KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Regels
Artikel 3 Gemengd
Artikel 4 Verkeer - 1
Artikel 5 Verkeer - 2
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Algemene Bouwregels
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
Hoofdstuk 4 Slotregel
Artikel 8 Slotregel
Toelichting
Separate Bijlagen Bij Toelichting
Bijlage 1 Waterhuishouding
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 3 Bodemonderzoek
Bijlage 4 Parkeeronderzoek

Van Hogendorpplein

Projectbesluit - Goirle

Vastgesteld op 01-09-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Bijlage Bij Toelichting

Bijlage Bij Toelichting

Bijlage Bij Toelichting

Bijlage Bij Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 besluit

het projectbesluit ''Van Hogendorpplein'' van de gemeente Goirle;

1.2 projectbesluit

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0785.PB2010003Hogendorp-vg01 met de bijbehorende regels en verbeelding;

1.3 verbeelding

De bij het projectbesluit behorende kaart (analoog of digitaal) waarop onder meer de begrenzing van het plan, de in het besluit voorkomende besluitvlakken, besluitsubvlakken en topografische en kadastrale gegevens zijn weergegeven.

1.4 begane grond

de bouwlaag van een gebouw, welke rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau;

1.5 besluitsubvlak

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.6 besluitvlak

een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde functie;

1.7 besluitvlakgrens

een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een besluitvlak;

1.8 bestaand

  1. a. bij bouwwerken: zoals ten tijde van de terinzageligging van het ontwerpbesluit aanwezig;
  2. b. bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het projectbesluit;

een en ander voorzover in deze regels is aangegeven

1.9 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.10 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.11 bouwlaag

een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.12 bouwvlak

een geometrisch bepaald besluitsubvlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.13 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.14 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.15 dienstverlening

het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden (bijvoorbeeld kapper, schoonheidssalon, tandartspraktijk);

1.16 evenementen

publieke gebeurtenissen, met name op het gebied van kunst, sport en cultuur, waaronder in ieder geval een kermis wordt verstaan;

1.17 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.18 gebruiken

het gebruiken, doen en laten gebruiken;

1.19 Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer

besluit van 5 januari 1993 (Stb. 50) houdende de uitvoering van de hoofdstukken 1 en 8 van de Wet milieubeheer en hoofdstuk V van de Wet geluidhinder, zoals deze luidde op het moment van terinzagelegging van het plan;

1.20 ondergeschikte bouwdelen/bouwdelen van ondergeschikt belang

bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het gebouw uitsteken, zoals schoorstenen, antennemasten, windvanen, vlaggenmasten, wolfseinden, dakkapellen en andere ondergeschikte dakopbouwen;

1.21 ondergronds

beneden het peil;

1.22 peil

  1. a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de bouwhoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de bouwhoogte van het terrein ter bouwhoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

1.23 straatmeubilair

de op de weg behorende bouwwerken, zoals verkeerstekens, wegafbakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, afvalcontainers, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, rijwielstandaard, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, speelvoorzieningen en abri's;

1.24 ontheffing

een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub c van de Wet ruimtelijke ordening zoals deze luidt op het moment van vaststelling van het plan;

1.25 verdieping(en)

de bouwlaag (bouwlagen) van een gebouw, gelegen boven de begane grondlaag;

1.26 wonen

zijn woning hebben, gehuisvest zijn;

1.27 woning

een (gedeelte van een) gebouw, dat bestaat uit een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de (bouw)hoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse grens van het bouwperceel:

tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.

2.7 de horizontale diepte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voorgevel en de achtergevel.

2.8 de verticale diepte van een bouwwerk:

van het peil tot het laagste punt van het bouwwerk, fundering niet meegerekend.

Hoofdstuk 2 Regels

Artikel 3 Gemengd

3.1 Omschrijving

De voor 'Gemengd' aangeduide gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor:

  1. a. detailhandel op de begane grondlaag, met uitzondering van het besluitsubvlak "geen detailhandel/dienstverlening toegestaan";
  2. b. dienstverlening op de begane grondlaag, met uitzondering van het besluitsubvlak "geen detailhandel/dienstverlening toegestaan";
  3. c. wonen op de verdieping;
  4. d. ter plaatse van het besluitsubvlak 'parkeergarage', een ondergrondse parkeergarage;

met de daarbij behorende:

  1. e. wegen en paden;
  2. f. expeditiestraat;
  3. g. groenvoorzieningen;
  4. h. parkeervoorzieningen;
  5. i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. j. straatmeubilar ter plaatse besluitsubvlak "geen detailhandel/dienstverlening toegestaan".

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met het besluitvlak, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. een gebruik van gronden als stort- en / of opslagplaats van grond en / of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op het besluitvlak gerichte gebruik en onderhoud;
  2. b. een gebruik van gronden als stallings- en / of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op het besluitvlak gerichte gebruik en onderhoud;
  3. c. de vestiging van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (inrichtingen die aanzienlijke geluidshinder kunnen veroorzaken).

Artikel 4 Verkeer - 1

4.1 Omschrijving

De voor 'Verkeer - 1' aangeduide gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor:

  1. a. wegen, met niet meer dan 2 rijstroken;
  2. b. speel-, groen- en parkeervoorzieningen;
  3. c. voet- en rijwielpaden;
  4. d. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen voor het inzamelen van afval;
  5. e. evenementen;
  6. f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  7. g. straatmeubilair;
  8. h. ter plaatse van het besluitsubvlak 'parkeergarage', een ondergrondse parkeergarage;

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor de inrichting van opslag-, tap- of verkooppunten voor motorbrandstoffen of LPG.

Artikel 5 Verkeer - 2

5.1 Omschrijving

De voor 'Verkeer - 2' aangeduide gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor:

  1. a. wegen, met niet meer dan 2 rijstroken;
  2. b. parkeer- en groenvoorzieningen;
  3. c. in-/uitritten, voet- en rijwielpaden;
  4. d. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen voor het inzamelen van afval;
  5. e. evenementen;
  6. f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  7. g. straatmeubilair.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met dit besluitvlak, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor de inrichting van opslag-, tap- of verkooppunten voor motorbrandstoffen of LPG.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 6 Algemene Bouwregels

6.1 Bestaande afwijkende maatvoering

In die gevallen, dat de (goot)bouwhoogte, de oppervlakte, de inhoud, het dakhellingspercentage, een bebouwingspercentage en / of de afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken en andere maten, voorzover in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet totstandgekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het besluit minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

6.2 Overschrijding van bouwgrenzen

Bouwgrenzen, niet zijnde besluitvlakgrenzen, mogen, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, worden overschreden ten behoeve van tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), liftkernen, galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits:

  1. a. de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 meter;
  2. b. de bouwhoogte van erkers, entreeportalen en veranda's niet meer bedraagt dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het betreffende gebouw;
  3. c. de breedte van erkers, entreeportalen en veranda's niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel van het gebouw;
  4. d. de afstand van deze bouwdelen tot de besluitvlakgrenzen minimaal 3 meter bedraagt, daar waar het besluitvlak grenst aan het besluitvlak 'Verkeer - 1' .

6.3 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. besluitvlakgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt, met dien verstande dat ten aanzien van balkons de overschrijding van bouw- c.q. besluitvlakgrenzen maximaal 1,5 meter mag bedragen.

Artikel 7 Algemene Gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met dit besluitvlak, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op het besluitvlak gerichte gebruik en onderhoud;
  2. b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op het besluitvlak gerichte gebruik en onderhoud;
  3. c. de vestiging van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (inrichtingen die aanzienlijke geluidshinder kunnen veroorzaken);
  4. d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan in of krachtens deze regels.

Hoofdstuk 4 Slotregel

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het projectbesluit ''Van Hogendorpplein''.

Goirle, ………………………

Burgemeester en wethouders van Goirle,

De secretaris, De burgemeester,

Ing. J.M. Tromp Mevr. M.G. Rijsdorp

Toelichting

Toelichting

Separate Bijlagen Bij Toelichting

Bijlage 1 Waterhuishouding

Bijlage 1 Waterhuishouding

Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 2 Akoestisch onderzoek

Bijlage 3 Bodemonderzoek

Bijlage 3 Bodemonderzoek

Bijlage 4 Parkeeronderzoek

Bijlage 4 Parkeeronderzoek