Ruimte-voor-ruimte woning Alphenseweg ongenummerd te Gilze
Bestemmingsplan - gemeente Gilze en Rijen
Vastgesteld op 12-02-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Ruimte-voor-ruimte woning Alphenseweg ongenummerd te Gilze' van de gemeente Gilze en Rijen.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.078.BPAlphensewegong-VG01.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aan-huis-gebonden beroep
vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die ten hoogste vallen binnen de categorieën A en B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' in Bijlage 1, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen en vergunningbesluit milieubeheer geldt en dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is
1.5 agrarisch bedrijf
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
- a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, waaronder bollenteelt, daaronder niet begrepen sier- en fruitteelt, boomkwekerij en bosbouw;
- b. boomkwekerij: een bedrijf gericht op het telen van bomen al dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan;
- c. bosbouw: de teelt van bomen ten behoeve van de houtproductie;
- d. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond, waaronder tevens wordt verstaan een paardenfokkerij;
- e. intensieve veehouderij: een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen;
- f. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
- g. sierteelt: de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen;
- h. fruitteelt: de teelt van fruit;
- i. bollenteelt: de teelt van bloembollen in samenhang met de teelt van bolbloemen;
- j. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht;
- k. paardenfokkerij: het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij waarbij het africhten van en de handel in paarden in ondergeschikte mate plaatsvindt; onder paardenfokkerij wordt niet verstaan paardenstalling en manege.
1.6 agrarisch deskundige
een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake land- en tuinbouw.
1.7 afhankelijke woonruimte
een bijgebouw/bedrijfsgebouw dat een ruimtelijke en planologische eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.
1.8 archeologisch deskundige
een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie.
1.9 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
1.10 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.11 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.12 bedrijf
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen.
1.13 bedrijfsgebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of twee of meer met wanden omsloten ruimte vormt en in gebruik is ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten.
1.14 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
1.15 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.16 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; bestemmingsvlakken ten behoeve van bestemmingen die verbonden zijn door middel van de aanduiding 'relatie', worden geacht één bestemming te vormen.
1.17 boomteelthekken
permanente teeltondersteunende voorziening om schade aan gewassen door dieren te voorkomen.
1.18 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.
1.19 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.20 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; bouwvlakken ten behoeve van bedrijven die verbonden zijn door middel van de aanduiding 'relatie', worden geacht één bouwvlak voor één bedrijf te vormen.
1.21 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.22 bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van het woongenot.
1.23 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.24 dienst- of bedrijfswoning
een woning, bij een bedrijf of instelling, bestemd voor de huisvesting (het huishouden) van een persoon die op dat bedrijf werkzaam is.
1.25 dove gevel
een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte;
1.26 erf- en terreinafscheiding
een bouwwerk dat dient ter afscheiding van het erf of een terrein.
1.27 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijk overdekt geheel met twee of meer wanden omsloten ruimte vormt.
1.28 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.29 inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer
besluit van 5 januari 1993 (Stb. 50) houdende uitvoering van de hoofdstukken 1 en 8 van de Wet milieubeheer en hoofdstuk V van de Wet geluidhinder, zoals dit luidde op het moment van tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
1.30 landschapswaarde
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
1.31 mantelzorg
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
1.32 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.33 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.34 opslag
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
1.35 paardenbak
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining.
1.36 peil
- a. voor bouwwerken die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg, ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.37 tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
teeltondersteunende voorzieningen (niet zijnde teeltondersteunende kassen of boomteelthekken) die maximaal 6 maanden op dezelfde locatie gebruikt mogen worden waaronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, vraatnetten, boogkassen tot 1,5 m, hagelnetten, wandelkappen en schaduwhallen.
1.38 voorgevelrooilijn
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
1.39 woning
een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, of voor de huisvesting buiten het verband van een huishouden tot en met maximaal vier personen.
1.40 zijdelingse perceelsgrens
de zijdelingse grens tussen twee (of meerdere) percelen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 de afstand tot de zijdelings perceelsgrens
tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het betreffende bouwwerk, waar de afstand het kortste is.
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.4 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5 de hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.6 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen - Landschappelijke Inpassing
3.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Groen - Landschappelijke inpassing' aangewezen gronden zijn bestemd voor: het aanleggen en in stand houden van gebiedseigen beplanting overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan, ter inpassing van gebouwen, verhardingen en andere voorzieningen in het landschap; onder landschappelijk inpassingsplan wordt in deze regels verstaan het landschappelijk inpassingsplan als opgenomen in Bijlage 2 van deze regels;
- b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Wonen
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
- a. de woning (inclusief aan- en uitbouwen) mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
met dien verstande dat:
- b. algehele herbouw van de woning uitsluitend mag plaatsvinden binnen het bouwvlak;
- c. de westelijke gevel van de woning dient uitgevoerd en in stand gehouden te worden als dove gevel;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'tuin' en 'landschapswaarden' is geen bebouwing toegestaan;
- e. de aangewezen gronden met de functieaanduiding 'tuin' en 'landschapswaarden' dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan;
- f. op de aangewezen gronden met de functieaanduiding 'tuin' en 'landschapswaarden' is het verboden om, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, terrein- of perceelafscheidingen te realiseren, waarbij een maximale hoogte van 1 meter geldt, en waarbij tevens sprake moet zijn van een doorzichtige open raster constructie;
- g. overigens geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak | max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | dakhelling (min./max.) | min. afstand zijdelingse perceelsgrens | afstand tot de woning (min./max.) | min. afstand tot de voorgevelrooilijn | ||
woning (inclusief aan- en uitbouwen) | één | 750 m3 | 5 m | 10 m | 20o/55o | 5 m | - | - | ||
bijgebouwen en overkappingen bij de woning | 100 m2 | 3 m | 5,5 m | 20o/55o | 5 m | 2 m/10 m | 5 m | |||
erfafscheidingen binnen het bouwvlak: - voor de voorgevel - overige plaatsen buiten het bouwvlak | 1 m 2 m 1 m | |||||||||
antennes en windrubines | 1 | 12 m | 5 m | 2 m/- | 10 m | |||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (met uitzondering van erfafscheidingen) | 6 m |
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel;
- a. paardenbakken zijn niet toegestaan.
- b. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' en 'tuin' is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de gronden te beplanten met een houtgewas dat hoger is dan 1 meter.
- 1. een dergelijke omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien door het beplanten van houtgewas dat hoger is dan 1 meter de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredig of niet onevenredig kunnen worden aangetast;
- 2. ingevolge artikel 4.1.1, onderdeel c van de planregels wordt onder deze waarden mede verstaan het behoud en/of herstel van de waardevolle zichtrelatie met het landschap.
4.5 Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing
Het bouwen en het gebruik van de nieuwe vrijstaande ruimte-voor-ruimte woning is uitsluitend toegestaan indien voldaan wordt aan de volgende voorwaardelijke verplichting:
- a. het (doen/laten) gebruik(en) van de bestemming Wonen is uitsluitend toegestaan indien de landschappelijke inpassing, zoals bedoeld in 4.1.1 onder a, overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in Bijlage 2 van deze regels, maximaal na 1 jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
4.6 Voorwaardelijke verplichting akoestische maatregelen
- a. Het gebruiken en (doen) laten gebruiken van de ruimte-voor-ruimte woning is conform de in lid 4.1 opgenomen bestemmingsomschrijving alleen toegestaan als ter plaatse de akoestische maatregel overeenkomstig het akoestisch onderzoek (bijlage 4 van de toelichting) bij onderhavig bestemmingsplan, dan wel een gelijkwaardige akoestische maatregel die door het college van burgemeester en wethouders is geaccordeerd, is gerealiseerd en vervolgens in stand wordt gehouden.
- b. Indien de ruimte-voor-ruimte woning op 14 meter afstand van de as van de weg wordt gesitueerd, vervalt de verplichting als bedoeld onder a. In dit geval is het wel verplicht om bij de bouwvergunning middels een akoestisch onderzoek naar de geluidswering van de gevels bij de bouwvergunning aan te tonen dat er voldaan kan worden aan het Bouwbesluit en de Wgh.
4.7 Voorwaardelijke verplichting parkeren
Het bouwen en het gebruik van de nieuwe vrijstaande ruimte-voor-ruimte woning is uitsluitend toegestaan indien er binnen het eigen terrein minimaal 2 parkeerplaatsen worden gerealiseerd, deze parkeerplaatsen ook bij aanpassingen aan de woning in stand worden gehouden.
4.8 Voorwaardelijke verplichting hemelwater
Het bouwen en het gebruik van de nieuwe vrijstaande ruimte-voor-ruimte woning is uitsluitend toegestaan indien er binnen het eigen terrein voldoende infiltratievoorzieningen ten behoeve van hemelwater worden aangelegd, zoals bepaald in de toelichting van dit bestemmingsplan, en in stand worden gehouden.
4.9 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 sub f ten behoeve van het toestaan van aan-huis-gebonden beroepen die ten hoogste vallen binnen de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in Bijlage1, en waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Wet milieubeheer geldt met inachtneming van het volgende:
- a. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen mag niet meer dan 60 m² bedragen;
- b. buitenopslag en buitenactiviteiten ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen zijn niet toegestaan;
- c. in het kader van de aan-huis-gebonden beroepen is geen horeca en detailhandel toegestaan uitgezonderd horeca en detailhandel ondergeschikt en gelieerd aan het aan-huis-gebonden beroep;
- d. aan-huis-gebonden beroepen zijn toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
- e. het aan-huis-gebonden beroep leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
- f. ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bouwvlak;
- g. het gebruik voor aan-huis-gebonden beroepen heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
- h. één van de bewoners van het hoofdgebouw dient eigenaar/bedrijfsleider te zijn van het aan-huis-gebonden beroep.
4.10 Afwijken van de voorwaardelijke verplichting
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.5 sub a ten behoeve van treffen van andere landschapsmaatregelen dan zoals bepaald in het bijgevoegde Landschappelijk inpassingsplan/Inrichtingsschets, met dien verstande dat deze landschapsmaatregelen:
- a. minimaal gelijk zijn aan de in het landschappelijk inpassingsplan opgenomen landschaps-maatregelen;
- b. voorzien in een minimaal gelijk beschermingsniveau van de landschappelijke waarden waarvoor de in het landschappelijk inpassingsplan genoemde landschapsmaatregelen zijn bepaald;
- c. zijn afgestemd op de specifieke omgevingskenmerken.
Artikel 5 Waarde - Landschap - 4
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Landschap - 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - bestemd voor behoud, versterking en ontwikkeling van de waarden die samenhangen met het hoevenlandschap te weten:
- a. het besloten karakter;
- b. de clusters van bebouwing met daartussen open, soms bol gelegen weide- en akkercomplexen;
- c. het waaiervormig wegenpatroon;
- d. de verspreid staande bomen en boomgroepen;
- e. het reliëf.
5.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.3 Wijzigingsbevoegdheid met betrekking tot andere bestemmingen
Indien met betrekking tot de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) het plan kan worden gewijzigd, wordt hierbij het volgende in acht genomen:
- door de planwijziging mogen de waarden, zoals in lid 5.1 bedoeld, niet worden geschaad.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Antidubbelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Bestaande maten
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
- a. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- b. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
- c. ingeval van herbouw is dit lid onder a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
7.2 Ondergronds bouwen
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
- a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
- b. de onderkant van het bouwwerk (inclusief fundering) bedraagt ten hoogste 4 m onder het peil;
- c. Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub b indien het hydrologisch belang niet wordt geschaad; alvorens ontheffing te verlenen vraagt het bevoegd gezag advies in bij het waterschap en de provincie omtrent de vraag of het hydrologisch belang niet wordt geschaad.
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
- a. Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de doeleindenomschrijving en de overige regels.
- b. Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid a, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.
Artikel 9 Algemene Aanduidingsregels
9.1 Overig - IHCS
In aanvulling op Hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS' (met nummer) ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een hogere bouwhoogte dan:
- a. 56 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 1';
in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.
9.2 Overig - kernrandzone
In aanvulling op Hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overig - kernrandzone' de volgende regels:
Artikel 10 Algemene Procedureregels
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid ingevolge dit plan, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Artikel 11 Overige Regels
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig afwijken van het bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- c. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
12.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.
Artikel 13 Slotregel
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Ruimte-voor-ruimte woning Alphenseweg ongenummerd te Gilze' van de gemeente Gilze en Rijen.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 'Functiemenging'
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
Bijlage 2 Inrichtingsschets Beplantingsplan Rvr Woning Alphenseweg Gilze
Bijlage 2 Inrichtingsschets beplantingsplan RvR woning Alphenseweg Gilze
Bijlage 1 Inrichtingsschets Beplantingsplan Alphenseweg In Gilze
Bijlage 1 Inrichtingsschets beplantingsplan Alphenseweg in Gilze
Bijlage 2 Aerius Berekening Inclusief Onderbouwing En Invoergegevens
Bijlage 2 AERIUS berekening inclusief onderbouwing en invoergegevens
Bijlage 3 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 3 Quickscan flora en fauna
Bijlage 4 Archeologisch Proefsleuvenonderzoek
Bijlage 4 Archeologisch proefsleuvenonderzoek
Bijlage 5 Selectiebesluit Archeologie
Bijlage 5 Selectiebesluit archeologie
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 6 Akoestisch onderzoek
Bijlage 7 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 7 Verkennend bodemonderzoek
Bijlage 8 Leveringsdocument Ruimte-voor-ruimte Titel
Bijlage 8 Leveringsdocument Ruimte-voor-Ruimte titel