Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat 2013
Beheersverordening - gemeente Asten
Vastgesteld op 08-10-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 aangebouwd bijgebouw:
een uitbreiding van het hoofdgebouw
1.2 beheersverordening:
beheersverordening 'Asten Stegen, Koestraat 2013' van de gemeente Asten, bestaande uit de geometrisch bepaalde objecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0743.BV02013003-VS01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.4 bebouwingsvlak:
een als zodanig aangeduid oppervlak, waarbinnen krachtens deze regels bepaalde bebouwing mag worden gebouwd.
1.5 bevoegd gezag:
het bevoegd gezag in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Als hoofdregel is dit het college van burgemeester en wethouders van Asten.
1.6 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.7 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.8 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.9 caravan:
een al dan niet uitklapbare wagen, gebouwd, ingericht en bestemd tot kamperen, welke met een snelheid van tenminste 60 km/uur langs een vlakke weg achter een normale personenauto kan worden voortbewogen.
1.10 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.11 gebouw:
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.12 hoofdgebouw:
een gebouw dat zowel functioneel als qua afmetingen bepalend is voor de materiële inhoud van de bestemming.
1.13 kampeermiddel:
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen ervan vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zinn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, met uitzondering van:
- woonwagens in de zin van de Huisvestingswet;
- tenten in gebruik voor het houden van bijeenkomsten, tentoonstellingen of voorstellingen;
- voertuigen in gebruik als directiekeet;
- vaartuigen.
1.14 onderkomens:
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
1.15 peil:
- 1. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- 2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.16 stacaravan:
een caravan of enig ander kampeermiddel dat is aan te merken als bouwwerk, door de afmetingen en door de plaatsing op een vaste standplaats.
1.17 vrijstaand bijgebouw:
een niet met het hoofdgebouw verbonden gebouw, dat zowel qua afmetingen, als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.18 woning:
een gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
De kortste afstand tussen de zijdelingse perceelsgrens en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
2.2 de afstand tussen gebouwen:
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen.
2.3 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.
2.4 het bebouwingspercentage:
het door bouwwerken bebouwde oppervlak, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
2.5 de breedte van een bouwperceel:
tussen de zijdelingse perceelsgrenzen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde perceelsgrens.
2.6 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.7 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een ander bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.8 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.9 de lengte, breedte c.q. diepte van bouwwerken:
buitenwerks tussen de hoofdgevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
2.10 de oppervlakte van een bouwwerk:
buitenwerkse tussen de gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren en wel 1 m boven peil, dan wel indien het bouwwerk uit meerdere bouwlagen bestaat, over de laag met het grootste oppervlak.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van de landbouw.
3.2 Bouwregels
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden bebouwd met bouwwerken, geen woning zijnde, die uit een oogpunt van doelmatige agrarische bedrijfsvoering, gehoord de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen, ter plaatse noodzakelijk zijn zoals melkstallen, schuilgelegenheden voor vee, veldschuren en dergelijke, mits:
- a. de oppervlakte van het bouwperceel minimaal 1 ha bedraagt;
- b. de oppervlakte van de bouwwerken maximaal 50 m² bedraagt;
- c. de goothoogte maximaal 4 m en de bouwhoogte maximaal 6 m bedraagt;
- d. de afstand van het bouwwerk ten opzichte van de as van de weg ten minste 15 m bedraagt en ten opzichte van de as van een provinciale weg ten minste 50 m bedraagt;
- e. de dakhelling van het bouwwerk minimaal 12° en maximaal 45° bedraagt.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels indien strikte toepassing van het bepaalde in artikel 3.3.1 en/of 3.3.2 zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 4 Bos
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bos'' aangewezen gronden zijn bestemd voor de instandhouding van de ter plaatse aanwezige houtwal.
4.2 Bouwregels
Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels indien strikte toepassing van het bepaalde in artikel 4.3.1 zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Recreatie - Volkstuin
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor volkstuinen, met daaraan ondergeschikt wegen en paden, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen en (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen en ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' uitsluitend voor een houtwal.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor het bewegend en stilstaand wegverkeer met de daartoe nodige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden opgericht, welke met het verkeer verband houden, alsmede kleine bouwwerken van openbaar nut zoals voor verkeersregeling en wegverlichting. Verkooppunten van motorbrandstoffen zijn hieronder niet begrepen.
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels indien strikte toepassing van het bepaalde in artikel 6.3.1 zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor een goede waterhuishouding en de beheersing van de waterstand.
7.2 Bouwregels
Op de voor Water'' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van een goede waterhuishouding en beheersing van de waterstand zoals stuwen, duikers en bruggen.
7.3 Specifieke gebruiksregels
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels indien strikte toepassing van het bepaalde in artikel 7.3.1 zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Wonen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor de huisvesting van huishoudens in eengezinshuizen.
8.2 Bouwregels
8.3 Specifieke gebruiksregels
8.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels indien strikte toepassing van het bepaalde in artikel 8.3.1 en/of 8.3.3 zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Bouwregels
10.1 Kleine bouwwerken
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels voor de bouw van kleine bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximum oppervlakte van 25 m², ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en openbare of gemeenschappelijke diensten en straatmeubilair, zoals kabelkasten, schakelkasten, verkeersgeleiders, wegwijzers, doch met uitzondering van pompen voor de verkoop van motorbrandstoffen.
10.2 Beschermingszone beek
Artikel 11 Algemene Bepalingen Inzake Een Omgevingsvergunning Voor Het Uitvoeren Van Een Werk, Geen Bouwwerk Zijnde, Of Van Werkzaamheden
11.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in gronden gelegen binnen 4,00 m uit de insteek van een beek, op de verbeelding bestemd tot 'Water', de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
- a. het aanleggen of verharden van wegen en paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
- b. het bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren;
- c. het vellen of rooien van houtopstand;
- d. het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties en/of apparatuur;
- e. het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen.
11.2 Uitzonderingen
Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is vereist voor het uitvoeren van die werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden welke voortvloeien uit het normale gebruik en onderhoud overeenkomstig de bestemming der gronden.
11.3 Voorwaarden
Een vergunning als bedoeld in 11.1 onder a., b., c. en d. wordt slechts verleend indien vooraf het waterschap is gehoord.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Het bevoegd gezag kan in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
12.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 13 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de beheersverordening Asten Stegen, Koestraat 2013.