Parapluplan Parkeren Heusden
Bestemmingsplan - Gemeente Heusden
Vastgesteld op 18-09-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Heusden met identificatienummer NL.IMRO.0797.BPParapluParkeren-VG01 van de gemeente Heusden.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
1.3 bestaand
- a. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
- b. het onder a bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende Beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de Beheersverordening, of een andere planologische toestemming;
1.4 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.5 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.6 ruimtelijke plannen
bestemmingsplannen, beheersverordeningen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen.
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 2 Van Toepassing Verklaren
2.1 Herziene bestemmingsplannen
Met dit bestemmingsplan worden alle ruimtelijke plannen van de gemeente Heusden herzien.
2.2 Toepasselijkheid
- a. De in artikel 4 van dit bestemmingsplan opgenomen regels gelden in aanvulling op c.q. in afwijking van de regels van de ruimtelijke plannen van de gemeente Heusden voor wat betreft het onderwerp 'parkeren' en 'laden en lossen', en laten de overige regels uit die onderliggende ruimtelijke plannen ongewijzigd.
- b. In afwijking van lid a blijven parkeernormen van kracht voor zover deze specifiek vastliggen in onderliggende ruimtelijke plannen. Hieronder wordt niet begrepen, een regeling voor parkeernormen met behulp van een verwijzing naar een algemene beleidsregel.
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 4 Parkeren
4.1 Parkeergelegenheid
4.2 Laad- en losruimte
- a. Als de bestemming van een nog te realiseren gebouw of functie aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate op eigen terrein kunnen worden voorzien.
- b. Deze bepaling geldt niet:
- 1. bij de herbouw van een bouwwerk zonder functiewijziging;
- 2. voor zover op andere geschikte wijze in de nodige laad- of losruimte wordt voorzien.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Heusden'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Context
Met de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening beschikte de gemeente over de mogelijkheid om bij ruimtelijke ontwikkelingen - ten behoeve van voldoende parkeergelegenheid voor het parkeren of stallen van auto's - te toetsen aan de parkeernormen uit de 'Nota Parkeernormen Heusden'. Deze nota is te raadplegen op http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/.
De stedenbouwkundige bepalingen uit de Bouwverordening zijn echter sinds 29 november 2014 vervallen. Dit houdt in dat de dynamische parkeerregeling overgeheveld dient te worden naar ruimtelijke plannen: bestemmingsplannen, beheersverordeningen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen. Er geldt een overgangstermijn voor bestaande ruimtelijke plannen tot 1 juli 2018. In de beheersverordeningen en bestemmingsplannen die zijn vastgesteld vanaf begin 2015 is al wel een parkeerbepaling opgenomen. Echter is deze niet voor alle bestemmingsplannen gelijk. Om zo snel mogelijk een gemeente-dekkende regeling te hebben voor parkeren (en laden en lossen) is voorliggend paraplubestemmingsplan opgesteld. Dit plan wijzigt alle ruimtelijke plannen in de gemeente op dit onderdeel, behalve wanneer in geldende plannen specifieke parkeernormen zijn opgenomen. Omdat de regeling overkoepelend geldt voor een groot aantal ruimtelijke plannen wordt het een paraplubestemmingsplan genoemd.
Dit bestemmingsplan regelt nadrukkelijk geen nieuwe ontwikkelingen of beleid. Het betreft alleen de overheveling van de stedenbouwkundige parkeerbepaling uit de bouwverordening naar de vigerende ruimtelijke plannen in de gemeente Heusden.
1.2 Ligging En Begrenzing Van Het Plangebied
Het plangebied omvat de gehele gemeente Heusden (figuur 1.1).
Figuur 1.1 Ligging plangebied
1.3 Vigerende Plannen
Het Parapluplan Parkeren Heusden heeft betrekking op alle bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen die gelden op het moment van de vaststelling van dit plan.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt uitgelegd op welke wijze de juridische regeling in elkaar zit en ten slotte wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan.
Hoofdstuk 2 Wijze Van Bestemmen
2.1 Inleiding
Het juridische deel van dit paraplubestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en de regels. Op de verbeelding is het plangebied weergegeven. Dit plangebied geeft de begrenzing aan van het gebied waarbinnen de regels van dit bestemmingplan gelden: in dit geval de hele gemeente Heusden.
2.2 Uitleg Van De Regels
De regels in dit plan bestaan uit de volgende onderdelen:
Artikel 1 Begrippen
Begrippen die in de regels worden gebruikt en die uitleg behoeven, worden in dit artikel uitgelegd.
Artikel 2 Van toepassing verklaren
In artikel 2 is een regel opgenomen, waarin is vastgelegd dat de parkeerregeling zoals genoemd in artikel 4, betrekking heeft op alle ruimtelijke plannen op het grondgebied van de gemeente Heusden. In de praktijk kan het voorkomen dat parkeernormen specifiek zijn vastgelegd in een ruimtelijk plan, bijvoorbeeld door parkeernormen expliciet in de regels te vermelden.
Ook kan het voorkomen dat binnen een specifiek gebied een minimum aantal parkeerplaatsen gerealiseerd moet worden en in stand moet worden gehouden. Deze kunnen afwijken van de parkeernormen uit de Nota Parkeernormen. Het is niet de bedoeling dat deze regeling deze specifieke regels buiten toepassing verklaard. Daarom is bepaald dat indien parkeernormen specifiek vastliggen in ruimtelijke plannen deze van kracht blijven.
Hieronder wordt niet begrepen, het vastleggen van parkeernormen met behulp van een verwijzing naar een algemene beleidsregel. Met deze laatste bepaling wordt de oorspronkelijke algemene parkeerregeling die in de meest recente ruimtelijke plannen is opgenomen buiten toepassing verklaard en vervangen door de uitgebreidere algemene regeling van dit plan.
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Deze regel volgt uit het Besluit ruimtelijke ordening en wordt opgenomen in alle bestemmingsplannen. Om te voorkomen dat grond dubbel wordt meegeteld, is hier geregeld dat grond die eenmaal bij een bouwplan is meegenomen, bij andere aanvragen buiten beschouwing moet blijven. De regeling is alleen van toepassing op het paraplubestemmingsplan.
Artikel 4 Parkeren
De nieuwe parkeerbepaling is opgenomen in artikel 4 van dit bestemmingsplan. De bepaling verwijst voor de te hanteren parkeernormen naar de Nota Parkeernormen. Het parkeernormenbeleid is een dynamisch document en bijstelling van het beleid is met enige regelmaat noodzakelijk. Omdat het niet doelmatig is hiervoor telkens een nieuw bestemmingsplan op te stellen voorziet de regeling in een dynamische verwijzing naar de parkeernormen. Dit houdt in dat het van toepassing wordt verklaard en tevens rekening wordt gehouden met de opvolger van dit beleid.
In de Nota Parkeernormen staat het beleid ten aanzien van parkeren. Het betreft bijvoorbeeld hoe om te gaan met parkeren, hoeveel parkeerplaatsen er nodig zijn bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, de manier waarop in deze parkeerplaatsen kan worden voorzien en welke eisen aan de verschillende parkeerplaatsen worden gesteld.
Een aanvraag omgevingsvergunning moet worden getoetst aan de parkeernormen wanneer er sprake is van een vergunningplichtige nieuw- of verbouwontwikkeling en/of wanneer er sprake is van wijziging van het gebruik. Bij het realiseren van voldoende parkeergelegenheid hoeven geen bestaande tekorten te worden opgelost. De te realiseren parkeergelegenheid moet voldoende zijn voor het bouwwerk waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht.
De regeling bestaat uit de volgende onderdelen:
- Bouwplannen worden getoetst aan artikel 4.1.1.
- Gebruiksveranderingen worden getoetst aan artikel 4.1.2.
- Op basis van artikel 4.1.3 geldt dat de nieuwe parkeerbehoefte uitsluitend wordt bepaald ten opzichte van de huidige parkeerbehoefte.
- Artikel 4.1.4 onder e bevat een regeling die voorziet in de mogelijkheid om in afwijking van het bepaalde in voorgaande artikelen te voorzien in de parkeerbehoefte buiten eigen terrein. Zoals opgenomen in de Nota Parkeernormen gelden daar een aantal voorwaarden voor. Parkeren wordt opgevangen door benutting van bestaande parkeerruimte in de omgeving en in de openbare ruimte worden parkeerplaatsen aangelegd. Bij toepassing van de afwijking moet worden beoordeeld of sprake is van voldoende parkeergelegenheid aan de hand van de eisen die zijn gesteld de 'Nota Parkeernormen Heusden' (d.d. 24-05-2016).
- In artikel 4.1.5 is bepaald dat de gerealiseerde parkeergelegenheid tevens in stand dient te worden gehouden.
- Op basis van artikel 4.1.6 kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de parkeerplaatsen. Het gaat hierbij onder meer om de breedte van parkeerplaatsen en andere afmetingen van parkeerterreinen.
- Met artikel 4.1.7 is bepaald dat bij een wijziging van de Nota Parkeernormen, getoetst dient te worden aan de nieuwe nota.
- Voor het realiseren van laad- en losruimten geldt artikel 4.2. Waarbij geldt dat bij nieuwbouw altijd dient te worden voorzien in laad- en losruimten indien de functie daar om vraagt.
Artikel 5 Overgangsrecht
Hier is het wettelijk vastgestelde overgangsrecht geregeld. De regeling is alleen van toepassing op het paraplubestemmingsplan.
Artikel 6 Slotregel
In de slotregel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
Dit bestemmingsplan doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop inwoners en andere belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken.
Omdat geen sprake is van een nieuw beleidsvoornemen, wordt het paraplubestemmingsplan direct als ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kan een ieder zijn zienswijze kenbaar maken. Indien noodzakelijk wordt het bestemmingsplan aangepast aan de zienswijzen. Vervolgens wordt het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vastgesteld. Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State.