Heusden Buitengebied, 3de herziening
Bestemmingsplan - gemeente Heusden
Vastgesteld op 27-09-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Opmerking: in verband met de leesbaarheid zijn de begripsbepalingen doorlopend genummerd, waardoor de nummering af kan wijken van de eerder vastgestelde bestemmingsplannen.
In deze regels wordt verstaan onder:
- a. plan:
het bestemmingsplan Heusden Buitengebied, 3de herziening met identificatienummer NL.IMRO.0797.PHHBG3-VG02 van de gemeente Heusden;
- b. bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen; - c. aanbouw:
een, aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; - d. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; - e. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; - f. aan-huis-verbonden bedrijf:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, gericht op consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarvan de omvang dusdanig is dat de activiteit in een woning en/of daarbij behorende andere gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend; - g. aan-huis-verbonden beroep:
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
- h. aardkundige waarden:
landschapswaarden die samenhangen met (abiotische) milieukenmerken, zoals geologie, geomorfologie, reliëf, (grond)waterhuishouding (kwelgebieden), bodemopbouw/bodem- samenstelling, afzonderlijk of in onderlinge samenhang; - i. abiotische waarden:
het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen); - j. achtergevel:
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel;
- k. achtergevelrooilijn:
- 1. de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd;
- 2. indien er geen sprake is van een achterste grens van een bouwvlak, dan wel geen bouwvlak is aangegeven: de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan;
- l. afhankelijke woonruimte:
een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huishouding, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht; - m. agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren
- n. agrarisch bedrijf, kwekerij:
een agrarisch bedrijf, anders dan een intensieve veehouderij of een glastuinbouwbedrijf, waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde gronden in de directe omgeving van het bedrijf; - o. agrarisch bedrijf, glastuinbouwbedrijf:
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het telen van gewassen in kassen en/of hoge tunnels, welke ter plaatse (overwegend) permanent aanwezig zijn; - p. agrarisch-technisch hulpbedrijf:
bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten waarbij gemechaniseerd loonwerk ten behoeve van land-, tuin-, bos-, of natuurbouw wordt verricht of waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, tuin-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking; - q. agrarisch verwant bedrijf:
bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking;
- r. archeologisch onderzoek:
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA); - s. archeologische verwachtingswaarden:
gronden met verwachtingswaarden, die kunnen bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed kunnen vertegenwoordigen; - t. archeologische waarden:
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen; - u. atelier:
werkplaats van een beeldend kunstenaar, waarbij detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van ter plaatse vervaardigde producten is toegestaan; - v. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; - w. bed & breakfast:
een aan de woonfunctie ondergeschikte recreatieve verblijfsvoorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Onder een Bed & Breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur; - x. bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf; - y. bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
- z. beperkingen veehouderij:
gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen zijn beperkt; - aa. beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden; - ab. beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlak:
het totale vloeroppervlak van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein dat wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke; - ac. bestaand:
- 1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
- 2. het onder 1 bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening, of een andere planologische toestemming;
- 3. in afwijking van het bepaalde onder 1 wordt onder oppervlakte van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van veehouderij verstaan de oppervlakte van de gebouwen die:
- op 21 september 2013 legaal aanwezig of in uitvoering was, of
- mag worden gebouwd krachtens een vóór 21 september 2013 verleende vergunning, of
- is gebaseerd op een vóór 21 september 2013 ingediende volledige en ontvankelijke aanvraag voor omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan.
- ad. bedrijfsbebouwing ten behoeve van een veehouderij:
onder bedrijfsbebouwing ten behoeve van een veehouderij wordt verstaan:
- 1. gebouwen in gebruik voor de huisvesting van vee (niet zijnde hobbyvee);
- 2. gebouwen in gebruik ten behoeve van de uitoefening van de (intensieve) veehouderij in de brede zin (zoals bijvoorbeeld een machineberging waarin de machines die gebruikt worden ten behoeve van de veeteelt zijn of worden gestald);
- 3. bouwwerken voor de opslag van mest.
- ae. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak; - af. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; - ag. bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; - ah. boerderij of boerderijgebouw:
één gebouw, dat bestaat uit één (hoofd)bouwmassa, waarbinnen zich de (voormalige) agrarische bedrijfswoning en de (voormalige) agrarische bedrijfsruimten bevinden; - ai. boerderijsplitsing:
het opdelen, binnen de bestaande (hoofd)bouwmassa, van een boerderij(gebouw) in niet meer dan 2 woningen of een in de regels aangegeven ander maximum aantal woningen; - aj. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; - ak. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak; - al. bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd; zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder (ruimte onder peil) en zolder (ruimten onder de kap) voor zover deze zonder ingrijpende voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor woonfuncties en daarmee gelijke gebruiksmogelijkheden biedt als de daaronder gelegen bouwlagen; - am. bouwmassa:
een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw, dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen; - an. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; - ao. bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel; - ap. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; - aq. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond; - ar. centrale recreatieve voorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van het recreatieterrein als geheel, zoals een kampeerwinkel, een kantine of een ontvangstkantoor; - as. cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur; - at. dagrecreatie:
recreatieve activiteit die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang; - au. dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw; - av. deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg:
een door het college van Burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon of organisatie die beschikt over de in de beroepsgroep geldende kwalificaties;
- aw. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
- ax. dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en prostitutie; - ay.
duurzame locatie:bestaand agrarisch bouwblok met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieuoogpuntals vanuit ruimtelijk oogpunt verantwoord is om ter plaatse een intensieve veehouderij uit tebreiden of om te schakelen naar een intensieve veehouderij. Een duurzame locatie voldoetaan de volgende voorwaarden:
er zijn aantoonbare ruimtelijk-economische belangen voor de lange termijn aanwezig dienoodzaken tot hervestiging, omschakeling of uitbreiding van een intensieve veehouderij terplaatse;zuinig ruimtegebruik wordt toegepast door aan te sluiten bij de bestaande bebouwing of, aldan niet door herschikking, optimaal gebruik te maken van de beschikbare ruimte;- 1.
de beoogde ontwikkeling zowel vanuit milieuoogpunt, in het bijzonder wat betreftammoniak, geur, fijnstof en gezondheid voor mensen, als vanuit ruimtelijk oogpunt, inbijzonder wat betreft natuur, landschap en cultuurhistorie, aanvaardbaar is;
- 1.
- az. eenheden:
een verblijfsruimte binnen een complex of gebouw bedoeld voor recreatief nachtverblijf;
- ba. erkende partij:
een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de specificaties van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
- bb. extensief recreatief medegebruik:
een vorm van recreatief medegebruik die in hoofdzaak is gericht op natuur- enlandschapsbeleving en die nauwelijks of geen invloed heeft op de in debestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden;een extensief recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit dagrecreatieve gebruik is toegestaan, zoals die vormen van dagrecreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, te weten wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats, of een daarmee naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik, waarbij recreanten in relatief geringe aantallen mede gebruik maken van al dan niet aangelegde voorzieningen zoals wegen, paden, water en wateroevers;
- bc.
extensiveringsgebied:het, op basis van de begrenzing in het reconstructieplan, als zodanig aangeduide gebied; - bd. functie:
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan; - be. garagebedrijf:
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd; - bf. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; - bg. geluidbelasting vanwege het wegverkeer:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder (Wgh); - bh. geluidbelasting vanwege het spoorwegverkeer:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke spoorwegverkeer op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld in Besluit spoorweglawaai; - bi. geluidgevoelige functies:
functies zoals bedoeld in het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen; - bj. geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
- bk. glastuinbouwbedrijf:
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt;
- bl. groenblauwe mantel:
gebieden met een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water die overwegend grenzen aan de ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszone en die deze verbinden; - bm. groepsaccommodatie:
een zelfstandige verblijfsaccommodatie die naar afmetingen en inrichting specifiek bedoeld is voor een grotere groep van personen, tot uitdrukking komend in o.a. gezamenlijke faciliteiten voor logies, dagverblijf en maaltijdbereiding.
- bn. grondgebonden agrarisch bedrijf:
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt; - bo. groothandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
- bp. GVE (groot vee-eenheid):
eenheid waarmee de fosfaatproductie van landbouwhuisdieren wordt uitgedrukt en waarbij 1 GVE overeenkomt met de fosfaatproductie van één melkkoe;
- bq. hoge (teelt)ondersteunende voorzieningen:
teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen, hoger dan 1,5 m en met een maximum hoogte van 4 m. Hieronder worden in ieder geval verstaan: teeltbakken in stellingen of teelttafels, eventueel met regenkappen; plastic-/foliekassen, -tunnels en -regenkappen; - br. hoofdfunctie:
een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt; - bs. hoofdgebouw:
een gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt; - bt. horeca:
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; - bu. horeca categorie 1:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of van zaalverhuur, zoals een (hotel-) restaurant, pannenkoekenhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum; - bv. horeca categorie 2:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, lunchroom en ijssalon; - bw. horeca categorie 3:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café; - bx. horeca categorie 4:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot dansen, al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, zoals een partycentrum, een café met dansvloer van enige omvang of een discotheek; - by. hotel:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van nachtverblijf met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse; - bz. houtteelt:
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet; - ca. hoveniersbedrijf:
een bedrijf, dat primair gericht is op ontwerp, aanleg en onderhoud van tuinen en groenvoorzieningen; - cb. huishouden:
een persoon of groep personen die een huishouding voert waarbij sprake is van continuïteitin de samenstelling en voor zover het een groep personen betreft van onderlingeverbondenheid;een persoon of groep personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren. Met een huishouden worden gelijkgesteld:- 1. de huisvesting van maximaal 5 personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur);
- 2. tijdelijke huisvesting in de vorm van logies aan maximaal 5 seizoenarbeiders;
- 3. de huisvesting van maximaal 12 personen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, een psychiatrisch ziektebeeld of psychosociale problemen dan wel de huisvesting van maximaal 12 personen die tijdelijke opvang behoeven, al dan niet met inbegrip van begeleiding en toezicht, dit alles gericht op zelfstandige bewoning.
- cc. hydrologische waarde:
gronden met een betekenis binnen het watersysteem van het plangebied als infiltratiegebied, intermediair gebied en/of kwelgebied; - cd. inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder:
bedrijven en/of inrichtingen welke zijn genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet Milieubeheer;
- ce. intensieve veehouderij:
agarisch bedrijfveehouderij met een bedrijfvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen;
- cf. kampeermiddel:
- 1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
- 2. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
- cg. kantine:
een gebouw of ruimte in een gebouw ten dienste van de op het perceel gelegen bestemming voor het nuttigen van maaltijden en overige consumpties door de gebruikers van de bestemming; - ch. kantoor- en/of praktijkruimte:
een ruimte welke door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve, medische en/of ontwerptechnische arbeid;
- ci. kapel:
een gedeeltelijk met wanden omsloten bouwwerk bestemd voor godsdienstbeoefening en voorzien van een eigen altaar en/of een heiligenbeeld;
- cj. kas:
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 m; - ck. kelder:
een geheel ondergronds gelegen ruimte, die is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk; - cl. kleinschalig kamperen:
kleinschalige recreatieve activiteiten, uitsluitend gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober, waarbij niet meer dan 15 kampeermiddelen aan de orde zijn;
- cm. kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden; - cn. lage (teelt)ondersteunende voorzieningen:
(teelt)ondersteunende voorzieningen voor plantaardige teelten, die op of nabij de grond worden aangebracht, met een maximale hoogte van 1,5 m Hieronder wordt in ieder geval verstaan: containervelden (een geheel verharde ondergrond veelal van niet-opneembare/gesloten verhardingen, zoals beton of anti-worteldoek met daartussen opneembare of open verhardingen, zoals betonplaten, tegel- of klinkerbestratingen) lage tunnels (halfronde bogen waarover plastic of gaasdoek wordt gespannen), insectengaas, afdekfolies, acryldoek, vlakveldfolies en vraatnetten;
- co. landschapselementen:
ecologische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha; - cp. landschapswaarden:
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wisselwerking; - cq. landschapsontwikkelingsgebied:
een gebied dat aangeduid is voor een of andere vorm van landschapsontwikkeling. Voorbeelden zijn een RNLE, een zone beek-herstel, een landschapsecologische zone en een (robuuste) ecologische verbindingszone; - cr. lichte bedrijvigheid:
het op ambachtelijke wijze vervaardigen, herstellen, onderhouden of bewerken van producten en/of diensten in de vorm van bedrijven die voorkomen in de van deze planregels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten; - cs. maatschappelijke en culturele voorzieningen:
educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijsvoorzieningen, sportvoorzieningen, recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen; - ct. manege:
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de navolgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca-activiteiten (kantine, foyer e.d.), logies- en/of verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen; - cu. mantelzorg:
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
- cv. mestbewerking:
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest; - cw. molen:
inrichting bestemd en geschikt voor het benutten van windkracht; - cx. molenbedrijf:
bedrijf gericht op het gebruik van een molen als zodanig; - cy. natuurwaarden:
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen); - cz. nevenactiviteit:
activiteiten die in ruimtelijke opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bouwperceel;
- da. niet-intensieve veehouderij: een veehouderij, niet zijnde een intensieve veehouderij, zoals de grondgebonden melkrundveehouderij;
- db. ondergeschikte bouwdelen:
ondergeschikte delen aan een gebouw zoals, trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen; - dc. ondergeschikte detailhandel:
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband houden met de bedrijfsactiviteiten;
- dd. opgraving:
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA); - de. opslag (statisch):
(binnen)opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, niet bestemd zijn voor handel en niet worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf, zoals (seizoens)stalling van (antieke) auto's, boten, caravans, campers en dergelijke; - df. paardenhouderij:
een bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het fokken van paarden, het africhten van paarden, het bieden van verblijf aan paarden (b.v. paardenstalling en paardenpension), het geven van paardrijlessen dan wel de handel in paarden;
- dg. perceelsgrens:
de grens van een perceel; - dh. plaatsgebonden risico:
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is; - di. productiegebonden detailhandel:
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; - dj. prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding; - dk. raamprostitutie:
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen; - dl. recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan; - dm. recreatieve voorziening:
voorzieningen bedoeld voor recreatief gebruik zoals musea, sportterreinen, speeltuinen, hondenoefenterreinen, dierenparken, openluchttheaters en groepsaccommodaties; - dn. recreatiewoning:
een gebouw, dat periodiek dient als verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben; - do. reëel agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij ten minste een halve tot een volledige arbeidskracht, met aannemelijk perspectief op volwaardigheid; - dp. rijbak:
een onoverdekte voorziening bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden; - dq. ruimtelijke eenheid:
complex van bij elkaar behorende bouwwerken; - dr. risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten; - ds. ruimtelijke kwaliteit:
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte; - dt. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; - du. stacaravans:
onderkomens, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dienen of kunnen dienen tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen, en die door de aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over een korte afstand naar een vaste standplaats kunnen worden verreden, doch niet bestemd zijn om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze onderkomens wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt zijn om te worden verreden, worden zij aangemerkt als stacaravan; - dv. stedenbouwkundig beeld:
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n); - dw. (teelt)ondersteunende voorzieningen:
(teelt)ondersteunende voorzieningen, die onderdeel zijn van de totale agrarische bedrijfsvoering van een (grondgebonden) open- of vollegronds tuinbouwbedrijf(stak), boom- of vaste plantenteeltbedrijf(stak) en die gebruikt worden om de bedrijfsvoering te optimaliseren; hierdoor vindt (een deel van) de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden plaats, waardoor gezorgd kan worden voor een verbetering van de productiekwaliteit en/of arbeidsomstandigheden, teeltvervroeging of -verlating en het terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffengebruik; - dx. (teelt)ondersteunende kas:
een teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden. Hieronder vallen ook schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen (>1,5 m); - dy. tijdelijke (teeltondersteunende) voorzieningen:
teeltondersteunende voorzieningen die op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een maximum van 6 maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik. Hieronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten, regenkappen, palen, vraatnetten en boomteelthekken; - dz. tuincentrum:
detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waarop artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen worden aangeboden; - ea. uitbouw:
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
- eb. veehouderij:
agrarisch bedrijf dat gericht is op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en/of pelsdieren;
- ec. verblijfsrecreatie:
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen; - ed. verbrede landbouw:
activiteiten bij een agrarisch bedrijf die voortvloeien uit de agrarische bedrijfsvoering en die ten dienste staan van het agrarische bedrijf zoals agro-toerisme, waaronder agrarisch natuurbeheer, bewerking en waardevermeerdering van ter plaatse geproduceerde producten en zorgboerderijen; - ee. verkoopvloeroppervlakte (vvo):
de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte binnen een gebouw, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank; - ef. (vollegronds)teeltbedrijf:
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat gericht is op het telen van gewassen, met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
- eg. volwaardig agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf dat jaarrond een arbeidsbehoefte of -omvang heeft van ten minste één volledige arbeidskracht, met een daarbij passend jaarinkomen, en waarvan het behoud ook op langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd, dat wil zeggen in zowel bedrijfseconomisch opzicht als op milieuhygiënisch verantwoorde wijze; - eh. voorgevel:
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel; - ei. voorgevellijn:
de lijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan; - ej. voorgevelrooilijn:
de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd; - ek. waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop; - el. werk:
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde; - em. winkel:
een gebouw dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk is bedoeld om te worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel;
- en. wonen:
Hieronder wordt verstaan:- 1. het geheel van aan huis verbonden activiteiten van huishoudens die plaatsvinden in al dan niet gestapelde woningen, zelfstandige wooneenheden e.d. ten dienste van het verblijven door mensen. Niet tot wonen behoort het verblijf in recreatieve dagverblijven;
- 2. huisvesting van personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur), tijdelijke huisvesting van personen in de vorm van het verstrekken van logies aan seizoenarbeiders, verzorgingstehuis, gezinsvervangende huisvesting en andere vormen van beschermd/begeleid wonen, alsmede bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen (en ruimten) c.q. verzorgingsfaciliteiten;
- 3. beroepsactiviteiten die kunnen worden beschouwd als 'aan huis verbonden beroep of bedrijf', zijnde beroepsactiviteiten van tenminste één bewoner, plaatsvindend in de betrokken woning en/of bijbehorend bijgebouw.
- eo. woning:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden; - ep. woonboerderij:
een woning die bestaat uit een voormalig agrarische bedrijfswoning met de in de bouwmassa opgenomen voormalige agrarische bedrijfsruimten; - eq. zaalverhuur:
een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is;
- er. zoekgebied voor ecologische verbindingszone:
gebied waarbinnen een ecologische verbindingszone is of wordt gerealiseerd;
- es. zorgvuldige veehouderij:
veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
- a. afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk; - b. bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen; - c. bebouwingspercentage:
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming; - d. bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil verticaal tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; - e. breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren; - f. dakhelling:
langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak; - g. goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; - h. inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; - i. oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
- j. peil:
- 1. voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- 2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
Bij toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moet worden aangemerkt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische bedrijfsuitoefening, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
- b. grondgebonden agrarische bedrijven, met dien verstande dat niet-intensieve veehouderij uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij';
- c. intensieve veehouderijen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
- d. glastuinbouwbedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw';
- e. kwekerijen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
- f. paardenhouderijbedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', waarbij niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bouwvlak;
- g. het behoud en het herstel van de visuele openheid met landschappelijke waarden, ter plaatse van de aanduiding
'openheid''overige zone - openheid'; - h. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' aangegeven gebouwen;
- i. extensief recreatief medegebruik;
- j. hobbymatig houden van dieren en/ of het telen van gewassen;
- k. nevenactiviteiten zijn toegestaan zoals per adres is aangegeven in de bij deze regels behorende Bijlage 1Overzicht nevenactiviteiten, waarbij niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bouwvlak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - nevenactiviteit';
- l. productiegebonden detailhandel, waarbij de totale gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte per agrarisch bedrijf niet meer mag bedragen dan 100 m²; educatieve activiteiten zijn hieronder begrepen;
- m. kleinschalig kamperen met 15 kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans, te plaatsen binnen het bouwvlak en/of aansluitend aan het bouwvlak en/of ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
- n. caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling';
- o. parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
- p. mestbewerking ten behoeve van een op dezelfde locatie gevestigde veehouderij, mits de vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 500 m2;
- q. één bedrijfswoning per bouwvlak, waarbij geldt dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoningen zijn toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- r. aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
- s. palingkwekerij, uitsluitend op het adres Bernsestraat 9 te Heusden;
- t. loonwerkbedrijf, uitsluitend op het adres Rietveldenlaan 1 te Heusden;
- u. champignonkwekerij, uitsluitend op het adres Oosterseweg 3-5 te Elshout;
- v. papegaaienkwekerij, uitsluitend op het adres Haarsteegsestraat 47 te Haarsteeg;
- w. verblijfsrecreatie in de vorm van logiesruimten voor maximaal 25 personen alsmede een horecavoorziening met een maximale oppervlakte van 80 m² met terras met een maximale oppervlakte van 150 m² voor gasten van de paardenhouderij, gasten van de verblijfsrecreatieve voorziening en voor dagrecreanten en passanten, uitsluitend op het adres Margrietweg 1 te Drunen;
- x. wonen in een bedrijfswoning met bijbehorende tuin door een derde ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – plattelandswoning’ is toegestaan;
met de daarbij behorende:
- y. paden en wegen en parkeervoorzieningen;
- z. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder bergbezinkbassins;
- aa. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- ab. tuinen, erven en verhardingen.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische bedrijfsuitoefening, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
- b. grondgebonden agrarische bedrijven, met dien verstande dat niet-intensieve veehouderij uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij';
- c.
1.paardenhouderijbedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', waarbij niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bouwvlak; - d.
2.intensieve veehouderijen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij'; - e. glastuinbouwbedrijven;
- f. nevenactiviteiten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - nevenactiviteit' zoals per adres is aangegeven in de bij deze regels behorende Bijlage 1Overzicht nevenactiviteiten, waarbij per bouwvlak niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn;
- g. mestbewerking ten behoeve van een op dezelfde locatie gevestigde veehouderij, mits de vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 500 m2;
- h. één bedrijfswoning per bouwvlak, waarbij geldt dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoningen zijn toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven,
- i. productiegebonden detailhandel, waarbij de totale gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte per agrarisch bedrijf niet meer mag bedragen dan 100 m²;
- j. aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
- k. hobbymatig houden van dieren en/ of het telen van gewassen;
- l. extensief recreatief medegebruik;
met de daarbij behorende:
- m. paden en wegen en parkeervoorzieningen;
- n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder bergbezinkbassins;
- o. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- p. tuinen, erven en verhardingen;
alsmede voor:
- q. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' aangegeven gebouwen.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarisch-technische hulpbedrijven en agrarisch verwante bedrijven, tenzij het bedrijven zoals per adres opgenomen in de onderstaande tabel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bestaand bedrijf' betreft:
Bosscheweg 70a Drunen Autowasserij Bosscheweg 55 Drunen Tuincentrum Bosscheweg 72 Drunen Bouw- en aannemersbedrijf De Hoeven (ong) kadastraal gem. Heusden G nr. 1011 Haarsteeg Hoveniersbedrijf, waarbij buitenopslag niet is toegestaan Duinweg 39 Drunen Gemeentewerf Fellenoord 4DrunenAtelier en workshopLuttelherptseweg 6 Herpt Zonweringenbedrijf
Het hobbymatig houden van paarden tot een vloeroppervlak van 90 m2Grotestraat 40 Heusden Garagebedrijf Lambertusstraat 11 Heusden Op- en overslag en het bewerken van bouw- en sloopafval Mariëndonkstraat 37 Elshout Garagebedrijf Mayweg 4 Elshout Een bedrijf tot en met categorie 2 vermeld in de bij deze regels behorende Staat van bedrijven Nassaulaan 107 Vlijmen Groothandel in ijzer- en staalschroot
Opslag (max. 10.000 m2) en verkoop consumentenvuurwerkNaulandseweg 49 Elshout Groothandel in huiden, vellen en leer Oude Haven ong. Vlijmen Opslag en detailhandel in bouw- en sloopmaterialen Parallelweg 1a Heusden Schroothandel Voordijk 10 Vlijmen Bouwbedrijf Wolput 90 Vlijmen Handel in en reparatie van motorfietsen, met daarbij behorende detailhandel De Hoeven 60 Haarsteeg Fouragehandel met daaraan ondergeschikte detailhandel - b. bedrijfswoningen, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. tuinen, erven en verhardingen;
- e. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- f. water en waterhuishoudkundige doeleinden.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het landschappelijk en stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
5.4 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 ten behoeve van het vergroten van het bebouwingspercentage aan bedrijfsgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- 1. de vergroting mag niet meer bedragen dan 25% indien het agrarisch-technische en agrarisch verwante bedrijven zoals bedoeld in lid 5.1 onder a betreft;
- 2. de vergroting mag niet meer bedragen dan 15% indien het bedrijven zoals bedoeld in lid 5.1 onder a, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bestaand bedrijf' betreft;
- 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken mogen niet onevenredig worden aangetast;
- 4. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 5. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein;
- b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
- 2. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in de artikel 5.4 sub a onder 4 en 5.4 sub b onder 2 niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1, sub a ten behoeve van de vestiging van categorie 1 en 2 bedrijven zoals vermeld in de bij deze regels behorende Staat van bedrijven, onder de volgende voorwaarden:
- a. de oppervlakte van het bestemmingsvlak maximaal 5000 m2 bedraagt;
- b. het bedrijf niet behoort tot een milieucategorie 3 of hoger;
- c. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- d. het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid mag niet leiden tot twee of meer zelfstandige bedrijven, zelfstandige kantoorvoorziening en een zelfstandige detailhandelvoorziening van meer dan 200 m2.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in de artikel 5.6 sub c niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. nutsvoorzieningen;
- b. erven en verhardingen;
- c. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- d. water en waterhuishoudkundige doeleinden.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
Artikel 7 Bedrijf - Opslag
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Opslag' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. opslagbedrijven;
- b. bedrijfswoningen, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. tuinen, erven en verhardingen;
- e. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- f. water en waterhuishoudkundige doeleinden.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
7.4 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 ten behoeve van het vergroten van het bebouwingspercentage aan bedrijfsgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- 1. de vergroting mag niet meer bedragen dan 15%;
- 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken mogen niet onevenredig worden aangetast,
- 3. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 4. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein;
- b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
- 2. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in de artikelen 7.4 sub a onder 3 en 7.4 sub b onder 2 niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
7.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van onbebouwde gronden op het perceel Kavelingweg 2 te Haarsteeg ten behoeve van opslag.
Artikel 8 Bos
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bos en bebossing;
- b. productiebos, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - productiebos';
- c. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- d. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden;
- e. paden en wegen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. extensief recreatief medegebruik.
8.2 Bouwregels
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Detailhandel - Tuincentrum
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuincentra;
- b. bedrijfswoningen;
- c. tuinen, erven en verhardingen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
9.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
- b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 9.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
Artikel 10 Gemengd
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorie 1, met uitzondering van:
- 1. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- 2. risicovolle inrichtingen;
- b. een aspergekwekerij en fietsverhuur, educatie en verkoop van streekeigen producten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
- c. dienstverlening;
- d. kantoren;
- e. maatschappelijke voorzieningen en daaraan ondergeschikte horeca;
- f. wonen, met dien verstande dat op het adres Groenewoud 37 maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
- g. atelier;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. tuinen, erven en verhardingen;
- j. terrassen;
- k. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van bevoorrading;
- l. groenvoorzieningen;
- m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
10.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.3 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
- 2. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 10.4 sub 2 niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
Artikel 11 Groen
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- b. fiets- en voetpaden;
- c. een kapel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'religie'.
11.2 Bouwregels
- a. Op of in de deze gronden is alleen het bouwen van gebouwen ten behoeve van een kapel toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
- 1. bebouwing vindt uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'religie' plaats;
- 2. de maximale goothoogte van de kapel bedraagt 2,5 m en de maximale bouwhoogte bedraagt 5 m.
- b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
- 1. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, met uitzondering van lichtmasten en speelvoorzieningen, bedraagt ten hoogste 3 m;
- 2. de hoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 6 m.
Artikel 12 Horeca
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven in categorieën 1, 2, en 3;
- b. bedrijfswoningen, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
- c. tuinen, erven en verhardingen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
12.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
- b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 12.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
Artikel 13 Maatschappelijk
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke en culturele voorzieningen, met dien verstande, dat begraafplaatsen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
- b. bestaande bij maatschappelijke instellingen behorende zorg- en aanleunwoningen;
- c. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- a. de nevenactiviteiten in de vorm kleinschalig kamperen bestaat uit ten hoogste 15 standplaatsen uitsluitend ten behoeve van kampeermiddelen, uitsluitend op het adres De Gemeint te Vlijmen;
- b. tuinen, erven en verhardingen;
- c. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en speelvoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
13.2 Bouwregels
13.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
13.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
- b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in 13.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
Artikel 14 Natuur
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuur/landschapselementen/bos en de bijbehorende groeiplaats;
- b. extensief agrarisch gebruik;
- c. verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder bergbezinkbassins;
- e. extensief recreatief medegebruik;
- f. bestaande
maximaal 10gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van verblijfsrecreatie, zoals aangegeven in Bijlage 8 (Giersbergen 14 te Drunen - Bestaandesituatie), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie'; - g. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschaps- en natuurwaarden;
- h. herstel van het hydrologisch systeem.
Binnen de bestemming zijn tevens maximaal 3 stacaravans aan de Vergereindseweg (kadastraal O nr. 128) toegestaan.
14.2 Bouwregels
14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 15 Recreatie - Dagrecreatie
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatieve voorzieningen, waaronder begrepen kinderopvang en sportbeoefening;
- b. zwembaden;
- c. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte detailhandel;
- d. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte horeca;
- e. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte dienstverlening;
- f. zaalverhuur en horeca, uitsluitend op Fort Hedikhuizen;
- g. midgetgolfbaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - midgetgolfbaan';
- h. nutsvoorzieningen;
- i. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en speelvoorzieningen;
- j. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- l. een zendmast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'.
15.2 Bouwregels
15.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
15.4 Afwijken van de bouwregels
Artikel 16 Recreatie - Recreatiewoning
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in recreatiewoningen, waarbij geldt, dat het aantal recreatiewooneenheden per bouwvlak niet meer dan 1 mag bedragen;
- b. tuinen, erven en verhardingen.
16.2 Bouwregels
16.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
Artikel 17 Recreatie - Verblijfsrecreatie
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van kampeerterreinen;
- b. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een groepsaccommodatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
- c. dagrecreatieve voorzieningen, waaronder begrepen kinderopvang en sportbeoefening;
- d. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- e. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte detailhandel;
- f. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte horeca;
- g. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte dienstverlening;
- h. 2 recreatiewoningen, alsmede een bestaande schapenhouderij als nevenactiviteit aan de Duinweg 58 te Drunen;
- i. 3 recreatiewoningen aan de Provinciale weg 6 in
DrunenDoeveren; - j. nutsvoorzieningen;
- k. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en speelvoorzieningen;
- l. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
17.2 Bouwregels
17.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
17.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.2 sub c onder 2 ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
- b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 17.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
17.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 18 Recreatie - Volkstuin
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volkstuinen;
- b. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. erven en verhardingen.
18.2 Bouwregels
18.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
- d.
Artikel 19 Sport
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportvelden;
- b. gebouwen ten behoeve van sportdoeleinden met bijbehorende voorzieningen zoals clubgebouw, kantine en kleedkamers;
- c. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- d. erven en verhardingen;
- e. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van bevoorrading;
- f. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. eenn zendmast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'.
19.2 Bouwregels
19.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
19.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
- b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 19.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
Artikel 20 Sport - Manege
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maneges;
- b. bedrijfswoningen, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
- c. gebouwen ten behoeve van maneges met bijbehorende voorzieningen zoals clubgebouw, kantine en kleedkamers;
- d. erven en verhardingen;
- e. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van bevoorrading;
- f. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
20.2 Bouwregels
20.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
- a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
- b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
20.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
- b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 20.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
Artikel 21 Tuin
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, erven, verhardingen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
21.2 Bouwregels
Artikel 22 Verkeer - Parkeerterrein
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Parkeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. parkeerterreinen;
- b. wegen en paden;
- c. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. straatmeubilair;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
22.2 Bouwregels
Artikel 23 Verkeer - Snelweg
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Snelweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een dubbelbaans snelweg, per rijbaan bestaande uit tenminste twee rijstroken;
- b. een vluchtstrook;
- c. aansluitende en kruisende lokale wegen;
- d. parallelwegen;
- e. langzaam verkeersverbindingen,
en hiermee verband houdende:
- f. waterstaatkundige en verkeerskundige werken, zoals op- en afritten, viaducten, geleiderails, duikers, taluds, bruggen, tunnels, rotonden en sifon;
- g. groenvoorzieningen waaronder mitigerende voorzieningen zoals wildkerende rasters, wildtunnels e.d., natuur en landschapselementen;
- h. geluidwerende voorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. een zendmast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'.
23.2 Bouwregels
Artikel 24 Verkeer - Wegverkeer
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebiedsontsluitingswegen;
- b. erftoegangswegen;
- c. fiets- en voetpaden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- f. geluidwerende voorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. straatmeubilair;
- i. waterhuishoudkundige voorzieningen.
24.2 Bouwregels
Artikel 25 Water
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen, waterpartijen, oever- en bodembeschermingen;
- b. scheepvaartverkeer voor de Maas;
- c. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
- d. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder bruggen, duikers en gelijksoortige voorzieningen.
Waterretentie en natuurvriendelijke oevers zijn toegestaan voor zover de gronden zijn gelegen binnen 10 m van de bestemming 'Water'. De gronden zijn tevens bestemd voor het onderhouden van de waterloop.
25.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte en de oppervlakte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 3 m en 10 m2.
Artikel 26 Wonen
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, waarbij geldt dat, het aantal
wooneenhedenwoningen per bouwvlak niet meer dan 1 mag bedragen, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' en 'maximum aantal wooneenheden', het aantal woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven; - b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - nevenactiviteit' tevens nevenactiviteiten zijn toegestaan zoals per adres is aangegeven in de bij deze regels behorende Bijlage 1Overzicht nevenactiviteiten;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bestaand bedrijf' tevens een bedrijf tot en met categorie 2 zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Bijlage 2Staat van bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat er plaatse van de aanduiding 'opslag' uitsluitend opslag is toegestaan;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', uitsluitend verkeersontsluiting en parkeervoorzieningen;
- e. aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
- f. tuinen, erven en verhardingen;
- g. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' aangegeven gebouwen.
26.2 Bouwregels
26.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.2 ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- 1. voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en voorzien van de bestemming Wonen en/of Tuin meer bedraagt dan 300 m², mag de onder b geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 150 m²;
- 2. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
- b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen ten behoeve van hobbymatige agrarische nevenactiviteiten onder de volgende voorwaarden:
- 1. de maximale oppervlakte van bijgebouwen bedraagt 300 m2;
- 2. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 26.3 sub a onder 2 en 26.3 sub b onder 2 niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
26.4 Specifieke gebruiksregels
26.5 Afwijken van de gebruiksregels
(vervallen)
26.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 27 Leiding - Brandstof
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor:
- a. het transport van vloeibare brandstoffen aardgas door een hoofdtransportleiding;
- b. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van brandstofleidingen;
- c. groenvoorzieningen.
27.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in dit plan is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:
- a. bouwwerken voor de aanleg en instandhouding van de ondergrondse gastransportleidingen tot een maximale bouwhoogte van 3 m.
27.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:
- a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de energie dient te zijn gewaarborgd;
- b. het bevoegd gezag schriftelijk advies dient te hebben ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 28 Leiding - Gas
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor:
- a. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van ondergrondse gastransportleidingen;
- b. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
28.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in dit plan is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:
- a. bouwwerken voor de aanleg en instandhouding van de ondergrondse gastransportleidingen tot een maximale bouwhoogte van 3 m.
28.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:
- a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de energie dient te zijn gewaarborgd;
- b. het bevoegd gezag schriftelijk advies dient te hebben ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
28.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het permanent opslaan van goederen.
28.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 Leiding - Hoogspanning
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor de volgende doeleinden:
- a. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van bovengrondse hoogspanningsleidingen;
- b. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
29.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:
- a. bouwwerken voor de aanleg en instandhouding van de ondergrondse hoogspanningsleidingen tot een maximale bouwhoogte van 3 m.
29.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:
- a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de energie dient te zijn gewaarborgd;
- b. het bevoegd gezag schriftelijk advies dient te hebben ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 Leiding - Water
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor de volgende doeleinden:
- a. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van ondergrondse watertransportleidingen;
- b. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
30.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:
- a. bouwwerken voor de aanleg en instandhouding van de ondergrondse afvalwatertransportleidingen tot een maximale bouwhoogte van 3 m.
30.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:
- a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de afvalwatervoorziening dient te zijn gewaarborgd;
- b. het bevoegd gezag schriftelijk advies dient te hebben ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 31 Waarde - Archeologie 1
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met archeologische waarden.
31.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat een geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:
- a. een bouwplan voor gebouwen en/of bouwwerken waarbinnen de bodem tot ten hoogste 50 centimeter onder maaiveld wordt geroerd;
- b. een gebouw of ander bouwwerk wordt gebouwd op een bestaande fundering en er buiten 1 m uit deze fundering geen bodemverstoring plaats vindt.
31.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits is aangetoond dat dit niet zal leiden tot een verstoring van archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin.
- b. Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, mag slechts worden afgeweken met een omgevingsvergunning indien aan de vergunning een, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988;
- 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een erkende partij die voldoet aan de door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en onder toezicht van de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
- c. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 31.3, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
31.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming Waarde - archeologie 1 wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
Artikel 32 Waarde - Archeologie 2
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met te verwachten archeologische waarden.
32.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat een geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:
- a. een bouwplan voor gebouwen en/of bouwwerken geen grotere oppervlakte heeft dan 100 m2
dan welèn waarbinnen de bodem tot ten hoogste 50 centimeter onder maaiveld wordt geroerd; - b. een gebouw of ander bouwwerk wordt gebouwd op een bestaande fundering en er buiten 1 m uit deze fundering geen bodemverstoring plaats vindt.
32.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits is aangetoond dat dit niet zal leiden tot een verstoring van archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin.
- b. Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, mag slechts worden afgeweken met een omgevingsvergunning indien aan de vergunning een, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988;
- 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een erkende partij die voldoet aan de door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en onder toezicht van de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
- c. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 32.3, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
32.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming Waarde - archeologie 2 wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
Artikel 33 Waarde - Archeologie 3
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met te verwachten archeologische waarden.
33.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat een geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:
- a. een bouwplan voor gebouwen en/of bouwwerken geen grotere oppervlakte heeft dan 500 m2
dan welèn waarbinnen de bodem tot ten hoogste 50 centimeter onder maaiveld wordt geroerd; - b. een gebouw of ander bouwwerk wordt gebouwd op een bestaande fundering en er buiten 1 m uit deze fundering geen bodemverstoring plaats vindt.
33.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits is aangetoond dat dit niet zal leiden tot een verstoring van archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin.
- b. Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, mag slechts worden afgeweken met een omgevingsvergunning indien aan de vergunning een, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988;
- 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een erkende partij die voldoet aan de door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en onder toezicht van de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
- c. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 33.3, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
33.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming Waarde - archeologie 3 wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
Artikel 34 Waarde - Archeologie 4
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met te verwachten archeologische waarden.
34.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat een geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:
- a. een bouwplan voor gebouwen en/of bouwwerken geen grotere oppervlakte heeft dan 5.000 m2
dan welèn waarbinnen de bodem tot ten hoogste 50 centimeter onder maaiveld wordt geroerd; - b. een gebouw of ander bouwwerk wordt gebouwd op een bestaande fundering en er buiten 1 m uit deze fundering geen bodemverstoring plaats vindt.
34.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits is aangetoond dat dit niet zal leiden tot een verstoring van archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin.
- b. Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, mag slechts worden afgeweken met een omgevingsvergunning indien aan de vergunning een, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988;
- 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een erkende partij die voldoet aan de door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en onder toezicht van de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
- c. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 34.3, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
34.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming Waarde - archeologie 4 wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
Artikel 35 Waarde - Beschermd Stadsgezicht
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van het cultuurhistorische karakter van de vestingstad Heusden.
35.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen, buiten de bebouwing die is toegestaan op grond van het bepaalde in de andere voor de gronden geldende bestemmingen, geen bouwwerken worden gebouwd.
35.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 36 Waterstaat - Stroomvoerend Regime
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend regime' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. de afvoer en doorstroming van rivierwater.
36.2 Bouwregels
- a. In of op de voor stroomvoerend regime bestemde gronden mag uitsluitend ten behoeve van de in lid 36.2 sub b genoemde riviergebonden en de in lid 36.2 sub c genoemde niet-riviergebonden activiteiten worden gebouwd, mits de andere aan deze gronden gegeven bestemmingen dit toelaten.
- b. De riviergebonden activiteiten zijn:
- 1. de aanleg of wijziging van waterstaatkundige (kunst)werken;
- 2. de realisatie van voorzieningen voor een betere en veilige afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart;
- 3. de bouw of wijziging van scheepswerven;
- 4. de vestiging of uitbreiding van overslagbedrijven of het realiseren van overslagfaciliteiten, uitsluitend voor zover de activiteit gekoppeld is aan het vervoer over de rivier;
- 5. de aanleg of wijziging van scheepswerven;
- 6. de realisatie van natuur;
- 7. de uitbreiding van bestaande steenfabrieken;
- 8. de realisatie van voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie zijn verbonden, of
- 9. de winning van oppervlaktedelfstoffen.
- c. De niet-riviergebonden activiteiten betreffen:
- 1. een groot openbaar belang en de activiteit kan redelijkerwijs niet buiten het rivierbed worden gerealiseerd;
- 2. een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven en de activiteit kan redelijkerwijs niet uiten het rivierbed worden gerealiseerd;
- 3. een functieverandering binnen de bestaande bebouwing; of
- 4. een activiteit die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie.
- d. De activiteiten genoemd onder lid 36.2 sub b en c moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
- 1. er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren va het waterstaatwerk gewaarborgd blijft;
- 2. er mag geen sprake zijn van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
- 3. er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
- 4. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen dienen duurzaam te worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn;
- 5. en specifiek voor het bepaalde in sub c onder punt 4 geldt dat de gevraagde rivierverruimingsmaatregelen genomen worden, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn;
- e. In afwijking van het bepaalde in lid 36.2 sub a is een aantal kleine, tijdelijke of voor het rivierbeheer noodzakelijke activiteiten toegestaan. Deze betreffen:
- 1. omgevingsvergunningvrije activiteiten;
- 2. een eenmalige uitbreiding van ten hoogste 10% van de bestaande bebouwing;
- 3. overige activiteiten van, vanuit rivierkundig opzicht, ondergeschikt belang;
- 4. activiteiten ten behoeve van rivierbeheer- of -verruiming;
- 5. tijdelijke activiteiten;
- 6. een en ander mits voldaan wordt aan het bepaalde in lid 36.2 sub d onder punt 1 tot en met 3.
- f. Medewerking kan slechts worden verleend na het bereiken van overeenstemming met de rivierbeheerder.
36.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de grenzen van deze dubbelbestemming te wijzigen dan wel de dubbelbestemming geheel op te heffen, uitsluitend naar aanleiding van en conform door de Staatssecretaris bekrachtigde wijzigingen in de kaartbijlage van de 'Beleidsregels grote rivieren', Staatscourant 12 juli 2006.
Artikel 37 Waterstaat - Waterbergingsgebied
37.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van het waterbergend vermogen.
37.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
- a. uitsluitend toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterberging;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
37.3 Specifieke gebruiksregels
- a. De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee de dubbelbestemming samenvalt.
- b. De regels van een andere bestemming zijn van overeenkomstige toepassing indien en voor zover deze regels in overeenstemming zijn met de regels van deze dubbelbestemming.
37.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 38 Waterstaat - Waterkering
38.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor de volgende doeleinden:
- a. voorzieningen voor de directe en indirecte kering van het water;
- b. aanleg, instandhouding en/of bescherming van de waterkering;
- c. verhardingen, groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.
38.2 Bouwregels
38.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 38.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken die op grond van de overige aan de gronden gegeven bestemming(en) is toegestaan, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de waterkering.
- b. Alvorens te beslissen omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld onder a wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de waterkering.
38.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 39 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 40 Algemene Bouwregels
40.1 Bestaande afmetingen en afstanden
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
40.2 Ondergronds bouwen
Binnen het plangebied mag, tenzij anders is aangegeven in de regels, onder gebouwen ondergronds worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:
- a. ondergrondse gebouwen gelegen buiten de buitenzijde van de gevels van de bovengrondse gebouwen niet zijn toegestaan;
- b. de diepte van de ondergrondse bebouwing mag niet meer bedragen dan 3,5 m onder peil.
40.3 Bouwen langs wegen
- a. Op de gronden buiten de bebouwde kom, gelegen binnen de volgende afstanden:
- 1. provinciale wegen tot 50 m uit de as van elke rijbaan;
- 2. overige ontsluitingswegen tot 15 m uit de as van elke rijbaan;
mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bebouwing worden gebouwd;
- b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van een bebouwing , mits;
- 1. door de bouw van deze bebouwing de verkeersbelangen niet onevenredig worden geschaad. Daartoe dient vooraf de betrokken wegbeheerder te worden gehoord;
- 2. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder.
Artikel 41 Algemene Gebruiksregels
41.1 Strijdig gebruik
Onder gebruik in strijd met het plan wordt in ieder geval verstaan:
- a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting;
- b. het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen bij een woning als zelfstandige woningen en als afhankelijke woonruimte;
- c. het innemen van een standplaats ten behoeve van het plaatsen van een caravan.
41.2 Niet strijdig gebruik
Onder gebruik in strijd met het plan wordt niet begrepen:
- a. het gebruik van woningen voor recreatieve verblijfsvoorzieningen in de vorm van 'bed & breakfast', mits voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
- 1. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de hoofdbebouwing en de daaraan gebouwde of vrijstaande bijgebouwen tot een maximum van 50 m²;
- 2. het aantal personen ten behoeve van wie de recreatieve verblijfsvoorzieningen wordt uitgeoefend mag niet meer bedragen dan 10;
- 3. er dient minimaal 1 parkeerplaats per 12 m2 van de onder a genoemde gezamenlijke vloeroppervlakte te worden gerealiseerd op eigen terrein;
- b. het bestaande gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het innemen van een standplaats ten behoeve van het plaatsen van een caravan dat in strijd is met de aan die gronden en bouwwerken gegeven bestemming en dat in enigerlei opzicht afwijkt van het plan, mag uitsluitend worden voortgezet voor zover het de in de navolgende tabel genoemde personen en percelen betreft:
Sektie Sektienummer Naam
D 2901 W. van Heugten
D 2835 C. van Steenis
D 2831 Th. G. Helbers
D 2404 M.T.H. Einarson
D 3018 W.J. Vos
D 2881 H.E. Cleton
D 2836 J. van Vliet
D 2844 H.W. Stappers
D 2846 J. Brouwer
D 2847 C. v.d. Heiden- de Wolf
D 2805 W.B. Herweijer
D 2804 J. Mertens
D 2751 H.R. Schutrups
D 2523 L.F. Breeman
D 2904 R.R. Apon
D 2787 J.A. den Teuling
D 1173 E.H. Verster-Oostergo
D 2905 J. de Vries
D 2900 E. van den Herik-van Heugten
D 3029 C.L.M.G. van Kaam - van Wezel
- c. bestaande gebruik van het voormalige kippenhok en twee woonunits voor bewoning, met dien verstande dat het gebruik uitsluitend mag worden voortgezet, voor zover het betreft A.M. de Gouw op het perceel kadastraal bekend als gemeente Drunen, sectie K, nummer 1899.
Het in dit artikel gegeven persoonsgebonden overgangsrecht eindigt bij vervreemden of overlijden van de genoemde personen;
41.3 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 41.1 onder b en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits:
- a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
- b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
- c. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m2;
- d. het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekt indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Artikel 42 Algemene Aanduidingsregels
42.1 Overige zone - boringsvrije zone
Ter plaatse van de aanduiding 'boringsvrije zone' 'overige zone - boringsvrije zone' zijn de gronden mede aangewezen ten behoeve van het behoud van de beschermende kleilaag in de bodem.
42.2 Milieuzone - waterwingebied
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - waterwingebied' mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald, op of in deze zone begrepen gronden geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van teeltondersteunende voorzieningen zoals opgenomen in artikel 3.
42.3 Overige zone - attentiegebied ehs
42.4 Overige zone - cultuurhistorisch vlak
Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch vlak''overige zone - cultuurhistorisch vlak' zijn de gronden mede aangewezen voor het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden.
42.5 Overige zone - eendenkooi
Ter plaatse van de aanduiding 'eendenkooi''overige zone - eendenkooi' zal bij de in het bestemmingsplan opgenomen afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden alsmede bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden rekening worden gehouden met het afpalingsrecht als bedoeld in de Flora- en faunawet.
42.6 Overige zone - ecologische hoofdstructuur
42.7 Overige zone - groenblauwe mantel
Ter plaatse van de aanduiding 'groenblauwe mantel''overige zone - groenblauwe mantel' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van de onderscheidene gebieden.
42.8 Overige zone - schootsvelden
42.9 Overige zone - waterwerk
Ter plaatse van de aanduiding 'waterwerk''overige zone - waterwerk' mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van waterhuishoudkundige voorzieningen, met een hoogte van maximaal 4 m.
42.10 Veiligheidszone - lpg
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is geen nieuwbouw van (beperkt) kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, toegestaan.
42.11 Vrijwaringszone - molenbiotoop
42.12 Vrijwaringszone - snelweg
- a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - snelweg' mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bebouwing worden gebouwd, met uitzondering van de met Rijksweg A59 verband houdende bouwwerken, zoals geluidswerende voorzieningen en ecologische voorzieningen.
- b. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van een bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - snelweg', mits door de bouw van deze bebouwing de verkeersbelangen niet onevenredig worden geschaad. Daartoe dient vooraf de betrokken wegbeheerder te worden gehoord.
- c. de in lid b bedoelde omgevingsvergunning wordt geacht te zijn verleend ten aanzien van bebouwing die bestaan op het tijdstip van de ter visie legging van het ontwerp van het plan, dan wel mag worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning.
42.13 Overige zone - zoekgebied voor ecologische verbindingszones
42.14 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, op of in deze zone begrepen gronden geen bouwwerken worden gebouwd.
42.15 Beperkingen veehouderij
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' zijn de gronden tevens bestemd voor de bescherming van natuur en woonconcentraties, door het stellen van regels met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van de niet-intensieve veehouderij en de intensieve veehouderij.
42.16 Overige zone - landschapselement
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - landschapselement' zijn de gronden, mede bestemd voor het behoud, de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische waarden in de vorm van waardevolle beplanting.
Artikel 43 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:
- a. van deze regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- b. van deze regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
- 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
- 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
- c. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
- 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 40 m;
- 2. ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 50 m;
- 3. ten behoeve van windturbines tot niet meer dan 20 m;
- 4. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 10 m;
- d. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van deze maximaal toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
- 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
- 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,26 maal de maximaal toegestane bouwhoogte van het betreffende gebouw.
Artikel 44 Algemene Wijzigingsregels
44.1 Wijziging aanduiding 'Veiligheidszone - lpg'
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien het lpg-vulpunt wordt verwijderd, dan wel indien door het nemen van technische maatregelen en/of het wijzigen van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving blijkt dat de tot het vulpunt aan te houden afstand kan worden verkleind.
44.2 Wijziging in bestemmingen Wonen, Dagrecreatie, Horeca
- a. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding
'wro-zone -wijzigingsgebied 1''wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' de bestemming (gelegen aan De Hoeven 46, perceel G1387) te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van één woning, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:- 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
- 2. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
- 3. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
- 4. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
- 5. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
- 6. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
- 7. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 8. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
- b. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding
'wro-zone -wijzigingsgebied 2''wetgevingszone - wijzigingsgebied 2' de bestemming (gelegen aan de Duinweg 27) te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van één woning, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:- 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
- 2. de bestaande kassen worden gesloopt;
- 3. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
- 4. het bestemmingsvlak wonen na wijziging maximaal 1.500 m2 mag bedragen;
- 5. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven mogen door de wijziging niet worden aangetast;
- 6. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
- 7. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
- 8. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
- 9. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 10. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
- c.
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone -wijzigingsgebied 3' 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 3' de bestemming (gelegen aanHeusdenseweg 27 te Elshout) te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van één woning,indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:- 1.
de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; - 2.
voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26; - 3.
de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet wordenaangetast; - 4.
uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor watbetreft het aspect geur; - 5.
uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij ofkrachtens de Wet geluidhinder; - 6.
uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor hetbeoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden enkenmerken; - 7.
er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezigeof potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/ofcultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uithoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door degemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplichtom deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden; - 8.
de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienengerealiseerd te worden op eigen terrein.
- 1.
- d.
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone -wijzigingsgebied 4' de bestemming te wijzigen ten behoeve van vergroting en omschakelingvan een bestaand dagrecreatief bedrijf in een dagrecreatief en/of verblijfsrecreatief bedrijf,indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:- 1.
voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 15; - 2.
de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet wordenaangetast; - 3.
uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor watbetreft het aspect geur; - 4.
uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij ofkrachtens de Wet geluidhinder; - 5.
uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor hetbeoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden enkenmerken; - 6.
de te verwachten aantal bezoekers en overnachtingen samen genomen niet meer dan100.000 per jaar tot ten hoogste 250.000 per jaar bedraagt; - 7.
de wijziging mag niet leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling, dan wel tenopzichte van de bestaande situatie onaanvaardbare toenemende verkeersaantrekkendewerking; - 8.
bij wijziging een beschrijving wordt gegeven van de wijze waarop de inrichting van hetterrein een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag bevordert en eenbeschrijving wordt gegeven van de wijze waarop wordt gestreefd naar maatvoering enconcentratie van bebouwing welke passend is bij de aard van de omgeving van debeoogde ontwikkeling; - 9.
er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezigeof potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/ofcultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uithoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door degemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplichtom deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 1.
- e. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding
'wro-zone -wijzigingsgebied 5''wetgevingszone - wijzigingsgebied 5' de bestemming (de percelen Kapelstraat 57 - Naulandseweg) wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van twee woningen, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:- 1. dat nieuwbouw van woningen uitsluitend mag plaatsvinden in 'stedelijk gebied', zoals aangewezen in de Verordening ruimte Noord-Brabant;
- 2. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
- 3. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
- 4. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
- 5. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
- 6. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
- 7. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
- 8. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 9. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
- f. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding
'wro-zone -wijzigingsgebied 6''wetgevingszone - wijzigingsgebied 6' de bestemming (gelegen aan de Overstortweg 10) te wijzigen ten behoeve van educatieve en dagrecreatieve functies ten behoeve van een bestaand agrarisch bedrijf, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:- 1. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
- 2. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
- 3. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
- 4. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
- 5. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
- 6. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 7. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
- g.
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone -wijzigingsgebied 7' de bestemming (gelegen aan de Kerkstraat 23a/25) te wijzigen tenbehoeve van de nieuwbouw van woningen, indien wordt voldaan aan de volgendevoorwaarden:- 1.
Gedeputeerde Staten hebben ingestemd met een verzoek ex artikel 3.1 lid van deVerordening Ruimte om de begrenzing van de in het eerste lid aangewezen bestaandstedelijk gebied te wijzigen waardoor het wijzigingsgebied daarvan deel is gaanuitmaken; - 2.
de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; - 3.
voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26; - 4.
de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet wordenaangetast; - 5.
uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor watbetreft het aspect geur; - 6.
uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij ofkrachtens de Wet geluidhinder.
- 1.
- h. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding
'wro-zone -wijzigingsgebied 8''wetgevingszone - wijzigingsgebied 8' de bestemming (gelegen aan De hoeven tussen 52 en 54) te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van één woning, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:- 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
- 2. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
- 3. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
- 4. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
- 5. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
- 6. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
- 7. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 8. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
- i. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding
'wro-zone -wijzigingsgebied 9''wetgevingszone - wijzigingsgebied 9' de bestemming (gelegen aan de Oude Schoolstraat 2) te wijzigen ten behoeve van wonen, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:- 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
- 2. niet meer dan 1 woning mag worden gerealiseerd;
- 3. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
- 4. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
- 5. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
- 6. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
- 7. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
- 8. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 9. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
- j.
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone -wijzigingsgebied 10' 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 10' de bestemming (gelegen aan deDe Hoeven te Haarsteeg (perceel nr. G 291) te wijzigen ten behoeve de nieuwbouw van éénwoning, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:- 1.
de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; - 2.
voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26; - 3.
de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet wordenaangetast; - 4.
uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor watbetreft het aspect geur; - 5.
uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij ofkrachtens de Wet geluidhinder; - 6.
uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor hetbeoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden enkenmerken; - 7.
er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezigeof potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/ofcultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uithoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door degemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplichtom deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden; - 8.
de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienengerealiseerd te worden op eigen terrein.
- 1.
- k. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding
'wro-zone -wijzigingsgebied 11''wetgevingszone - wijzigingsgebied 11' de bestemming (gelegen aan de Westakker 2) te wijzigen ten behoeve van horeca in combinatie met de functie wijngaard, wijnmakerij en pluktuin, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:- 1. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 12;
- 2. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven mogen door de wijziging niet worden aangetast;
- 3. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
- 4. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder ;
- 5. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
- 6. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 7. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
- l.
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone -wijzigingsgebied 12' de bestemming (gelegen aan de Kapelstraat 45, perceel K2260) tewijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van één woning, mits:- 1.
de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; - 2.
voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26; - 3.
de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet wordenaangetast; - 4.
uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor watbetreft het aspect geur; - 5.
uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij ofkrachtens de Wet geluidhinder ten aanzien van de geluidsbelasting op de gevel van degesplitste woningen; - 6.
uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor hetbeoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden enkenmerken; - 7.
er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezigeof potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/ofcultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uithoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door degemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplichtom deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden; - 8.
de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienengerealiseerd te worden op eigen terrein.
- 1.
- m. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding
'wro-zone -wijzigingsgebied 13''wetgevingszone - wijzigingsgebied 13' de bestemming (gelegen tussen Mariendonkstraat 20 en 24) te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van twee woning, mits:- 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
- 2. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
- 3. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
- 4. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
- 5. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder ten aanzien van de geluidsbelasting op de gevel van de gesplitste woningen;
- 6. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
- 7. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 8. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
- n. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding
'wro-zone -wijzigingsgebied 14''wetgevingszone - wijzigingsgebied 14' de bestemming (gelegen aan De Hoeven 37, Haarsteeg) te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van één woning, mits:- 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
- 2. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
- 3. de belangen van omliggende agrarische bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
- 4. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
- 5. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder ten aanzien van de geluidsbelasting op de gevel van de gesplitste woningen;
- 6. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
- 7. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- 8. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
44.3 Wijziging ten behoeve van verleggen van een gasleiding
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 15' de bestemming(en) te wijzigen door de dubbelbestemming ‘Leiding - Gas’ te verwijderen, met dien verstande dat:
- a.
de aanleg van een nieuwe gasleiding of het verleggen van de gasleiding in verband met degasvoorziening nodig is; - b.
planontwikkeling in (delen van) het gebied, waardoor de leiding loopt dit wenselijk of nodigmaakt; - c.
hierover voorafgaand aan de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid overeenstemming isbereikt met de grondeigenaren; - d.
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, waarbij het aspect externeveiligheid in acht dient te worden genomen; - e.
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van deaangrenzende gronden.
44.4 Wijziging ten behoeve van uitbreiding van een begraafplaats
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 16''wetgevingszone - wijzigingsgebied 16' de bestemming Agrarisch - Glastuinbouw te wijzigen naar de bestemming Maatschappelijk, mits:
- a. het gebouw ten behoeve van de functie maximaal 50 m2 bedraagt en de maximale goot- en bouwhoogte maximaal respectievelijk 3 en 6 m bedragen;
- b. geen bedrijfswoning wordt gebouwd;
- c. de aanduiding 'begraafplaats' wordt aangebracht;
- d. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 13;
- e. aangetoond wordt dat uitbreiding van de begraafplaats noodzakelijk is voor de continuïteit van de functie;
- f. de uitbreiding geen onevenredige belemmering oplevert voor de in de omgeving liggende woningen;
- g. de stedenbouwkundige en ruimtelijke kwaliteiten niet onevenredig worden aangetast;
- h. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
44.5 Wijziging ten behoeve van opslag en oprichten kinderdagverblijf
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 17''wetgevingszone - wijzigingsgebied 17' de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' te wijzigen naar de bestemming 'Bedrijf', mits:
- a. alle bestaande kassen worden gesloopt;
- b. de bestaande loods wordt hergebruikt voor statische opslag;
- c. een gebouw ten behoeve van een kinderdagverblijf wordt gebouwd met een oppervlakte van maximaal 600 m² en een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 en 6 m;
- d. geen (extra) bedrijfswoning wordt gebouwd;
- e. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 5;
- f. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
- g. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
- h. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder ten aanzien van de geluidsbelasting op de gevel van het kinderdagverblijf;
- i. de stedenbouwkundige en ruimtelijke kwaliteiten niet onevenredig worden aangetast;
- j. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
- k. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
44.6 Herbegrenzing Ecologische Hoofdstructuur
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van aanpassen van de aanduidingsgrenzen van de aanduidingen 'ecologische hoofdstructuur' en 'zoekgebied voor ecologische verbindingszone''overige zone - ecologische hoofdstructuur' en 'overige zone - zoekgebied voor ecologische verbindingszone', met dien verstande dat:
- a. de wijziging in overeenstemming is met de begrenzing van de EHS zoals deze is vastgelegd door de provincie Noord-Brabant;
- b. er geen sprake is van een significante aantasting van de bestaande natuurwaarden.
Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in de artikelen 44.2 sub a, 44.2 sub b, 44.2 sub c, 44.2 sub d, 44.2 sub e 44.2 sub f, 44.2 sub h 44.2 sub i,44.2 sub j, 44.2 sub k, 44.2 sub l, 44.2 sub m, 44.2 sub n, 44.4 sub h, 44.5 sub h niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om wijziging van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.
Artikel 45 Algemene Procedureregels
45.1 Afwijken Wro
Met betrekking tot de voorbereiding van afwijken bij een omgevingsvergunning en het stellen van nadere eisen ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door het bevoegd gezag, geldt de volgende procedure:
- a. het voornemen wordt gepubliceerd in het plaatselijk huis-aan-huisblad en van dit voornemen wordt tevens langs elektronische weg kennisgegeven;
- b. het voornemen ligt vervolgens twee weken ter inzage op het gemeentehuis;
- c. gedurende de periode van de ter-inzage-legging kunnen belanghebbenden schriftelijk hun zienswijze kenbaar maken aan het bevoegd gezag;
- d. na afloop van de termijn van de terinzagelegging beslist het bevoegd gezag omtrent het afwijken bij een omgevingsvergunning respectievelijk nadere eisen.
45.2 Verordening Ruimte 2014
Indien dat in Hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels) is aangegeven neemt het bevoegd gezag bij het toepassen van de betreffende afwijkings- en wijzigingsregels de volgende bepalingen in acht:
- a. medewerking wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij en Nadere regels zoals op basis van de Verordening Ruimte 2014 zijn vastgesteld, zoals deze gelden op het tijdstip van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag;
- b. medewerking wordt slechts verleend indien is aangetoond dat de kans op geurhinder, waarbij uitsluitend de achtergrondbelasting wordt beschouwd, op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20% , tenzij er - indien blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages - maatregelen worden getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting welke ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert;
- c. medewerking wordt slechts verleend indien is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 µg/m³;
- d. medewerking wordt slechts verleend indien een zorgvuldige dialoog is gevoerd met de omwonenden, voorafgaand aan de definitieve planvorming en gericht op het betrekken van belangen van omwonenden bij de planontwikkeling, en waarvan een schriftelijk verslag beschikbaar is;
- e. het bepaalde in lid a mag één maal per bouwvlak en één maal in de 10 jaar buiten beschouwing blijven voor uitbreidingen van gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde kleiner dan 100 m².
Artikel 46 Van Toepassing Verklaring
Het bestemmingsplan Heusden Buitengebied van de gemeente Heusden, vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2012, blijft van toepassing, met dien verstande dat:
- a.
ter plaatse van het in dit plan opgenomen bestemmingsvlak met de bestemming 'Agrarisch':- 1.
voor de gronden met de gebiedsaanduiding 'overige zone - attentiegebied ehs' de regelsvan 'Attentiegebied EHS' (artikel 42.3) van toepassing zijn; - 2.
voor de gronden met de gebiedsaanduiding 'overige zone - cultuurhistorisch vlak' deregels van 'Cultuurhistorisch vlak' (artikel 42.4) van toepassing zijn; - 3.
voor de gronden met de gebiedsaanduiding 'overige zone - ecologische hoofdstructuur'de regels van 'Ecologische Hoofdstructuur' (artikel 42.6) van toepassing zijn; - 4.
voor de gronden met de gebiedsaanduiding 'overige zone - eendenkooi' de regels van'Eendenkooi' (artikel 42.5) van toepassing zijn; - 5.
voor de gronden met de gebiedsaanduiding 'overige zone - groenblauwe mantel' deregels van 'Groenblauwe mantel' (artikel 42.7) van toepassing zijn;
- 1.
- b.
de regels van het bestemmingsplan Heusden Buitengebied van de gemeente Heusden,vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2012, als volgt worden gewijzigd:- 1.
de tekstdelen welke in dit plan met vet zijn weergegeven, worden aan de regels van hetbestemmingsplan Heusden Buitengebied van de gemeente Heusden, vastgesteld doorde gemeenteraad op 18 december 2012, toegevoegd; - 2.
de tekstdelen welke in dit plan zijn doorgehaald, worden uit de regels van hetbestemmingsplan Heusden Buitengebied van de gemeente Heusden, vastgesteld doorde gemeenteraad op 18 december 2012, verwijderd.
- 1.
Het bestemmingsplan Heusden Buitengebied van de gemeente Heusden, vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2012 (identificatienummer NL.IMRO.0797.BPBuitengebied-VG02), aangevuld en gewijzigd door middel van het bestemmingsplan Heusden Buitengebied Reparatieplan deel A van de gemeente Heusden, vastgesteld door de gemeenteraad op 31 maart 2015 (identificatienummer NL.IMRO.0797.RPHBGA-VG01) blijft van toepassing, met dien verstande dat:
- a. de in bovengenoemde bestemmingsplannen opgenomen dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen geheel worden vervangen door de dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen in het voorliggende bestemmingsplan Heusden Buitengebied, 3de herziening ;
- b. ter plaatse van de in het voorliggende bestemmingsplan Heusden Buitengebied, 3de herziening opgenomen bestemmingen, de verbeelding volledig (inclusief alle ter plaatse geldende aanduidingen) wordt vervangen;
- c. de regels van bovengenoemde bestemmingsplannen als volgt worden gewijzigd:
- 1. de tekstdelen die in dit bestemmingsplan met een groene achtergrond zijn weergegeven, aan de regels van bovengenoemde bestemmingsplannen worden toegevoegd;
- 2. de tekstdelen die in dit bestemmingsplan zijn doorgehaald, uit de regels van bovengenoemde bestemmingsplannen worden verwijderd.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 47 Overgangsrecht
47.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Lid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
47.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in lid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Lid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 48 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het Bestemmingsplan Heusden Buitengebied, 3de herziening'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
Op 18 december 2012 heeft de gemeenteraad het Bestemmingsplan Heusden Buitengebied vastgesteld. Sinds die tijd zijn voor het buitengebied enkele (partiële) herzieningen vastgesteld waarin enerzijds de uitspraak van de Raad van State is verwerkt en anderzijds enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn gemaakt (zie ook paragraaf 1.2). Met de voorliggende partiële herziening worden verschillende doelen bereikt:
- het aanpassen van het plan naar aanleiding van de provinciale Verordening Ruimte 2014 en de reactieve aanwijzing (zie hoofdstuk 3);
- het mogelijk maken van enkele nieuwe ontwikkelingen (zie hoofdstuk 4).
- het aanpassen van het plan aan de ervaringen en algemene ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Het gaat daarbij zowel om het aanpassen van de plangrens, als om aanpassingen in de verbeelding en de regels (zie hoofdstuk 5).
Inhoudelijk worden er, tenzij anders aangegeven, geen ingrijpende wijzigingen doorgevoerd in de bestemmingsregelingen en/of verbeelding. In hoofdstuk 2 van deze toelichting worden de wijzigingen ten opzichte van het moederplan toegelicht. Deze toelichting dient ter verduidelijking van de gemaakte keuzen in dit bestemmingsplan en ter informatie over het van toepassing zijnde beleid.
Voor de niet in deze herziening opgenomen onderdelen blijft de bestemmingsregeling zoals opgenomen in de regels en op de verbeelding van het bestemmingsplan ‘Heusden Buitengebied’ van kracht.
1.2 Geldende Bestemmingsplannen
Bestemmingsplan Heusden Buitengebied
Zoals hiervoor is aangegeven geldt voor het buitengebied van de gemeente in de eerste plaats het Bestemmingplan Heusden Buitengebied zoals dat op 12 december 2012 door de gemeenteraad is vastgesteld.
Reactieve aanwijzing
Naar aanleiding van het raadsbesluit hebben Gedeputeerde Staten op 22 januari 2013 een zogenaamde reactieve aanwijzing gegeven. Dat houdt in dat bepaalde delen van het bestemmingsplan niet in werking zijn getreden. Het betrof drie locaties en enkele passages in de regels. Op 19 maart 2013 hebben Gedeputeerde Staten de reactieve aanwijzing voor de locatie Duinweg 19 te Drunen weer ingetrokken.
Tegen de reactieve aanwijzing is door de gemeente beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder Raad van State) heeft op 22 oktober 2014 uitspraak gedaan. Daarbij is de reactieve aanwijzing voor het vergroten van een bouwvlak ter plaatse van de Oosterseweg 15 te Elshout vernietigd. Het bestemmingsplan is voor dit perceel alsnog in werking getreden en onherroepelijk geworden.
Het resultaat van de verschillende besluiten en uitspraken is voor het voorliggende plan het volgende:
artikel 3.7.8 artikel 44.2.d | Twee passages in de regels zijn niet in werking zijn getreden. Omdat dit niet eerder in de regels is verwerkt en om misverstanden te voorkomen, worden deze twee passages door middel van het voorliggende plan uit de regels gehaald. Het gaat om twee passages in de wijzigingsbevoegdheden. Enerzijds gaat het om een wijzigingsbevoegdheid bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf (3.7.8). Het plan biedt de mogelijkheid om de bestemming dan te wijzigen naar recreatieve voorzieningen. Anderzijds gaat het om de algemene wijzigingsbevoegdheid in artikel 44.2.d (wijzigingsgebied 4 aan de Hoge Schijf). Volgens beide bepalingen kunnen voorzieningen worden toegelaten met maximaal 250.000 bezoekers per jaar. Dat maximum aantal is niet in werking getreden. Daardoor is het aantal bezoekers maximaal 100.000 per jaar. |
Vendreef 3 Vlijmen | Voor de locatie Vendreef 3 te Vlijmen treedt de aanduiding 'paardenhouderij' niet in werking. In dit plan is voor dit perceel de begripsomschrijving 'agrarisch bedrijf' van toepassing, waarbinnen het fokken van paarden is toegestaan. Tevens is een aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' opgenomen gelet op de vergunde situatie ter plaatse. |
Beroepszaak
Tegen het vastgestelde plan zijn in totaal 26 beroepen aangetekend. Op 22 oktober 2014 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over de ingestelde beroepen en is het bestemmingsplan grotendeels in stand gelaten, maar wat betreft het bepaalde omtrent een beperkt aantal percelen en planregels vernietigd (zie hierna).
De Raad van State droeg de gemeente op om binnen 4 weken 2 onderdelen te verwerken in het digitaal gepubliceerde bestemmingsplan, zie onderstaand. Dat is gedaan bij de publicatie van het bestemmingsplan.
Artikel 42, lid 3.3 | De Raad van State voorzag al in dit planonderdeel door het schrappen van de zinssnede "en er geen negatieve effecten optreden in aangrenzende Natura 2000-gebieden" uit dit artikel. |
Tuinbouwweg 49 te Haarsteeg | De aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geschrapt. |
Daarnaast droeg de Raad van State de gemeente op om binnen 26 weken opnieuw te besluiten over een tiental onderdelen. Dit is gebeurd in de vorm van twee reparatiebesluiten, te weten bestemmingsplan Heusden Buitengebied Reparatieplan Deel A en bestemmingsplan Heusden Buitengebied Reparatieplan Deel B.
Bestemmingsplan Heusden Buitengebied Reparatieplan Deel A
Heusden Buitengebied Reparatieplan deel A is op 31 maart 2015 door de gemeenteraad vastgesteld. In dit plan zijn de regels van het Bestemmingsplan Buitengebied hersteld en is voor 4 locaties een nieuwe regeling op de verbeelding opgenomen. Het betreffen de volgende wijzigingen:
- een aanpassing van de regeling voor teeltondersteunende voorzieningen; - een aanpassing van de regeling voor seizoensarbeiders; - toekenning van een persoonsgebonden bestemming voor het perceel Groenewoud 22 in Drunen; - het bijstellen en het nader onderbouwen van de regeling voor nevenactiviteiten voor het perceel Voordijk 69 in Haarsteeg; - het toekennen van de bestemming "agrarisch" aan perceel sectie F, nummer 47 aan de Zeedijk bij Elshout. |
Reparatieplan Deel A is inmiddels onherroepelijk en vormt een samenhangend geheel met het bestemmingsplan Heusden Buitengebied.
Bestemmingsplan Heusden Buitengebied Reparatieplan Deel B
Heusden Buitengebied Reparatieplan deel B is op 12 mei 2015 door de gemeenteraad vastgesteld. In dit plan is voor 3 locaties een nieuwe regeling op de verbeelding opgenomen. Het betreft de volgende locaties:
Elshoutsestraat 3 in Elshout | Het toekennen van een bedrijfsbestemming. |
Zeedijk 2 in Elshout | Het vergroten van het bouwvlak. |
Giersbergen 19 in Drunen | Het toekennen van een bouwvlak voor een woning. |
Reparatieplan Deel B is als zelfstandig bestemmingsplan (inclusief planregels) vastgesteld en voldoet aan de Verordening Ruimte 2014 en is om die reden geen onderdeel van de voorliggende herziening.
Bestemmingsplan Vaartweg (1e herziening)
Een aantal agrarische percelen in de omgeving van de Vaartweg zijn in het bestemmingsplan Vaartweg opgenomen. Voor deze percelen is daarmee in een actuele regeling voorzien. Meenemen in deze herziening is dan ook niet nodig.
Bestemmingsplan Buitengebied, 2de herziening
Voor een aantal (particuliere) ontwikkelingen in het buitengebied is het bestemmingsplan Heusden Buitengebied, 2de herziening opgesteld. Dit bestemmingsplan volgt een eigen procedure en maakt daarom geen onderdeel uit van deze herziening,
1.3 Leeswijzer
De landelijke standaarden voor het opstellen van bestemmingsplannen voorzien in verschillende mogelijkheden voor het opstellen van herzieningen. Er is daarom voor gekozen om in hoofdstuk 2 eerst een toelichting te geven op het juridische gedeelte van de herziening, zodat duidelijk is op welke wijze de verbeelding en de regels moeten worden gelezen. De hoofdstukken 3, 4 en 5 geven een overzicht van alle wijzigingen ten opzichte van het moederplan. Tot slot komt in hoofdstuk 7 het aspect uitvoerbaarheid aan de orde.
Hoofdstuk 2 Juridische Toelichting
2.1 Algemeen
Een bestemmingsplan bestaat uit de juridisch bindende regels en verbeelding en gaat vergezeld van een toelichting.
De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.
De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij de harde randvoorwaarden. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het bestemmingsplan.
De toelichting heeft geen bindende werking; de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.
2.2 Opzet 3de Herziening
Voorliggend bestemmingsplan betreft een gedeeltelijke herziening van de geldende bestemmingsplannen (Heusden Buitengebied en Reparatieplan A), ook wel het moederplan genoemd. Hierdoor is sprake van een afwijkende opzet in vergelijking met een 'regulier' bestemmingsplan.
De herziening is opgesteld op basis van de landelijke standaard (SVBP2012), omdat terinzagelegging plaatsvindt na 1 juli 2013. Voor alle bestemmingsplannen die worden opgesteld na deze datum - ook voor partiële herzieningen - dient op basis van de Wet ruimtelijke ordening SVBP2012 te worden toegepast. De gebruikte terminologie van SVBP2012 verschilt op onderdelen van die van SVBP2008, de standaard die in het moederplan is toegepast.
Verbeelding
Alleen de percelen, bestemmingen en gebiedsaanduidingen waar naar aanleiding van deze herziening een aanpassing plaatsvindt worden op de verbeelding opgenomen, wat geregeld is in artikel 46 van de regels. De SVBP2012 biedt de mogelijkheid om uitsluitend die zaken in de herziening op te nemen die wijzigen. Uitgangspunt voor de weergave op de verbeelding is dat alleen het gewijzigde aspect in beeld gebracht wordt. Gebleken is dat niet alle wijzigingen op basis van deze systematiek in beeld gebracht kunnen worden. Hierbij gaat het voornamelijk om zaken die van de verbeelding verwijderd dienen te worden. Denk bijvoorbeeld aan het verwijderen van een functieaanduiding of het verwijderen van een gedeelte van het bouwvlak (dit is het geval wanneer het bouwvlak verkleind of van vorm veranderd dient te worden).
Om die reden wordt ten aanzien van de verbeelding gebruik gemaakt van 2 systematieken:
- Voor percelen waar bijvoorbeeld een aanduiding of een bouwvlak toegevoegd of verwijderd dient te worden, worden alle perceelsgebonden enkelbestemmingen, functie, maatvoerings- en bouwaanduidingen in beeld gebracht. Voor locaties waar iets komt te vervallen, zijn dat dus alle aspecten behalve het te verwijderen aspect. Voor al deze percelen geldt dat de nieuwe situatie/de eindsituatie op perceelsniveau zichtbaar is
- Alle dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen zijn opnieuw opgenomen in het voorliggende plan:
- 1. na de vaststelling van Heusden Buitengebied zijn de verplichte landelijke standaarden aangepast. Volgens 'SVBP2012' moeten met name de namen van de gebiedsaanduidingen anders geformuleerd worden. In het voorliggende plan worden de nieuwe benamingen gehanteerd;
- 2. als gevolg van de Verordening ruimte 2014 zijn enkele gebiedsaanduidingen gewijzigd (zie hoofdstuk 3). Dit maakt het noodzakelijk deze in het voorliggende plan op te nemen;
- 3. door het opnemen van alle dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen ontstaat voor de percelen die in het voorliggende plan zijn opgenomen een compleet beeld van alle regelingen die op die percelen van toepassing zijn.
Om een compleet beeld te krijgen van de nieuwe situatie dient de 3de herziening derhalve in samenhang met het moederplan geraadpleegd te worden.
Regels
In verband met de leesbaarheid van het voorliggende plan is een complete set regels opgenomen. Deze moeten als volgt worden gelezen (zie ook artikel 46):
- als eerste zijn de regels opgenomen zoals die na vaststelling van het bestemmingsplan Heusden Buitengebied Reparatieplan Deel A voor het hele buitengebied gelden. Het gaat daarbij om de regels vanuit het moederplan en de wijzigingen als gevolg van het Reparatieplan deel A;
- de wijzigingen dan wel aanvullingen/verwijderingen als gevolg van onderhavige 3de herziening zijn in de planregels met een doorhaling of een toevoeging in groen opgenomen.
Alleen de toevoegingen of doorhalingen (vervallen tekst) maken juridisch-planologisch onderdeel uit van de 3de herziening. De niet gemarkeerde regels zijn ter informatie opgenomen, zodat een goed beeld ontstaat van de nieuwe regels en hoe deze ingepast zijn in de (bestaande) regels van het moederplan.
Voor wat betreft de procedure van de 3de herziening en de mogelijkheid om zienswijzen kenbaar te maken kan het volgende worden opgemerkt. De niet gemarkeerde regels kunnen in principe niet opnieuw ter discussie gesteld worden, omdat deze enkel een informatieve rol in deze herziening vervullen en formeel geen onderdeel van de 3de herziening uitmaken. De raad neemt hierover geen nieuw besluit meer. Daarop bestaan twee uitzonderingen:
- voor de in het plan opgenomen afzonderlijke percelen (zie hoofdstuk 4) waaraan een (gewijzigde) bestemming is toegekend;
- in de 3de herziening worden (vanwege de leesbaarheid) de dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen opnieuw opgenomen.
Hoofdstuk 3 Verordening Ruimte 2014
De provincie Noord-Brabant heeft op 7 februari 2014 de Verordening Ruimte 2014 vastgesteld. De Verordening Ruimte 2014 is met betrekking tot de volgende onderdelen van belang voor het buitengebied van Heusden:
- het beleid en de toegestane ontwikkelingsmogelijkheden voor de veehouderijen in Brabant zijn ingrijpend gewijzigd: uitbreiding van bedrijven is geen recht, maar moet 'verdiend' worden door te voldoen aan de eisen van een zorgvuldige veehouderij;
- op de verbeelding van de Verordening zijn voor Heusden aanduidingen met betrekking tot natuur en landschap, water, cultuurhistorie en agrarische ontwikkelingen opgenomen. Nagegaan moet worden of sprake is van een gewijzigde begrenzing die betrokken moeten worden bij de planherziening.
In de volgende paragrafen worden deze onderdelen van de Verordening Ruimte beschreven.
3.1 Agrarisch
3.1.1 Regeling
In de Verordening Ruimte 2014 wordt het volgende onderscheid gemaakt in agrarische bedrijven:
- (vollegrond)teeltbedrijf: agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
- veehouderij: agrarisch bedrijf gericht op fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en/of pelsdieren;
- glastuinbouwbedrijf: agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt;
- overig agrarisch bedrijf: agrarisch bedrijf dat niet binnen de definitie van veehouderij, (vollegronds)teeltbedrijf of glastuinbouwbedrijf valt. Hieronder worden ook de paardenfokkerijen begrepen.
De verordening maakt daarbij binnen veehouderijbedrijven geen onderscheid tussen grondgebonden veehouderij en intensieve veehouderij. Voor de toelaatbare ontwikkelingen bij agrarische bedrijven is verder van belang dat binnen de provincie gebieden zijn aangewezen als Groenblauwe mantel of Gemengd landelijk gebied en dat er gebieden zijn aangewezen met Beperkingen veehouderij.
Veehouderij
Voor het beleid voor veehouderijen is het onderscheid tussen Groenblauwe mantel en Gemengd landelijk gebied niet van belang: de toelaatbare ontwikkelingen zijn in beide gebieden identiek.
Uitbreiding van de bebouwing binnen een bouwvlak
Uitbreiding van de bestaande bebouwingsoppervlakte (door nieuwbouw ten behoeve van het uitoefenen van een veehouderij (zoals stallen, machinebergingen of mestopslag) dan wel door bestaande bebouwing in gebruik te nemen voor het huisvesten van dieren) op het bouwvlak is uitsluitend toegestaan indien aan de voorwaarden uit de verordening wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn:
- er moet geborgd worden dat sprake is van een ontwikkeling naar en instandhouding van een zorgvuldige veehouderij (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV));
- de ontwikkeling moet, vanuit een goede leefomgeving (zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en volksgezondheid) inpasbaar zijn in de omgeving;
- er moet een zorgvuldige dialoog worden gevoerd, gericht op het betrekken van belangen van omwonenden bij de planontwikkeling;
- er moet geborgd worden dat binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren, met uitzondering van volière- en scharrelstallen voor legkippen waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden;
- er moet voldaan worden aan extra eisen ten aanzien van geur en fijn stof;
Daarbij geldt als extra voorwaarde dat melkveebedrijven, gelegen in het gebied 'Beperkingen veehouderij' aan moeten tonen in voldoende mate grondgebonden te zijn. Op gemengde bedrijven (bijvoorbeeld veehouderij in combinatie met vollegrondsteeltbedrijven of paardenhouderijen) mag worden gebouwd ten behoeve van de nietveehouderijtak zonder dat aan de bovengenoemde voorwaarden behoeft te worden voldaan. Tot slot moet worden geborgd dat bij een gebruikswijziging van bestaande gebouwen, gericht op de uitbreiding van de veehouderij, ook aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan.
De Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij is opgebouwd rond diverse thema's en om te voldoen aan het criterium 'zorgvuldig' moet een minimale score van 7 op de BZV worden gehaald. In de loop der tijd zal het aantal thema's worden uitgebreid en de scores worden bijgesteld.
Hoewel het in theorie mogelijk is dat ook intensieve veehouderijen in het gebied Beperkingen veehouderij voldoen aan de voorgeschreven grondgebondenheid, gaat de provincie ervan uit dat intensieve veehouderijen hier geen ontwikkelingsmogelijkheden meer hebben (voortzetting van het beleid zoals dat goldt voor de extensiveringsgebieden).
Vergroten van agrarische bouwvlakken en omschakeling
Het wijzigen en vergroten van agrarische bouwvlakken alsmede het wijzigen van de bedrijfsvoering naar veehouderij (omschakeling) is toegestaan, maar ook hier gelden de volgende voorwaarden:
- a. er moet geborgd worden dat sprake is van een zorgvuldige veehouderij (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV));
- b. de ontwikkeling moet, vanuit een goede leefomgeving (zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en volksgezondheid) inpasbaar zijn in de omgeving;
- c. het bouwperceel bedraagt ten hoogste 1,5 ha;
- d. er moet een zorgvuldige dialoog worden gevoerd, gericht op het betrekken van belangen van omwonenden bij de planontwikkeling;
- e. er moet sprake zijn van een landschappelijke inpassing ter grootte van ten minste 10% van de omvang van het bouwperceel;
- f. er moet geborgd worden dat binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren, met uitzondering van volière- en scharrelstallen voor legkippen waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden;
- g. er moet voldaan worden aan extra eisen ten aanzien van geur en fijn stof;
- h. daarbij geldt als extra voorwaarde dat melkveebedrijven gelegen in het gebied Beperkingen veehouderij aan moeten tonen in voldoende mate grondgebonden te zijn.
Tot slot moet worden geborgd dat bij een gebruikswijziging van bestaande gebouwen, gericht op de uitbreiding van de veehouderij, ook aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan.
Voor uitbreiding boven 1,5 ha geldt tevens dat bedrijven blijvend moeten beschikken over voldoende gronden om een veebezetting van 2 GVE/ha of minder te garanderen. Deze voorwaarde met betrekking tot de veebezetting geldt niet voor uitbreidingen in combinatie met de sanering van een overbelaste situatie waarbij er elders feitelijk en juridisch een veehouderij wordt opgeheven en er per saldo geen groei plaatsvindt van het vergunde aantal dieren. De uitbreiding van bouwvlak tot een oppervlakte boven de 1,5 ha kan ook worden toegestaan voor een vernieuwend bedrijfsconcept.
Uitzonderingen
Een aantal uitbreidingen valt niet onder de BZV:
- uitbreidingen van nevenfuncties (borgen dat de toename van de bebouwing niet wordt gebruikt voor de uitoefening van de gevestigde veehouderij);
- opslagvoorzieningen (géén gebouwen) voor ruwvoer.
Nieuwe agrarische bouwvlakken
Nieuwvestiging (het opnemen van een agrarisch bouwvlak op een locatie waar voorheen geen agrarisch bouwvlak aanwezig was) is alleen toegestaan op een zogenaamde vestigingslocatie: een bestaand bestemmings- of bouwvlak waarbinnen het geldend bestemmingsplan het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 100 m2 toestaat. Ook voor deze nieuwvestiging gelden de voorwaarden zoals genoemd bij de vergroting van bouwvlakken.
Gebruikswijzigingen en aantal bouwlagen
Uitsluitend bij uitbreiding (van het bouwvlak), vestiging (nieuwvesting) en omschakeling gelden beperkingen ten aanzien van het aantal bouwlagen en gebruikswijzigingen van gebouwen die (nog) niet voor de veehouderij in gebruik zijn. Deze voorwaarden gelden ook voor (de uitbreiding van) bestaande bebouwing (de regeling met betrekking tot bouwlagen is overigens al in het moederplan opgenomen).
Verwevingsgebieden, landbouwontwikkelingsgebieden en extensiveringsgebieden
Het beleid zoals in voorheen geldende Verordeningen beschreven voor intensieve veehouderij in de verwevingsgebieden, landbouwontwikkelingsgebieden en extensiveringsgebieden komt te vervallen. In plaats daarvan wordt de gebiedscategorie 'Beperkingen veehouderij' geïntroduceerd, die in grote lijnen overeenkomt met de extensiveringsgebieden. In de gebieden met Beperkingen veehouderij worden extra eisen gesteld aan de grondgebondenheid van veehouderijen.
Onderscheid (grondgebonden) veehouderij en intensieve veehouderij
In het geldende bestemmingsplan Heusden Buitengebied is een onderscheid gemaakt tussen (grondgebonden) veehouderij en intensieve veehouderij vanwege de ruimtelijke relevantie:
- a. ruimtelijke uitstraling: grondgebonden veehouderijbedrijven met omliggende onbebouwde gronden voor de voerproductie versus intensieve veehouderijen waarbij in een gebied sprake zal zijn van een relatief hogere bebouwingsdichtheid vanwege het niet noodzakelijkerwijs aanwezig zijn van omliggende onbebouwde gronden;
- b. geur: de geurbelasting vanuit intensieve veehouderijen is doorgaans groter dan vanuit grondgebonden veehouderijen. Dit houdt verband met enerzijds de gehouden diersoort, maar ook met de omvang/aantal te houden dieren (het bouwvlak voor een intensieve veehouderij wordt bijna geheel ingericht voor de huisvesting van dieren terwijl de bouwvlakken voor grondgebonden veehouderij ook worden benut voor de stalling van landbouwmachines voor de voerwinning en de opslag van voer);
- c. fijn stof: de emissie van fijn stof vanuit intensieve veehouderijen is doorgaans groter dan de emissie bij grondgebonden veehouderijen.
In het bestemmingsplan Heusden Buitengebied waren de intensieve veehouderijen al aangeduid, dit is nu niet gewijzigd.
Uitbreiding agrarische bedrijven in bestemmingsplan Heusden Buitengebied.
- 1. Grondgebonden veehouderij: 2,5 ha
- 1. Intensieve veehouderij: 1,5 ha
- 2. Overige agrarische bedrijven: 1,5 ha
In het gebied met Beperkingen veehouderij wordt voor de intensieve veehouderij bepaald dat uitbreiding van bebouwing voor het uitoefenen van intensieve veehouderij binnen het bouwvlak, omschakeling naar intensieve veehouderij of vergroting van bouwvlakken ten behoeve van de uitbreiding van de intensieve veehouderij niet is toegestaan. Dit komt overeen met het beleid zoals door de provincie in de verordening is beoogd.
Dialoog met de omgeving
In de Verordening ruimte 2014 geeft de toelichting op de artikelen 6.3 en 7.3 aan dat de toelichting van een bestemmingsplan een verantwoording dient te bevatten dat er een zorgvuldige dialoog is gevoerd.
Ondernemers en hun omgeving hebben beide een belang bij het onderhouden van een goede relatie. De dialoog is er specifiek op gericht om in een vroegtijdig stadium (nog voordat het concrete plan vastligt) kennis te nemen van eventuele bezwaren, wensen en belangen van omwonenden, zodat die bij de uitwerking betrokken kunnen worden. Dit kan bijvoorbeeld door samen met de omgeving te bespreken hoe vanuit ieders perspectief een goede invulling gegeven wordt aan de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij. De omgeving is daarbij geen vastomlijnd begrip. Dit is sterk afhankelijk van de gewenste ontwikkeling en de effecten op de omgeving. De gemeente kan dit het beste beoordelen. Het is overigens niet zo dat partijen het altijd met elkaar eens moeten worden. Het gaat er om dat inzicht bestaat in de wensen van de omgeving in relatie tot de mogelijkheden die de ondernemer heeft. De gemeente beslist of de dialoog op een (voldoende) zorgvuldige wijze is gevoerd.
(Vollegrond)teeltbedrijven
Voor (vollegrond)teeltbedrijven is het onderscheid tussen 'Gemengd landelijk gebied' en de 'Groenblauwe mantel' wel van belang. Het bestemmingsplan Heusden Buitengebied' voldoet reeds voor deze bedrijven aan de Verordening Ruimte 2014.
Glastuinbouwbedrijven
Voor glastuinbouwbedrijven geldt dat het bestemmingsplan Heusden Buitengebied reeds voldoet aan de Verordening ruimte 2014.
Overige agrarische bedrijven
Voor de overige agrarische bedrijven geldt dat het bestemmingsplan Heusden Buitengebied reeds voldoet aan de Verordening ruimte 2014; er zijn geen aanpassingen in de regeling noodzakelijk.
Mestbewerking en vergisting. Op basis van de Verordening mogen mestbewerking en -vergisting niet langer aangemerkt worden als agrarische hulp- en nevenbedrijven, maar gelden hiervoor de regels voor Bedrijf.
3.1.2 Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Begrippen en indeling van agrarische bedrijven
Op basis van de aangepaste begripsbepaling voor agrarisch bedrijf, de huidige plansystematiek en noodzakelijke aanpassingen aan de Verordening Ruimte 2014 zijn agrarisch bedrijven geïnventariseerd en voorzien van een relevante functieaanduiding:
- vollegrondsteeltbedrijven: zijn algemeen toelaatbaar en deze behoeven geen nadere aanduiding op de verbeelding. Aan deze bedrijven kunnen rechtstreekse bouwmogelijkheden geboden worden;
- niet-intensieve veehouderijbedrijven: hoewel onbebouwde gronden voor veehouderij gebruikt mogen worden, is het noodzakelijk op bouwvlakken regels te stellen aan de (grondgebonden) veehouderij; op de verbeelding worden deze bedrijven met een specifieke aanduiding weergegeven (specifieke vorm van agrarisch - veehouderij). Uitbreiding tot 2,5 ha is volgens de verordening niet meer mogelijk en wordt als zodanig verwerkt in het bestemmingsplan;
- intensieve veehouderij: deze bedrijven zijn ook in het moederplan als zodanig onderscheiden en deze indeling wordt gehandhaafd;
- intensieve kwekerij: deze bedrijven zijn ook in het moederplan als zodanig onderscheiden en deze indeling wordt gehandhaafd;
- glastuinbouw: deze bedrijven zijn ook in het moederplan als zodanig onderscheiden en deze indeling wordt gehandhaafd.
De bestemmingsomschrijving in artikel 3.1 wordt hierop aangepast.
Gebiedsaanduidingen
De gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' op de verbeelding komt te vervallen. Waar in de regels wordt verwezen naar deze gebiedsaanduiding/reconstructiewetzone worden deze geschrapt.
De gebieden in de verordening aangeduid als Beperkingen veehouderij worden in het bestemmingsplan aangeduid met de gebiedsaanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij'. Het gebied Beperkingen veehouderij komt nagenoeg overeen met de 'oude' extensiveringsgebieden. De gebiedsaanduiding is in de regels opgenomen in artikel 42.15.
Veehouderijbedrijven die een aanduiding 'intensieve veehouderij' hebben gekregen, zijn tevens in het gebied Beperkingen veehouderij gelegen. Voor deze bedrijven is, conform de andere bedrijven met intensieve veehouderij in het gebied met Beperkingen veehouderij, de huidige oppervlakte in gebruik voor intensieve veehouderij vastgelegd in artikel 3.
Bouw- en ontwikkelingsmogelijkheden
Voor (grondgebonden) veehouderijen en intensieve veehouderijen (hoofd- en neventakken) worden de regels als volgt aangepast.
- De bestaande bebouwingsoppervlakte ten behoeve van de uitoefening van de veehouderij (in de ruime zin van het woord dus inclusief gebouwen die niet gebruikt worden voor de huisvesting van dieren maar wel noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de veehouderij) mag alleen via aan afwijkingsprocedure worden uitgebreid.
- Er geldt ook een afwijkingsprocedure om bestaande bebouwing die nog niet voor de uitoefening van veehouderij of de huisvesting van dieren wordt gebruikt, als zodanig te gaan gebruiken.
- De voorwaarden in de afwijkingsbevoegdheden zijn afgestemd op de voorwaarden uit de Verordening Ruimte 2014. Ten behoeve van vollegrondsteelten of paardenhouderij geldt geen verbod op uitbreiding van de bebouwing.
- De voorwaarden in de wijzigingsbevoegdheden voor uitbreiding van bouwvlakken voor grondgebonden veehouderijbedrijven of voor intensieve veehouderijbedrijven zijn afgestemd op de voorwaarden uit de Verordening Ruimte 2014.
- De omschakeling van een intensieve veehouderij naar een grondgebonden veehouderij is mogelijk met toepassing van een afwijking voor bouwen en/of in gebruik nemen van gebouwen voor veehouderij, eventueel in combinatie met de bepalingen in de artikelen (wijzigingsbevoegdheid voor verwijderen aanduidingen intensieve veehouderij bij beëindiging intensieve veehouderijactiviteiten).
Voor alle wijzigingsbevoegdheden geldt dat de opgenomen voorwaarden afgestemd zijn op de Verordening Ruimte 2014. Na toepassing van de wijzigingsbevoegdheden gelden voor de aangepaste bouwvlakken de bouw- en gebruikregels en afwijkingsbevoegdheden met betrekking tot de bestaande bebouwing zoals hiervoor beschreven. Een nieuwe begripsbepaling wordt toegevoegd voor de zorgvuldige veehouderij.
Overig
Voor mestbewerking wordt een nieuwe begripsbepaling opgenomen. In de begripsbepaling wordt mestbewerking niet langer aangemerkt als een agrarisch hulp- en nevenbedrijf.
De inventarisatie en actualisering van gegevens over de agrarische bedrijven hebben er toe geleid dat voor een aantal bedrijven de functieaanduidingen zijn aangepast. Dit betreft de volgende bedrijven:
Locatie | Overweging | Aanpassing |
Oosterseweg 3-5 | Ter plaatse is sprake van een champignonkwekerij. | Dit bedrijf wordt in de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Agrarisch' expliciet genoemd. |
Bosscheweg 61 | Op deze locatie is sprake van een intensieve veehouderij, gelet op de vergunde situatie. | Een aanduiding 'intensieve veehouderij' is opgenomen. |
Heusdenseweg 17-19 - glastuinbouw | Op deze locatie is sprake van een glastuinbouwbedrijf. | Een aanduiding 'glastuinbouw' is opgenomen. |
Achterstraat 16 en Naulandseweg 53 | Op deze locaties is zowel een paardenhouderij aanwezig (reeds aangeduid) alsmede een veehouderij. | Voor deze locaties is aanvullend een aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' opgenomen. |
3.2 Natuur, Landschap En Cultuurhistorie
In de verordening zijn, binnen de plangrenzen van het Buitengebied besluitgebieden opgenomen voor de ecologische hoofdstructuur, de ecologische verbindingszones, het attentiegebied ecologische hoofdstructuur, het behoud en herstel van watersystemen en de Groenblauwe mantel. Voor deze besluitgebieden zijn in de verordening regels opgenomen. De genoemde gebieden zijn ook in het bestemmingsplan Buitengebied opgenomen. Ten behoeve van de herziening is de begrenzing van de gebieden geactualiseerd en bezien of de regels van het bestemmingsplan naar aanleiding van de verordening aanpassing behoeven.
3.3 Bevordering Van Ruimtelijke Kwaliteit
Het moederplan Buitengebied bevat de nodige regels met betrekking tot landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteitswinst. In artikel 2.2 van de Verordening ruimte 2011 heeft de provincie de verplichting voor gemeenten opgenomen om een kwaliteitsbeleid voor het landschap te voeren. Dit principe omvat kort samengevat dat er ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden mogen worden geboden, mits deze gepaard gaan met maatregelen die de kwaliteit van landschap, bodem, water, natuur, of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied versterken.
Deze eisen zijn door de gemeente Heusden, in samenwerking met een aantal andere gemeenten in de regio en de provincie, verwerkt in de “Werkafspraken kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant".
De notitie betreft een afsprakenkader, waarin wordt geschetst op welke manieren met de eisen omtrent kwaliteitsverbetering uit de Verordening ruimte 2014 kan worden omgegaan en wat het verwachtingsniveau is ten aanzien van de verwachte inspanning.
Het besluit om medewerking te verlenen aan ontwikkelingen in het buitengebied is afhankelijk van het eigen ruimtelijk beleid dat door de gemeenten wordt gevoerd. Dat betekent dat initiatieven in de eerste plaats aan dit beleid zullen worden getoetst, voordat wordt toegekomen aan het bepalen van de bijdrage in de kwaliteit van de landschappelijke inpassing en de wijze waarop deze bijdrage kan worden ingezet.
Indien ontwikkelingen passen in het beleid en ook ruimtelijk/planologisch inpasbaar blijken, is de notitie het handvat om inhoud te geven aan de gevraagde investering in de kwaliteit van het landschap. Via drie categorieën van ruimtelijke ontwikkelingen met invloed op de omgeving is bepaald hoe invulling wordt gegeven aan artikel 3.2 van de Verordening ruimte 2014:
Categorie 1: Ruimtelijke ontwikkelingen waarop de regels inzake kwaliteitsverbetering niet van toepassing zijn of worden geacht te zijn (geen landschappelijke inpassing en evenmin ruimtelijke kwaliteitsverbetering vereist).
Categorie 2: Ruimtelijke ontwikkelingen waarop de regels inzake kwaliteitsverbetering van toepassing zijn, maar waarbij het gaat om ontwikkelingen die een (zeer) beperkte invloed op het landschap hebben (alleen landschappelijke inpassing vereist).
Categorie 3: Ruimtelijke ontwikkelingen waarop de regels inzake kwaliteitsverbetering van toepassing zijn en waarbij sprake is van een (substantiële) invloed op het landschap (zowel landschappelijke inpassing als ruimtelijke kwaliteitsverbetering vereist).
In de bijlage bij de notitie zijn de ontwikkelingen behorend bij deze categorieën concreet benoemd. Deze lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende ontwikkelingen. Deze lijst kan worden gewijzigd op basis van nieuwe ontwikkelingen.
In het moederplan is reeds bij deze ontwikkelingen opgenomen dat sprake moet zijn van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem en/ of water en/ of landschap en/ of cultuurhistorie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de versie Werkafspraken kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant op het moment ten tijde van het binnenkomen van de aanvraag.
Hoofdstuk 4 Nieuwe Ontwikkelingen
Een aantal particulieren heeft aangegeven ontwikkelingsplannen te hebben. Hiervoor zijn ruimtelijke onderbouwingen aangeleverd. Indien uit de onderzoeken blijkt dat geen sprake is van ruimtelijke en/of milieutechnische belemmeringen en voldaan is aan de regeling kwaliteitsverbetering, zijn de gewenste ontwikkeling vertaald in de 3de herziening. De ruimtelijke onderbouwingen zijn als bijlagen bij de toelichting gevoegd. Het gaat daarbij om de volgende adressen.
4.1 Abdijlaan 2 Te Nieuwkuijk
Voor het perceel wordt de bestemming tuin vergroot met een oppervlakte van circa 750 m2 conform eerder gemaakt afspraken in het kader van de verkoop van het perceel. De bouwmogelijkheden nemen niet toe op het perceel.
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 3. Een berekening is toegevoegd waaruit de kwaliteitsverbetering moet bestaan. Om dit juridisch te borgen is deze verplichting opgenomen in de planregels. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in het bestemmingsplan
De bestemming tuin is vergroot.
4.2 De Hoeven, Perceel G-1011 Te Haarsteeg
De initiatiefnemer verzorgt nu vanuit zijn woning aan de Haarsteegsestraat 8a te Haarsteeg hovenierswerkzaamheden. Vanwege de groei die het bedrijf heeft doorgemaakt is er behoefte aan een bedrijfsgebouw. Bij de woning van de initiatiefnemer zijn daarvoor geen mogelijkheden. De initiatiefnemer heeft het voornemen om een bedrijfsgebouw van maximaal 500 m2 op de locatie aan De Hoeven te realiseren. De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 1 bij deze toelichting opgenomen.
Ligging perceel
Vertaling in het bestemmingsplan
Voor het perceel is een bestemming Bedrijf opgenomen. In de bestemmingsomschrijving zijn de toegestane bedrijfsactiviteiten nader verklaard. Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
4.3 Dorpsstraat 3 En 5 Te Doeveren
Het perceel heeft de bestemming 'Agrarisch', waarbij een groot deel is opgenomen in een bouwvlak met de aanduiding 'intensieve veehouderij'. De oude boerderij heeft de aanduiding karakteristiek en is beschermd als gemeentelijk monument. Het agrarische bedrijf is reeds beëindigd. De eigenaar heeft het voornemen de karakteristieke boerderij te splitsen in twee woningen. Verder wil hij een deel van de voormalige bedrijfsbebouwing (aanbouw 146 m2, mestsilo 95 m2 en vloerplaat 113 m2) slopen en een deel van de gebouwen handhaven en in gebruik nemen als bedrijfsruimte voor ambachtelijke bedrijven en opslag (980 m2).
Geldend bestemmingsplan Heusden Buitengebied
De splitsing van de boerderij past in de wijzigingsbevoegdheden zoals die in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Voor de combinatie met de functiewijziging van een deel van de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen naar een bedrijfsbestemming is een herziening van het bestemmingsplan nodig. De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 2 bij deze toelichting opgenomen.
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 2 en 3. De voorgenomen functieverandering en splitsing van het voormalige monumentale boerderijgebouw, kan worden beschouwd als een categorie 2 ontwikkeling, waarvoor alleen landschappelijke inpassing is vereist. Het voorgenomen hergebruik van de bestaande opstallen ten behoeve van opslag en kleinschalige bedrijvigheid dient te worden beschouwd als een categorie 3 ontwikkeling, waarop de regels inzake kwaliteitsverbetering van toepassing zijn en waarbij zowel landschappelijke inpassing als een ruimtelijke kwaliteitsverbetering van het landschap noodzakelijk zijn. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in het bestemmingsplan
Voor het perceel is een woonbestemming opgenomen conform de gebruikelijke plansystematiek. De bedrijfsactiviteiten zijn door middel van aanduidingen nader verklaard. Een aanduiding voor de gezamenlijke oppervlakte aan-, uit- en bijgebouwen is opgenomen. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.
4.4 Duinweg 58 Te Drunen
Camping De Schaapskooi heeft de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie', waarbij een kampeerterrein en een groepsaccommodatie zijn toegelaten. De groepsaccommodatie en andere gebouwde voorzieningen dienen in het bouwvlak gerealiseerd te worden.
Situering chalets
De initiatiefnemer wil graag twee bestaande kampeerplaatsen wijzigen in vaste kampeermiddelen in de vorm van chalets. Deze zullen binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. De bouw van de chalets past niet in het bestemmingsplan. De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 3 bij deze toelichting opgenomen.
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 2. Er is sprake van een gebiedseigen ontwikkeling en er is weinig tot geen inbreuk op het landschap. In een dergelijk geval is een goede landschappelijke inpassing voldoende. Ten behoeve van de ontwikkeling is een landschapsplan opgesteld, rekening houdend met de Ontwikkelingsvisie Buitengebied. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel is in de bestemmingsomschrijving opgenomen dat 2 recreatiewoningen zijn toegestaan inclusief bijbehorende bouwregels. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.
4.5 Giersbergen 2a Drunen
De eigenaar van de cultuurhistorisch waardevolle Kampeerboerderij De Maaihoeve, Giersbergen 2a in Giersbergen heeft het voornemen de bestaande activiteiten uit te breiden en de locatie geschikt te maken voor onder meer rondleidingen, vergaderingen, trainingen en workshops en kleinschalige detailhandel. Tevens wenst hij vijf gastenkamers met bed & breakfastvoorzieningen en ondergeschikte horeca te realiseren. De nieuwe activiteiten zijn kleinschalig van opzet en hebben als doel het bevorderen van natuur- en cultuurbeleving. De ontwikkelingen vinden plaats binnen de bestaande bouwmogelijkheden. Slechts een beperkte uitbreiding van het bestemmingsvlak Wonen is aan de orde (450 m2). Het parkeren vindt plaats in een deel van het weiland achter de kampeerboerderij. De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 4 bij deze toelichting opgenomen.
Inrichtingsschets
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 2. Er is sprake van een gebiedseigen ontwikkeling, instandhouding van een cultuurhistorisch waardevol object en er is weinig tot geen inbreuk op het landschap. In een dergelijk geval is een goede landschappelijke inpassing voldoende. Ten behoeve van de ontwikkeling is daarom een landschapsplan opgesteld, rekening houdend met de Ontwikkelingsvisie Buitengebied. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Het bestemmingsvlak Wonen is vergroot. Bijlage 1 van de regels (Overzicht nevenactiviteiten) is aangepast in verband met de gewenste gebruiksmogelijkheden op het perceel. Het beoogde parkeerterrein is voorzien van een aanduiding in de bestemming Agrarisch. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.
4.6 Giersbergen 11 Te Drunen
Op het perceel Giersbergen 11 te Drunen is circa 383 m2 aan bijgebouwen aanwezig. Deze gebouwen zijn reeds lange tijd aanwezig, maar niet allemaal vergund in het verleden.
Het bestemmingsplan Heusden Buitengebied staat binnenplans een vergroting van de bijgebouwen toe tot 150 m2 of 300m2 indien sprake is van hobbymatige agrarische nevenactiviteiten. Een deel van de bebouwing wordt gebruikt voor het stallen van paarden (hobbymatig) en daarbij behorende opslag.
Gelet op de aanwezige bebouwing (deels hobbymatig agrarisch in gebruik) in relatie tot de directe omgeving en omvang van het perceel, de aangetoonde kwaliteitsverbetering van het landschap en de binnenplanse mogelijkheden in het bestemmingsplan wordt voor dit perceel de mogelijkheid geboden om de bestaande bebouwing te kunnen vergunnen en in het bestemmingsplan op te nemen dat indien sprake is van sloop er een maximale oppervlakte gehanteerd wordt van 250 m2.
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 3. Een berekening is toegevoegd waaruit de kwaliteitsverbetering moet bestaan. Om dit juridisch te borgen is deze verplichting opgenomen in de planregels. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel is opgenomen dat de bestaande bijgebouwen zijn toegestaan en na eventuele sloop en herbouw maximaal 250 m2 mag bedragen.
4.7 Laagstraat 4 Te Oudheusden
De initiatiefnemers hebben het voornemen om het voormalige (cultuurhistorisch waardevolle) boerderijgebouw op het perceel Laagstraat 4 Oudheusden weer een woonfunctie te geven. Met dit hergebruik kan het gebouw en daarmee ook de cultuurhistorische waarden van het pand in stand gehouden worden. De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 5 bij deze toelichting opgenomen.
Inrichtingsschets
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 1. Landschappelijke inpassing is niet noodzakelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel is een bouwvlak opgenomen in de bestemming Wonen voorzien van een aanduiding 'karakteristiek'.
4.8 Laagstraat 8 Te Oudheusden
De initiatiefnemer van de Laagstraat 8 verzoekt om het huidige agrarische bouwvlak (circa 3.500 m2) te vergroten. De huidige opslagruimte voor het opslaan van seizoensgebonden akkerbouwproducten is niet toereikend. Daarnaast is ruimte nodig voor de realisatie van een sanitaire voorziening voor de bestaande minicamping. Door een beperkte vergroting (circa 1550 m2) blijft er sprake van een compact bouwvlak.
Tevens is ter plaatse een minicamping aanwezig, bestaande uit 15 plaatsen en is een recentelijk een inrit ten behoeve van de minicamping vergund. De initiatiefnemer heeft de wens om het aantal kampeerplaatsen te vergroten tot 25 binnen het bestaande in gebruik zijnde perceel (intensiveren). Deze ontwikkeling is mogelijk op grond van de Ontwikkelingsvisie Buitengebied.
Laagstraat 8 met huidig bouwvlak (zwart) en toekomstig bouwvlak (blauw)
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling (vergroting bouwvlak tot 1,5 ha in agrarisch gebied en minicamping tot een maximum van 25 mobiele kampeermiddelen) passen binnen categorie 2. Landschappelijke inpassing is noodzakelijk.
Het perceel ligt binnen het beschermde stadsgezicht van Heusden. Ook ligt het gebied binnen de schootsvelden van de vesting Heusden. In de Ontwikkelingsvisie Buitengebied is het gebied getypeerd als open gebied. Het agrarisch bedrijf heeft een open landschappelijk karakter, nabij de schootsvelden van de vestingstad. De landschappelijke doelstelling, om het behoud van deze cultuurhistorische waarden te waarborgen is aan de orde. Bestaande grondgebonden agrarische bedrijven krijgen voldoende ruimte om zich de komende jaren verder te kunnen ontwikkelen. De landbouw is voor het plangebied van groot belang; enerzijds als voedselproducent, anderzijds als beheerder en beeldbepalende drager van het landschap. Het vergroten van agrarische bouwpercelen van grondgebonden agrarische bedrijven (niet meer passend binnen de bouwvlakken uit het bestemmingsplan) zijn mogelijk. Een vereiste is dat het perceel op een goede manier landschappelijk wordt ingepast.
Ten behoeve van de ontwikkeling is daarom een ruimtelijke onderbouwing, inclusief een landschapsplan, opgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de Ontwikkelingsvisie Buitengebied. De ruimtelijke onderbouwing is als bijlage bij de toelichting opgenomen. Door het jaarlijkse onderhoud, zal met betrekking tot het op hoogte houden van de bestaande en nieuwe aanplant, de openheid van het landschap voor de toekomst verzekerd zijn. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Het bouwvlak is vergroot. Voor de minicamping is een aanduiding (specifieke vorm van agrarisch - nevenactiviteit) opgenomen, zodat ter plaatse 25 kampeermiddelen zijn toegestaan. De bestaande parkeerplaatsen ten behoeve van de minicamping zijn voorzien van een aanduiding. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.
4.9 Luttelherptseweg 6 Te Herpt
Op het adres Luttelherpsteweg 6 ligt een bedrijfsbestemming waarbinnen een bedrijf in zonweringen is gevestigd. Grenzend aan de bestemming liggen de burgerwoningen Luttelherptseweg 5 en 4, ook in eigendom van initiatiefnemer. Rondom deze bestemmingen liggen de tevens in eigendom van initiatiefnemer zijnde weilanden met een agrarische bestemming. Binnen deze agrarische bestemming liggen een paardenbak van circa 780 m², een stapmolen, erfverhardingen van circa 1.220 m² en een kleine, paardenstal van circa 112 m². De paardenbak, stapmolen en paardenstal worden hobbymatig gebruikt door de initiatiefnemer. Zodoende kan ‘aan huis’ worden getraind. Op de erfverhardingen wordt geparkeerd, maar vinden ook tentoonstelling en opslag plaats van producten van het zonweringenbedrijf.
Initiatiefnemer heeft binnen zijn gronden enkele planvoornemens:
- gewenst is om achter de bestaande loods van het zonweringenbedrijf een nieuwe loods van circa 300 m² te realiseren ten behoeve van opslag van materialen alsmede het hobbymatig houden van paarden. De opslag betreft circa 210 m² en de nieuwe paardenstal voor het hobbymatig houden van maximaal 8 paarden bedraagt circa 90 m²;
- het terrein een nieuwe, verzorgde uitstraling te geven door de bestaande bouwvallige stal van circa 112 m² te slopen (daar waar de loods van 300 m² is voorzien) en de omliggende gronden een verzorgde landschappelijke inpassing te geven;
- het huidige feitelijke gebruik van de paardenbak, stapmolen en erfverharding een passende juridisch-planologische basis te geven.
De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 7 bij deze toelichting opgenomen.
Inrichtingsschets
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 3. In de ruimtelijke onderbouwing is een berekening toegevoegd waaruit de kwaliteitsverbetering moet bestaan. Om dit juridisch te borgen is deze verplichting opgenomen in de planregels. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel is een bestemming Bedrijf opgenomen. In de bestemmingsomschrijving zijn de toegestane bedrijfsactiviteiten nader verklaard.
4.10 Vendreef 4 Te Vlijmen
De initiatiefnemer aan de Vendreef 4 te Vlijmen heeft een rundveehouderij. Het plan is om een nieuwe loods van 1.000 m2 voor de opslag van mengvoeders, voertuigen en machines te realiseren in/aan de westzijde van het bouwvlak. De initiatiefnemer heeft daarom verzocht om het bouwvlak met 0,2 ha te vergroten tot in totaal 1,4 ha.
Aan de plannen kan medewerking worden verleend met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid. zoals die is opgenomen in artikel 3.7.2 van de regels. De plannen voldoen aan de in de wijzigingsbevoegdheid opgenomen criteria. Initiatiefnemer heeft verzocht de gevraagde vergroting van het bouwvlak mee te nemen in de voorliggende herziening.
De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 8 bij deze toelichting opgenomen.
Landschappelijke inpassing
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 3. In de ruimtelijke onderbouwing is een berekening toegevoegd waaruit de kwaliteitsverbetering moet bestaan. Om dit juridisch te borgen is deze verplichting opgenomen in de planregels. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Het bouwvlak is vergroot overeenkomstig de ruimtelijke onderbouwing. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.
4.11 Wielerbaan Nieuwkuijk
Voor de wielerbaan in Nieuwkuijk is een bouwvlak opgenomen voor de bestaande bebouwing (circa 45 m2). De wens bestaat om dit gebouw beperkt te kunnen vergroten tot een maximale oppervlakte van 90 m2.
De oppervlakte van 90 m2 betreft volgens de Verordening Ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant een kleinschalige voorziening (artikel 6.14) en is derhalve toegestaan.
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 1. Landschappelijke inpassing en/ of kwaliteitsverbetering is niet noodzakelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Het bouwvlak is vergroot en een bebouwingspercentage is toegevoegd zodanig dat maximaal 90 m2 bebouwing is toegestaan.
4.12 Zes Burgerwoningen Te Hedikhuizen
Het agrarisch bedrijf aan de Kerkstraat 17 zal beëindigd worden. De initiatiefnemer heeft het voornemen de bestaande bedrijfsgebouwen (1.550 m2) te slopen en te bestaande bedrijfswoning om te vormen tot burgerwoning. De beëindiging van het agrarische bedrijf biedt de mogelijkheid om op de locatie aan de Kerkstraat drie reguliere woningen te realiseren binnen het bestaand stedelijk gebied. Aan de Oude Schoolstraat en de Lambertusstraat zullen op drie locaties drie 'Ruimte voor ruimtewoningen’ gerealiseerd worden. De bouwrechten zijn afkomstig van een andere locatie en zijn door de initiatiefnemer aangekocht, zie bijlage 10.
Met de sanering van de veehouderij aan de Kerkstraat 17 kan een kwaliteitsverbetering gerealiseerd worden ten aanzien van het woon- en leefklimaat ter plaatse. Het saneren van het bedrijf biedt de initiatiefnemer de mogelijkheid om, naast de omzetting van de bedrijfswoning naar een burgerwoning, aan de Kerkstraat in Hedikhuizen drie woningen te realiseren. Daarnaast koopt de initiatiefnemer elders rechten op voor het realiseren van drie Ruimte voor Ruimtewoningen elders in Hedikhuizen aan de rand van het dorp.
Bouwlocaties Kerkstraat.
Bouwlocaties Lambertusstraat.
Bouwlocatie Oude Schoolstraat.
De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als Bijlage 9 Zes burgerwoningen teHedikhuizen bij deze toelichting opgenomen.
Verordening Ruimte 2014
Bij het voorliggende initiatief is gedeeltelijk sprake van het realiseren van een nieuwe relatief kleinschalige stedelijke ontwikkeling buiten de zone 'bestaand stedelijk gebied'. Om het initiatief uit te kunnen voeren, dient de begrenzing van het stedelijk gebied te worden gewijzigd. Daarvoor dient gebruik gemaakt te worden van het Verzoek Herbegrenzing Provinciale Verordening. Het verzoek tot herbegrenzing is uitsluitend mogelijk in combinatie met een bestemmingsplan, dat op verzoek van gemeente Heusden vergezeld gaat van een deugdelijke ruimtelijke onderbouwing.
In de ruimtelijke onderbouwing (paragraaf 3.2) is de landschappelijke en stedenbouwkundige motivatie opgenomen voor de wijziging in de begrenzing van het stedelijk gebied van de kern Hedikhuizen.
Gedeputeerden Staten van Noord-Brabant hebben op 19 juli 2016 ingestemd met deze grenswijzigingen. Zij hebben deze wijzigingen opgenomen in het gebiedsgerichte besluit met identificatie NL.IMRO.9930.wijzvr14g0797Hdkhz-va01. De betreffende aanduidingen in het ontwerpbestemmingsplan zijn daarmee komen te vervallen.
Landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering
In de ruimtelijke onderbouwing is een berekening toegevoegd waaruit de kwaliteitsverbetering moet blijken (bouwlocaties Kerkstraat) en waar landschappelijke inpassing noodzakelijk is (overige locaties). Om dit juridisch te borgen is deze verplichting opgenomen in de planregels.
Vertaling in bestemmingsplan
De percelen waarop de woningen worden gerealiseerd hebben de bestemming 'Wonen' en 'Tuin' gekregen. De gebiedsaanduidingen zijn gehandhaafd, met uitzondering van de gebiedsaanduiding 'openheid', omdat deze alleen voor de bestemming 'Agrarisch' van toepassing is. De bestaande bedrijfswoning is tevens omgezet in een burgerwoning / de bestemming wonen.
4.13 Fellenoord 4 Drunen
Initiatiefnemer wil het Rijksmonument aan de Fellenoord 4 (intern) verbouwen en men wil een bestemming burgerwoning hiervan maken. In het geldend bestemmingsplan is de bestemming Bedrijf met de functieaanduiding atelier workshops opgenomen. Hier is een bedrijfswoning mogelijk en aanwezig. Er is een vergunning in 2007 verleend voor het realiseren van deze bedrijfswoning met atelier en workshops. Met de omzetting van de bestemming blijven de bouwmogelijkheden gelijk en vanuit milieuoogpunt zijn er geen bezwaren.
Vertaling in bestemmingsplan
Een bestemming Wonen met bouwvlak wordt opgenomen voor het perceel.
Hoofdstuk 5 Overige Aanpassingen
5.1 Wijzigingen Op Percelen
In onderstaand overzicht worden de wijzigingen in de verbeelding toegelicht die nog niet aan de orde zijn geweest. Het gaat daarbij met name om enkele aanpassingen naar aanleiding van de ervaringen en algemene ontwikkelingen van de afgelopen jaren (zie hoofdstuk 1).
Locatie | Toelichting | Aanpassing |
Bokhovenseweg 6 Hedikhuizen | Het perceel aan de Bokhovenseweg 6 te Hedikhuizen is ten onrechte niet positief bestemd. Deze voorzieningen van het Waterschap, waaronder een bedrijfswoning, worden alsnog bestemd. | Voor het perceel is een bestemming Bedrijf-Nutsvoorziening opgenomen inclusief een aanduiding 'bedrijfswoning'. De bouwmogelijkheden zijn afgestemd op het daarvoor geldende bestemmingsplan. |
De Gemeint 3 Vlijmen | De bestaande bedrijfswoning aan De Gemeint 3 is ten onrecht niet positief bestemd. | Een aanduiding 'bedrijfswoning' wordt opgenomen. |
Dekkerseweg 15 Elshout | Op het sportpark in Elshout is het gebouw van de schuttersvereniging ten onrechte onder het overgangsrecht gebracht (vergund 2008). | Een bouwvlak wordt opgenomen conform de systematiek van het bestemmingsplan Heusden Buitengebied. |
Diverse locaties | Enkele locaties zijn nader aangeduid doormiddel van de aanduiding 'overige zone - landschapselement'. Het gaat om locaties die in het voorheen geldend bestemmingsplan ook voorzien zijn van een beschermende regeling, op de Cultuurhistorische waarden- en beleidskaart als lijn van hoge waarden zijn aangegeven en waarvoor in het bestemmingsplan nog geen beschermende regeling voor is opgenomen. Dit betreffen: - toegangsweg Kooiweg en deel van de houtwal van de Oude Eendenkooi te Drunen - Omgeving de Bosschen, ten zuiden van de Mariendonkstraat. | Een aanduiding 'overige zone - landschapselement' is opgenomen. |
d'Oultremontweg 20 Elshout | Ter plaatse is sprake van een burgerwoning (bouwjaar 1966) en een stal voor het houden van varkens (bouwjaar 1966). Een Hinderwetvergunning voor het oprichten van een varkenshouderij annex mestopslag is op 30 november 1977 afgegeven, waar tevens de bedrijfswoning onderdeel van uitmaakt. In het voorheen geldende bestemmingsplan buitengebied Drunen (1988) is een woonbestemming opgenomen voor het gehele perceel. De stal voor het houden van varkens was daarmee destijds onterecht onder het overgangsrecht komen te vallen. In het bestemmingsplan Heusden Buitengebied is een agrarische bestemming met bouwvlak en een aanduiding 'intensieve veehouderij' opgenomen op het perceel d'Oultremontweg 20 Elshout. | Dit wordt gerepareerd door de woning te bestemmen als plattelandswoning. |
Haarsteegsestraat 43. 47. 51, 51a en achterzijde De Hoeven 1a Haarsteeg | Enkele agrarische percelen zijn niet meegenomen in het bestemmingsplan Haarsteeg (vastgesteld 31 maart 2015). Deze percelen worden alsnog meegenomen in dit bestemmingsplan opgenomen en voorzien van een adequate regeling. De stalruimte van de paardenfokkerij aan de achterzijde van de Haarsteegsestraat 51a is ten onrechte onder het overgangsrecht gebracht door het bestemmingsplan Heusden Buitengebied. Deze legaal aanwezige bebouwing wordt alsnog voorzien van een positieve bestemming. | Bestemmingen en bouwvlakken worden opgenomen conform het geldende plan, met inachtneming van de bepalingen uit de Verordening Ruimte 2014. |
Kapelstraat 47 Elshout | Het wijzigingsplan ten behoeve van de vergroting van het bouwvlak is aan de achterzijde van het perceel niet geheel overgenomen. | Het bouwvlak wordt aangepast aan de achterzijde conform de gevoerde wijzigingsprocedure. |
Kavelingweg 2 Haarsteeg | De locatie Kavelingweg 2 Haarsteeg is in eigendom van de gemeente en wordt door een particulier gebruikt voor opslagdoeleinden. In het bestemmingsplan Heusden Buitengebied is de met de particulier gesloten huurovereenkomst niet volledig verwerkt. Het bestemmingsplan laat de bouw van een bedrijfswoning en het gebruik van de gronden buiten de loods voor buitenopslag toe, terwijl dit niet is toegestaan overeenkomstig de huurovereenkomst. | Voor het perceel aan de Kavelingweg 2 Haarsteeg met de bestemming Bedrijf-Opslag wordt een aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' toegevoegd. In de regels wordt buitenopslag voor het betreffende perceel uitgesloten. |
Lambertus- straat 5a Hedikhuizen | Een gedeelte van het woonbestemming aan de Lambertusstraat 5a te Hedikhuizen is ten onrechte opgenomen in de maatschappelijke bestemming ten behoeve van de naastgelegen begraafplaats (kadastraal perceel 1549 en 1551). | De kadastrale percelen met de nummers 1549 en 1551 worden voorzien van een woon- en tuinbestemming. |
Meerdijk 18 Nieuwkuijk | Voor de schuttersvereniging aan de Meerdijk 18 Nieuwkuijk is een bestemming 'Sport' opgenomen met een bouwvlak en maximum bebouwingspercentage van 18%. Hierdoor is het oostelijk deel van het perceel onterecht onder het overgangsrecht gebracht. | De bestemming 'sport' wordt overeenkomstig de feitelijke situatie vergroot in oostelijke richting. Het aanwezige bouwvlak wordt tevens beperkt aangepast (verkleind en verschoven in oostelijke richting) zonder dat de bebouwingsmogelijkheden ten opzichte van het bestemmingsplan Heusden Buitengebied toenemen. |
Nassaulaan 107 Vlijmen | De reeds vergunde bedrijfsactiviteiten zijn niet volledig opgenomen in het bestemmingsplan. | De aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bestaand' wordt opgenomen voor het perceel. De volgende bedrijfsactiviteiten worden ter plaatse toegestaan: groothandel in ijzer- en staalschroot en opslag (max. 10.000 kg.) en verkoop consumentenvuurwerk. |
Volkstuinencomplex Oudheusden | Het volkstuinencomplex in OudHeusden is opgenomen in twee bestemmingsplan. Een eenduidige regeling voor het hele complex is wenselijk. Het gehele perceel wordt daarom in dit bestemmingsplan opgenomen. | Het gedeelte van het volkstuinencomplex zoals opgenomen in het bestemmingsplan Oudheusden is meegenomen in dit bestemmingsplan. |
5.2 Wijziging Regels
In onderstaand overzicht worden de wijzigingen in de regels toegelicht die nog niet aan de orde zijn geweest. Het gaat daarbij met name om enkele aanpassingen naar aanleiding van de ervaringen en algemene ontwikkelingen van de afgelopen jaren (zie hoofdstuk 1).
Artikel | Toelichting | Aanpassing |
Artikel 1 Begrippen | In de begripsbepalingen dienen de naam en het identificatienummer van het plan vastgelegd te worden. | Zie artikel 1, lid a en b. |
Artikel 1 Begrippen | De begripsbepaling voor extensief recreatief medegebruik was niet voldoende duidelijk. | De begripsbepaling is duidelijker omschreven. |
Hoofdstuk 2 Bestemmings- regels Hoofdstuk 3 Algemene regels | Tot voor kort waren de regelingen met betrekking tot parkeren en parkeernomen geregeld via de Bouwverordening. Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 in werking getreden. Daarin is geregeld dat in 2018 voor de hele gemeente de regelingen voor het parkeren in de bestemmingsplannen geregeld moeten zijn. Voor nieuwe bestemmingsplannen is dan al vanaf 29 november verplicht. | In verband daarmee zijn aan de relevante regels in het bestemmingsplan bepalingen met betrekking tot het parkeren toegevoegd. Daarbij is met name bepaald dat bij functiewijzingen of uitbreiding van functies in voldoende mate op eigen erf parkeervoorzieningen gerealiseerd moeten worden. |
Artikel 1 Begrippen en Artikel26 Wonen | Het begrip huishouden en wonen is toegevoegd overeenkomstig het gemeentelijk handboek voor bestemmingsplannen. Ter verduidelijking is in artikel 26.1 het begrip wooneenheden vervangen door woningen. | De begrippen huishouden en wonen zijn toegevoegd. In artikel 26.1 is het begrip wooneenheden vervangen door woningen. |
Artikel 3 Agrarisch | Extensief recreatief medegebruik kan binnen de agrarische bestemming zonder verdere procedure worden toegelaten. | Extensief recreatief medegebruik is aan artikel 3.1 toegevoegd. |
Artikel 3 Agrarisch | Het aantal bouwlagen van gebouwen ten behoeve van de intensieve veehouderij mag in principe niet meer bedragen dan 1. In de praktijk blijkt dat luchtwassers vaak meer dan 1 bouwlaag hebben. Om de bouw van dergelijke luchtwassers mogelijk te maken dienen te regels aangepast te worden. | Artikel 3.2.2 is aangepast, zodat luchtwassers uit meer dan 1 bouwlaag mogen bestaan. |
Artikel 3 Agrarisch | In de bouwregels is bepaald dat gebouwen ten behoeve van de intensieve veehouderij in principe uit 1 bouwlaag bestaan. Daarbij wordt een uitzondering gemaakt voor volière- en scharrelstallen voor legkippen en luchtwassers. Deze uitzonderingen zijn echter niet opgenomen in de gebruiksbepalingen. | Artikel 3.4.2 is aangevuld. |
Artikel 4 Agrarisch -Glastuinbouw | Zie artikel 3. | Zie artikel 3. |
Artikel 8 Bos | Extensief recreatief medegebruik kan binnen de bestemming Bos zonder verdere procedure worden toegelaten analoog aan de bestemming Natuur. | Extensief recreatief medegebruik is aan artikel 8.1 toegevoegd. |
Artikel 14 Natuur | Op het perceel Giersbergen 14 zijn diverse recreatieve gebouwen aanwezig. In het geldend plan is beoogd de bestaande gebouwen op te nemen in het bestemmingsplan. Er is echter geen rekening gehouden met de aanwezige bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde. De regeling is hierop aangepast. | Artikel 14.1, 14.2.1 en 14.2.2 zijn aangepast. |
Artikel 17 Recreatie - Verblijfs- recreatie | Provincialeweg 6 ligt niet in Drunen, maar in Doeveren. | Artikel 17.1 is aangepast. |
Artikel 17 Recreatie - Verblijfs- recreatie | Er zijn geen bouwregels opgenomen voor recreatiewoningen. Dit is alsnog opgenomen. | In artikel 17.2.2 is een nieuw lid d toegevoegd. |
Artikel 26 Wonen | Het is niet duidelijk dat in bestemmings- vlakken met meerdere woningen bij iedere woning 100 m2 aan- en uitbouwen en bijgebouwen gerealiseerd mag worden. | Artikel 26.2.2 is verduidelijkt. |
Artikel 26 Wonen | In de bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is niet geheel juist geformuleerd. | Artikel 26.2.3 is verbeterd. |
Artikel 32 Waarde -Archeologie 2 | Het is de bedoeling dat archeologisch onderzoek is vereist bij bouwplannen en bodemingrepen die èn groter zijn dan 100 m2 èn dieper dan 50 centimeter. Nu is bepaald dat al onderzoek nodig is als een van beide maten wordt overschreden. | Artikel 32.2 en 32.4.2 zijn aangepast. |
Artikel 33 Waarde -Archeologie 3 | Zie artikel 32. | Zie artikel 32. |
Artikel 34 Waarde -Archeologie 4 | Zie artikel 32. | Zie artikel 32. |
Artikel 41 Algemenegebruiksregels | Bij het persoongebonden overgangsrecht kan de lijst met rechthebbenden worden ingekort, omdat 2 personen zijn overleden en 8 percelen zijn verkocht aan Natuurmonumenten. | De lijst onder 41.2, sub 2 is ingekort. |
Artikel 42.16 Overigezone -landschapselement | Aanvullende bescherming voor enkele landschapselementen is opgenomen. | Zie artikel 42.16. |
Artikel 44 Algemenewijzigingsregels | Omdat de plannen voor de betreffende locaties inmiddels via een andere procedure worden gerealiseerd of buiten het plangebied liggen, is het niet langer nodig om daarvoor een wijzigingsbevoegdheid in het plan op te nemen. | Artikel 44.2, komt deels te vervallen. |
Artikel 44 Algemenewijzigingsregels | Omdat de gasleiding inmiddels is verlegd, is het niet langer nodig om daarvoor een wijzigingsbevoegdheid in het plan op te nemen. | Artikel 44.3 komt te vervallen. |
Hoofdstuk 6 Onderzoeksaspecten
Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische en milieuhygiënische aspecten. Als een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, moet worden aangetoond dat dit haalbaar is in relatie tot de planologische en milieuhygiënische aspecten.
De bestaande ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied wijzigen niet inhoudelijk. De herziening van het bestemmingsplan is met name gericht op correcties naar aanleiding van de uitspraak van Raad van State en de reactieve aanwijzing. De correcties zien met name op de wijze waarop de bestaande situaties planologisch- juridisch zijn geregeld. Tevens is de Verordening ruimte 2014 verwerkt.
In het kader van het moederplan het bestemmingsplan Heusden Buitengebied is een plan-MER uitgevoerd. Met deze herziening van het moederplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die ruimer zijn dan zoals opgenomen in het moederplan, integendeel, met de doorvertaling van de Verordening ruimte 2014 worden de randvoorwaarden voor uitbreiding strenger.
Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid
7.1 Economische Uitvoerbaarheid
Er zijn voor de gemeente geen uitvoeringskosten waarvoor een specifiek onderzoek naar economische aspecten moet worden uitgevoerd.
De nieuwe ontwikkelingen die in het bestemmingsplan zijn opgenomen, betreffen particuliere initiatieven op eigen gronden. Voor deze ontwikkelingen hoeft de gemeente Heusden geen maatregelen uit te voeren. Ook hoeft de gemeente geen aan- of verkopen te doen. Er is geen sprake van een bouwplan (artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening). Overige kosten zijn op grond van de legesverordening op de initiatiefnemers verhaald. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is nader ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van dat specifieke plan. De economische uitvoerbaarheid is hiermee voldoende gewaarborgd.
7.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Vooroverleg
In het kader van het wettelijke verplichte overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp voorgelegd aan de gebruikelijke partners, waaronder de provincie Noord Brabant en overige relevante organisaties.
Inspraak
Het voorontwerpbestemmingsplan is conform de gemeentelijke inspraakverordening ter inzage gelegd.
Resultaten zienswijzenprocedure
Het ontwerp van het bestemmingsplan 'Heusden Buitengebied, 3de herziening' lag vanaf 7 april 2016 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn 9 zienswijzen ingediend. De resultaten zijn opgenomen in bijlage 12.
Bijlage 1 Overzicht Nevenactiviteiten
Aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - nevenactiviteit'
Adres | Functie | Maximale oppervlakte |
Giersbergen 2, Drunen | Zorgboerderij | |
Polderweg 3, Heusden | Hondentrimsalon en honden- en kattenpension | |
Polderweg 5, Heusden | Caravanstalling | max. 2.000 m2 |
De Gemeint 3, Vlijmen | Zorgboerderij | |
De Hoeven 56, Haarsteeg | Solexverhuur | max. 500 m2 |
met daaraan ondergeschikte horeca | max. 70 m2 | |
inclusief terras | max. 50 m2 | |
Maashoevenweg 2, Haarsteeg | Zorgboerderij | |
De Oosters 1, Heusden | Stalling van caravans | |
Tuinbouwweg 10 en 12, Haarsteeg | Verpakkingsactiviteiten | |
Overstortweg 7, Drunen | Kaasmakerij, verkoop van streekproducten en excursies | |
Vendreef 3, Vlijmen | Kleinschalig kamperen met maximaal 25 kampeermiddelen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober | |
Laagstraat 8, Oudheusden | Kleinschalig kamperen met maximaal 25 kampeermiddelen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober Caravanstalling | 1 toiletgebouw buiten bouwvlak met een maximum oppervlakte van 65 m2 |
Aanduiding 'specifieke vorm van wonen - nevenactiviteit'
Adres | Functie | Maximale oppervlakte |
Voordijk 57, Vlijmen | Bed en Breakfast | max. 100 m2 |
Voordijk 69, Vlijmen | Opslag van wagens en bevoorrading ten behoeve van een evenementenbedrijf | |
Voordijk 71, Vlijmen | Hoefsmid | |
Voordijk 75, Vlijmen | Verkoop van scooters en fietsen | max. 65 m2 |
Watersteeg 2, Heusden | Caravanstalling | |
Giersbergen | Kleinschalig kamperen met maximaal 15 kampeermiddelen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober en 2 recreatiewoningen op het perceel Giersbergen 9. | |
Giersbergen 2a, Drunen | Toiletvoorzieningen | max. 85 m2 |
Bed en Breakfast | max. 250 m2 | |
Detailhandel | max. 35 m2 | |
Kleinschalige recreatieve activiteiten, zoals het houden van workshops, rondleidingen en thee- en koffiehuis | max. 180 m2 | |
Bijbehorend terras | max. 180 m2 | |
Giersbergen 11, Drunen | Kleinschalig kamperen met maximaal 25 kampeermiddelen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober | |
Giersbergen 14, Drunen | Kleinschalig kamperen met maximaal 25 kampeermiddelen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober | |
Giersbergen 15, Drunen | Kleinschalig kamperen met maximaal 25 kampeermiddelen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober | |
d' Oultremontweg 24, Elshout | Caravanstalling | max. 400 m2 |
De Hoeven 37, Haarsteeg | Bed en Breakfast en het houden van dieren ten behoeve van recreatief gebruik, waaronder maximaal 5 kamelen | |
Inlaagdijk 19, Haarsteeg | Opslag ten behoeve van aannemingsbedrijf | |
Bosscheweg 73, Drunen | Groothandel en zakelijke dienstverlening | max. 500 m2 |
Oude Schoolstraat 13, Hedikhuizen | Hobbymatig houden van vee | max. 200 m2 |
De Gemeint 1, Vlijmen | Jongerenopvang | |
Haarsteegsestraat 51a, Haarsteeg | Opslag en paardenfokkerij | bestaand |
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Abijlaan 2 Te Nieuwkuijk - Beplantingsplan
Bijlage 3 Abijlaan 2 te Nieuwkuijk - Beplantingsplan
Bijlage 4 Dorpsstraat 3 En 5 Te Doeveren - Beplantingsplan
Bijlage 4 Dorpsstraat 3 en 5 te Doeveren - Beplantingsplan
Bijlage 5 Duinweg 58 Te Drunen - Beplantingsplan
Bijlage 5 Duinweg 58 te Drunen - Beplantingsplan
Bijlage 6 Giersbergen 2a Te Drunen - Beplantingsplan
Bijlage 6 Giersbergen 2a te Drunen - Beplantingsplan
Bijlage 7 Giersbergen 11 Te Drunen - Beplantingsplan
Bijlage 7 Giersbergen 11 te Drunen - Beplantingsplan
Bijlage 8 Giersbergen 14 Te Drunen - Bestaande Situatie
Bijlage 8 Giersbergen 14 te Drunen - Bestaande situatie
Bijlage 9 Laagstraat 8 Te Oudheusden - Beplantingsplan
Bijlage 9 Laagstraat 8 te Oudheusden - Beplantingsplan
Bijlage 10 Luttelherptseweg 6 Te Herpt - Beplantingsplan
Bijlage 10 Luttelherptseweg 6 te Herpt - Beplantingsplan
Bijlage 11 Vendreef 4 Te Vlijmen - Beplantingsplan
Bijlage 11 Vendreef 4 te Vlijmen - Beplantingsplan
Bijlage 12 Zes Burgerwoningen Te Hedikhuizen - Beplantingsplan
Bijlage 12 Zes burgerwoningen te Hedikhuizen - Beplantingsplan
Bijlage 13 Zes Woningen Te Hedikhuizen - Kaart Te Slopen Bebouwing
Bijlage 13 Zes woningen te Hedikhuizen - Kaart te slopen bebouwing
Bijlage 1 De Hoeven, Perceel G-1011 Te Haarsteeg
Bijlage 1 De Hoeven, perceel G-1011 te Haarsteeg
Bijlage 2 Dorpsstraat 3 En 5 Te Doeveren
Bijlage 2 Dorpsstraat 3 en 5 te Doeveren
Bijlage 3 Duinweg 58 Te Drunen
Bijlage 3 Duinweg 58 te Drunen
Bijlage 4 Giersbergen 2a Te Drunen
Bijlage 4 Giersbergen 2a te Drunen
Bijlage 5 Laagstraat 4 Te Oudheusden
Bijlage 5 Laagstraat 4 te Oudheusden
Bijlage 6 Laagstraat 8 Te Oudheusden
Bijlage 6 Laagstraat 8 te Oudheusden
Bijlage 7 Luttelherptseweg 6 Te Herpt
Bijlage 7 Luttelherptseweg 6 te Herpt
Bijlage 8 Vendreef 4 Te Vlijmen
Bijlage 8 Vendreef 4 te Vlijmen
Bijlage 9 Zes Burgerwoningen Te Hedikhuizen
Bijlage 9 Zes burgerwoningen te Hedikhuizen
Bijlage 10 Rvr-titels
Bijlage 11 Nota Overleg En Inspraak En Wijzigingen
Bijlage 11 Nota overleg en inspraak en wijzigingen