Molenstraat 38-44
Bestemmingsplan - gemeente Deurne
Vastgesteld op 18-12-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan 'BP Molenstraat 38-44' met identificatienummer NL.IMRO.0762.BP201807-C001 van de gemeente Deurne.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 afhankelijke woonruimte
een tijdelijke zelfstandige woonruimte in een deel van een hoofdgebouw met woonfunctie, een aanbouw dan wel een vrijstaand bijgebouw bij dat hoofdgebouw met woonfunctie, waarin een tweede huishouden kan worden gehuisvest uit oogpunt van mantelzorg, welke tijdelijke woonruimte qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met het hoofdgebouw met woonfunctie en gelegen is binnen een bestemming die wonen mogelijk maakt.
1.6 ambachtelijk bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van ter plaatse vervaardigde goederen verband houdend met het ambacht.
1.7 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.8 bebouwingspercentage
een in het plan aangegeven percentage dat de grootte van het in de regels aangegeven terrein aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd.
1.9 bed & breakfast
recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt binnen bestaande gebouwen.
1.10 bedrijf
een inrichting of instelling in de hindercategorie 1 of 2 gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
1.11 bedrijf aan huis / aan-huis-verbonden bedrijf
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang van de activiteiten zodanig is dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende gebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.
1.12 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
1.13 beroep aan huis / aan-huis-verbonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.14 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslagruimten, sanitaire ruimten en dergelijke.
1.15 bestaand
- a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestonden of in uitvoering waren krachtens een onherroepelijke bouwvergunning, thans omgevingsvergunning geheten, of bouwwerken die nog gebouwd kunnen worden krachtens een onherroepelijke bouwvergunning, thans omgevingsvergunning geheten, of waarvoor de verleende bouwvergunning nog onherroepelijk wordt;
- b. bij gebruik: gebruik dat bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.16 bestaande woning
een woning die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestond of in uitvoering was krachtens een onherroepelijke bouwvergunning, thans omgevingsvergunning geheten, of een woning die nog gebouwd kan worden krachtens een onherroepelijke bouwvergunning of waarvoor de verleende bouwvergunning nog onherroepelijk wordt.
1.17 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.18 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.19 bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
1.20 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.21 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.22 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.23 bouwlaag
een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.24 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.25 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel.
1.26 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.27 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
1.28 bouwwerk, geen gebouw zijnde
een bouwwerk, niet zijnde een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte.
1.29 cultuurhistorische waarden
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
1.30 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.31 dienstverlening
- a. dienstverlening met baliefunctie:
het bedrijfsmatig verlenen van zakelijke diensten aan particulieren, zoals reisbureaus, bankfilialen, wasserettes eventueel met bijbehorende kantoren, werkplaatsen en magazijnen, met uitzondering van garagebedrijven.
- b. dienstverlening zonder baliefunctie:
het bedrijfsmatig verlenen van zakelijke diensten zoals rechtskundige diensten, accountantskantoren, ingenieursbureaus, uitzendbureaus etc..
1.32 escortbedrijf
een natuurlijk persoon, groep van personen en/of rechtspersoon die prostitutie aanbiedt, die uitgeoefend wordt op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte of woning.
1.33 evenement
voor publiek toegankelijke verrichting op, in ieder geval, het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of vermaak, alsmede grootschalige herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen en feesten.
1.34 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.35 GSM-installatie
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gericht op het ontvangen en/of verzenden van telecommunicatiedataverkeer, met inbegrip van de daarbij behorende zijsprieten, schoteltjes, panelen en technische installatie(s).
1.36 GSM-mast
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarop/waarbij een (of meer) GSM- of UMTS-installatie(s) kan (kunnen) worden geplaatst.
1.37 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijk gebouw valt aan te merken.
1.38 horeca
een bedrijf of instelling, gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:
- a. het verstrekken van nachtverblijf;
- b. het verstrekken en/of bereiden van drank en/of etenswaren voor consumptie (al dan niet ter plaatse);
- c. het exploiteren van zaalaccommodatie.
1.39 huishouden
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren.
1.40 kamerverhuur
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de kamerverhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.
1.41 Lijst van bedrijfsactiviteiten
de lijst van de bedrijven, bevattende basisinformatie voor milieuzonering, zoals deze is opgenomen als bijlage, behorende bij deze regels.
1.42 logies
het bedrijfsmatig (nacht) verblijf aanbieden, waarbij de afnemer het hoofdverblijf elders heeft.
1.43 maatschappelijke voorzieningen
voorzieningen op het gebied van openbaar bestuur en overheidsdiensten; levensbeschouwelijke organisaties, onderwijs, gezondheidszorg, veterinaire diensten, sociaal-medische, sociaal-culturele en culturele voorzieningen, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.44 mantelzorg
het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak.
1.45 nieuwe woning
een woning / wooneenheid die wordt toegevoegd aan de bestaande woningvoorraad.
1.46 nok
het hoogste gedeelte van een dak met hellende vlakken, te weten waar beide hellende vlakken elkaar snijden.
1.47 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
1.48 (publieks)verzorgende ambacht
een ambachtelijke bedrijf dat zijn goederen en verzorgende diensten rechtstreeks levert aan de consument, zoals een kapper, hakkenbar en goudsmid en dat, gelet op het publiekstrekkende karakter daarvan, thuishoort in of direct aansluitend bij een winkelgebied (juridisch wordt deze activiteit gelijkgesteld met detailhandel).
1.49 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.50 voorgevel
de gevel van een gebouw, die is gekeerd naar de weg of het openbaar gebied waarop het bouwperceel overwegend georiënteerd is (bij een hoekperceel is er slechts sprake van één voorgevel).
1.51 water
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.
1.52 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater.
1.53 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden of maximaal vier personen die geen huishouden vormen.
1.54 zijdelingse-/achterperceelgrens
een niet naar een weg of openbaar gebied gekeerde grens van een bouwperceel.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten en berekend:
2.1 afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
2.2 dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, lichtkoepels, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken langs) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).
2.7 ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
2.8 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.9 peil
- voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan-huis-verbonden beroepen;
- c. erven en tuinen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
- f. speelvoorzieningen;
- g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in 3.2.2 onder c met betrekking tot de afstand van het hoofdgebouw tot een perceelgrens langs de openbare weg, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld niet wordt geschaad.
- b. het bepaalde in 3.2.2 onder h met betrekking tot de minimale en maximale dakhelling, mits:
- 1. het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld niet wordt geschaad;
- 2. geen onevenredige schade wordt toegebracht aan het woonmilieu en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
- c. het bepaalde in artikel 3.2.5 onder a voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen op hoeksituaties van wegen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- 1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen naast het hoofdgebouw, mits niet minder dan 2 meter achter de denkbeeldige lijn door de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw en voor de denkbeeldige lijn door de voorgevel van het om de hoek gelegen hoofdgebouw, mag ten hoogste 2 meter bedragen;
- 2. de belangen van rechthebbenden van aan het bouwperceel aanliggende gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- 3. de verkeersveiligheid mag niet in gevaar worden gebracht.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 4 Leiding - Riool
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een rioolleiding.
4.2 Bouwregels
Op de gronden met deze bestemming mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke noodzakelijk zijn voor de aanleg en het beheer en onderhoud van de leidingen wel zijn toegestaan.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde in de andere bestemming, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. De onderliggende bestemming laat de bebouwing toe.
- b. Er mag geen aantasting plaatsvinden van het doelmatig functioneren van de leiding.
- c. Vooraf dient schriftelijk advies te worden ingewonnen bij de beheerder van de desbetreffende leiding.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Waarde - Archeologie 4
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.5 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van bouwwerken dan wel de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dar ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nader eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Uitzondering ondergeschikte bouwonderdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen aanduidingsvlakken, bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwonderdelen als balkons (met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.2.2 onder d), plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, zonnecollectoren, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- of bestemmingsgrens niet meer dan 1 meter bedraagt.
7.2 Bestaande maten
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
- a. De bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden.
- b. De bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
- c. Ingeval van herbouw is het bepaalde onder a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
7.3 Parkeren
Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits bij de aanvraag wordt aangetoond dat ten behoeve van de betreffende aanvraag wordt voldaan aan de "Nota parkeernormen Gemeente Deurne 2013". Indien deze nota gewijzigd wordt gedurende de planperiode, moet rekening worden gehouden met deze wijzigingen.
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 5 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
Indien niet op grond van een andere regel van deze regels afgeweken kan worden en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van de desbetreffende regels van het plan voor:
- a. andere dan de voorgeschreven minimum- en maximummaten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut en voor religieuze doeleinden zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, monumenten, kapellen, wegkruisen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:
- 1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 10 m²;
- 2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3,20 meter;
- 3. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 5,50 meter;
- 4. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 3,20 meter;
- c. het in geringe mate afwijken van een bestemmingsgrens, alsmede de vorm van bouwpercelen, voor zover zulks noodzakelijk en/of wenselijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen;
- d. voor het gebruik van gronden en opstallen voor GSM-installaties en GSM-masten gericht op het ontvangen en/of verzenden van telecommunicatiedataverkeer, met inbegrip van de daarbij behorende technische installatie(s), met dien verstande dat de navolgende criteria in acht dienen te worden genomen:
- 1. inpassing in het landschap; bij de plaatsing van de GSM-installatie en -masten moet zoveel mogelijk het beginsel van site-sharing en het beginsel van roaming worden gehanteerd tenzij dit, blijkens een voldoende onderbouwde motivering, technisch niet mogelijk is of in redelijkheid niet kan worden verlangd;
- 2. inpassing in stedenbouwkundig opzicht; GSM-installaties en -masten dienen zoveel mogelijk aan het karakter van de directe omgeving te worden aangepast om te voorkomen dat het aanzicht in stedenbouwkundig opzicht te veel wordt aangetast;
- 3. de bouwhoogte van GSM-installaties mag niet meer dan 5 meter bedragen, de bouwhoogte van GSM-masten mag niet meer dan 40 meter bedragen.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
10.3 Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Artikel 11 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'BP Molenstraat 38-44'.