KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Horeca
Artikel 4 Sport
Artikel 5 Waarde - Archeologie
Artikel 6 Waarde - Landschap 4
3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Artikel 8 Algemene Bouwregels
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 12 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 13 Overige Regels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
Artikel 15 Slotregel
1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
2 Landschappelijke Inpassing

Golfpark Weilenseind Gilze

Bestemmingsplan - Gemeente Gilze en Rijen

Vastgesteld op 28-05-2014 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Golfpark Weilenseind Gilze' met identificatienummer NL.IMRO.0784.BPGolfWeilenseind-VG01 van de Gemeente Gilze en Rijen.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0784.BPGolfWeilenseind-VG01 met de bijbehorende regels.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan- en uitbouw/aangebouwd bijgebouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.6 aan-huis-gebonden bedrijf

het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk met ondergeschikte functies. Het bedrijf dient qua omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij bijbehorende bijgebouwen te passen en de woonfunctie dient als primaire functie behouden en herkenbaar te blijven;

1.7 aan-huis-gebonden beroep

een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, verzorgend, ontwerptechnisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen beroep met ondergeschikte functies. Het beroep dient qua omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij bijbehorende bijgebouwen te passen en de woonfunctie dient als primaire functie behouden en herkenbaar te blijven.
Hieronder dienen niet te worden begrepen de uitoefening van ambachtelijke bedrijven;

1.8 afhankelijke woonruimte

een bijgebouw/bedrijfsgebouw dat een ruimtelijke en planologische eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.

1.9 archeologisch deskundige

een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie.

1.10 archeologisch onderzoek

onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.

1.11 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.12 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.13 bed & breakfast

recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt binnen bestaande gebouwen.

1.14 bedrijf

een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen.

1.15 bedrijfsgebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of twee of meer met wanden omsloten ruimte vormt en in gebruik is ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten.

1.16 bedrijfsmatige recreatieve doeleinden/exploitatie

het via één bedrijf, stichting of ander rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie van een recreatieterrein, dat in de logiesverblijven en op de standplaatsen daadwerkelijk recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden.

1.17 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.

1.18 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.19 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; bestemmingsvlakken ten behoeve van bestemmingen die verbonden zijn door middel van de aanduiding 'relatie', worden geacht één bestemming te vormen.

1.20 Bevi-inrichtingen

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.21 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.

1.22 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.23 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; bouwvlakken ten behoeve van bedrijven die verbonden zijn door middel van de aanduiding 'relatie', worden geacht één bouwvlak voor één bedrijf te vormen.

1.24 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.25 bijgebouw

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van het woongenot.

1.26 café

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.27 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.

1.28 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.29 dienst- of bedrijfswoning

een woning, bij een bedrijf of instelling, bestemd voor de huisvesting (het huishouden) van een persoon die op dat bedrijf werkzaam is.

1.30 erf- en terreinafscheiding

een bouwwerk dat dient ter afscheiding van het erf of een terrein.

1.31 evenementen

gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, op het gebied van kunst, sport, ontspanning en cultuur.

1.32 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijk overdekt geheel met twee of meer wanden omsloten ruimte vormt.

1.33 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.34 horecabedrijf

een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van een nachtverblijf en/of het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, een en ander gepaard gaande met dienstverlening onderverdeeld in categorie 1 t/m 4 . Tot de 1 t/m 4 genoemde begrippen worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon- en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten:
horeca categorie 1:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, lunchroom en ijssalon.
horeca categorie 2:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café.
horeca categorie 3:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of van zaalverhuur, zoals een (hotel-) restaurant, pannenkoekhuis, eetcafé en pizzeria,uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum.
horeca categorie 4:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot dansen dan wel tot het uitoefenen van een kans- en behendigheidsspel al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, zoals een dancing, discotheek;

1.35 houtwal

het aanbrengen van natuurlijke begroeiing, bestaande uit zowel bomen als lagere , ten behoeve van de afscherming van (een gedeelte van) een terrein.

1.36 landschapswaarde

de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.

1.37 lawaaisport

een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingsgeluid wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de schietsport wordt hier niet onder begrepen;

1.38 mantelzorg

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

1.39 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.40 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van maximaal één gesloten wand.

1.41 opslag

het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.

1.42 peil

  1. voor bouwwerken die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg, ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.43 permanente bewoning

het verblijven in een kampeermiddel, een recreatieverblijf, een verblijfsrecreatief appartement of in een gebouw, geen woning zijnde, met het kennelijke doel om dat kampeermiddel, recreatieverblijf, verblijfsrecreatief appartement dan wel het gebouw als hoofdverblijf te gebruiken.

1.44 restaurant

een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.

1.45 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.46 sportieve recreatie

op beweging en behendigheid gerichte ontspanning waarbij het sportieve element overheerst, met een nadrukkelijk verbod op lawaaisporten.

1.47 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.48 verbeelding

de digitale weergave van het bestemmingsplan.

1.49 voorgevelrooilijn

de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.

1.50 woning

een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, of een andere daarmede vergelijkbare economische eenheid.

1.51 zalencentrum

een locatie waar zalen worden verhuurd voor feesten en partijen.

1.52 zijdelingse perceelsgrens

de zijdelingse grens tussen twee (of meerdere) percelen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens

tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het betreffende bouwwerk, waar de afstand het kortste is.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.4 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.5 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.6 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Horeca

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. horecabedrijven uit horeca categorie 1 zoals op genomen in lid 1.34;
alsmede voor:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - crz': een café, restaurant en zalencentrum uit categorie 3 zoals op genomen in lid 1.34;
  2. bedrijfswoningen;
  3. evenementen;
  4. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  5. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en (ontsluitings)wegen;

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:
  1. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
met dien verstande dat:
  1. daarnaast de volgende afmetingen zijn toegestaan:
max. aantal per bouwvlak max. oppervlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling (min./max.) min. afstand tot zijdelingse perceelsgrens min. afstand tot voorgevellijn min. afstand tot de bedrijfswoning (min./
max.)
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) 1, tenzij anders op de verbeelding aangegeven - 750 m³ 5 m 11 m 20°/55° 5 m

-
bijgebouwen en overkappingen per bedrijfswoning - 100 m² - 3 m 5,5 m 20°/55° 5 m
5 m
bedrijfsgebouwen - volledig bebouwd tenzij anders aangegeven op de verbeelding
-

5 m

11 m

20°/55°

5 m


10 m

erf- of terreinafscheidingen
voor de voorgevel
overige plaatsen
- - - -

1 m
2 m
- -
antennes/windturbine 1 12 m 5 m 10 m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - 6 m - -
- = Niet van toepassing.
  1. algehele herbouw van de bedrijfswoningen uitsluitend mag plaatsvinden op bestaande fundamenten;

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 4 Sport

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het uitoefenen van sportactiviteiten;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan': uitsluitend een golfbaan met bijbehorende voorzieningen zoals schuilhutten en afslagplaatsen;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal': uitsluitend een houtwal;
  4. bedrijfswoning;
  5. evenementen;
  6. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  7. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en (ontsluitings)wegen;
met dien verstande dat in uitzondering op het gestelde onder 4.1.b, geldt dat:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - driving range': tevens een driving range met de daarbij behorende voorzieningen is toegestaan;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sportieve recreatie': tevens sportieve recreatie is toegestaan, mits deze geen onevenredige hinder voor omliggende percelen en gebruiksfuncties veroorzaakt;

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:
  1. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  2. ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan' mogen in uitzondering op het gestelde onder a. tevens erf- of terreinafscheidingen, toiletvoorzieningen en schuilhutten buiten het bouwvlak worden opgericht.
  3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - driving range' mogen in uitzondering op het gestelde onder a. tevens erf- of terreinafscheidingen, sportveldvoorzieningen, ballenvangers en overige bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht.
  4. met dien verstande dat daarbij de volgende maximum en minimum afmetingen gelden:
max. aantal per bouwvlak max. oppervlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling (min./
max.)
min. afstand tot zijdelingse perceelsgrens min. afstand tot voorgevellijn
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) één, tenzij anders op de verbeelding aangegeven - 750 m³ 5 m 11 m 20°/55° 5 m

-
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning
-
100 m² - 3 m 5,5 m 20°/55° 5 m
5 m
schuilhutten en toiletgebouwen buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan' - 20 m² - - 3 m - 5 m -
Overige bebouwing - 100% tenzij anders aangegeven op de verbeelding - 5 m 11 m 20°/55° 5 m
10 m
erf- of terreinafscheidingen: -
- binnen bouwvlakken voor de voorgevel
- - - - 1m - -
- binnen bouwvlakken
overige plaatsen
- - - - 2m - -
- buiten bouwvlakken - - - 1m - -
antennes/windturbine 1 - - - 12 m - 5 m 10 m
speelattributen, sportveldvoorzieningen en ballenvangers - - - - 20 m - - -
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - 6 m - -
- = Niet van toepassing.

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 5 Waarde - Archeologie

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
  1. op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 5 lid 1 genoemde bestemming en ten dienste van archeologisch onderzoek uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag binnen de bouwvlakken - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - worden gebouwd;
  3. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag voor de overige gronden - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  4. het bepaalde in dit lid onder c.1 en c.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
    3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.

5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 6 Waarde - Landschap 4

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Landschap - 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - bestemd voor behoud, versterking en ontwikkeling van de waarden die samenhangen met het hoevenlandschap te weten:
  1. het besloten karakter;
  2. de clusters van bebouwing met daartussen open, soms bol gelegen weide- en akkercomplexen;
  3. het waaiervormig wegenpatroon;
  4. de verspreid staande bomen en boomgroepen;
  5. het reliëf.

6.2 Bouwregels

ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag voor de overige gronden - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
  1. door het bouwen de waarden, zoals in artikel 6 lid 1 bedoeld, niet in onevenredige mate worden geschaad.

6.3 Specifieke gebruiksregels

ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag voor de overige gronden - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (gebruik)regels - uitsluitend worden gebruikt, indien:
  1. door het bouwen de waarden, zoals in artikel 6 lid 1 bedoeld, niet in onevenredige mate worden geschaad.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Wijzigingsbevoegdheid met betrekking tot andere bestemmingen
Indien met betrekking tot de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) het plan kan worden gewijzigd, wordt hierbij het volgende in acht genomen:
  • door de planwijziging mogen de waarden, zoals in artikel 6 lid 1 bedoeld, niet worden geschaad.

3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Bouwregels

8.1 Bestaande maten

Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
  1. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
  2. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
  3. ingeval van herbouw is dit lid onder a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.

8.2 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
  1. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  2. de onderkant van het bouwwerk (inclusief fundering) bedraagt ten hoogste 4 m onder het peil;
  3. burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in sub b indien het hydrologisch belang niet wordt geschaad; alvorens af te wijken vragen burgemeester en wethouders advies in bij het waterschap en de provincie omtrent de vraag of het hydrologisch belang niet wordt geschaad.

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1

Onder strijdig als bedoelt in 2.1 lid 1 onder c van de Wabo wordt in ieder geval verstaan:
  1. gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de doeleindenomschrijving en de overige regels.
  2. Het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.

9.2

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 9 lid 1 sub a, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.

Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels

10.1 Overig - IHCS

In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'Overig IHCS' (met nummer) ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een hogere bouwhoogte dan:
  1. 56 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 1';
in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.

Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels

11.1 Ten behoeve van mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan ten behoeve van het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw/bedrijfsgebouw als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
  1. binnen het bestemmingsvlak dient een (legale) burger - dan wel een bedrijfswoning aanwezig te zijn;
  2. een dergelijke bewoning is aantoonbaar nodig vanuit een oogpunt van mantelzorg. Alvorens vrijstelling te verlenen vragen burgemeester en wethouders hieromtrent ter zake deskundig advies;
  3. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  4. de ontwikkeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  5. de maximale oppervlakte welke wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte mag niet meer bedragen dan 80 m²;
  6. er dient gebruik te worden gemaakt van het dichtst bij de hoofdwoning gelegen bijgebouw/bedrijfsgebouw, tenzij op grond van doelmatigheidsmotieven een ander op het perceel gelegen bijgebouw / bedrijfsgebouw meer geschikt is;
  7. de afhankelijke woonruimte dient te worden bewoond door degene(n) die de zorg nodig heeft/hebben, en in voorkomend geval, zijn/haar partner zoals bepaald bij huwelijk, geregistreerd partnerschap of notariële samenlevingsovereenkomst;
  8. de afhankelijke woonruimte dient te voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit;
  9. de afhankelijke woonruimte dient te voldoen aan de specifieke zorgbehoefte, zoals gebleken uit het advies van een ter zake deskundige instantie;
  10. splitsing is niet toegestaan;
  11. aan de afhankelijke woonruimte mag geen eigen ontsluiting worden toegevoegd;
  12. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
  13. de afwijking kan worden ingetrokken zodra de noodzaak vanuit mantelzorg niet meer bestaat.

Artikel 12 Algemene Wijzigingsregels

12.1 Archeologische waarden

12.2 Wijziging ten behoeve van verandering van een bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien de bebouwing ten behoeve van de - voor dat bouwvlak geldende - bestemming zonder deze verandering niet of niet goed zou kunnen worden gerealiseerd met inachtneming van het volgende:
  1. voor zover de gronden zijn aangeduid als 'Waarde archeologie' dient op grond van archeologisch onderzoek dient te blijken dat de verandering van het bouwvlak geen afbreuk doet aan de bescherming of de veiligstelling van de aanwezige archeologische waarden;
  2. vormverandering dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering/-ontwikkeling;
  3. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder b wordt voldaan;
  4. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak waarvoor het volgende geldt:
    1. de bestemming van de gronden die worden ingezet ten behoeve van de landschappelijke inpassing dienen te worden gewijzigd in de bestemming Groen zodat de groene inpassing planologisch wordt beschermd;
  5. de ontwikkeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

Artikel 13 Overige Regels

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 14 Overgangsrecht

14.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
  1. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  3. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

14.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
  1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.

Artikel 15 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Golfpark Weilenseind Gilze ' van de gemeente Gilze en Rijen.

1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1: Staat van bedrijfsactiviteiten (pdf)

2 Landschappelijke Inpassing

Bijlage 2: Landschappelijke inpassing (pdf)