KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Wonen
Artikel 5 Leiding
Artikel 6 Waarde - Archeologie 4
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
Artikel 9 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
Artikel 12 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doelstelling
1.2 Plangebied
1.3 Aanpak
1.4 Vigerend Bestemmingsplan
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Planonderdelen
2.1 Milhezerweg 75
2.2 Suezlaan 9
2.3 Kwadestaartweg 17
Hoofdstuk 3 Juridische Aspecten
3.1 Algemeen
3.2 Opbouw Regels
3.3 Bestemmingen
3.4 Algemene Regels
3.5 Overgangs- En Slotregel
Hoofdstuk 4 Procedure
4.1 Vooroverleg
4.2 Ontwerpbestemmingsplan
Bijlage 1 Landschapsplan Milhezerweg 75
Bijlage 2 Landschapsplan Suezlaan 9
Bijlage 3 Landschapsplan Kwadestaartweg 17
Bijlage 4 Regeling Parkeernormen Deurne 2019
Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing Milhezerweg 75
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing Suezlaan 9
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing Kwadestaartweg 17

Milhezerweg 75, Suezlaan 9, Kwadestaartweg 17, Deurne

Wijzigingsplan - Gemeente Deurne

Vastgesteld op 09-06-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het wijzigingsplan 'Milhezerweg 75, Suezlaan 9, Kwadestaartweg 17, Deurne' met identificatienummer NL.IMRO.0762.BPW201903-C001 van de gemeente Deurne;

1.2 wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 bestemmingsplan

het bestemmingsplan 'Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied', vastgesteld 19 december 2017;

1.4 aan-huis-verbonden bedrijf

het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, overwegend door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning/woonwagen met bijbehorende gebouwen past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden.

1.5 aan-huis-verbonden beroep

het uitoefenen van een beroep of beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, ICT, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning/woonwagen en de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie in overwegende zin kan worden uitgeoefend.

1.6 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.7 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.8 arbeidsmigranten

  1. a. personen die tijdelijk in Nederland verblijven, die hun vaste woon- en verblijfplaats niet in Nederland hebben, om hier betaalde werkzaamheden te verrichten (arbeidsmigranten);
  2. b. arbeidsmigranten die zijn ingeschreven bij een ABU (Algemene Branchevereniging voor Uitzendondernemingen) of VIA (Vereniging van Internationale Arbeidsbemiddelaars) gecertificeerd uitzend- en/of detacheringsbureau;
  3. c. arbeidsmigranten die noodzakelijk zijn voor een particulier in de gemeente Deurne gevestigd bedrijf. Het bedrijf moet aantonen dat de arbeidsmigranten gedurende de gevraagde periode noodzakelijk zijn voor een goede bedrijfsvoering. Hiervoor moet in ieder geval een onderbouwing met de werkzaamheden worden ingediend, waaruit de arbeidsbehoefte over de gevraagde periode naar voren komt;

1.9 archeologische waarden:

waarden van een terrein in verband met de zich mogelijk daarin bevindende oudheidkundige zaken die van belang zijn vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap en/of hun cultuurhistorische waarde;

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.11 bed & breakfast:

recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt binnen bestaande gebouwen;

1.12 bedrijfsactiviteiten:

handelingen en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van de uitoefening van een bedrijf;

1.13 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;

1.14 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.15 bestaand:

  1. 1. bij bebouwing: bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, dan wel die mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
  2. 2. bij gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;

1.16 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.17 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.18 bevoegd gezag:

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

1.19 bijgebouw:

een op zichzelf staand vrijstaand of aangebouwd gebouw dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

1.20 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.21 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.22 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.23 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.24 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.25 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.26 bouwwerk, geen gebouw zijnde

elke constructie, niet zijnde een gebouw, van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.27 cultuurhistorische waarden:

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;

1.28 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; webwinkels vallen niet onder het begrip detailhandel, tenzij er sprake is van uitstalling en levering van producten ter plaatse;

1.29 evenement

voor publiek toegankelijke verrichting op, in ieder geval, het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of vermaak, alsmede grootschalige herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen en feesten of daarmee gelijk te stellen activiteiten;

1.30 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.31 hoofdgebouw:

een (deel van een) gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;

1.32 huishouden:

een aantal aan elkaar, door familie- of daarmee gelijk te stellen band, gerelateerde personen, dat gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van dezelfde voorzieningen in één woning (bijvoorbeeld een gezin, een gezin met inwonende ouders of een woongroep); indien sprake is van één persoon, spreekt men eveneens van een (zij het één-persoons)huishouden;

1.33 huisvesting arbeidsmigranten

  1. a. structurele huisvesting: als er 6 maanden of langer per kalenderjaar sprake is van huisvesting van arbeidsmigranten. Dit kan de huisvesting van wisselende arbeidsmigranten betreffen. Het gaat erom, dat de woonvoorzieningen gedurende minimaal 6 maanden per kalenderjaar in gebruik zijn voor de huisvesting van arbeidsmigranten.
  2. b. tijdelijke huisvesting: als er maximaal 6 maanden per kalenderjaar sprake is van huisvesting van arbeidsmigranten ten behoeve van de eigen bedrijfsvoering. Dit kan de huisvesting van wisselende arbeidsmigranten betreffen. Het gaat erom, dat de woonvoorzieningen gedurende maximaal 6 maanden per kalenderjaar in gebruik zijn voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Tijdelijke huisvesting is binnen en buiten de bebouwde kom mogelijk ten behoeve van een particulier in Deurne gevestigd bedrijf.

1.34 kleinschalig ambachtelijk

een bedrijf op beperkte schaal, opgenomen in de categorieën 1 of 2 van de Lijst Activiteiten zoals opgenomen in de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering', editie 2009 of daarmee naar aard, omvang en invloed vergelijkbaar zijn, dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen en dat wordt uitgeoefend als bedrijf aan huis door de feitelijke bewoner van de bijbehorende woning.

1.35 kwaliteitsverbetering van het landschap

kwaliteitsverbetering van het landschap, zoals is opgenomen in het gemeentelijk beleidskader kwaliteitsverbetering landschap, zoals weergegeven in bijlage 4 'Beleidskader kwaliteitsverbetering landschap', inclusief later vastgestelde aanvullingen dan wel het kader dat volgend op voornoemd kader wordt vastgesteld, waarbij voornoemd kader is komen te vervallen.

1.36 logies

verblijf van personen die hun hoofdverblijf elders hebben.

1.37 mantelzorg

het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak.

1.38 nevenactiviteit

een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel of bouwvlak.

1.39 overtollige bebouwing

bebouwing die niet (meer) wordt gebruikt voor het doel, dan wel ten behoeve van de bestemming waar deze oorspronkelijk voor is gebouwd.

1.40 seksinrichting:

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, escortbureau en (raam) prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.41 sloop

het geheel of gedeeltelijk verwijderen van bouwwerken inclusief vloeren en alles wat onder de vloeren aanwezig is, voerkuilen, silo's, overkappingen, verhardingen en andere bijgebouwen en bouwwerken die geen gebouwen zijn.

1.42 statische opslag

opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, en die tevens niet ter plaatse worden bewerkt, verwerkt , gerepareerd of verhandeld.

1.43 voorgevel:

de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, die gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

1.44 voorgevelrooilijn:

de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt:

  • op een afstand van de weg die gelijk is aan de in de regels voorgeschreven afstand van gebouwen uit de as van de weg op het betreffende bouwperceel;
  • op een afstand van de weg die gelijk is aan de afstand van bestaande gebouwen tot de as van de weg op het betreffende bouwperceel, indien die afstand kleiner is dan de in de regels voorgeschreven afstand;
  • indien geen afstand tot de weg is voorgeschreven, de lijn welke zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft;

1.45 waterloop/watergang:

een voor de oppervlaktewaterkwantiteit van overwegend belang zijnde watergang;

1.46 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden;

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

bij toepassing van een dakkapel of dakopbouw met een breedte van meer dan 50% van het dakvlak wordt de bovenzijde daarvan als goothoogte aangemerkt.

2.4 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.5 de opperlvakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 peil

de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse vanwaar het gebouw voornamelijk toegankelijk is dan wel de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwperceel.

2.7 toepassing van maten

de in deze regels gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, schoorstenen, gasafvoer- en ontluchtingskanalen, antennes, balkons, galerijen, noodtrappen, luifels, liftkokers, ventilatiekanalen, afvoerpijpen van hemelwater, zonnepanelen, gevellijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en dergelijke bouwonderdelen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch grondgebruik;
  2. b. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingzone - landschappelijke inpassing', uitsluitend voor landschappelijke inpassing;
  3. c. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke waarden;
  4. d. waterhuishoudkundige doeleinden;
  5. e. extensief recreatief medegebruik;
  6. f. nutsvoorzieningen;

met daarbij behorende:

  1. g. perceelsontsluitingen.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

de situering, hoogte en uitvoering van teeltondersteunende voorzieningen, met het oog op de landschappelijke, ecologische en hydrologische waarden van de gronden.

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. aan-huis-verbonden beroepen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf'; een kleinschalig ambachtelijk bedrijf in de vorm van een timmerbedrijf, conform het bepaalde in 4.3.2;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - interieurbedrijf'; een kleinschalig ambachtelijk bedrijf in de vorm van een interieurbedrijf, conform het bepaalde in 4.3.2;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daarbij behorende:

  1. g. tuinen, erven en verhardingen;

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Leiding

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. de aanleg en instandhouding van een brandstofleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - brandstof';
  2. b. de aanleg en instandhouding van een gastransportleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas';

waarnaast tevens het bepaalde in 'veiligheidszone - leiding' van toepassing is.

5.2 Bouwregels

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken ten dienste van de leidingen zoals meet- en regelkasten en afsluiterputten.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2, mits:

  1. a. schriftelijk advies is verkregen van de leidingbeheerder;
  2. b. de veiligheid, het beheer en exploitatie van de leiding(en) niet in het gedrang komen;
  3. c. er geen (beperkt) kwetsbare objecten worden toegelaten.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de dubbelbestemming 'Leiding' ter plaatse van de aanduiding zoals genoemd onder 5.1 te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Leiding' vervalt, indien de leiding feitelijk buitenwerking is gesteld danwel definitief niet wordt aangelegd.

Artikel 6 Waarde - Archeologie 4

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden in de bodem.

6.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Gebruiksregels

8.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het gebruiken of doen gebruiken van delen van het hoofdgebouw van een woning, de aanbouw dan wel het vrijstaande bijgebouw bij dat hoofdgebouw als afhankelijke woonruimte;
  2. b. het gebruik van (bedrijfs)woningen voor bed & breakfast voorzieningen;
  3. c. de huisvesting van arbeidsmigranten;
  4. d. het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
  5. e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor statische opslag, uitgezonderd statische opslag zoals toegestaan in 4.3.2.

8.2 Dubbelbestemming - enkelvoudige bestemmingen

Voorzover voor gronden tevens een dubbelbestemming geldt, dienen bij toepassing van de gebruiks- en bouwregels, binnenplanse omgevingsvergunningen voor het afwijken van de bouw- en gebruiksregels en voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden en wijzigingsbepalingen van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen de bepalingen van de dubbelbestemming(en) in acht te worden genomen.

8.3 Parkeren

Artikel 9 Algemene Aanduidingsregels

9.1 Veiligheidszone - leiding

9.2 Vrijwaringszone - ihcs

9.3 Wetgevingzone - landschappelijke inpassing

Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels

10.1 Omgevingsvergunning algemene afwijking maatvoering en situering

Het bevoegd gezag kan, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling kan worden afgeweken en voorzover het niet betreft het vergroten van de inhoud van een (bedrijfs)woning, afwijken van de in het plan opgenomen maatvoering- en situeringseisen ten aanzien van bebouwing, met dien verstande dat maximaal 10% van de in de regels vastgelegde maatvoerings- en situeringseisen mag worden afgeweken, mits het landelijk karakter van het gebied, alsmede binnen de bestemming opgenomen waarden niet onevenredig wordt aangetast.

10.2 Omgevingsvergunning nutsvoorzieningen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen voor het bouwen van nutsvoorzieningen danwel antennemasten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. a. deze afwijkingsbevoegdheid geldt niet voor de bestemmingen 'Agrarisch met waarden', 'Bos' en 'Natuur', antennemasten zijn tevens niet toegestaan in de bestemming 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht';
  2. b. voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
    1. 1. de inhoud bedraagt niet meer dan 50 m3;
    2. 2. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3 m;
  3. c. voor het bouwen van antennemasten gelden de volgende bepalingen:
    1. 1. door de aanvrager wordt aangetoond dat de antenne-installatie op de gekozen locatie onmisbaar is voor de realisering van een adequaat netwerk;
    2. 2. de mogelijkheden van site-sharing van de te plaatsen antenne-installaties dienen voldoende te worden gewaarborgd;
    3. 3. de maximale hoogte van de mast bedraagt 40 m;
    4. 4. de afstand van een vrije veldinstallatie tot een gebouw moet ten minste 25 m zijn;
    5. 5. het woon- en leefklimaat mogen niet onevenredig worden aangetast;
    6. 6. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke- en natuurwaarden;
    7. 7. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische waarden;
    8. 8. de oppervlakte van de bij de mast behorende apparatuur bedraagt maximaal 15 m2;
    9. 9. de maximale hoogte van de bij de mast behorende apparatuurkast bedraagt 3 m;
    10. 10. de minimale afstand van de mast met bebouwing tot aan de weg bedraagt 10 m.

10.3 Omgevingsvergunning bed & breakfastvoorzieningen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.1 onder b teneinde als verruimde gebruiksmogelijkheid van een (bedrijfs)woning bed & breakfastvoorzieningen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. a. een bed & breakfastvoorziening is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Primag';
  2. b. de woning blijft voldoen aan het bepaalde in de gemeentelijke bouwverordening en het Bouwbesluit;
  3. c. de bed & breakfastvoorzieningen zijn enkel in de (bedrijfs)woning en binnen de regels van dit bestemmingsplan maximaal toegestane op te richten bij de (bedrijfs)woning behorende bijgebouwen - niet zijnde bedrijfsgebouwen - toegestaan, tot een maximum bebouwingsoppervlak van 150 m2 ;
  4. d. de bed & breakfastvoorzieningen zijn ondergeschikt van aard;
  5. e. de gebruiksoppervlakte mag niet meer bedragen dan 250 m2;
  6. f. ten behoeve van bed & breakfastvoorziening zijn niet meer dan 9 bedden toegestaan of maximaal 15 gasten. Permanente bewoning of huisvesting van arbeidsmigranten is niet toegestaan;
  7. g. de verkeersaantrekkende werking van de bed & breakfastvoorzieningen dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  8. h. eventueel extra benodigde parkeerplaatsen worden op eigen terrein gerealiseerd;
  9. i. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en omliggende bedrijven;
  10. j. de bed & breakfastvoorziening mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke en ecologische waarden;
  11. k. de cultuurhistorische waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

10.4 Omgevingsvergunning kleinschalig kamperen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.1 en 4.3.1, teneinde kleinschalig kamperen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. a. kleinschalig kamperen is niet toegstaan per plaatse van de aanduiding:
    1. 1. 'overige zone - Primag';
    2. 2. 'overige zone - Natuur Netwerk Brabant';
    3. 3. 'wetgevingzone - zoekgebied ecologische verbindingszone / watersystemen';
  2. b. kleinschalig kamperen is uitsluitend toegestaan op gronden gelegen:
    1. 1. op of direct aangrenzend aan een agrarisch bouwvlak;
    2. 2. binnen de bestemming 'Wonen' dan wel gronden die direct grenzen aan deze bestemming;

Een en ander met dien verstande dat:

  1. c. bij de functie waarbij het kleinschalig kamperen wordt toegestaan, een bestaande (bedrijfs)woning aanwezig dient te zijn;
  2. d. slechts kampeermiddelen zijn toegestaan met een niet-permanent karakter (tenten, toercaravans e.d.);
  3. e. er kunnen per agrarisch bedrijf, recreatiebedrijf of woning maximaal 25 kampeerplaatsen worden toegestaan;
  4. f. de kampeermiddelen mogen worden geplaatst binnen een zone van maximaal 100 m gerekend vanaf de grens van het agrarisch bouwvlak of de achter- of zijgevel van een burgerwoning;
  5. g. het benodigde terrein heeft een omvang van minimaal 0,5 ha; iedere kampeerplaats heeft een omvang van minimaal 100 m2; parkeergelegenheid dient beschikbaar te zijn op eigen terrein en toilet- en wasvoorzieningen dienen gerealiseerd te worden binnen bestaande gebouwen;
  6. h. bij het plaatsen van de kampeermiddelen een minimale afstand van 50 m tot gebouwen en/of percelen van derden in acht genomen dient te worden;
  7. i. het kleinschalig kamperen kan uitsluitend worden toegestaan in het kampeerseizoen: vanaf 15 maart tot 31 oktober;
  8. j. het mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  9. k. er dient te worden voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing (met voor het landschap kenmerkende soorten), op basis van een door de gemeente goedgekeurd erfbeplantingsplan. Hierbij wordt getoetst aan de gemeentelijke investeringsregeling ruimtelijke kwaliteit zoals weergegeven in bijlage 4 'Beleidskader kwaliteitsverbetering landschap', inclusief later vastgestelde aanvullingen dan wel het kader dat volgend op voornoemd kader wordt vastgesteld, waarbij voornoemd kader is komen te vervallen.;
  10. l. permanente bewoning of huisvesting van arbeidsmigranten is niet toegestaan;
  11. m. ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - groenblauwe mantel' gaat de wijziging gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied, waarbij wordt getoetst aan het kwaliteitskader zoals dat geldt op het tijdstip van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag.

10.5 Omgevingsvergunning afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.1 onder a teneinde een afhankelijke woonruimte toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. a. een verzoek om toepassing van deze afwijkingsmogelijkheid wordt schriftelijk ingediend en uit de aanvraag blijkt de behoefte (in medisch danwel sociaal opzicht) aan mantelzorg van de persoon of personen voor wie de afhankelijke woonruimte is bedoeld;
  2. b. de afhankelijke woonruimte kan uitsluitend worden toegestaan in een deel van het hoofdgebouw, een aanbouw of een (vrijstaand) bijgebouw, behorende bij een in deze bestemming toegestane (bedrijfs)woning;
  3. c. voorts dient in een toelichting het oppervlak van de afhankelijke woonruimte te worden aangegeven, alsmede hoe de ruimte concreet wordt ingedeeld en gebruikt en de ruimte mag niet meer dan 120 m2 bedragen;
  4. d. de cultuurhistorische waarden mogen niet onevenredig worden aangetast;
  5. e. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing (met voor het landschap kenmerkende soorten), op basis van een door de gemeente goedgekeurd erfbeplantingsplan. Hierbij wordt getoetst aan de gemeentelijke investeringsregeling ruimtelijke kwaliteit zoals weergegeven in bijlage 4 'Beleidskader kwaliteitsverbetering landschap', inclusief later vastgestelde aanvullingen dan wel het kader dat volgend op voornoemd kader wordt vastgesteld, waarbij voornoemd kader is komen te vervallen;
  6. f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en omliggende (agrarische) bedrijven;

Voorts dient degene aan wie de omgevingsvergunning is verleend, diens rechtsopvolger en in ieder geval de hoofdbewoner van het hoofdgebouw de gemeente onmiddellijk te informeren, indien de afhankelijke woonruimte niet meer wordt gebruikt door de persoon of personen ten behoeve waarvan de omgevingsvergunning is verleend.

Het bevoegd gezag trekt deze omgevingsvergunning in, indien de afhankelijke woonbehoefte, waarvoor de omgevingsvergunning is verleend, eindigt.

10.6 Omgevingsvergunning voor herbouw (woon)boerderijpanden met behoud van inhoudsmaat

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.1 en 4.2.2 , teneinde volledige herbouw van een boerderijpand toe te kunnen staan, waarbij de maximale inhoudsmaat overeenkomt met de inhoudsmaat van het te herbouwen woonboerderijpand, mits:

  1. a. de herbouw bijdraagt aan een kwaliteitsverbetering van de directe omgeving;
  2. b. bij herbouw rekening wordt gehouden met het karakter van het (voormalige) boerderijpand;
  3. c. de herbouw niet betreft een (woon)boerderijpand met cultuurhistorische waarde;
  4. d. in afwijking van het bepaalde onder c, kan een woonboerderijpand met cultuurhistorische waarde worden herbouwd met behoud van inhoudsmaat, indien er geen sprake is van een monument en indien de herbouw noodzakelijk is teneinde het behoud van het beeldkwalitatieve en de cultuurhistorisch waardevolle vormgeving van het te herbouwen boerderijpand op die locatie te kunnen waarborgen.

10.7 Omgevingsvergunning herbouw (bedrijfs)woning

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning de herbouw van de (bedrijfs)woning toe te staan, mits:

  1. a. de (bedrijfs)woning wordt gesitueerd tussen de (bedrijfs)gebouwen en de openbare weg waarop het perceel wordt ontsloten;
  2. b. de inhoud niet meer bedraagt dan bestaand, tenzij de bestaande inhoud kleiner is in welk geval 750 m3 als maximum geldt;
  3. c. de afstand tot de (bedrijfs)gebouwen niet meer bedraagt dan 30 m;
  4. d. de afstand tot de aanliggende openbare weg waarop het perceel wordt ontsloten niet meer bedraagt dan 20 m;
  5. e. voldaan wordt aan de binnen de regels van dit bestemmingsplan toegestane bouwregels voor een (bedrijfs)woning in de betreffende bestemming.
  6. f. Indien er sprake is van herbouw van de (bedrijfs)woning op een fysiek andere plaats, dan zijn aanvullend onderstaande voorwaarden van toepassing:
    1. 1. de nieuwe situering van de (bedrijfs)woning stedenbouwkundig, landschappelijk en milieukundig aanvaardbaar is, waarbij dient te worden voldaan aan de Wet geluidhinder danwel hogere grenswaarde;
    2. 2. sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, (met voor het landschap kenmerkende soorten), op basis van een door de gemeente goedgekeurd erfbeplantingsplan. Hierbij wordt getoetst aan de gemeentelijke investeringsregeling ruimtelijke kwaliteit zoals weergegeven in bijlage 4 'Beleidskader kwaliteitsverbetering landschap', inclusief later vastgestelde aanvullingen dan wel het kader dat volgend op voornoemd kader wordt vastgesteld, waarbij voornoemd kader is komen te vervallen;
    3. 3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van derden, waaronder die van omwonenden en omliggende (agrarische) bedrijven;
    4. 4. overtollige bebouwing, waaronder de voormalige (bedrijfs)woning, wordt gesloopt.

10.8 Omgevingsvergunning aan-huis-verbonden-bedrijf

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-bedrijf, mits:

  1. a. De vloeroppervlakte die in gebruik is voor het aan-huis-verbonden bedrijf mag niet meer bedragen dan 100 m2.
  2. b. Het bedrijf-aan-huis mag uitsluitend worden uitgeoefend door een bewoner van de (bedrijfs)woning.
  3. c. Het bedrijf-aan-huis behoort tot de categorieën 1 of 2 van de Lijst Activiteiten zoals opgenomen in de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering', editie 2009 of daarmee naar aard, omvang en invloed vergelijkbaar zijn.
  4. d. Het bedrijf-aan-huis mag uitsluitend worden uitgeoefend in een (bedrijfs)woning en de bij die (bedrijfs)woning behorende bijgebouwen, niet zijnde (agrarische) bedrijfsgebouwen.
  5. e. Het bedrijf-aan-huis dient milieukundig aanvaardbaar te zijn en er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van derden, waaronder die van omwonenden en omliggende (agrarische) bedrijven.

10.9 Omgevingsvergunning evenementen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels om het tijdelijke gebruik van gronden voor evenementen toe te kunnen staan, mits :

  1. a. er sprake is van een evenement in de vorm van een voor publiek bestemde uitvoering/verrichting van vermaak, op het gebied van sport, muziek, of op sociaal-cultureel vlak; en/of aan een dergelijk evenement gerelateerde kampeervoorzieningen;
  2. b. het evenement maximaal 3 (aangesloten) dagen duurt en maximaal 4 x per jaar mag plaatsvinden;
  3. c. detailhandel niet is toegestaan, behoudens detailhandel ten dienste van en ondergeschikt aan het evenement;
  4. d. voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd;
  5. e. de aan te brengen voorzieningen tijdelijk te zijn; dit betekent dat het houden van een evenement niet mag leiden tot onomkeerbare voorzieningen/ingrepen;
  6. f. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de binnen het gebied aanwezige waarden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken

11.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Milhezerweg 75, Suezlaan 9, Kwadestaartweg 17, Deurne.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding En Doelstelling

Voorliggend wijzigingsplan is opgesteld om de ruimtelijke ontwikkelingen op drie locaties mogelijk te maken. De ruimtelijke ontwikkelingen worden op basis van de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 3.7.6 van het vigerend bestemmingsplan 'Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied' (vastgesteld, 19 december 2017) mogelijk gemaakt. Het voorliggende bestemmingsplan bestaat uit de volgende onderdelen:

Milhezerweg 75

Het herbestemmen van de (voormalige) agrarische bedrijfswoning als burgerwoning met behoud van bijgebouwen.

Suezlaan 9

Het herbestemmen van de (voormalige) agrarische bedrijfswoning als burgerwoning en het hergebruiken van 417 m² bestaande bijgebouwen ten behoeve van een klein ambachtelijk bedrijf in timmerwerken.

Kwadestaartweg 17

Het herbestemmen van de (voormalige) agrarische bedrijfswoning als burgerwoning en het hergebruiken van 420 m² bestaande bijgebouwen ten behoeve van een klein ambachtelijk bedrijf in webinkoop, -verkoop en bewerken van manden als kleinschalig ambachtelijk bedrijf.

1.2 Plangebied

Het plangebied bestaat uit drie individuele locaties in het buitengebied van de gemeente Deurne. Zie onderstaande afbeelding met de ligging van de locaties.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BPW201903-C001_0001.png"

Situering planlocaties

1.3 Aanpak

Voor elk van de drie deellocaties van dit wijzigingsplan is door de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing opgesteld, inclusief de bijbehorende onderzoeken. De ruimtelijke onderbouwingen zijn als bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen. In voorliggende toelichting is een beknopte samenvatting van de beoogde ontwikkelingen opgenomen.

1.4 Vigerend Bestemmingsplan

De vigerende situatie van de verschillende deellocaties is vastgelegd in het bestemmingsplan 'Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied' (vastgesteld, 19 december 2017). In de beschrijving van ieder individueel planonderdeel is in de betreffende ruimtelijke onderbouwing beschreven op welke wijze de planlocatie in het vigerend bestemmingsplan is bestemd.

1.5 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk volgt in hoofdstuk 2 een beknopte samenvatting van de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Hoofdstuk 3 gaat vervolgens in op de juridische aspecten van de plannen en licht (onderdelen uit) de planregels toe.

Hoofdstuk 2 Planonderdelen

Voor het buitengebied van de gemeente Deurne zijn door initiatiefnemers bij de gemeente drie voorstellen ingediend voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen zijn afzonderlijk getoetst aan de relevante wet- en regelgeving. Voor de afzonderlijke ontwikkelingen zijn ruimtelijke onderbouwingen opgesteld die onderdeel uitmaken van dit bestemmingsplan. De ruimtelijke onderbouwingen zijn als bijlage bij de toelichting opgenomen. De bijbehorende onderzoeken zijn hierbij ook toegevoegd. Het betreft navolgende drie locaties, allen te Deurne:

  1. 1. Milhezerweg 75, zie Bijlage 1;
  2. 2. Suezlaan 9, zie Bijlage 2;
  3. 3. Kwadestaartweg 17, zie Bijlage 3.

2.1 Milhezerweg 75

Op de locatie Milhezerweg 75 wordt de voormalige agrarische bedrijfslocatie hergebruikt als woonlocatie. De woning en bijgebouwen liggen binnen de nieuwe woonbestemming van 2.648 m2. Conform de gemeentelijke uitgangspunten bij het wijzigen van de bestemming van 'Agrarisch' naar 'Wonen', zoals opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3.7.6 van het bestemmingsplan 'Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied', is de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen 275 m2:

  • 200 m2 voor een woning op basis van de reguliere toegestane oppervlakte aan bijgebouwen per woning bij bestemmingswijziging naar wonen;
  • 75 m2 op basis van de surplusregeling: behoud van 25% van het oppervlak van de overtollige bebouwing (299 m2 x 25%).

2.2 Suezlaan 9

Op de locatie Suezlaan 9 wordt de voormalige agrarische bedrijfslocatie hergebruikt als kleinschalige woon-werk locatie. De woning en bijgebouwen liggen binnen de nieuwe woonbestemming van 1.172 m2 met kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid aan huis. De reeds aanwezige bedrijfswoning wordt hierbij herbestemd als burgerwoning. Voor de 417 m2 aan reeds aanwezige vrijstaande bijgebouwen geldt dat deze behouden blijven. Dit is conform de gemeentelijke uitgangspunten bij het wijzigen van de bestemming van 'Agrarisch' naar 'Wonen', zoals opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3.7.6 van het bestemmingsplan 'Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied', ten behoeve van het gebruik als reguliere bijgebouwen en gedeeltelijk als opslag en kleine werkplaats voor voorbereidende werkzaamheden voor timmerklussen op locaties van derden.

2.3 Kwadestaartweg 17

Op de locatie Kwadestaartweg 17 wordt de voormalige agrarische bedrijfslocatie hergebruikt als kleinschalige woon-werk locatie. De woning en bijgebouw liggen binnen de nieuwe woonbestemming van 1.797 m2 met kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid aan huis. De reeds aanwezige bedrijfswoning wordt hierbij herbestemd als burgerwoning. Voor de 420 m2 aan reeds aanwezige vrijstaande bijgebouwen geldt dat deze behouden blijven. Dit is conform de gemeentelijke uitgangspunten bij het wijzigen van de bestemming van 'Agrarisch' naar 'Wonen', zoals opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3.7.6 van het bestemmingsplan 'Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied', ten behoeve van het gebruik als reguliere bijgebouwen en gedeeltelijk als opslag en kleine werkplaats voor het persoonlijk maken van manden.

Hoofdstuk 3 Juridische Aspecten

3.1 Algemeen

Een bestemmingsplan is een planologische regeling die zowel de burger als de overheid rechtstreeks bindt. De regels en verbeelding dienen als één geheel te worden beschouwd en kunnen niet los van elkaar worden gezien.

De toelichting op de regels en verbeelding is niet juridisch bindend, maar biedt wel inzicht in de belangenafweging die tot de aanwijzing van bestemmingen heeft geleid en kan bovendien dienst doen bij planinterpretatie.

Om inzicht te geven in de juridische opzet zijn hierna de systematiek en de opbouw van het bestemmingsplan toegelicht.

3.1.1 Vergelijkbare bestemmingsplannen

SVBP 2012 geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. Dit om de gewenste vergelijkbaarheid zeker te stellen. De standaarden hebben geen betrekking op de toelichting van het bestemmingsplan. De toelichting maakt immers - strikt juridisch gezien - geen deel uit van het bestemmingsplan.

De verbeelding van het bestemmingsplan bestaat uit een verzameling geografische bepaalde objecten, die zijn opgeslagen in een digitaal ruimtelijk informatiesysteem. De objecten zijn voorzien van bestemmingen met bijbehorende doeleinden en regels. Er wordt uitdrukkelijk op gewezen dat de standaarden geen betrekking hebben op de inhoud van een bestemmingsplan.

3.1.2 Bestemmingen

Het centrale onderdeel van een bestemmingsplan is de bestemming. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening worden aan de in het plan begrepen grond bestemmingen toegewezen met bijbehorende doeleinden. Aan de bestemmingen zijn regels gekoppeld over het gebruik van de in het plan begrepen grond en van de zich daar bevindende bouwwerken.

Dit bestemmingsplan bevat ook dubbelbestemmingen. Deze overlappen bestemmingen en geven eigen regels, waarbij sprake is van een rangorde tussen de bestemmingen en de dubbelbestemmingen.

Aanduidingen worden gebruikt om bepaalde zaken binnen een bestemming of dubbelbestemming nader of specifieker te regelen. Het gaat hierbij om specificaties met betrekking tot het gebruik of de bouwmogelijkheden. De aanduidingen hebben daardoor juridische betekenis en komen ook altijd in de regels van het bestemmingsplan voor.

3.1.3 Verbeelding

De verbeelding heeft een belangrijke rol bij het bepalen van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden in het buitengebied. Daartoe zijn op de verbeelding bestemmingsvlakken en aanduidingen opgenomen. Aan de ondergrondgegevens op de verbeelding, zoals ingetekende gebouwen, kunnen geen rechten worden ontleend. Daar staat tegenover dat het ontbreken van dergelijke ondergrondgegevens ook niet leidt tot een beperking van rechten. De ondergrondgegevens hebben dus uitsluitend een illustratief karakter. Deze gegevens zijn een hulpmiddel voor het bepalen van bestemmingsvlakken en bouwvlakken.

3.2 Opbouw Regels

De opbouw van de regels is gelijk aan Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012. De opbouw is als volgt:

  • betekenisafspraken (Hoofdstuk 1 Inleidende regels);
  • de gebruiks- en bouwregels per bestemming (Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels);
  • algemene regels (Hoofdstuk 3 Algemene regels);
  • overige regels (Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels).

Een bestemmingsartikel (Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels) wordt uit de volgende leden in deze volgorde opgebouwd:

  • bestemmingsomschrijving;
  • bouwregels;
  • nadere eisen;
  • afwijken van de bouwregels;
  • specifieke gebruiksregels;
  • afwijken van de gebruiksregels (niet van toepassing in dit plan);
  • omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of
  • van werkzaamheden;
  • wijzigingsbevoegdheid (niet van toepassing op dit plan).

Ontwikkelingen die niet in de regels mogelijk zijn gemaakt, zijn uitsluitend mogelijk via een buitenplanse procedure.

De planregels zijn gebaseerd op het bestemmingsplan 'Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied'.

3.3 Bestemmingen

3.3.1 Locatie Milhezerweg 75

Wonen

Met de bestemming 'Wonen' wordt geregeld dat het gebruik van de voormalige bedrijfswoning als burgerwoning is toegestaan. Ter plaatse van deze bestemming mag de bebouwde oppervlakte van bijgebouwen niet meer bedragen dan 275 m2. Hiervoor is een maatvoering opgenomen op de verbeelding.

Agrarisch

De overige gronden binnen het plangebied behouden de bestemming agrarisch. Er is geen agrarisch bouwvlak opgenomen. Binnen deze bestemming is tevens een wetgevingszone opgenomen om de landschappelijke inpassing en de noodzakelijke kwaliteitsverbeterende maatregelen te borgen.

Waarde - Archeologie 4

De regeling ter bescherming van archeologische verwachtingswaarden is overgenomen uit de regeling van het bestemmingsplan 'Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied'. De bescherming is in de vorm van een dubbelbestemming opgenomen. Een dubbelbestemming werkt primair ten opzichte van de onderliggende enkelbestemming.

Leiding

Ter bescherming van de gas- en brandstofleidingen is de dubbelbestemming Leiding overgenomen. Voor deze leidingen is ook de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone – leiding' overgenomen.

3.3.2 Locatie Suezlaan 9

Wonen

Met de bestemming 'Wonen' wordt geregeld dat het gebruik van de voormalige bedrijfswoning als burgerwoning is toegestaan. Ter plaatse van deze bestemming mag de bebouwde oppervlakte van bijgebouwen niet meer bedragen dan 417 m2. Hiervoor is een maatvoering opgenomen op de verbeelding. Daarnaast is een specifieke aanduiding opgenomen om bedrijf aan huis mogelijk te maken. In het kader van een goed woon- en leefklimaat is op de bijgebouwen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - geurgevoelig object' opgenomen.

Agrarisch

De overige gronden binnen het plangebied behouden de agrarische bestemming. Er is geen agrarisch bouwvlak opgenomen. Binnen deze bestemming is tevens een wetgevingszone opgenomen om de landschappelijke inpassing en de noodzakelijke kwaliteitsverbeterende maatregelen te borgen.

3.3.3 Locatie Kwadestaartweg 17

Wonen

Met de bestemming 'Wonen' wordt geregeld dat het gebruik van de voormalige bedrijfswoning als burgerwoning is toegestaan. Ter plaatse van deze bestemming mag de bebouwde oppervlakte van bijgebouwen niet meer bedragen dan 420 m2. Hiervoor is een maatvoering opgenomen op de verbeelding. Daarnaast is een specifieke aanduiding opgenomen om bedrijf aan huis mogelijk te maken. Om de naastgelegen veehouderij niet te belemmeren is op een gedeelte van de woonbestemming de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - geurgevoelig object' opgenomen.

Agrarisch

De overige gronden binnen het plangebied behouden de bestemming agrarisch. Er is geen agrarisch bouwvlak opgenomen. Binnen deze bestemming is tevens een wetgevingszone opgenomen om de landschappelijke inpassing en de noodzakelijke kwaliteitsverbeterende maatregelen te borgen.

3.4 Algemene Regels

De algemene regels zijn overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan 'Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied'.

De algemene gebruiksregels zijn aangevuld met het hernieuwde parkeerbeleid van de gemeente Deurne, dat is vastgesteld op 12 november 2019.

3.5 Overgangs- En Slotregel

De overgangs- en slotregel zijn conform het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP).

Hoofdstuk 4 Procedure

4.1 Vooroverleg

Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geeft aan dat de gemeente bij de voorbereiding van een ruimtelijke ontwikkeling overleg moeten plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk, die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Daarom is het concept wijzigingsplan toegezonden aan de provincie Noord-Brabant en het waterschap Aa en Maas. Het waterschap heeft een aantal opmerkingen geplaatst bij het wijzigingsplan. Deze opmerkingen van het waterschap zijn verwerkt in het wijzigingsplan. Daarmee is het provinciaal en waterschapsbelang geborgd in de plannen.

4.2 Ontwerpbestemmingsplan

Het ontwerpwijzigingsplan zal op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht gedurende een periode van zes weken ter inzage liggen, waarin eenieder een zienswijze naar voren kan brengen. De eventueel ingediende zienswijzen zullen worden samengevat, beoordeeld en voorzien van een gemeentelijke reactie in de 'nota van zienswijzen', alvorens het college van Burgemeester en Wethouders een besluit zal nemen over de vaststelling van het wijzigingsplan.

Bijlage 1 Landschapsplan Milhezerweg 75

Bijlage 1 Landschapsplan Milhezerweg 75

Bijlage 2 Landschapsplan Suezlaan 9

Bijlage 2 Landschapsplan Suezlaan 9

Bijlage 3 Landschapsplan Kwadestaartweg 17

Bijlage 3 Landschapsplan Kwadestaartweg 17

Bijlage 4 Regeling Parkeernormen Deurne 2019

Bijlage 4 Regeling parkeernormen Deurne 2019

Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing Milhezerweg 75

Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Milhezerweg 75

Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing Suezlaan 9

Bijlage 2 Ruimtelijke onderbouwing Suezlaan 9

Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing Kwadestaartweg 17

Bijlage 3 Ruimtelijke onderbouwing Kwadestaartweg 17