten van het woonwagenterrein meegenomen in dit wijzigingsplan naar de bestemming 'UWr'.

Het plangebied is meegenomen in een nieuw stedenbouwkundig plan, welke in figuur 2 is weergegeven. In de toekomst zullen vier woningen gerealiseerd worden in het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0736.BPW001westerheul4a-va01_0002.jpg"

Figuur 2: Stedenbouwkundig plan Westerheul IV

Hoofdstuk 5 Onderzoek Planeffecten

5.1 Algemeen

In het kader van de ontwikkeling van Westerheul IV zijn diverse onderzoeken uitgevoerd naar de inpasbaarheid van deze ontwikkeling in de omgeving. De uitkomsten hiervan zijn, voor zover relevant voor het plangebied, in onderstaande paragrafen beschreven. Hierbij is rekening gehouden met het gegeven dat het terrein vrij is gemaakt van bebouwing en beplanting.

5.2 Cultuurhistorie En Archeologie

Op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden staat het gebied Westerheul IV aangegeven als gebied met zeer lage archeologische trefkans op archeologische vondsten. Op basis van het onderzoek dat uitgevoerd is voor het bestemmingsplan Westerheul IV is er geen noodzaak tot nader archeologisch onderzoek. In dit kader kan worden geconcludeerd dat er geen belemmeringen aanwezig zijn voor de realisatie van de voorgenomen woningbouw.

5.3 Bodemkwaliteit

In 2004 is door Grontmij een nieuw bodemonderzoek voor Westerheul IV uitgevoerd (Milieuhygiënisch bodemonderzoek ten behoeve van plan Westerheul IV te Vinkeveen, Grontmij, projectnr. 165486, doc.nr. 13/990543261 VG, 5 januari 2005). Hier wordt geconcludeerd dat van de verhoogd gemeten gehalten van de onderzochte stoffen in grond en grondwater alleen lood een potentieel risico vormt (bij wonen met moestuin). Door de integrale ophoging van het gebied met 2,15 a 2,20 meter zand en grond worden deze potentiële risico's weggenomen.

Omdat er uit een eerder onderzoek in 1990 naar voren kwam dat er vermoedelijk sprake is van olieverontreiniging van geringe omvang op de locatie Spoorhoek als gevolg van een bovengrondse brandstoftank, is na het voornemen om dit deel van Westerheul IV bij de planvorming te betrekken een verkennend en nader bodemonderzoek uitgevoerd (Verkennend en nader Bodemonderzoek Spoorhoek 1-3 in Vinkeveen, Ing.bureau BCC, kenmerk rapp. NC7210102/001, 19 juli 2007). Uit dit onderzoek is geconcludeerd dat van ernstig geval van bodemverontreiniging als gevolg van de vroegere aanwezigheid van een brandstof tank geen sprake is.

Aanvullend aan het bodemonderzoek heeft een asbest-in-grond onderzoek plaatsgevonden (Nader onderzoek asbest in grond Spoorhoek 1 – 3 te Vinkeveen, RPS Advies b.v., 13 februari 2008). Op 2 locaties is asbest in de grond aangetroffen. Deze locaties zijn op 17 september 2008 gesaneerd door een erkend asbestsaneringsbedrijf. Verwezen wordt naar het saneringsevaluatierapport (Evaluatierapport – Asbest in grond sanering Spoorhoek 1 – 3 Vinkeveen, RPS Advies b.v., 7 november 2008). Met deze sanering bestaan er geen belemmeringen meer voor woningbouw op deze locatie.

5.4 Waterhuishouding

Voor het bestemmingsplan Westerheul IV zijn in overleg met Waternet een aantal randvoorwaarden en doelstellingen voor het gebied vastgelegd. Belangrijkste voorwaarde is dat het aanwezige veenprofiel niet mag worden verstoord. In verband met de bijzondere hydrologische situatie is bepaald dat de deklaag niet mag worden afgegraven. Dit heeft geresulteerd in het raadsbesluit van 25 januari 2007 om Westerheul IV inclusief Spoorhoek integraal op te hogen met 2,15 a 2,20 meter zand en grond. Aan dit besluit liggen de rapportages “Geotechnisch en waterhuishoudkundig onderzoek” (Grontmij d.d. 18 mei 2005) en “Hydrologische berekeningen Westerheul IV” (Grontmij / WL/Delft Hydraulics nov. 2006) ten grondslag. De integrale ophoging resulteert in een nieuw maaiveld van -4,80 NAP. Dit aanlegniveau is gebaseerd op een droogleggingseis van 80 cm voor wegen en voldoende ruimte voor de aanleg van riolering.

Voor Westerheul IV is een waterhuishoudingsplan (Waterhuishoudings- en rioleringsplan ten behoeve van de ontwikkeling van Westerheul IV te Vinkeveen, Grontmij, 27 oktober 2009) opgesteld. Hierin is de waterhuishouding van de toekomstige wijk Westerheul VI beschreven.

5.5 Flora En Fauna

Het gebied Westerheul IV ligt op 4 km van een Speciale BeschermingsZone (SBZ) van de Habitatrichtlijn, de Botshol en niet in de nabijheid van gebieden welke zijn aangewezen in het kader van de Vogelrichtlijn. Er is reeds een ontheffing gevraagd voor de periode van 01-01-2007 t/m 01-01-2011. Het onderzoeksgebied Westerheul IV maakt onderdeel uit van de Natuurtoets "Polder Groot-Mijdrecht Zuid", gereed gekomen 29 november 2005, opgesteld door veldecologen van Arcadis. Voor deze polder als geheel geldt dat het gebied onderzocht is gedurende eind 2004 en begin 2005. In totaal zijn er in deze periode 29 bezoeken gebracht.

In aanvulling op het gestelde in het bestemmingsplan Westerheul IV onder paragraaf 4.5 is in 2008 het elzenbosje van 0,46 hectare verwijderd aan de zuidzijde van het woningbouwgebied Westerheul IV. Hiervoor is door de gemeente eerder een kapvergunning afgegeven en is een ontheffing in het kader van Flora en Faunawet verleend.

In augustus 2009 is gestart met het integraal ophogen van het gebied, ten behoeve van hiervan is alle resterende vegetatie in het gebied verwijderd. Westerheul IV kent dan ook thans weinig natuurwaarden.

Geconstateerd is dat woningbouw in Westerheul IV vanwege de ligging tussen een bestaande woonwijk en een bedrijventerreintje geen significante schade t.o.v. de nabij gelegen ecologsche hoofdstructuur tot gevolg heeft.

Hiermee zijn er geen belemmeringen voor dit plan wat betreft flora en fauna.

5.6 Geluid

In het kader van het bestemmingsplan Westerheul IV is onderzoek gedaan naar de belemmeringen voor woningbouw op het gebied van geluid. Hierbij wordt geconcludeerd dat voor de bedrijven rond het plangebied van Westerheul IV de nieuwe bebouwing op een afstand van minimaal 50 meter niet tot beperkingen van bedrijfsvoering leidt.

5.7 Luchtkwaliteit

In het kader van het bestemmingsplan Westerheul IV is getoetst of aan de eisen wordt voldaan die worden gesteld aan luchtkwaliteit in de wet Milieubeheer. De conclusie van dit onderzoek is dat voldaan wordt aan de grenswaarden voor alle componenten zoals opgenomen in het Besluit luchtkwaliteit 2005 in de autonome ontwikkeling en na realisatie van de voorgenomen activiteit. Hierbij is rekening gehouden met de wijzigingsbevoegdheid die op het woonwagenterrein is geplaatst.

Op 15 november 2007 is de Wet Luchtkwaliteit in werking getreden. De nieuwe wet heeft het Besluit luchtkwaliteit 2005 vervangen. De luchtkwaliteitsnormen waar aan getoetst moet worden zijn echter niet gewijzigd. De conclusie uit het luchtkwaliteitsonderzoek blijft hierdoor van toepassing.

Naast de nieuwe Wet Luchtkwaliteit zijn er ook een aantal nieuwe besluiten van regelingen van kracht geworden. Voor de woningbouwplannen zijn voor het "besluit niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)" en de daarmee samenhangende (ministeriële) "Regeling niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)" van belang. Projecten die "niet in betekende mate (NIBM)" bijdragen aan de luchtverontreiniging hoeven niet meer afzonderlijk getoetst te worden aan de luchtkwaliteitsnormen. Op basis van de regelgeving hoeven woningbouwplannen met één hoofdontsluitingweg die in omvang kleiner zijn dan 1.500 woningen niet meer getoetst te worden. Westerheul IV voldoet aan dit criterium. Wel moet inzicht worden gegegeven in de verwachte emissie. Hierin is voorzien door het onderzoek dat is verricht voor het bestemmingsplan Westerheul IV.

Om deze redenen zijn er geen belemmeringen voor dit plan wat betreft luchtkwaliteit.

5.8 Externe Veiligheid

Aan de noordwestzijde van de woningbouwlocatie Westerheul IV is een gasdrukregel- en meetstation gesitueerd met een capaciteit van meer dan 40.000 m³/uur. De vereiste afstand op basis van de NEN 1059 voor een gasdrukregel- en meetstation tot woningen bedraagt 25 meter. Omdat de woningbouw in het plangebied op een groter afstand is geprojecteerd dan 25 meter valt het gebied buiten de invloedssfeer van dit station.

Wat betreft de hogedruk aardgastransportleiding dat het station van gas voorziet, is de richtlijn van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), getiteld: 'zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen' onder kenmerk DGMH/B nr. 0104004 van 26 november 1984, van toepassing. De toetsingsafstand in deze richtlijn is gebaseerd op het 'plaatsgebonden risico', waarmee wordt bedoeld: de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting verblijft, komt te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval in de inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Gasunie heeft berekend dat buiten de minimale afstand van 4 meter voor kwetsbare bestemmingen (o.a. woningen) in principe geen extra afstand in acht hoeft te worden genomen. De woningbouw in het plangebied is op een grotere afstand geprojecteerd.

De Gasunie heeft tevens een groepsrisicoberekening uitgevoerd. Het groepsrisico is de kans per jaar dat in een keer een groep mensen met een bepaalde omvang komt te overlijden bij een ongeval met gevaarlijke stoffen. Uit deze berekening is naar voren gekomen dat de woningbouw van Westerheul IV ruim buiten de invloedssfeer van de hogedruk aardgastransportleiding is gelegen.

Hiermee zijn er op het gebied van externe veiligheid geen belemmeringen voor dit wijzigingsplan.

5.9 Duurzaamheid

De gemeente De Ronde Venen is actief op het gebied van duurzame ontwikkeling en heeft daarvoor verschillende beleidsdocumenten vastgesteld, waarin ambities zijn opgenomen. In het Plan van Aanpak Klimaatbeleid 2009 - 2012 zijn ambities opgenomen voor nieuwbouw van woningen. Deze ambities sluiten aan bij de "duurzaamheidsambities voor projecten" en het vastgestelde ambitieniveau, uitgedrukt in GPR Gebouw scores. Dat is een rekenmethode voor duurzaamheidsaspecten in een project. Met GPR-gebouw wordt tevens naar meer kwaliteitsaspecten gekeken. Zo wordt er bijvoorbeeld ook ingegaan op levensloopbestendigheid, gebruikskwaliteit en veiligheid.

In oktober 2009 is besloten om in Westerheul IV een warmte koude opslag netwerk aan te leggen. Dat netwerk levert warmte en koude voor ruimteverwarming en -koeling en warm tapwater aan alle woningen in het gebied. Het is de intentie dat een gemeentelijk duurzaam energiebedrijf het netwerk gaat beheren.

Hoofdstuk 6 Juridische Toelichting

6.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de wijze waarop de gewenste ruimtelijke en functionele ontwikkeling van het plangebied juridisch is vertaald.

Het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de planregels. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van deze gronden, regels omtrent de toegelaten bebouwing en eventueel specifieke regels voor het gebruik van de bouwwerken. De verbeelding (plankaart) heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De verbeelding (plankaart) vormt samen met de regels het voor de burgers bindende onderdeel van het bestemmingsplan. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan en soms voor de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.

In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de bestemmingsplanvorm, de systematiek en leeswijzer bij de regels en ten slotte de handhaafbaarheid.

6.2 Planregels

Het wijzigingsplan is opgezet conform de eisen van de SVBP 2008. De regels zijn opgebouwd uit een viertal hoofdstukken, te weten inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels en overgangs- en slotregels. Voor wat betreft de opzet van de bestemmingsregels en overgangsrecht is aangesloten op de systematiek van het bestemmingsplan Westerheul IV (IMRO 2006).

6.3 Verbeelding

Tot dit bestemmingsplan behoort de verbeelding met titel 'Wijzigingsplan Westerheul IV, schaal 1:1.000 van 15 februari 2010.

Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid

De gemeenteraad heeft op 24 januari 2008 in goed overleg met de bewoners van Spoorhoek 1-3 besloten over te gaan tot het aankopen van de woonwagens en het opheffen van de woonwagenstandplaatsen. De kosten die hiervoor zijn gemaakt bestaan uit de getaxeerde vervangingswaarde van de woonwagens, een verhuiskostenvergoeding, saneringskosten en een extra vergoeding voor het verwerven van een woning of standplaats elders. De kosten zijn verwerkt in de grondexploitatie Westerheul IV en worden gedekt uit de opbrengsten na uitgifte van de gronden. De (sluitende) grondexploitatie wordt begin 2010 vastgesteld.

Hoofdstuk 8 Procedure

Voor de procedure van het wijzigingsplan gelden de voorschriften zoals opgenomen in de Wro. Dit houdt in dat voor deze wijzigingsprocedures afdeling 3.4 van de Awb van toepassing is.

Het wijzigingsplan heeft als ontwerp met bijbehorende stukken vanaf 6 mei 2010 voor een periode van zes weken ter visie gelegen voor het kenbaar maken van zienswijzen. Tegen het ontwerp zijn geen zienswijzen ingediend.

Op 13 juli 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders conform artikel 13 van het bestemmingsplan Westerheul IV het wijzigingsplan ongewijzigd ten opzichte van het ontwerpwijzigingsplan vastgesteld. Dit besluit wordt gepubliceerd conform artikel 3.12 van de Awb. Tegen het besluit tot vaststelling van het wijzigingsplan van het College van Burgemeester en Wethouders staat beroep open.