Herziening bouwregels, Buitengebied Noord, Zuid en Oost
Bestemmingsplan - gemeente Breda
Ontwerp op 03-01-2020 - in voorbereiding
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Plan
Het bestemmingsplan 'Herziening bouwregels, Buitengebied Noord, Zuid en Oost' met identificatienummer NL.IMRO.0758.BP2019101007-ON01 van de gemeente Breda.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 2 Algemene Aanduidingsregels
2.1 overige zone - 01
Ter plaatse van de aanduiding "overige zone - 01" is het bestemmingsplan 'Buitengebied Noord', als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0758.BP2011065001-0501 met de bijbehorende bijlagen, vastgesteld op 12 november 2014 en onherroepelijk geworden op 23 september 2015 van toepassing, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "overige zone - 01":
-
de sloopverplichting uit artikel 16, onder 16.3, sub c., onder 2. wordt aangepast zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "voor het toestaan en inrichten van een verblijfsrecreatieve voorziening in een woning of een bestaand bijgebouw bij een woning in de vorm van een bed en breakfast voor maximaal 10 personen met dien verstande dat:
-
maximaal 200 m² van de woning en/of een bestaand bijgebouw bij een woning voor deze functie mag worden gebruikt;
-
de woning geschikt blijft voor zelfstandige bewoning;
-
de woning en/of het bestaand bijgebouw bij een woning ten behoeve van deze functie niet mag worden uitgebreid;
-
de (agrarische) bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven niet worden beperkt;
-
de te ontwikkelen activiteiten geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben in die zin dat geen aanvullende verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn dan wel de verkeersveiligheid ter plaatse niet in het gedrang komt;
-
er een sloopverplichting ten aanzien van de niet cultuurhistorisch waardevolle bijgebouwen ontstaat als er meer dan 500m² aan bijgebouwen aanwezig is, in dat geval moet deze overtollige bebouwing worden gesloopt tot dat er maximaal 500 m² aan bijgebouwen resteert.
-
de bebouwing onder peil niet meegerekend wordt bij het bepalen van de inhoud van de woning, deze aanvulling is van toepassing op de volgende bouwregels:
-
Artikel 3 onder 3.2, sub g., zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "per bouwvlak maximaal één bedrijfswoning aanwezig mag zijn c.q. gebouwd mag worden met een maximale inhoud, bebouwing onder peil niet meegerekend, van 750 m³, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' waar geen bedrijfwoning is toegestaan;";
-
Artikel 4, onder 4.2, sub g., zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "per bouwvlak slechts één bedrijfswoning aanwezig mag zijn c.q. gebouwd worden met een maximale inhoud, bebouwing onder peil niet meegerekend, van 750 m³3, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' (-w), waar geen bedrijfwoning is toegestaan";
-
Artikel 5, onder 5.2, sub g., zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "per bouwvlak maximaal één bedrijfswoning aanwezig mag zijn c.q. gebouwd worden met een maximale inhoud, bebouwing onder peil niet meegerekend, van 750 m³, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' waar geen bedrijfwoning is toegestaan";
-
Artikel 6, onder 6.2, sub e., zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "per bedrijf één bedrijfswoning aanwezig mag zijn voor zover deze ten tijde van het als ontwerp ter inzage leggen van het plan reeds aanwezig is en de inhoud van de bedrijfswoning, bebouwing onder peil niet meegerekend, maximaal 750 m³ mag bedragen tenzij deze bestaat uit een boerderij met geïntegreerde bedrijfsruimte in welk geval de inhoud, bebouwing onder peil niet meegerekend, gelijk mag zijn aan het bestaande bouwvolume onder de voorwaarde dat de boerderij in zijn oorspronkelijke karakter wordt hersteld en/of gehandhaafd;"
-
Artikel 7, onder 7.2, sub d., zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "de inhoud van de bedrijfswoning, bebouwing onder peil niet meegerekend, maximaal 750 m³ mag bedragen tenzij de bedrijfswoning bestaat uit een boerderij met geïntegreerde bedrijfsruimte in welk geval de inhoud, bebouwing onder peil niet meegerekend, gelijk mag zijn aan het bestaande bouwvolume onder de voorwaarde dat de boerderij in zijn oorspronkelijke karakter wordt hersteld en/of gehandhaafd";
-
Artikel 9, onder 9.2, sub d., zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "per bedrijf één bedrijfswoning aanwezig mag zijn voor zover deze ten tijde van het als ontwerp ter inzage leggen van het plan reeds aanwezig is, waarvan de inhoud, bebouwing onder peil niet meegerekend, maximaal 750 m³ mag bedragen"
-
Artikel 10, onder 10.2, sub c., zodat de bepaling als volgt komt te luiden:"per bouwvlak is één bedrijfswoning toegestaan voor zover aanwezig ten tijde van het als ontwerp ter inzage leggen van dit plan met een inhoud, bebouwing onder peil niet meegerekend, van maximaal 750 m³ en een goot- en bouwhoogte van respectievelijk maximaal 4,50 meter en 9 meter alsmede één vrijstaand bijgebouw ten behoeve van het wonen van maximaal 100 m² en met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 meter en 5,50 meter";
-
Artikel 12, onder 12.2, sub b., onder 2, zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "de inhoud, bebouwing onder peil niet meegerekend, hiervan niet meer dan 150 m³ mag bedragen";
-
Artikel 16, onder 16.2, sub b., zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "de woning ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mag worden verbouwd, uitgebreid en vervangen met dien verstande dat de inhoud van de woning, bebouwing onder peil niet meegerekend, nooit meer zal mogen bedragen dan 750 m³ met uitzondering van boerderijen met geïntegreerde bedrijfsruimte waarvan de inhoud, bebouwing onder peil niet meegerekend, gelijk mag zijn aan het bestaande bouwvolume onder de voorwaarde dat de boerderij in zijn oorspronkelijke karakter wordt hersteld en/of gehandhaafd";
-
Artikel 16, onder 16.3, sub b., onder 2, zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "de totale uitbreiding van de woning op basis hiervan niet meer mag bedragen dan 150 m³ met dien verstande dat de woning geen grotere inhoud, bebouwing onder peil niet meegerekend, mag krijgen dan 900 m³".
-
de niet ingevulde maatvoering uit 17.4, sub a., onder 1., onder b. en onder 2., onder b. komt te vervallen zodat de artikel 17, onder 17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als volgt komt te luiden:
-
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
-
Voor zover het bovengrondse leidingen betreft:
-
het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;
-
het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
-
het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;
-
het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld -en weghoogte;
-
Voor zover het ondergrondse leidingen betreft:
-
het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
-
het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
-
het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen;
-
het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
-
andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling;
-
het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd;
-
het aanleggen van andere ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
-
Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
het normale onderhoud betreffen;
-
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
-
De in onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting van de belangen van de leiding- en/of energievoorzieningbeheerder ontstaat of kan ontstaan en vooraf schriftelijk positief advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
-
artikel 18.3 Afwijken van de bouwregels als volgt wordt aangepast: "Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels indien op basis van een ingesteld archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarde veilig te stellen, zoals het aanbrengen van een beschermingslaag, het opgraven van de archeologische artefacten, het documenteren van de archeologische waarde of anders met het bevoegd gezag overeengekomen maatregelen."
-
artikel 21, onder 21.2, Algemene bouwregels als volgt wordt aangepast:
-
Indien het gebruik van gronden en bebouwing of de maatvoering van de bebouwing of het aantal woningen dat bestaat ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan afwijkt van hetgeen in deze planregels is bepaald mag het legaal afwijkende gebruik, maatvoering c.q aantal woningen te allen tijde worden gehandhaafd en vernieuwd.
-
Voor het bouwen van beneden het peil gelegen gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
het bouwen van bedoelde ruimten is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
-
in afwijking van hetgeen onder 1. mag het bouwen van beneden het peil gelegen gebouwen tevens plaatsvinden onder de bebouwing die gelegen is buiten de aanduiding 'bouwvlak';
-
het bouwen van bedoelde ruimten is uitsluitend toegestaan tot 1 bouwlaag.
-
een opgenomen wijzigingsbevoegdheid ook kan voorzien in het uitbreiden en vestigen van een andere functie en dat hierom de volgende bepalingen als volgt worden aangepast:
-
Artikel 3, lid 3.6 Wijzigingsbevoegdheid, onder d. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "8. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 5.000 m² mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 5.000 m²;"
-
Artikel 3, lid 3.6 Wijzigingsbevoegdheid, onder e. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "7. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 1,5 ha mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 1,5 ha;"
-
Artikel 4, lid 4.7 Wijzigingsbevoegdheid, onder c. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "7. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 2.500 m² mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 2.500 m²;"
-
Artikel 4, lid 4.7 Wijzigingsbevoegdheid, onder d. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "7. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 5.000 m² mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 5.000 m²;"
2.2 overige zone - 02
Ter plaatse van de aanduiding "overige zone - 02" is het bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid 2013', als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0758.BP2012059001-0406 met de bijbehorende bijlagen, vastgesteld op 13 juli 2013 en onherroepelijk geworden op 12 juni 2019 van toepassing,
alsmede het bestemmingsplan 'Herziening diverse Locaties in Breda 2019', als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0758.BP2019101006-VG01 met de bijbehorende bijlagen, vastgesteld op 16 januari 2020 en onherroepelijk geworden op 1(PM)
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "overige zone - 02":
-
ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' binnen de bestemming 'Agrarisch' de bouw of uitbreiding van kassen tot een netto glasoppervlak van maximaal 3 ha na toepassing van de afwijkingsbevoegdheid of wijzigingsbevoegdheid mogelijk wordt en dit leidt tot een aanvulling van:
-
artikel 3, onder 3.3 Afwijken van de bouwregels onder sub f. met het volgende onderdeel:
"4. de bouw of uitbreiding van kassen groter dan 5.000 m² is uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' en tot een netto glasoppervlak van maximaal 3 ha;"
-
artikel 3, onder 3.5 Wijzigingsbevoegdheid onder sub. a., onder 1. met het volgende onderdeel: "4. de bouw of uitbreiding van kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw', waarvan de oppervlakte maximaal 3,5 ha mag gaan bedragen waarbinnen maximaal 3 ha netto glasoppervlak is toegestaan.
-
de sloopverplichting uit artikel 18, onder 18.3, sub c., onder 2. wordt aangepast zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "voor het toestaan en inrichten van een verblijfsrecreatieve voorziening in een woning of een bestaand bijgebouw bij een woning in de vorm van een bed en breakfast voor maximaal 10 personen met dien verstande dat:
-
maximaal 200 m² van de woning en/of een bestaand bijgebouw bij een woning voor deze functie mag worden gebruikt;
-
de woning geschikt blijft voor zelfstandige bewoning;
-
de woning en/of het bestaand bijgebouw bij een woning ten behoeve van deze functie niet mag worden uitgebreid;
-
de (agrarische) bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven niet worden beperkt;
-
de te ontwikkelen activiteiten geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben in die zin dat geen aanvullende verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn dan wel de verkeersveiligheid ter plaatse niet in het gedrang komt;
-
er een sloopverplichting ten aanzien van de niet cultuurhistorisch waardevolle bijgebouwen ontstaat als er meer dan 500m² aan bijgebouwen aanwezig is, in dat geval moet deze overtollige bebouwing worden gesloopt tot dat er maximaal 500 m² aan bijgebouwen resteert."
-
de bebouwing onder peil niet meegerekend wordt bij het bepalen van de inhoud van de woning, deze aanvulling is van toepassing op de volgende bouwregels:
-
Artikel 18, onder 18.3, sub b., onder 3., zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "de totale inhoud van de woning, bebouwing onder peil niet meegerekend, op basis hiervan nooit meer mag gaan bedragen dan 900 m³".
-
artikel 21.3 Afwijken van de bouwregels als volgt wordt aangepast: "Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels indien op basis van een ingesteld archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarde veilig te stellen, zoals het aanbrengen van een beschermingslaag, het opgraven van de archeologische artefacten, het documenteren van de archeologische waarde of anders met het bevoegd gezag overeengekomen maatregelen."
-
artikel 26, onder 26.2 Algemene bouwregels als volgt wordt aangepast:
-
Indien het gebruik van gronden en bebouwing of de maatvoering van de bebouwing of het aantal woningen dat bestaat ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan afwijkt van hetgeen in deze planregels is bepaald mag het legaal afwijkende gebruik, maatvoering c.q aantal woningen te allen tijde worden gehandhaafd en vernieuwd.
-
Voor het bouwen van beneden het peil gelegen gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
het bouwen van bedoelde ruimten is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
-
in afwijking van hetgeen onder 1. mag het bouwen van beneden het peil gelegen gebouwen tevens plaatsvinden onder de bebouwing die gelegen is buiten de aanduiding 'bouwvlak';
-
het bouwen van bedoelde ruimten is uitsluitend toegestaan tot 1 bouwlaag.
-
een opgenomen wijzigingsbevoegdheid ook kan voorzien in het uitbreiden en vestigen van een andere functie en dat hierom de volgende bepalingen als volgt worden aangepast:
-
Artikel 3, lid 3.5 Wijzigingsbevoegdheid, onder c. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "7. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 5.000 m² mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 5.000 m²;"
-
Artikel 3, lid 3.5 Wijzigingsbevoegdheid, onder d. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "7. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 1,5 ha mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 1,5 ha;"
-
Artikel 4, lid 4.7 Wijzigingsbevoegdheid, onder c. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "7. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 2.500 m² mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 2.500 m²;"
-
Artikel 4, lid 4.7 Wijzigingsbevoegdheid, onder d. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "7. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 5.000 m² mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 5.000 m²;".
2.3 overige zone - 03
Ter plaatse van de aanduiding "overige zone - 03" is het bestemmingsplan 'Buitengebied Oost', als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0758.BP2015223001-0402 met de bijbehorende bijlagen, vastgesteld op 13 juli 2017 en grotendeels onherroepelijk geworden op 10 april 2019 en voor zover relevant het reparatiebesluit als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0758.BP2015223001-0403 met de bijbehorende bijlagen, vastgesteld op 10 oktober 2019 van toepassing, alsmede het bestemmingsplan 'Herziening diverse Locaties in Breda 2019', als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0758.BP2019101006-VG01 met de bijbehorende bijlagen, vastgesteld op 16 januari 2020 en onherroepelijk geworden op 1(PM) met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "overige zone - 03":
-
ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' binnen de bestemming 'Agrarisch' de bouw of uitbreiding van kassen tot een netto glasoppervlak van maximaal 3 ha na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mogelijk wordt en dit leidt tot een aanvulling van artikel 3, onder 3.6 Wijzigingsbevoegdheid onder sub. a., onder 1. met het volgende onderdeel:
"3. de bouw of uitbreiding van kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw', waarvan de oppervlakte maximaal 3,5 ha mag gaan bedragen waarbinnen maximaal 3 ha netto glasoppervlak is toegestaan."
-
de sloopverplichting uit artikel 14, onder 14.3, sub c., onder 2. wordt aangepast zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "het bepaalde in lid 14.2 voor het toestaan en inrichten van een verblijfsrecreatieve voorziening in een woning of een bestaand bijgebouw bij een woning in de vorm van een bed en breakfast voor maximaal 10 personen met dien verstande dat:
-
maximaal 200 m² van de woning en/of een bestaand bijgebouw bij een woning voor deze functie mag worden gebruikt;
-
de woning geschikt blijft voor zelfstandige bewoning;
-
de woning en/of het bestaand bijgebouw bij een woning ten behoeve van deze functie niet mag worden uitgebreid;
-
de (agrarische) bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven niet worden beperkt;
-
de te ontwikkelen activiteiten geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben in die zin dat geen aanvullende verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn dan wel de verkeersveiligheid ter plaatse niet in het gedrang komt;
-
er een sloopverplichting ten aanzien van de niet cultuurhistorisch waardevolle bijgebouwen ontstaat als er meer dan 500m² aan bijgebouwen aanwezig is, in dat geval moet deze overtollige bebouwing worden gesloopt tot dat er 500 m² aan bijgebouwen resteert. ".
-
de bebouwing onder peil niet meegerekend wordt bij het bepalen van de inhoud van de woning, deze aanvulling is van toepassing op de volgende bouwregels:
-
Artikel 14, onder 14.3, sub b., onder 3., zodat de bepaling als volgt komt te luiden: "de totale inhoud van de woning, bebouwing onder peil niet meegerekend, op basis hiervan nooit meer mag gaan bedragen dan 900 m³".
-
artikel 16.3 Afwijken van de bouwregels als volgt wordt aangepast: "Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels indien op basis van een ingesteld archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarde veilig te stellen, zoals het aanbrengen van een beschermingslaag, het opgraven van de archeologische artefacten, het documenteren van de archeologische waarde of anders met het bevoegd gezag overeengekomen maatregelen."
-
artikel 19, onder 19.2 Algemene bouwregels als volgt wordt aangepast:
-
Indien het gebruik van gronden en bebouwing of de maatvoering van de bebouwing of het aantal woningen dat bestaat ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan afwijkt van hetgeen in deze planregels is bepaald mag het legaal afwijkende gebruik, maatvoering c.q aantal woningen te allen tijde worden gehandhaafd en vernieuwd.
-
Voor het bouwen van beneden het peil gelegen gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
het bouwen van bedoelde ruimten is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiidng 'bouwvlak';
-
in afwijking van hetgeen onder 1. mag het bouwen van beneden het peil gelegen gebouwen tevens plaatsvinden onder de bebouwing die gelegen is buiten de aanduiding 'bouwvlak';
-
het bouwen van bedoelde ruimten is uitsluitend toegestaan tot 1 bouwlaag.
-
een opgenomen wijzigingsbevoegdheid ook kan in sommige gevallen voorzien in het uitbreiden en vestigen van een andere functie en dat hierom de volgende bepalingen als volgt worden aangepast:
-
Artikel 3, lid 3.6 Wijzigingsbevoegdheid, onder c. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "7. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 5.000 m² mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 5.000 m²;"
-
Artikel 3, lid 3.6 Wijzigingsbevoegdheid, onder d. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "7. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 1,5 ha mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 1,5 ha;"
-
Artikel 4, lid 4.7 Wijzigingsbevoegdheid, onder c. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "8. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 2.500 m² mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 2.500 m²;"
-
Artikel 4, lid 4.7 Wijzigingsbevoegdheid, onder d. wordt aangevuld met het volgende onderdeel: "7. indien de bestaande aanduiding 'bouwvlak' kleiner is dan 5.000 m² mag de bestaande aanduiding 'bouwvlak' worden uitgebreid tot 5.000 m²;".
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 3 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het bestemmingsplan "Herziening bouwregels, Buitengebied Noord, Zuid en Oost"".
Toelichting
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding en doel
Door een bezwarenprocedure rondom het in gebruik nemen van een bijgebouw bij een woning als Bed&Breakfast en tijdens het opstellen van het geactualiseerde bestemmingsplan 'Buitengebied Noord Oost' is aan het licht gekomen dat een aantal bouwregels uit de bestemmingsplannen 'Buitengebied Noord', 'Buitengebied Zuid 2013' en 'Buitengebied Oost' aanscherping behoeven.
Het betreft, kort gezegd, de volgende onderwerpen:
-
Sloopverplichting bij het toestaan van een bed&breakfast;
-
De toegestane inhoud van (bedrijfs)woningen;
-
De afwijkingsmogelijheden voor de bouw van kassen;
-
De maatvoering binnen de bestemming Leiding van het bestemmingsplan 'Buitengebied Noord';
-
De omvang van de wijzigingsbevoegdheid voor het omzetten van een agrarische bestemming in een bedrijfsbestemming;
-
Het afwijken van de bouwregels binnen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie.
In hoofdstuk 2 worden de verschillende onderwerpen uitgewerkt.
Door onderhavig bestemmingsplan wordt eventuele discussie over de bedoeling van de planregels weggenomen èn daarnaast worden de betreffende bouwregels voor ieder buitengebiedplan geüniformeerd. Er worden géén nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels Buitengebied Noord, Zuid en Oost'.
1.2 Vigerend bestemmingsplan
Dit bestemmingsplan voorziet in een aanvullende regeling ten aanzien voor de volgende vigerende bestemmingsplannen:
Locatie Bestemmingsplan Datum onherroepelijk
Plangebied buitengebied Noord : Buitengebied Noord 23.9.2015
Plangebied buitengebied Zuid : Buitengebied Zuid 2013 12.6.2019
Plangebied buitengebied Oost : Buitengebied Oost 10.4.2019 (deels)
Reparatie plangebied buitengebied Oost : Buitengebied Oost 10.10.2019
(vastgesteld)
1.3 Planvorm
Het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels Buitengebied Noord, Zuid en Oost' voorziet in een aanpassing van diverse bestemmingsplanregelingen voor de bestemmingsplannen 'Buitengebied Noord', 'Buitengebied Zuid 2013' en 'Buitengebied Oost'. Het onderhavige plan is erop gericht om de vigerende bestemmingsplannen aan te vullen met een correctie. Per locatie blijft het vigerende bestemmingsplan van toepassing, met inachtneming van de correctie uit het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels Buitengebied Noord, Zuid en Oost'.
Hoofdstuk 2 Doelstellingen Van Het Bestemmingsplan
2.1 Inleiding
Door onderhavig bestemmingsplan wordt eventuele discussie over de bedoeling van de planregels weggenomen èn daarnaast worden de betreffende bouwregels voor ieder buitengebiedplan geüniformeerd. Er worden géén nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels Buitengebied Noord, Zuid en Oost'.
2.2 Aanleiding en doel
Hoofdstuk 3 Beleid
3.1 Beleid en regelgeving
De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door landelijke, provinciale en gemeentelijke beleidsrapportages. Het onderhavige bestemmingsplan vult de vigerende bestemmingsplannen aan met een correctie. Per locatie blijft het vigerende bestemmingsplan van toepassing, met inachtneming van de correctie uit het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels, Buitengebied Noord, Zuid en Oost’. Het vigerende beleidskader, zoals in die bestemmingsplannen opgenomen, is veelal nog van kracht. Onderhavige reparaties zijn passend binnen de beleidskaders. Voor zover dit een nadere toelichting behoeft is dat in onderhavig hoofdstuk opgenomen.
3.2 Verordening ruimte
Op 5 november 2019 is de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant in werking getreden. Deze
verordening herhaalt grotendeels de regelingen zoals die ook in de Verordening ruimte waren opgenomen met hier en daar enkele beleidswijzigingen.
Ten aanzien van onderhavige reparatie is enkel de regeling omtrent glastuinbouw relevant en de bepalingen over uitbreiding, al dan niet gelijktijdig met de vestiging van een agrarisch-technisch hulpbedrijf of een niet-agrarische functie.
Glastuinbouw
De Interim omgevingsverordening biedt bestaande glastuinbouwbedrijven de mogelijkheid om uit te breiden tot 3 ha glas. Hiermee is onderhavig plan in overeenstemming.
Uitbreiding en vestiging agrarisch-technisch hulpbedrijf of regulier bedrijf
De Interim omgevingsverordening biedt de volgende mogelijkheden:
-
een bestaand agrarisch-technisch hulpbedrijf in landelijk gebied mag een omvang hebben van maximaal 1,5ha.
-
een nieuw agrarisch-technisch hulpbedrijf in gemengd landelijk gebied mag een omvang hebben van maximaal 1,5ha.
-
een nieuw niet-agrarische functie in landelijk gebied mag zich vestigen op een bestaand bouwperceel, waarbij is bepaald dat de omvang passende in de omgeving moet zijn. De verordening geeft geen maatvoering mee maar geeft aan dat de bedrijfsvoering kleinschalig moet zijn en niet vestiging op een bedrijventerrein niet doelmatig is. Voor Breda wordt aangesloten bij de huidige lijn in het buitengebied, te weten een maximaal opervlakte van 5.000m² voor reguliere bedrijven in agrarisch gebied en maximaal 2.500m² in een agrarisch gebied met landschappelijke waarden. In agrarische gebieden met zowel landschappelijke als natuurwaarden wordt niet voorzien in de mogelijheid om de agrarische bestemming te wijzigen ten behoeve van een agrarisch-technisch hulpbedrijf of regulier bedrijf.
De verordening ziet niet op ondergronds bouwen. De reden is dat dergelijke constructies niet van invloed zijn op de ruimtelijke kwaliteit, want ondergronds en dus niet zichtbaar. Ook stelt de verordening geen maatvoeringseisen aan bijgebouwen. De verordening werkt met het principe van zorgvuldig ruimtegebruik en ‘kwaliteitsverbetering van het landschap’. Deze zijn door de gemeente nader uitgewerkt in de Landschapsinvesteringsregeling Breda. Zie hieronder.
3.3 Landschapsinvesteringsregeling Breda
Beleidsambitie
Het doel is het groene en open karakter van het buitengebied te beschermen en te bevorderen zonder daarbij het gebied op slot te zetten.
Middel
De Landschapsinvesteringsregeling Breda (LIR) is de uitwerking van het principe van ‘kwaliteitsverbetering van het landschap’ uit de provinciale Verordening ruimte. De Verordening ruimte draagt de gemeente op om in een bestemmingsplan aan te geven hoe een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaan stedelijk gebied bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van het landschap. In de meeste gevallen wordt de bijdrage aan de kwaliteitsverbetering geleverd door het slopen van overtollige (bij)gebouwen, het verwijderen van overtollige verharding en het aanleggen van natuur. De omvang van deze verplichting tot het verwijderden bebouwing en verharding en de omvang van de natuuraanleg is afhankelijk van de concrete ontwikkeling. Het LIR geeft hiervoor de kaders. Per 5 november 2019 is de Verordening ruimte vervangen door de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. Deze verordening kent tevens de bepaling 'kwaliteitsverbetering landschap', deze bepaling geeft dezelfde invulling aan het principe van ‘kwaliteitsverbetering van het landschap’ uit de Verordening ruimte.
Concreet voor bijgebouwen
Uiteindelijk blijft het maatwerk maar de LIR geeft de volgende maatvoering aan voor de maximaal resterende m² aan bijgebouwen:
-
Bij een nieuwe (ruimte-voor-ruimte) woning: maximaal 100 m².
-
Bij een wijziging van een (agrarische) bedrijfswoning naar een reguliere woning:
-
maximaal 200 m² aan bijgebouwen als het bestemmingsvlak wordt verkleind van minimaal 1 ha naar maximaal 1.500m².
-
maximaal 500 m² aan bijgebouwen als het bestemmingsvlak wordt verkleind naar maximaal 5.000m².
Doorvertaling in het bestemmingsplan
Bij ontwikkelingen op basis van de directe bouw- en gebruiksregels uit een bestemmingsplan vraagt de LIR geen extra kwaliteitsverbetering van het landschap. In de regels van het bestemmingsplan is bij deze directe bouw- en gebruiksregels dan ook geen koppeling gelegd met de LIR. Bij de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden en de wijzigingsbevoegdheden is wel de koppeling gelegd met de LIR. Deze ontwikkelingen zullen moeten voldoen aan de LIR.
Concluderend
In de regels over de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden en de wijzigingsbevoegdheden is direct de koppeling gelegd met de LIR. De LIR is daardoor expliciet van toepassing verklaard op deze ontwikkelingen. Dat betekent dat deze ontwikkelingen gepaard kunnen gaan met een sloopverplichting voor het aantal m² aan bijgebouwen. Ter verduideling is in de regels nogmaals de sloopverplichting opgenomen, maar wel met de nuancering dat de sloopverplichting enkel geldt indien er meer dan 500m² aan bijgebouwen aanwezig zijn en dat de sloopveprlichting niet van toepassing is voor cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.
Hoofdstuk 4 Milieu
4.1 Milieuhygiënische aspecten
Voor het ontwikkelen en in stand houden van een leefbaar en duurzaam Breda dient bij ruimtelijke planvorming rekening gehouden te worden met de milieuhygiënische aspecten die door het plangebied en of de omgeving hiervan worden opgelegd. Door rekening te houden met deze aspecten kan een goed leefklimaat worden ontwikkeld. In dit hoofdstuk worden de verschillende milieuhygiënische aspecten die van belang zijn voor het plangebied nader toegelicht.
Het onderhavige bestemmingsplan vult de vigerende bestemmingsplannen aan met een correctie. Per locatie blijft het vigerende bestemmingsplan van toepassing, met inachtneming van de correctie uit het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels, Buitengebied Noord, Zuid en Oost'. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Er is dan ook geen sprake van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen waarbij milieuaspecten onderzocht moeten worden.
Hoofdstuk 5 Juridische Planbeschrijving
5.1 Bestemmingen
Het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels, Buitengebied Noord, Zuid en Oost' voorziet in een aanscherping van de volgende bestemmingsplan bepalingen:
Bestemmingsplan 'Buitengebied Noord'
-
In de regels over de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden en de wijzigingsbevoegdheden de dubbel opgelegde sloopverplichting schrappen: Artikel 16, onder 16.3, sub c., onder 2. verblijfsrecreatieve voorziening in een bestaande woning of een bestaand bijgebouw in de vorm van een bed en breakfast.
-
Bebouwing onder peil niet meerekenen voor bepaling van de inhoud:
-
Artikel 3 onder 3.2, sub g.;
-
Artikel 4, onder 4.2, sub g.;
-
Artikel 5, onder 5.2, sub g.;
-
Artikel 6, onder 6.2, sub g.;
-
Artikel 7, onder 7.2, sub d.;
-
Artikel 9, onder 9.2, sub d.;
-
Artikel 10, onder 10.2, sub c.;
-
Artikel 12, onder 12.2, sub b., onder 2;
-
Artikel 16, onder 16.2, sub b.;
-
Artikel 16, onder 16.3, sub b., onder 2;
-
Artikel 21, onder 21.2.
-
Geen maatvoering opgenomen voor het oprichten van bovengrondse contrusties, installaties of apparatuur en het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen:
-
Artikel 17, onder 17.4, sub a., onder 1., onder b. en onder 2., onder b.
-
Een opgenomen wijzigingsbevoegdheid kan in sommige gevallen ook voorzien in het uitbreiden en vestigen van een andere functie en dat hierom de volgende bepalingen als volgt worden aangepast:
-
Artikel 3, lid 3.6, onder d. en e.
-
Artikel 4, lid 4.7, onder c. en d.
-
Ontheffing van het bouwverbod binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' indien er nog geen archeologisch onderzoek is verricht of mogelijk is maar er wel een goedgekeurd Plan van Eisen is overlegd. Bij de vergunning kunnen vervolgens aanvullende voorwaarden worden opgenomen. De volgende bepaling is hierop aangepast:
-
Artikel 18, onder 18.3.
Bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid 2013'
-
Artikel 18, onder 18.3, sub c., onder 2. verblijfsrecreatieve voorziening in een bestaande woning of een bestaand bijgebouw in de vorm van een bed en breakfast.
-
Bebouwing onder peil niet meerekenen voor bepaling van de inhoud:
-
Artikel 18, onder 18.3, sub b., onder 3.
-
Artikel 26, onder 26.2.
-
Glastuinbouwbedrijven krijgen (wederom) de mogelijkheid om uit te breiden tot een netto glasoppervlak van maximaal 3 ha:
-
Artikel 3, onder 3.3, sub f.
-
Een opgenomen wijzigingsbevoegdheid ook kan in sommige gevallen voorzien in het uitbreiden en vestigen van een andere functie en dat hierom de volgende bepalingen als volgt worden aangepast:
-
Artikel 3, lid 3.5, onder c. en d.
-
Artikel 4, lid 4.7, onder c. en d.
-
Ontheffing van het bouwverbod binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' indien er nog geen archeologisch onderzoek is verricht of mogelijk is maar er wel een goedgekeurd Plan van Eisen is overlegd. Bij de vergunning kunnen vervolgens aanvullende voorwaarden worden opgenomen. De volgende bepaling is hierop aangepast:
-
Artikel 21, onder 21.3.
Bestemmingsplan 'Buitengebied Oost'
-
Artikel 14, onder 14.3, sub c., onder 2. verblijfsrecreatieve voorziening in een bestaande woning of een bestaand bijgebouw in de vorm van een bed en breakfast.
-
Bebouwing onder peil niet meerekenen voor bepaling van de inhoud:
-
Artikel 14, onder 14.3, sub b., onder 3.
-
Artikel 19, onder 19.2.
-
Een opgenomen wijzigingsbevoegdheid ook kan in sommige gevallen voorzien in het uitbreiden en vestigen van een andere functie en dat hierom de volgende bepalingen als volgt worden aangepast:
-
Artikel 3, lid 3.6, onder c. en d.
-
Artikel 4, lid 4.7, onder c. en d.
-
Ontheffing van het bouwverbod binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' indien er nog geen archeologisch onderzoek is verricht of mogelijk is maar er wel een goedgekeurd Plan van Eisen is overlegd. Bij de vergunning kunnen vervolgens aanvullende voorwaarden worden opgenomen. De volgende bepaling is hierop aangepast:
-
Artikel 16, onder 16.3.
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Inleiding
Het onderhavige plan ziet op een aanscherping van bouwregels van de vigerende plannen, deze aanscherpingen worden niet gezien als nieuwe ontwikkelingen.
6.2 Financiële haalbaarheid
De kosten voor het opstellen van onderhavig bestemmingsplan komen voor rekening van de gemeente Breda. Hiermee wordt het bestemmingsplan uitvoerbaar geacht.
Hoofdstuk 7 Communicatie
7.1 Inleiding
In het bestemmingsplanproces bestaan diverse mogelijkheden tot communicatie. De voor dit voorliggende bestemmingsplan relevante communicatie wordt in dit hoofdstuk belicht.