Parkeernormen en archeologie
Bestemmingsplan - Gemeente Best
Vastgesteld op 06-02-2017 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
Het bestemmingsplan 'Parkeernormen en archeologie' met identificatienummer NL.IMRO.0753.bpparaplu-VG01 van de gemeente Best.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.
1.3 archeologische/cultuurhistorische waarde
De aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit in het verleden, tenminste ouder dan 50 jaar.
1.4 archeologisch deskundige
Professioneel archeoloog die voldoet aan de kwalificaties van de geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
1.5 archeologisch monument
Gebied of terrein van zeer hoge archeologische waarde dat van rijkswege of van gemeentewege is beschermd. Dit is een gebied of terrein waar zaken aanwezig zijn die tenminste 50 jaar oud zijn en van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen terreinen van zeer hoge waarde, hoge waarde en waarde. Binnen de categorie van zeer hoge waarde zijn sommige terreinen aangewezen als beschermd monument. Indien het monument door de Minister is aangewezen, is het beschermd conform de Erfgoedwet 2016. De beschermde monumenten kennen een aanduiding op de verbeelding/plankaart.
1.6 archeologische verwachting
Aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten; de trefkans of verwachting kan uiteen lopen van geen tot laag tot zeer hoog.
1.7 bed & breakfast
Een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, binnen bestaande gebouwen, gevestigd in een woning of bijgebouw en geëxploiteerd door de hoofdbewoner(s) van het betreffende woonhuis, waarbij de bed & breakfastvoorziening zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan de woonfunctie.
1.8 bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.
1.9 bijgebouw
Gebouw dat door zijn ligging, constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.10 definitief archeologisch onderzoek
Opgraving of definitief onderzoek wordt uitgevoerd door een partij die beschikt over een opgravingsvergunning verstrekt door de Minister van OCW en werkend volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
1.11 erkende archeologische partij
Een archeologische dienst, bedrijf of instelling, erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de specificaties van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
1.12 gasten
Recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.13 hoofdgebouw
Een gebouw, dat door zijn ligging, constructie en/of afmetingen of bestemming als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken.
1.14 huishouden
Een alleenstaande, of twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren.
1.15 inventariserend archeologisch onderzoek
Onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie. Het inventariserend archeologisch onderzoek kan uit diverse stappen bestaan als bureauonderzoek, verkennend -, karterend - en waarderend inventariserend veldonderzoek met als doel vast te stellen of er archeologische resten aanwezig zijn in een plangebied en of deze behoudenswaardig zijn.
1.16 waterpeil
De hoogte (het niveau) van de waterspiegel gemeten naar NAP op het moment van aanvraag van de omgevingsvergunning of bestemmingswijziging. Dit kan betrekking hebben op zowel oppervlaktewater als grondwater.
1.17 woning
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, dan wel voor de huisvesting van maximaal 4 personen, die geen gezamenlijk huishouden vormen maar wel gezamenlijk gebruikmaken van de voorzieningen als ware het één huishouden. In het laatste geval dient sprake te zijn van een gebruiksoppervlakte van minimaal 12 m2 per persoon. Binnen een woning is sprake van één zelfstandige wooneenheid, dat wil zeggen één eenheid waarin een zelfstandig huishouden kan worden gevoerd doordat die eenheid beschikt over de daartoe strekkende voorzieningen (sanitair, kookgelegenheid en dergelijke) en een eigen huisnummer.
Artikel 2 Reikwijdte
2.1 Herziening bestemmingsplannen
Dit bestemmingsplan herziet de volgende bestemmingsplannen op de wijze zoals aangegeven in de artikelen 2.2 en 2.3:
- a. overzicht betreffende bestemmingsplannen;
Bestemmingsplan (* betreft een wijzigingsplan) | Raadsbesluit | Inwerking getreden | Onherroepelijk | Identificatienummer |
Batadorp | 30-11-2015 | 27-01-2016 | 27-01-2016 | NL.IMRO.0753.bpBatadorpeo-VG01 |
Bedrijventerreinen Best - 't Zand, Breeven en Heide | 04-02-2013 | 18-04-2013 | 10-04-2014 | NL.IMRO.0753.bpBedrijventer2010-GU01 |
Bijenhei ongenummerd | 02-06-2014 | 30-07-2014 | 30-07-2014 | NL.IMRO.0753.bpBijenheiong-VG01 |
Bochtverbreding 'Wilhelminakanaal-Beatrixkanaal' | 10-07-2014 | 25-09-2014 | 25-09-2014 | NL.IMRO.0753.bpBochtverbrkanaal-VG01 |
Broekdijk 20, Best | 20-06-2011 | 11-08-2011 | 11-08-2011 | NL.IMRO.0753.BPbroekdijk202010-VG01 |
Broekstraat | 20-09-2010 | 16-12-2010 | 05-01-2012 | NL.IMRO.0753.bpbroekstraat2010-VG01 |
Burgstraat 7 | 25-01-2016 | - | - | NL.IMRO.0753.bpburgstraat7-VG01 |
Bestemmingsplan Buitengebied Best 2006 | 21-01-2008 | 17-12-2008 | 27-07-2010 | NL.IMRO.07530000bpbtg2006oh- |
Buitengebied Best 2002 | 21-01-2002 | 10-09-2002 | 07-01-2004 | |
Campus Westerwind | 18-06-2012 | 23-08-2012 | 23-08-2012 | NL.IMRO.0753.bpcampuswesterwind-VG01 |
Centrum, stationsgebied e.o., partiële herziening | 02-06-2014 | 02-10-2014 | 02-10-2014 | NL.IMRO.0753.bpcentrumpartherz-VG01 |
Centrum, stationsgebied e.o. | 24-06-2013 | 19-09-2013 (deels) | 12-03-2014 | NL.IMRO.0753.BPcentrumstationeo-VG01 |
Dijkstraten | 26-09-2011 | 22-12-2011 | 22-12-2011 | NL.IMRO.0753.bpdijkstraten2011-VG01 |
Dr. De Steenhuijsenlaan 1 | 31-10-2016 | 22-12-2016 | 22-12-2016 | NL.IMRO.0753.bpdrsteenhuijsenl1-VG01 |
Eindhovenseweg - Zuid | 31-01-2011 | 07-04-2011 | 07-04-2011 | NL.IMRO.0753.bpEindhovensewegz-VG01 |
Hagelaarweg 25 | 27-06-2013* | 21-08-2013 | 21-08-2013 | NL.IMRO.07530000WPHaglrwg25VG01- |
Heuveleind, Heivelden en De Zessprong | 27-05-2013 | 21-08-2013 | 19-02-2014 | NL.IMRO.0753.bpheuvelheizes-VG01 |
Hoek Hokkelstraat - Liempdseweg | 27-01-2014 | 19-03-2014 | 19-03-2014 | NL.IMRO.0753.bphoekhokkelliemp-VG01 |
Hoge Akker, Speelheide en De Leeuwerik | 08-10-2007 | 20-11-2007 | 20-11-2007 | NL.IMRO.07530000HSL- |
Klaverhoekseweg 9a e.o. | 26-01-2015 | - | - | NL.IMRO.0753.bpKlaverhk9a-VG01 |
Koekoekbos, Villawijk en omgeving | 27-05-2013 | 21-08-2013 (deels) | - | NL.IMRO.0753.bpkoekoekvillagolf-VA01 |
Koekoekbos, Villawijk en omgeving, Partiële herziening | 21-09-2015 | 17-12-2015 | 17-12-2015 | NL.IMRO.0753.bpkoekoekbosherz-VG01 |
Bestemmingsplan Kruisbeemdenweg 16 | 19-12-2016 | 09-02-2017 | 09-02-2017 | NL.IMRO.0753.bpKruisbeemdenwg16-VG01 |
Landgoed Kleinbroek | 18-06-2012 | 23-08-2012 | 23-8-2012 | NL.IMRO.0753.bpLandgoedKB2011-VG01 |
Liempdseweg | 30-05-2016 | 27-07-2016 | 27-07-2016 | NL.IMRO.0753.bpLiempdseweg-VG01 |
Molenstraat | 01-11-2010 | 24-12-2010 | 19-01-2012 | NL.IMRO.0753.molenstraat2010-VG01 |
Museumpark | 16-12-2013 | 23-04-2014 | 23-04-2014 | NL.IMRO.0753.bpMuseumpark-VG01 |
Naastenbest en Dijkstraten-Zuid | 19-03-2012 | 15-06-2012 | 20-12-2012 | NL.IMRO.0753.bpnaastenbestdijkz-VG01 |
Oude Baan 36 | 29-10-2012 | 09-01-2013 | 09-01-2013 | NL.IMRO.0753.BPoudebaan36010-VG01 |
Geluidszone industrieterrein 't Zand | 12-12-2011 | 10-02-2012 | 10-02-2012 | NL.IMRO.07530000geluidVG01- |
Salderes 2010 | 12-07-2010 | 26-08-2010 | 22-12-2011 | NL.IMRO.0753.bpSalderes-OH01 |
Schutboom 2011 | 26-09-2011 | 22-03-2012 | 01-11-2012 | NL.IMRO.0753.bpSchutboom2011-VG01 |
Schutboomweg ongenummerd | 19-10-2015 | 12-12-2015 | 12-12-2015 | NL.IMRO.0753.bpschutbwong-VG01 |
Steegsche Velden-oost | 09-05-2011 | 13-07-2011 | 23-02-2013 | NL.IMRO.0753.bpSteegscheV2011-VG01 |
Vion Best | 20-06-2011 | 25-08-2011 | 25-08-2011 | NL.IMRO.0753.bpvion2010-VG01 |
Wilhelminadorp 2010 | 12-07-2010 | 26-08-2010 | 26-08-2010 | NL.IMRO.0753.bpWilhdorp2010-VG01 |
Woonwagenlocatie Terraweg | 18-07-2016 | 13-10-2016 | 13-10-2016 | NL.IMRO.0753.bpterraweg-VG01 |
Zonering bedrijventerrein Ekkersrijt | 18-06-2012 | 23-08-2012 | 23-08-2012 | NL.IMRO.0753.bpgeluidekkersrijt-VG01 |
2.2 Herziening verbeeldingen
De geometrisch bepaalde planobjecten van de bestemmingsplannen zoals opgenomen in artikel 2.1 worden gewijzigd in die zin dat alle objecten die betrekking hebben op archeologie worden verwijderd en worden vervangen door de geometrische planobjecten zoals opgenomen in dit bestemmingsplan.
2.3 Herziening regels
De regels van de bestemmingsplannen zoals opgenomen in artikel 2.1 worden gewijzigd in die zin dat alle regels die betrekking hebben op parkeernormen en archeologie worden verwijderd en worden vervangen door de regels zoals opgenomen in dit bestemmingsplan. De begrippen zoals genoemd in artikel 1 worden ook toegevoegd in de bestemmingsplannen zoals opgenomen in artikel 2.1. Als in die bestemmingsplannen een begrip al benoemd is wordt dat begrip vervangen door het begrip zoals genoemd in artikel 1.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Waarde - Archeologie 1
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van het door Onze Minister ambtshalve aangewezen archeologisch monument.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Waarde - Archeologie 2 (Gebied Van Archeologische Waarde)
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
Binnen het gebied met 'Waarde - Archeologie 2' mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemming(en), indien en voor zover het een bouwplan betreft:
- 1. met een oppervlakte van maximaal 100 m2, of;
- 2. met een oppervlakte groter dan 100 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld, of;
- 3. dat betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, dan wel niet meer dan 2,5 m uit de bestaande fundering wordt gebouwd.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
4.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden voorkomende bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan de omgevingsvergunning in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouwplan) monumenten in de bodem worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de activiteit die tot de bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
4.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Waarde - Archeologie 3 (Gebied Met Een Hoge Archeologische Verwachting, Historische Kern)
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
Binnen het gebied met 'Waarde - Archeologie 3' mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemming(en), indien en voor zover het een bouwplan betreft:
- 1. met een oppervlakte van maximaal 250 m2, of;
- 2. met een oppervlakte groter dan 250 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld, of;
- 3. dat betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, dan wel niet meer dan 2,5 m uit de bestaande fundering wordt gebouwd.
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
5.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden voorkomende bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan de omgevingsvergunning in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouwplan) monumenten in de bodem worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de activiteit die tot de bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
5.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Waarde - Archeologie 4 (Gebied Met Een Hoge Archeologische Verwachting)
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
6.1.2
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest strenge regels voor het hele bouwperceel.
6.2 Bouwregels
Binnen het gebied met 'Waarde - Archeologie 4' mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemming(en), indien en voor zover het een bouwplan betreft:
- 1. met een oppervlakte van maximaal 500 m2, of;
- 2. met een oppervlakte groter dan 500 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld, of;
- 3. met een oppervlakte groter dan 500 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,5 m ten opzichte van het maaiveld, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - esdekken agrarisch', of;
- 4. dat betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, dan wel niet meer dan 2,5 m uit de bestaande fundering wordt gebouwd.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
6.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden voorkomende bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan de omgevingsvergunning in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouwplan) monumenten in de bodem worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de activiteit die tot de bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
6.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Waarde - Archeologie 5 (Gebied Met Een Middelhoge Archeologische Verwachting)
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
Binnen het gebied met 'Waarde - Archeologie 5' mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemming(en), indien en voor zover het een bouwplan betreft:
- 1. met een oppervlakte van maximaal 2.500 m2, of;
- 2. met een oppervlakte groter dan 2.500 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld, of;
- 3. met een oppervlakte groter dan 2.500 m2 en een verstoringsdiepte van minder dan 0,5 m ten opzichte van het maaiveld, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - esdekken agrarisch', of;
- 4. dat betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, dan wel niet meer dan 2,5 m uit de bestaande fundering wordt gebouwd.
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
7.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden voorkomende bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan de omgevingsvergunning in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouwplan) monumenten in de bodem worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de activiteit die tot de bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
7.7 Wijzigingsbevoegdheid
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Algemene Aanduidingsregels
8.1 Overige zone - esdekken agrarisch
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - esdekken agrarisch' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden, zoals geregeld in de ter plaatse geldende bestemming 'Waarde - Archeologie'.
Artikel 9 Overige Regels
9.1 Parkeernormen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw en/of voor het veranderen van de functie van een bouwperceel, staat vast dat voldoende parkeergelegenheid, overeenkomstig de normen in de beleidsregels in de 'Nota Parkeernormen 2015', wordt gerealiseerd.
9.2 Afwijken parkeernormen
Burgemeester en wethouders kunnen één of meer bepalingen van deze nota buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing – gelet op het belang waarvoor deze nota tot stand is gebracht – leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Een en ander dient in een collegebesluit vastgelegd te zijn.
9.3 Wijzigen parkeernormen
Als de onder 9.1 bedoelde beleidsregels worden gewijzigd, wordt met die wijziging rekening gehouden.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- c. sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 11 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Parkeernormen en archeologie'.
Bijlage 1 Nota Parkeernormen 2015
Bijlage 1 Nota parkeernormen 2015