Gelderakkers
Bestemmingsplan - Gemeente Hilvarenbeek
Vastgesteld op 27-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 het plan
het bestemmingsplan 'Gelderakkers' van de gemeente Hilvarenbeek;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0798.BPGelderakkers- VG01 met de bijbehorende regels.
1.3 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte aan het hoofdgebouw is gebouwd, in directe verbinding staat met het hoofdgebouw, door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolgde deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aaneengebouwde woning
een woning die onderdeel uitmaakt van minimaal drie aaneengebouwde woningen;
1.7 achtererf
gedeelte van het erf tussen de achtergevellijn en de aan de achterkant van die lijn gelegen perceelsgrens;
1.8 achtergevel
de gevel aan de achterzijde van het hoofdgebouw;
1.9 achtergevellijn
denkbeeldige lijn die strak langs de achtergevel van een gebouw loopt tot aan de perceelsgrenzen;
1.10 afhankelijke woonruimte
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
1.11 agrarisch bedrijf
een bedrijf gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen of veredelen van gewassen, waaronder begrepen houtteelt en fruitteelt en/of het houden of fokken van vee, pluimvee of pelsdieren;
nader te onderscheiden in:
grondgebonden bedrijf
een bedrijf dat (nagenoeg) geheel afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel en waar (nagenoeg) geheel gebruik wordt gemaakt van open grond of glas met een hoogte van niet meer dan 1 m;
1.12 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.13 bebouwingspercentage
de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwvlak in procenten van de oppervlakte van dat bouwvlak;
1.14 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
1.15 bedrijf aan huis
een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten en zorg of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, die door zijn beperkte omvang, door de gebruiker van een woning in die woning of bij die woning kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie overeenkomt;
1.16 beroep aan huis
een beroep, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie overeenkomt;
1.17 bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.18 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.19 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.20 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw dat door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in bouwkundig, ruimtelijk, functioneel, architectonisch of stedenbouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.21 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.22 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.23 bouwlaag
een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.24 (bouw)perceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.25 (bouw)perceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.26 bouwvlak
een aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.27 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.28 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van beroeps- of bedrijfsactiviteiten;
1.29 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
1.30 erfbebouwing
alle bebouwing die op het bebouwbare erf is gelegen;
1.31 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.32 gevellijn
een geometrisch bepaalde lijn en het verlengde daarvan, die bij het bouwen niet mag worden overschreden;
1.33 hoekwoning
woning die aan twee zijden grenst aan het openbaar gebied (een weg, een plein, openbaar groen);
1.34 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.35 horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden versterkt en/of waarin logies wordt versterkt, zoals bijvoorbeeld een cafe, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.36 huishouden
de bewoning van een woning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur;
1.37 maatschappelijke voorzieningen
voorzieningen, bestemd voor medische en verzorgende, sociaal-culturele, religieuze, militaire, educatieve en openbare dienstverlenende instellingen (alsook ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen);
1.38 mantelzorg
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.39 onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
1.40 omgevingsvergunning
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.41 openbare nutsvoorziening
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
1.42 overkapping
een bouwwerk op het erf van een gebouw, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw en dat maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
1.43 patiowoningen
woningen met een kleine ommuurde privé-buitenruimte;
1.44 peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor andere bouwwerken de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwperceel;
1.45 prostitutiebedrijf
een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice;
1.46 seks- en/of pornobedrijf
een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel door detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;
1.47 Staat van bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.48 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.49 twee- aaneen gebouwde woning
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen;
1.50 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel aan de weg waaraan het gebouw op basis van de gemeentelijke basisadministratie (huisnummer) is gesitueerd;
1.51 vrijstaande woning
een woning die hoogstens door middel van de bijbehorende bouwwerken met een andere woning verbonden is en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan;
1.52 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, gemalen, inlaten, bergings- en infiltratievoorzieningen;
1.53 wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.54 woning
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een huishouden;
1.55 zijerf
gedeelte van het erf tussen een zijgevellijn en de aan de zijkant van de lijn gelegen perceelsgrens;
1.56 zijgevellijn
denkbeeldige lijn die strak langs de zijgevel van een bouwwerk loopt tot aan de perceelsgrenzen.
In deze regels wordt mede verstaan onder:
1.57 gebruiken
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
1.58 uitvoeren
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.2 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.5 afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens
tussen de zijdelingse grens van een bouwperceel en dat punt van een op het bouwperceel voorkomend gebouw, waar die afstand, gemeten op het peil, het kortst is;
2.6 lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de buitenste verticale projecties van bouwdelen en/of harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, boven het peil;
2.7 gevellijn
meten vanuit het hart van de gevellijn.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf;
tevens voor:
- b. tuinen en erven;
- c. paden, groen en water(lopen);
- d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. overige bijbehorende voorzieningen.
3.2 bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:
- a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen voor:
bouwwerk | bouwhoogte | |
erfafscheidingen | 2 m | |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
3.3 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend openbare nutsvoorzieningen;
alsmede voor:
- b. erven en terreinen;
- c. paden, parkeervoorzieningen, groen en water;
- d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. overige bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Bouwen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' is uitsluitend toegestaan ten dienste van een openbare nutsvoorziening en met inachtneming van de volgende regels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- b. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen voor:
bouwwerken | goothoogte | bouwhoogte |
gebouwen | 3 m | 5,5 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 2 m |
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. parken, plantsoenen en groenstroken;
- b. beplantingen;
alsmede voor:
- c. openbare tuinen en andere voor het publiek toegankelijke groenvoorzieningen;
- d. bermen, bermsloten;
- e. speelvoorzieningen;
- f. recreatief medegebruik;
- g. evenementen;
- h. voet- en fietspaden;
- i. in- en uitritten;
- j. parkeervoorzieningen;
- k. water(lopen);
- l. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- m. kunstuitingen;
- n. overige bijbehorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 5.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:
- a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen voor:
bouwwerk | bouwhoogte | |
kunstuitingen | 12 m | |
verlichting en speelvoorzieningen | 6 m | |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2 m |
5.3 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Maatschappelijk
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen, waaronder een basisschool, een peuterspeelzaal, een gymzaal en een MFA (multifunctionele accommodatie);
en tevens voor: erven, tuinen en terreinen;
- b. erven, tuinen en terreinen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, groen en water;
- e. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. overige bijbehorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 6.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- b. onderbouwen zijn uitsluitend toegestaan onder de bovengrondse bebouwing en met inachtneming van het bepaalde in artikel 10.3;
- c. bijgebouwen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van hoofdgebouwen worden gebouwd;
- d. overkappingen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
- e. op het bouwen van tot het hoofdgebouw behorende ondergeschikte bouwdelen, zoals erkers, is tevens artikel 10.4 van toepassing;
- f. de bouwhoogte van hoofdgebouwen en het bebouwingspercentage mag ten hoogste bedragen de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage' aangegeven maten;
- g. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen voor:
bouwwerken | goothoogte | bouwhoogte |
bijgebouwen | 3 m | 5,5 m |
overkappingen | - | 3 m |
erfafscheidingen | - | 2 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m |
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2 onder f, voor het verhogen van het maximale bebouwingspercentage, mits:
- a. het aantal maatschappelijke voorzieningen niet wordt vergroot;
- b. is aangetoond dat uitbreiding wegens een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is;
- c. door het gebruik geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. het woon- en leefklimaat in de omgeving;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein worden gerealiseerd.
Artikel 7 Verkeer - Verblijfsgebied
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en voet- en fietspaden;
- b. pleinen;
- c. parkeerterreinen en andere openbare ruimten met zowel een functie voor verblijf als voor verkeer gericht op aangrenzende en nabijgelegen bestemmingen;
alsmede voor:
- d. speelvoorzieningen;
- e. evenementen;
- f. groen en water(lopen);
- g. nutsvoorzieningen;
- h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. kunstuitingen;
- j. overige bijbehorende voorzieningen.
7.2 Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 7.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:
- a. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste bedragen 3 m respectievelijk 5,5 m;
- b. de oppervlakte van gebouwen mag ten hoogste 15 m2 bedragen;
- c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten hoogste mag bedragen voor:
bouwwerk | bouwhoogte |
verlichting | 6 m |
voorzieningen voor de verkeersgeleiding | 10 m |
speelvoorzieningen | 6 m |
kunstuitingen | 12 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2 m |
Artikel 8 Wonen
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.2.1 voor de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
- a. het ten behoeve van het bedrijf aan huis in gebruik te nemen bedrijfsvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de erfbebouwing, met dien verstande dat de woonfunctie primair en in ruimtelijke zin gehandhaafd blijft;
- b. het bedrijf aan huis voorkomt in de milieucategorie 1 of 2 in de Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen als bijlage bij deze regels, of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën;
- c. het gebruik geen onevenredige afbreuk veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
- d. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van bedrijf aan huis;
- e. de aard en de activiteiten van het bedrijf niet leiden tot een onevenredige afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond, welke eenmaal in aanmerking is of moest worden genomen bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van een andere aanvraag buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Bouwregels
10.1 bestaande afmetingen, afstanden en percentages
10.2 percentageregeling
Een middels een aanduiding of in de regels aangegeven percentage geeft aan hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overige bouwwerken geen gebouw zijnde.
Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd, tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald.
10.3 ondergronds bouwen
Het bepaalde in dit bestemmingsplan omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
10.4 overschrijding van bouwgrenzen en gevellijnen
Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, en gevellijnen mogen, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, uitsluitend worden overschreden door tot hoofdgebouwen behorende ondergeschikte bouwdelen, zoals stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda's en overkappingen, mits:
- a. de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m, met dien verstande dat de diepte van een erker maximaal 1,10 m mag bedragen;
- b. de goot- en bouwhoogte van erkers, entreeportalen en veranda's niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het betreffende gebouw + 0,25 m, met een maximum van 3 meter;
- c. de breedte van erkers, entreeportalen en veranda's niet meer bedraagt dan 40% van de breedte van de betreffende gevel van het gebouw, met dien verstande dat:
- 1. een erker voor de gevellijn niet buiten de zijgevel mag uitsteken;
- 2. de afstand van een erker aan de zijgevel tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 1 m dient te bedragen;
- 3. een erker aan de zijgevel tenminste 3 m achter de gevellijn dient te liggen;
- 4. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
11.1 Strijdig gebruik
Het is verboden de in hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
- d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) of het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo);
- e. een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan bij of krachtens deze regels;
- f. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seks- of pornobedrijf dan wel prostitutiebedrijf;
- g. een gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte, met uitzondering van zodanig gebruik dat uitdrukkelijk bij of krachtens deze regels is toegestaan;
- h. een gebruik van gronden en bouwwerken voor evenementen, met uitzondering van:
- 1. een gebruik voor evenementen in de bestemmingen 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied';
- 2. een gebruik voor evenementen in de overige bestemmingen, mits het aantal evenementen per locatie in totaal niet meer dan 3 per jaar bedraagt, met een maximum aantal dagen van 15 per evenement.
11.2 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels
12.1 Milieuzone - geurzone
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mogen geen woningen of andere geurgevoelige objecten worden gebouwd die agrarische bedrijven belemmeren in hun bedrijfsvoering.
12.2 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de gebiedsaanduiding 'milieuzone - geurzone' als bedoeld in 12.1 te verwijderen, dan wel te wijzigen, onder de volgende voorwaarden:
- a. de op de verbeelding aangegeven gebiedsaanduiding 'milieuzone - geurzone' wordt verkleind dan wel verwijderd, naargelang de geurcontour van het agrarische bedrijf wordt verminderd dan wel opgeheven, krachtens wijziging of intrekking van de milieuvergunning;
- b. de wijziging niet leidt tot een onevenredige belemmering van de omliggende (agrarische) bedrijfsactiviteiten.
Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels
Indien niet op grond van een andere bepaling kan worden afgeweken van deze regels kan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, voor:
- a. het afwijken van de bij recht in de regels gegeven maten met uitzondering van hoogtematen, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits dat uit een oogpunt van architectuur en/of constructie noodzakelijk is;
- b. het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen geometrisch is bepaald niet meer dan 2,5 m bedraagt.
Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels
- a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen en bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3,0 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
- b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen door aan één of meer bestemmingen de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologische verwachting hoog' of de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting middelhoog' toe te kennen indien ter plaatse sprake is van archeologisch waardevol gebied, en/of archeologisch onderzoeksgebied, en indien uit een rapport van een ter zake deskundige blijkt dat de betreffende waarde in voldoende mate aanwezig is.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
15.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
15.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 16 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Gelderakkers'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 27 juni 2013.
De voorzitter, De griffier,
………. ………
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Beeldkwaliteitplan
Bijlage 1 Archeologisch Onderzoek, Oktober 2010
Bijlage 1 Archeologisch onderzoek, oktober 2010
Bijlage 2 Archeologisch Onderzoek, November 2012
Bijlage 2 Archeologisch onderzoek, november 2012
Bijlage 3 Flora- En Faunaonderzoek, 31 Januari 2008
Bijlage 3 Flora- en faunaonderzoek, 31 januari 2008
Bijlage 4 Oplegnotitie Flora En Fauna, 17 Juni 2011
Bijlage 4 Oplegnotitie Flora en fauna, 17 juni 2011
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek, 11 Juli 2013
Bijlage 5 Akoestisch onderzoek, 11 juli 2013
Bijlage 6 Onderzoek Luchtkwaliteit, 11 Juli 2013
Bijlage 6 Onderzoek luchtkwaliteit, 11 juli 2013
Bijlage 7 Verkennend Bodemonderzoek, 16 Mei 2008
Bijlage 7 Verkennend bodemonderzoek, 16 mei 2008
Bijlage 8 Verkennend Bodemonderzoek, 27 Juli 2012
Bijlage 8 Verkennend bodemonderzoek, 27 juli 2012
Bijlage 9 Waterhuishoudkundig Onderzoek Plan Gelderakkers, 25 Juni 2013
Bijlage 9 Waterhuishoudkundig onderzoek Plan Gelderakkers, 25 juni 2013
Bijlage 10 Akoestisch Onderzoek Renco, 21 Juni 2013
Bijlage 10 Akoestisch onderzoek Renco, 21 juni 2013
Bijlage 11 Geurrapport, 19 Juni 2013
Bijlage 11 Geurrapport, 19 juni 2013
Bijlage 12 Qra Lpg Tankstation Gelderstraat 89a, 17 Juli 2013
Bijlage 12 QRA LPG tankstation Gelderstraat 89a, 17 juli 2013
Bijlage 13 Externe Veiligheid Bestemmingsplan Gelderakkers, 17 Juli 2013
Bijlage 13 Externe veiligheid bestemmingsplan Gelderakkers, 17 juli 2013
Bijlage 14 Aangepast Historisch Bodemonderzoek Gelderakkers Te Hivarenbeek, 7 Augustus 2012
Bijlage 14 Aangepast historisch bodemonderzoek Gelderakkers te Hivarenbeek, 7 augustus 2012
Bijlage 15 Aangepast Historisch Onderzoek Gelderakkers Te Hilvarenbeek, 7 Mei 2013
Bijlage 15 Aangepast historisch onderzoek Gelderakkers te Hilvarenbeek, 7 mei 2013
Bijlage 16 Samenvatting Woningbouwprogramma Matrix
Bijlage 16 Samenvatting woningbouwprogramma matrix
Bijlage 17 Nota Inspraak
Bijlage 18 Tabel Vooroverleg
Bijlage 19 Beelkwaliteitplan, Maart 2013
Bijlage 19 Beelkwaliteitplan, maart 2013
Bijlage 20 Visie Hivarenbeek Noord, 4 December 2012
Bijlage 20 Visie Hivarenbeek Noord, 4 december 2012
Bijlage 21 Zienswijzeverslag
Bijlage 22 Ambtshalve Wijzigingen
Bijlage 22 Ambtshalve wijzigingen