KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden
Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Natuur- En Landschapswaarden
Artikel 7 Bedrijf - 1
Artikel 8 Bedrijf - 2
Artikel 9 Bedrijf - Nutsbedrijf
Artikel 10 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 11 Bedrijf - Paardenhouderij
Artikel 12 Bos
Artikel 13 Cultuur En Ontspanning
Artikel 14 Groen
Artikel 15 Horeca
Artikel 16 Maatschappelijk
Artikel 17 Maatschappelijk - Militair Oefenterrein
Artikel 18 Natuur
Artikel 19 Natuur - Waterwingebied
Artikel 20 Recreatie
Artikel 21 Tuin
Artikel 22 Tuin - Landschap
Artikel 23 Verkeer
Artikel 24 Verkeer - Railverkeer
Artikel 25 Water
Artikel 26 Water - Vaarwater
Artikel 27 Wonen
Artikel 28 Leiding - Brandstof
Artikel 29 Leiding - Gas
Artikel 30 Leiding - Hoogspanning
Artikel 31 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 32 Leiding - Hoogspanningsverbinding Te Vervallen
Artikel 33 Leiding - Riool
Artikel 34 Leiding - Water
Artikel 35 Waarde - Archeologie 2
Artikel 36 Waarde - Archeologie 3
Artikel 37 Waarde - Archeologie 4
Artikel 38 Waarde - Archeologie 5
Artikel 39 Waarde - Cultuurhistorie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 40 Anti-dubbeltelregel
Artikel 41 Algemene Bouwregels
Artikel 42 Algemene Gebruiksregels
Artikel 43 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 44 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 45 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 46 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 47 Overgangsrecht
Artikel 48 Slotregel
Bijlage 1 Stedenbouwkundig En Landschapsplan Sonseweg 1
Bijlage 2 Beplantingsplan Sonseweg 1
Bijlage 3 Voorwaardelijke Verplichting 1 Aarleseweg 15
Bijlage 4 Voorwaardelijke Verplichting 2 Klaverhoekseweg 9a
Bijlage 5 Voorwaardelijke Verplichting 3 Sonseweg 11 En 13
Bijlage 6 Voorwaardelijke Verplichting 4 Kapelweg 27
Bijlage 7 Voorwaardelijke Verplichting 5 Kruisbeemdenweg 16
Bijlage 8 Voorwaardelijke Verplichting 6 Mosselaarweg 18
Bijlage 9 Voorwaardelijke Verplichting 7 Broekdijk 2a
Bijlage 10 Voorwaardelijke Verplichting 8 Vleutstraat 8a
Bijlage 11 Voorwaardelijke Verplichting 9 Aarleseweg 38
Bijlage 12 Voorwaardelijke Verplichting 10 Vleutstraat 10
Bijlage 13 Voorwaardelijke Verplichting 11 Achterste Heistraat 2
Bijlage 14 Voorwaardelijke Verplichting 12 Mosselaarweg 9
Bijlage 15 Voorwaardelijke Verplichting 13 Mosselaarweg 9b
Bijlage 16 Voorwaardelijke Verplichting 14 Mosselaarweg 26-28
Bijlage 17 Voorwaardelijke Verplichting 15 Hagelaarweg 9-10-12
Bijlage 18 Voorwaardelijke Verplichting 16 Kruisbeemdenweg 7 - Liempdseweg 7
Bijlage 19 Voorwaardelijke Verplichting 17 Kapelweg 24
Bijlage 20 Voorwaardelijke Verplichting 18 Broekstraat 11
Bijlage 21 Voorwaardelijke Verplichting 19 Aarleseweg 50
Bijlage 22 Voorwaardelijke Verplichting 20 Oirschotseweg 119
Bijlage 23 Voorwaardelijke Verplichting 21 Kapelweg 11
Bijlage 24 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 25 Lijst Beroep Aan Huis
Bijlage 26 Lijst Kleinschalige Bedrijvigheid
Bijlage 27 Bedrijfsnatuurplan Museumpark
Bijlage 28 Natuurvergunningen
Bijlage 29 Waardevolle Bomen (Vervallen)
Bijlage 30 Kaart Boringen En Ontgravingen Hoogspanning
Bijlage 31 Luchtvaartzone Ihcs En Invliegfunnel
Bijlage 32 Luchtvaartzone Ils
Bijlage 33 Voorwaardelijke Verplichting 22 Molenkampseweg Ong (Naast 20)
Bijlage 34 Voorwaardelijke Verplichting 23 Mosselaarweg 17
Bijlage 35 Voorwaardelijke Verplichting 24 Sint Oedenrodeseweg 52
Bijlage 36 Voorwaardelijke Verplichting 25 Oude Baan 32
Bijlage 37 Cultuurhistorische Waarden In Het Buitengebied Van Best
Bijlage 38 Voorwaardelijke Verplichting 26 Oude Baan 19
Bijlage 1 Aanvullend Akoestisch Onderzoek Vleutstraat 10/10a
Bijlage 2 Notitie Ecologische Quickscan Scoutingterrein Boslaan Zuid 11

Partiële herziening bestemmingsplan buitengebied Best

Bestemmingsplan - Gemeente Best

Vastgesteld op 16-12-2024 - vastgesteld

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Het bestemmingsplan 'Partiele herziening bestemmingsplan buitengebied Best' heeft uitsluitend betrekking op:

  1. a. onderdelen van de verbeelding van het moederplan, zijnde het bestemmingsplan Buitengebied Best 2021 (1e vaststelling 26 september 2022, 2e vaststelling 25 september 2023) , zoals weergegeven op de verbeelding van deze herziening;
  2. b. de met een doorhaling (ingetrokken) en aanvulling, in cyaan (blauw) gemarkeerde onderdelen van de regels van het moederplan.

Het bestemmingsplan Buitengebied Best 2021, zoals dat luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van deze herziening, blijft voor het overige ongewijzigd.

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Plan

Het bestemmingsplan 'Partiële herziening bestemmingsplan buitengebied Best' met identificatienummer NL.IMRO.0753.bpbuitengebied2023-VG01 van de gemeente Best.

1.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 AAB

Adviescommissie Agrarische bouwaanvragen.

1.4 Aan- en uitbouw

Een aan een hoofdgebouw gebouwd bijgebouw dat in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.5 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 Aanduidingsgrens

Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 Aan huis verbonden beroep

Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.

1.8 Aardkundige waarden en kenmerken

Waarden en kenmerken van een gebied die vanwege geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen en vanwege de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van de bodem, van belang zijn.

1.9 Achtererfgebied

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en gelegen is achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorgevel en van daaruit evenwijdig loopt met de weg waaraan de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen.

1.10 Afhankelijke woonruimte (mantelzorg)

Een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met en behoort bij de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.

1.11 Agrarisch bedrijf

Inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die is gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of door het houden van landbouwhuisdieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf, niet zijnde een agrarisch technisch hulpbedrijf of agrarisch verwant bedrijf.

1.12 Agrarische bodemexploitatie

Het telen van gewassen en/of het beweiden door landbouwhuisdieren.

1.13 Agrarisch technisch hulpbedrijf

Bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het leveren van goederen en diensten aan agrarische bedrijven of dat agrarische producten bewerkt, vervoert of verhandelt, zoals loonwerkbedrijven, bedrijven voor mestopslag en handel, veetransport en veehandel met uitzondering van mestbewerking.

1.14 Agrarisch verwant bedrijf

Bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van landbouwhuisdieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.

1.15 Andere geluidgevoelige gebouwen:

Gebouwen zoals bedoeld in het Besluit geluidhinder.

1.16 Andere geluidgevoelige objecten

Voor andere geluidgevoelige objecten dan woningen geldt de definitie als opgenomen in artikel 1 van de Wet geluidhinder juncto artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder.

1.17 Archeologische/cultuurhistorische waarde

De aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit in het verleden.

1.18 Archeologische verwachting

De aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten.

1.19 Attentiegebied ecologische hoofdstructuur

Gebied gelegen rondom en binnen de ecologische hoofdstructuur waar fysieke ingrepen een negatief effect kunnen hebben op de waterhuishouding.

1.20 Bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.21 Bebouwingscluster

vlakvormige verzameling van bebouwing buiten bestaand stedelijk gebied;

1.22 Bebouwingsconcentratie

kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster;

1.23 Bebouwingslint

min of meer aaneengesloten lijnvormige reeks van bebouwing langs een weg buiten bestaand stedelijk gebied;

1.24 Bebouwingspercentage

Een op de verbeelding dan wel in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel, bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

1.25 Bedrijfsgebouw

Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.26 Bedrijfsmatige exploitatie recreatiebedrijf

Het door middel van een bedrijf beheren en/of exploiteren van recreatieverblijven, waarbij voor recreatiewoningen geldt dat daar permanente wisselende recreatieve (nachts)verblijfsmogelijkheden worden geboden

1.27 Bedrijfswoning

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.

1.28 Beperkingen veehouderij

Gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen zijn beperkt.

1.29 Bestaand

  1. a. t.a.v. bebouwing:
    bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van de ter-inzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan Buitengebied Best 2021, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip onherroepelijk verleende omgevingsvergunning;
  2. b. t.a.v. gebruik:
    het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen.

1.30 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.31 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.32 Bijbehorende voorzieningen

Voorzieningen, die een onderdeel vormen van en ondergeschikt zijn aan het hoofdgebruik van de bestemming.

1.33 Bijgebouw

Gebouw dat door zijn ligging, constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.34 Boerderij of boerderijgebouw

Eén gebouw, dat bestaat uit één overwegend ongelede (hoofd)bouwmassa, waarbinnen zich de (voormalige) agrarische bedrijfswoning en de (voormalige) agrarische bedrijfsruimten bevinden. Voorbeelden zijn een langgevelboerderij en een kortgevelboerderij.

1.35 Boerderijsplitsing

Het opdelen, binnen de bestaande (hoofd)bouwmassa, van een boerderij(gebouw) in niet meer dan 2 woningen of een in de regels aangegeven ander maximum aantal woningen.

1.36 Boringsvrije zone

Gebied rondom een waterwingebied waar zich tussen het maaiveld en het watervoerende pakket waaraan het grondwater wordt onttrokken een aaneengesloten slecht doorlaatbare laag bevindt.

1.37 Bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.38 Bouwmassa

Een complex van aaneengebouwde bouwwerken.

1.39 Bouwperceel

Aaneengesloten (virtueel) vlak waarop functioneel bij elkaar behorende bebouwing en bijbehorende voorzieningen worden geconcentreerd, en dat bestaat uit een bouwvlak, waarbinnen de gebouwen zijn toegelaten, met de direct daaraan grenzende gronden waar ook bouwwerken geen gebouwen zijnde en vergunningvrije bouwwerken zijn toegestaan;

1.40 Bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.41 Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.42 Bouwwijze

De wijze van bouwen van een woning, waarbij sprake is van vrijstaande, twee aaneengebouwde of meerdere aaneengebouwde dan wel gesplitste woningen; de bouwwijze wordt bepaald door de mate waarop het hoofdgebouw direct verbonden is met een ander hoofgebouw, dan wel indien het hoofdgebouw gesplitst is in twee of meerdere zelfstandige wooneenheden.

1.43 Carport

Een overkapping voor de overdekte stalling van motorvoertuigen.

1.44 Cultuurhistorische waarden en kenmerken

Waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden.

1.45 Dagrecreatie

Recreatieve activiteiten in de vorm van ontspanning, sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan.

1.46 Dak

Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.47 Detailhandel

Bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Activiteiten die vallen onder het begrip horeca worden niet aangemerkt als detailhandel .

1.48 Deskundige

Een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen aangaande een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening, zoals een archeologisch deskundige, erfgoeddeskundige, landschapsdeskundige, milieudeskundige en natuurdeskundige.

1.49 Dierenverblijf

Gebouw voor het houden van landbouwhuisdieren, inclusief de daartoe behorende voorzieningen.

1.50 Dikke fractie

Het rulle of vaste deel van dierlijke mest dat ontstaat bij scheiding van mest of digestaat in een dik en een dun deel, bijvoorbeeld door mechanische scheiding, gescheiden opvang van mest en urine, bezinking of een strofilter.

1.51 Dove gevel

een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, waaronder begrepen het dak, die bestaat uit:

  1. a. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A);
  2. b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte.

1.52 Ecologische verbindingszone

Vaak langgerekt gebied, waarbinnen natuur- en landschapselementen zijn of worden gerealiseerd, gericht op het verbinden van natuurgebieden.

1.53 Ecologische waarden en kenmerken

Aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde.

1.54 Erfbeplanting

Visueel afschermende, maskerende en/of het landschapsbeeld versterkende en overwegend opgaande (rand)beplanting binnen, op de rand of direct aansluitend op het bestemmingsvlak of bouwperceel van een bedrijf, een woning of een terrein met een andere functie.

1.55 Escortbedrijf

De natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices of bemiddelingsbureaus.

1.56 Evenement

het geheel van al dan niet incidentele dan wel al dan niet kortdurende, maar wel tijdelijke activiteiten, dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis, zoals een feest, kermis, optocht, braderie, wedstrijd of andere bijeenkomst tot ontspanning of vermaak, of een vertoning, voorstelling of herdenking, met uitzondering van

  • bioscoopvoorstellingen,
  • markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en
  • snuffelmarkten als bedoeld in de APV,
  • kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen,
  • het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen, betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties,
  • activiteiten genoemd in het artikel straatartiest en speelgelegenheid als bedoeld in de APV.

1.57 Extensief recreatief medegebruik:

een vorm van recreatief medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden zoals wandelen, fietsen en dergelijke

1.58 Functie

Doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.

1.59 Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.60 Geluidgevoelige ruimte

Een geluidgevoelige ruimte is een verblijfsruimte of verblijfsgebied van een gebouw met een woonfunctie. Ook een bijeenkomstfunctie die een nevengebruiksfunctie is van een woonfunctie van een verzorgingshuis (bijvoorbeeld een recreatiezaal) is een geluidgevoelige ruimte.

1.61 Geluidzone industrie

Geluidcontour rond een industrieterrein waarbuiten de geluidbelasting vanwege dat terrein niet meer mag bedragen dan 50 dB(A).

1.62 Geurgevoelig object

Object als bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij.

1.63 Gewasbeschermingsmiddelen gevoelige functies

Functies waar sprake is van een langdurig (kunnen) verblijven van mensen. Bij wonen is ook de tuin onderdeel van de gewasbeschermingsmiddelen gevoelige functie.

1.64 Glastuinbouwbedrijf

Agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt.

1.65 Groencentrum

een bedrijf dat is gericht op het telen en voornamelijk verkopen van planten en siergewassen, alsmede het verkopen en leveren van andere goederen en materialen voor het aanleggen, onderhouden en verfraaien van tuinen.

1.66 Grondgebonden veehouderij

Veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie, zoalsbeschreven in de provinciale Interim Omgevingsverordening of opvolger daarvan.

1.67 Handelsbedrijf

Een bedrijf dat is gericht op het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen, in de vorm van een groothandel met eventueel ondergeschikte detailhandel.

1.68 Hobbymatig agrarisch gebruik

niet- bedrijfsmatig agrarisch gebruik van gronden en/of agrarisch gebruik dat niet ten dienste is van een bedrijf; onder hobbymatig agrarisch gebruik wordt in dit kader ook het gebruik van paardenbakken voor paardensportactiviteiten verstaan alsmede het gebruik van schuilhutten voor het stallen van dieren.

1.69 Hokdierhouderij

Veehouderij met uitzondering van nertsenhouderij, melkrundveehouderij en schapenhouderij.

1.70 Hondenfokkerij

Het bedrijfsmatig fokken van honden.

1.71 Hondenpension/hondenkennel

Een tijdelijke opvangplaats voor honden, waar het dier na verloop van tijd weer wordt opgehaald door de eigenaren, bijvoorbeeld na vakantie.

1.72 Hoofdfunctie

Een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden als zodanig mag worden gebruikt.

1.73 Hoofdgebouw

Een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.

1.74 Horecabedrijf

Een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van een nachtverblijf en/of het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, een en ander gepaard gaande met dienstverlening. Tot de hieronder genoemde categorieën Horeca 1 tot en met Horeca 5 worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon- en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten:

horeca 1 (winkelgebonden daghoreca):

vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm en openingstijden aansluiten bij winkelvoorzieningen en waarbij de activiteiten primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren en/of licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken voor nuttiging al dan niet ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans geen of slechts in lichte mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals broodjeszaken, ijssalons, eethuisjes en lunchrooms;

horeca 2a (maaltijdverstrekkers):

vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt, zoals restaurants, bistro's, grand cafés etc.

horeca 2b (logiesverstrekkers)

vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van logies met bijbehorend bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt, zoals hotels en pensions;

horeca 3 (spijsverstrekkers):

vormen van horeca-activiteiten die primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren voor nuttiging en/of het al dan niet ter plaatse nuttigen alsmede daaraan ondergeschikt het verstrekken van licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken en waarvan de exploitatie doorgaans in enige mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafetaria's, automatieken en afhaalhoreca;

horeca 4 (drankverstrekkers):

vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken voor gebruik ter plaatse van alcoholische en niet alcoholische dranken en waarvan de exploitatie doorgaans een lichte aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafés en bars;

horeca 5 (zware horeca):

vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig gelegenheid bieden van dansen op elektrisch versterkte muziek alsmede op het ter plaatse nuttigen van alcoholische en niet-alcoholische dranken en etenswaren, en waarvan de exploitatie een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals discotheken en nachtclubs.

1.75 Huishouden

Een alleenstaande, of twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren. Indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, betreft het een leefvorm of samenlevingsvorm met een continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid.

1.76 Hostel

Tijdelijk recreatief dag- en nachtverblijf aan wisselende personen. Het verstrekken van maaltijden/drankjes aan overnachtende gasten is toegestaan.

1.77 Hydrologische betekenis

Gronden met een betekenis binnen het watersysteem van het plangebied als infiltratiegebied, intermediair gebied en/of kwelgebied.

1.78 Hydrologisch waardevol

Gronden met waarden in verband met een specifieke waterhuishoudkundige situatie in relatie tot een of meer van de volgende waarden en/of omstandigheden:

  • aanwezige aardkundige waarden;
  • aanwezige waterafhankelijke natuurwaarden;
  • aanwezige mogelijkheden voor ontwikkeling van waterafhankelijke natuurwaarden;

Daarbij behoren tevens kwantitatieve aspecten (hoge waterstand, stabiel waterpeil, kwelsituatie) en/of kwalitatieve aspecten (voedselarm, onvervuild).

1.79 Kamerverhuur

Het opdelen van een woning in twee of meer onzelfstandige wooneenheden óf het opdelen van een woning in één zelfstandige en één of meer onzelfstandige wooneenheden.

1.80 Kampeermiddel

Tent, tentwagen, kampeerauto, caravan of enig ander onderkomen of verblijf, geen bouwwerk zijnde, dat geschikt is voor tijdelijk recreatief nachtverblijf.

1.81 Kampeerterrein

Terrein, geheel of gedeeltelijk ingericht en bedrijfsmatig geëxploiteerd, dat is bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen.

1.82 Kas

Agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter.

1.83 Kelder

Een nagenoeg geheel ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorende bovengronds bouwwerk.

1.84 Kernrandzone

Overgangsgebied naar het buitengebied, gelegen langs bestaand stedelijk gebied, met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand van elkaar en met een ondergeschikte of afnemende agrarische functie.

1.85 Kleindierhouderij

Een therapeutische boerderij, waarbij dieren worden gehouden gericht op het organiseren van contact van clienten met deze dieren.

1.86 Kleinschalige bedrijvigheid

Het verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden. Hieronder wordt mede begrepen consumentenverzorging.

1.87 Kleinschalige bouwwerken

Bouwwerken met een geringe oppervlakte en een geringe bouwhoogte.

1.88 Kleinschalige overnachting

Een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een kortdurend verblijf en eventueel het serveren van ontbijt, waarvoor een vergoeding wordt betaald.

1.89 Kunstwerken

Waterstaatkundige bouwwerken die van belang zijn voor de functie die de wateren hebben, dan wel uit andere hoofde behoren tot of gelegen zijn in een watergang.

1.90 Landbouwhuisdier

Zoogdier of vogel voor de productie van vlees, eieren, melk, wol, pels of veren of een paard of pony voor het fokken

1.91 Landschappelijke tuin

een stuk grond, behorende bij het perceel van de aangrenzende (bedrijfs)woning, in gericht als tuin welke qua karakter en uiterlijk zoveel mogelijk aansluit bij het landschappelijk karakter van de omgeving;

1.92 Landschappelijke waarden en kenmerken

Gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten.

1.93 Lawaaisporten

Een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hieronder niet verstaan.

1.94 LIR

Landschapsinvesteringsregeling (LIR) 2019 gemeente Best, en opvolgende beleidsregels, waarin, met betrekking tot de beoordeling van initatiatieven, de verschillende vormen van bijdragen aan de kwaliteit van het landschap zijn voorgeschreven.

1.95 Loonwerkbedrijf

Een bedrijf, dat is gericht op het verlenen van diensten aan overwegend agrarische bedrijven en het verrichten van cultuurtechnische werkzaamheden, met behulp van werktuigen.

1.96 Maatschappelijke en culturele voorzieningen

Educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.

1.97 Manege

Een bedrijf dat op eigen terrein binnen of buiten een gebouw gelegenheid geeft tot het beoefenen van de paardensport en al dan niet mogelijkheden biedt voor het verblijf en de verzorging van paarden.

1.98 Mantelzorg

Langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende (fysiek, psychisch en/of sociaal) door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten van elkaar overstijgt.

1.99 Melkrundveehouderij

Onder melkveehouderij worden de volgende diercategorieën uit de Regeling ammoniak en veehouderij verstaan, met tussen haakjes de bijbehorende RAV-code:

  • melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar (A1);
  • vrouwelijk jongvee tot 2 jaar (A3);
  • dieren die worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak voor natuurbeheer.

1.100 Mestbewerking

De toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygienisatie of indamping van mest.

1.101 Mestverwerking

Het bewerken van mest ten behoeve van het exportwaardig maken daarvan.

1.102 Milieucategorie

Milieucategorie zoals omschreven in de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009.

1.103 Multifunctionele ruimte

een multifunctionele ruimte waar onder meer zijn toegestaan;

  1. 1. Exposities
  2. 2. Tentoonstellingen
  3. 3. Ruilbeurzen
  4. 4. Voorstellingen (theater, harmonieconcerten, mannenkoor etc.)
  5. 5. Symposiums
  6. 6. Lezingen
  7. 7. Bruiloften
  8. 8. Bedrijfsfeesten/-bijeenkomsten
  9. 9. Bijeenkomsten verenigingen

1.104 NatuurNetwerk Brabant (NNB)

Samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.

1.105 Natuurwaarden

Waarden in verband met de aanwezigheid van bijzondere planten, dieren en leefgemeenschappen in onderlinge samenhang en in samenhang met hun leefomgeving (biotoop) en welke verband houden met zaken als verscheidenheid/zeldzaamheid, natuurlijkheid/ongestoordheid en kenmerkendheid.

1.106 Nevenactiviteiten

Activiteiten waarvoor een gedeelte van de vloeroppervlakte van een gebouw dan wel een deel van de gronden als bepaald in de regels als zodanig mag worden gebruikt.

1.107 Nutsvoorzieningen

Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, apparatuur voor telecommunicatie, voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.

1.108 Omschakeling

Geheel of gedeeltelijk overstappen van de ene agrarische bedrijfsvorm naar de andere agrarische bedrijfsvorm.

1.109 Ondersteunende horeca

er is sprake van ondersteunende horeca wanneer men in een inrichting met een andere planologische hoofdbestemming dan horeca, (kleine) eetwaren en/of dranken kan consumeren ter plaatse en daarvoor moet betalen. De horeca-activiteiten moeten ondersteunend en ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteit (hoofdbestemming). Ondersteunend betekent dat de horeca activiteit niet los van de hoofdactiviteit mag plaatsvinden. Ondergeschikt betekent dat de hoofdbestemming de belangrijkste functie blijft, gelet op ruimtebeslag, omzet en arbeidsomvang.

1.110 Opslagverhuurbedrijf

één bedrijf dat bedrijfsruimten verhuurt aan andere bedrijven / particulieren ten behoeve van opslag, waarbij het geen opslag betreft van goederen die bestemd zijn voor handel of ter plaatse worden overgeladen (overslagpunt). Productie, be- of verwerking van producten, repareren, sorteren en inpakken van producten of soortgelijke activiteiten is niet toegestaan uitgezonderd kortdurende en incidentele werkzaamheden. Stalling van voertuigen voor transportbedrijven en opslag van brandgevaarlijke goederen op het buitenterrein is niet toegestaan.

1.111 Overig agrarisch bedrijf

Agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, (vollegronds(teeltbedrijf of glastuinbouwbedrijf valt.

1.112 Overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak en niet meer dan 1 wand.

1.113 Paardenhouderij

Een bedrijf dat gericht is op semi-agrarische activiteiten zoals het fokken en africhten van paarden dan wel op bedrijfsmatige activiteiten, zoals het aanbieden van rijles, het bieden van verblijf aan paarden, bijvoorbeeld paardenpension en paardenstallen en/of de handel in paarden.

1.114 Peil

  • Voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst; de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang.
  • In andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.115 Pensionstalling

een agrarisch verwant bedrijf, waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het houden van paarden van derden of het berijden ervan. Hieronder wordt verstaan de verhuur van stalling met accommodatie en/of weiland en het verzorgen van paarden. Onder pensionstalling wordt geen manege verstaan.

1.116 Perceelsgrens

De grens van een bouwperceel.

1.117 Permanente bewoning

Het gebruik van een gebouw of ander onderkomen als woonruimte op een wijze, die ingevolge de bepalingen van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, noopt tot inschrijving van de bewoner(s) in het bevolkingsregister van de gemeente waarin dat gebouw is gelegen; of indien betrokkene op meer dan één adres woont, het gebruik van het gebouw of ander onderkomen als verblijf waar betrokkene naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten met dien verstande dat van permanente of tijdelijke bewoning voorts wordt geacht sprake te zijn wanneer buiten het zomerseizoen (dat loopt van 1 mei tot 1 oktober) in een kalenderjaar ter plaatse door betrokkene meer dan 70 maal nachtverblijf wordt gehouden en door betrokkene niet aannemelijk is of kan worden gemaakt, dat elders over een hoofdwoonverblijf kan worden beschikt.

1.118 Productiegebonden detailhandel

Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.119 Prostitutie

Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.120 Raamprostitutie

Een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen.

1.121 Recreatief medegebruik

Een recreatief gebruik van gronden dan ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan. Voorbeelden hiervan zijn wandelen, fietsen, paardrijden en sportvissen.

1.122 Recreatieve voorziening

Voorzieningen bedoeld voor recreatieve activiteiten die in de vrije tijd plaatsvinden en ontspanning tot doel hebben, zoals musea, sportterreinen, speeltuinen, hondenoefenterreinen, dierenparken en openluchttheaters.

1.123 Regionale waterberging

Gebied dat noodzakelijk is om wateroverlast uit regionale watersystemen tegen te gaan.

1.124 Reservering waterberging

Gebied dat mogelijk in de toekomst noodzakelijk is om wateroverlast uit regionale watersystemen tegen te gaan.

1.125 Ruimtelijke eenheid

Complex van bij elkaar behorende bouwwerken.

1.126 Scouting

Groepsgewijze spel-en vereningingsactiviteiten voor kinderen en jongeren tot 21 jaar, inclusief overnachtingsmogelijkheid (groepsaccomodatie en/of kamperen) in weekenden en tijdens vakantieperioden .

1.127 Schuilhut

Een solitair gelegen klein bouwwerk dat dient voor de hobbymatige stallen van dieren en het bijbehorende dierenvoer.

1.128 Seksinrichting

De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.129 Stalderingsgebied

gebied waarbinnen het oprichten van een dierenverblijf voor een hokdierhouderij is gekoppeld aan de sanering van een bestaand dierenverblijf van een hokdierhouderij met als doel de regionale concentratie van vee te reguleren en verdere leegstand te voorkomen;

Het stalderingsgebied voor Best is als volgt begrensd:

afbeelding "i_NL.IMRO.0753.bpbuitengebied2023-VG01_0001.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0753.bpbuitengebied2023-VG01_0002.jpg"

1.130 Statische opslag

(binnen)opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, die niet brandgevaarlijk zijn, niet bestemd zijn voor handel en niet worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf, zoals (seizoens)stalling van (antieke) auto's, boten, caravans, campers en dergelijke.

1.131 Straatprostitutie

Het door handelingen, houding, woord, gebaar of andere wijze passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken.

1.132 Streekgebonden producten

producten, gemaakt met grondstoffen die als streekeigen worden beschouwd en/of volgens streektraditie geteelde producten, en/of producten die volgens een specifieke bereidingswijze of receptuur van een bepaalde regio wordt geproduceerd.

1.133 Teeltondersteunende voorziening

Ondersteunende voorziening die een onderdeel is van de vollegrondse bedrijfsvoering van een (vollegronds)teeltbedrijf, waarbij het volgende onderscheid wordt gemaakt:

  1. a. teeltondersteunende kas:
    een teeltondersteunde voorziening in de vorm van een (permanente) kas.
  2. b. hoge teeltondersteunende voorzieningen met een permanent karakter:
    teeltondersteunende voorzieningen, in de regel hoger dan 1,5 meter, ter bescherming van zaaisels en planten, tegen onkruid en wildschade en tegen weersinvloeden, die vrij makkelijk verwijderbaar zijn, maar waarbij dat niet na elk teeltseizoen plaats vindt. Hieronder worden in ieder geval verstaan:
      • teeltbakken in stellingen of teelttafels, eventueel met regenkappen;
      • ondersteunende (glas)kassen;
      • plastic-/foliekassen, -tunnels en -regenkappen.
  1. c. hoge teeltondersteunende voorzieningen met een tijdelijk karakter:
    teeltondersteunende voorzieningen, in de regel hoger dan 1,5 meter, ter bescherming van zaaisels en planten, tegen onkruid en wildschade en tegen weersinvloeden, die aanwezig zijn gedurende de periode dat de teelt dat vereist, en die na (een deel van) van het teeltseizoen, en uiterlijk binnen 8 maanden, weer worden verwijderd. Hieronder worden in ieder geval verstaan:
      • menstoegankelijke wandelkappen;
      • schaduwhallen voor het afharden van producten en ter bescherming van plantmateriaal tegen scherpe zon;
      • hagelnetten en vraatnetten.
  2. d. lage ondersteunende voorzieningen met een meer permanent karakter/containervelden
    ondersteunende voorzieningen voor plantaardige teelten, die op of nabij de grond worden aangebracht, voor zogenaamde containerteelt. Hierbij kan het volgende onderscheid worden gemaakt:
      • containervelden als onomkeerbare voorziening, waarbij gebruik gemaakt wordt van een geheel verharde ondergrond veelal van niet-openbare/gesloten verhardingen, zoals beton;
      • containervelden als omkeerbare voorzieningen, waarbij gebruik gemaakt wordt van anti-worteldoek met daartussen opneembare of open verhardingen, zoals betonplaten, tegel- of klinkerbestratingen.
  3. e. lage teeltondersteunende voorzieningen met een tijdelijk karakter
    teeltondersteunende voorzieningen, met een hoogte van maximaal 1,5 meter, aanwezig gedurende de periode dat de teelt dat vereist, en die na (een deel van) het teeltseizoen, en uiterlijk binnen 8 maanden, weer worden verwijderd. Hieronder worden in ieder geval verstaan:
      • lage tunnels van halfronde bogen waarover plastic of gaasdoek wordt gespannen, insectengaas, afdekfolies, vlakveldfolies.

1.134 Tuincentrum

bedrijf, geheel of in overwegende mate gericht op detailhandel van boomkwekerijproducten, planten, bloembollen, bloemen, kamerplanten, artikelen voor de aanleg en het onderhoud van de tuinen, tuininrichtingsartikelen en aanverwante artikelen.

1.135 Toename van stikstofemissie

  1. a. Er is sprake van een toename van stikstofemissie door het gebruik van gronden en bouwwerken wanneer de emissie van stikstof (N/kg/jaar*) meer bedraagt dan de emissie van stikstof (N/kg/jaar*) afkomstig van het feitelijk bestaande, planologisch legale gebruik van gronden en bouwwerken, voorafgaand aan de vaststelling van het plan.
  2. b. Indien een gelijkblijvende of een afname van de stikstofemissie (N/kg/jaar*) afkomstig van het feitelijk bestaande, planologisch legale gebruik van de betreffende gronden en bouwwerken voorafgaand aan de vaststelling van het plan, een hogere stikstofdepositie veroorzaakt op voor stikstof gevoelige en voor stikstof overbelaste habitats in een Natura 2000-gebied, dan wordt dit eveneens beschouwd als een toename van stikstofemissie;
  3. c. Als uitzondering op lid a en lid b van deze bepaling geldt het volgende:
    er is geen sprake van een toename van stikstofemissie wanneer er sprake is van één van de volgende situaties:
    1. 1. de emissie N/kg/jaar afkomstig van betreffende gronden en bouwwerken bedraagt maximaal de emissie( N/kg/jaar*) afkomstig van de betreffende gronden en bouwwerken conform een ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan verleende en onherroepelijke vergunning als bedoeld in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 en/of artikel 2.7 lid 2 Wet natuurbescherming, en waarvoor een passende beoordeling is gemaakt, dan wel een verleende en onherroepelijke omgevingsvergunning die met toepassing van hoofdstuk IX Natuurbeschermingswet 1998 of met toepassing van de overeenkomstige regeling uit de Wet natuurbescherming dan wel onder toepassing van artikel 2.2aa Bor juncto artikel 2.1 lid 1 onder i Wabo is verleend en waarvoor een passende beoordeling is gemaakt.
      De bedoelde vergunningen zijn als zodanig opgenomen in Bijlage 28 Natuurvergunningen
    2. 2. de toename van de stikstofdepositie op voor stikstof gevoelige en voor stikstof overbelaste habitats in een Natura 2000-gebied ten gevolge van een toename van stikstofemissie zoals bedoeld in lid a en lid b van deze bepaling, kleiner is dan 0,005 mol/ha/jaar.

* wanneer in deze regels 'emissie N/kg/jaar' wordt gebruikt, wordt de hiervan onderdeel uitmakende hoofdletter 'N' bedoeld als verzamelnaam voor NH3 en NOx.

1.136 Veehouderij

Agrarisch bedrijf of tak, gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.

1.137 Veldschuur

Een ten tijde van het in ontwerp ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Best 2021 reeds aanwezig (of bestaand) gebouw buiten een agrarisch bouwvlak of een bestemmingsvlak met bouwmogelijkheden, dat buiten de reguliere bouwregels valt en wel als zodanig bestemd dient te worden.

1.138 Verblijfsrecreatie

Het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen.

1.139 Vergaderaccommodatie

het gebruik van een accommodatie ten behoeve van het georganiseerd bijeenkomen van mensen voor het voeren van overleg, het volgen van presentaties en overeenkomstig gebruik.

1.140 Verkoopvloeroppervlak (vvo)

De totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank.

1.141 Vloeroppervlakte

de oppervlakte van de vloer van de begane grond.

1.142 (vollegronds)teeltbedrijf

Agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt.

1.143 Voorgevel

De gevel van de voorzijde van een gebouw.

1.144 Voorgevellijn

De lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan.

1.145 Volwaardig agrarisch bedrijf

Bedrijf met de omvang van ten minste één volwaardige arbeidskracht met een daarbij passende arbeidsomvang en een daaruit te verwachten redelijk inkomen.

1.146 Voorzieningen van algemeen nut

Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.

1.147 Vormverandering van een bouvlak

Wijziging van de begrenzing van een bouw- en bestemmingsvlak zonder dat dit gepaard gaat met een vergroting van de totale oppervlakte van dat bouwvlak of bestemmingsvlak.

1.148 Water en waterhuishoudkundige voorzieningen

Al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voor voorzieningen, die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten en dergelijke.

1.149 Waterwingebied

Gebied waar waterwinning plaatsvindt ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening door onttrekking van grondwater.

1.150 Werk

Een constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde.

1.151 Wet/wettelijke regeling

Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het bestemmingsplan Buitengebied Best 2021, tenzij anders bepaald.

1.152 Woning

Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, dan wel voor de huisvesting van één huishouden met daarbij niet bedrijfsmatige kamerverhuur van maximaal 2 personen, danwel voor de huisvesting van maximaal 4 personen, die geen gezamenlijk huishouden vormen maar wel gezamenlijk gebruikmaken van de voorzieningen als ware het één huishouden. In het laatste geval dient sprake te zijn van een gebruiksoppervlakte van minimaal 12 m2 per persoon. Binnen een woning is sprake van één zelfstandige wooneenheid, dat wil zeggen één eenheid waarin een zelfstandig huishouden kan worden gevoerd doordat die eenheid beschikt over de daartoe strekkende voorzieningen (sanitair, kookgelegenheid en dergelijke) en een eigen huisnummer.

1.153 Woonboerderij

Een boerderij of boerderijgebouw dat bestaat uit een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met de in hetzelfde gebouw opgenomen (voormalige) bedrijfsruimten, waarbij woon- en stalgedeelte van oudsher aan elkaar verbonden zijn. Voorbeelden hiervan zijn een langgevelboerderij of kortgevelboerderij.

1.154 Zolder

Zolder onder een kap voor zover de hoogte van de borstwering ter plaatse van de omtrekmuren minder dan 80 cm boven de vloer is gelegen.

1.155 Zorgvuldige veehouderij

Een veehouderij, die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving. Er is sprake van een zorgvuldige veehouderij als is voldaan aan de Nadere regels Brabantse zorgvuldigheidsscore veehouderij zoals in de provinciale Interim Omgevingsverordening of opvolger daarvan.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 De dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 De goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 De inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 De (bouw)hoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 De oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 De oppervlakte van zonnepanelen

De oppervlakte van geplaatste of geinstalleerde zonnepanelen is de netto oppervlakte loodrecht gemeten vanuit de lucht.

2.7 De afstand tot de bestemmingsgrens

De kortste afstand van het buitenwerkse gevelvlak van een gebouw tot de bestemmingsgrens.

2.8 De afstand tot de bouwperceelsgrens

Tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.

2.9 De afstand tot de weg

De afstand tussen de bebouwing en de as van de weg.

2.10 De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens

De kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de zijdelingse grens van het bouwperceel.

2.11 De breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren.

2.12 Ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk

Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.13 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- en/of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,50 meter bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.7 Wijzigingsbevoegheid

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.4 Specifieke gebruiksregels

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.7 Wijzigingsbevoegheid

Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Natuur- En Landschapswaarden

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.2 Bouwregels

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.4 Specifieke gebruiksregels

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.7 Wijzigingsbevoegheid

Artikel 7 Bedrijf - 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

7.2 Bouwregels

7.3 Afwijken van de bouwregels

7.4 Specifieke gebruiksregels

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

7.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 8 Bedrijf - 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor':
    1. 1. ondergeschikte kantoren ten behoeve van en ondergeschikt aan een in de direct nabijheid gelegen bedrijf;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden':
    1. 1. natuurwetenschappelijke waarde en/of ecologische waarde;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals voorzieningen voor verkeer en verblijf, wegen en paden; tuinen en erven; parkeervoorzieningen; erfontsluitingen; groenvoorzieningen (en landschapselementen); water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.3 Specifieke gebruiksregels

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door het bouwvlak te vergroten, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. de wijziging mag uitsluitend de gronden zonder de aanduiding 'natuurwaarden' betreffen;
  2. b. de gronden van de uitbreiding van het bouwvlak mogen uitsluitend worden gebruikt voor ondergeschikte en/of ondersteunende voorzieningen ten behoeve van de primaire productie van het ter plaatse gevestigde bedrijf, op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan;
  3. c. aangetoond dient te worden dat voorzien wordt in voldoende parkeervoorzieningen voor het terrein;
  4. d. de activiteiten als bedoeld in sub b mogen geen onevenredige aantasting van de natuurwetenschappelijke waarde en/of ecologische waarde van de gronden met de aanduiding 'natuurwaarden' of de bestemming 'Natuur' tot gevolg hebben.

Artikel 9 Bedrijf - Nutsbedrijf

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf - Nutsbedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. voorzieningen voor het openbaar nut zoals de energie-, warmte- en telecommunicatievoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  2. b. groenvoorzieningen;
  3. c. voorzieningen voor verkeer en verblijf waaronder wegen en paden.

9.2 Bouwregels

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.1 voor het bouwen van gebouwen tot 10 m² buiten het bouwvlak indien dit noodzakelijk is voor de energievoorziening en energiedistributie, waarbij voldaan moet worden aan het bepaalde in lid 9.2.2 en in de in de omgeving aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast.

Artikel 10 Bedrijf - Nutsvoorziening

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf - Nutsvoorziening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. voorzieningen voor het openbaar nut zoals de energie-, warmte- en telecommunicatievoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals voorzieningen voor verkeer en verblijf, wegen en paden; tuinen en erven; parkeervoorzieningen; erfontsluitingen; groenvoorzieningen (en landschapselementen); water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.1 voor het bouwen van gebouwen tot 10 m² buiten het bouwvlak indien dit noodzakelijk is voor de energievoorziening en energiedistributie, waarbij voldaan moet worden aan het bepaalde in lid 10.2.2 en in de in de omgeving aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast.

Artikel 11 Bedrijf - Paardenhouderij

11.1 Bestemmingsomschrijving

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Specifieke gebruiksregels

11.5 Afwijken van de gebruiksregels

11.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 12 Bos

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van het bos en bosgroeiplaats;
  2. b. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke waarden en kenmerken en natuurwaarden;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding Overige zone - cultuurhistorisch vlak voor behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en kenmerken.
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kamperen scouting' voor kamperen van de scouting.
  5. e. behoud van onverharde paden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde wegen'
  6. f. een parkeerterrein met halfverharding, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  7. g. groenvoorzieningen;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' een ontsluitingweg;
  9. i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waarbij de gronden gelegen binnen een zone van 5 m vanaf de grens van de bestemming Water tevens bestemd zijn voor de instandhouding en het onderhoud van de binnen de bestemming Water gelegen watergang;
  10. j. extensief recreatief medegebruik;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - herdenkingsteken’ voor een herdenkingsteken.

12.2 Bouwregels

12.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2 voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bouwen ten behoeve van extensieve recreatie, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. het bouwen dient ten dienste van de bestemming te staan;
  2. b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  3. c. er vindt geen onevenredige aantasting van de natuurwaarden en/of ecologische waarden van de gronden plaats;
  4. d. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 90m2.

12.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  1. a. voor het beproeven van of racen/crossen met motoren of voertuigen, alsmede voor lawaaisporten.

12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 13 Cultuur En Ontspanning

13.1 Bestemmingsomschrijving

13.2 Bouwregels

13.3 Afwijken van de bouwregels

13.4 Specifieke gebruiksregels

13.5 Afwijken van de gebruiksregels

13.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

13.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 14 Groen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van groenvoorzieningen;
  2. b. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van landschapselementen;
  3. c. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke waarden en kenmerken;
  4. d. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de hydrologische betekenis van het gebied;
  5. e. behoud van (onverharde paden), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde wegen',
  6. f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  7. g. extensief recreatief medegebruik.
  8. h. ter plaatse van de aanduiding Overige zone - natuur netwerk brabant voor het behoud, herstel of de duurzme ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden;

14.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, behoudens:

  1. a. kleinschalige bouwwerken met een oppervlakte van minder dan 10 m², waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
  2. b. eenvoudige voorzieningen, in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor recreatief medegebruik, zoals prullenbakken, bankjes, bewegwijzering met een maximale bouwhoogte van 2 m. Verlichting is niet toegestaan;

14.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2 voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. het bouwen dient ten dienste van de bestemming te staan;
  2. b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
  3. c. er vindt geen onevenredige aantasting van de natuurwaarden en/of ecologische waarden van de gronden plaats;
  4. d. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20m2.

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 15 Horeca

15.1 Bestemmingsomschrijving

15.2 Bouwregels

15.3 Afwijken van de bouwregels

15.4 Specifieke gebruiksregels

15.5 Afwijken van de gebruiksregels

15.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 16 Maatschappelijk

16.1 Bestemmingsomschrijving

16.2 Bouwregels

Artikel 17 Maatschappelijk - Militair Oefenterrein

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Maatschappelijk - Militair oefenterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. militaire doeleinden;
  2. b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschappelijke waarden en natuurwaarden;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals voorzieningen voor verkeer en verblijf, wegen en paden; tuinen en erven; parkeervoorzieningen; erfontsluitingen; groenvoorzieningen (en landschapselementen); water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 18 Natuur

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke waarden en kenmerken en natuurwaarden;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding Overige zone - natuur netwerk brabant voor het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding Overige zone - cultuurhistorisch vlak voor behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en kenmerken.
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschapselement' voor behoud, herstel en ontwikkeling van landschapselementen;
  5. e. behoud van onverharde paden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde wegen';
  6. f. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de hydrologische betekenis van het gebied;
  7. g. behoud van (onverharde paden), wegen en parkeervoorzieningen;
  8. h. groenvoorzieningen;
  9. i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waarbij de gronden gelegen binnen een zone van 5 m vanaf de grens van de bestemming Water tevens bestemd zijn voor de instandhouding en het onderhoud van de binnen de bestemming Water gelegen watergang;
  10. j. extensief recreatief medegebruik;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - vleermuizenkelder' voor een vleermuizenkelder in de bestaande maatvoering;
  12. l. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - herdenkingsteken’ voor een herdenkingsteken.

18.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, behoudens:

  1. a. kleinschalige bouwwerken voor natuurbeheer, met een oppervlakte van minder dan 10 m², waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
  2. b. eenvoudige voorzieningen, in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor recreatief medegebruik, zoals prullenbakken, bankjes, bewegwijzering met een maximale bouwhoogte van 3,5 m. Verlichting is niet toegestaan.
  3. c. kleine bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ter herdenking uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - herdenkingsteken’ onder de volgende voorwaarden:
    1. 1. de hoogte mag niet meer bedragen dan 2 meter;
    2. 2. in afwijking van het bepaalde onder sub 1 zijn maximaal 2 vlaggenmasten toegestaan met een hoogte van maximaal 6 meter.

18.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2 voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. het bouwen dient ten dienste van de bestemming te staan;
  2. b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  3. c. er vindt geen onevenredige aantasting van de natuurwaarden en/of ecologische waarden van de gronden plaats;
  4. d. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 90m2.

18.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  1. a. voor het beproeven van of racen/crossen met motoren of voertuigen, alsmede voor lawaaisporten.

18.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 19 Natuur - Waterwingebied

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Natuur - Waterwingebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van waterwinning;
  2. b. de bescherming van bodem- en grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening;
  3. c. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de hydrologische betekenis van het gebied
  4. d. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschappelijke waarden en de natuurwaarden;
  5. e. behoud van de bestaande houtopstanden;
  6. f. groenvoorzieningen;
  7. g. voorzieningen voor verkeer en verblijf waaronder wegen en paden.

19.2 Bouwregels

19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 20 Recreatie

20.1 Bestemmingsomschrijving

20.2 Bouwregels

20.3 Afwijken van de bouwregels

20.4 Specifieke gebruiksregels

20.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 21 Tuin

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor inrichting en onderhoud van een (voor)tuin met bijbehorende voorzieningen zoals erfontsluitingen, verhardingen, groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

21.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, behoudens open erfafscheidingen. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1 m.

Artikel 22 Tuin - Landschap

22.1 Bestemmingsomschrijving

22.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, behoudens open erfafscheidingen met een hoogte van maximaal 2 m.

22.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 23 Verkeer

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met een functie voor verkeer en verblijf, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - hoofdverkeersweg' een hoofdverkeersweg is toegestaan;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde wegen', uitsluitend voor onverharde wegen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'langzaam verkeer' voor een langzaam verkeersvoorziening in de vorm van een fietspad;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'brug' een langzaamverkeersbrug;
  5. e. fiets- en voetpaden;
  6. f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ecoduct' een ecoduct;
  7. g. behoud van primaire boomstructuren ;

met daarbij behorende voorzieningen, zoals:

  1. h. parkeervoorzieningen;
  2. i. straatmeubilair;
  3. j. reclame-uitingen;
  4. k. groenvoorzieningen;
  5. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. m. voorzieningen van algemeen nut;
  7. n. kunstobjecten.

23.2 Bouwregels

23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 24 Verkeer - Railverkeer

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegen en de daarbij behorende bermen, taluds en spoorwegovergangen;
  2. b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ecoduct' een ecoduct;

met de daarbij behorende voorzieningen zoals:

  1. c. (ontsluitings)wegen;
  2. d. parkeervoorzieningen;
  3. e. straatmeubilair;
  4. f. groenvoorzieningen;
  5. g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. h. nutsvoorzieningen.

24.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 5 m;
  3. c. de bouwhoogte van het ecoduct bedraagt niet meer dan 13,5 m, alsmede zijn de bijbehorende hekwerken en overige voorzieningen toegestaan.

24.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 25 Water

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. b. het behoud, herstel of de ontwikkeling van landschappelijke waarden en kenmerken en natuurwaarden;
  3. c. recreatief medegebruik;

met daarbij behorende voorzieningen, zoals:

  1. d. groenvoorzieningen;
  2. e. dammen en duikers;
  3. f. infiltratievoorzieningen;
  4. g. kruisingen en overbruggingen.

25.2 Bouwregels

Artikel 26 Water - Vaarwater

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Vaarwater' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterstaatswerken;
  2. b. verkeer te water;
  3. c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. d. het behoud, herstel of de ontwikkeling van landschappelijke waarden en kenmerken en natuurwaarden;
  5. e. recreatief medegebruik (beroeps- en pleziervaart);
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'brug' een langzaamverkeersbrug;

met daarbij behorende voorzieningen, zoals:

  1. g. groenvoorzieningen;
  2. h. dammen en duikers;
  3. i. infiltratievoorzieningen;
  4. j. kruisingen en overbruggingen.

26.2 Bouwregels

Artikel 27 Wonen

27.1 Bestemmingsomschrijving

27.2 Bouwregels

27.3 Afwijken van de bouwregels

27.4 Specifieke gebruiksregels

27.5 Afwijken van de gebruiksregels

27.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

27.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 28 Leiding - Brandstof

28.1 Bestemmingsomschrijving

28.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in 28.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

28.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 28.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen van deze gronden wordt gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de leiding dient te zijn gewaarborgd;
  2. b. er geen kwetsbare objecten worden gebouwd;
  3. c. het bevoegd gezag dient vooraf schriftelijk advies in te winnen bij de betreffende leidingbeheerder.

28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 29 Leiding - Gas

29.1 Bestemmingsomschrijving

29.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in 29.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of ín de in 29.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energie leveringszekerheid.

29.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 29.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen van deze gronden wordt gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de leiding dient te zijn gewaarborgd;
  2. b. er geen kwetsbare objecten worden gebouwd;
  3. c. het bevoegd gezag dient vooraf schriftelijk advies in te winnen bij de betreffende leidingbeheerder.

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schríftelijk advies is in gewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

29.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding;
  2. b. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten.

29.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 30 Leiding - Hoogspanning

30.1 Bestemmingsomschrijving

30.2 Bouwregels

Op de voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van maximaal 2 meter ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

30.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 30.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien:

  1. a. de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad;
  2. b. hieromtrent schriftelijk advies is verkregen van de leidingbeheerder.

30.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden voor het pslaan van goederen, (brandbare) stoffen en/of materialen.

30.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 31 Leiding - Hoogspanningsverbinding

31.1 Bestemmingsomschrijving

31.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in 31.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter. Voor de bouw van hoogspanningsmasten geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 60 meter;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

31.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen van deze gronden wordt gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de hoogspanningsverbinding dient te zijn gewaarborgd;
  2. b. het bevoegd gezag dient vooraf schriftelijk advies in te winnen bij de betreffende leidingbeheerder.

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 Leiding - Hoogspanningsverbinding Te Vervallen

Ter plaatse van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding te vervallen komt de onderliggende dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' ten behoeve van de bovengrondse 150 kV-hoogspanningsverbinding tussen de hoogspanningsstations Tilburg Noord en Best met bijbehorende voorzieningen, zoals opgenomen in Artikel 31 in 31.1 onder a. (150 KV) te vervallen vanaf het eerste moment dat de ondergrondse hoogspanningsverbinding zoals bedoeld in Artikel 30 in gebruik is genomen. Binnen twee jaar na het in bedrijf nemen van de ondergrondse hoogspanningsverbinding dient de te vervallen hoogspanningsverbinding uit bedrijf genomen te zijn en dient te zijn begonnen met de verwijdering van deze verbinding.

Artikel 33 Leiding - Riool

33.1 Bestemmingsomschrijving

33.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in 33.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

33.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen van deze gronden wordt gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de leiding dient te zijn gewaarborgd;
  2. b. het bevoegd gezag dient vooraf schriftelijk advies in te winnen bij de betreffende leidingbeheerder.

33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 34 Leiding - Water

34.1 Bestemmingsomschrijving

34.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in 34.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

34.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen van deze gronden wordt gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de leiding dient te zijn gewaarborgd;
  2. b. het bevoegd gezag dient vooraf schriftelijk advies in te winnen bij de betreffende leidingbeheerder.

34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 35 Waarde - Archeologie 2

35.1 Bestemmingsomschrijving

35.2 Bouwregels

Binnen het gebied met 'Waarde - Archeologie 2' mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemming(en), indien en voor zover het een bouwplan betreft:

  1. a. met een oppervlakte van maximaal 100 m2, of;
  2. b. met een oppervlakte groter dan 100 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld, of;
  3. c. dat betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, dan wel niet meer dan 2,5 m uit de bestaande fundering wordt gebouwd.

35.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.

35.4 Afwijken van de bouwregels

35.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

35.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

35.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 36 Waarde - Archeologie 3

36.1 Bestemmingsomschrijving

36.2 Bouwregels

Binnen het gebied met 'Waarde - Archeologie 3' mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemming(en), indien en voor zover het een bouwplan betreft:

  1. a. met een oppervlakte van maximaal 250 m2, of;
  2. b. met een oppervlakte groter dan 250 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld, of;
  3. c. dat betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, dan wel niet meer dan 2,5 m uit de bestaande fundering wordt gebouwd.

36.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.

36.4 Afwijken van de bouwregels

36.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

36.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

36.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 37 Waarde - Archeologie 4

37.1 Bestemmingsomschrijving

37.2 Bouwregels

Binnen het gebied met 'Waarde - Archeologie 4' mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemming(en), indien en voor zover het een bouwplan betreft:

  1. a. met een oppervlakte van maximaal 500 m2, of;
  2. b. met een oppervlakte groter dan 500 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld, of;
  3. c. met een oppervlakte groter dan 500 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,5 m ten opzichte van het maaiveld, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - esdekken agrarisch', of;
  4. d. dat betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, dan wel niet meer dan 2,5 m uit de bestaande fundering wordt gebouwd.

37.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.

37.4 Afwijken van de bouwregels

37.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

37.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

37.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 38 Waarde - Archeologie 5

38.1 Bestemmingsomschrijving

38.2 Bouwregels

Binnen het gebied met 'Waarde - Archeologie 5' mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemming(en), indien en voor zover het een bouwplan betreft:

  1. a. met een oppervlakte van maximaal 2.500 m2, of;
  2. b. met een oppervlakte groter dan 2.500 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld, of;
  3. c. met een oppervlakte groter dan 2.500 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,5 m ten opzichte van het maaiveld, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - esdekken agrarisch', of;
  4. d. dat betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, dan wel niet meer dan 2,5 m uit de bestaande fundering wordt gebouwd.

38.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.

38.4 Afwijken van de bouwregels

38.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

38.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

38.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 39 Waarde - Cultuurhistorie

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarde van het dijklichaam.

39.2 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in elk geval begrepen het verlagen of afgraven van het dijklichaam.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 40 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 41 Algemene Bouwregels

41.1 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bouwwerken, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de sociale veiligheid.

41.2 Bestaande afwijkende maatvoering

In die gevallen, dat de (goot)hoogte, de oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot de weg of perceelsgrenzen, en andere maten, in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet dan wel Wet algemene bepalingen omgevingswet tot stand is gekomen, op het tijdstip van ter-inzage-legging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan, met dien verstande dat het gebouw is opgericht ten behoeve van een uit de huidige (of vergelijkbare) bestemming voortvloeiende functie.

41.3 Ondergronds bouwen

Voor ondergronds bouwen (bouwen beneden Peil) gelden de volgende bepalingen:

  1. a. ondergronds bouwen is toegestaan ter plaatse van een (bedrijfs) woning;
  2. b. de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 m.
  1. a. bij (agrarische) bedrijfsgebouwen: de bebouwing mag uitsluitend worden gebouwd onder de (agrarische) bedrijfsgebouwen, met dien verstande dat binnen de gebouwen ten hoogste één bouwlaag mag worden gebruikt voor het houden van dieren;
  2. b. in overige gevallen: de bebouwing moet worden opgericht onder een (bedrijfs)woning en/of onder de bij de (bedrijfs)woning behorende bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de woonfunctie, met dien verstande dat deze aan één zijde maximaal 2 m buiten het bovengrondse gevelvlak mag uitsteken;
  3. c. de inhoud van de ondergrondse bebouwing mag niet meer bedragen dan de inhoud van het gebouw waaronder de ondergrondse bebouwing wordt gebouwd;
  4. d. de verticale diepte mag niet meer bedragen dan 4 m.

41.4 Regels veehouderij

Onderstaande regels met betrekking tot het bouwen ten behoeve van een veehouderij, gelden uitsluitend in combinatie met de regels in de betreffende bestemming. In de betreffende bepalingen is aanvullend verwezen naar de hieronder opgenomen bepaling(en):

Artikel 42 Algemene Gebruiksregels

42.1 Algemeen

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemmingen.

42.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het (laten) gebruiken voor:

  1. a. seksinrichtingen;
  2. b. de verkoop van softdrugs;
  3. c. het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen als zelfstandige woning;
  4. d. het gebruik van gebouwen voor kleinschalige overnachting, behalve kleinschalige overnachtingen die binnen een bestemming expliciet zijn toegestaan, dan wel de bestaande kleinschalige overnachtingen;
  5. e. evenementen, anders dan evenementen die binnen een bestemming expliciet zijn toegestaan;
  6. f. kleinschalig kamperen; anders dan kleinschalig kamperen dat binnen een bestemmming expliciet is toegestaan dan wel anders dan de bestaande kleinschalige kampeerplaatsen;
  7. g. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  8. h. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

42.3 Evenementen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 42.2 teneinde het tijdelijk gebruik van gronden voor evenementen toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  1. a. er dient sprake te zijn van een evenement in de vorm van een voor publiek toegankelijke uitvoering / verrichting van vermaak en/of aan een dergelijk evenement gerelateerde kampeervoorzieningen;
  2. b. het evenement duurt maximaal 3 (aaneengesloten) dagen en mag maximaal 2 keer per jaar op de desbetreffende gronden plaatsvinden;
  3. c. detailhandel is niet toegestaan, behoudens detailhandel ten dienste van en ondergeschikt aan het evenement;
  4. d. er dienen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein te worden gerealiseerd;
  5. e. de aan te brengen voorzieningen dienen tijdelijk te zijn. Dit betekent dat het houden van een evenement niet mag leiden tot blijvende / onomkeerbare voorzieningen / ingrepen;
  6. f. een zorgvuldige dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving bij de planontwikkeling;
  7. g. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de binnen het gebied aanwezige waarden.

Artikel 43 Algemene Aanduidingsregels

43.1 Gebiedsaanduidingen

Ter plaatse van de als:

  1. a. overige zone - esdekken agrarisch;
  2. b. overige zone - landgoed;
  3. c. overige zone - landschappelijke tuin;
  4. d. overige zone - voorziening buiten bouwvlak;

aangeduide gronden gelden specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de (dubbel)bestemming waarbinnen dit geldt.

43.2 Cultuurhistorische waarden

43.3 Geluidzone - industrie

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie' geldt het volgende:

  1. a. ter plaatse van de 'geluidszone - industrie' zijn de gronden in aanvulling op het bepaalde in de regels als bedoeld in hoofdstuk 2 mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege de industrieterreinen 't Zand', 'Breeven', 'Heide' respectievelijk 'Ekkersrijt' op geluidsgevoelige objecten;
  2. b. in afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie', dat een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbare woning of ander gebouw, of de uitbreiding daarvan, welke kan worden aangemerkt als een geluidsgevoelig object als bedoeld in de Wet geluidhinder, met uitzondering van bestaande geluidsgevoelige objecten, slechts mag worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein 't Zand, Breeven, Heide respectievelijk Ekkersrijt op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde en voldoet aan de voorwaarden uit het hogere waarden besluit;
  3. c. tot een gebruik, strijdig met de aanduiding 'geluidzone – industrie' wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelig object.

43.4 Geluidzone - hogere grenswaarden

Voor de volgende locaties, die zijn voorzien van de aanduiding 'geluidzone - hogere grenswaarde' geldt voor de woonfunctie dat aan de voorwaarden van het besluit hogere grenswaarden moet worden voldaan en uitsluitend mag worden gebouwd of verbouwd, indien de voorwaarden die gesteld zijn in het Besluit hogere waarde in acht worden genomen, inclusief het bouwen van dove gevels en/of geveldelen en/of tuinmuur:

  1. a. Broekstraat 11 te Best
  2. b. Broekstraat 13 te Best
  3. c. Broekstraat 13A te Best
  4. d. Broekstraat 20 te Best
  5. e. Broekstraat 38 te Best
  6. f. Grevenoordseweg 4 te Best
  7. g. Kapelweg 24 te Best
  8. h. Klaverhoekseweg 8b te Best
  9. i. Klaverhoekseweg nabij 16 te Best
  10. j. Krimpweg 2 te Best
  11. k. Kruisbeemdenweg ong. (Landgoed Kleinbroek) te Best
  12. l. Molenkampseweg ong. (bij 20) te Best
  13. m. Mosselaarweg 26a-28 te Best
  14. n. Mosselaarweg 32
  15. o. Sonseweg 1 te Best
  16. p. Sonseweg 11 -13 te Best

43.5 Ke-contour

43.6 Luchtvaartverkeerszone - ihcs en invliegfunnel

Al dan niet in afwijking van het elders in de planregels bepaalde, geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'luchtvaartverkeerzone - ihcs en invliegfunnel' ten behoeve van een obstakelvrij start- en landingsvlak met zijkanten ten behoeve van de vliegverkeersveiligheid een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien deze een bouwhoogte kennen, die de in Bijlage 31 Luchtvaartzone Ihcs eninvliegfunnel aangegeven waarde (uitgedrukt in meters boven NAP) overschrijdt,

43.7 Luchtvaartverkeerszone - ils

43.8 Overige zone - attentiezone waterhuishouding

43.9 Overige zone - behoud en herstel watersystemen

43.10 Overige zone - beperkingen veehouderij

Op de gronden met de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' is:

  1. a. uitbreiding van, vestiging van en omschakeling naar een veehouderij niet zijn toegestaan, met uitzondering van een grondgebonden veehouderij
  2. b. toename van de bestaande bebouwing ten behoeve van een veehouderij, met uitzondering van de bestaande bedrijfswoning(en), niet is toegestaan.

43.11 Overige zone - boringsvrije zone

43.12 Overige zone - cultuurhistorisch vlak

43.13 Overige zone - ecologische verbindingszone

43.14 Overige zone - groenblauwe mantel

43.15 Overige zone - natuur netwerk brabant

43.16 Overige zone - landgoed

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - landgoed' zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van het landgoed Kleinbroek wat tot uitdrukking komt in de structuur en de ruimtelijke kwaliteit van de genoemde gebieden.

43.17 Veiligheidszone - leiding

43.18 Vrijwaringszone - radar

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' geldt een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor een hogere bebouwing dan 90 m boven NAP, in verband met het obstakelvrij kunnen functioneren van een radarinstallatie voor vliegbewegingen.

43.19 Vrijwaringszone - vaarweg

43.20 Vrijwaringszone - weg 1

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 1' gelden, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, de volgende regels:

  1. a. Er mogen géén gebouwen en ander bouwwerken gebouwd worden, anders dan ten behoeve van verkeersgeleiding en vervangende nieuwbouw.
  2. b. Het bevoegd gezag kan aan de hand van een verklaring van geen bezwaar van de wegbeheerder afwijken van het bepaalde onder a ten behoeve van het oprichten van bebouwing als toegestaan binnen de overige regels en voorzover de verkeersbelangen niet onevenredig worden aangetast.

43.21 Vrijwaringszone - weg 2

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 2' gelden in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, de volgende regels:

  1. a. Er mogen géén gebouwen en ander bouwwerken gebouwd worden, anders dan ten behoeve van verkeersgeleiding en vervangende nieuwbouw;
  2. b. Het bevoegd gezag kan na overleg met de wegbeheerder afwijken van het bepaalde onder a ten behoeve van het oprichten van bebouwing als toegestaan binnen de overige regels en voorzover de verkeersbelangen niet onevenredig worden aangetast.

43.22 Wetgevingzone - voorwaardelijke verplichting

Artikel 44 Algemene Afwijkingsregels

44.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken, :

  1. a. van de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.
  2. b. van de regels en toestaan dat de bestemmingsgrenzen of het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft, waarbij geldt dat de natuurlijke, landschappelijke, hydrologische en archeologische waarden niet onevenredig worden aangetast.
  3. c. van de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
    1. 1. de inhoud per gebouwtje niet meer mag bedragen dan 50 m3;
    2. 2. de (nok)hoogte niet meer mag bedragen dan 3,5 m;
    3. 3. de bebouwing landschappelijk inpasbaar is en de natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
  4. d. van de regels voor de bouw van dierenverblijven binnen de bestemmingen 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', 'Wonen', 'Bedrijf - 1' en 'Bedrijf - 2 waarbij de volgende voorwaarden gelden:
    1. 1. Per bouwperceel mag slechts één dierenverblijf worden gebouwd c.q. aanwezig zijn.
    2. 2. Er mogen uitsluitend vrijstaande dierenverblijven worden gebouwd als schuilgelegenheid of nachtverblijf voor het houden van vee met een hobbymatig c.q. geen bedrijfsmatig karakter.
    3. 3. De oppervlakte van het dierenverblijf mag maximaal 20 m² bedragen en de bouwhoogte maximaal 3 m.
    4. 4. Het moet een constructie betreffen die minimaal aan één zijde (half)open is.
    5. 5. De afstand tot de as van de weg mag niet minder bedragen dan 15 m.
    6. 6. De afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m.
  5. e. van de regels ten behoeve van een overschrijding van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
    1. 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
    2. 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,50 maal de maximaal toegestane (nok)hoogte van het betreffende gebouw, met dien verstande dat de maximale hoogte van schoorstenen 15 meter bedraagt.
  6. f. van de regels ten behoeve van het plaatsen dan wel installeren van zonnepanelen:
    1. 1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m2 ;
    2. 2. de bouwhoogte maximaal 1,5 m mag bedragen;
    3. 3. aangetoond is dat het ondoelmatig is om de zonnepanelen op het deel van het erf te realiseren waar zonnepanelen (hetzij op het dakvlak, hetzij via een grondopstelling) rechtstreeks zijn toegestaan;
    4. 4. de omvang van de grondopstelling c.q. installatie niet groter is dan noodzakelijk om te voorzien in de eigen energiebehoefte;
    5. 5. de grondopstelling en de situering van de bebouwing compact en geconcentreerd is vormgegeven op het achtererfgebied. Indien is aangetoond dat plaatsing op dit achtererfgebied ook ondoelmatig is, kan de gondopstelling aansluitend aan de achterste grens van het achtererfgebied geplaatst worden;
    6. 6. er is voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een uitvoerbaar beplantingsplan, dat is afgestemd op de specifieke omgevingskenmerken;
    7. 7. er geen bomen moeten worden gekapt ten behoeve van het (beter) functioneren van de zonnepanelen;
    8. 8. de archeologische, aardkundige, landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast;
    9. 9. aangetoond moet worden dat er geen onaanvaardbare hinder door schittering ontstaat, zodat afgewogen kan worden of de grondopstelling aanvaardbaar is voor de omgeving;
    10. 10. de grondopstelling niet gebruikt wordt voor opslagdoeleinden.
  7. g. van de regels in 42.2 teneinde kleinschalig kamperen bij agrarische bedrijven voor meer dan 15 kampeermiddelen toe te staan dan wel kleinschalig kamperen bij woningen toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
    1. 1. kleinschalig kamperen is uitsluitend toegestaan als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf of als nevenactiviteit bij een woning;
    2. 2. het plaatsen van kampeermiddelen is uitsluitend toegestaan op de gronden binnen de bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf alsmede op de gronden grenzend aan deze bestemming tot een afstand van maximaal 125 m, dan wel op de gronden binnen de bestemming Wonen alsmede op de gronden grenzend aan deze bestemming tot een afstand van maximaal 125 m;
    3. 3. er dient een afstand van minimaal 50 m tot woningen of bedrijfswoningen van derden in acht te worden genomen;
    4. 4. er dient een afstand van minimaal 50 m van een aanwezige bomenteelt en/of fruitteelt in acht genomen te worden.
    5. 5. uitsluitend zijn toegestaan kampeermiddelen met een niet-permanent karakter (tenten, tentwagens, kampeerauto's, campers en toercaravans);
    6. 6. kleinschalig kamperen mag bestaan uit maximaal 25 kampeermiddelen per agrarisch bedrijf of per woning;
    7. 7. de kampeermiddelen zijn uitsluitend toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
    8. 8. gebouwde voorzieningen ten behoeve van de nevenactiviteit kleinschalig kamperen zoals sanitaire voorzieningen, zijn uitsluitend toegestaan binnen het bestemmingsvlak Agrarisch - Agrarisch bedrijf dan wel binnen het bestemmingsvlak Wonen
    9. 9. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en omliggende (agrarische) bedrijven;
    10. 10. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de binnen het gebied aanwezige waarden.
    11. 11. de verkeersaantrekkende werking van de nevenactiviteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
    12. 12. er wordt op eigen terrein, binnen Agrarisch - Agrarisch bedrijf, dan wel binnen de bestemming Wonen voorzien in de parkeerbehoefte, als bedoeld in 46.1
    13. 13. er wordt voldaan aan de meest recente Landschapsinvesteringsregelinging (LIR) van de gemeente Best.

h. de afwijking als bedoeld onder a t/m f is niet toegestaan indien en voorzover de afwijking strijdig is met de provinciale Interim Omgevingsverordening of opvolger daarvan.

44.2 Afwijking landschappelijk inpassingsplan

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de in de bijlagen - behorende bij 43.22Wetgevingzone - voorwaardelijke verplichting- opgenomen landschapppelijke inpassingen c.q landschappelijke inpassingsplannen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  1. a. er dient sprake te zijn van een zorgvuldig landschappelijk inpassingsplan met een minimaal gelijk beschermingsniveau van de landschappelijke waarden als in het - in de bijlage opgenomen - oorspronkelijk landschappelijk inpassingsplan;
  2. b. het aangepaste landschappelijk inpassingsplan dient te zijn beoordeeld en goedgekeurd door de deskundige van de gemeente;
  3. c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden.

Artikel 45 Algemene Wijzigingsregels

45.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  1. a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  3. c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
  4. d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
  5. e. de wijziging als bedoeld onder a t/m d is niet toegestaan indien en voorzover de wijziging strijdig is met de provinciale Interim Omgevingsverordening of opvolger daarvan.

45.2 Wijziging voor vormverandering van de bestemming 'Wonen'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Agrarisch, Agrarisch met waarden -Landschapswaarden , Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden , Tuin en/of Tuin -Landschapte wijzigen in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van vormverandering van een bestaand bestemmingsvlak voor 'Wonen',

  1. a. De wijziging mag niet leiden tot een vergroting van het woonbestemmingsvlak;
  2. b. In afwijking van het bepaalde onder a. kan een kleinschalige vergroting van maximaal 250 m2 worden toegestaan, mits sprake is van een fysieke tegenprestatie gericht op het versterken van de omgevingskwaliteit.
  3. c. Gelijktijdig met de uitbreiding van de bestemming 'Wonen' dient een gedeelte van de bestemming 'Wonen met dezelfde omvang te worden gewijzigd in de bestemming(en) Agrarisch, Agrarisch metwaarden - Landschapswaarden , Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden , Tuin en/of Tuin - Landschap ';
  4. d. De wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover geen stedenbouwkundige bezwaren bestaan, gelet op de aanwezige functies in de omgeving, tegen de vormverandering van het bestemmingsvlak voor 'Wonen '.
  5. e. De wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies of van het woon- en/of leefmilieu.
  6. f. Er moet sprake zijn van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
  7. g. De wijziging mag niet leiden tot negatieve effecten op de waterhuishouding.
  8. h. De wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de infrastructuur.
  9. i. De in het gebied aanwezige landschaps- en natuurwaarden blijven behouden of worden versterkt.
  10. j. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

Artikel 46 Overige Regels

46.1 Parkeren

46.2 Regels met betrekking tot geluidsgevoelige objecten

46.3 Beschermingszone watergang

De gronden gelegen binnen een zone van 5 m vanaf de grens van de bestemming Water zijn tevens bestemd voor de instandhouding en het onderhoud van de binnen de bestemming Water gelegen watergang.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 47 Overgangsrecht

47.1 Overgangsrecht bouwwerken

47.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 48 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Partiële herziening bestemmingsplan buitengebied Best.

Bijlage 1 Stedenbouwkundig En Landschapsplan Sonseweg 1

Bijlage 1 Stedenbouwkundig en landschapsplan Sonseweg 1

Bijlage 2 Beplantingsplan Sonseweg 1

Bijlage 2 Beplantingsplan Sonseweg 1

Bijlage 3 Voorwaardelijke Verplichting 1 Aarleseweg 15

Bijlage 3 Voorwaardelijke verplichting 1 Aarleseweg 15

Bijlage 4 Voorwaardelijke Verplichting 2 Klaverhoekseweg 9a

Bijlage 4 Voorwaardelijke verplichting 2 Klaverhoekseweg 9a

Bijlage 5 Voorwaardelijke Verplichting 3 Sonseweg 11 En 13

Bijlage 5 Voorwaardelijke verplichting 3 Sonseweg 11 en 13

Bijlage 6 Voorwaardelijke Verplichting 4 Kapelweg 27

Bijlage 6 Voorwaardelijke verplichting 4 Kapelweg 27

Bijlage 7 Voorwaardelijke Verplichting 5 Kruisbeemdenweg 16

Bijlage 7 Voorwaardelijke verplichting 5 Kruisbeemdenweg 16

Bijlage 8 Voorwaardelijke Verplichting 6 Mosselaarweg 18

Bijlage 8 Voorwaardelijke verplichting 6 Mosselaarweg 18

Bijlage 9 Voorwaardelijke Verplichting 7 Broekdijk 2a

Bijlage 9 Voorwaardelijke verplichting 7 Broekdijk 2a

Bijlage 10 Voorwaardelijke Verplichting 8 Vleutstraat 8a

Bijlage 10 Voorwaardelijke verplichting 8 Vleutstraat 8a

Bijlage 11 Voorwaardelijke Verplichting 9 Aarleseweg 38

Bijlage 11 Voorwaardelijke verplichting 9 Aarleseweg 38

Bijlage 12 Voorwaardelijke Verplichting 10 Vleutstraat 10

Bijlage 12 Voorwaardelijke verplichting 10 Vleutstraat 10

Bijlage 13 Voorwaardelijke Verplichting 11 Achterste Heistraat 2

Bijlage 13 Voorwaardelijke verplichting 11 Achterste Heistraat 2

Bijlage 14 Voorwaardelijke Verplichting 12 Mosselaarweg 9

Bijlage 14 Voorwaardelijke verplichting 12 Mosselaarweg 9

Bijlage 15 Voorwaardelijke Verplichting 13 Mosselaarweg 9b

Bijlage 15 Voorwaardelijke verplichting 13 Mosselaarweg 9b

Bijlage 16 Voorwaardelijke Verplichting 14 Mosselaarweg 26-28

Bijlage 16 Voorwaardelijke verplichting 14 Mosselaarweg 26-28

Bijlage 17 Voorwaardelijke Verplichting 15 Hagelaarweg 9-10-12

Bijlage 17 Voorwaardelijke verplichting 15 Hagelaarweg 9-10-12

Bijlage 18 Voorwaardelijke Verplichting 16 Kruisbeemdenweg 7 - Liempdseweg 7

Bijlage 18 Voorwaardelijke verplichting 16 Kruisbeemdenweg 7 - Liempdseweg 7

Bijlage 19 Voorwaardelijke Verplichting 17 Kapelweg 24

Bijlage 19 Voorwaardelijke verplichting 17 Kapelweg 24

Bijlage 20 Voorwaardelijke Verplichting 18 Broekstraat 11

Bijlage 20 Voorwaardelijke verplichting 18 Broekstraat 11

Bijlage 21 Voorwaardelijke Verplichting 19 Aarleseweg 50

Bijlage 21 Voorwaardelijke verplichting 19 Aarleseweg 50

Bijlage 22 Voorwaardelijke Verplichting 20 Oirschotseweg 119

Bijlage 22 Voorwaardelijke verplichting 20 Oirschotseweg 119

Bijlage 23 Voorwaardelijke Verplichting 21 Kapelweg 11

Bijlage 23 Voorwaardelijke verplichting 21 Kapelweg 11

Bijlage 24 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 24 Lijst van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 25 Lijst Beroep Aan Huis

Bijlage 25 Lijst beroep aan huis

Bijlage 26 Lijst Kleinschalige Bedrijvigheid

Bijlage 26 Lijst kleinschalige bedrijvigheid

Bijlage 27 Bedrijfsnatuurplan Museumpark

Bijlage 27 Bedrijfsnatuurplan Museumpark

Bijlage 28 Natuurvergunningen

Bijlage 28 Natuurvergunningen

Bijlage 29 Waardevolle Bomen (Vervallen)

Bijlage 30 Kaart Boringen En Ontgravingen Hoogspanning

Bijlage 30 Kaart boringen en ontgravingen Hoogspanning

Bijlage 31 Luchtvaartzone Ihcs En Invliegfunnel

Bijlage 31 Luchtvaartzone Ihcs en invliegfunnel

Bijlage 32 Luchtvaartzone Ils

Bijlage 32 Luchtvaartzone Ils

Bijlage 33 Voorwaardelijke Verplichting 22 Molenkampseweg Ong (Naast 20)

Bijlage 33 Voorwaardelijke verplichting 22 Molenkampseweg ong (naast 20)

Bijlage 34 Voorwaardelijke Verplichting 23 Mosselaarweg 17

Bijlage 34 Voorwaardelijke verplichting 23 Mosselaarweg 17

Bijlage 35 Voorwaardelijke Verplichting 24 Sint Oedenrodeseweg 52

Bijlage 35 Voorwaardelijke verplichting 24 Sint Oedenrodeseweg 52

Bijlage 36 Voorwaardelijke Verplichting 25 Oude Baan 32

Bijlage 36 Voorwaardelijke verplichting 25 Oude Baan 32

Bijlage 37 Cultuurhistorische Waarden In Het Buitengebied Van Best

Bijlage 37 Cultuurhistorische waarden in het buitengebied van Best

Bijlage 38 Voorwaardelijke Verplichting 26 Oude Baan 19

Bijlage 38 Voorwaardelijke verplichting 26 Oude Baan 19

Bijlage 1 Aanvullend Akoestisch Onderzoek Vleutstraat 10/10a

Bijlage 1 Aanvullend akoestisch onderzoek Vleutstraat 10/10a

Bijlage 2 Notitie Ecologische Quickscan Scoutingterrein Boslaan Zuid 11

Bijlage 2 Notitie ecologische quickscan scoutingterrein Boslaan Zuid 11