het Wijzigingsplan Reconstructie N201 Marickenland van de gemeente De Ronde Venen, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0736.BPW002reconstrN201-oh01 met de bijbehorende regels;

het bestemmingsplan Marickenland van de gemeente De Ronde Venen zoals vastgesteld door de raad op 3 februari 2009.

Onverminderd het bij het plan bepaalde, zijn de regels bij het moederplan van overeenkomstige toepassing op het plan.

Dit plan kan worden aangehaald als 'Wijzigingsplan Reconstructie N201 Marickenland'.

De N201 is een gebiedsontsluitende weg. De functie van het Utrechtse deel van de N201 is primair de bereikbaarheid en de ontsluiting van de kernen Mijdrecht, Vinkeveen en Amstelhoek. Doordat de N201 in toenemende mate wordt gebruikt (o.a. door vrachtvervoer) ontstaat een capaciteitstekort en hiermee een verslechtering van de bereikbaarheid van de omliggende gebieden. De N201 staat in de top 5 van de drukste wegen van de provincie Utrecht.

De provincie Noord-Holland heeft besloten een deel van de N201 om te leggen om Aalsmeer, Uithoorn en Amstelhoek. Dit is mede aanleiding geweest voor de provincie Utrecht, beheerder van de provinciale weg N201, om ook het Utrechtse gedeelte van de N201 te herconstrueren. Delen van het traject zijn al aangepakt. Andere onderdelen van de N201 (verdiepte ligging bij Vinkeveen en de strekking van de bocht bij Mijdrecht) verkeren nog in de onderzoeksfase. Het deel van de N201 dat aangepast wordt ligt tussen de aansluiting Veenweg aan de westzijde bij KM 54.150 en KM 56.0 aan de oostzijde, op de N212 aan de noordzijde de verplaatste aansluiting van de parallelweg aan de westkant van de Hoofdweg en aan de zuidkant op de N212 eindigt de aanpassing bij KM 0,250.

Het doel van de wegaanpassing is:

• het verbeteren van de doorstroming van het verkeer op de hoofdrijbaan;
• het verbeteren van de voorzieningen voor langzaam verkeer;
• het verbeteren van de ontsluiting van de bereikbaarheid van Mijdrecht, Vinkeveen en Amstelhoek;
• een betere verkeersveiligheid.

Met de reconstructie wordt de N201 op bepaalde plaatsen breder dan de huidige N201. Daar waar verbreding plaatsvindt hebben de gronden in het vigerende bestemmingsplan "Marickenland", dat door de gemeenteraad van de gemeente De Ronde Venen is vastgesteld op 3 februari 2010, de bestemmingen "Natuur", "Recreatie - Dagrecreatie", "Water", "Wonen" en "Agrarisch - Agrarisch Bedrijf". Binnen de doeleindenomschrijving van deze bestemmingen is de aanpassing van bestaande wegen en het aanleggen van nieuwe wegen niet mogelijk. Om de reconstructie van de N201 planologisch te kunnen realiseren en planologisch in te passen, dienen gedeelten van deze bestemmingen te worden gewijzigd in de bestemming "Verkeer". Gelet op artikel 22 lid 4.1 van het bestemmingsplan Marickenland is het college van B&W van de gemeente De Ronde Venen bevoegd om voornoemde bestemmingen te wijzigen in de bestemming "Verkeer". Voorwaarde is wel dat is aangetoond dat de wettelijk toegestane grenswaarden van de gevelbelasting van omliggende gevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder niet wordt overschreden en voor het overige wordt voldaan aan de vereisten in titel 5.2 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteit).

De provincie Utrecht is initiatiefnemer van de reconstructie van de N201 en daarmee van voorliggend wijzigingsplan. Ten behoeve van de reconstructie van de N201 heeft reeds op 8 januari 2009 een wijziging van het bestemmingsplan "Buitengebied", dat vigeerde voordat het bestemmingsplan Marickenland werd vastgesteld, plaatsgehad. Ook in dat bestemmingsplan paste de reconstructie van de N201 niet binnen de doeleindenomschrijvingen van de diverse bestemmingen. Nu bij het bestemmingsplan Marickenland geen rekening is gehouden met de reconstructie van de N201, wordt nogmaals een wijzigingsprocedure doorlopen ten behoeve van deze reconstructie.

Bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Hierdoor is eerst een ontwerp wijzigingsplan met ingang van 10 juni 2010 gedurende 6 weken ter visie gelegd, alvorens vaststelling van het wijzigingsplan kan geschieden. In de periode van ter visie legging hebben belanghebbenden zienswijzen ingediend. Op 16 september 2010 heeft een hoorzitting plaatsgevonden waarbij men in de gelegenheid is gesteld de zienswijzen mondeling toe te lichten. De ingediende zienswijzen zijn ongegrond verklaard, maar hebben wel geleid tot een aanpassing van de toelichting met betrekking tot de aspecten ecologie en verkeer.

De toelichting bestaat uit een beschrijving van het plan, het relevante beleidskader voor zover dat relevant is voor deze wijziging, uit de ruimtelijk-functionele analyse en uit onderzoek dat verband houdt met milieuhinder. In de hoofdstukken daarna wordt aandacht besteed aan de juridische regeling en de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan.

De N201 is een gebiedsontsluitende weg die bestaat uit 1 rijbaan met 2 rijstroken. De provincie Utrecht beheert het deel van de N201 dat tussen Amstelhoek/ Uithoorn en Vreeland ligt. Tussen Uithoorn en Mijdrecht en nabij de A2 ligt een busbaan langs de N201. Langs de N201 ligt voor een groot deel een vrijliggend fietspad. Op het deel tussen Mijdrecht (kruispunt Veenweg) en de Hoofdweg ligt een smalle parallelweg.

In de provincie Noord-Holland vormt de N201 al jarenlang een groot probleem ten aanzien van bereikbaarheid, doorstroming en leefbaarheid voor Uithoorn en Aalsmeer. Om deze problemen op te lossen heeft de provincie Noord-Holland besloten de N201 om te leggen om Aalsmeer en Uithoorn heen. De omgelegde N201 gaat de Amstel kruisen met een aquaduct en sluit via de omlegging om Amstelhoek aan op de bestaande N201 in Utrecht.

In de huidige situatie is het kruispunt N201/ N212 een kruispunt met verkeerslichten. Aantal en lengte van de opstelvakken zijn in de huidige situatie in de spitsuren nauwelijks toereikend voor een goede verkeersafwikkeling. De parallelweg aan de noordzijde van de N201 tussen de Hoofdweg en de Veenweg is slechts 2,5 m breed en niet geschikt voor het huidige agrarische verkeer. Er zijn in de huidige situatie geen voorzieningen voor linksafslaand verkeer bij de meer intensief gebruikte uitritten van percelen aan de zuidzijde van de N201 tussen de N212 en de Veenweg.

De primaire doelstelling van het project is het waarborgen van de bereikbaarheid van de kernen. Het project bestaat in hoofdzaak uit:

• Reconstructie van het kruispunt van de N201 met de N212 (ir. Enschedeweg).
• Vergroting van de opstelruimte voor het autoverkeer.
• Verbreding van de parallelwegen tussen Mijdrecht en Vinkeveen.
• Linksafvoorzieningen bij enkele matig intensief gebruikte perceelsaansluitingen.

Het kruispunt van de N201 met de N212 is een belangrijk onderdeel van de reconstructie tussen Mijdrecht en Vinkeveen. Dit wegvak kent de volgende problemen:

1. 1. Het kruispunt N201- N212 is onveilig en is sinds 2002 een blackspot volgens het landelijk classificatiesysteem verkeersveiligheid.

De onveiligheid van het kruispunt N201/N212 is 3 - 4 keer groter dan de gemiddelde kruispuntonveiligheid. De verkeersveiligheid van het kruispunt zal worden verbeterd door herinrichting van het kruispunt. Daarnaast zal de verkeersregelstrategie van het kruispunt worden veranderd. Door het grote aantal vrachtauto's op deze route is de kans op ongevallen met vrachtauto's bij de verkeerslichten groter dan voor een gemiddeld kruispunt. Toepassing van een detectiesysteem voor lange voertuigen (vrachtauto's) en het beïnvloeden van de verkeersregeling leiden tot minder stops van vrachtauto's bij de verkeerslichten (systeem Lovra). Hierbij wordt de verkeersveiligheid van het kruispunt verbeterd en wordt luchtvervuiling ten gevolge van stoppende en optrekkende vrachtauto's verminderd.

2. 2. De capaciteit van het kruispunt is op termijn onvoldoende.

Met de huidige vormgeving is de maximum capaciteit in de spitsen bijna bereikt. In 2020 wordt op basis van de prognoses een capaciteitstekort verwacht op de relatie N201 vanuit de richting Vinkeveen de N212 op naar het zuiden en vice versa. Met name voor de N212 wordt ten gevolge van ruimtelijke ontwikkelingen bij Wilnis (woningbouw) een toename van het verkeer verwacht. Voor de N201 wordt een beperkte groei verwacht. Door het grote percentage vrachtverkeer is de afwikkeling van het verkeer op het kruispunt problematisch. De vormgeving van het kruispunt wordt aangepast op de verwachte ontwikkeling van het verkeersaanbod. Met name de capaciteit van de linksafstrook (opstellengte) voor het verkeer vanuit Vinkeveen richting de N212 en vice versa wordt vergroot.

3. 3. Het wegdek van de N201 tussen Mijdrecht en de A2 kent een voor een provinciale weg hoger dan gemiddeld percentage vrachtverkeer (16% t.o.v. 9%).

Dit heeft een nadelig effect op zowel de doorstroming van het kruispunt als op de verkeersveiligheid. Wegens het hoge percentage vrachtverkeer zal bij het ontwerp van de nieuwe verkeersregelinstallatie het onder punt 1 beschreven systeem Lovra worden opgenomen om de doorstroming op de N201 te optimaliseren. Dit bevordert naast de verkeersveiligheid tevens de doorstroming van het overige autoverkeer.

4. 4. Het wegvak kent een groot aantal erfaansluitingen direct op de hoofdrijbaan.

Het wegvak kent een groot aantal erfaansluitingen, waarvan een drietal matig intensief worden gebruikt. Met name deze drie vormen een probleem voor doorstroming en verkeersveiligheid (kop- staart of flankbotsingen). Bij de matig intensief gebruikte erfaansluitingen worden linksafstroken aangelegd. Deze maatregel bevordert zowel de verkeersveiligheid als de doorstroming van het verkeer.

5. 5. De parallelweg aan de noordzijde van de N201 is onvoldoende breed voor fietsers en landbouwverkeer.

De parallelweg aan de noordzijde van de N201 is ooit aangelegd als fietspad met een breedte van 2,5 meter, maar is opengesteld voor bestemmingsverkeer. Daarmee heeft het fietspad de functie van parallelweg gekregen. Het langzaam verkeer veroorzaakt regelmatig gevaarlijke situaties bij het passeren van fietsers en overig verkeer dat zich op de parallelweg bevindt. Verder is de huidige parallelweg niet geschikt voor voertuigen zwaarder dan 2,0 ton. Aan de noordzijde wordt de bestaande smalle parallelweg tussen de Hoofdweg en het kruispunt Veenweg verlegd en verbreed tot een volwaardige parallelweg met een breedte van 3,50 meter met aan weerszijden een verharde berm van 0,60 meter die veilig gebruikt kan worden door zowel landbouwverkeer als fietsers.

Het project past in het beleidskader dat voor het gebied van toepassing is en in het vigerende bestemmingsplan "Marickenland" uitgebreid is beschreven. Ook levert het project geen strijd op met beleid dat na de vaststelling van voornoemd bestemmingsplan is gaan gelden, zoals de provinciale ruimtelijke verordening Utrecht.

In het bijzonder zij gewezen op het streekplan 2005 - 2015 waar in relatie tot het ruimtelijke beleid Utrecht - West met betrekking tot de infrastructuur voor de N201 gedeelte Amstelhoek tot de A2 het volgende is opgenomen:

1. a. "omleiding Uithoorn (parallel aan de Amstel)";
2. b. "verbetering doorstroming N201-A2 (te onderzoeken in de periode tot 2007, te realiseren voor 2011).

Hieruit blijkt dat de provincie in het streekplan rekening heeft gehouden met een aanpassing van de N201 ten behoeve van een verbetering van de doorstroming.

Voordat het vigerende bestemmingsplan "Marickenland" is opgesteld, heeft uitvoerig onderzoek plaatsgevonden. Daarbij is ingegaan op de karakteristiek van het gebied en de milieu- en civieltechnische aspecten. Ten behoeve van dat bestemmingsplan is ook vanwege de ontwikkelingen binnen de functies natuur en recreatie in 2007 een milieueffectrapportage opgesteld. In het kader van dit wijzigingsplan wordt op verschillende plaatsen verwezen naar het bestemmingsplan "Marickenland" nu in dat plan bepaalde omgevingsaspecten al voldoende zijn omschreven of onderzocht waardoor een verdere behandeling in dit wijzigingsplan niet meer hoeft plaats te vinden.

Zoals in het bestemmingsplan "Marickenland" is vermeld, blijkt dat ten noordwesten van de N201 stroken met een zeer hoge archeologische trefkans liggen. In het overige gebied is de trefkans op archeologische waarden zeer laag. Nu de reconstructie van de N201 niet op of nabij de gronden met een zeer hoge archeologische trefkans geschiedt, is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk.

De cultuurhistorische waardevolle elementen en objecten in het gebied rondom de N201 zullen niet worden aangetast. Zo is de reconstructie van de N201 niet van dien aard dat de provinciale wegen N201 en N212, die grotendeels de wegenstructuur volgen van rond begin 19e eeuw, qua ligging zal veranderen.

Ten behoeve van de reconstructie van de N201 is in 2008 een indicatief bodemonderzoek uitgevoerd ter hoogte van de parallelweg aan de noordzijde van de N201 en de kruising N210/212 tussen Mijdrecht-Vinkeveen. Daaruit is gebleken dat de onderzochte grond binnen het gehele traject niet tot slechts in lichte mate is verontreinigd. In het kader van de Wet bodembescherming is géén sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging en bodem vormt geen beperking voor dit wijzigingsplan. Het bodemonderzoek is als bijlage toegevoegd bij dit wijzigingsplan.

In de Natuurtoets Polder Groot - Mijdrecht Zuid (2005) zijn de aanwezige planten - en diersoorten beschreven in Marickenland. Daarbij is tevens aangegeven op welke wijze rekening moet worden gehouden bij het uitvoeren van de werkzaamheden voor natuur en recreatie. Deze verplichting geldt voor heel Marickenland en daardoor ook voor de gronden die ten behoeve van de reconstructie van de N201 zullen worden verhard. Bij de reconstructie van de N201 zal rekening gehouden worden met de inhoud van voornoemde Natuurtoets. De Natuurtoets is toegevoegd bij dit wijzigingsplan.

Voor de verbreding van de N201 is het nodig sloten te ontwateren, te dempen en/of te verleggen. Door het uitvoeren van aanvullend veldonderzoek moet worden bepaald of beschermde soorten in de aan te tasten delen van watergangen aanwezig zijn. Indien inderdaad beschermde soorten aanwezig zijn en schade aan individuen en/of leefgebied niet kan worden voorkomen moet ontheffing worden aangevraagd. De aanvraag voor tabel 3-soorten (volgens de Flora- en faunawet zwaar beschermde soorten) gaat vergezeld van een uitgebreide toets waarin tevens migratie en eventuele compensatie moet worden uitgewerkt. De gedragscode provinciale infrastructuur geeft aan wanneer het aantasten van leefgebied van zwaarder beschermde soorten niet kan worden vermeden en ontheffing moet worden aangevraagd. De provincie Utrecht werkt met de Oranje lijst. Dit is de lijst van bedreigde soorten die door de provincie Utrecht is opgesteld. Mocht blijken dat de Oranje lijst soorten in de aan te tasten watergangen aanwezig zijn dan zal middels overleg met het bevoegd gezag bekeken worden op welke wijze met deze Oranje lijst soorten moet worden omgegaan. De uitvoering zal pas starten als ontheffing verleend is en de te nemen maatregelen bekend zijn.

In het bestemmingsplan Marickenland zijn geen wijzigingsvoorwaarden opgenomen met betrekking tot de effecten op de natuur. Dit betekent niet dat er bij de toepassing van de wijzigingsbevoegd zonder meer vanuit mag worden gegaan dat de natuur door een wijziging niet significant wordt geschaad. Een beoordeling van de effecten op de natuur vanwege het wijzigingsplan heeft dan ook plaatsgevonden. Daarbij is gekeken naar het ruimtebeslag en de geluid- en luchtkwaliteit. Van de 0,74 hectare die benodigd is voor de herstructurering, ligt ongeveer 0,4 hectare in de bestemming natuur. Het gaat daarbij om lange stroken van circa 3 - 10 meter breed en in de noordwesthoek van het kruispunt N201/Hoofdweg een ietwat bredere toevoeging. Deze afname van natuur zal elders in het plangebied van bestemmingsplan Marickenland gecompenseerd worden. Verder zal de provincie Utrecht een faunapassage aanleggen. Zoals in paragraaf 4.6 en 4.8 nog uiteengezet zal worden, heeft de wijziging geen verslechtering voor de geluid- en luchtkwaliteit. Op grond van voornoemde bevindingen kan worden geconcludeerd dat er geen significante aantasting van de wezenlijke kenmerken van het gebied zal plaatsvinden.

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering om de bestemming te wijzigen nu er geen sprake is van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen zoals vuurwerk, LPG of munitie in de directe omgeving. Zoals ook in het bestemmingsplan "Marickenland" is aangegeven is de N201 aangemerkt als route voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Door de installatie van een vrachtautodetectiesysteem ter beïnvloeding van de verkeerslichten wordt de externe veiligheid verhoogd omdat vrachtauto's die gevaarlijke stoffen vervoeren minder vaak en minder abrupt hoeven te stoppen bij de verkeerslichten.

In juni 2008 is akoestisch onderzoek uitgevoerd door DGMR naar de geluidsbelasting ten gevolge van de reconstructie van de N201. Uit het onderzoek volgt dat tengevolge van de wijziging van de N201 op 8 woningen de geluidsbelasting vanwege de N201 met 2 dB of meer toeneemt zodat sprake is van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. Door het toepassen van bronmaatregelen (stille deklaag type B) neemt bij 6 woningen de geluidsbelasting zodanig af dat de reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder teniet wordt gedaan. Er blijven nog 2 woningen over (Provinciale weg 7 en 14) met toename van de geluidsbelasting van ongeveer 2 dB. Door toepassing van het stille wegdektype SMA 0/6 tussen km 55.4 en 56.0 (onderdeel kruispunt N201/N212) is er geen toename van de geluidsbelasting. Hiermee wordt ook voor deze woningen reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder teniet gedaan. Uit bovenstaand onderzoek blijkt dan ook dat geluid geen belemmering vormt om de bestemming te wijzigen. Aan de eisen van de Wet geluidhinder kan worden voldaan. Het onderzoek is als bijlage toegevoegd bij het wijzigingsplan.

Ten behoeve van de reconstructie van de N201 zullen verschillende kabels en leidingen omgelegd moeten worden. Dit betreffen geen planologisch relevante leidingen doch communicatiekabels, waterleidingen, laag- en middenspanningkabels, rioolpersleidingen en een brandstofleiding die niet meer in bedrijf is. De om te leggen leidingen worden in overleg met de betrokken leidingbeheerders vooraf of tijdens het werk verlegd. De brandstofleiding is buiten gebruik en zal worden verwijderd. Kabels en leidingen vormen geen belemmering om de bestemming te wijzigen.

In juni 2008 heeft onderzoek plaatsgevonden naar de luchtkwaliteit. Net als bij een bestemmingsplantoets is vooruit gekeken naar de situatie in 2010 en 2015. Dit houdt in dat getoetst is aan de (strengere) luchtkwaliteitsnormen die gelden vanaf 2010. Daarbij is voor de berekeningen uitgegaan van de geprognosticeerde verkeersintensiteit voor 2015. Omdat de norm voor stikstofdioxide (NO₂) geldt vanaf 2010 is dit jaar ook in de toets meegenomen. Omdat er geen grenswaarden worden overschreden is het vaststellen en toetsen van planbijdragen niet relevant en blijft het wijzigingsplan binnen de norm. Het onderzoek is als bijlage toegevoegd bij het wijzigingsplan.

Er wordt geen toename van de verkeersaantrekkende werking verwacht, omdat er maatregelen in de provincie Noord-Holland en het hoofdwegennet worden uitgevoerd die het verkeer in een andere richting leiden. De provincie Utrecht heeft hierover nauw overleg met de provincie Noord-Holland. De hiervoor genoemde maatregelen zijn meegenomen in de verkeersmodellen.

Uit de verkeersprognose blijkt dat de etmaalintensiteiten in de toekomst op het deel waar de reconstructie plaatsvindt weer zullen dalen. Het is de verwachting dat in de toekomst het vrachtverkeer voor Aalsmeer gebruik zal gaan maken van de route via de rijksweg A9 en de Fokkerweg (welke gelegen is tussen de rijksweg A9 en de N201).

Hoewel er samenhang is tussen alle wegenprojecten in de gehele regio, worden de maatregelen als deelprojecten uitgevoerd. De situatie bij de afrit Vinkeveen wordt in een ander deelproject onderzocht. De communicatie over deze en andere wegenprojecten zal de provincie Utrecht in de toekomst verbeteren.

De provincie Utrecht heeft er bewust voor gekozen om voor het Utrechtse deel van de N201 de 2x1 rijbaan te handhaven en deze niet uit te breiden naar 2x2 rijbanen. Het vergroten van de capaciteit van de weg is géén primaire doelstelling van de reconstructie.

In het kader van de procedure voor de watertoets heeft afstemming plaatsgevonden met de waterbeheerder over de effecten van de reconstructie van de N201 op het waterbeheer. De procedure voor de watertoets, te weten het vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten, is gevoerd.

Doordat de verharding ten gevolge van de extra opstelstroken voor het kruispunt en de busbaan met 4.500 m² toeneemt, hoeft geen 10% van dit extra oppervlak aan wateroppervlak gecompenseerd te worden. Dit is gebleken naar aanleiding van het overleg dat op 21 november 2007 met Waternet heeft plaatsgehad, nu slechts bij een extra verhard oppervlak van meer dan 5.000 m² een compensatie aan water hoeft plaats te hebben. De slootdempingen zullen voor 100% gecompenseerd worden in dezelfde polder. Na het overleg in 2007 zijn ook nog afspraken gemaakt met Waternet over het leggerprofiel, berging, doorstroming, beheer en onderhoud en aanvragen keurvergunning. Bij de uitvoering van de reconstructie van de N201 zullen de voorwaarden die zijn gesteld door Waternet in acht worden genomen.

Het wijzigingsplan bestaat uit een toelichting, enkele regels en één verbeelding waarop de te realiseren bestemming "Verkeer" staat weergeven. Materieel gezien gaat het hier om een wijziging van de verbeelding van het bestemmingsplan "Marickenland". De regels van dit bestemmingsplan wijzigen niet en blijven onverkort gelden.

De dekking van de kosten van de reconstructie tussen Mijdrecht en Vinkeveen is geregeld in het Uitvoeringsprogramma Mobiliteitsplan van de provincie Utrecht. Het bestedingsplan voor het UMP 2008-2012 waarin het project N201 Amstel-A2 is opgenomen is onderdeel van de provinciale begroting van 2008. Er is in totaal € 18,2 mln. beschikbaar voor dit project. Het geld is beschikbaar in het zogenaamde BOR-fonds (Bereikbaarheids Offensief Randstad). Eventuele planschade ex art. 6.1 Wet ruimtelijke ordening die een direct gevolg is van de reconstructie, komt ten laste van de provincie Utrecht als uitvoerder van het project.

Op dinsdag 21 november 2006 is er in het gemeentehuis van De Ronde Venen een informatieavond geweest waarin het plan voor de wegaanpassingen tussen Mijdrecht en Vinkeveen zijn toegelicht. Naar aanleiding van opmerkingen die door belanghebbenden gemaakt zijn op de informatieavond is het plan op diverse punten aangepast. De belanghebbenden zijn vervolgens persoonlijk geïnformeerd over de aanpassingen die naar aanleiding van hun opmerkingen met betrekking tot het plan zijn gedaan. De belangrijkste knelpunten zijn hiermee opgelost. De eigenaren van gronden die nodig zijn voor de verbredingen zijn bezocht en zijn op de hoogte gebracht van de plannen en de te volgen procedure.