KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Artikel 4 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Artikel 6 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
Artikel 8 Slotregel
Bijlage 1 Lijst Kleinschalige Bedrijvigheid
Bijlage 2 Lijst Van Aan Huis Verbonden Beroepen
Bijlage 3 Besluit Hogere Grenswaarde
Bijlage 1 Bezonningsstudie
Bijlage 2 Beleidsregel Welstandscriteria
Bijlage 3 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 5 Aanvraag Hogere Waarde
Bijlage 6 Besluit Hogere Grenswaarde
Bijlage 7 Toelichting Afwijking Beleid Hogere Waarden
Bijlage 8 Trillingsonderzoek
Bijlage 9 Aanmeldingsnotitie
Bijlage 10 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 11 Archeologisch Bureauonderzoek En Verkennend Booronderzoek
Bijlage 12 Archeologisch Proefsleuvenonderzoek
Bijlage 13 Selectiebesluit Archeologie
Bijlage 14 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 15 Nota Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen

Hoek Spoorweglaan-Hoofdstraat

Bestemmingsplan - Gemeente Best

Vastgesteld op 21-09-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Plan

Het bestemmingsplan Hoek Spoorweglaan-Hoofdstraat met identificatienummer NL.IMRO.0753.bpSpoorweglHfdstr-VG01 van de gemeente Best.

1.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 Aan- en uitbouw

Een aan een hoofdgebouw gebouwd bijgebouw.

1.4 Aan huis verbonden beroep:

Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.

1.5 Achtergevel

Gevel aan de achterzijde van een gebouw, tegenover de voorgevel.

1.6 Achtergevelrooilijn

  1. a. De achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd;
  2. b. indien er geen sprake is van een achterste grens van een bouwvlak dan wel geen bouwvlak is aangegeven: de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan.

1.7 Afhankelijke woonruimte (met betrekking tot mantelzorg)

Een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

1.8 Bijgebouw

Gebouw dat door zijn ligging, constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.9 Dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, al dan niet door middel van een baliefunctie, met uitzondering van prostitutie, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt in:

  • administratieve dienstverlening

het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen, die een administratief karakter hebben dan wel handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, zonder een rechtstreeks contact met het publiek c.q. een baliefunctie;

  • maatschappelijke dienstverlening

het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, welzijn, woonzorg, onderwijs en educatie, sport, religie, overheid en vergelijkbare gebieden, waaronder mede ondergeschikte nevenfuncties ten behoeve van de diensten worden begrepen;

  • publieksgerichte dienstverlening

het verlenen van bedrijfsmatige diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van bedrijfsmatige handelingen overwegend gericht aan consumenten met een rechtstreeks contact met het publiek, niet zijnde detailhandel, horeca en/of seksuele dienstverlening;

  • zakelijke dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten en/of het leggen van contacten of het uitvoeren van commerciële handelingen, uitgezonderd detailhandel.

1.10 Dove gevel

Een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte.

1.11 Gestapelde woningen

Bebouwing bestaande uit zich in één hoofdgebouw boven en/of naast elkaar bevindende zelfstandige woningen en/of bijzondere woonruimten. Onder dit begrip kunnen onder andere appartementen- en flatgebouwen worden geschaard.

1.12 Goot

De snijlijn van het gevelvlak en dakvlak.

1.13 Hoofdgebouw

Een gebouw, dat door zijn ligging, constructie en/of afmetingen of bestemming als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken.

1.14 Huishouden

Een alleenstaande, of twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren.

1.15 Kleinschalige bedrijvigheid

Het verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden. Hieronder mede begrepen consumentenverzorging.

1.16 Kleinschalige overnachting

Een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een kortdurend verblijf en eventueel het serveren van ontbijt, waarvoor een vergoeding wordt betaald.

1.17 Overkapping

Elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand.

1.18 Permanente bewoning

Gebruik van een verblijf als hoofdverblijf.

1.19 Sociale huurwoning

Een goedkope en betaalbare huurwoning met een aanvangshuurprijs tot de liberalisatiegrens, zoals vastgesteld door de rijksoverheid. Huurverhogingen zijn toegestaan overeenkomstig de door de rijksoverheid vastgestelde regels voor sociale huurwoningen. Een en ander volgens de MRE normering Regionale begrippenlijst Wonen 2018.

1.20 Sociale koopwoning

Een goedkope en betaalbare koopwoning die in gebruiksklare toestand aan de koper wordt overgedragen voor een koopprijs van maximaal € 200.000,00 v.o.n. Een en ander volgens de MRE normering Regionale begrippenlijst Wonen 2018.

1.21 Voorgevel

De gevel die is gekeerd naar de weg waarop het gebouw is georiënteerd.

1.22 Voorgevelrooilijn

De denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen / bouwperceelgrenzen.

1.23 Vrijstaand bijgebouw

Een bijgebouw dat niet aan het hoofdgebouw verbonden is en ten dienste staat van het hoofdgebouw.

1.24 Woning

Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, dan wel voor de huisvesting van maximaal 4 personen, die geen gezamenlijk huishouden vormen maar wel gezamenlijk gebruik maken van de voorzieningen als ware het één huishouden. In het laatste geval dient sprake te zijn van een gebruiksoppervlakte van minimaal 12 m2 per persoon. Binnen een woning is sprake van één zelfstandige wooneenheid, dat wil zeggen één eenheid waarin een zelfstandig huishouden kan worden gevoerd doordat die eenheid beschikt over de daartoe strekkende voorzieningen (sanitair, kookgelegenheid en dergelijke) en een eigen huisnummer.

1.25 Zijdelingse perceelsgrens

De grens tussen twee percelen die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de zijdelingse perceelgrens

De kortste afstand tussen de zijdelingse perceelgrens van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.

2.2 bebouwingspercentage

Het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de verbeelding bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.

2.3 bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, lichtkoepels, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.5 lengte, breedte en diepte van een bouwwerk

Tussen (de lijnen getrokken langs) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).

2.6 ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.

2.7 oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.8 peil

  1. a. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. voor bouwwerken op een bouwperceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. indien in het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil).

2.9 vloeroppervlakte

De oppervlakte van de vloer van de begane grond.

2.10 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, galerijen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, trappenhuizen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken, luifels, erkers, en balkons buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 meter bedraagt en met dien verstande dat voor luifels, erkers, galerijen en balkons geldt dat de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet plaatsvindt binnen een afstand van 2 meter tot de aan de weg gelegen perceelsgrens waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

groenvoorzieningen

3.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mag niet worden gebouwd.

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in de bebouwingstypologie gestapelde woningen;
  2. b. dienstverlenende functies uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding “dienstverlening” en uitsluitend op de begane grond;
  3. c. ter plaatse van de functieaanduiding 'groen': uitsluitend wintergroene beplanting, met dien verstande dat deze tevens op de conform de bouwregels toegestane bebouwing gerealiseerd kan worden;
  4. d. tuinen, erven en terreinen;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  7. g. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals entreeruimten en bergingen ten behoeve van wonen, nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Voorwaardelijke verplichting groene hoek en lamellen voor de galerijen

  1. a. Alvorens gebouwen, niet zijnde bestaande gebouwen in gebruik genomen worden voor de doeleinden als bedoeld in 4.1 dient voldaan te worden aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. Wintergroene inrichting gerealiseerd ter plaatse van de aanduiding 'groen';
    2. 2. Lamellen gerealiseerd ter plaatse van de galerijen.
  2. b. De onder a. bedoelde voorzieningen dienen vervolgens als zodanig in stand gehouden te worden.

4.4 Voorwaardelijke verplichting voorkomen van lichthinder

  1. a. Ingeval een bovengronds parkeerdek wordt opgericht, dient voorafgaand aan de ingebruikname ter plaatse van de parkeervakken een voorziening in de vorm van een gesloten en lichtwerende balustrade/wand op de naar omliggende bebouwing gekeerde randen van minimaal 1,2 m hoog gerealiseerd te worden, ter voorkoming van lichthinder op omliggende percelen.
  2. b. De onder a. bedoelde voorziening dient vervolgens als zodanig in stand gehouden te worden.

4.5 Voorwaardelijke verplichting geluid

Het bouwen en in gebruik nemen van de appartementen zoals bedoeld in artikel 4.1 onder a. en 4.2 met een geluidsbelasting van meer dan 53 dB (exclusief aftrek) vanwege wegverkeer en meer dan 55 dB vanwege railverkeer is toegestaan indien wordt aangetoond met een akoestisch onderzoek dat de geluidsluwe buitenruimte gegarandeerd is en aan de overige eisen van het hogere waarde besluit (zoals opgenomen in bijlage 3 bij de regels) inclusief het realiseren van dove gevels en/of vliesgevel/loggia wordt voldaan.

4.6 Voorwaardelijke verplichting trillingen

  1. a. Het bouwen van bouwwerken voor de functie wonen conform artikel 4.1 sub a is uitsluitend toegestaan wanneer minimaal uit een dynamische berekening van de trillingssterkte blijkt dat de streefwaarden voor Wonen nieuwe situatie, zoals bedoeld in Richtlijn deel B van Stichting Bouwresearch, niet worden overschreden.
    1. 1. Dag- en avondperiode: A1 = 0,1 A2 = 0,4 A3 = 0,05
    2. 2. Nachtperiode: A1 = 0,1 A2 = 0,2 A3 = 0,05
  2. b. In afwijking van de regel onder a is het bouwen van bouwwerken voor de functie wonen conform artikel 4.1 sub a ook toegestaan op voorwaarde dat alle doelmatige en kosteneffectieve maatregelen om de trillingssterkte te verminderen worden getroffen en uit een dynamische berekening blijkt dat tenminste de streefwaarden voor Wonen in bestaande situatie, zoals bedoeld in Richtlijn deel B van Stichting Bouwresearch, niet worden overschreden.
    1. 1. Dag- en avondperiode: A2 = 0,8 A3 = 0,1
    2. 2. Nachtperiode: A2 = 0,4 A3 = 0,1.

4.7 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. Een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.
  2. b. Een goede woonsituatie.
  3. c. De verkeersveiligheid.
  4. d. De sociale veiligheid.
  5. e. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.8 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:

  1. a. Aan huis verbonden beroepen voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. De vloeroppervlakte voor aan huis verbonden beroepen in de woning en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 80 m²;
    2. 2. Uitsluitend beroepsactiviteiten zijn toegestaan indien deze voorkomen in, of gelijk te stellen zijn aan de lijst aan huis verbonden beroepen, zoals opgenomen in bijlage 1.
    3. 3. Detailhandel is niet toegestaan.
  2. b. Kleinschalige bedrijvigheid is niet toegestaan.
  3. c. Het is niet toegestaan (vrijstaande) bijgebouwen te gebruiken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
  4. d. Onder strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van een woning en/of bijbehorend bijgebouw voor kleinschalige overnachting en het gebruik van de ruimte ter plaatse van de functieaanduiding 'dienstverlening' voor groepen verminderd zelfredzame personen.

4.9 Afwijken van de gebruiksregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Overige Regels

6.1 Parkeernormen

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw, staat vast dat voldoende parkeergelegenheid, overeenkomstig de normen in de beleidsregels in de 'Nota Parkeernormen 2015', wordt gerealiseerd.

6.2 Afwijken parkeernormen

Burgemeester en wethouders kunnen één of meer bepalingen van deze nota buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing – gelet op het belang waarvoor deze nota tot stand is gebracht – leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Een en ander dient in een collegebesluit vastgelegd te zijn.

6.3 Wijzigen parkeernormen

Als de onder 6.1 bedoelde beleidsregels worden gewijzigd, wordt met die wijziging rekening gehouden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Hoek Spoorweglaan-Hoofdstraat Best.

Bijlage 1 Lijst Kleinschalige Bedrijvigheid

Bijlage 1 Lijst kleinschalige bedrijvigheid

Bijlage 2 Lijst Van Aan Huis Verbonden Beroepen

Bijlage 2 Lijst van aan huis verbonden beroepen

Bijlage 3 Besluit Hogere Grenswaarde

Bijlage 3 Besluit hogere grenswaarde

Bijlage 1 Bezonningsstudie

Bijlage 1 Bezonningsstudie

Bijlage 2 Beleidsregel Welstandscriteria

Bijlage 2 Beleidsregel welstandscriteria

Bijlage 3 Verkennend Bodemonderzoek

Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek

Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 4 Akoestisch onderzoek

Bijlage 5 Aanvraag Hogere Waarde

Bijlage 5 Aanvraag hogere waarde

Bijlage 6 Besluit Hogere Grenswaarde

Bijlage 6 Besluit hogere grenswaarde

Bijlage 7 Toelichting Afwijking Beleid Hogere Waarden

Bijlage 7 Toelichting afwijking beleid hogere waarden

Bijlage 8 Trillingsonderzoek

Bijlage 8 Trillingsonderzoek

Bijlage 9 Aanmeldingsnotitie

Bijlage 9 Aanmeldingsnotitie

Bijlage 10 Onderzoek Externe Veiligheid

Bijlage 10 Onderzoek externe veiligheid

Bijlage 11 Archeologisch Bureauonderzoek En Verkennend Booronderzoek

Bijlage 11 Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek

Bijlage 12 Archeologisch Proefsleuvenonderzoek

Bijlage 12 Archeologisch proefsleuvenonderzoek

Bijlage 13 Selectiebesluit Archeologie

Bijlage 13 Selectiebesluit archeologie

Bijlage 14 Quickscan Flora En Fauna

Bijlage 14 Quickscan flora en fauna

Bijlage 15 Nota Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen

Bijlage 15 Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen