KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
Artikel 5 Bedrijf
Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 7 Bedrijf - Opslag
Artikel 8 Bos
Artikel 9 Detailhandel - Tuincentrum
Artikel 10 Gemengd
Artikel 11 Groen
Artikel 12 Horeca
Artikel 13 Maatschappelijk
Artikel 14 Natuur
Artikel 15 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 16 Recreatie - Recreatiewoning
Artikel 17 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 18 Recreatie - Volkstuin
Artikel 19 Sport
Artikel 20 Sport - Manege
Artikel 21 Tuin
Artikel 22 Verkeer - Parkeerterrein
Artikel 23 Verkeer - Snelweg
Artikel 24 Verkeer - Wegverkeer
Artikel 25 Water
Artikel 26 Wonen
Artikel 27 Leiding - Brandstof
Artikel 28 Leiding - Gas
Artikel 29 Leiding - Hoogspanning
Artikel 30 Leiding - Water
Artikel 31 Waarde - Archeologie 1
Artikel 32 Waarde - Archeologie 2
Artikel 33 Waarde - Archeologie 3
Artikel 34 Waarde - Archeologie 4
Artikel 35 Waarde - Archeologie 5
Artikel 36 Waarde - Beschermd Stadsgezicht
Artikel 37 Waterstaat - Stroomvoerend Regime
Artikel 38 Waterstaat - Waterbergingsgebied
Artikel 39 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 40 Anti-dubbeltelregel
Artikel 41 Algemene Bouwregels
Artikel 42 Algemene Gebruiksregels
Artikel 43 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 44 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 45 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 46 Algemene Procedureregels
Artikel 47 Van Toepassing Verklaring
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 48 Overgangsrecht
Artikel 49 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
1.2 Plangrens
1.3 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Juridische Toelichting
2.1 Algemeen
2.2 Opzet 4de Herziening
2.3 De Verbeelding
2.4 Regels
2.5 Wijzigingen In Dit Plan
Hoofdstuk 3 Nieuwe Ontwikkelingen
3.1 Bosscheweg 127 Drunen
3.2 De Hoeven G-1011 Haarsteeg
3.3 De Hoeven Ong. Haarsteeg
3.4 Mariendonkstraat 26 Elshout
3.5 Mayweg 8 Elshout
3.6 Overstortweg 9 Waalwijk
3.7 Tuinbouwweg 41 Haarsteeg
3.8 Westakker 2 Oudheusden
Hoofdstuk 4 Overige Aanpassingen
4.1 Wijzigingen Op Perceel
4.2 Wijziging Regels
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Onderzoeksaspecten
5.2 Economische Uitvoerbaarheid
5.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Overzicht Nevenactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Beeldregieplan Hoefstraat 4
Bijlage 4 Vendreef 4 Te Vlijmen - Beplantingsplan
Bijlage 5 Laagstraat 8 Te Oudheusden - Beplantingsplan
Bijlage 6 Landschapsplan Zeedijk 2 Elshout
Bijlage 7 Landschapsplan Mayweg 8 Elshout
Bijlage 8 Landschapsplan Tuinbouwweg 41 Haarsteeg
Bijlage 9 Landschapsplan De Hoeven G-1011 Haarsteeg
Bijlage 10 Luttelherptseweg 6 Te Herpt - Beplantingsplan
Bijlage 11 Landschapsplan Bosscheweg 70a Drunen
Bijlage 12 Landschapsplan Hoge Schijf 22 Drunen
Bijlage 13 Landschapsplan Tuinbouwweg 7 Haarsteeg
Bijlage 14 Landschapsplan Margietweg 21 Drunen
Bijlage 15 Duinweg 58 Te Drunen - Beplantingsplan
Bijlage 16 Giersbergen 14 Te Drunen - Bestaande Situatie
Bijlage 17 Abijlaan 2 Te Nieuwkuijk - Beplantingsplan
Bijlage 18 Giersbergen 2a Te Drunen - Beplantingsplan
Bijlage 19 Giersbergen 11 Te Drunen - Beplantingsplan
Bijlage 20 Drie Woningen Te Hedikhuizen - Kaart Te Slopen Bebouwing
Bijlage 21 Drie Woningen Te Hedikhuizen - Beplantingsplan
Bijlage 22 Dorpsstraat 3 En 5 Te Doeveren - Beplantingsplan
Bijlage 23 Landschapsplan Kerkstraat 18 Hedikhuizen
Bijlage 24 Landschapsplan Kerkstraat 23a Hedikhuizen
Bijlage 25 Landschapsplan Giersbergen 19 Drunen
Bijlage 26 Landschapsplan Bosscheweg 127 Drunen
Bijlage 27 Landschapsplan De Hoeven Ong. Haarsteeg
Bijlage 28 Landschapsplan Groenewoud 40 Drunen
Bijlage 29 Landschapsplan Westakker 2 Oudheusden
Bijlage 1 Ro Bosscheweg 127 Drunen
Bijlage 2 Ro De Hoeven G-1011 Haarsteeg
Bijlage 3 Ro De Hoeven Ong. Haarsteeg
Bijlage 4 Ro Mariendonkstraat 26 Elshout
Bijlage 5 Ro Mayweg 8 Elshout
Bijlage 6 Ro Overstortweg 9 Waalwijk
Bijlage 7 Ro Tuinbouwweg 41 Haarsteeg
Bijlage 8 Ro Westakker 2 Oudheusden
Bijlage 9 Nota Zienswijzen
Bijlage 10 Nota Wijzigingen

Heusden Buitengebied, 4de herziening

Bestemmingsplan - gemeente Heusden

Vastgesteld op 18-12-2018 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

Opmerking: in verband met de leesbaarheid zijn de begripsbepalingen doorlopend genummerd, waardoor de nummering af kan wijken van de eerder vastgestelde bestemmingsplannen.

In deze regels wordt verstaan onder:

  1. a. plan:
    het bestemmingsplan Heusden Buitengebied, 4de herziening met identificatienummer NL.IMRO.0797.PHHBG4-VG02 van de gemeente Heusden;
  1. b. bestemmingsplan:
    de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
  2. c. aanbouw:
    een, aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
  3. d. aanduiding:
    een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
  4. e. aanduidingsgrens:
    de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
  5. f. aan-huis-verbonden bedrijf:
    het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, gericht op consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarvan de omvang dusdanig is dat de activiteit in een woning en/of daarbij behorende andere gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
  6. g. aan-huis-verbonden beroep:
    een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
  1. h. aardkundige waarden:
    landschapswaarden die samenhangen met (abiotische) milieukenmerken, zoals geologie, geomorfologie, reliëf, (grond)waterhuishouding (kwelgebieden), bodemopbouw/bodem- samenstelling, afzonderlijk of in onderlinge samenhang;
  2. i. abiotische waarden:
    het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen);
  3. j. achtergevel:
    een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel;
  1. k. achtergevelrooilijn:
    1. 1. de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd;
    2. 2. indien er geen sprake is van een achterste grens van een bouwvlak, dan wel geen bouwvlak is aangegeven: de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan;
  2. l. afhankelijke woonruimte:
    een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huishouding, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht;
  3. m. agrarisch bedrijf:
    een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die is gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of door het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf;
  1. n. agrarisch bedrijf, kwekerij:
    een agrarisch bedrijf, anders dan een intensieve veehouderij of een glastuinbouwbedrijf, waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde gronden in de directe omgeving van het bedrijf;
  2. o. agrarisch bedrijf, glastuinbouwbedrijf:
    een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het telen van gewassen in kassen en/of hoge tunnels, welke ter plaatse (overwegend) permanent aanwezig zijn;
  3. p. agrarisch-technisch hulpbedrijf:
    bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten waarbij gemechaniseerd loonwerk ten behoeve van land-, tuin-, bos-, of natuurbouw wordt verricht of waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, tuin-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking; bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het leveren van goederen en diensten aan agrarische bedrijven of dat agrarische producten bewerkt, vervoert of verhandelt, zoals loonwerkbedrijven, bedrijven voor mestopslag en handel, veetransport en veehandel, met uitzondering van mestbewerking;
  4. q. agrarisch verwant bedrijf:
    bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking;
  1. r. archeologisch onderzoek:
    onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
  2. s. archeologische verwachtingswaarden:
    gronden met verwachtingswaarden, die kunnen bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed kunnen vertegenwoordigen;
  3. t. archeologische waarden:
    waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;
  4. u. atelier:
    werkplaats van een beeldend kunstenaar, waarbij detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van ter plaatse vervaardigde producten is toegestaan;
  5. v. bebouwing:
    één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  6. w. bed & breakfast:
    een aan de woonfunctie ondergeschikte recreatieve verblijfsvoorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Onder een Bed & Breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;
  7. x. bedrijfsgebouw:
    een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
  8. y. bedrijfswoning/dienstwoning:
    een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
  1. z. beperkingen veehouderij:
    gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen zijn beperkt;
  2. aa. beperkt kwetsbaar object:
    een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
  3. ab. beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlak:
    het totale vloeroppervlak van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein dat wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
  4. ac. bestaand:
    1. 1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
    2. 2. het onder 1 bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening, of een andere planologische toestemming;
    3. 3. in afwijking van het bepaalde onder 1 wordt onder oppervlakte van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van veehouderij verstaan de oppervlakte van de gebouwen die:
      • op 21 september 2013 legaal aanwezig of in uitvoering was, of
      • mag worden gebouwd krachtens een vóór 21 september 2013 verleende vergunning, of
      • is gebaseerd op een vóór 21 september 2013 ingediende volledige en ontvankelijke aanvraag voor omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan.
    4. 4. in afwijking van het bepaalde onder 1 wordt onder bestaande oppervlakte van een dierenverblijf verstaan die:
      • op 17 maart 2017 legaal aanwezig of in uitvoering was; of
      • mag worden gebouwd krachtens een vóór 17 maart 2017 verleende vergunning.
  1. ad. bedrijfsbebouwing ten behoeve van een veehouderij:
    onder bedrijfsbebouwing ten behoeve van een veehouderij wordt verstaan:
    1. 1. gebouwen in gebruik voor de huisvesting van vee (niet zijnde hobbyvee);
    2. 2. gebouwen in gebruik ten behoeve van de uitoefening van de (intensieve) veehouderij in de brede zin (zoals bijvoorbeeld een machineberging waarin de machines die gebruikt worden ten behoeve van de veeteelt zijn of worden gestald);
    3. 3. bouwwerken voor de opslag van mest.
  1. ae. bestemmingsgrens:
    de grens van een bestemmingsvlak;
  2. af. bestemmingsvlak:
    een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
  3. ag. bijgebouw:
    een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
  4. ah. boerderij of boerderijgebouw:
    één gebouw, dat bestaat uit één (hoofd)bouwmassa, waarbinnen zich de (voormalige) agrarische bedrijfswoning en de (voormalige) agrarische bedrijfsruimten bevinden;
  5. ai. boerderijsplitsing:
    het opdelen, binnen de bestaande (hoofd)bouwmassa, van een boerderij(gebouw) in niet meer dan 2 woningen of een in de regels aangegeven ander maximum aantal woningen;
  6. aj. bouwen:
    het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
  7. ak. bouwgrens:
    de grens van een bouwvlak;
  8. al. bouwlaag:
    een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd; zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder (ruimte onder peil) en zolder (ruimten onder de kap) voor zover deze zonder ingrijpende voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor woonfuncties en daarmee gelijke gebruiksmogelijkheden biedt als de daaronder gelegen bouwlagen;
  9. am. bouwmassa:
    een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw, dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen;
  10. an. bouwperceel:
    een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
  11. ao. bouwperceelgrens:
    de grens van een bouwperceel;
  12. ap. bouwvlak:
    een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
  13. aq. bouwwerk:
    elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond;
  14. ar. centrale recreatieve voorzieningen:
    voorzieningen ten behoeve van het recreatieterrein als geheel, zoals een kampeerwinkel, een kantine of een ontvangstkantoor;
  15. as. cultuurhistorische waarde:
    de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur;
  16. at. dagrecreatie:
    recreatieve activiteit die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang;
  17. au. dak:
    iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
  18. av. deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg:
    een door het college van Burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon of organisatie die beschikt over de in de beroepsgroep geldende kwalificaties;
  1. aw. detailhandel:
    het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  1. ax. dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
    bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en prostitutie;
  1. ay. dierenverblijf:

gebouw voor het houden van landbouwhuisdieren, inclusief de daartoe behorende voorzieningen;

  1. az. eenheden:
    een verblijfsruimte binnen een complex of gebouw bedoeld voor recreatief nachtverblijf;
  1. ba. erkende partij:
    een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de specificaties van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
  1. bb. extensief recreatief medegebruik:
    een extensief recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit dagrecreatieve gebruik is toegestaan, zoals die vormen van dagrecreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, te weten wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats, of een daarmee naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik, waarbij recreanten in relatief geringe aantallen mede gebruik maken van al dan niet aangelegde voorzieningen zoals wegen, paden, water en wateroevers;
  1. bc. functie:
    doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
  2. bd. garagebedrijf:
    een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd;
  3. be. gebouw:
    elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
  4. bf. geluidbelasting vanwege het wegverkeer:
    de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder (Wgh);
  5. bg. geluidbelasting vanwege het spoorwegverkeer:
    de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke spoorwegverkeer op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld in Besluit spoorweglawaai;
  6. bh. geluidgevoelige functies:
    functies zoals bedoeld in het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen;
  7. bi. geluidzoneringsplichtige inrichting:
    een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
  1. bj. glastuinbouwbedrijf:
    agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt;
  1. bk. groenblauwe mantel:
    gebieden met een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water die overwegend grenzen aan de ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszone en die deze verbinden;
  2. bl. groepsaccommodatie:
    een zelfstandige verblijfsaccommodatie die naar afmetingen en inrichting specifiek bedoeld is voor een grotere groep van personen, tot uitdrukking komend in o.a. gezamenlijke faciliteiten voor logies, dagverblijf en maaltijdbereiding.
  1. bm. grondgebonden veehouderij agrarisch bedrijf:
    agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt; veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie;
  2. bn. groothandel:
    het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
  1. bo. GVE (groot vee-eenheid):
    eenheid waarmee de fosfaatproductie van landbouwhuisdieren wordt uitgedrukt en waarbij 1 GVE overeenkomt met de fosfaatproductie van één melkkoe;
  1. bp. hobbymatig houden van dieren:

het telen van gewassen en/ of het houden van dieren, anders dan in het kader van de uitoefening van een agrarisch bedrijf of een bedrijfsmatige agrarische nevenfunctie.;

  1. bq. hoge (teelt)ondersteunende voorzieningen:
    teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen, hoger dan 1,5 m en met een maximum hoogte van 4 m. Hieronder worden in ieder geval verstaan: teeltbakken in stellingen of teelttafels, eventueel met regenkappen; plastic-/foliekassen, -tunnels en -regenkappen;
  2. br. hoofdfunctie:
    een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt;
  3. bs. hoofdgebouw:
    een gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
  4. bt. horeca:
    een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
  5. bu. horeca categorie 1:
    een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of van zaalverhuur, zoals een (hotel-) restaurant, pannenkoekenhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum;
  6. bv. horeca categorie 2:
    een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, lunchroom en ijssalon;
  7. bw. horeca categorie 3:
    een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café;
  8. bx. horeca categorie 4:
    een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot dansen, al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, zoals een partycentrum, een café met dansvloer van enige omvang of een discotheek;
  9. by. hotel:
    een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van nachtverblijf met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse;
  10. bz. houtteelt:
    de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet;
  11. ca. hoveniersbedrijf:
    een bedrijf, dat primair gericht is op ontwerp, aanleg en onderhoud van tuinen en groenvoorzieningen;
  12. cb. huishouden:
    een persoon of groep personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren. Met een huishouden worden gelijkgesteld:
    1. 1. de huisvesting van maximaal 5 personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur);
    2. 2. tijdelijke huisvesting in de vorm van logies aan maximaal 5 seizoenarbeiders;
    3. 3. de huisvesting van maximaal 12 personen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, een psychiatrisch ziektebeeld of psychosociale problemen dan wel de huisvesting van maximaal 12 personen die tijdelijke opvang behoeven, al dan niet met inbegrip van begeleiding en toezicht, dit alles gericht op zelfstandige bewoning.
  1. cc. hydrologische waarde:
    gronden met een betekenis binnen het watersysteem van het plangebied als infiltratiegebied, intermediair gebied en/of kwelgebied;
  2. cd. inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder:
    bedrijven en/of inrichtingen welke zijn genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet Milieubeheer;
  1. ce. intensieve veehouderij: veehouderij met een bedrijfvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen;
  1. cf. kampeermiddel:
    1. 1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
    2. 2. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
  1. cg. kantine:
    een gebouw of ruimte in een gebouw ten dienste van de op het perceel gelegen bestemming voor het nuttigen van maaltijden en overige consumpties door de gebruikers van de bestemming;
  2. ch. kantoor- en/of praktijkruimte:
    een ruimte welke door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve, medische en/of ontwerptechnische arbeid;
  1. ci. kapel:
    een gedeeltelijk met wanden omsloten bouwwerk bestemd voor godsdienstbeoefening en voorzien van een eigen altaar en/of een heiligenbeeld;
  1. cj. kas:
    agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 m;
  2. ck. kelder:
    een geheel ondergronds gelegen ruimte, die is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk;
  3. cl. kleinschalig kamperen:
    kleinschalige recreatieve activiteiten, uitsluitend gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober, waarbij niet meer dan 15 kampeermiddelen aan de orde zijn;
  1. cm. kwetsbaar object:
    een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
  2. cn. lage (teelt)ondersteunende voorzieningen:
    (teelt)ondersteunende voorzieningen voor plantaardige teelten, die op of nabij de grond worden aangebracht, met een maximale hoogte van 1,5 m Hieronder wordt in ieder geval verstaan: containervelden (een geheel verharde ondergrond veelal van niet-opneembare/gesloten verhardingen, zoals beton of anti-worteldoek met daartussen opneembare of open verhardingen, zoals betonplaten, tegel- of klinkerbestratingen) lage tunnels (halfronde bogen waarover plastic of gaasdoek wordt gespannen), insectengaas, afdekfolies, acryldoek, vlakveldfolies en vraatnetten;
  1. co. landschapselementen:
    ecologische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha;
  2. cp. landschapswaarden:
    de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wisselwerking;
  3. cq. landschapsontwikkelingsgebied:
    een gebied dat aangeduid is voor een of andere vorm van landschapsontwikkeling. Voorbeelden zijn een RNLE, een zone beek-herstel, een landschapsecologische zone en een (robuuste) ecologische verbindingszone;
  4. cr. lichte bedrijvigheid:
    het op ambachtelijke wijze vervaardigen, herstellen, onderhouden of bewerken van producten en/of diensten in de vorm van bedrijven die voorkomen in de van deze planregels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten;
  5. cs. maatschappelijke en culturele voorzieningen:
    educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijsvoorzieningen, sportvoorzieningen, recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;
  6. ct. manege:
    een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de navolgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca-activiteiten (kantine, foyer e.d.), logies- en/of verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen;
  7. cu. mantelzorg:
    het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
  1. cv. mestbewerking:
    de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest;
  2. cw. molen:
    inrichting bestemd en geschikt voor het benutten van windkracht;
  3. cx. molenbedrijf:
    bedrijf gericht op het gebruik van een molen als zodanig;
  4. cy. natuurwaarden:
    de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen);
  5. cz. nevenactiviteit:
    activiteiten die in ruimtelijke opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bouwperceel;
  1. da. niet-intensieve veehouderij: een veehouderij, niet zijnde een intensieve veehouderij, zoals de grondgebonden melkrundveehouderij;
  1. db. ondergeschikte bouwdelen:
    ondergeschikte delen aan een gebouw zoals, trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen;
  2. dc. ondergeschikte detailhandel:
    beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband houden met de bedrijfsactiviteiten;
  1. dd. opgraving:
    de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
  2. de. opslag (statisch):
    (binnen)opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, niet bestemd zijn voor handel en niet worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf, zoals (seizoens)stalling van (antieke) auto's, boten, caravans, campers en dergelijke;
  3. df. paardenhouderij:
    een bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het fokken van paarden, het africhten van paarden, het bieden van verblijf aan paarden (b.v. paardenstalling en paardenpension), het geven van paardrijlessen dan wel de handel in paarden;
  1. dg. perceelsgrens:
    de grens van een perceel;
  2. dh. plaatsgebonden risico:
    risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;
  3. di. productiegebonden detailhandel:
    beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
  4. dj. prostitutie:
    het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding;
  5. dk. raamprostitutie:
    een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen;
  6. dl. recreatief medegebruik:
    een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
  7. dm. recreatieve voorziening:
    voorzieningen bedoeld voor recreatief gebruik zoals musea, sportterreinen, speeltuinen, hondenoefenterreinen, dierenparken, openluchttheaters en groepsaccommodaties;
  8. dn. recreatiewoning:
    een gebouw, dat periodiek dient als verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
  9. do. reëel agrarisch bedrijf:
    een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij ten minste een halve tot een volledige arbeidskracht, met aannemelijk perspectief op volwaardigheid;
  10. dp. rijbak:
    een onoverdekte voorziening bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden;
  11. dq. ruimtelijke eenheid:
    complex van bij elkaar behorende bouwwerken;
  12. dr. risicovolle inrichting:
    een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
  13. ds. ruimtelijke kwaliteit:
    de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte;
  14. dt. seksinrichting:
    een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
  15. du. stacaravans:
    onderkomens, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dienen of kunnen dienen tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen, en die door de aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over een korte afstand naar een vaste standplaats kunnen worden verreden, doch niet bestemd zijn om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze onderkomens wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt zijn om te worden verreden, worden zij aangemerkt als stacaravan;
  16. dv. stedenbouwkundig beeld:
    het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n);
  17. dw. (teelt)ondersteunende voorzieningen:
    (teelt)ondersteunende voorzieningen, die onderdeel zijn van de totale agrarische bedrijfsvoering van een (grondgebonden) open- of vollegronds tuinbouwbedrijf(stak), boom- of vaste plantenteeltbedrijf(stak) en die gebruikt worden om de bedrijfsvoering te optimaliseren; hierdoor vindt (een deel van) de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden plaats, waardoor gezorgd kan worden voor een verbetering van de productiekwaliteit en/of arbeidsomstandigheden, teeltvervroeging of -verlating en het terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffengebruik;
  18. dx. (teelt)ondersteunende kas:
    een teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden. Hieronder vallen ook schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen (>1,5 m);
  19. dy. tijdelijke (teeltondersteunende) voorzieningen:
    teeltondersteunende voorzieningen die op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een maximum van 6 maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik. Hieronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten, regenkappen, palen, vraatnetten en boomteelthekken;
  20. dz. tuincentrum:
    detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waarop artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen worden aangeboden;
  21. ea. uitbouw:
    de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
  1. eb. veehouderij:
    agrarisch bedrijf dat gericht is op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en/of pelsdieren;
  1. ec. verblijfsrecreatie:
    het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen;
  2. ed. verbrede landbouw:
    activiteiten bij een agrarisch bedrijf die voortvloeien uit de agrarische bedrijfsvoering en die ten dienste staan van het agrarische bedrijf zoals agro-toerisme, waaronder agrarisch natuurbeheer, bewerking en waardevermeerdering van ter plaatse geproduceerde producten en zorgboerderijen;
  3. ee. verkoopvloeroppervlakte (vvo):
    de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte binnen een gebouw, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank;
  4. ef. (vollegronds)teeltbedrijf:
    agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat gericht is op het telen van gewassen, met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
  1. eg. volwaardig agrarisch bedrijf:
    een agrarisch bedrijf dat jaarrond een arbeidsbehoefte of -omvang heeft van ten minste één volledige arbeidskracht, met een daarbij passend jaarinkomen, en waarvan het behoud ook op langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd, dat wil zeggen in zowel bedrijfseconomisch opzicht als op milieuhygiënisch verantwoorde wijze;
  2. eh. voorgevel:
    de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel;
  3. ei. voorgevellijn:
    de lijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
  4. ej. voorgevelrooilijn:
    de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd;
  5. ek. waterhuishoudkundige voorzieningen:
    voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;
  6. el. werk:
    een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;
  7. em. winkel:
    een gebouw dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk is bedoeld om te worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel;
  1. en. wonen:
    Hieronder wordt verstaan:
    1. 1. het geheel van aan huis verbonden activiteiten van huishoudens die plaatsvinden in al dan niet gestapelde woningen, zelfstandige wooneenheden e.d. ten dienste van het verblijven door mensen. Niet tot wonen behoort het verblijf in recreatieve dagverblijven;
    2. 2. huisvesting van personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur), tijdelijke huisvesting van personen in de vorm van het verstrekken van logies aan seizoenarbeiders, verzorgingstehuis, gezinsvervangende huisvesting en andere vormen van beschermd/begeleid wonen, alsmede bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen (en ruimten) c.q. verzorgingsfaciliteiten;
    3. 3. beroepsactiviteiten die kunnen worden beschouwd als 'aan huis verbonden beroep of bedrijf', zijnde beroepsactiviteiten van tenminste één bewoner, plaatsvindend in de betrokken woning en/of bijbehorend bijgebouw.
  2. eo. woning:
    een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
  3. ep. woonboerderij:
    een woning die bestaat uit een voormalig agrarische bedrijfswoning met de in de bouwmassa opgenomen voormalige agrarische bedrijfsruimten;
  4. eq. zaalverhuur:
    een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is;
  1. er. zoekgebied voor ecologische verbindingszone:
    gebied waarbinnen een ecologische verbindingszone is of wordt gerealiseerd;
  1. es. zorgvuldige veehouderij:
    veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  1. a. afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
    de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
  2. b. bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
    de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;
  3. c. bebouwingspercentage:
    het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming;
  4. d. bouwhoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil verticaal tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
  5. e. breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:
    tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren;
  6. f. dakhelling:
    langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak;
  7. g. goothoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
  8. h. inhoud van een bouwwerk:
    tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
  9. i. oppervlakte van een bouwwerk:
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  1. j. peil:
    1. 1. voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
    2. 2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein.


Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.

Bij toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moet worden aangemerkt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarische bedrijfsuitoefening, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
  2. b. grondgebonden agrarische bedrijven, met dien verstande dat niet-intensieve veehouderij uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij';
  3. c. intensieve veehouderijen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
  4. d. glastuinbouwbedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw';
  5. e. kwekerijen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
  6. f. paardenhouderijbedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', waarbij niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bouwvlak;
  7. g. het behoud en het herstel van de visuele openheid met landschappelijke waarden, ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - openheid';
  8. h. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' aangegeven gebouwen;
  9. i. extensief recreatief medegebruik;
  10. j. hobbymatig houden van dieren en/ of het telen van gewassen;
  11. k. nevenactiviteiten zijn toegestaan zoals per adres is aangegeven in de bij deze regels behorende Bijlage1Overzicht nevenactiviteiten, waarbij niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bouwvlak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - nevenactiviteit';
  12. l. productiegebonden detailhandel, waarbij de totale gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte per agrarisch bedrijf niet meer mag bedragen dan 100 m²; educatieve activiteiten zijn hieronder begrepen;
  13. m. kleinschalig kamperen met 15 kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans, te plaatsen binnen het bouwvlak en/of aansluitend aan het bouwvlak en/of ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
  14. n. caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling';
  15. o. parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  16. p. mestbewerking ten behoeve van een op dezelfde locatie gevestigde veehouderij, mits de vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 500 m2;
  17. q. één bedrijfswoning per bouwvlak, waarbij geldt dat:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoningen zijn toegestaan;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
  18. r. aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  19. s. palingkwekerij, uitsluitend op het adres Bernsestraat 9 te Heusden;
  20. t. loonwerkbedrijf, uitsluitend op het adres Rietveldenlaan 1 te Heusden;
  21. u. champignonkwekerij, uitsluitend op het adres Oosterseweg 3-5 te Elshout;
  22. v. papegaaienkwekerij, uitsluitend op het adres Haarsteegsestraat 47 te Haarsteeg;
  23. w. verblijfsrecreatie in de vorm van logiesruimten voor maximaal 25 personen alsmede een horecavoorziening met een maximale oppervlakte van 80 m² met terras met een maximale oppervlakte van 150 m² voor gasten van de paardenhouderij, gasten van de verblijfsrecreatieve voorziening en voor dagrecreanten en passanten, uitsluitend op het adres Margrietweg 1 te Drunen;
  24. x. wonen in een bedrijfswoning met bijbehorende tuin door een derde ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – plattelandswoning’ is toegestaan;
  25. y. een uitkijkplatform, ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - uitkijkplatform';
  26. z. verkeersontsluiting van het aangrenzende bedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';

met de daarbij behorende:

  1. aa. paden en wegen en parkeervoorzieningen;
  2. ab. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder bergbezinkbassins;
  3. ac. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  4. ad. tuinen, erven en verhardingen.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarische bedrijfsuitoefening, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
  2. b. grondgebonden agrarische bedrijven, met dien verstande dat niet-intensieve veehouderij uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij';
  3. c. paardenhouderijbedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', waarbij niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bouwvlak;
  4. d. intensieve veehouderijen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
  5. e. glastuinbouwbedrijven;
  6. f. nevenactiviteiten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - nevenactiviteit' zoals per adres is aangegeven in de bij deze regels behorende Bijlage 1Overzicht nevenactiviteiten, waarbij per bouwvlak niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn;
  7. g. mestbewerking ten behoeve van een op dezelfde locatie gevestigde veehouderij, mits de vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 500 m2;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', opslag van restmateriaal afkomstig van het aan de Touwslager 18 in Nieuwkuijk gevestigde bedrijf;
  9. i. één bedrijfswoning per bouwvlak, waarbij geldt dat:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoningen zijn toegestaan;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven,
  10. j. productiegebonden detailhandel, waarbij de totale gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte per agrarisch bedrijf niet meer mag bedragen dan 100 m²;
  11. k. aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  12. l. hobbymatig houden van dieren en/ of het telen van gewassen;
  13. m. extensief recreatief medegebruik;

met de daarbij behorende:

  1. n. paden en wegen en parkeervoorzieningen;
  2. o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder bergbezinkbassins;
  3. p. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  4. q. tuinen, erven en verhardingen;

alsmede voor:

  1. r. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' aangegeven gebouwen.

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch-technische hulpbedrijven en agrarisch verwante bedrijven, tenzij het bedrijven zoals per adres opgenomen in de onderstaande tabel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bestaand bedrijf' betreft:
    Bosscheweg 70a Drunen Autowasserij
    Bosscheweg 55 Drunen Tuincentrum
    Bosscheweg 72 Drunen Bouw- en aannemersbedrijf
    De Hoeven (ong) kadastraal gem. Heusden G nr. 1011 Haarsteeg Hoveniersbedrijf, waarbij buitenopslag niet is toegestaan
    Duinweg 39 Drunen Gemeentewerf
    Luttelherptseweg 6 Herpt Zonweringenbedrijf
    Het hobbymatig houden van paarden tot een vloeroppervlak van 90 m2
    Grotestraat 40 Heusden Garagebedrijf
    Hoge Schijf 22 Drunen Groothandel en opslag van geautomatiseerde zonnezeilen en ringmachines en daarbij behorende assemblage-activiteiten
    Lambertusstraat 11 Heusden Op- en overslag en het bewerken van bouw- en sloopafval
    Mariëndonkstraat 30 Elshout Handel in AGF en snijden en verpakken van groenten e.d.
    Mariëndonkstraat 37 Elshout Garagebedrijf
    Mayweg 4 Elshout Een bedrijf tot en met categorie 2 vermeld in de bij deze regels behorende Staat van bedrijven
    Nassaulaan 107 Vlijmen Groothandel in ijzer- en staalschroot
    Een bedrijf tot en met categorie 2 vermeld in de bij deze regels behorende Staat van bedrijven
    Lasbedrijf max 500 m2
    Opslag (max. 10.000 kg m2) en verkoop consumentenvuurwerk
    Naulandseweg 49 Elshout Groothandel in huiden, vellen en leer
    Oude Haven ong. Vlijmen Opslag en detailhandel in bouw- en sloopmaterialen
    Parallelweg 1a Heusden Schroothandel
    Tuinbouwweg 41 Haarsteeg Bedrijfsverzamelgebouw tot en met categorie 2 vermeld in de bij deze regels behorende Staat van bedrijven.
    Bedrijf in ontwikkeling, bouw en onderhoud van verpakkingsmachines voor de voedingsmiddelensector.
    Metaalbewerkingsbedrijf.
    Voordijk 10 Vlijmen Bouwbedrijf
    Wolput 90 Vlijmen Handel in en reparatie van motorfietsen, met daarbij behorende detailhandel
    De Hoeven 60 Haarsteeg Fouragehandel met daaraan ondergeschikte detailhandel
  2. b. bedrijfswoningen, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. tuinen, erven en verhardingen;
  5. e. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  6. f. water en waterhuishoudkundige doeleinden.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het landschappelijk en stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

5.4 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 ten behoeve van het vergroten van het bebouwingspercentage aan bedrijfsgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
    1. 1. de vergroting mag niet meer bedragen dan 25% indien het agrarisch-technische en agrarisch verwante bedrijven zoals bedoeld in lid 5.1 onder a betreft;
    2. 2. de vergroting mag niet meer bedragen dan 15% indien het bedrijven zoals bedoeld in lid 5.1 onder a, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bestaand bedrijf' betreft;
    3. 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken mogen niet onevenredig worden aangetast;
    4. 4. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
    5. 5. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein;
  2. b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
    1. 1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
    2. 2. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.

Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in de artikel 5.4 sub a onder 4 en 5.4 sub b onder 2 niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

5.5 Specifieke gebruiksregels

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1, sub a ten behoeve van de vestiging van categorie 1 en 2 bedrijven zoals vermeld in de bij deze regels behorende Staat van bedrijven, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. de oppervlakte van het bestemmingsvlak maximaal 5000 m2 bedraagt;
  2. b. het bedrijf niet behoort tot een milieucategorie 3 of hoger;
  3. c. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
  4. d. het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid mag niet leiden tot twee of meer zelfstandige bedrijven, zelfstandige kantoorvoorziening en een zelfstandige detailhandelvoorziening van meer dan 200 m2.

Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in de artikel 5.6 sub c niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. nutsvoorzieningen;
  2. b. erven en verhardingen;
  3. c. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  4. d. water en waterhuishoudkundige doeleinden.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

Artikel 7 Bedrijf - Opslag

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Opslag' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. opslagbedrijven;
  2. b. bedrijfswoningen, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. tuinen, erven en verhardingen;
  5. e. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  6. f. water en waterhuishoudkundige doeleinden.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

7.4 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 ten behoeve van het vergroten van het bebouwingspercentage aan bedrijfsgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
    1. 1. de vergroting mag niet meer bedragen dan 15%;
    2. 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken mogen niet onevenredig worden aangetast,
    3. 3. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
    4. 4. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein;
  2. b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
    1. 1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
    2. 2. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.

Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in de artikelen 7.4 sub a onder 3 en 7.4 sub b onder 2 niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van onbebouwde gronden op het perceel Kavelingweg 2 te Haarsteeg ten behoeve van opslag.

Artikel 8 Bos

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bos en bebossing;
  2. b. productiebos, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - productiebos';
  3. c. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  4. d. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden;
  5. e. paden en wegen;
  6. f. parkeervoorzieningen;
  7. g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. h. extensief recreatief medegebruik.

8.2 Bouwregels

8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 9 Detailhandel - Tuincentrum

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuincentra;
  2. b. bedrijfswoningen;
  3. c. tuinen, erven en verhardingen;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

9.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
  2. b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.

Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 9.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

Artikel 10 Gemengd

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorie 1, met uitzondering van:
    1. 1. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
    2. 2. risicovolle inrichtingen;
  2. b. een aspergekwekerij en fietsverhuur, educatie en verkoop van streekeigen producten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
  3. c. dienstverlening;
  4. d. kantoren;
  5. e. maatschappelijke voorzieningen en daaraan ondergeschikte horeca;
  6. f. wonen, met dien verstande dat op het adres Groenewoud 37 maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  7. g. atelier;
  8. h. nutsvoorzieningen;
  9. i. tuinen, erven en verhardingen;
  10. j. terrassen;
  11. k. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van bevoorrading;
  12. l. groenvoorzieningen;
  13. m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

10.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.3 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:

  1. 1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
  2. 2. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.

Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 10.4 sub 2 niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

Artikel 11 Groen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  2. b. fiets- en voetpaden;
  3. c. een kapel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'religie'.

11.2 Bouwregels

  1. a. Op of in de deze gronden is alleen het bouwen van gebouwen ten behoeve van een kapel toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. bebouwing vindt uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'religie' plaats;
    2. 2. de maximale goothoogte van de kapel bedraagt 2,5 m en de maximale bouwhoogte bedraagt 5 m.
  1. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    1. 1. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, met uitzondering van lichtmasten en speelvoorzieningen, bedraagt ten hoogste 3 m;
    2. 2. de hoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 6 m.

Artikel 12 Horeca

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecabedrijven in categorieën 1, 2, en 3;
  2. b. bedrijfswoningen, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
  3. c. tuinen, erven en verhardingen;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.

12.2 Bouwregels

12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

12.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
  2. b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.

Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 12.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke en culturele voorzieningen, met dien verstande, dat begraafplaatsen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  2. b. bestaande bij maatschappelijke instellingen behorende zorg- en aanleunwoningen;
  3. c. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  1. a. de nevenactiviteiten in de vorm kleinschalig kamperen bestaat uit ten hoogste 15 standplaatsen uitsluitend ten behoeve van kampeermiddelen, uitsluitend op het adres De Gemeint te Vlijmen;
  2. b. tuinen, erven en verhardingen;
  3. c. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en speelvoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.

13.2 Bouwregels

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

13.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
  2. b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.

Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in 13.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

Artikel 14 Natuur

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuur/landschapselementen/bos en de bijbehorende groeiplaats;
  2. b. extensief agrarisch gebruik;
  3. c. verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  4. d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder bergbezinkbassins;
  5. e. extensief recreatief medegebruik;
  6. f. bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van verblijfsrecreatie, zoals aangegeven in Bijlage 16 (Giersbergen 14 te Drunen - Bestaande situatie), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
  7. g. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschaps- en natuurwaarden;
  8. h. herstel van het hydrologisch systeem.

Binnen de bestemming zijn tevens maximaal 3 stacaravans aan de Vergereindseweg (kadastraal O nr. 128) toegestaan.

14.2 Bouwregels

14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 15 Recreatie - Dagrecreatie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dagrecreatieve voorzieningen, waaronder begrepen kinderopvang en sportbeoefening;
  2. b. zwembaden;
  3. c. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte detailhandel;
  4. d. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte horeca;
  5. e. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte dienstverlening;
  6. f. zaalverhuur en horeca, uitsluitend op Fort Hedikhuizen;
  7. g. midgetgolfbaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - midgetgolfbaan';
  8. h. nutsvoorzieningen;
  9. i. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en speelvoorzieningen;
  10. j. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  11. k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  12. l. een zendmast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'.

15.2 Bouwregels

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

15.4 Afwijken van de bouwregels

Artikel 16 Recreatie - Recreatiewoning

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in recreatiewoningen, waarbij geldt, dat het aantal recreatiewooneenheden per bouwvlak niet meer dan 1 mag bedragen;
  2. b. tuinen, erven en verhardingen.

16.2 Bouwregels

16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

Artikel 17 Recreatie - Verblijfsrecreatie

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van kampeerterreinen;
  2. b. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een groepsaccommodatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
  3. c. dagrecreatieve voorzieningen, waaronder begrepen kinderopvang en sportbeoefening;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - terrein 1' (Margrietweg 21 Drunen), uitsluitend een horeca- en verblijfsaccommodatiebedrijf, waarbij geldt dat:
    1. 1. kleinschalig kamperen is toegestaan met ten hoogste 20 kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans;
    2. 2. ondergeschikte kleinschalige horeca is toegestaan in de vorm van een restaurant met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 250 m2;
    3. 3. 5 bed&breakfast kamers zijn toegestaan met een gezamenlijk oppervlak inclusief bijbehorende voorzieningen van 275 m2;
  5. e. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  6. f. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte detailhandel;
  7. g. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte horeca;
  8. h. aan recreatieve voorzieningen ondergeschikte dienstverlening;
  9. i. 2 recreatiewoningen, alsmede een bestaande schapenhouderij als nevenactiviteit aan de Duinweg 58 te Drunen;
  10. j. 3 recreatiewoningen aan de Provinciale weg 6 in Doeveren;
  11. k. nutsvoorzieningen;
  12. l. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en speelvoorzieningen;
  13. m. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  14. n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

17.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.2 sub c onder 2 ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
  2. b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.

Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 17.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

17.5 Specifieke gebruiksregels

Artikel 18 Recreatie - Volkstuin

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. volkstuinen;
  2. b. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  3. c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. d. erven en verhardingen.

18.2 Bouwregels

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.
  4. d.

Artikel 19 Sport

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportvelden;
  2. b. gebouwen ten behoeve van sportdoeleinden met bijbehorende voorzieningen zoals clubgebouw, kantine en kleedkamers;
  3. c. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  4. d. erven en verhardingen;
  5. e. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van bevoorrading;
  6. f. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  7. g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. h. eenn zendmast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'.

19.2 Bouwregels

19.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

19.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
  2. b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.

Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 19.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

Artikel 20 Sport - Manege

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maneges;
  2. b. bedrijfswoningen, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
  3. c. gebouwen ten behoeve van maneges met bijbehorende voorzieningen zoals clubgebouw, kantine en kleedkamers;
  4. d. erven en verhardingen;
  5. e. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van bevoorrading;
  6. f. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  7. g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

20.2 Bouwregels

20.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  1. a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  2. b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  3. c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid.

20.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2.4 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m²;
  2. b. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.

Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 20.4 sub b niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

Artikel 21 Tuin

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen, erven, verhardingen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. b. instandhouding en/of herontwikkeling van de cultuurhistorische ensemble ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorische ensemble' zoals opgenomen in artikel 43.18.

21.2 Bouwregels

Artikel 22 Verkeer - Parkeerterrein

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Parkeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. parkeerterreinen;
  2. b. wegen en paden;
  3. c. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  4. d. nutsvoorzieningen;
  5. e. straatmeubilair;
  6. f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

22.2 Bouwregels

Artikel 23 Verkeer - Snelweg

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Snelweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een dubbelbaans snelweg, per rijbaan bestaande uit tenminste twee rijstroken;
  2. b. een vluchtstrook;
  3. c. aansluitende en kruisende lokale wegen;
  4. d. parallelwegen;
  5. e. langzaam verkeersverbindingen,

en hiermee verband houdende:

  1. f. waterstaatkundige en verkeerskundige werken, zoals op- en afritten, viaducten, geleiderails, duikers, taluds, bruggen, tunnels, rotonden en sifon;
  2. g. groenvoorzieningen waaronder mitigerende voorzieningen zoals wildkerende rasters, wildtunnels e.d., natuur en landschapselementen;
  3. h. geluidwerende voorzieningen;
  4. i. nutsvoorzieningen;
  5. j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. k. een zendmast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'.

23.2 Bouwregels

Artikel 24 Verkeer - Wegverkeer

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebiedsontsluitingswegen;
  2. b. erftoegangswegen;
  3. c. fiets- en voetpaden;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  6. f. geluidwerende voorzieningen;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. straatmeubilair;
  9. i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  10. j. een uitkijkplatform, ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - uitkijkplatform'.

24.2 Bouwregels

Artikel 25 Water

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen, waterpartijen, oever- en bodembeschermingen;
  2. b. scheepvaartverkeer voor de Maas;
  3. c. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen;
  4. d. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder bruggen, duikers en gelijksoortige voorzieningen.

Waterretentie en natuurvriendelijke oevers zijn toegestaan voor zover de gronden zijn gelegen binnen 10 m van de bestemming 'Water'. De gronden zijn tevens bestemd voor het onderhouden van de waterloop.

25.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte en de oppervlakte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 3 m en 10 m2.

Artikel 26 Wonen

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, waarbij geldt dat, het aantal woningen per bouwvlak niet meer dan 1 mag bedragen, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' en 'maximum aantal wooneenheden', het aantal woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - nevenactiviteit' tevens nevenactiviteiten zijn toegestaan zoals per adres is aangegeven in de bij deze regels behorende Bijlage 1Overzichtnevenactiviteiten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bestaand bedrijf' tevens een bedrijf tot en met categorie 2 zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Bijlage 2 Staat vanbedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat er plaatse van de aanduiding 'opslag' uitsluitend opslag is toegestaan;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', uitsluitend verkeersontsluiting en parkeervoorzieningen;
  5. e. aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  6. f. tuinen, erven en verhardingen;
  7. g. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' aangegeven gebouwen;
  8. h. instandhouding en/of herontwikkeling van de cultuurhistorische ensemble ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorische ensemble' zoals opgenomen in artikel 43.18.

26.2 Bouwregels

26.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.2 ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
    1. 1. voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en voorzien van de bestemming Wonen en/of Tuin meer bedraagt dan 300 m², mag de onder b geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 150 m²;
    2. 2. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.
  2. b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen ten behoeve van hobbymatige agrarische nevenactiviteiten onder de volgende voorwaarden:
    1. 1. de maximale oppervlakte van bijgebouwen bedraagt 300 m2;
    2. 2. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.


Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 26.3 sub a onder 2 en 26.3 sub b onder 2 niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

26.4 Specifieke gebruiksregels

26.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 27 Leiding - Brandstof

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor:

  1. a. het transport van vloeibare brandstoffen aardgas door een hoofdtransportleiding;
  2. b. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van brandstofleidingen;
  3. c. groenvoorzieningen.

27.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in dit plan is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:

  1. a. bouwwerken voor de aanleg en instandhouding van de ondergrondse gastransportleidingen tot een maximale bouwhoogte van 3 m.

27.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:

  1. a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de energie dient te zijn gewaarborgd;
  2. b. het bevoegd gezag schriftelijk advies dient te hebben ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 28 Leiding - Gas

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor:

  1. a. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van ondergrondse gastransportleidingen.
  2. b. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.

28.2 Voorrangsbepaling

De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.

28.3 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in dit plan is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.

  1. a. bouwwerken voor de aanleg en instandhouding van de ondergrondse gastransportleidingen tot een maximale bouwhoogte van 3 m.

28.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.3 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:

  1. a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de energie dient te zijn gewaarborgd;
  2. b. het bevoegd gezag schriftelijk advies dient te hebben ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
  3. c. een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

28.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:het permanent opslaan van goederen.

  1. a. het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen t.b.v. van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding;
  2. b. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten.

28.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 29 Leiding - Hoogspanning

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor de volgende doeleinden:

  1. a. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van bovengrondse hoogspanningsleidingen;
  2. b. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.

29.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:

  1. a. bouwwerken voor de aanleg en instandhouding van de ondergrondse hoogspanningsleidingen tot een maximale bouwhoogte van 3 m.

29.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:

  1. a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de energie dient te zijn gewaarborgd;
  2. b. het bevoegd gezag schriftelijk advies dient te hebben ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 30 Leiding - Water

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor de volgende doeleinden:

  1. a. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van ondergrondse watertransportleidingen;
  2. b. groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.

30.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:

  1. a. bouwwerken voor de aanleg en instandhouding van de ondergrondse afvalwatertransportleidingen tot een maximale bouwhoogte van 3 m.

30.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:

  1. a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de afvalwatervoorziening dient te zijn gewaarborgd;
  2. b. het bevoegd gezag schriftelijk advies dient te hebben ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 31 Waarde - Archeologie 1

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met archeologische waarden.

31.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat een geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:

  1. a. een bouwplan voor gebouwen en/of bouwwerken waarbinnen de bodem tot ten hoogste 50 centimeter onder maaiveld wordt geroerd;
  2. b. een gebouw of ander bouwwerk wordt gebouwd op een bestaande fundering en er buiten 1 m uit deze fundering geen bodemverstoring plaats vindt.

31.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits is aangetoond dat dit niet zal leiden tot een verstoring van archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin.
  2. b. Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, mag slechts worden afgeweken met een omgevingsvergunning indien aan de vergunning een, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988;
    3. 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een erkende partij die voldoet aan de door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en onder toezicht van de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
  3. c. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 31.3, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

31.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming Waarde - archeologie 1 wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.

Artikel 32 Waarde - Archeologie 2

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met te verwachten archeologische waarden.

32.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat een geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:

  1. a. een bouwplan voor gebouwen en/of bouwwerken geen grotere oppervlakte heeft dan 100 m2 èn waarbinnen de bodem tot ten hoogste 50 centimeter onder maaiveld wordt geroerd;
  2. b. een gebouw of ander bouwwerk wordt gebouwd op een bestaande fundering en er buiten 1 m uit deze fundering geen bodemverstoring plaats vindt.

32.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits is aangetoond dat dit niet zal leiden tot een verstoring van archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin.
  2. b. Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, mag slechts worden afgeweken met een omgevingsvergunning indien aan de vergunning een, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988;
    3. 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een erkende partij die voldoet aan de door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en onder toezicht van de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
  3. c. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 32.3, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.

32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

32.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming Waarde - archeologie 2 wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.

Artikel 33 Waarde - Archeologie 3

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met te verwachten archeologische waarden.

33.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat een geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:

  1. a. een bouwplan voor gebouwen en/of bouwwerken geen grotere oppervlakte heeft dan 500 m2 èn waarbinnen de bodem tot ten hoogste 50 centimeter onder maaiveld wordt geroerd;
  2. b. een gebouw of ander bouwwerk wordt gebouwd op een bestaande fundering en er buiten 1 m uit deze fundering geen bodemverstoring plaats vindt.

33.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits is aangetoond dat dit niet zal leiden tot een verstoring van archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin.
  2. b. Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, mag slechts worden afgeweken met een omgevingsvergunning indien aan de vergunning een, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988;
    3. 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een erkende partij die voldoet aan de door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en onder toezicht van de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
  3. c. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 33.3, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.

33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

33.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming Waarde - archeologie 3 wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.

Artikel 34 Waarde - Archeologie 4

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met te verwachten archeologische waarden.

34.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat een geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:

  1. a. een bouwplan voor gebouwen en/of bouwwerken geen grotere oppervlakte heeft dan 5.000 m2 èn waarbinnen de bodem tot ten hoogste 50 centimeter onder maaiveld wordt geroerd;
  2. b. een gebouw of ander bouwwerk wordt gebouwd op een bestaande fundering en er buiten 1 m uit deze fundering geen bodemverstoring plaats vindt.

34.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits is aangetoond dat dit niet zal leiden tot een verstoring van archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin.
  2. b. Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, mag slechts worden afgeweken met een omgevingsvergunning indien aan de vergunning een, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988;
    3. 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een erkende partij die voldoet aan de door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en onder toezicht van de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
  3. c. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 34.3, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.

34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

34.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming Waarde - archeologie 4 wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.

Artikel 35 Waarde - Archeologie 5

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met te verwachten archeologische waarden.

35.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:

  1. a. heiwerkzaamheden gezamenlijk een oppervlakte verstoren van ten hoogste 5% van het plangebied;
  2. b. een bouwplan voor gebouwen en/of bouwwerken waarbinnen de bodem tot ten hoogste 300 cm onder maaiveld wordt geroerd;
  3. c. een gebouw of ander bouwwerk wordt gebouwd op een bestaande fundering en er buiten 1 m uit deze fundering geen bodemverstoring plaats vindt.

35.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits is aangetoond dat dit niet zal leiden tot een verstoring van archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin.
  2. b. Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, mag slechts worden afgeweken met een omgevingsvergunning indien aan de vergunning een, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988;
    3. 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een erkende partij die voldoet aan de door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en onder toezicht van de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
  3. c. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 35.3, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.

35.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

35.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming Waarde - archeologie 5 wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.

Artikel 36 Waarde - Beschermd Stadsgezicht

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van het cultuurhistorische karakter van de vestingstad Heusden.

36.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen, buiten de bebouwing die is toegestaan op grond van het bepaalde in de andere voor de gronden geldende bestemmingen, geen bouwwerken worden gebouwd.

36.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 37 Waterstaat - Stroomvoerend Regime

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend regime' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. a. de afvoer en doorstroming van rivierwater.

37.2 Bouwregels

  1. a. In of op de voor stroomvoerend regime bestemde gronden mag uitsluitend ten behoeve van de in lid 37.2 sub b genoemde riviergebonden en de in lid 37.2 sub c genoemde niet-riviergebonden activiteiten worden gebouwd, mits de andere aan deze gronden gegeven bestemmingen dit toelaten.
  2. b. De riviergebonden activiteiten zijn:
    1. 1. de aanleg of wijziging van waterstaatkundige (kunst)werken;
    2. 2. de realisatie van voorzieningen voor een betere en veilige afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart;
    3. 3. de bouw of wijziging van scheepswerven;
    4. 4. de vestiging of uitbreiding van overslagbedrijven of het realiseren van overslagfaciliteiten, uitsluitend voor zover de activiteit gekoppeld is aan het vervoer over de rivier;
    5. 5. de aanleg of wijziging van scheepswerven;
    6. 6. de realisatie van natuur;
    7. 7. de uitbreiding van bestaande steenfabrieken;
    8. 8. de realisatie van voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie zijn verbonden, of
    9. 9. de winning van oppervlaktedelfstoffen.
  3. c. De niet-riviergebonden activiteiten betreffen:
    1. 1. een groot openbaar belang en de activiteit kan redelijkerwijs niet buiten het rivierbed worden gerealiseerd;
    2. 2. een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven en de activiteit kan redelijkerwijs niet uiten het rivierbed worden gerealiseerd;
    3. 3. een functieverandering binnen de bestaande bebouwing; of
    4. 4. een activiteit die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie.
  4. d. De activiteiten genoemd onder lid 37.2 sub b en c moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren va het waterstaatwerk gewaarborgd blijft;
    2. 2. er mag geen sprake zijn van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
    3. 3. er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
    4. 4. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen dienen duurzaam te worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn;
    5. 5. en specifiek voor het bepaalde in sub c onder punt 4 geldt dat de gevraagde rivierverruimingsmaatregelen genomen worden, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn;
  5. e. In afwijking van het bepaalde in lid 37.2 sub a is een aantal kleine, tijdelijke of voor het rivierbeheer noodzakelijke activiteiten toegestaan. Deze betreffen:
    1. 1. omgevingsvergunningvrije activiteiten;
    2. 2. een eenmalige uitbreiding van ten hoogste 10% van de bestaande bebouwing;
    3. 3. overige activiteiten van, vanuit rivierkundig opzicht, ondergeschikt belang;
    4. 4. activiteiten ten behoeve van rivierbeheer- of -verruiming;
    5. 5. tijdelijke activiteiten;
    6. 6. een en ander mits voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.2 sub d onder punt 1 tot en met 3.
  6. f. Medewerking kan slechts worden verleend na het bereiken van overeenstemming met de rivierbeheerder.

37.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de grenzen van deze dubbelbestemming te wijzigen dan wel de dubbelbestemming geheel op te heffen, uitsluitend naar aanleiding van en conform door de Staatssecretaris bekrachtigde wijzigingen in de kaartbijlage van de 'Beleidsregels grote rivieren', Staatscourant 12 juli 2006.

Artikel 38 Waterstaat - Waterbergingsgebied

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van het waterbergend vermogen.

38.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. uitsluitend toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterberging;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

38.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee de dubbelbestemming samenvalt.
  2. b. De regels van een andere bestemming zijn van overeenkomstige toepassing indien en voor zover deze regels in overeenstemming zijn met de regels van deze dubbelbestemming.

38.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 39 Waterstaat - Waterkering

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor de volgende doeleinden:

  1. a. voorzieningen voor de directe en indirecte kering van het water;
  2. b. aanleg, instandhouding en/of bescherming van de waterkering;
  3. c. verhardingen, groenvoorzieningen, natuur en landschapselementen.

39.2 Bouwregels

39.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken die op grond van de overige aan de gronden gegeven bestemming(en) is toegestaan, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de waterkering.
  2. b. Alvorens te beslissen omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld onder a wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de waterkering.

39.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 40 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 41 Algemene Bouwregels

41.1 Bestaande afmetingen en afstanden

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

41.2 Ondergronds bouwen

Binnen het plangebied mag, tenzij anders is aangegeven in de regels, onder gebouwen ondergronds worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. ondergrondse gebouwen gelegen buiten de buitenzijde van de gevels van de bovengrondse gebouwen niet zijn toegestaan;
  2. b. de diepte van de ondergrondse bebouwing mag niet meer bedragen dan 3,5 m onder peil.

41.3 Bouwen langs wegen

  1. a. Op de gronden buiten de bebouwde kom, gelegen binnen de volgende afstanden:
    1. 1. provinciale wegen tot 50 m uit de as van elke rijbaan;
    2. 2. overige ontsluitingswegen tot 15 m uit de as van elke rijbaan;

mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bebouwing worden gebouwd;

  1. b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van een bebouwing , mits;
    1. 1. door de bouw van deze bebouwing de verkeersbelangen niet onevenredig worden geschaad. Daartoe dient vooraf de betrokken wegbeheerder te worden gehoord;
    2. 2. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder.

41.4 Uitkijkplatform

Voor het bouwen van een uitkijktoren ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - uitkijkplatform' binnen de bestemmingen Agrarisch en Verkeer - Wegverkeer gelden de volgende regels:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - uitkijkplatform' mag maximaal 1 uitkijkplatform worden opgericht;
  1. a. de oppervlakte van het uitkijkplatform mag niet meer bedragen dan 90 m2;
  2. b. de bouwhoogte van het uitkijkplatform mag niet meer bedragen dan 7 m.

Artikel 42 Algemene Gebruiksregels

42.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met het plan wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting;
  2. b. het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen bij een woning als zelfstandige woningen en als afhankelijke woonruimte;
  3. c. het innemen van een standplaats ten behoeve van het plaatsen van een caravan.

42.2 Niet strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met het plan wordt niet begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen voor recreatieve verblijfsvoorzieningen in de vorm van 'bed & breakfast', mits voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
    1. 1. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de hoofdbebouwing en de daaraan gebouwde of vrijstaande bijgebouwen tot een maximum van 50 m²;
    2. 2. het aantal personen ten behoeve van wie de recreatieve verblijfsvoorzieningen wordt uitgeoefend mag niet meer bedragen dan 10;
    3. 3. er dient minimaal 1 parkeerplaats per 12 m2 van de onder a genoemde gezamenlijke vloeroppervlakte te worden gerealiseerd op eigen terrein;
  2. b. het bestaande gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het innemen van een standplaats ten behoeve van het plaatsen van een caravan dat in strijd is met de aan die gronden en bouwwerken gegeven bestemming en dat in enigerlei opzicht afwijkt van het plan, mag uitsluitend worden voortgezet voor zover het de in de navolgende tabel genoemde personen en percelen betreft:

Sektie Sektienummer Naam

D 2835 C. van Steenis

D 2831 Th. G. Helbers

D 2836 J. van Vliet

D 2804 J. Mertens

D 2904 R.R. Apon

D 2787 J.A. den Teuling

D 1173 E.H. Verster-Oostergo

D 2905 J. de Vries

D 2900 E. van den Herik-van Heugten

D 3029 C.L.M.G. van Kaam - van Wezel

  1. c. bestaande gebruik van het voormalige kippenhok en twee woonunits voor bewoning, met dien verstande dat het gebruik uitsluitend mag worden voortgezet, voor zover het betreft A.M. de Gouw op het perceel kadastraal bekend als gemeente Drunen, sectie K, nummer 1899.

Het in dit artikel gegeven persoonsgebonden overgangsrecht eindigt bij vervreemden of overlijden van de genoemde personen;

42.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 42.1 onder b en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits:

  1. a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  2. b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  3. c. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m2;
  4. d. het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekt indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

Artikel 43 Algemene Aanduidingsregels

43.1 Overige zone - voorwaardelijke verplichting

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting' gelden de voorwaarden ten aanzien van landschappelijke inpassing, dan wel investering in natuurwaarden, of sloopverplichtingen zoals opgenomen in onderstaande tabel.

Locatie Artikel
Vendreef 4 Vlijmen 3.4.3
Laagstraat 8 Oudheusden 3.4.4
Zeedijk 2 Elshout 3.4.5
Mayweg 8 Elshout 3.4.6
Tuinbouwweg 7 Haarsteeg 4.4.3
De Hoeven G-1011 Haarsteeg 5.5.5
Luttelherptseweg 6 Herpt 5.5.1
Bosscheweg 70a Drunen 5.5.2
Hoge Schijf 22 Drunen 5.5.3
Tuinbouwweg 41 Haarsteeg 5.5.4
Margrietweg 21 Drunen 17.5.2
Duinweg 58 Drunen 17.5.1
Abdijlaan 2 Drunen 26.4.2
Giersbergen 2a Drunen 26.4.3
Giersbergen 11 Drunen 26.4.4
Drie woningen Hedikhuizen 26.4.5
Dorpsstraat 3 en 5 doeveren 26.4.6
Kerkstraat 18 Hedikhuizen 26.4.7
Kerkstraat 23a Hedikhuizen 26.4.8
Giersbergen 19 Hedikhuizen 26.4.9
Boscheweg 127 Drunen 26.4.10
De Hoeven ong. Haarsteeg 26.4.11
Groenewoud 40 Drunen 26.4.12
Westakker 2 Oudheusden 26.4.13

43.2 Overige zone - boringsvrije zone

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - boringsvrije zone' zijn de gronden mede aangewezen ten behoeve van het behoud van de beschermende kleilaag in de bodem.

43.3 Milieuzone - waterwingebied

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - waterwingebied' mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald, op of in deze zone begrepen gronden geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van teeltondersteunende voorzieningen zoals opgenomen in artikel 3.

43.4 Overige zone - attentiegebied ehs

43.5 Overige zone - cultuurhistorisch vlak

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorisch vlak' zijn de gronden mede aangewezen voor het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden.

43.6 Overige zone - eendenkooi

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - eendenkooi' zal bij de in het bestemmingsplan opgenomen afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden alsmede bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden rekening worden gehouden met het afpalingsrecht als bedoeld in de Flora- en faunawet.

43.7 Overige zone - ecologische hoofdstructuur

43.8 Overige zone - groenblauwe mantel

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groenblauwe mantel' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van de onderscheidene gebieden.

43.9 Overige zone - schootsvelden

43.10 Overige zone - waterwerk

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - waterwerk' mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van waterhuishoudkundige voorzieningen, met een hoogte van maximaal 4 m.

43.11 Veiligheidszone - lpg

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is geen nieuwbouw van (beperkt) kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, toegestaan.

43.12 Vrijwaringszone - molenbiotoop

43.13 Vrijwaringszone - snelweg

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - snelweg' mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bebouwing worden gebouwd, met uitzondering van de met Rijksweg A59 verband houdende bouwwerken, zoals geluidswerende voorzieningen en ecologische voorzieningen.
  2. b. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van een bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - snelweg', mits door de bouw van deze bebouwing de verkeersbelangen niet onevenredig worden geschaad. Daartoe dient vooraf de betrokken wegbeheerder te worden gehoord.
  3. c. de in lid b bedoelde omgevingsvergunning wordt geacht te zijn verleend ten aanzien van bebouwing die bestaan op het tijdstip van de ter visie legging van het ontwerp van het plan, dan wel mag worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning.

43.14 Overige zone - zoekgebied voor ecologische verbindingszones

43.15 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, op of in deze zone begrepen gronden geen bouwwerken worden gebouwd.

43.16 Beperkingen veehouderij

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' zijn de gronden tevens bestemd voor de bescherming van natuur en woonconcentraties, door het stellen van regels met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van de niet-intensieve veehouderij en de intensieve veehouderij.

43.17 Overige zone - landschapselement

Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - landschapselement' zijn de gronden, mede bestemd voor het behoud, de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische waarden in de vorm van waardevolle beplanting.

43.18 Cultuurhistorische ensemble, rijksmonument en overhuiving

Artikel 44 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:

  1. a. van deze regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  2. b. van deze regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
    1. 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
    2. 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
  3. c. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
    1. 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 40 m;
    2. 2. ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 50 m;
    3. 3. ten behoeve van windturbines tot niet meer dan 20 m;
    4. 4. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 10 m;
  4. d. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van deze maximaal toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
    1. 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
    2. 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,26 maal de maximaal toegestane bouwhoogte van het betreffende gebouw.

Artikel 45 Algemene Wijzigingsregels

45.1 Wijziging aanduiding 'Veiligheidszone - lpg'

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien het lpg-vulpunt wordt verwijderd, dan wel indien door het nemen van technische maatregelen en/of het wijzigen van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving blijkt dat de tot het vulpunt aan te houden afstand kan worden verkleind.

45.2 Wijziging in bestemmingen Wonen, Dagrecreatie, Horeca

  1. a. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' de bestemming (gelegen aan De Hoeven 46, perceel G1387) te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van één woning, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
    2. 2. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
    3. 3. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
    4. 4. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
    5. 5. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
    6. 6. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
    7. 7. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
    8. 8. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
  2. b. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 2' de bestemming (gelegen aan de Duinweg 27) te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van één woning, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
    2. 2. de bestaande kassen worden gesloopt;
    3. 3. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
    4. 4. het bestemmingsvlak wonen na wijziging maximaal 1.500 m2 mag bedragen;
    5. 5. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven mogen door de wijziging niet worden aangetast;
    6. 6. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
    7. 7. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
    8. 8. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
    9. 9. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
    10. 10. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
  3. c. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 5' de bestemming (de percelen Kapelstraat 57 - Naulandseweg) wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van twee woningen, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. dat nieuwbouw van woningen uitsluitend mag plaatsvinden in 'stedelijk gebied', zoals aangewezen in de Verordening ruimte Noord-Brabant;
    2. 2. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
    3. 3. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
    4. 4. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
    5. 5. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
    6. 6. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
    7. 7. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
    8. 8. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
    9. 9. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
  4. d. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 6' de bestemming (gelegen aan de Overstortweg 10) te wijzigen ten behoeve van educatieve en dagrecreatieve functies ten behoeve van een bestaand agrarisch bedrijf, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
    2. 2. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
    3. 3. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
    4. 4. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
    5. 5. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
    6. 6. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
    7. 7. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
  5. e. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 8' de bestemming (gelegen aan De hoeven tussen 52 en 54) te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van één woning, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
    2. 2. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
    3. 3. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
    4. 4. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
    5. 5. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
    6. 6. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
    7. 7. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
    8. 8. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
  6. f. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 9' de bestemming (gelegen aan de Oude Schoolstraat 2) te wijzigen ten behoeve van wonen, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
    2. 2. niet meer dan 1 woning mag worden gerealiseerd;
    3. 3. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
    4. 4. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
    5. 5. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
    6. 6. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder;
    7. 7. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
    8. 8. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
    9. 9. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
  7. g. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 11' de bestemming (gelegen aan de Westakker 2) te wijzigen ten behoeve van horeca in combinatie met de functie wijngaard, wijnmakerij en pluktuin, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 12;
    2. 2. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven mogen door de wijziging niet worden aangetast;
    3. 3. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
    4. 4. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder ;
    5. 5. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
    6. 6. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
    7. 7. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
  8. h. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 13' de bestemming (gelegen tussen Mariendonkstraat 20 en 24) te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van twee woning, mits:
    1. 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
    2. 2. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
    3. 3. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
    4. 4. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
    5. 5. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder ten aanzien van de geluidsbelasting op de gevel van de gesplitste woningen;
    6. 6. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
    7. 7. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
    8. 8. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.
  9. i. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 14' de bestemming (gelegen aan De Hoeven 37, Haarsteeg) te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van één woning, mits:
    1. 1. de wijziging past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
    2. 2. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 26;
    3. 3. de belangen van omliggende agrarische bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
    4. 4. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
    5. 5. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder ten aanzien van de geluidsbelasting op de gevel van de gesplitste woningen;
    6. 6. uit milieukundig bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruiken tevens rekening wordt houden met cultuurhistorische waarden en kenmerken;
    7. 7. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
    8. 8. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.

45.3 Wijziging ten behoeve van uitbreiding van een begraafplaats

Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 16' de bestemming Agrarisch - Glastuinbouw te wijzigen naar de bestemming Maatschappelijk, mits:

  1. a. het gebouw ten behoeve van de functie maximaal 50 m2 bedraagt en de maximale goot- en bouwhoogte maximaal respectievelijk 3 en 6 m bedragen;
  2. b. geen bedrijfswoning wordt gebouwd;
  3. c. de aanduiding 'begraafplaats' wordt aangebracht;
  4. d. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 13;
  5. e. aangetoond wordt dat uitbreiding van de begraafplaats noodzakelijk is voor de continuïteit van de functie;
  6. f. de uitbreiding geen onevenredige belemmering oplevert voor de in de omgeving liggende woningen;
  7. g. de stedenbouwkundige en ruimtelijke kwaliteiten niet onevenredig worden aangetast;
  8. h. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden.

45.4 Wijziging ten behoeve van opslag en oprichten kinderdagverblijf

Burgemeester en wethouder zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 17' de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' te wijzigen naar de bestemming 'Bedrijf', mits:

  1. a. alle bestaande kassen worden gesloopt;
  2. b. de bestaande loods wordt hergebruikt voor statische opslag;
  3. c. een gebouw ten behoeve van een kinderdagverblijf wordt gebouwd met een oppervlakte van maximaal 600 m² en een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 en 6 m;
  4. d. geen (extra) bedrijfswoning wordt gebouwd;
  5. e. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 5;
  6. f. de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven door de wijziging niet worden aangetast;
  7. g. uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
  8. h. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat kan worden voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder ten aanzien van de geluidsbelasting op de gevel van het kinderdagverblijf;
  9. i. de stedenbouwkundige en ruimtelijke kwaliteiten niet onevenredig worden aangetast;
  10. j. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden;
  11. k. de in verband met de te verwachten parkeerbehoefte benodigde parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op eigen terrein.

45.5 Herbegrenzing Ecologische Hoofdstructuur

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van aanpassen van de aanduidingsgrenzen van de aanduidingen 'overige zone - ecologische hoofdstructuur' en 'overige zone - zoekgebied voor ecologische verbindingszone', met dien verstande dat:

  1. a. de wijziging in overeenstemming is met de begrenzing van de EHS zoals deze is vastgelegd door de provincie Noord-Brabant;
  2. b. er geen sprake is van een significante aantasting van de bestaande natuurwaarden.

Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in de artikelen 45.2 sub a, 45.2 sub b, 45.2 sub c, 45.2 sub d, 45.2 sub e, 45.2 sub f, 45.2 sub h, 45.2 sub i,45.2 sub j, 45.2 sub k, 45.2 sub l, 45.2 sub m, 45.2 sub n, 45.3 sub h, 45.4 sub h niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om wijziging van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd.

Artikel 46 Algemene Procedureregels

46.1 Afwijken Wro

Met betrekking tot de voorbereiding van afwijken bij een omgevingsvergunning en het stellen van nadere eisen ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door het bevoegd gezag, geldt de volgende procedure:

  1. a. het voornemen wordt gepubliceerd in het plaatselijk huis-aan-huisblad en van dit voornemen wordt tevens langs elektronische weg kennisgegeven;
  2. b. het voornemen ligt vervolgens twee weken ter inzage op het gemeentehuis;
  3. c. gedurende de periode van de ter-inzage-legging kunnen belanghebbenden schriftelijk hun zienswijze kenbaar maken aan het bevoegd gezag;
  4. d. na afloop van de termijn van de terinzagelegging beslist het bevoegd gezag omtrent het afwijken bij een omgevingsvergunning respectievelijk nadere eisen.

46.2 Verordening Ruimte 2014

Indien dat in Hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels) is aangegeven neemt het bevoegd gezag bij het toepassen van de betreffende afwijkings- en wijzigingsregels de volgende bepalingen in acht:

  1. a. medewerking wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij en Nadere regels zoals op basis van de Verordening Ruimte 2014 zijn vastgesteld, zoals deze gelden op het tijdstip van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag;
  2. b. medewerking wordt slechts verleend indien is aangetoond dat de kans op geurhinder, waarbij uitsluitend de achtergrondbelasting wordt beschouwd, op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20% , tenzij er - indien blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages - maatregelen worden getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting welke ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert;
  3. c. medewerking wordt slechts verleend indien is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 µg/m³;
  4. d. medewerking wordt slechts verleend indien een zorgvuldige dialoog is gevoerd met de omwonenden, voorafgaand aan de definitieve planvorming en gericht op het betrekken van belangen van omwonenden bij de planontwikkeling, en waarvan een schriftelijk verslag beschikbaar is;
  5. e. het bepaalde in lid a mag één maal per bouwvlak en één maal in de 10 jaar buiten beschouwing blijven voor uitbreidingen van gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde kleiner dan 100 m².

Artikel 47 Van Toepassing Verklaring

Het bestemmingsplan Heusden Buitengebied van de gemeente Heusden, vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2012 (identificatienummer NL.IMRO.0797.BPBuitengebied-VG02), aangevuld en gewijzigd door middel van het bestemmingsplan Heusden Buitengebied Reparatieplan deel A van de gemeente Heusden, vastgesteld door de gemeenteraad op 31 maart 2015 (identificatienummer NL.IMRO.0797.RPHBGA-VG01) en het bestemmingsplan Heusden Buitengebied, 3de herziening, vastgesteld op 27 september 2016 (NL.IMRO.0797.PHHBG3-VG02) blijven van kracht, met dien verstande dat:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone – 4de herziening’, de verbeelding volledig wordt vervangen inclusief alle ter plaatse geldende aanduidingen;
  2. b. de regels van bovengenoemde bestemmingsplannen als volgt worden gewijzigd:
    1. 1. de tekstdelen die in dit bestemmingsplan vet zijn weergegeven, aan de regels van bovengenoemde bestemmingsplannen worden toegevoegd;
    2. 2. de tekstdelen die in dit bestemmingsplan zijn doorgehaald, uit de regels van bovengenoemde bestemmingsplannen worden verwijderd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 48 Overgangsrecht

48.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Lid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

48.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in lid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Lid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 49 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het Bestemmingsplan Heusden Buitengebied, 4de herziening'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding En Doel

Op 18 december 2012 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Heusden Buitengebied vastgesteld. Sinds die tijd zijn voor het buitengebied enkele (partiële) herzieningen vastgesteld waarin enerzijds de uitspraak van de Raad van State is verwerkt en anderzijds enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn gemaakt. Met de voorliggende partiële herziening worden verschillende doelen bereikt:

  • het mogelijk maken van enkele nieuwe ontwikkelingen (zie hoofdstuk 3).
  • het aanpassen van het plan aan de ervaringen en algemene ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Het gaat daarbij zowel om aanpassingen in de verbeelding en de regels (zie hoofdstuk 4).

Inhoudelijk worden er, tenzij anders aangegeven, geen ingrijpende wijzigingen doorgevoerd in de bestemmingsregelingen en/of verbeelding. In hoofdstuk 2 van deze toelichting worden de wijzigingen ten opzichte van het moederplan toegelicht. Deze toelichting dient ter verduidelijking van de gemaakte keuzen in dit bestemmingsplan en ter informatie over het van toepassing zijnde beleid.

Voor de niet in deze herziening opgenomen onderdelen blijft de bestemmingsregeling zoals opgenomen in de regels en op de verbeelding van het bestemmingsplan Heusden Buitengebied van kracht.

1.2 Plangrens

Na vaststelling van het bestemmingsplan Heusden Buitengebied op 18 december 2012 zijn verschillende herzieningen, postzegelbestemmingsplannen en wijzigingsplannen vastgesteld dan wel recent in procedure gebracht. In het voorliggende bestemmingsplan zijn de volgende bestemmingsplannen (ongewijzigd) samengevoegd.

Plannaam IMRO code datum planstatus
Heusden Buitengebied NL.IMRO.0797.BPBuitengebied-VG02 18-12-2012 vastgesteld
Heusden Buitengebied Reparatieplan deel A NL.IMRO.0797.RPHBGA-VG01 31-03-2015 vastgesteld
Heusden Buitengebied Reparatieplan deel B NL.IMRO.0797.RPHBGB-VG01 12-05-2015 vastgesteld
BP Vaartweg NL.IMRO.0797.PHHBG1-VG01 23-09-2014 vastgesteld
Heusden Buitengebied, 2de herziening NL.IMRO.0797.PHHBG2 22-12-2015 vastgesteld
Heusden Buitengebied, 3de herziening NL.IMRO.0797.PHHBG3 27-09-2016 vastgesteld

De volgende postzegelplannen, wijzigingsplannen en verleende omgevingsvergunningen in afwijking van het bestemmingsplan zijn vertaald in dit bestemmingsplan.

Plannaam IMRO code datum planstatus
Gasleiding Oudheusden NL.IMRO.0797.GasOudheusd-VG01 08-05-2018 vastgesteld
Wijzigingsplan Heusden Buitengebied, wijziging gasleiding NL.IMRO.0797.WPHEBUgasleiding-VG01 10-09-2013 vastgesteld
Heusden Buitengebied, De Hoeven G 291 NL.IMRO.0797.WPDehoeveng291-VG01 08-12-2015 vastgesteld
Tuinbouwweg 7 Haarsteeg NL.IMRO.0797.tuinbouwweg7 20-02-2017 vastgesteld
De Hoeven 52B - 29-10-2015 vastgesteld
Margrietweg 21 Drunen NL.IMRO.0797.margrietweg21-OV01 28-05-2015 vastgesteld
Fietspad d'Oultremontweg NL.IMRO.0797.fietspaddoul-OV01 05-10-2016 vastgesteld
Groenewoud 40 Drunen NL.IMRO.0797.groenewoud40-VG01 20-02-2018 vastgesteld
Hoefstraat 4 NL.IMRO.0797.Hoefstraat4-VG01 28-03-2017 vastgesteld

Met het voorliggende bestemmingsplan worden de volgende (nieuwere) plannen buiten het plangebied gelaten. Deze zijn hieronder weergegeven.

Plannaam IMRO code datum planstatus
Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West NL.IMRO.9930.ipgolwest-va01 29-06-2018 vastgesteld
Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost NL.IMRO.9930.ipgoloost-va01 29-06-2018 vastgesteld
Elshout, Oosterseweg 1 NL.IMRO.0797.BPOostersweg1-ON01 03-05-2018 ontwerp
De Gorsen Elshout NL.IMRO.0797.Degorsen-VG01 19-12-2017 vastgesteld
Victoria, Haarsteeg NL.IMRO.0797.VictoriaHaarsteeg-VG01 07-11-2017 vastgesteld
Margrietweg 19 Drunen NL.IMRO.0797.Margrietweg19-VG01 16-05-2017 vastgesteld
Oude Haven, Haarsteeg NL.IMRO.0797.OudeHavenHaarsteeg-VG01 27-09-2016 vastgesteld
Het Run NL.IMRO.0797.Hetrun-VG02 22-04-2015 vastgesteld
Tuinbouwweg 94 te Haarsteeg NL.IMRO.0797.Tuinbouwweg94-VG01 30-10-2018 vastgesteld

1.3 Leeswijzer

De landelijke standaarden voor het opstellen van bestemmingsplannen voorzien in verschillende mogelijkheden voor het opstellen van herzieningen. Er is daarom voor gekozen om in hoofdstuk 2 eerst een toelichting te geven op het juridische gedeelte van de herziening, zodat duidelijk is op welke wijze de verbeelding en de regels moeten worden gelezen. De hoofdstukken 3 en 4 geven een overzicht van alle wijzigingen ten opzichte van het moederplan. Tot slot komt in hoofdstuk 5 het aspect uitvoerbaarheid aan de orde.

Hoofdstuk 2 Juridische Toelichting

2.1 Algemeen

Een bestemmingsplan bestaat uit de juridisch bindende regels en verbeelding en gaat vergezeld van een toelichting.

De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.

De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij de harde randvoorwaarden. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het bestemmingsplan.

De toelichting heeft geen bindende werking; de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.

2.2 Opzet 4de Herziening

Voorliggend bestemmingsplan betreft een gedeeltelijke herziening van de geldende bestemmingsplannen voor het buitengebied, ook wel het moederplan genoemd. Hierdoor is sprake van een afwijkende opzet in vergelijking met een 'regulier' bestemmingsplan.

Het besluit van de gemeenteraad heeft dus niet betrekking op het gehele plan, maar uitsluitend op die delen die worden gewijzigd. Vanwege de leesbaarheid is er echter voor gekozen om de opzet van het bestemmingsplan zo veel mogelijk gelijk te houden aan een 'regulier' bestemmingsplan en duidelijk te markeren waar wijzigingen hebben plaatsgevonden. De herziening is opgesteld op basis van de landelijke standaarden (SVBP 2012).

2.3 De Verbeelding

Alle percelen, bestemmingen en gebiedsaanduidingen zijn uit de geldende bestemmingsplannen voor het buitengebied op de verbeelding van dit bestemmingsplan overgenomen, zodat het plan een zo compleet mogelijk beeld van alle regelingen in het buitengebied geeft.

Gronden en locaties waar naar aanleiding van de 4de herziening een aanpassing van de nu geldende regelingen plaatsvindt, zijn door middel van de aanduiding 'overige zone - 4de herziening' aangegeven. Dit is geregeld in artikel 47 van de regels.

Verbeelding

Voor percelen waar een aanduiding of een bouwvlak toegevoegd of verwijderd dient te worden, is op de verbeelding de aanduiding 'overige zone - 4de herziening' opgenomen. Voor deze percelen maken alle perceelsgebonden enkelbestemmingen, functie-, maatvoerings- en bouwaanduidingen onderdeel uit van deze herziening.

Voor locaties waar bijvoorbeeld een bouwvlak of functieaanduiding komt te vervallen, zijn dat dus alle aspecten behalve het te verwijderen aspect. Voor al deze percelen geldt dat de nieuwe situatie/de eindsituatie op perceelsniveau zichtbaar is.

2.4 Regels

In verband met de leesbaarheid van het voorliggende plan is een complete set regels opgenomen. Deze moeten als volgt worden gelezen (zie ook artikel 47):

  • als eerste zijn de regels opgenomen zoals die na vaststelling van het bestemmingsplan Heusden Buitengebied voor het hele buitengebied gelden. Het gaat daarbij om de regels vanuit het moederplan, Reparatieplan Deel A en 3de herziening;
  • de wijzigingen dan wel aanvullingen/verwijderingen als gevolg van onderhavige 4de herziening zijn in de planregels met een doorhaling of een toevoeging vette tekst opgenomen.

2.5 Wijzigingen In Dit Plan

Alleen de toevoegingen of doorhalingen (vervallen tekst) maken juridisch-planologisch onderdeel uit van de 4de herziening. De niet gemarkeerde regels zijn ter informatie opgenomen, zodat een goed beeld ontstaat van de nieuwe regels en hoe deze ingepast zijn in de (bestaande) regels van het moederplan.

Voor wat betreft de procedure van de 4de herziening en de mogelijkheid om zienswijzen kenbaar te maken kan het volgende worden opgemerkt. De niet gemarkeerde regels kunnen in principe niet opnieuw ter discussie gesteld worden, omdat deze enkel een informatieve rol in deze herziening vervullen en formeel geen onderdeel van de 4de herziening uitmaken. De raad neemt hierover geen nieuw besluit meer, met uitzondering van de in het plan opgenomen afzonderlijke percelen (zie hoofdstuk 3) waaraan een (gewijzigde) bestemming is toegekend.

Hoofdstuk 3 Nieuwe Ontwikkelingen

Een aantal particulieren heeft aangegeven ontwikkelingsplannen te hebben. Hiervoor zijn ruimtelijke onderbouwingen aangeleverd. Uit de onderzoeken blijkt dat geen sprake is van ruimtelijke en/of milieutechnische belemmeringen en voldaan is aan de regeling kwaliteitsverbetering. De ontwikkelingen zijn vertaald in de 4de herziening. De ruimtelijke onderbouwingen zijn als bijlagen bij de toelichting gevoegd. Het gaat daarbij om de volgende adressen.

3.1 Bosscheweg 127 Drunen

Op de locatie Bosscheweg 127 in Drunen staan een woonboerderij met enkele bijgebouwen. De woonboerderij was onderdeel van een agrarisch bedrijf waarvan de activiteiten inmiddels beëindigd zijn. Ter plaatse geldt de bestemming 'Agrarisch' binnen het bestemmingsplan 'Heusden Buitengebied, 3e herziening'. De initiatiefnemer wil het perceel in gebruik nemen als woonperceel met een burgerwoning. Dit kan niet rechtstreeks in het vigerende bestemmingsplan. Daarvoor dient de bestemming 'Agrarisch' te worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen'. De initiatiefnemer wil de bestemming wijzigen en daarna ter plaatse van de bestaande boerderij een nieuwe woning met kantoor aan huis realiseren, passend binnen de regeling voor beroep of bedrijf aan huis.

De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 1 bij deze toelichting opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.PHHBG4-VG02_0001.png"

Globale inrichtingstekening

Ten behoeve van de ontwikkeling is een landschapsplan opgesteld, rekening houdend met de Ontwikkelingsvisie Buitengebied. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.

Vertaling in bestemmingsplan

Voor het perceel is de bestemming 'Wonen' en 'Tuin' opgenomen. Voor de overige delen is de bestemming 'Agrarisch' opgenomen. Binnen de woonbestemming is buiten het bouwvlak een maatvoering voor 200 m2 aan bijgebouwen opgenomen. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.

3.2 De Hoeven G-1011 Haarsteeg

De initiatiefnemer heeft het onbebouwde perceel G-1011, gelegen tussen de percelen De Hoeven 58 en 60 verworven, om ter plaatse een hoveniersbedrijf te vestigen. De benodigde bedrijfsbestemming is in het bestemmingsplan 'Heusden Buitengebied, 3de herziening' opgenomen. Het bestemmingsplan staat naast het gebruik als hoveniersbedrijf tevens een bedrijfsgebouw toe. Dat bedrijfsgebouw is nog niet gerealiseerd. De initiatiefnemer wenst nu een bedrijfswoning te realiseren, omdat dit is gunstig voor de bedrijfsvoering. Het genoemde bestemmingsplan laat het realiseren van een (bedrijfs)woning echter niet toe.

De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 2 bij deze toelichting opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.PHHBG4-VG02_0002.png"

Globale inrichtingstekening

Vertaling in bestemmingsplan

Voor het perceel is een bouwvlak en aanduiding 'bedrijfswoning' opgenomen.

3.3 De Hoeven Ong. Haarsteeg

Voor een deel van het perceel ten westen van De Hoeven 60A in Haarsteeg is in 2015 een bestemmingsplan vastgesteld waarin de mogelijk tot het realiseren van een bedrijfsgebouw en een bedrijfswoning zijn opgenomen. Deze bebouwing is echter niet gerealiseerd als gevolg van voortschrijdend inzicht. De initiatiefnemer heeft het voornemen om twee vrijstaande woningen te realiseren. Dit is echter niet mogelijk op grond van het vigerende bestemmingsplan; een herziening van het bestemmingsplan is derhalve noodzakelijk.

De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 3 bij deze toelichting opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.PHHBG4-VG02_0003.png"

Globale inrichtingstekening

De landschappelijke inpassing is gebaseerd op de ontwerprichtlijnen van de Ontwikkelingsvisie Buitengebied en de uitgangspunten waarmee het beplantingsplan uit 2015 is opgesteld. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.

Vertaling in bestemmingsplan

Voor de woningen is de bestemming 'Wonen' en 'Tuin' opgenomen. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.

3.4 Mariendonkstraat 26 Elshout

Initiatiefnemer is eigenaar van het perceel Mariendonkstraat 26 in Elshout. Het totale perceel heeft een oppervlakte van ca. 2.250 m2 en daarop is een woning aanwezig op het noordelijk deel, die feitelijk is geörienteerd op de Bredenkampweg. Op het zuidelijk deel is geen bebouwing aanwezig. Thans is het zuidelijk perceeldeel in gebruik als tuin bij de woning. Initiatiefnemer wil op het zuidelijke deel van het perceel graag een woning realiseren.

De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 4 bij deze toelichting opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.PHHBG4-VG02_0004.png"

Globale inrichtingstekening

Vertaling in bestemmingsplan

Voor de nieuwe woning is de bestemming 'Wonen' en 'Tuin' opgenomen.

3.5 Mayweg 8 Elshout

Voor het bedrijf van initiatiefnemer is een verzoek ingediend voor het vergroten van een paardenhouderij op het perceel Mayweg 8 te Elshout. Initiatiefnemer wil haar activiteiten ter plaatse verder uitbreiden in die zin dat de activiteiten grootschaliger worden uitgevoerd. De bedoeling is om het aantal fokmerries te vergroten tot een aantal van 10 à 15 merries en tevens enkele hengsten aan te kopen ten behoeve van het fokken.

Aangezien ook een rijbak is beoogd, moet ook het bouwvlak daarop worden aangepast. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid om een bedrijfswoning ter plaatse te realiseren. Die mogelijkheid is reeds opgenomen in het geldende bestemmingsplan en kan worden geëffectueerd indien en zodra de noodzaak daartoe wordt aangetoond.

De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 5 bij deze toelichting opgenomen.

Ten behoeve van de ontwikkeling is een landschapsplan opgesteld, rekening houdend met de Ontwikkelingsvisie Buitengebied. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.PHHBG4-VG02_0005.png"

Nieuwe situatie Mayweg 8 (globaal)

Vertaling in bestemmingsplan

De bestemming is gewijzigd naar 'Agrarisch', het bouwvlak is vergroot en een aanduiding 'paardenhouderij' is opgenomen. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.

3.6 Overstortweg 9 Waalwijk

De initiatiefnemer exploiteert een fruitteeltbedrijf vanuit zijn bedrijfslocatie aan de Overstortweg 9 te Waalwijk. Een deel van het bedrijfsperceel (circa 6 ha) is gelegen op grondgebied van gemeente Heusden. De teelt bestaat uit appels en peren. Om de perenteelt van de Sweet Sensation, een ras dat gevoelig is voor hagelschade, te beschermen tegen invloeden van buitenaf, onder andere voor hagelschade, is initiatiefnemer voornemens om hagelnetten, een tijdelijke Teelt Ondersteunende Voorziening (TOV) te realiseren. Hagelnetten zijn teeltondersteunende voorzieningen. Het frame waarop de netten bevestigd zijn het gehele jaar aanwezig op het perceel en dienen eveneens ter ondersteuning van de bomen, ook buiten het groeiseizoen van het fruit. Gedurende het groeiseizoen worden aan deze frames netten bevestigd.

Voor het grondgebied van de gemeente Waalwijk is de omgevingsvergunning voor deze hagelnetten verleend. Een deel van het bedrijfsperceel (circa 6 ha) ter plaatse valt binnen het grondgebied van de gemeente Heusden. Voor het grondgebied van de gemeente Heusden is onderhavige ontwikkeling echter strijdig met het geldende bestemmingsplan Heusden Buitengebied en de daaropvolgende herzieningen van het plan. De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 6 bij deze toelichting opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.PHHBG4-VG02_0006.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.PHHBG4-VG02_0007.png"

Globale ligging plangebied

Vertaling in bestemmingsplan

In artikel 3.2.3 is opgenomen dat permanente palen voor hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen op de betreffende percelen zijn toegestaan.

3.7 Tuinbouwweg 41 Haarsteeg

Op het perceel Tuinbouwweg 41 in Haarsteeg staan een aantal bedrijfsgebouwen en een bedrijfswoning. Het achterste deel is onbebouwd. De locatie is oorspronkelijk gevestigd en in gebruik geweest als loonwerkbedrijf/landbouwmechanisatiebedrijf. Na beëindiging van het loonwerkbedrijf zijn in de bedrijfsruimten enkele andere bedrijven gevestigd.

Het voorste perceel (in rood) heeft de bestemming 'Bedrijf'. Op basis van het bestemmingsplan zijn nu alleen agrarisch-technische hulpbedrijven en agrarisch verwante bedrijven toegestaan.

Het doel van deze procedure is om te komen tot het legaliseren van de bestaande activiteiten op de voorzijde van het perceel. Het onbebouwde achterperceel maakt geen deel uit van deze procedure. De aanvaardbaarheid van het gebruik van dat deel wordt later in een separate procedure beoordeeld.

De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 7 bij deze toelichting opgenomen.

Ten behoeve van de ontwikkeling is een landschapsplan opgesteld, rekening houdend met de Ontwikkelingsvisie Buitengebied. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.PHHBG4-VG02_0008.png"

Globale inrichtingstekening

Vertaling in bestemmingsplan

Voor het perceel is een aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bestaand bedrijf' opgenomen. In de planregels zijn de bestaande bedrijfsactiviteiten opgenomen. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.

3.8 Westakker 2 Oudheusden

De initiatiefnemers zijn eigenaar van het voormalig agrarisch bedrijf aan de Westakker 2 te Oudheusden. De bestaande bebouwing is in zeer slechte staat. Betrokkenen hebben daarom besloten de bestaande bebouwing af te breken, een nieuwe woning te bouwen met bedrijfsactiviteiten (bedrijf aan huis) op hetzelfde perceel.

De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 8 bij deze toelichting opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.PHHBG4-VG02_0009.png"

Globale inrichtingstekening

Ten behoeve van de ontwikkeling is een landschapsplan opgesteld, rekening houdend met de Ontwikkelingsvisie Buitengebied. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.

Vertaling in bestemmingsplan

Voor de woning is de bestemming 'Wonen', 'Tuin' en 'Groen' opgenomen. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.

Hoofdstuk 4 Overige Aanpassingen

4.1 Wijzigingen Op Perceel

In onderstaand overzicht worden de wijzigingen in de verbeelding toegelicht die nog niet aan de orde zijn geweest. Het gaat daarbij met name om enkele aanpassingen naar aanleiding van de ervaringen en algemene ontwikkelingen van de afgelopen jaren (zie hoofdstuk 1).

Locatie Toelichting
Algemeen De gebiedsaanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied is overbodig en kan komen te vervallen.
Algemeen De dubbelbestemmingen Leiding - Gas tussen Heusden en Wolfshoek zijn geactualiseerd. Het traject ten zuidoosten van Oudleusden, waar een wijzigingsbevoegdheid voor is opgenomen, is verwijderd.
Bosscheweg 55/
57 Drunen
De verleende vergunningen voor het omzetten van de bedrijfswoningen in burgerwoningen zijn verwerkt in dit bestemmingsplan.
De Hoeven 28
Haarsteeg
De verleende vergunning voor het oprichten van een gedrags- en trainingscentrum voor honden is verwerkt in het bestemmingsplan.
De Hoeven 33a
Haarsteeg
De verleende vergunning voor het gedeeltelijk gebruiken van een loods voor opslag is verwerkt in het bestemmingsplan.
De Hoeven 46 Voor het perceel G1387 loopt een verzoek voor een nieuwe woning. Het perceel is uit het plangebied verwijderd.
De Hoeven 52-52a in Haarsteeg Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State van 16 oktober 2019 over dit bestemmingsplan, zijn de bestaande vergunningen voor twee burgerwoningen verwerkt in het bestemmingsplan.
De Hoeven 60c
Haarsteeg
De verleende vergunning voor het gebruik van een bedrijfshal als bakkerij is verwerkt in het bestemmingsplan.
Grotestraat 51
Heesbeen
De verleende vergunning voor het oprichten van een berging/ garage voor de voorgevelrooilijn is vertaald in het bestemmingsplan.
Haarsteegsestraa
t 47 Haarsteeg
De verleende vergunning voor verkopen van papegaaien producten is verwerkt in het bestemmingsplan.
Hoge Schijf 4
Drunen
De verleende vergunning voor het hobbymatig houden van vee is verwerkt in het
bestemmingsplan.
Hoge Schijf 22 Drunen De verleende vergunning voor de functiewijziging in groothandel en opslag van geautomatiseerde zonnezeilen en ringmachines en daarbij behorende assemblage-activiteiten is vertaald in dit bestemmingsplan.
Kapelstraat 48
Elshout
Voor de loods aan de achterzijde van het perceel is in 2009 vergunning verleend. De daarbij behorende (verkeers)ontsluiting á 23 meter aan de achterzijde van het perceel is abusievelijk niet verwerkt in het bestemmingsplan. In dit bestemmingsplan is een bestemming Agrarisch opgenomen met de aanduiding 'ontsluiting' voor het betreffende deel.
Kapelstraat 68a
Elshout
De verleende vergunning voor het oprichten van een berging/ garage voor de voorgevelrooilijn is vertaald in het bestemmingsplan.
Kerkstraat 23a Hedikhuizen Het bouwvlak is in beperkte mate verplaatst in zuidwestelijke richting.
Touwslager
Nieuwkuijk
Enkele percelen ten noorden en ten zuiden van Gasbedrijf Touwslager zijn niet voorzien van een actuele bestemmingsregeling. In dit bestemmingsplan zijn de betreffende gronden overeenkomstig de feitelijke en vergunde situatie bestemd.
Tuinbouwweg 22 De bestemming Agrarisch - Glastuinbouw is gewijzigd in Agrarisch.
Voordijk 43
Vlijmen
De verleende vergunning voor het oprichten van een berging/ garage voor de voorgevelrooilijn is vertaald in het bestemmingsplan.

4.2 Wijziging Regels

In onderstaand overzicht worden de wijzigingen in de regels toegelicht die nog niet aan de orde zijn geweest. Het gaat daarbij met name om enkele aanpassingen naar aanleiding van de ervaringen en algemene ontwikkelingen van de afgelopen jaren (zie hoofdstuk 1).

Artikel Toelichting
Artikel 1 Het begrip 'hobbymatig houden van dieren' is opgenomen in begrippenlijst.
Artikel 1, 3, 4 en 46.2 De regels ten aanzien van dierenverblijven uit de provinciale verordening zijn vertaald in dit bestemmingsplan.
Artikel 5.1 De betreffende bedrijfsactiviteit op het perceel Mariendonkstraat 30 is abusievelijk niet opgenomen in de lijst met toegestane bedrijfsactiviteiten.
De activiteit 'handel in AGF en snijden en verpakken van groenten e.d.' is toegevoegd als toegestane activiteit voor het betreffende perceel.
Artikel 5.1 Bij de 3de herziening Heusden Buitengebied is de omschrijving van bedrijfsactiviteiten abusievelijk niet goed verwerkt op het perceel Nassaulaan 107 te Vlijmen. De groothandel in ijzer- en staalschroot zit daar niet meer. In dit bestemmingsplan is een omschrijving opgenomen voor bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 2.
Artikel 26.2.2 De sloopregeling bij woningen is verduidelijkt in de regels. Ter verduidelijking zijn onderstaande voorbeelden opgenomen in de toelichting:
Voorbeeld 1: er is 300 m² aan bijgebouwen buiten een bouwvlak aanwezig. Bij sloop van deze 300 m² mag in totaal 200 m² buiten bouwvlak worden terug gebouwd (300 – 100 = 200 te slopen, dan mag er dus 100 m2 terug gebouwd extra boven de 100 m2).
Voorbeeld 2: er is 150 m² aan bijgebouwen buiten een bouwvlak aanwezig. Bij sloop van deze 150 m² mag in totaal 125 m² buiten bouwvlak worden terug gebouwd (150 – 100 = 50 te slopen, dan mag je dus 25 m2 terugbouwen extra boven de 100 m2);
Voorbeeld 3: er is 150 m² aan bijgebouwen buiten een bouwvlak aanwezig. Bij sloop van 75 m² daarvan mag in de nieuwe situatie max. 125 m² buiten het bouwvlak zijn bebouwd (75 m² te handhaven bebouwing en 50 m² terug te bouwen na sloop)
(150 – 100 = 50 te slopen, dan mag er dus 25 m2 terug gebouwd worden boven de 100 m2)
Artikel 44.2 Van een aantal wijzigingsbevoegdheden is reeds gebruik gemaakt. De betreffende artikelen kunnen om die reden komen te vervallen.
In artikel 44.2 komen de wijzigingsbevoegdheden ter plaatse van de percelen die aangeduid zijn als wetgevingszone - wijzigingsgebied 8 en 11 te vervallen.
Artikel 45.1 Het is niet noodzakelijk om dit artikel op te nemen. Het artikel komt te vervallen.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Onderzoeksaspecten

Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische en milieuhygiënische aspecten. Als een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, moet worden aangetoond dat dit haalbaar is in relatie tot de planologische en milieuhygiënische aspecten.

De bestaande ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied wijzigen niet inhoudelijk. De herziening van het bestemmingsplan is met name gericht op enkele ondergeschikte correcties. De correcties zien met name op de wijze waarop de bestaande situaties planologisch- juridisch zijn geregeld. Tevens zijn de laatste aanpassingen vanuit de Verordening ruimte verwerkt.

In het kader van het moederplan het bestemmingsplan Heusden Buitengebied is een plan-MER uitgevoerd. Met deze herziening van het moederplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die ruimer zijn dan zoals opgenomen in het moederplan.

5.2 Economische Uitvoerbaarheid

Er zijn voor de gemeente geen uitvoeringskosten waarvoor een specifiek onderzoek naar economische aspecten moet worden uitgevoerd.

De nieuwe ontwikkelingen die in het bestemmingsplan zijn opgenomen, betreffen particuliere initiatieven op eigen gronden. Voor deze ontwikkelingen hoeft de gemeente Heusden geen maatregelen uit te voeren. Ook hoeft de gemeente geen aan- of verkopen te doen. Er is geen sprake van een bouwplan (artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening). Overige kosten zijn op grond van de legesverordening op de initiatiefnemers verhaald. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is nader ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van dat specifieke plan. De economische uitvoerbaarheid is hiermee voldoende gewaarborgd.

5.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Vooroverleg

In het kader van het wettelijke verplichte overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp voorgelegd aan de gebruikelijke partners, waaronder de provincie Noord Brabant en overige relevante organisaties.

Resultaten zienswijzenprocedure

Het ontwerp van bestemmingsplan 'Heusden Buitengebied, 4de herziening' lag vanaf 6 september 2018 gedurende 6 weken ter inzage. In deze periode zijn in totaal 10 zienswijzen ingediend. De resultaten zijn opgenomen in bijlage 9. De ambtshalve wijzigingen zijn opgenomen in bijlage 10.

Bijlage 1 Overzicht Nevenactiviteiten

Aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - nevenactiviteit'

Adres Functie Maximale oppervlakte
Giersbergen 2, Drunen Zorgboerderij
Polderweg 3, Heusden Hondentrimsalon en honden- en kattenpension
Polderweg 5, Heusden Caravanstalling max. 2.000 m2
De Gemeint 3, Vlijmen Zorgboerderij
De Hoeven 33a, Haarsteeg Houtopslag, met dien verstande dat buitenopslag niet is toegestaan. max. 400 m2
De Hoeven 60c Haarsteeg Bakkerij max. 300 m2
Haarsteegsestraat 47 Haarsteeg Verkoop van papegaaienproducten max. 100 m2
Kerkstraat 18 Hedikhuizen Atelier
De Hoeven 56, Haarsteeg Solexverhuur max. 500 m2
met daaraan ondergeschikte horeca max. 70 m2
inclusief terras max. 50 m2
Maashoevenweg 2, Haarsteeg Zorgboerderij
De Oosters 1, Heusden Stalling van caravans
Tuinbouwweg 10 en 12, Haarsteeg Verpakkingsactiviteiten
Overstortweg 7, Drunen Kaasmakerij, verkoop van streekproducten en excursies
Vendreef 3, Vlijmen Kleinschalig kamperen met maximaal 25 kampeermiddelen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober
Laagstraat 8, Oudheusden Kleinschalig kamperen met maximaal 25 kampeermiddelen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober
Caravanstalling
1 toiletgebouw buiten bouwvlak met een maximum oppervlakte van 65 m2

Aanduiding 'specifieke vorm van wonen - nevenactiviteit'

Adres Functie Maximale oppervlakte
Voordijk 57, Vlijmen Bed en Breakfast max. 100 m2
Voordijk 69, Vlijmen Opslag van wagens en bevoorrading ten behoeve van een evenementenbedrijf
Voordijk 71, Vlijmen Hoefsmid
Voordijk 75, Vlijmen Verkoop van scooters en fietsen max. 65 m2
Watersteeg 2, Heusden Caravanstalling
Giersbergen 9, Drunen Kleinschalig kamperen met maximaal 15 kampeermiddelen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober en 2 recreatiewoningen op het perceel Giersbergen 9.
Giersbergen 2a, Drunen Toiletvoorzieningen max. 85 m2
Bed en Breakfast max. 250 m2
Detailhandel max. 35 m2
Kleinschalige recreatieve activiteiten, zoals het houden van workshops, rondleidingen en thee- en koffiehuis max. 180 m2
Bijbehorend terras max. 180 m2
Giersbergen 11, Drunen Kleinschalig kamperen met
maximaal 25
kampeermiddelen in de
periode van 15 maart tot en
met 31 oktober
Giersbergen 14, Drunen Kleinschalig kamperen met
maximaal 25
kampeermiddelen in de
periode van 15 maart tot en
met 31 oktober
Giersbergen 15, Drunen Kleinschalig kamperen met
maximaal 25
kampeermiddelen in de
periode van 15 maart tot en
met 31 oktober
d' Oultremontweg 24, Elshout Caravanstalling max. 400 m2
De Hoeven 37, Haarsteeg Bed en Breakfast en het
houden van dieren ten
behoeve van recreatief
gebruik, waaronder
maximaal 5 kamelen
Inlaagdijk 19, Haarsteeg Opslag ten behoeve van aannemingsbedrijf
Bosscheweg 73, Drunen Groothandel en zakelijke dienstverlening max. 500 m2
Oude Schoolstraat 13, Hedikhuizen Hobbymatig houden van vee max. 200 m2
De Gemeint 1, Vlijmen Jongerenopvang
Haarsteegsestraat 51a, Haarsteeg Opslag en paardenfokkerij bestaand
Hoge Schijf 4, Drunen Hobbymatig houden van vee max. 250 m2
De Hoeven 28, Haarsteeg Gedrags- en trainingscentrum voor honden maximaal 10 u/wk
Trainings- en uitrenveld
max. 250 m2
Westakker 2, Oudheusden Bedrijf in directe verkoop van reinigingsproducten, beauty en wellnessproducten en diervoeding- en verzorgingsproducten (geen winkel ter plaatse) max. 250 m2

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 3 Beeldregieplan Hoefstraat 4

Bijlage 3 Beeldregieplan Hoefstraat 4

Bijlage 4 Vendreef 4 Te Vlijmen - Beplantingsplan

Bijlage 4 Vendreef 4 te Vlijmen - Beplantingsplan

Bijlage 5 Laagstraat 8 Te Oudheusden - Beplantingsplan

Bijlage 5 Laagstraat 8 te Oudheusden - Beplantingsplan

Bijlage 6 Landschapsplan Zeedijk 2 Elshout

Bijlage 6 Landschapsplan Zeedijk 2 Elshout

Bijlage 7 Landschapsplan Mayweg 8 Elshout

Bijlage 7 Landschapsplan Mayweg 8 Elshout

Bijlage 8 Landschapsplan Tuinbouwweg 41 Haarsteeg

Bijlage 8 Landschapsplan Tuinbouwweg 41 Haarsteeg

Bijlage 9 Landschapsplan De Hoeven G-1011 Haarsteeg

Bijlage 9 Landschapsplan De Hoeven G-1011 Haarsteeg

Bijlage 10 Luttelherptseweg 6 Te Herpt - Beplantingsplan

Bijlage 10 Luttelherptseweg 6 te Herpt - Beplantingsplan

Bijlage 11 Landschapsplan Bosscheweg 70a Drunen

Bijlage 11 Landschapsplan Bosscheweg 70a Drunen

Bijlage 12 Landschapsplan Hoge Schijf 22 Drunen

Bijlage 12 Landschapsplan Hoge Schijf 22 Drunen

Bijlage 13 Landschapsplan Tuinbouwweg 7 Haarsteeg

Bijlage 13 Landschapsplan Tuinbouwweg 7 Haarsteeg

Bijlage 14 Landschapsplan Margietweg 21 Drunen

Bijlage 14 Landschapsplan Margietweg 21 Drunen

Bijlage 15 Duinweg 58 Te Drunen - Beplantingsplan

Bijlage 15 Duinweg 58 te Drunen - Beplantingsplan

Bijlage 16 Giersbergen 14 Te Drunen - Bestaande Situatie

Bijlage 16 Giersbergen 14 te Drunen - Bestaande situatie

Bijlage 17 Abijlaan 2 Te Nieuwkuijk - Beplantingsplan

Bijlage 17 Abijlaan 2 te Nieuwkuijk - Beplantingsplan

Bijlage 18 Giersbergen 2a Te Drunen - Beplantingsplan

Bijlage 18 Giersbergen 2a te Drunen - Beplantingsplan

Bijlage 19 Giersbergen 11 Te Drunen - Beplantingsplan

Bijlage 19 Giersbergen 11 te Drunen - Beplantingsplan

Bijlage 20 Drie Woningen Te Hedikhuizen - Kaart Te Slopen Bebouwing

Bijlage 20 Drie woningen te Hedikhuizen - Kaart te slopen bebouwing

Bijlage 21 Drie Woningen Te Hedikhuizen - Beplantingsplan

Bijlage 21 Drie woningen te Hedikhuizen - Beplantingsplan

Bijlage 22 Dorpsstraat 3 En 5 Te Doeveren - Beplantingsplan

Bijlage 22 Dorpsstraat 3 en 5 te Doeveren - Beplantingsplan

Bijlage 23 Landschapsplan Kerkstraat 18 Hedikhuizen

Bijlage 23 Landschapsplan Kerkstraat 18 Hedikhuizen

Bijlage 24 Landschapsplan Kerkstraat 23a Hedikhuizen

Bijlage 24 Landschapsplan Kerkstraat 23a Hedikhuizen

Bijlage 25 Landschapsplan Giersbergen 19 Drunen

Bijlage 25 Landschapsplan Giersbergen 19 Drunen

Bijlage 26 Landschapsplan Bosscheweg 127 Drunen

Bijlage 26 Landschapsplan Bosscheweg 127 Drunen

Bijlage 27 Landschapsplan De Hoeven Ong. Haarsteeg

Bijlage 27 Landschapsplan De Hoeven ong. Haarsteeg

Bijlage 28 Landschapsplan Groenewoud 40 Drunen

Bijlage 28 Landschapsplan Groenewoud 40 Drunen

Bijlage 29 Landschapsplan Westakker 2 Oudheusden

Bijlage 29 Landschapsplan Westakker 2 Oudheusden

Bijlage 1 Ro Bosscheweg 127 Drunen

Bijlage 1 RO Bosscheweg 127 Drunen

Bijlage 2 Ro De Hoeven G-1011 Haarsteeg

Bijlage 2 RO De Hoeven G-1011 Haarsteeg

Bijlage 3 Ro De Hoeven Ong. Haarsteeg

Bijlage 3 RO De Hoeven ong. Haarsteeg

Bijlage 4 Ro Mariendonkstraat 26 Elshout

Bijlage 4 RO Mariendonkstraat 26 Elshout

Bijlage 5 Ro Mayweg 8 Elshout

Bijlage 5 RO Mayweg 8 Elshout

Bijlage 6 Ro Overstortweg 9 Waalwijk

Bijlage 6 RO Overstortweg 9 Waalwijk

Bijlage 7 Ro Tuinbouwweg 41 Haarsteeg

Bijlage 7 RO Tuinbouwweg 41 Haarsteeg

Bijlage 8 Ro Westakker 2 Oudheusden

Bijlage 8 RO Westakker 2 Oudheusden

Bijlage 9 Nota Zienswijzen

Bijlage 9 Nota zienswijzen

Bijlage 10 Nota Wijzigingen

Bijlage 10 Nota wijzigingen