KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Gebiedsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Gemengd
Artikel 5 Groen
Artikel 6 Maatschappelijk
Artikel 7 Verkeer
Artikel 8 Water
Artikel 9 Wonen - Vab
Artikel 10 Woongebied
Artikel 11 Waarde - Archeologie Hoog
Artikel 12 Waarde - Archeologie Gematigd
Artikel 13 Leiding - Gas
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 14 Anti-dubbeltelregel
Artikel 15 Algemene Bouwregels
Artikel 16 Algemene Gebruiksregels
Artikel 17 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 18 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 19 Overgangsrecht
Artikel 20 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
1.2 Ligging En Begrenzing
1.3 Vigerend Bestemmingsplan
1.4 De Beheersverordening
Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse
2.1 Geschiedenis
2.2 Ruimtelijke Structuur
2.3 Functionele Structuur
2.4 Planologisch-juridische Situatie
Hoofdstuk 3 Plan
3.1 Algemeen
3.2 Uitgangspunten Met Betrekking Tot Bestemmingen
3.3 Flexibiliteitsregels
3.4 Keuzen Inzake Discrepanties Tussen Het Vigerende Bestemmingsplan 2004 En Het Huidige Gebruik
3.5 Beheer En Onderhoud Gebouwen, Erven En Openbare Ruimten
3.6 Vergunningvrij Bouwen
Hoofdstuk 4 Beleid
4.1 Nationaal Niveau
4.2 Provinciaal Niveau
4.3 Gemeentelijk Niveau
4.4 Conclusies Beleidskader
Hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten
5.1 Milieu
5.2 Waarden
5.3 Waterparagraaf
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 7 Juridische Aspecten
7.1 Algemeen
7.2 Afstemming Met Andere Regelgeving
7.3 Planregels
Hoofdstuk 8 Procedure
8.1 Terinzagelegging Ontwerpbeheersverordening
8.2 Vaststelling Door Gemeenteraad
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Nota Parkeernormen
Bijlage 1 Tabel Bag Analyse
Bijlage 2 Kaart Inventarisatie
Bijlage 3 Nota Van Inspraak

Zeilberg

Beheersverordening - Gemeente Deurne

Vastgesteld op 07-07-2015 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

de beheersverordening Zeilberg met identificatienummer NL.IMRO.0762.BV201402-C001 van de gemeente Deurne.

1.2 beheersverordening

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan huis verbonden bedrijf

een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke of kunstzinnige bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.4 aan huis verbonden beroep

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hieraan gelijk te stellen gebied, dat in een woning en daarbij behorende gebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met uitsluiting van detailhandel.

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 afhankelijke woonruimte

een tijdelijke zelfstandige woonruimte in een deel van een hoofdgebouw met woonfunctie, of in een bijgebouw bij een hoofdgebouw met woonfunctie, waarin een tweede huishouden kan worden gehuisvest uit oogpunt van mantelzorg, welke tijdelijke woonruimte qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met het hoofdgebouw met woonfunctie en gelegen is binnen een bestemming die wonen mogelijk maakt.

1.7 agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, en/of door middel van het houden van dieren.

1.8 ambachtelijk bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van ter plaatse vervaardigde goederen verband houdend met het ambacht.

1.9 archeologische waarden

waarden van een terrein in verband met de zich mogelijk daarin bevindende oudheidkundige zaken die van belang zijn vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap en/of hun cultuurhistorische waarde.

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.11 bebouwingspercentage

een in het plan aangegeven percentage dat de grootte van het in de regels aangegeven terrein aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.12 bed & breakfast

recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt binnen bestaande gebouwen.

1.13 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, een aan huis verbonden beroep niet begrepen en niet zijnde een seksinrichjting.

1.14 bedrijfsgebouw

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.

1.15 bedrijf-/ dienstwoning

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van het (huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.

1.16 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf, een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslagruimten, sanitaire ruimten en dergelijke.

1.17 besluit(sub)vlak / aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.18 bestaand

  • bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;
  • bij gebruik: gebruik zoals bestaand op het tijdstip van vaststelling van de beheersverordening.

1.19 bestaande woning

een woning die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestond of in uitvoering was krachtens een onherroepelijke omgevingsvergunning, of een woning die nog gebouwd kan worden krachtens een onherroepelijke thans omgevingsvergunning, of waarvoor de verleende omgevingsvergunning, nog onherroepelijk wordt.

1.20 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.21 bijgebouw

een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat door zijn ligging, constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw.

1.22 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.23 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.24 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.25 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.26 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.27 carport

een op de grond staande overkapping van één bouwlaag bij een (bedrijfs)woning of een woongebouw, die bedoeld is als een overdekte stallingsruimte voor personenauto's.

1.28 cultuurhistorische waarden

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.

1.29 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt tevens begrepen een Internetwinkel met fysieke bezoekmogelijkheid (al dan niet zijnde een afhaalpunt).

1.30 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.

1.31 discotheek/ bar-dancing

een vorm van horeca, die gericht is op het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen.

1.32 escortbedrijf

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte of de woning wordt uitgeoefend.

1.33 evenement

voor publiek toegankelijke verrichting op, in ieder geval, het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of vermaak, alsmede grootschalige herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen en feesten.

1.34 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.35 GSM-installatie / UMTS-installatie

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gericht op het ontvangen en/of verzenden van telecommunicatiedataverkeer, met inbegrip van de daarbij behorende zijsprieten, schoteltjes, panelen en technische installatie(s).

1.36 GSM-mast / UMTS-mast

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarop/waarbij een (of meer) GSM of UMTS-installatie(s) kan (kunnen) worden geplaatst.

1.37 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

1.38 horeca

een bedrijf of instelling, gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:

  • het verstrekken van nachtverblijf;
  • het verstrekken en/of bereiden van drank en/of etenswaren voor consumptie (al dan niet ter plaatse);
  • het exploiteren van zaalaccommodatie.

1.39 huishouden

een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren.

1.40 internetwinkel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen via internethandel, met dien verstande dat producten per post aan de koper worden verzonden en ter plaatse geen sprake is van fysiek klantcontact.

1.41 kamerverhuur

het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de kamerverhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.

1.42 logies

het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de verhuurder het hoofdverblijf elders heeft.

1.43 maatschappelijke voorzieningen

voorzieningen op het gebied van openbaar bestuur en overheidsdiensten; levensbeschouwelijke organisaties, onderwijs, gezondheidszorg, veterinaire diensten, sociaal-medische, sociaal-culturele en culturele voorzieningen, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

1.44 mantelzorg

het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak.

1.45 nevenactiviteit

een activiteit die in ruimtelijke en/of bedrijfseconomische zin een ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit, daaronder begrepen wonen.

1.46 nieuwe woning

een woning / wooneenheid die wordt toegevoegd aan de bestaande woningvoorraad.

verduidelijking:
de herbouw van een woning valt hier niet onder; wel een woning die ontstaat door woningsplitsing.

1.47 nok

het hoogste gedeelte van een dak met hellende vlakken, te weten waar beide hellende vlakken elkaar snijden.

1.48 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie

1.49 ondergeschikte detailhandel

het qua aard en omvang beperkt bedrijfsmatig verstrekken van consumptieve goederen uitsluitend in direct verband met en ter ondersteuning van andere ter plaatse toegestane hoofdfuncties

1.50 ondergeschikte horeca

het qua aard en omvang beperkt bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse uitsluitend in direct verband met en ter ondersteuning van andere ter plaatse toegestane hoofdfuncties

1.51 opslag

het opslaan van materialen en materieel met de bedoeling en op een dergelijke wijze, dat men later hier weer over kan beschikken.

1.52 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.

1.53 perceelgrens, (voorste -, zijdelingse - achterste -)

de grens van een (bouw)perceel, waarbij te onderscheiden zijn:

  • voorste perceelgrens: een naar de weg of openbaar gebied gekeerde grens van een bouwperceel;
  • zijdelingse en achterste perceelgrens: een niet naar een weg of openbaar gebied gekeerde grens van een bouwperceel.

NB
op een hoekperceel moet één van de naar een weg of openbaar gebied gekeerde perceelgrenzen als een zijdelingse perceelgrens worden beschouwd. De voorste perceelgrens is gerelateerd aan de voordeur / de oriëntatie van de woning op één van de twee wegen.

1.54 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het tegen betaling verrichten van seksuele diensten aan anderen.

1.55 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam-) prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, of parenclub, al dan niet gecombineerd met elkaar.

1.56 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de lijst van de bedrijven, bevattende basisinformatie voor milieuzonering, zoals deze is opgenomen als bijlage 1, behorende bij deze regels.

1.57 voorgevel

de gevel van een gebouw, die is gekeerd naar de weg of het openbaar gebied waarop het bouwperceel overwegend georiënteerd is (bij een hoekperceel is er slechts sprake van één voorgevel).

1.58 voorgevellijn

de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelgrenzen.

1.59 water

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.

1.60 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater.

1.61 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, lichtkoepels, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.4 goothoogte van een bouwwerk

verticaal vanaf de laagst gelegen snijlijn van elk dakvlak, met elk daaronder staand buitenwerks gevelvlak, tot aan het peil.

2.5 inhoud van een bouwwerk

tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.6 lengte, breedte en diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen getrokken langs) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).

2.7 ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk

vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.

2.8 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.9 peil

  1. a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  2. b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

Hoofdstuk 2 Gebiedsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Omschrijving besluitvlak

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch grondgebruik;
  2. b. paden en verhardingen;
  3. c. bij dit besluitvlak behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de beheersverordening wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor het uitoefenen van een ambachtelijk, industrieel, handels- en/of horecabedrijf.

Artikel 4 Gemengd

4.1 Omschrijving besluitvlak

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, in bestaande woningen;
  2. b. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  3. c. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  4. d. kantoren, uitsluitend op de begane grond;
  5. e. ter plaatse van het besluitsubvlak 'bedrijf': bedrijven van categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), uitsluitend op de begane grond;
  6. f. ter plaatse van het besluitsubvlak 'detailhandel': detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  7. g. ter plaatse van het besluitsubvlak 'horeca': horeca, uitsluitend op de begane grond. Uitgezonderd zijn gokhallen, nachtclubs, discotheken, behoudens de bestaande discotheek ter plaatse van het besluitsubvlak 'discotheek';
  8. h. ter plaatse van het besluitsubvlak 'specifieke vorm van gemengd - ondergeschikte detailhandel en horeca': ondergeschikte detailhandel en horeca;
  9. i. aan huis verbonden beroepen;
  10. j. tuinen, erven en terreinen;
  11. k. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  12. l. bij dit besluitvlak behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. het bepaalde in 4.2.2 onder b. met betrekking tot de afstand van het hoofdgebouw tot een perceelgrens langs de openbare weg, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld niet wordt geschaad;
  2. b. het bepaalde in 4.2.2 onder j. met betrekking tot de minimale en maximale dakhelling, mits:
    1. 1. het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld niet wordt geschaad;
    2. 2. geen onevenredige schade wordt toegebracht aan het woonmilieu en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  3. c. het bepaalde in 4.2.3 onder b. voor het bouwen van een bijgebouw tegen de zijgevel van het hoofdgebouw en gelegen voor de denkbeeldige lijn door de voorgevel van het om de hoek gelegen hoofdgebouw, mits:
    1. 1. deze niet minder dan 3 meter en niet meer dan 12 meter is gelegen achter de voorgevel van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd;
    2. 2. de breedte niet meer bedraagt dan 4 meter;
    3. 3. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3,2 meter;
    4. 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 6,5 meter;
    5. 5. de verkeersveiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
  4. d. het bepaalde in 4.2.3 onder c. voor het bouwen van een carport mits:
    1. 1. de denkbeeldige lijn door de voorgevel niet meer dan 2 meter wordt overschreden;
    2. 2. de afstand tot een perceelgrens langs de openbare weg niet minder dan 3 meter bedraagt;
    3. 3. de verkeersveiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
  5. e. van het bepaalde in 4.2.3 onder c. voor het bouwen van een erker, entreeportaal of een ander vergelijkbaar bouwwerk op een afstand tot niet meer dan 2 meter voor de voorgevel van het hoofdgebouw, mits:
    1. 1. de afstand tot een perceelgrens langs de openbare weg niet minder dan 3 meter bedraagt;
    2. 2. de verkeersveiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
  6. f. het bepaalde in 4.2.3 onder d. voor de bouw van bijgebouwen aan beide zijgevels, mits de afstand van één bijgebouw tot de zijdelingse perceelgrens niet minder dan 2 meter bedraagt;
  7. g. het bepaalde in artikel 4.2.5 onder a. voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen op hoeksituaties van wegen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen naast het hoofdgebouw, mits niet minder dan 2 meter achter de denkbeeldige lijn door de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw en voor de denkbeeldige lijn door de voorgevel om het om de hoek gelegen hoofdgebouw, mag ten hoogste 2 meter bedragen;
    2. 2. de belangen van rechthebbenden van aan het bouwperceel aanliggende gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    3. 3. de verkeersveiligheid mag niet in gevaar worden gebracht.

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 5 Groen

5.1 Omschrijving besluitvlak

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorziening;
  2. b. speelvoorzieningen;
  3. c. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  4. d. bij dit besluitvlak behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Omschrijving besluitvlak

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. aan de maatschappelijke voorzieningen ondergeschikte horeca;
  3. c. ter plaatse van het besluitsubvlak 'sporthal': tevens voor een sporthal;
  4. d. ter plaatse van het besluitsubvlak 'sportcentrum': tevens voor een sportcentrum;
  5. e. ter plaatse van het besluitsubvlak 'wonen': tevens voor wonen, met inbegrip van een aan huis verbonden beroep;
  6. f. tuinen, erven en terreinen;
  7. g. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  8. h. bij dit besluitvlak behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 7 Verkeer

7.1 Omschrijving besluitvlak

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, voet- en fietspaden;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. verblijf;
  4. d. evenementen;
  5. e. bij dit besluitvlak behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

Artikel 8 Water

8.1 Omschrijving besluitvlak

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterlopen en waterpartijen, waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. b. taluds, oevers en onderhoudsstroken;
  3. c. bij dit besluitvlak behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

Artikel 9 Wonen - Vab

9.1 Omschrijving besluitvlak

De voor 'Wonen - VAB' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in de bestaande woningen;
  2. b. aan huis verbonden beroep;
  3. c. vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen ten behoeve van statische opslag, met een oppervlakte van niet meer dan 1000 m²;
  4. d. tuinen, erven en terreinen;
  5. e. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  6. f. bij dit besluitvlak behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

9.3 Afwijken van de bouwregels

9.4 Specifieke gebruiksregels

9.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 10 Woongebied

10.1 Omschrijving besluitvlak

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, in bestaande woningen;
  2. b. ter plaatse van het besluitsubvlak 'maximum aantal wooneenheden': nieuwe woningen tot een maximum van het aangegeven aantal;
  3. c. aan huis verbonden beroep;
  4. d. ter plaatse van het besluitsubvlak 'nutsvoorziening': de bestaande nutsvoorziening;
  5. e. speelvoorzieningen;
  6. f. tuinen, erven en terreinen;
  7. g. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  8. h. bij dit besluitvlak behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. het bepaalde in 10.2.2 onder c. met betrekking tot de afstand van het hoofdgebouw tot een perceelgrens langs de openbare weg, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld niet wordt geschaad;
  2. b. het bepaalde in 10.2.2 onder i. met betrekking tot de minimale en maximale dakhelling, mits:
    1. 1. het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld niet wordt geschaad;
    2. 2. geen onevenredige schade wordt toegebracht aan het woonmilieu en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  3. c. het bepaalde in 10.2.3 onder a. voor het bouwen van een carport, mits:
    1. 1. de denkbeeldige lijn door de voorgevel niet meer dan 2 meter wordt overschreden;
    2. 2. de afstand tot een perceelgrens langs de openbare weg niet minder dan 3 meter bedraagt;
    3. 3. de verkeersveiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
  4. d. het bepaalde in 10.2.3 onder c. voor het bouwen van een bijgebouw tegen de zijgevel van het hoofdgebouw en gelegen voor de denkbeeldige lijn door de voorgevel van het om de hoek gelegen hoofdgebouw, mits:
    1. 1. deze niet minder dan 3 meter en niet meer dan 12 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd, is gelegen;
    2. 2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3,2 meter;
    3. 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 6,5 meter;
    4. 4. de breedte niet meer bedraagt dan 4 meter;
    5. 5. de verkeersveiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
  5. e. het bepaalde in 10.2.3 onder d. voor het bouwen van een erker, entreeportaal of ander bouwwerk op een afstand tot niet meer dan 2 meter voor de voorgevel, mits:
    1. 1. de afstand tot een perceelgrens langs de openbare weg niet minder bedraagt dan 3 meter;
    2. 2. de verkeersveiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
  6. f. het bepaalde in 10.2.3 onder e. voor de bouw van bijgebouwen aan beide zijgevels, mits de afstand van één bijgebouw tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 3 meter bedraagt;
  7. g. het bepaalde in 10.2.5 onder a. voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen op hoeksituaties van wegen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen naast het hoofdgebouw, mits niet minder dan 2 meter achter de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw en voor de denkbeeldige lijn door de voorgevel van het om de hoek gelegen hoofdgebouw, mag maximaal 2 meter bedragen;
    2. 2. de belangen van rechthebbenden van aan het bouwperceel aanliggende gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    3. 3. de verkeersveiligheid mag niet in gevaar worden gebracht.

10.4 Specifieke gebruiksregels

10.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 11 Waarde - Archeologie Hoog

11.1 Omschrijving besluitvlak

De voor 'Waarde - Archeologie Hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende besluitvlakken, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.

11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

11.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

Artikel 12 Waarde - Archeologie Gematigd

12.1 Omschrijving besluitvlak

De voor 'Waarde - Archeologie Gematigd' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende besluitvlakken, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

12.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

Artikel 13 Leiding - Gas

13.1 Omschrijving besluitvlak

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende besluitvlakken, mede bestemd voor een gastransportleiding.

13.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. Ten behoeve van het in 13.1 bedoelde besluitvlak zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
  2. b. De krachtens de andere daar voorkomende besluitvlakken toelaatbare bouwwerken zijn niet toegestaan.

13.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 13.2 onder b. mits:
    1. 1. wordt gebouwd in overeenstemming met de bouwregels voor het betreffende besluitvlak;
    2. 2. de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
  2. b. Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding.

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 14 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 15 Algemene Bouwregels

15.1 Uitzondering ondergeschikte bouwonderdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of besluitvlakken worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, zonnecollectoren, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwgrens of de grens van een besluitvlak niet meer dan 1 meter bedraagt.

15.2 Bestaande maten

  1. a. De bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, en zijn gerealiseerd op basis van rechtsgeldige vergunningen, mogen als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
  2. b. De bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, en zijn gerealiseerd op basis van rechtsgeldige vergunningen, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
  3. c. In geval van herbouw is het bepaalde onder a. en b. uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de bescherming van de cultuurhistorische waarden nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, waarbij de in de Welstandsnota 2011 opgenomen categorie "Historische Dorpslinten" leidraad vormt.

Artikel 16 Algemene Gebruiksregels

16.1 Parkeren

16.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met de beheersverordening wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen voor afhankelijke woonruimte;
  2. b. het gebruik van agrarische bedrijfsruimte en woningen voor bed & breakfast voorzieningen;
  3. c. het gebruik van woningen anders dan voor permanente bewoning;
  4. d. het gebruik van aangelegde parkeerplaatsen voor andere gebruiksdoeleinden dan parkeren;
  5. e. het gebruik van bouwwerken voor een seksinrichting of escortbedrijf;
  6. f. enige vorm van handel, horeca en bedrijf behoudens voor zover dit op grond van de regels in hoofdstuk 2 is toegestaan.

16.3 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 17 Algemene Aanduidingsregels

17.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop

Artikel 18 Algemene Afwijkingsregels

Indien niet op grond van een andere regel van deze regels afgeweken kan worden en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van de desbetreffende regels van de beheersverordening voor:

  1. a. andere dan de voorgeschreven minimum- en maximummaten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. het bouwen van nutsvoorzieningen en voor religieuze doeleinden zoals kapellen, wegkruisen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:
    1. 1. oppervlakte niet meer bedraagt dan 20 m²;
    2. 2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3,2 meter ;
    3. 3. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 5,5 meter;
    4. 4. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 3,2 meter;
  3. c. het in geringe mate afwijken van de grens van een besluitvlak, van de vorm van een bouwperceel, voor zover zulks noodzakelijk of wenselijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen;
  4. d. het gebruik van gronden en opstallen voor GSM- en UMTS-installaties en -masten gericht op het ontvangen en/of verzenden van telecommunicatiedataverkeer, met inbegrip van de daarbij behorende technische installatie(s), met dien verstande dat de navolgende criteria in acht genomen dienen te worden:
    1. 1. inpassing in het landschap: bij de plaatsing van GSM- en UMTS-installaties en -masten dienen zoveel mogelijk de beginsels van site-sharing en roaming te worden gehanteerd, tenzij dit blijkens een voldoend onderbouwde motivering technisch niet mogelijk is of in redelijkheid niet kan worden verlangd;
    2. 2. inpassing in stedenbouwkundig opzicht: GSM- en UMTS-installaties en -masten dienen zoveel mogelijk aan het karakter van de directe omgeving te worden aangepast om te voorkomen dat het aanzicht in stedenbouwkundig opzicht te veel wordt aangetast;
    3. 3. de hoogte van GSM- en UMTS-installaties mag niet meer bedragen dan 5 meter, de hoogte van GSM- en UMTS-masten mag niet meer bedragen dan 40 meter.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 19 Overgangsrecht

19.1 Overgangsrecht bouwwerken

19.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 20 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als:

Regels beheersverordening Zeilberg

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding En Doel

Voorliggend rapport betreft de "Beheersverordening Zeilberg" van de gemeente Deurne.

1.1.1 Aanleiding

Het vigerende bestemmingsplan "Zeilberg" is op 7 december 2004 vastgesteld. Artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) schrijft voor dat binnen tien jaar een nieuw bestemmingsplan moet worden vastgesteld.

Op grond van artikel 3.38 Wro kan de gemeente bepalen om, in plaats van een bestemmingsplan, een beheersverordening op te stellen. Voorwaarde daarvoor is dat in het gebied geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien, met andere woorden weinig of geen planologische veranderingen zullen plaatsvinden. Het instrument beheersverordening is bedoeld om voor planologisch weinig dynamische gebieden het bestaande gebruik en de bestaande bouwmogelijkheden vast te leggen. Omdat het gebied Zeilberg aan deze voorwaarde voldoet, heeft de gemeenteraad op 28 januari 2014 besloten voor het gebied, besluitgebied geheten, een beheersverordening voor Zeilberg op te stellen.

Het opstellen van een beheersverordening vraagt minder proceduretijd en is kostenefficiënter dan de herziening van een bestemmingsplan, terwijl toch de volgens de wet vereiste actualisering naar de huidige (planologische) situatie alsmede de huidige regelgeving en inzichten kan plaatsvinden. Bovendien wordt voldaan aan het recht van de gemeente tot het heffen van leges voor een aanvraag van een omgevingsvergunning.

Een beheersverordening is wettelijk gezien 'vormvrij'. Dat betekent dat er geen eisen zijn gesteld aan de opzet ervan. Voor voorliggende beheersverordening "Zeilberg" is de "Handreiking Beheersverordening Wro 2011" van de VNG als leidraad gehanteerd.

1.2 Ligging En Begrenzing

Onderstaande afbeelding geeft de topografische situatie weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0001.jpg"

topografische situatie

Zeilberg ligt aan de zuidoostzijde van de hoofdkern Deurne, aan de zuidzijde begrensd door de spoorlijn Eindhoven-Venlo en aan de oostzijde overgaand in het buitengebied.

De kadastrale situatie van het besluitgebied is op onderstaande afbeelding weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0002.jpg"

kadastrale situatie

Tevens is de plangrens ingetekend, die overeenkomt met de plangrens van het vigerende bestemmingsplan "Zeilberg". De oppervlakte van het besluitgebied bedraagt circa 51,5 ha.

1.3 Vigerend Bestemmingsplan

De plankaart van het vigerende bestemmingsplan "Zeilberg" is onderstaand afgebeeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0003.jpg"

uitsnede vigerend bestemmingsplan "Zeilberg 2004"

Het vigerende bestemmingsplan Zeilberg 2004 is:

  • vastgesteld d.d. 7 december 2004;
  • gedeeltelijk goedgekeurd d.d. 22 juli 2005.

Dit bestemmingsplan heeft het karakter van een zogenaamd conserverend plan. De bestemmingen zijn gericht op een beheersregeling voor de bestaande bebouwing en het bestaande gebruik van de gronden.

Sinds de vaststelling van het bestemmingsplan zijn nog de volgende planologische besluiten genomen.


Bestemmingsplan Zeilberg, 1e herziening:

  • vastgesteld d.d. 23 januari 2007;
  • goedgekeurd 12 april 2007.

Deze herziening is een gevolg van het gedeeltelijk onthouden van goedkeuring door GS en kent alsnog een woonbestemming ten behoeve van de bouw van één woning op de volgende twee percelen:

  • L1811, naast Margrietstraat 3, met huisnummer 1 in 2008 nieuw gerealiseerd.
  • Zeilbergsestraat 91a, (betreft bestaand pand.)


Bestemmingsplan Zeilberg, wijziging 1 (Legerweg):

  • vastgesteld d.d. 8 april 2008;
  • goedgekeurd d.d. 14 mei 2008.

Deze wijziging betreft het toestaan van drie vrijstaande woningen aan de noordoostzijde van de Legerweg. In 2010 is de eerste woning gerealiseerd.


Bestemmingsplan Zeilbergsestraat:

  • vastgesteld d.d. 20 april 2010.

Dit bestemmingsplan betreft het bouwproject voor 12 woningen Zeilbergsestraat nummers 62-68B.

1.4 De Beheersverordening

1.4.1 Verschil bestemmingsplan - beheersverordening

Gemeenten hebben sinds de in werking treding van de Wro in beginsel de keuze tussen het vaststellen van een bestemmingsplan of een beheersverordening. De keuze voor een beheersverordening is afhankelijk van het karakter van het besluitgebied. De beheersverordening is namelijk geïntroduceerd voor gebieden waar geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien (art. 3.38 Wro). De Wro geeft niet aan wat moet worden worden verstaan onder een 'ruimtelijke ontwikkeling'. Dit begrip is van wezenlijk belang voor de toepassing van de beheersverordening. In de wetsgeschiedenis is hierover onder meer te vinden dat 'van een ruimtelijke ontwikkeling sprake is als het gaat om ruimtelijk relevante veranderingen in het planologisch toegestane gebruik van gronden en opstallen, alsmede om bouwkundige wijzigingen van bouwwerken, waarvoor een bouwvergunning nodig is.'

Bij de beheersverordening zal het meestal gaan om gebieden die 'af' of 'uitontwikkeld' zijn. Om te bepalen of zich ruimtelijke ontwikkelingen voordoen moet naar verleden en toekomst worden gekeken. Indien in het verleden sprake is geweest van veel ontwikkelingen, kan dat een indicatie zijn dat het om een dynamisch gebied gaat. Anderzijds heeft het begrip ruimtelijke ontwikkeling betrekking op de fase na het vaststellen van de beheersverordening. Er mogen geen toekomstige ontwikkelingen zijn voorzien. Zo kan voor een gebied nieuw beleid zijn ontwikkeld of een structuurvisie zijn vastgesteld waaruit nieuwe ontwikkelingen blijken. In een dergelijke situatie wordt een beheersverordening niet als het geëigende instrument gezien.

Bij planologisch weinig dynamische gebieden kan bijvoorbeeld gedacht worden aan natuurgebieden, maar ook volledig ontwikkelde (nieuwbouw)wijken. Voor dergelijke gebieden werden de kosten voor het maken van een bestemmingsplan door de wetgever te hoog geacht. Het instrument beheersverordening is dan ook ontwikkeld om voor planologisch weinig dynamische gebieden op een snelle en effectieve wijze het bestaande gebruik vast te leggen. Een beheersverordening legt de bestaande situatie vast.

In de 'Handreiking beheersverordening' van de VNG is onder meer aangegeven dat het begrip 'bestaand' op drie manieren kan worden ingevuld.

  1. 1. Bij bestaand gebruik in enge zin worden alleen de bestaande, feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd met eventuele ruimte voor kleine uitbreidingsmogelijkheden.
  2. 2. Bij:
    1. a. gebruik in beperkte ruime zin worden de bestaande, feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd met eventuele ruimte voor kleine uitbreidingsmogelijkheden, alsmede de verleende omgevingsvergunningen voor planologisch afwijkingen als uitgangspunt genomen. Dit kunnen dus ook ontwikkelingen zijn die ten tijde van het vaststellen van de beheersverordening nog niet zijn gerealiseerd.
    2. b. gebruik in brede ruime zin worden met het vigerende bestemmingsplan in overeenstemming zijnde bestaande gebruik en bebouwing vastgelegd plus alle op basis van het bestemmingsplan mogelijke maar nog niet gerealiseerde gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden.

In dit plan is gekozen voor variant 2b zoals in hoofdstuk 3 Plan nader wordt toegelicht.

De beheersverordening kent een aantal voordelen ten opzichte van het bestemmingsplan. Een beheersverordening is in veel gevallen sneller en goedkoper te maken dan een bestemmingsplan en kent geen voorbereidingsprocedure en geen beroepsmogelijkheden. Het maken van een beheersregeling kan dus tijd en geld uitsparen.

1.4.2 Dorpsgebied Zeilberg

De reden dat voor Zeilberg het instrument van de beheersverordening is gekozen, is het feit dat het dorpsgebied Zeilberg nagenoeg uitontwikkeld is. Het vigerende bestemmingsplan "Zeilberg" is reeds een conserverend plan met een beheersregeling voor de bestaande bebouwing en het bestaande grondgebruik. Uit het gemeentelijke, regionale en provinciale beleid blijkt, dat in de toekomst weinig of geen planologische veranderingen zullen worden doorgevoerd. Het beleid wordt in hoofdstuk 4 Beleid beschreven. Vanwege deze omstandigheden komt het dorpsgebied Zeilberg in aanmerking voor toepassing van het instrument beheersverordening.

1.4.3 Juridische status

De beheersverordening behoort tot de wettelijke categorie van de verordeningen. Een verordening is wetgeving in materiële zin, maar niet afkomstig van de formele wetgever. De beheersverordening wordt dan ook niet opgesteld door de formele wetgever, maar door de gemeenteraad. De bevoegdheid hiertoe wordt gegeven in artikel 3.38, eerste lid Wro. De gemeenteraad heeft (veel, maar) geen volledige vrijheid over hoe de beheersverordening er uitziet. Het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) schrijft namelijk in artikel 1.2.3 voor dat de beheersverordening langs elektronische weg wordt vastgelegd en vastgesteld. De verplichting hiertoe geldt vanaf 1 januari 2010. Tevens moet er een volledige verbeelding op papier zijn, zij het dat de elektronische versie juridisch gezien beslissend is. Ten behoeve van de digitalisering bepaalt artikel 1.2.1, tweede lid Bro ook dat een beheersverordening digitaal beschikbaar moet worden gesteld en volledig, toegankelijk en begrijpelijk moet worden verbeeld. Deze vereisten komen overeen met de vereisten die gelden voor een bestemmingsplan. Afgezien van deze wettelijke vereisten heeft de gemeenteraad de vrijheid om de inhoud van de beheersverordening naar eigen inzicht vast te stellen.

1.4.4 Procedure

Op de voorbereiding en vaststelling van bestemmingsplannen zijn de wettelijke inspraak- en bezwaar- en beroepsprocedures van toepassing.

Het vaststellen van een beheersverordening is een besluit tot vaststelling van een algemeen verbindend voorschrift, zoals elke verordening die door de raad wordt vastgesteld. Het instrument van de beheersverordening is uiteindelijk in de wet gekomen omdat er bij het vastleggen van de bestaande situatie nauwelijks een nieuwe belangenafweging hoeft plaats te vinden. Omdat de beheersverordening in beginsel regelt wat er nu al is danwel wat nu al mogelijk is werd het in de Wro niet noodzakelijk geacht bezwaar / beroep open te stellen.

Om deze redenen zal er voorafgaand aan de vaststelling van een beheersverordening ook geen afzonderlijke inspraakprocedure plaatsvinden.

1.4.5 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt de ruimtelijke en functionele structuur van het besluitgebied en de bestaande situatie beschreven, mede aan de hand van de uitgevoerde GIS (geografisch informatie systeem) -inventarisatie.

Hoofdstuk 3 beschrijft het plan.

Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 in het kort het relevante (boven)gemeentelijke beleid behandeld.

Hoofdstuk 5 gaat in op de uitvoeringsaspecten milieu, waarden en water.

In hoofdstuk 6 wordt de economische uitvoerbaarheid van het plan toegelicht.

In hoofdstuk 7 komt de juridische beschrijving van de beheersverordening aan bod, waarbij de gehanteerde systematiek wordt toegelicht,

waarna in hoofdstuk 8 tenslotte de procedure wordt beschreven.

Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse

Dit hoofdstuk geeft een ruimtelijk-functionele analyse van het besluitgebied. Achtereenvolgens:

  • geschiedenis
  • ruimtelijke structuur
  • functionele structuur

Deze drie aspecten zijn grotendeels overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan, maar geactualiseerd naar 2014.

Nieuw in de gebiedsanalyse is de:

  • juridisch-planologische situatie.

2.1 Geschiedenis

Onderstaande afbeelding geeft de luchtfoto van Zeilberg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0004.jpg"

luchtfoto

De geschiedenis van Zeilberg begint rond 1600. Rond deze tijd vestigden een aantal pottenbakkers zich op de Hanenberg. Het beeld van de pottenbakker dat voor het gemeenschapshuis staat herinnert hier nog aan. Een ander beeld dat een stukje geschiedenis van Zeilberg vertelt, is dat van de peelwerker op het plein aan de Zeilbergsestraat. Rond 1860 begon men de veengronden van de Peel op grote schaal af te graven. Van heinde en verre kwamen mensen naar de Peel in de hoop hier een boterham te verdienen; Zeilberg groeide. Er werden verschillende landbouwbedrijfjes opgezet. De woningen en boerderijen concentreerden zich met name op de kruising van de Kulertseweg en de Zeilbergsestraat. Hier ontstond dan ook het gehucht Zeilberg.

In het begin van de 20e eeuw kreeg Zeilberg een kerk, een jongensschool, een meisjesschool en een klooster. Het gehucht was een zelfstandige parochie geworden. In de jaren die daarop volgden ontwikkelde Zeilberg zich tot een bloeiende gemeenschap. Het gehucht groeide uit tot een dorp. Aanvankelijk bestond de groei van Zeilberg uit steeds verdere verdichting van de Zeilbergsestraat en de Hagelkruisweg/Blasiusstraat, in een later stadium kwamen daar de verbindingen met het station en het centrum van Deurne bij.

De provincie wees Deurne in de 50-er en 60-er jaren aan tot industriekern in de welvaartsbalans en tot groeiklasse 3-kern in de streekplannen van 1978 en 1992. Dit hield in dat Deurne een ontwikkelingsfunctie kreeg in groter verband. Als onderdeel van deze groeitaak werden rondom het centrum van Deurne een aantal buurten tot ontwikkeling gebracht. In de jaren '50, '60 en '70 bereikten de uitbreidingen van Deurne ook Zeilberg. De ontwikkelingen kregen steeds meer een planmatig karakter. Vanaf dat moment werden ook de tussen de linten gelegen gebieden in Zeilberg bebouwd. Eind jaren ’50 werd een eerste woonbuurtje in het gebied tussen de Blasiusstraat en de spoorlijn gebouwd. Begin jaren ’70 werd het woonbuurtje ten zuiden van de Hagelkruisweg gerealiseerd, waarna in de jaren ’90 een derde woonbuurtje ten noorden van de Blasiusstraat werd gebouwd. Dit bebouwen gebeurde steeds per kwadrant en stond geheel los van de linten; er was sprake van in zichzelf gekeerde buurtjes. Wel gingen deze linten een belangrijke ontsluitingsrol spelen voor deze woonbuurten. Zeilberg kreeg ook een gemeenschapshuis. De naamborden van Zeilberg werden vervangen door die van Deurne, dit tot grote ergernis van vele Zeilbergenaren. Bij het 75-jarig bestaan van Zeilberg kreeg het ‘dorp’ echter een mooi geschenk van de gemeente Deurne: ’t schônste plèkske in de Peel’ kreeg haar naambord terug.

2.2 Ruimtelijke Structuur

Deurne heeft van oudsher een spinragstructuur: Vanuit het centrum lopen radialen (de oude linten) naar het buitengebied. De Zeilbergsestraat is één van deze oude radialen en speelt dan ook een belangrijke rol in de ruimtelijke structuur van Deurne. Ook de Kulertseweg, Hagelkruisweg en Blasiusstraat zijn routes die van oudsher aanwezig zijn. De ruimtelijke structuur van Zeilberg is mede bepaald door de aanwezigheid van de Peelrandbreuk. Een groot deel van de Zeilbergsestraat volgt deze breuk. De identiteit van Zeilberg is het product van een zelfstandige, historische ontwikkeling. Aan de vorm en de organisatie van de bebouwing in Zeilberg is duidelijk de historische ontwikkeling van het besluitgebied af te lezen. Om die reden wordt de opzet van de bebouwing dan ook gewaardeerd. Met name het verschil in karakter tussen de oude linten en de uitbreidingen in de kwadranten is kenmerkend en draagt bij aan een karakteristieke stedenbouwkundige structuur. Ook de structuur van ontsluitingswegen die het gebied verdelen in vier kwadranten is duidelijk, waardoor men zich goed kan oriënteren. Zeilberg heeft hierdoor een duidelijke eigen identiteit gekregen. Ook de variatie in dichtheden, bebouwingstypologie, kapvormen e.d. wordt gewaardeerd. De kerk en de molen vormen beide bijzondere gebouwen die hoog worden gewaardeerd.

De randen van Zeilberg, die de overgang vormen naar het buitengebied, maken over het algemeen een rommelige indruk. Dit geldt met name voor de oostranden. Alleen een deel van de noordelijke rand (van de achterkant van de molen tot de knoop tussen Jagerweg en Legerweg) is goed gedefinieerd.

De spoorlijn ten zuiden van het besluitgebied vormt een grote barrière.

Verkeer
Zeilberg ligt gunstig ten opzichte van het regionale verkeersnetwerk. Via de centrumring is het besluitgebied per auto goed bereikbaar.

De verkeersstructuur in Zeilberg is helder. Er zijn twee kruisende ontsluitingswegen en de overige wegen zijn woonstraten, gelegen in de kwadranten. Door de scheiding van fiets- en autoverkeer in de linten/ontsluitingswegen is er sprake van veilige langzaamverkeerroutes.

Behalve de ontsluitingstraten zijn alle overige woonstraten als 30 km-zone ingericht. In het algemeen is de verkeersveiligheid in Zeilberg goed.

Aandachtspunt vormt het vrachtverkeer op de Hagelkruisweg. Hoewel het percentage vrachtverkeer, gelet op de functie van (gebieds-)ontsluitingsweg, normaal is, wordt de geluidsbelasting ervan wel als storend ervaren.

Parkeren
In Zeilberg zijn voldoende parkeervoorzieningen, verspreid over de buurten, aanwezig.

Openbaar vervoer
Het hart van Zeilberg ligt op ca 2 km van het NS-station Deurne. Dit is ca 7,5 minuut fietsen. Voorts rijdt in Zeilberg een buurtbus.

Groen
Het groen in Zeilberg bestaat uit een aantal losse fragmenten die weinig samenhang vertonen.

De boomstructuren zijn veelal onderbroken, waardoor zij onduidelijk zijn geworden. In de Zeilbergsestraat zijn de bomen in de loop der jaren bijna geheel verdwenen. Langs de Hagelkruisweg, de Beatrixstraat en de spoorlijn zijn nog wel (fragmenten van) boomstructuren aanwezig.
Ook zijn er weinig groenplekken, totaal een viertal, waarvan er drie als speelplek fungeren. De vierde groenplek is een klein pleintje aan de Zeilbergsestraat.

De oostelijke rand van Zeilberg heeft een groen karakter, maar maakt een rommelige indruk, waardoor er geen sprake is van een bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit.

Stiller spoor voor Deurne
Langs de spoorlijn worden geluidwerende maatregelen getroffen. Deze zullen bestaan uit raildempers en geluidschermen van maximaal 3 meter hoog. Waar nodig zullen ook aanvullende maatregelen aan de gevels worden aangebracht.

Ter hoogte van Koolhof/Zeilberg zijn raildempers en schermen gepland. Deze komen niet binnen het besluitgebied van de beheersverordening te staan.

2.3 Functionele Structuur

De bebouwing in Zeilberg heeft overwegend een woonfunctie. De niet-woonfuncties zijn voornamelijk te vinden langs de oude linten: de Zeilbergsestraat en de Blasiusstraat. Hieronder wordt per niet-woonfunctie een analyse en waardering gegeven.

Agrarisch bedrijf

Het vigerende agrarische bedrijf Parallelweg 155/155a heeft de agrarische bedrijfsvoering beëindigd.

Bedrijven
Menging van functies bepaalt mede de sfeer van het dorp. Het aantal bedrijven in Zeilberg is in de loop der jaren afgenomen. In 2014 zijn bedrijven aanwezig op de adressen:

  • Blasiusstraat 10, taxibedrijf
  • Zeilbergsestraat 86, geen activiteiten.

Conclusie
De conclusie is dat de nieuwe woningen die binnen de beheersverordening nog mogelijk zijn, niet binnen milieucontouren liggen.

Aan huis verbonden beroep / bedrijf
In Zeilberg komen ook nog kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte bedrijfsactiviteiten (milieucategorie 1 en 2) voor. Deze niet-woonfuncties zijn aan te merken als 'aan huis verbonden beroep' of 'aan huis verbonden bedrijf'.

Burgemeester en wethouders kunnen in individuele gevallen met een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van de uitoefening van een 'aan huis verbonden beroep' of 'aan huis verbonden bedrijf' (een klein ambachtelijk bedrijf), mits de woonfunctie blijft voldoen aan de regels, er geen onevenredige schade wordt toegebracht aan het woonmilieu, er geen verkeersaantrekkende werking van uitgaat, geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat e.d.

Voor onder andere de volgende beroepen kan een omgevingsvergunning worden verleend: artsen, tandartsen, makelaars, architecten, advocaten, verzekeringsagenten, boekhouders, pedicures, schoonheidsspecialisten, taxihouders, rijschoolhouders, rijwielherstellers, beeldende kunstenaars en vergelijkbare beroepen.

Beroeps- en bedrijfsactiviteiten aan huis leveren een positieve bijdrage aan de leefbaarheid, zeker als zij de woonkwaliteit niet aantasten. Er zijn geen situaties in het besluitgebied waarin de woonkwaliteit wordt aangetast.

Detailhandel
Per medio 2014 zijn in het besluitgebied 11 winkels in bedrijf. Daarnaast is op twee locaties met de vigerende bestemming Detailhandel - Zeilbergsestraat 53 en 98 - de winkel niet meer in bedrijf. Het huidige winkelaanbod is beperkt, maar Zeilberg bevindt zich op niet al te grote afstand van het centrum van Deurne, waar een groot aantal winkels in alle branches is gevestigd.

Horeca
Per begin 2014 zijn in Zeilberg 8 horecabedrijven gevestigd: drie cafés, een cafetaria, een ijssalon en een groot uitgaanscentrum aan de Blasiusstraat, en aan de Zeilbergsestraat nog een tweetal cafés, waarvan een met cafetaria.

De huidige horecavoorzieningen in Zeilberg behoren tot milieucategorie 2 en zijn om die reden passend binnen een woonomgeving.

Er is sprake van overlast, vooral door de concentratie van relatief veel horecabedrijven. In een woonwijk horen noch dit grote aantal horecavestigingen, noch horecavestigingen van deze omvang thuis. De horeca veroorzaakt geluidsoverlast en heeft daarnaast een sterk verkeersaantrekkende werking. Ook veroorzaken jongeren overlast. Deze overlast beperkt zich niet tot de directe omgeving van de horeca, maar nadrukkelijk ook in de omliggende straten waarlangs de jongeren zich in het weekend lopend of fietsend naar de parkeervoorzieningen of naar huis begeven.

Bij de horecavestigingen is momenteel voldoende parkeergelegenheid, afgestemd op de aard van de vestiging. De situering van de horecavestigingen sluit aan op de structuur van Zeilberg. Met name de cafés, de ijssalon en de cafetaria passen goed in een gebied als Zeilberg.

Hun ligging aan de ontsluitingswegen draagt bij aan het karakter van deze centrale routes. De horeca bepaalt ook de sfeer en levendigheid van Zeilberg en maakt Zeilberg aantrekkelijk voor bezoekers. Het huidige horeca-aanbod in Zeilberg vormt in deze beheersverordening ten aanzien van de bestaande woonfuncties geen rol.

De horecagelegenheden hebben in principe een geluidscontour van 30 meter, gebaseerd op de gemiddelde geluidsproductie van een horeca-inrichting en de grenswaarde van een stille woonwijk met weinig verkeer.

Overigens geldt algemeen dat de horecagelegenheden moeten voldoen aan het Activiteitenbesluit.

Dienstverlening/kantoren
In het besluitgebied zijn in 2014 kantoren aanwezig op de adressen:

  • Zeilbergsestraat 2 (HHDesign, tekst en grafisch ontwerp)
  • Zeilbergsestraat 43, voormalige Rabobank

Maatschappelijke voorzieningen
In Zeilberg zijn de volgende maatschappelijke voorzieningen aanwezig:

  • een basisschool
  • peuterspeelzaal
  • gymzaal
  • gemeenschapshuis Den Draai
  • Sint-Willibrorduskerk (die per 2014 leegstaat)

De peuterspeelzaal aan de Blasiusstraat 8 is in 2014 opgehouden te bestaan.

2.4 Planologisch-juridische Situatie

2.4.1 Analyse

Uitgangspunt vormen de vigerende bestemmingsplankaart en regels, en de herzienings- en wijzigingsplannen, alsmede de geldende bouwplannen en omgevingsvergunningen.

Onderdeel van de gebiedsanalyse vormt de informatie uit de Basisregistratie Adressen en Gebruik (BAG-gegevens), de grootschalige basiskaart (GBKN), en de luchtfoto's, alsmede de relevante gegevens KvK, vergeleken met de geldende plannen.

De locaties/adressen met bijzonderheden zijn opgenomen in de tabel BAG-analyse en op de kaart Inventarisatie weergegeven. Zie bijlagen 1 en 2.

Als relevante adressen zijn aangemerkt:

  • alle adressen binnen de bestemming 'Gemengde doeleinden'
  • alle adressen binnen de bestemming 'Maatschappelijke doeleinden'
  • de adressen binnen de bestemming 'Woongebied' waar het gebruik afwijkt van de woonbestemming
  • de bestemming 'Agrarisch bouwblok'

De tabel bevat een kolom met opmerkingen ten aanzien van afwijkingen tussen het gebruik volgens BAG en de vigerende bestemming.

De adressen met afwijkingen zijn ook op de 'Kaart Inventarisatie' weergegeven. Daarbij betekenen gekleurde merktekens het volgende:

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0005.jpg" Rood
Betreft de adressen waar het huidige gebruik afwijkt van de vigerende bestemming.
afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0006.jpg" Oranje
Betreft drie situaties:
1.
2.
3.
niet-woonfuncties met een discrepantie tussen bestemming en gebruik;
alle adressen met woonfunctie binnen de bestemming 'Gemengde doeleinden';
adressen binnen de bestemming 'Woongebied' met een discrepantie ten aanzien van het gebruik.
afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0007.jpg" Groen
Dit zijn de adressen met als huidig gebruik een niet-woonfunctie, die overeenkomt met de vigerende bestemming.
afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0008.jpg" Geel
Betreft de overige adressen met een bijzonder gegeven.

2.4.2 Ad Gemengde doeleinden

Bovengenoemde vergelijking leidt tot de volgende aandachtspunten.

adres aandachtspunten
Blasiusstraat 1a

(rode stip)
- geen aanduiding 'detailhandel', maar is als opslagruimte gekoppeld aan Zeilbergsestraat 32a;
- wordt besluitsubvlak 'detailhandel'.
Blasiusstraat 19

(oranje stip)
- aanduiding 'detailhandel'; detailhandel niet gerealiseerd in bestemmingsplanperiode; thans alleen wonen;
- aanduiding vervalt.
Blasiusstraat 47
(oranje stip)
- aanduiding 'horeca',
- thans in gebruik als woning;
- wordt besluitvlak 'Woongebied'.
Zeilbergsestraat 32a


(rode stip)
- bestemming Gemengde doeleinden zonder nadere aanduiding
- volgens KvK, 2 inschrijvingen: handelsonderneming HJDM Groep en VOF Heiligers cd's, markthandel.
- in het pand is cd-winkel. Blasiusstraat 1a wordt als opslag gebruikt; toevoegen besluitsubvlak 'detailhandel'.
Zeilbergsestraat 43

(groene stip)
- Gemengde doeleinden zonder specificatie;
- was Rabobank; thans een bouwadviesbureau; past binnen vigerende bestemming.
Zeilbergsestraat 53

(oranje stip)
Gemengde doeleinden met aanduiding 'detailhandel',
- thans alleen wonen.
- aanduiding 'detailhandel' vervalt.
Zeilbergsestraat 86

(oranje stip)
- aanduiding 'bedrijf' (Autoschadebedrijf Schonewille, inmiddels verhuisd naar Kranenmortel);
- thans alleen wonen
- bijgebouwen groter dan bij woningen toegestaan.
- handhaven besluitsubvlak 'bedrijf', en alleen nieuw bedrijf mits voorkomend in Staat van Bedrijfsactiviteiten
Zeilbergsestraat 90
(oranje stip)
- aanduiding 'detailhandel',
- was groentenwinkel, thans beautysalon,
- aanduiding 'detailhandel' vervalt.
Zeilbergsestraat 98
(oranje stip)
- molen, heeft aanduiding 'detailhandel';
- thans in gebruik als clubhuis,
- aanduiding 'detailhandel' vervalt.
woningen
(oranje stip)
- binnen Gemengde doeleinden overigens 22 panden zonder aanduiding.
- in gebruik als woningen, onveranderd sinds vaststelling vigerend bp.

aandachtspunten bestemming Gemengde doeleinden

Conclusies

Sinds de vaststelling van het bestemmingsplan "Zeilberg" is de stand van de veranderingen binnen de bestemming Gemengde doeleinden als volgt:

  • horeca Blasiusstraat 47, is gesloten, wordt besluitvlak 'Woongebied';
  • er zijn geen nieuwe vestigingen horeca bijgekomen;
  • er is één detailhandelsvestiging bijgekomen en vier zijn er vervallen;
  • kantoor Zeilbergsestraat 43, is veranderd van soort dienstverlening;
  • de overige panden zonder functieaanduiding hebben onveranderd de woonfunctie behouden.

2.4.3 Ad Maatschappelijke doeleinden

adres aandachtspunten
Blasiusstraat 8
(oranje stip)
- peuterspeelzaal 't Debberke is opgehouden te bestaan;
- blijft 'Maatschappelijk'.
Kerkplein 3
(oranje stip)
- pastorie, beschikbaar als zelfstandige woning;
- blijft 'Maatschappelijk' met besluitsubvlak 'wonen'.
Kerkplein 5
(oranje stip)
- kerkgebouw H. Willibrord, thans buiten gebruik en leegstaand;
- blijft 'Maatschappelijk'.
Margrietstraat 2
(rode stip)
- deel gebouw basisschool buiten bouwvlak; bouwvlak onjuist in vigerend bp.
- bouwvlak is gecorrigeerd.

aandachtspunten bestemming Maatschappelijke doeleinden

Conclusies

  1. 1. Binnen de bestemming Maatschappelijke doeleinden heeft het kerkgebouw H. Willibrordus de functie voor RK-kerkdiensten verloren. De kerk is medio 2014 gesloten.
  2. 2. De functies gemeenschapshuis en de school zijn onveranderd gebleven.
  3. 3. Bebouwing school Margrietstraat 2, staat deels buiten bouwvlak. Dit is een vergissing in het vigerende bestemmingsplan.

2.4.4 Ad Woongebied

adres aandachtspunten
Beatrixstr. 3B, 7A, 11
(groene stip)
op basis van vigerend bp rechtstreeks toegestaan en alle drie gerealiseerd.
Blasiusstraat naast nr. 39
(oranje stip)
op basis van vigerend bp één woning toegestaan, nog niet gerealiseerd.
Legerweg 13, 15, 17
(groene en oranje stip)
na wijziging 1 van vigerend bp drie woningen toegestaan waarvan één (nr. 13) gerealiseerd.
Margrietstraat 1
(groene stip)
sinds1e herziening bp één woning toegestaan en gerealiseerd.
Merlenbergseweg naast nr. 1
(oranje stip)
op basis van vigerend bp één woning toegestaan, nog niet gerealiseerd.
Pottenbakkerstraat naast nr. 6
(oranje stip)
op basis van vigerend bp twee woningen toegestaan, nog niet gerealiseerd.
Zeilbergsestraat 2
(oranje stip)
volgens KvK , HH Design grafisch/journalistiek en coaching; geen aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten.
Type aan huis verbonden beroep, dus niet in strijd met vigerende woonbestemming.
Zeilbergsestraat tussen nrs. 3 en 5
(oranje stip)
op basis van vigerend bp één woning toegestaan, nog niet gerealiseerd.
Zeilbergsestraat 62 t/m 68
(oranje stip)
op basis van bp Zeilbergsestraat 2010 zijn hier 12 nieuwe woningen gebouwd.
Zeilbergsestraat 91A
(oranje stip)
na 1e herziening bp één woning toegestaan, nog niet gerealiseerd.

aandachtspunten bestemming Woongebied

Conclusies

  1. 1. In het vigerende bestemmingsplan 2004, plus 1e herziening en 1e wijziging, alsmede het bestemmingsplan Zeilbergsestraat 2010, zijn in totaal 25 nieuwe woningen toegestaan. Hiervan zijn er 17 gerealiseerd.
  2. 2. Binnen de vigerende bestemmingen zijn nog 8 nieuwe woningen toegestaan op de volgende adressen:
    1. a. 1x Blasiusstraat naast nr. 39;
    2. b. 2x Legerweg nrs. 15 en 17;
    3. c. 1x Merlenbergseweg naast nr. 1;
    4. d. 2x Potterstraat naast nr. 6;
    5. e. 1x Zeilbergsestraat tussen nrs. 2 en 5;
    6. f. 1x Zeilbergsestraat nr. 91A.


NB
Bovendien biedt dit plan de mogelijkheid voor een nieuwe woning als vervanging van de peuterspeelzaal en zelfstandige bewoning van de pastorie.

2.4.5 Overige aandachtspunten

Ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan vragen ook nog de volgende punten aandacht:

adres aandachtspunten
Berkmortel no. 50
(rode stip)
- bestemming 'Woongebied';
- volgens BAG nutsvoorziening van 42 m², terwijl het bestemmingsplan 15 m² toestaat;
- toevoeging besluitsubvlak 'nutsvoorziening'.
Parallelweg nr. 155/155a
(oranje stippen)
- bestemming 'Agrarisch bouwblok Ab'.
- volgens milieuvergunning 2002 nog slechts 1 paard.
- milieucontrole 2011 geen agrarisch bedrijf meer.
- wordt, gezien ligging in kernrand besluitvlak 'Wonen -VAB'

overige aandachtspunten

Conclusies

  1. 1. De vergrote nutsvoorziening dient maatschappelijk doel.
  2. 2. Inzake Parallelweg 155 is een herbestemming aan de orde.

2.4.6 Algemene conclusie

Samenvattend wordt geconcludeerd dat in Zeilberg sinds de vaststelling van het vigerende bestemmingsplan de volgende veranderingen zijn opgetreden:

  • er zijn 17 nieuwe woningen gebouwd;
  • er is 1 winkel gesloten, Zeilbergsestraat 53;
  • er is 1 winkel bijgekomen, Zeilbergsestraat 32;
  • er zijn 2 winkels van activiteit veranderd, Zeilbergsestraat 90 is beautysalon geworden, Zeilbergsestraat 98 (molen) is clubhuis geworden;
  • er is 1 horeca gesloten, Blasiusstraat 47;
  • de RK-kerk is gesloten;
  • ruimte Rabobank is in gebruik genomen door bouwburo;
  • het agrarisch bedrijf is beëindigd;
  • de peuterspeelzaal is gesloten.

Een en ander leidt tot de algemene conclusie dat Zeilberg planologischgezien een laag dynamisch gebied is. Misschien wel op de grens van krimp verkeert.

Hoofdstuk 3 Plan

Na voorgaande inventarisatie en analyse volgt in dit hoofdstuk de beschrijving van het feitelijke plan.

3.1 Algemeen

In de beheersverordening wordt in principe de bestaande planologische situatie vastgelegd die bepaald wordt door het feitelijke gebruik en de mogelijkheden in het vigerende bestemmingsplan

Uit de in de VNG-handreiking genoemde opties is gekozen voor variant 2b, een gebruik in brede ruime zin. De motivering hiervoor is dat Zeilberg planologisch een zeer lage ruimtelijke dynamiek kent, en dat het omwille van de leefbaarheid wenselijk is, dat de op zich beperkte mogelijkheden voor lokale dynamiek in het vigerende bestemmingsplan van toepassing blijven.

3.2 Uitgangspunten Met Betrekking Tot Bestemmingen

Aansluitend op de wenselijkheid van het behoud van de bestaande planologische mogelijkheden wordt bij het bepalen van de nieuwe bestemmingen (in de beheersverordening besluitvlakken genoemd) zoveel mogelijk uitgegaan van de vigerende bestemmingen. Deze worden hierna bezien op hun actualiteit.

3.2.1 Agrarisch gebied

Dit zijn agrarische gronden waarop alleen grondgebonden agrarische bedrijfsuitoefening is toegestaan. Deze bestemming blijft inhoudelijk onveranderd.

Agrarisch bouwblok. Vigeert alleen voor het adres Parallelweg 155/155a, waar de agrarische bedrijfsuitoefening is beëindigd. Er staat een woning, een bijgebouw met mantelzorg en een agrarisch bedrijfsgebouw. Gezien de ligging in het kernrandgebied is vestiging van een kleinschalig, milieuvriendelijk bedrijf planologisch aanvaardbaar. Reden dat aan het bedrijfsgebouw met de bedrijfswoning de bestemming 'Wonen - VAB' wordt toegekend.

3.2.2 Gemengde doeleinden

(Deze bestemming wordt: 'Gemengd'. Vanwege de gewenste planologische flexibiliteit blijft deze bestemming in principe van kracht op alle percelen waar deze thans vigeert. Binnen deze bestemming zijn meerdere functies aangeduid, waarvan de volgende nader bezien zijn:

  • b = bedrijf
    1. 1. Blasiusstraat 10/10a. Dit betreft het bestaande taxibedrijf. Deze aanduiding blijft onveranderd.
    2. 2. Zeilbergsestraat 86. Dit betreft het voormalige schadeherstelbedrijf. Behoudt aanduiding bedrijf, maar een nieuw bedrijf alleen op basis van een afwijkingsprocedure en mits opgenomen in de bij de beheersverordening behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten.
  • d = detailhandel
    1. 1. Blasiusstraat 19, winkel niet gerealiseerd. De aanduiding vervalt.
    2. 2. Er is een kleine winkel bijgekomen op hoek Blasiusstraat 1a/ Zeilbergsestraat 32. Deze locatie is stedenbouwkundig heel geschikt voor een winkel; krijgt aanduiding 'detailhandel'.
    3. 3. Zeilbergsestraat 53 staat leeg. De aanduiding vervalt.
  • h = horeca
    1. 1. De horecafunctie op het adres Blasiusstraat 47 is vervallen. Gezien de ligging buiten het dorpscentrumgebied wordt dit perceel besluitvlak 'Woongebied', overeenkomstig het huidige gebruik.
    2. 2. Overigens zijn er geen veranderingen in de horecafuncties. Ook de aanduiding 'discotheek' blijft van kracht.
  • Functieveranderingen
    In het vigerende bestemmingsplan is onderstaand schema voor functieveranderingen opgenomen.

    afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0009.jpg"

    Dit schema wordt niet opgenomen in de beheersverordening. De mogelijkheid van functiewisseling wordt geregeld in de regels zelf. De regeling ziet er anders uit, maar blijft inhoudelijk ongewijzigd:
    1. 1. Detailhandel en horeca zijn toegestaan op locaties waar deze nu uitgeoefend worden, zoals met besluitsubvlakken is aangeduid. Nieuwvestiging is uitgesloten. Een functiewijziging van horeca naar detailhandel is (blijft) mogelijk. Ter plaatse van de molen aan de Zeilbergsestraat 98 zijn ondergeschikte detailhandel en horeca toegestaan.
    2. 2. De toegestane bedrijven worden beperkt tot de categorie aan huis verbonden beroep (rechtstreeks) en aan huis verbonden bedrijf (na afwijkingsprocedure), overeenkomstig de bij het plan behorende Staat vanBedrijfsactiviteiten. Deze bedrijvenlijst is dezelfde als die is opgenomen in het bestemmingsplan Kom Vlierden, 1e herziening.
    3. 3. Overigens blijft omschakeling naar een andere, binnen het besluitvlak 'Gemengd' toegestane functie mogelijk.

3.2.3 Groenvoorzieningen

De vigerende bestemming betreft de twee plantsoenen Turfsteker en Zeilbergsestraat en is onveranderd overgenomen in het (nieuwe) bestluitvlak 'Groen', dat ook gaat gelden voor het plantsoen aan de Irenestraat.

3.2.4 Maatschappelijke doeleinden

Deze vigerende bestemming betreft het gehele blok Blasiusstraat, Margrietstraat, Irenestraat, Mariastraat, Zeilbergsestraat, behoudens het woonperceel Blasiusstraat 4. Deze bestemming wordt aangepast en meer specifiek van toepassing voor de kadastrale eingendomspercelen met een maatschappelijke functie. Met name Gemeenschapshuis Den Draai, het kerkgebouw, de begraafplaats en de schoolvoorzieningen aan de Blasiusstraat behouden de bestemming / besluitvlak 'Maatschappelijk'. Daarbij is in de pastorie ook wonen toegestaan. Binnen het kerkgebouw is tevens een sportcentrum toegestaan. Het kerkplein wordt bestemd als 'Verkeer'. en het plantsoen aan de Irenestraat als 'Groen'.

3.2.5 Verkeersdoeleinden

De bestemming Verkeersdoeleinden (wordt 'Verkeer') blijft ongewijzigd van toepassing voor de ontsluitingsstraten. Het kerkplein wordt hier ook in opgenomen, omdat dit plein een centrale parkeerfunctie voor Zeilberg vervult.

3.2.6 Waterhuishoudkundige doeleinden

De bestemming Waterhuishoudkundige doeleinden (wordt 'Water') blijft ongewijzigd van kracht voor de leggerwaterlopen van het waterschap in het noordoostelijke deel en zuidoostelijke deel van het besluitgebied.

3.2.7 Woongebied

Deze bestemming blijft van toepassing voor de gronden waar deze bestemming nu geldt, en gaat tevens gelden voor de gronden waar, sinds de 1e herziening van het bestemmingsplan en de wijziging Legerweg, woningen zijn toegestaan. Er resteren rechtstreeks nog acht nieuw te bouwen woningen.

Derhalve zijn in de beheersverordening totaal acht nieuwe woningen mogelijk. Het plan bevat geen wijzigingsbevoegdheid of andere flexibiliteitsbepaling voor extra woningen.

3.2.8 Leidingen

De bestemming Leidingen (wordt 'Leiding - Gas') blijft inhoudelijk onveranderd van toepassing op de gasleidingen in de Hagelkruisweg - Blasiusstraat en verder, en langs de spoorlijn.

3.2.9 Bestemmingen inzake archeologie

Nieuw zijn de besluitvlakken 'Waarde - Archeologie Hoog' en 'Waarde -Archeologie Gematigd'. Deze dubbelbestemmingen zijn gebaseerd op het gemeentelijke archeologiebeleid.

De overige artikelen uit het vigerende bestemmingsplan - Inleidende regels en Algemene regels - zijn uitsluitend aangepast aan de nieuwe standaarden voor een bestemmingsplan/beheersverordening.

3.3 Flexibiliteitsregels

In het bijzonder is met betrekking tot de flexibiliteitsregels in de beheersverordening voor het volgende gekozen.

  1. 1. De vrijstellingsmogelijkheden (thans afwijkingen geheten) van de bouw- en gebruiksvoorschriften zoals opgenomen in de vigerende bestemmingen blijven onveranderd van kracht.
  2. 2. De wijzigingsbevoegdheid binnen de vigerende bestemming Woongebied is reeds benut en vervalt.
  3. 3. In de bestemming Gemengde doeleinden blijven functieveranderingen mogelijk. Het schema functieveranderingen wordt vervangen door de afwijkingsregels.

3.4 Keuzen Inzake Discrepanties Tussen Het Vigerende Bestemmingsplan 2004 En Het Huidige Gebruik

In deze paragraaf worden de discrepanties beschreven, onderscheiden in vier soorten:

  1. 1. Legale afwijkingen
  2. 2. Fout in het vigerende bestemmingsplan
  3. 3. Leegstand
  4. 4. Overige discrepanties

Hierna wordt de keuze voor de bestemming in de beheersverordening toegelicht.

ad 1. Legale afwijkingen

Na vaststelling bestemmingsplan 2004 hebben de volgende wijzigingen in de woonbestemming plaats gevonden.

  • 3 woningen op basis van een wijzigingsplan;
  • 2 woningen op basis van 1e herziening bestemmingsplan Zeilberg.
  • 12 woningen op basis van het bestemmingsplan Zeilbergsestraat 2010.

Deze locaties worden besluitvlak 'Woongebied'.

ad 2, Fout in vigerend bestemmingsplan

Dit betreft:

  • het bouwvlak schoolgebouwen Margrietstraat 2.

De fout wordt gecorrigeerd conform de bestaande toestand: bestemming blijft 'Maatschappelijk', met vergroot bouwvlak.

ad 3. Leegstand

In geval van leegstand wordt uitgegaan van het laatst bestaande legale gebruik en een meest toepasselijke bestemming. Dit betreft:

  • Blasiusstraat 8, voormalige peuterspeelzaal, thans leegstaand. Blijft 'Maatschappelijk'.
  • Kerkplein 3, pastorie. Gekozen is voor 'Maatschappelijk' met wonen toegestaan, omdat het gebruik van de pastorie in hoge mate afhangt van het nieuwe gebruik van het kerkgebouw.
  • Kerkplein 5, kerkgebouw. Gekozen is voor het besluitvlak 'Maatschappelijk', dat recht doet aan het sociaal-culturele gebruik van het gebouw tot nu toe en de betekenis van de beheersverordening. Sportdoeleinden in de vorm van een fitness- en/of sportcentrum zijn toegestaan met de aanduiding 'sportcentrum'.
  • Zeilbergsestraat 53, voormalige winkel met bijgebouwen. Blijft 'Gemengd', aanduiding 'detailhandel' vervalt.
  • Zeilbergsestraat 86, bijgebouw voormalig schadeherstelbedrijf. Blijft 'Gemengd', met besluitsubvlak 'bedrijf'.

ad 4, Overige discrepanties

Criteria voor het legaliseren van de overige discrepanties zijn:

  1. 1. het bestaande gebruik is mogelijk binnen de in de beheersverordening opgenomen besluitvlakken;
  2. 2. het bestaande gebruik bestaat al langere tijd;
  3. 3. de nieuwe bestemming besluitvlak) is planologisch aanvaardbaar op de betreffende locatie;
  4. 4. er is gedurende de periode van het afwijkende gebruik geen klacht of verzoek tot handhaving ingediend met betrekking tot de betreffende locatie en handhavend optreden is ook niet wenselijk.

Dit betreft:

  • Berkmortel 50, nutsvoorziening 42 m2, toegestaan 10 m2; blijft 'Woongebied', met besluitsubvlak 'nutsvoorziening'.
  • Zeilbergsestraat 98, de molen, was detailhandel en is thans verenigingsgebouw. Gekozen is voor besluitvlak Gemengd.

Samenvattend zijn in onderstaand schema de locaties opgenomen waar het feitelijke gebruik niet in overeenstemming is met de vigerende bestemming zoals genoemd in de punten 2 t/m 4.

adres vigerende
bestemming
huidig gebruik keuze beheers-
verordening
Berkmortel 50 Woongebied, nutsvoorziening maximaal 10 m² nutsvoorziening
42 m²
Woongebied met besluitsubvlak 'nutsvoorziening'
Blasiusstraat 1a Gemengd opslag bij winkel Zeilbergsestraat 32 Gemengd met besluitsubvlak 'detailhandel'
Blasiusstraat 8 Maatschappelijk leegstaand Maatschappelijk
Blasiusstraat 19 Gemengd met aanduiding detailhandel alleen wonen 'Gemengd'
Blasiusstraat 47 Gemengd met aanduiding horeca alleen wonen 'Woongebied'
Kerkplein 3 Maatschappelijk leegstaande pastorie 'Maatschappelijk', met wonen toegestaan
Kerkplein 5 Maatschappelijk leegstaand kerkgebouw 'Maatschappelijk', met sportcentrum toegestaan
Margrietstraat 2 Maatschappelijk onjuist bouwvlak bouwvlak conform huidige bebouwing
Zeilbergsestraat 32a Gemengd, zonder aanduiding detailhandel kleine winkel, samen met Blasiusstraat 1a 'Gemengd', met besluitsubvlak 'detailhandel'
Zeilbergsestraat 53 Gemengd, met aanduiding detailhandel winkel beëindigd Gemengd, zonder besluitsubvlak 'detailhandel'
Zeilbergsestraat 86 Gemengd met aanduiding bedrijf leegstaand 'Gemengd' zonder besluitsubvlak 'bedrijf'
Zeilbergsestraat 90 Gemengd, met aanduiding
detailhandel
beautysalon 'Gemengd', zonder besluitsubvlak 'detailhandel'
Zeilbergsestraat 98 Gemengd, met aanduiding detailhandel clubhuis Harmonie 'Gemengd', zonder besluitsubvlak 'detailhandel'

keuzes inzake discrepanties vigerende bestemming en huidig gebruik

Alle bovenstaande keuzen zijn ook opgenomen in laatste twee kolommen van het schema in bijlage 1,

3.5 Beheer En Onderhoud Gebouwen, Erven En Openbare Ruimten

De beheersverordening kent een dusdanig ruime regeling, dat regulier onderhoud, woningverbetering en herinrichting openbare ruimten (straten, pleinen, plantsoenen) mogelijk blijven. Eventuele herstructurering met aanpassingen van de ruimtelijke en/of bebouwingsstructuur vereist een procedure bestemmingsplan of een uitgebreide procedure omgevingsvergunning.

3.6 Vergunningvrij Bouwen

Vergunningvrij bouwen is geregeld in artikel 2.1 lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in combinatie met artikel 2.3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Deze regeling blijft in gebieden met een beheersverordening onverminderd van kracht.

Hoofdstuk 4 Beleid

In dit hoofdstuk wordt het plan getoetst aan het relevante vigerende beleid. Achtereenvolgens komt aan de orde het beleid op:

  • nationaal niveau;
  • provinciaal niveau;
  • gemeentelijk niveau.

4.1 Nationaal Niveau

4.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. De SVIR geeft een integraal kader voor het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid op rijksniveau, en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de SVIR worden de ambities van het Rijk tot 2040 geschetst, alsmede doelen, belangen en opgaven tot 2028. In de SVIR kiest het Rijk voor minder nationale belangen en eenvoudiger regelgeving.

Deze beheersverordening voor Zeilberg richt zich primair op het vastleggen van de bestaande ruimtelijke en planologische situatie. Om die reden is het nationale ruimtelijk beleid, zoals vervat in de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), niet of alleen indirect van toepassing op Zeilberg.

SVIR bevat 13 nationale belangen die worden beschermd middels het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Ook deze zijn niet van toepassing op het besluitgebied Zeilberg.

Conclusie Het plan is niet in strijd met het beleid in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.

4.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

De in de SVIR opgenomen 13 nationale belangen krijgen een wettelijke grondslag in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).

De werking van het Barro is naar plaats beperkt. Onderhavig besluitgebied ligt niet binnen een gebied waarbinnen het Barro van toepassing is.

Conclusie
Het Barro is niet rechtstreeks van toepassing op het plan.

4.1.3 Overig nationaal beleid

Het overige nationale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.

4.2 Provinciaal Niveau

Het provinciale ruimtelijk beleid is vastgelegd in de nota's:

  • Structuurvisie Ruimtelijke Ordening 2014
  • Verordening ruimte 2014

Beide beleidsstukken zijn op 19 maart 2014 in werking getreden.

4.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening

De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van het provinciale bestuur op de ontwikkeling van Noord-Brabant.

Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart. Onderhavig besluitgebied is aangeduid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0010.jpg"

uitsnede plankaart Structuurvisie Ruimtelijke Ordening 2014

Analyse
Het besluitgebied is grotendeels, met name het bebouwde deel van het besluitgebied, onderdeel van de kern Deurne, die als 'kern in het landelijk gebied' is aangeduid. Het provinciale beleid is gericht op het opvangen van de lokale behoeften voor wonen, werken en voorzieningen.

De noordelijke en oostelijke rand van de kern Zeilberg liggen binnen de aanduiding landelijk gebied. In de beheersverordening zijn hier geen nieuwe ontwikkelingen, en in het bijzonder geen nieuwe bebouwing voorzien.

Conclusie
Onderhavige beheersverordening Zeilberg betreft een consolidatie van de bestaande situatie. De beheersverordening is in overeenstemming met de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening.

4.2.2 Verordening ruimte

De Verordening ruimte stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.

Het deel van het besluitgebied met bouwmogelijkheden ligt binnen het stedelijk gebied van de kern Deurne.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0011.jpg"

uitsnede plankaart stedelijke ontwikkeling - Verordening ruimte 2014

Voor de bouwmogelijkheden in het plan is Artikel 4 toepassing.

Artikel 4.2 - Stedelijke ontwikkeling

Een bestemmingsplan dat voorziet in een stedelijke ontwikkeling is uitsluitend gelegen in bestaand stedelijk gebied.

Artikel 4.3 - Nieuwbouw van woningen

P.m. Niet van toepassing.

Analyse

ad art. 4.2 Bouwen is alleen mogelijk binnen 'bestaand bebouwd gebied'. Nieuwe stedelijke ontwikkelingen zijn uitgesloten.
ad art. 4.3 Er zijn geen nieuwe woningen voorzien ten opzichte van de vigerende bestemmingen.

Voor de noordelijke en oostelijke kernrand van Zeilberg zijn van toepassing artikel 8 en artikel 9 uit de Verordening. De beheersverordening staat in deze randen geen nieuwe stedelijke ontwikkelingen toe. Daardoor is er geen strijd met deze artikelen.

Conclusie
Het plan voldoet aan de Verordening ruimte Noord-Brabant 2014.

4.2.3 Overig provinciaal beleid

Het overige provinciale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.

4.3 Gemeentelijk Niveau

4.3.1 Structuurvisie Deurne 2011

In de structuurvisie (2011) heeft de gemeente Deurne de hoofdlijnen voor het ruimtelijk beleid voor de komende jaren vastgelegd. Goede initiatieven wil de gemeente ondersteunen en stimuleren of zelf opstarten, ongewenste ontwikkelingen wil ze graag voorkomen. Dat betekent dat de gemeente keuzes moet maken. Dat is in deze structuurvisie uiteengezet aan de hand van vijf thema's: 'Samenleven', 'Wonen', 'Werken', 'Vrije tijd' en 'Omgeving'.

Onderstaande afbeelding is een uitsnede van de plankaart Structuurvisie kern Deurne. Het besluitgebied is hierop aangeduid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0012.jpg"

uitsnede plankaart structuurvisie kern Deurne

De kern Zeilberg is opgenomen als bestaand woongebied. Deze beheersverordening is daarmee in overeenstemming.

Het Kerkplein heeft de aanduiding 'Herontwikkeling wonen/maatschappelijke voorzieningen'. Eerder was op deze locatie een woonzorgontwikkeling voorzien. Dit initiatief op deze locatie is vervallen.

De vijf in de Structuurvisie Deurne genoemde thema's zijn in principe voor de gehele gemeente van toepassing. Voor zover relevant voor Zeilberg worden de thema's hierna kort toegelicht.

Samenleven
Het beleid in het thema 'Samenleven' is gericht op: het doelgericht werken aan welbevinden en leefbaarheid in Deurne en de "rijke" sociale samenhang in de samenleving, in termen van versterking van verenigingsleven, vrijwilligerswerk en mantelzorg.

Het beleid betreft onder meer het op peil houden van de maatschappelijke voorzieningen door deze zoveel mogelijk te bundelen in multifunctionele accommodaties. Hiernaast ligt de nadruk onder meer op het verbeteren van de bereikbaarheid voor voetgangers en fietsers.

Wonen
De gemeente Deurne wil haar positie als aantrekkelijke woongemeente voor alle doelgroepen versterken, met behoud van haar eigen identiteit als verstedelijkt dorp met landelijke kernen.

In Zeilberg blijven de ontwikkelingen in principe beperkt tot beheer van de bestaande woningen.

Werken
De gemeente Deurne heeft voor het thema 'Werken' onder meer als doel: het creëren van ruimte voor de eigen dynamiek in de economie om het aantal arbeidsplaatsen minstens op peil te houden en zo mogelijk uit te breiden, en het bieden van fysieke ruimte aan bedrijvigheid.

In het besluitgebied Zeilberg blijft het werken beperkt tot de werkgelegenheid die gerelateerd is aan de bestaande bedrijven, horeca, winkels en maatschappelijke voorzieningen.

Vrije tijd
Op het gebied van vrije tijd streeft de gemeente onder meer naar een verdere ontwikkeling van de sector vrije tijd en toerisme, het stimuleren van investeringen en groei van de werkgelegenheid in deze sector. Voor Zeilberg is dit thema met name van belang voor de horecasector.

Omgeving
De gemeente wil binnen het thema 'Omgeving' onder meer actief zorgdragen voor behoud en versterking van de kwaliteiten en identiteiten van de wijken en kernen van Deurne, en de landschappelijke en natuurlijke waarden, zodat de burgers hun eigen plek kunnen blijven herkennen en waarderen. Het behouden van de ruimtelijke karakteristiek en kwaliteiten van haar kernen ziet de gemeente als haar basisverantwoordelijkheid. Hierbij hanteert zij onderstaande criteria voor de kernen:

  • behoud en versterking van de kenmerkende groenstructuren, zoals laanstructuren;
  • behoud van cultuurhistorische elementen, zoals molens met bijbehorende molenbiotopen;
  • voldoen aan de welstandseisen;
  • behoud en versterking van de groene, kleinschalige uitstraling;
  • behoud en versterking van diversiteit van het landschap (openheid, bossen etcetera) rondom de kernen;
  • bruikbaarheid - zowel functioneel als recreatief - van de openbare ruimte voor de inwoners van Deurne alsook voor bezoekers;
  • behoud en herstel van het watersysteem;
  • behoud en verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater en van de ruimte voor waterberging, en bevordering van het multifunctionele gebruik (voor natuur en recreatie) van deze ruimte voor water.

Deze omgevingsaspecten zijn algemeen van aard en gelden ook voor Zeilberg.

Toetsing
In de beheersverordening wordt de bestaande ruimtelijk-functionele structuur vastgelegd. Daarbinnen kan in het kader van het beheer en onderhoud invulling worden gegeven aan bovengenoemde thema's.

4.3.2 Woonvisie 2008 - 2020 en regionale woningbouwafspraken

In 2008 heeft de gemeenteraad van Deurne de 'Woonvisie 2008 - 2020' vastgesteld. Daarin is aangegeven dat de gemeente haar positie als aantrekkelijke woongemeente voor alle doelgroepen wil versterken, met behoud van haar eigen identiteit. De gemeente wil daarbij in de eerste plaats voldoen aan de woningbehoefte van de eigen bevolking. Met gezonde ambitie en inzet van een gedifferentieerd woningbouwprogramma met accenten voor senioren en zorgvragers, starters en (jonge) gezinnen, en potentiële terugkeerders, wil Deurne een volwaardige en vitale gemeenschap behouden.

Conclusie
In de beheersverordening zijn per medio 2014 nog 8 nieuwe woningen mogelijk. (Zie paragraaf 2.4.4.)

4.3.3 Nota Terrassenbeleid

Goed ingerichte terrassen vormen een verlevendiging van het straatbeeld en dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte. Terrassen kunnen echter ook voor geluidsoverlast zorgen, het verkeer hinderen en door hun vormgeving de beeldkwaliteit verminderen. Heldere regelgeving is derhalve onontbeerlijk.

Dit was de aanleiding voor het opstellen van de Nota Terrassenbeleid. De nota is op 22 augustus 2007 vastgesteld. In deze nota zijn richtlijnen gegeven waaraan vergunningaanvragen worden getoetst. Tevens zijn standaardvoorschriften voor vergunningen geformuleerd.

Conclusie
In de beheersverordening heeft het terrassenbeleid geen doorwerking. Het blijft evenwel van toepassing als onderdeel van het behoud en beheer van de openbare ruimte en het Activiteitenbesluit voor horecabedrijven.

4.3.4 Detailhandelsvisie

De hoofddoelen van het gemeentelijk beleid zijn als volgt samen te vatten:

  • Een optimale consumentenverzorging voor de inwoners van de kern Deurne, de kerkdorpen en het landelijk gebied.
  • Een sterk ondernemingsklimaat voor ondernemers, waarbij een rendabele exploitatie mogelijk is met perspectief voor de langere termijn.
  • Het versterken van de lokale verzorgingsfunctie en de bovenlokale betekenis van het voorzieningenapparaat.

Conclusie
In de beheersverordening worden de bestaande winkels in Zeilberg positief bestemd. Nieuwe vestigingen zijn, evenals in het vigerende bestemmingsplan, uitgesloten. Wel blijft verandering van soort detailhandel in een bestaand pand mogelijk. Ook blijft uitwisseling tussen (de functies) horeca en detailhandel mogelijk.

Het beleid ten aanzien van reclame-uitingen is geregeld in de Welstandsnota.

4.3.5 Milieubeleidsplan Deurne 2008-2010 (verlengd tot en met 2013)

Het gemeentelijke milieubeleidsplan omvat beschrijft het milieubeleid van de gemeente Deurne voor de periode 2008-2010. (De looptijd tot en met 2010 is bewust gekozen, om hiermee aan te sluiten op de looptijd van het Handhavingsbeleidsplan en het collegeprogramma (2007-2010)).

In 2011 is door de gemeenteraad besloten om het milieubeleidsplan met 2 jaar te verlengen. Het is hiermee geldig tot en met 2012. Aan het milieubeleidsplan is een zeer bondig uitvoeringsprogramma verbonden.

Het milieubeleidsplan wordt in 2014 geactualiseerd.

Conclusie
Het milieubeleid geldt voor de gehele gemeente op dezelfde manier en heeft geen bijzondere doorwerking naar bestemmingsplannen en beheersverordeningen.

4.3.6 Gemeentelijk bodembeleid


Bodembeheerplan
Voor een efficiënt gebruik van de bodem is het nodig om de beschikbare informatie over de bodem in de gemeente goed in kaart te brengen. Ten behoeve hiervan is een bodembeheerplan opgesteld.

Bodemkwaliteitskaart
In de Nota bodemkwaliteitskaart valt het besluitgebied deels in oud-woongebied (voor1950) en deels in nieuw woongebied (na 1950).

Conclusie
Het bodembeleid heeft geen directe doorwerking in de beheersverordening Zeilberg. Het bodembeleid is wel van toepassing bij de toetsing van een omgevingsvergunning.

4.3.7 Kadernota Bomenbeleid

Om het bomenbestand ook voor de toekomst veilig te stellen zijn richtlijnen opgesteld in de Kadernota Bomenbeleid, vastgesteld op 27 januari 2009. Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, 1 oktober 2010) is voor het kappen en/of verplaatsen van de volgende bomen een ontheffing noodzakelijk:

  • de 'Groene Parels van Deurne' - dit zijn de bomen die aangewezen zijn als waardevolle en monumentale bomen;
  • de bomen opgenomen in het Groenstructuurplan. Als uitwerking van de Kadernota Bomenbeleid is het Groenstructuurplan (zie volgende paragraaf) vastgesteld dat als doel heeft het veiligstellen en ontwikkelen van de groene ruimte in de gemeente Deurne.

Navolgende figuur geeft een weergave van de te beschermen bomen en groenstructuren in het besluitgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0013.jpg"

te beschermen bomen en groenstructuren

Conclusie
Omdat de waardevolle bomen al beschermd zijn is opname in de beheersverordening niet nodig (vergelijk bijvoorbeeld de Monumentenwet).

4.3.8 Groenstructuurplan buitengebied en kernen

Algemeen
Op 16 december 2009 is het Groenstructuurplan voor het buitengebied en de kernen vastgesteld. In dit plan is de groenstructuur van de gemeente Deurne in woord en beeld weergegeven. In het gedeelte over de kernen zijn de uitgangspunten per kern nader uitgewerkt. Zo worden voorwaarden, plannen, maatregelen en/of activiteiten beschreven die nodig zijn om de gewenste groenstructuur ook daadwerkelijk te realiseren.

Voor onderhavig plan is het beleid van belang dat voor de kernen, en specifieker voor Deurne, wordt omschreven. Hieronder wordt daar kort op ingegaan.

Wegen en wegbegeleidende beplanting
De hiërarchie van de wegenstructuur in de kern Deurne wordt benadrukt door de wegbegeleidende beplanting. Een groot deel is reeds aanwezig.

De Gebiedsontsluitingsweg type 1 (N270) wordt begeleid door een bomenlaan van de eerste grootte. De Gebiedsontsluitingswegen type 2 (ring en doorgaande wegen richting het buitengebied) worden begeleid met, waar mogelijk, een bomenlaan van de eerste grootte. Hier wordt gekozen voor een afwijkende soort van bomen ten opzichte van Gebiedsontsluitingsweg type 1, maar wel landschappelijk. Voorbeelden van boomsoorten: essen of kastanjes.

De Erftoegangswegen worden, waar mogelijk, begeleid door een bomenlaan van de eerste grootte of, in geval van ruimtegebrek, een enkele rij bomen van de eerste grootte. Hier wordt gekozen voor niet-landschappelijke soorten, bijvoorbeeld platanen, om het contrast met de gebiedsontsluitingswegen te benadrukken.

De overige hoofdontsluitingswegen van de woongebieden worden, waar mogelijk, begeleid door een bomenstructuur van de tweede grootte, bijvoorbeeld esdoorns of iepen. De woonstraten die onderdeel uitmaken van een hoofdroute tussen wegen van een hogere orde worden zo mogelijk begeleid door een boomstructuur van de derde grootte, zoals Lijsterbes of Kers.

De overige woonstraten worden, indien ruimte aanwezig is, begeleid door bomen. Op plekken waar meer ruimte is (pleintje), wordt een fraaie solitaire boom (van eerste of tweede grootte) geplant, bijvoorbeeld een rode beuk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0014.jpg"

uitsnede Groenstructuur kern Deurne

Binnen de kern Zeilberg dienen de grote groenstructuren behouden en versterkt te worden. De ambitie bestaat om, indien mogelijk, groene verbindingen te creëren tussen de verschillende groene gebieden en het buitengebied (deels door middel van wegbegeleidende beplanting).

Markante plekken
De markante plekken in de kern Zeilberg dienen te worden geaccentueerd door middel van bijzonder groen. Dit kan bijvoorbeeld zijn in de vorm van een fraaie solitaire boom bij een bijzonder gebouw of bloeiende accenten bij een monument.

4.3.9 Handhavingsbeleidsplan 2012-2016

Op 20 december 2011 heeft de gemeenteraad van Deurne het "Handhavingbeleidsplan 2012-2016" vastgesteld. Hierin staan het beleid en doelstellingen opgenomen die ten grondslag liggen aan het handhavend optreden binnen de gemeente.

Conclusie
Het handhavingsbeleid is van algemene aard en kent geen specifieke aspecten die in de beheersverordening opgenomen worden.

4.3.10 Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan

Het Verkeers- en vervoersplan Deurne is vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 27 januari 2010. Het plan beschrijft de visie op verkeer en vervoer in de gemeente en de uitwerking hiervan in structuren. De visie is gebaseerd op de inventarisatie van de huidige situatie, de beleidskaders vanuit de nationale en regionale overheid en de interactie met de raadscommissie, klankbordgroep en inwoners. De visie is vervolgens uitgewerkt in structuren voor de verschillende vervoerswijzen. De centrale ambitie is: “een duurzaam, begrijpbaar en bruikbaar verkeers- en vervoersysteem in Deurne”.

Hieronder wordt kort ingegaan op de belangrijkste beleidspunten.

Voetgangers
Voor korte afstanden is lopen een belangrijke wijze van vervoer. Deurne stimuleert lopen op korte afstanden door aantrekkelijke en toegankelijke voorzieningen.

Fietsverkeer
De fiets moet de snelste en gemakkelijkste vervoerwijze zijn voor utilitaire verplaatsingen binnen de kernen. Hiervoor werkt Deurne aan de completering van een fijnmazig fietsroutenetwerk dat aansluit op het regionale fietsroutenetwerk. Met betrekking tot recreatieve fietsroutes sluit Deurne zich aan bij het regionale recreatieve fietsroutenetwerk.

Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer is belangrijk voor het bereikbaar houden van Deurne, met name op regionaal en landelijk niveau. Het verbeteren van de integrale toegankelijkheid van haltes en halteomgeving is een belangrijk aandachtspunt.

Autoverkeer
Autobereikbaarheid van de kernen, bedrijventerreinen en het buitengebied is belangrijk voor het economisch en sociaal functioneren van Deurne. Voor de afwikkeling van het autoverkeer wordt zoveel mogelijk de hoofdontsluitingsstructuur gebruikt, om sluipverkeer door verblijfsgebieden en het landelijke buitengebied tegen te gaan. Deurne heeft aandacht voor de bereikbaarheid van Deurne vanaf de snelweg A67, via onder meer de N270.
De Duurzaam Veilig wegcategorisering wordt gevolgd; deze benadrukt dat op verschillende wegen principieel verschillend gedrag vanuit de weggebruiker wordt verlangd.
Deurne streeft naar een eenduidige en begrijpelijke inrichting van de infrastructuur. “Shared space” is een concept dat dit als uitgangspunt heeft.

Vrachtverkeer
Bevoorradend vrachtverkeer, voornamelijk voor het centrum van Deurne, wordt zoveel mogelijk via de hoofdontsluitingsstructuur naar de bestemming geleid. In het centrum heeft de gemeente aandacht voor goede oplossingen voor laden en lossen.

Verkeersveiligheid
Deurne heeft de ambitie om verder te werken aan het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers, in lijn met de landelijke doelstellingen. Een heldere verkeersstructuur is hiervoor één van de voorwaarden.

Leefbaarheid
Zowel doorgaand verkeer als sluipverkeer heeft een negatief effect op de leefbaarheid van gebieden. De gemeente wil beide soorten verkeer zoveel mogelijk weren uit de kernen en het buitengebied.

Conclusie
Het verkeers- en vervoersbeleid betreft geen specifieke aspecten die voor de beheersverordening Zeilberg van belang zijn. In het kader van het onderhoud en beheer van de openbare ruimte kan het beleid wel een doorwerking krijgen.

4.3.11 Nota parkeernormen Gemeente Deurne 2013

Deze beleidsnota bevat een samenhangend stelsel van parkeernormen voor de middellange termijn, te gebruiken bij bouw- en herbouwprojecten binnen de gehele gemeente Deurne.

De nota bevat onder meer de volgende uitgangspunten:

  • parkeren bij de eigen woning en werkplek dient zoveel mogelijk op eigen terrein plaats te vinden;
  • voor iedere nieuwe woning dient minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein te worden gerealiseerd;
  • bedrijven dienen in eerste aanleg het parkeren ook op eigen terrein op te lossen.

Conclusie
In deze beheersverordening wordt verwezen naar de Nota parkeernormen 2013 die hiermee verankerd zijn in de juridisch-planologische regeling. Bij een aanvraag om omgevingsvergunning dient te worden voldaan aan de parkeernormen in deze Nota.

4.3.12 Welstandsnota gemeente Deurne, januari 2011, in werking getreden 23 september 2011

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BV201402-C001_0015.jpg"

uitsnede welstandskaart Zeilberg

Algemeen
Het welstandsbeleid is gericht op het handhaven (en realiseren) van een goede basiskwaliteit voor de gebouwde omgeving. Het doel van de welstandszorg is de kwaliteit van de individuele architectuur en van het totale straatbeeld op peil te houden en waar nodig en mogelijk te verbeteren.

In de welstandsnota zijn de gebouwde omgevingen in de gemeente verdeeld in verschillende categorieën. Het besluitgebied Zeilberg bevat de categorieën:

  • categorie 2 Dorpsinbreidingen
  • categorie 3 Historische linten
  • categorie 4 Gebieden met waardevolle dorpsbebouwing
  • categorie 6 Thematische woningbouw
  • categorie 8 Individuele woningbouw
  • categorie 9 Bijzondere gebouwen
  • categorie 13 Groen, parken, sport- en speelvelden

Iedere categorie heeft haar eigen beschrijving en voor elke categorie afzonderlijk is beschreven waaraan een bouwplan moet voldoen.

De welstandsnota in relatie tot bestemmingsplannen/beheersverordening

Zowel het bestemmingsplan/beheersverordening, als de welstandsnota regelt de kwaliteit van de gebouwde omgeving. In beide documenten zijn voorschriften opgenomen voor het oprichten van bouwwerken.

Hoofduitgangspunten staan in de regels van het bestemmingsplan / de beheersverordening. Die zijn voor iedereen bindend.

De uitwerking in architectuur wordt vastgelegd in de welstandsnota (in de categoriebeschrijvingen). Aanvragen om een omgevingsvergunning worden in principe zowel aan de regels van het bestemmingsplan/beheersverordening getoetst als aan de welstandscriteria.

Conclusie
De beheersverordening regelt met name bebouwing (omvang, situering) en gebruik. De welstandsnota regelt de kwaliteit van de bebouwing.

4.3.13 Nota archeologische monumentenzorg gemeente Deurne

De gemeente Deurne heeft een eigen archeologiebeleid, zoals omschreven in de "Nota archeologische monumentenzorg gemeente Deurne, 2008" en vervat in de beleidsstukken "archeologische beleidskaart Deurne" en de "Archeologieverordening Deurne".

Conclusie
In deze beheersverordening is rekening gehouden met het gemeentelijke archeologiebeleid. Een en ander komt nader aan de orde in hoofdstuk 5.

4.3.14 Beleidsregels internetwinkels

De ruimtelijke effecten van internetwinkels kunnen, naar gelang hun verschijningsvorm, aanzienlijk verschillen. Voor een goede ruimtelijke ordening is daarom een duidelijk onderscheid in verschijningsvorm essentieel. Er worden twee vormen van internetwinkels onderscheiden:

  1. 1. Internetwinkels zonder fysieke bezoekmogelijkheid.
  2. 2. Internetwinkels met fysieke bezoekmogelijkheid.

Ad 1: Internetwinkels zonder fysieke bezoekmogelijkheid

Hierbij gaat het om internetwinkels waarbij de klant op geen enkele manier fysiek in contact staat met de internetwinkel. Alle klantcontacten en de verzending van goederen gebeurt uitsluitend digitaal of per post. Van enige consumentaantrekkende werking is geen sprake. Deze vorm van internetwinkels heeft daarom weinig ruimtelijke impact.

Als ondergeschikte functie binnen een woonbestemming is een dergelijke internetwinkel onder voorwaarden aanvaardbaar.

Als hoofdfunctie is deze vorm mogelijk in bestemmingen die al rekening houden met bedrijfsmatig verkeer, namelijk een bedrijfs- of kantoorbestemming, mits het geen agrarische gebouwen betreft. Binnen deze bestemmingen is een internetwinkel zonder fysieke bezoekmogelijkheid zonder meer aanvaardbaar. Er hoeft niet aan algemene voorwaarden te worden voldaan. In een concrete situatie kunnen er in het kader van de omgevingsvergunning wel aanvullende voorwaarden worden gesteld.

Ad 2: Internetwinkels met fysieke bezoekmogelijkheid

Hierbij gaat het om internetwinkels waarbij de klant de gelegenheid wordt geboden de internetwinkel te bezoeken. Hier dient onderscheid gemaakt te worden in afhaalpunten en internetwinkels.

Afhaalpunten
Afhaalpunten zijn rechtstreeks toegestaan binnen een detailhandelsbestemming . Dit is niet het geval binnen de bestemming Dienstverlening.

Internetwinkels met fysieke bezoekmogelijkheid, niet zijnde een afhaalpunt
Dergelijke internetwinkels worden gezien als detailhandel en kunnen dus alleen in panden met een detailhandelsbestemming gevestigd worden. Deze functie is binnen een andere bestemming niet aanvaardbaar. Afwijken van de beheersverordening is niet mogelijk.

4.3.15 Overig gemeentelijk beleid

Het overige gemeentelijke beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavige beheersverordening.

4.4 Conclusies Beleidskader

Concreet houdt het beleidskader het volgende in voor de ontwikkeling van het besluitgebied:

  1. 1. Er is geen nationaal beleid van directe toepassing.
  2. 2. Er is geen strijd met de provinciale Verordening.
  3. 3. De beheersverordening staat geen nieuwe stedelijke ontwikkelingen toe. Het gemeentelijke beleid blijft overigens van toepassing voor het beheer en onderhoud van de fysieke ruimten en de algemene handhaving in Zeilberg.

Hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten

In dit hoofdstuk worden de uitvoeringsaspecten beschreven. Achtereenvolgens komen aan de orde:

  1. 1. milieu;
  2. 2. waarden;
  3. 3. waterhuishouding.

5.1 Milieu

Conform het bepaalde in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening moet een toetsing plaatsvinden van de voorgenomen ontwikkelingen aan de relevante milieuaspecten, teneinde het toekomstige gebruik af te stemmen op de omgeving. In deze paragraaf worden de milieuaspecten afzonderlijk beschreven.

5.1.1 Bodemkwaliteit

5.1.2 Bedrijven en milieuzonering

5.1.3 Externe veiligheid

5.1.4 Geurhinder veehouderijen

5.1.5 Geluid

5.1.6 Luchtkwaliteit

5.1.7 Milieueffectrapportage

5.2 Waarden

5.2.1 Archeologische en cultuurhistorische waarden

5.2.2 Flora en fauna

5.3 Waterparagraaf

Behalve enkele sloten in het buitengebied heeft Zeilberg geen zichtbare natte infrastructuur. De natte infrastructuur bestaat vooral uit riolering, die nagenoeg geheel binnen de wegeninfrastructuur ligt. Zeilberg heeft deels een gemengd rioolstelsel en deels een gescheiden rioolstelsel. De riolering verkeert in redelijke tot goede staat.

Binnen het gebied wordt regenwater verregaand (tot circa 4 ha) afgekoppeld en geïnfiltreerd.

Via een sloot wordt het overtollige regenwater afgevoerd naar een watergang ten oosten van het besluitgebied. Het bebouwd gebied van Zeilberg heeft geen invloed op de kwaliteit van het oppervlaktewater van de binnen het besluitgebied aanwezige sloten. Het oppervlaktewater buiten het besluitgebied wordt belast met overstortwater dat afkomstig is uit het besluitgebied via de riooloverstorten die aan de west- en noordzijde van Deurne zijn gelegen. Deze voeren af, al dan niet via sloten, op de Oude Aa, Rijtvenseloop en de Vlier. Het afkoppelen van regenwater ontlast de riooloverstorten op de Vlier en op de Rijtvenseloop. Door het verder scheiden van het rioolstelsel en door het nemen van bepaalde maatregelen bij de bouw (hydrologisch neutraal bouwen) bij nieuwe ontwikkelingen, kunnen overstorten in het besluitgebied zelf worden voorkomen. Bij nieuwbouw of grootschalige verbouwingen van bestaande gebouwen wordt scheiding van regenwater en afvalwater binnen het perceel voorgeschreven om bij vervanging en verbetering van riolering verregaande gescheiden inzameling en afvoer van afvalwater mogelijk te maken.

5.3.1 Beleid

In deze paragraaf wordt het plan getoetst aan het relevante vigerende beleid op het niveau van de gemeente en het waterschap.

5.3.2 Hemelwater

5.3.3 Afvalwater

Uitgangspunt is dat het vuile afvalwater en het schone hemelwater worden gescheiden.

Het vuile afvalwater zal op de bestaande riolering geloosd worden.

5.3.4 Waterkwaliteit

Er zijn geen bijzondere maatregelen genoemd om vervuiling van het oppervlaktewater te voorkomen. Overeenkomstig de eis van het waterschap worden in principe bij de toetsing van omgevingsvergunningen geen uitlogende materialen toegestaan.

5.3.5 Advies waterschap

Voor reguliere bestemmingsplannen met nieuwe ontwikkelingen wordt het waterschap expliciet om advies gevraagd. Een beheersverordening betreft gebieden waar geen nieuwe ontwikkelingen worden voorzien. Om deze reden is het waterschap voor deze beheersverordening niet om advies gevraagd.

5.3.6 Conclusie

De beheersverordening is in overeenstemming met het waterbeleid.

  • Afvoer hemelwater en vuil water is en blijft gescheiden.
  • Voor nieuw te bouwen woningen geldt als uitgangspunt infiltratie op eigen terrein.

Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid

Voorliggende beheersverordening legt de ontwikkeling vast die reeds in het vigerende bestemmingsplan is opgenomen. Het vigerende bestemmingsplan is reeds conserverend van aard. Er worden geen nieuwe zaken van gemeentewege voorzien. In de beheersverordening zijn alleen ontwikkelingen mogelijk op het niveau van de bestaande percelen. Hiervoor is in alle gevallen een omgevingsvergunning vereist, behoudens in geval van vergunningvrij bouwen. Voor de behandeling van omgevingsaanvragen worden legeskosten in rekening gebracht om de gemeentelijke kosten te dekken.

Het plan brengt voor de gemeente geen financiële risico's met zich mee.

Het plan wordt financieel-economisch haalbaar geacht.

Hoofdstuk 7 Juridische Aspecten

7.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke manier voorliggend plan juridisch is vertaald. Deze juridische vertaling bindt burgers en overheid.

Bij het opstellen van deze beheersverordening is gebruik gemaakt van:

  • de notitie "Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012, bindende afspraken en aanbevelingen met betrekking tot de opbouw en de presentatie van het bestemmingsplan (digitaal en analoog)" (SVBP2012) en het "Informatiemodel Ruimtelijke Ordening 2012" (IMRO 2012);
  • het Handboek bestemmingsregels gemeente Deurne;
  • de kadastrale kaart en de Grootschalige basiskaart Nederland (GBKN).

Het beheersplan bestaat uit:

  • de toelichting;
  • de verbeelding;
  • de planregels.

De toelichting heeft geen juridisch bindende werking. De toelichting heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan en ook bij de verklaring van de bestemmingen en planregels en in het bijzonder ten aanzien van de regels inzake nadere eisen en het afwijken van de bouw- en gebruiksregels.

De verbeelding geeft de besluitvlakken (bestemmingen) weer, en vormt samen met de regels het juridisch bindende deel van de beheersverordening.

De planregels vormen de juridische basis voor het gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.

In deze beheersverordening is voor de regels gekozen voor de begrippen besluitgebied, besluitvlakken en besluitsubvlakken, waar in een bestemmingsplan de begrippen plangebied, bestemmingen en aanduidingen gebruikt worden.

7.2 Afstemming Met Andere Regelgeving

7.2.1 Welstandsnota

Bouwplannen worden getoetst aan de regels van deze beheersverordening ten aanzien van:

  • gebruik, omvang en situering van gebouwen;
  • gebruik, omvang en situering van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • gebruik, omvang, en situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Bouwplannen worden daarnaast, - voor zover van toepassing per geldend welstandsniveau -, getoetst aan het gemeentelijk welstandsbeleid ten aanzien van:

  • architectuur gevels;
  • aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • dakkapellen;
  • materiaal en kleur;
  • erfafscheidingen;
  • reclame.

7.3 Planregels

De indeling van de planregels is als volgt.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Hoofdstuk 2 Gebiedsregels

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Begrippen (artikel 1)

In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan de beheersverordening moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Wijze van meten (artikel 2)

In dit artikel is aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.

Hoofdstuk 2 Gebiedsregels

De gebiedsregels zijn conform de SVBP2012 als volgt opgebouwd:

  • Omschrijving besluitvlak
  • Bouwregels
  • Afwijken van de bouwregels
  • Specifieke gebruiksregels
  • Afwijken van de gebruiksregels
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden
  • Wijzigingsbevoegdheid

Per bestemming kunnen onderdelen, voor zover niet relevant, ontbreken.

In de omschrijving besluitvlak wordt omschreven voor welke doelen/functies de gronden mogen worden gebruikt. In voorliggende beheersverordening zijn de volgende besluitvlakken opgenomen.

Agrarisch, (artikel 3)

Deze bestemming is toebedeeld aan de gronden in de oostrand van Zeilberg, die een agrarische functie hebben. Op de gronden mag behoudens schuilgelegenheden niet worden gebouwd.

Een deel van deze gronden heeft een hoge archeologische verwachtingswaarde. Hiervoor geldt de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie Hoog'.

Gemengd (artikel 4)

De gronden binnen deze bestemming zijn behalve voor wonen ook bestemd voor bestaande bedrijven, detailhandel en horeca. Deze activiteiten zijn op de verbeelding aangeduid. Binnen de horeca zijn geen gokhallen, nachtclubs, seksinrichtingen en discotheken toegestaan, uitgezonderd de bestaande discotheek op het adres Blasiusstraat 7-9.

Daarnaast zijn de gronden ook bestemd voor maatschappelijke en zakelijke dienstverlening (kantoren).

Nieuwe bedrijven zijn toegestaan op basis van een afwijkingsprocedure en voorzover opgenomen in de bij de beheersverordening behorende Staat vanBedrijfsactiviteiten. Dit is dezelfde lijst als ook in de beheersverordening St. Jozefparochie is opgenomen.

Deze lijst bevat alleen bedrijven die getypeerd worden als een aan huis verbonden beroep of bedrijf.

In het schema "toegestane functies" is aangegeven wanneer en hoe een functieverandering is toegestaan.

De bouwregels bevatten de reguliere bepalingen: bebouwingspercentage, maatvoering hoofd- en bijgebouwen, hoogten, dakhellingen etc.

Groen (artikel 5)

Binnen deze bestemming zijn de gronden met openbare groenvoorzieningen opgenomen. Bouwen is toegestaan ten behoeve van openbare voorzieningen, zoals nuts-, speel- en verkeersvoorzieningen.

Maatschappelijk (artikel 6)

Binnen deze bestemming zijn toegestaan voorzieningen voor culturele, educatieve, levensbeschouwelijke, medische, religieuze, sociale, sportieve en dergelijke functies. Alleen de begraafplaats is op de verbeelding met een aanduiding vastgelegd. De overige functies zijn vrij invulbaar.

Bouwen is alleen toegestaan binnen het opgenomen bouwvlak. Verder zijn de reguliere bouwregels opgenomen.

Verkeer (artikel 7)

Deze bestemming geldt voor de ontsluitingsstraten van Zeilberg, inclusief het parkeerterrein aan de Blasiusstraat. Zowel het doorgaande als het bestemmingsverkeer vallen hieronder. Evenementen zijn in de bestemming eveneens toegestaan. Bouwen is toegestaan ten behoeve van openbare voorzieningen, zoals nuts-, speel- en verkeersvoorzieningen.

Water (artikel 8)

Deze bestemming betreft de leggerwaterloop van het waterschap Aa en Maas. Op deze gronden mag alleen ten behoeve van de waterhuishouding worden gebouwd.

Wonen - VAB (artikel 9)

Deze bestemming betreft het voormalige agrarische bouwvlak Parallelweg 155/155a.

Woongebied (artikel 10)

De gronden met deze bestemming mogen worden gebruikt voor wonen, alsmede aan het wonen gerelateerde functies, zoals erfontsluitingstraten, parkeren en speelvoorzieningen.

Binnen deze bestemming zijn ook beroepen aan huis toegestaan en op basis van een afwijking en bedrijven aan huis, mits opgenomen in de Staat vanBedrijfsactiviteiten.

Op de verbeelding zijn geen bouwgrenzen aangegeven. Het bouwen is geheel met planregels geregeld, met de reguliere voorwaarden van bebouwingspercentages, omvang. hoofd- en bijgebouwen, hoogten, dakhellingen etc.

Naast bovengenoemde primaire bestemmingen zijn ook de volgende dubbelbestemmingen opgenomen.

Waarde - Archeologie Hoog (artikel 11)

Deze dubbelbestemming dient ter bescherming van de hoge archeologische verwachtingswaarde op deze gronden. Een omgevingsvergunningenstelsel regelt de werken en werkzaamheden.

Waarde - Archeologie Gematigd (artikel 12)

Deze dubbelbestemming dient ter bescherming van de gematigde archeologische verwachtingswaarde op deze gronden. Een omgevingsvergunningenstelsel regelt de werken en werkzaamheden.

Leiding - Gas (artikel 13)

Deze bestemming is geldt voor de bestaande hogedrukgasleidingen (40 bar) die naast en onder de volgende straten liggen:

  • Peelklamp- Parallelweg - Beatrixstraat, en
  • Hagelkruisweg - Blasiusstraat- Merlenbergseweg.

De breedte van het bestemmingsvlak is afgestemd op de veiligheidszone van de leiding en bedraagt 4 meter aan weerszijden uit het hart van de leiding.

De bestemming bevat een omgevingsvergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden ter bescherming van de leiding.

Hoofdstuk 3, Algemene regels

Anti-dubbeltelregel (artikel 14)

Dit betreft een - wettelijk voorgeschreven - standaardbepaling. Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is hierin bepaald dat gronden, die al eens in aanmerking zijn genomen bij het toestaan van een bouwplan, dat is uitgevoerd of alsnog kan worden uitgevoerd, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen.

Algemene bouwregels (artikel 15)

Hierin zijn de gebruikelijke regels opgenomen inzake uitzondering ondergeschikte bouwonderdelen en bestaande afstanden en maten.
Daarnaast is voor wat betreft parkeervoorzieningen vastgelegd dat een omgevingsvergunning voor het bouwen pas kan worden verleend als is gebleken dat er voldoende parkeervoorzieningen zijn of worden aangelegd conform de normen neergelegd in de gemeentelijke Nota parkeernormen 2013.

Tot slot is als algemene bouwregel het totale aantal toegestane nieuwe woningen vastgelegd dat ter plaatse van de aanduidingen ‘maximaal aantal woningen toegestaan' mag worden gebouwd.

Algemene gebruiksregels (artikel 16)

Hier zijn regels opgenomen inzake parkeren, inhoudende dat altijd voldaan moet worden aan de Nota parkeenormen gemeente Deurne 2013. Deze nota is ook als bijlage bij de regels opgenomen.

Voorts zijn vormen van gebruik opgenomen die strijdig zijn, gevolgd door drie gevallen waarin hiervan afgeweken kan worden en onder welke voorwaarden. Dat betreft het toestaan van afhankelijke woonruimte bij een woning, het toestaan van bed & breakfastvoorzieningen als een verruimde gebruiksmogelijkheid van een woning, en het toestaan van kamerverhuur of logies in een woning.

Algemene aanduidingsregels (artikel 17)

In het besluitgebied komt de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' voor die over meerdere bestemmingen valt. Binnen de molenbiotoop van de molen 'Maria Antoinette' gelden beperkingen ten aanzien van de bouwhoogten. Voor deze molenbiotoop zijn daarom algemene aanduidingsregels opgenomen. De regeling is mede gebaseerd op de regels in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied.

Algemene afwijkingsregels (artikel 18)

In dit artikel is een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen van de bouwregels. Deze betreffen onder meer het overschrijden van de maximaal toegestane maten, afmetingen en percentages.

Hoofdstuk 4, Overgangs- en slotregels

Overgangsrecht (artikel 19)

Voor volgens de regels afwijkende bestaande bebouwing en/of gebruik is een overgangsregel opgenomen.

Slotregel (artikel 20)

Hier wordt vermeld onder welke naam de regels van deze beheersverordening kunnen worden aangehaald.

Hoofdstuk 8 Procedure

De beheersverordening doorloopt de volgende procedurestappen.

  1. 1. Terinzagelegging ontwerpbeheersverordening;
  2. 2. Vaststelling door gemeenteraad;
  3. 3. Terinzagelegging vastgesteld beheersverordening.

8.1 Terinzagelegging Ontwerpbeheersverordening

De ontwerpbeheersverordening heeft gedurende zes weken vanaf 27 oktober tot en met 15 december 2014 ter inzage gelegen.
Op 3 november 2014 heeft een informatieavond plaatsgevonden.

Het verslag van de terinzagelegging en de beantwoording van de ingekomen zienswijzen is opgenomen als bijlage 3.

8.2 Vaststelling Door Gemeenteraad

Op 7 juli 2015 heeft de gemeenteraad van Deurne de beheersverordening gewijzigd vastgesteld.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Nota Parkeernormen

Bijlage 2 Nota parkeernormen

Bijlage 1 Tabel Bag Analyse

Bijlage 1 tabel BAG analyse

Bijlage 2 Kaart Inventarisatie

Bijlage 2 Kaart Inventarisatie

Bijlage 3 Nota Van Inspraak

Bijlage 3 Nota van inspraak