KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Bedrijventerrein
Artikel 6 Centrum
Artikel 7 Detailhandel
Artikel 8 Dienstverlening
Artikel 9 Groen
Artikel 10 Groen - Landschappelijk Inpassing
Artikel 11 Horeca
Artikel 12 Kantoor
Artikel 13 Maatschappelijk
Artikel 14 Recreatie
Artikel 15 Sport
Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 17 Water
Artikel 18 Wonen
Artikel 19 Leiding - Brandstof
Artikel 20 Leiding - Riool
Artikel 21 Leiding - Water
Artikel 22 Waarde - Archeologie 1
Artikel 23 Waarde - Archeologie 2
Artikel 24 Waarde - Archeologie 3
Artikel 25 Waarde - Archeologie 4
Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 27 Waterstaat - Beschermingszone Natte Natuurparel
Artikel 28 Waterstaat - Meanderzone
Artikel 29 Waterstaat - Regionale Waterberging
Artikel 30 Waterstaat - Reservering Waterberging
Artikel 31 Waterstaat - Waterkering
3 Algemene Regels
Artikel 32 Anti-dubbeltelregel
Artikel 33 Algemene Bouwregels
Artikel 34 Algemene Gebruiksregels
Artikel 35 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 36 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 37 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 38 Algemene Procedureregels
Artikel 39 Overige Regels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 40 Overgangsrecht
Artikel 41 Slotregel
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlagen Bij Toelichting - 2

Kern Baarschot, Diessen en Haghorst

Bestemmingsplan - Gemeente Hilvarenbeek

Vastgesteld op 12-12-2024 - vastgesteld

Bestanden

Toelichting

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Kern Baarschot, Diessen en Haghorst' met identificatienummer NL.IMRO.0798.BPKernBDH-VG01 van de gemeente Hilvarenbeek;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0798.BPKernBDH-VG01 van met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 aanbouw:

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte aan het hoofdgebouw is gebouwd, in directe verbinding staat met het hoofdgebouw, door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aan huis verbonden bedrijf:

een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten en zorg of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, die door zijn beperkte omvang, door de gebruiker van een woning in die woning of bij die woning kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie overeenkomt;

1.6 aan huis verbonden beroep:

een beroep, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie overeenkomt;

1.7 aanspreekpunt:

servicepunt voor vragen en/of opmerkingen over de geboden huisvesting;

1.8 achtererf:

gedeelte van het erf tussen de achtergevellijn en de aan de achterkant van die lijn gelegen perceelgrens;

1.9 achtergevel:

de gevel aan de achterzijde van het hoofdgebouw;

1.10 achtergevellijn:

denkbeeldige lijn die strak langs de achtergevel van een gebouw loopt tot aan de perceelsgrenzen;

1.11 afhankelijke woonruimte:

een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;

1.12 agrarisch bedrijf:

een bedrijf gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van:
  • het telen of veredelen van gewassen, waaronder begrepen houtteelt en fruitteelt;
  • het houden of fokken van vee, pluimvee of pelsdieren;
nader te onderscheiden in:
grondgebonden bedrijf
een bedrijf dat (nagenoeg) geheel afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel en waar (nagenoeg) geheel gebruik wordt gemaakt van open grond of glas met een hoogte van niet meer dan 1.00 meter;
kassenbedrijf
een bedrijf, gericht op de teelt of veredeling van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
niet-grondgebonden bedrijf
een bedrijf dat (nagenoeg) niet afhankelijk is van agrarische grond als productiemiddel, waaronder begrepen intensieve veehouderij, zijnde een niet aan de grond gebonden agrarisch bedrijf als hiervoor bedoeld, gericht op de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang;

1.13 agrarisch technisch hulpbedrijf:

gemechaniseerd loonwerk ten behoeve van land-, tuin-, bos-, of natuurbouw wordt verricht of waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, tuin-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking;

1.14 arbeidsmigrant:

een arbeidsmigrant is een persoon die migreert (of is gemigreerd) vanuit een land, streek of stad, met als doel, vaak voor beperkte duur, om elders (beter betaald) werk te vinden/verrichten (met uitzondering van zelfstandigen en/of ondernemer) op eigen initiatief en op vrijwillige basis;

1.15 archeologisch onderzoek:

diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie;

1.16 archeologisch rapport:

in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden;

1.17 archeologische deskundige:

professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en te toetsen;

1.18 archeologische waarden:

cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigd;

1.19 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.20 bebouwingspercentage:

de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwvlak in procenten van de oppervlakte van dat bouwvlak;

1.21 bed and breakfast:

het tegen vergoeding aanbieden van een ten opzichte van het hoofdgebruik, ondergeschikte mogelijkheid tot kortdurend recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, niet zijnde de uitoefening van een hotel, pension of ander bedrijf. Hieronder wordt niet verstaan het overnachten van tijdelijk of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. Er worden geen voorzieningen aangeboden om zelfstandig te koken;

1.22 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.23 bedrijfsgebouwen:

één of meer gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf;

1.24 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond, noodzakelijk moet worden geacht;

1.25 begane grond:

de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau danwel waarvan de bovenkant van de vloer maximaal 1 m boven peil is gelegen;

1.26 beheerder:

een persoon aangewezen om als tussenpersoon te fungeren of zaken te beheren met betrekking tot de huisvesting;

1.27 beperkt kwetsbaar object:

  1. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare, en dienst- en bedrijfswoningen van derden;
  2. kantoorgebouwen, voorzover zij niet onder kwetsbaar object vallen;
  3. hotels en restaurants, voorzover zij niet onder kwetsbaar object vallen;
  4. winkels, voorzover zij niet onder kwetsbaar object vallen;
  5. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
  6. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voorzover zij niet onder kwetsbaar object vallen;
  7. bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet onder kwetsbaar object vallen;
  8. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en
  9. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;
Objecten die deel uitmaken van een Bevi-inrichting maken hiervan geen onderdeel uit;

1.28 Besluit externe veiligheid inrichtingen:

Besluit van 27 mei 2004, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer, zoals dit luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan;

1.29 bestaand:

  1. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat en is gebouwd overeenkomstig een verleende vergunning of kan worden gebouwd krachtens een vergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;

1.30 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.31 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.32 bevoegd gezag:

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

1.33 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw en met de aarde verbonden bouwwerk, met een dak.

1.34 bijzondere centrumdoeleinden:

bij een dorpscentrum passend gebruik van het verblijfsgebied voor onder andere een warenmarkt, terrassen, rommelmarkt en evenementen;

1.35 bijzondere woonvorm:

een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving;

1.36 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.37 (bouw)perceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;

1.38 (bouw)perceelgrens:

een grens van een (bouw)perceel;

1.39 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.40 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.41 bouwwerk, geen gebouw zijnde:

een bouwwerk voorzien van maximaal één gesloten wand;

1.42 cultuurhistorische waarden

waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;

1.43 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteiten;

1.44 dienstverlening:

dienstverlening door een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksaantrekkende functie zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, zonnebankstudio, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, hypotheekverstrekker, postkantoor, telefoon-/telegraaf-/ telexdienst, internetdiensten, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, alsmede door naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven;

1.45 eengezinswoning

elke woning die tevens een geheel pand vormt en geschikt is voor bewoning door een persoon, al dan niet met een gezin;

1.46 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond;

1.47 eindwoning:

een woning die grenst aan een aanliggende woning en aan het begin of einde ligt van een reeks woningen;

1.48 erfbebouwing:

alle bebouwing die op het bebouwbare erf is gelegen;

1.49 evenement:

een publieke gebeurtenis op het gebied van cultuur en sport of daarmee gelijk te stellen activiteit;

1.50 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.51 geluidszoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.52 Gemeentelijke parkeernota:

de beleidsregels parkeren van de gemeente Hilvarenbeek, zoals opgenomen in het, door de gemeenteraad op 16 juli 2015 vastgestelde, Parkeerbeleidsplan 2015-2020 van de gemeente Hilvarenbeek, dan wel in het beleidsplan dat is vastgesteld ter vervanging van dit parkeerbeleidsplan;

1.53 gevellijn:

de geometrisch bepaalde lijn en het verlengde daarvan, die bij het bouwen niet mag worden overschreden;

1.54 grootschalige huisvesting:

een huisvestingslocatie met 50 of meer arbeidsmigranten;

1.55 hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.56 horecabedrijf:

een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies, dranken, maaltijden en/of geringe etenswaren voor het al dan niet gebruik ter plaatse en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, nader te onderscheiden in:
horecabedrijf categorie 1
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse en het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken), zoals een hotel of pension;
horecabedrijf categorie 2
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken), en dat overdag en in de avonduren geopend kan zijn, zoals een restaurant;
horecabedrijf categorie 3
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (al dan niet voor consumptie ter plaatse) bereide geringe etenswaren (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van veelal alcoholvrije dranken) en dat zowel overdag als in de avonduren geopend kan zijn, zoals een lunchroom, cafetaria, shoarmazaak;
horecabedrijf categorie 4
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van geringe etenswaren) en het ten gehore brengen van muziek en/of het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet incidenteel met levende muziek gecombineerd en dat in de avond en het begin van de nacht geopend kan zijn, zoals een (eet)café, feestzaal;
horecabedrijf categorie 5
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse en het ten gehore brengen van muziek en/of het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet incidenteel met levende muziek gecombineerd en dat aan het eind van de avond en een groot gedeelte van de nacht geopend kan zijn, zoals een discotheek;

1.57 hoveniersbedrijf:

een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend;

1.58 huishouden:

een huishouden bestaat uit één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen. Van een huishouden is slechts sprake indien er bloedverwantschap, huwelijksbinding of een daaraan in intensiteit en continuïteit gelijk te stellen mate van binding tussen bewoner(s) is;

1.59 huisvesting arbeidsmigranten:

tijdelijke dan wel structurele voorzieningen op een locatie ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten, die hun hoofdverblijf elders hebben, niet bedoeld voor recreatieve doeleinden;

1.60 kamergewijze verhuur:

het verhuren van onzelfstandige woonruimte(n);

1.61 kamerverhuur:

het bedrijfsmatig verhuren of het aanbieden van kamers voor bewoning. Hieronder wordt niet verstaan de verhuur door particulieren van maximaal twee kamers in de door hen zelf bewoonde woning;

1.62 kantoor:

een gebouw, dat dient voor het verlenen van diensten met een administratief karakter en/ of het verrichten van handelingen met een overwegend administratief karakter door bedrijven en (semi)overheidsinstellingen, zonder een publieksgerichte baliefunctie;

1.63 kleinschalige huisvesting:

een huisvestingslocatie met maximaal 6 arbeidsmigranten;

1.64 kleinschalige logeren:

kleinschalige recreatieve activiteiten in de vorm van logies en ontbijt, zoals logeren bij de boer, bed & breakfast en dergelijke;

1.65 kwetsbaar object:

  1. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde beperkt kwetsbare objecten;
  2. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. scholen, of
    3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
    1. kantoorgebouwen waaronder begrepen onzelfstandige kantoren (bedrijfskantoren) en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m² per object, o
    2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m² bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m² per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en
  4. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;
Objecten die deel uitmaken van een Bevi-inrichting maken hiervan geen onderdeel uit;

1.66 logiesgebouw:

gebouw of gedeelte van een gebouw, anders dan een hotel, waarin meer dan één logiesverblijf ligt, gericht op het verstrekken van nachtverblijf voor een langdurige verblijfsperiode van minimaal een week en maximaal zes maanden, aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben. Het gebouw is aangewezen op een gezamenlijke verkeersroute;

1.67 maatschappelijke voorzieningen:

voorzieningen, bestemd voor medische en verzorgende, sociaal-culturele, religieuze, militaire, educatieve (waaronder kinderopvang) en openbare dienstverlenende instellingen (alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen);

1.68 mantelzorg:

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.69 middelgrote huisvesting:

een huisvestingslocatie met minimaal 7 en maximaal 49 arbeidsmigranten;

1.70 nutsvoorziening:

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, milieuvoorzieningen, e.d.

1.71 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;

1.72 ondersteunende horeca:

een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren, ten dienste aan de hoofdfunctie binnen de bestemming;

1.73 overkapping:

een bouwwerk op het erf van een gebouw, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw en dat maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;

1.74 paardenhouderij:

een agrarisch verwant bedrijf voor het stallen van paarden en pony's alsmede gebruik van paarden ten behoeve van recreatie en sport (mensgericht);

1.75 peil:

  • voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • voor andere bouwwerken de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwperceel;

1.76 pension:

Een accommodatie met slaapplaatsen voor logiesverstrekking in overwegend een- en tweepersoonskamers tegen boeking anders dan per nacht, vaak voor langere duur en soms met de mogelijkheid tot gehele verzorging (drie maaltijden) voor langere termijn, waar afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt aan gasten doch niet aan passanten;

1.77 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan het productieproces;

1.78 prostitutiebedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice;

1.79 recreatieverblijf:

verblijf, inclusief nachtverblijf, voor uitsluitend recreatieve doeleinden door bij voorkeur wisselende huishoudens of daarmee gelijk te stellen groepen van personen, die hun hoofdverblijf elders hebben. Hieronder vallen verblijven voor kleinschalig logeren, bed & breakfasts, vakantieparken, campings en hotels;

1.80 seks- en /of pornobedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel door detailhandel in seks en/ of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;

1.81 slopen:

geheel of gedeeltelijk afbreken;

1.82 Staat van bedrijfsactiviteiten:

een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;

1.83 terreinen:

door een type landgebruik gekarakteriseerd zichtbaar begrensd stuk grond;

1.84 uitbouw:

een gebouw dat is gebouwd aan het hoofdgebouw, als vergroting van een bestaande ruimte, door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.85 verkoopvloeroppervlak:

het totale vloeroppervlak van een winkel, dat voor het winkelend publiek toegankelijk is;

1.86 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel aan de weg waaraan het gebouw op basis van de gemeentelijke basisadministratie (huisnummer) is gesitueerd;

1.87 water:

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;

1.88 waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;

1.89 wijziging:

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.90 woning:

een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;

1.91 zijerf:

gedeelte van het erf tussen een zijgevellijn en de aan de zijkant van de lijn gelegen perceelsgrens;

1.92 zijgevellijn:

denkbeeldige lijn die strak langs de zijgevel van een bouwwerk loopt tot aan de perceelsgrenzen.

1.93 zorgboerderij:

een voorziening waar dagopvang, dagverzorging en/of arbeidsmatige dagbesteding wordt geboden aan mensen die als gevolg van een lichamelijke, verstandelijke, psychiatrische en/of psychosociale problematiek beperkt zijn in hun zelfredzaamheid en/of participatie en waarbij de geboden zorg en ondersteuning gericht is op het verbeteren of behoud van de mogelijkheden en kwaliteit van leven.

1.94 zorgwoning:

een gebouw of zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen die niet zelfstandig kunnen wonen en die geestelijke en/of lichamelijke verzorging behoeven; verzorging kan voortdurend of nagenoeg voortdurend plaatsvinden en in het gebouw kan afzonderlijke ruimte ten behoeve van de verzorging aanwezig zijn.

1.95 in deze regels wordt mede verstaan onder:

gebruiken:
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
uitvoeren:
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering brengen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 afstand tot de zijdelingse (bouw)perceelsgrens:

tussen de zijdelingse grens van een bouwperceel en dat punt van een op het bouwperceel voorkomend gebouw, waar die afstand, gemeten op het peil, het kortst is;

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de buitenste verticale projecties van bouwdelen en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, boven het peil;

2.6 lengte, breedte en diepte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de buitenste verticale projecties van bouwdelen en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, boven het peil.

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 3 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

3.3 Specifieke gebruiksregels

3.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag is, ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied', bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de bouw van maximaal 16 wooneenheden, binnen de wijzigingsgebieden gezamenlijk, in de vorm van aaneengebouwde, twee-aaneengebouwde en/of vrijstaande woningen, mits:
  1. passend binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma en de provinciale bevolkings- en behoefteprognose;
  2. een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd is;
  3. stedenbouwkundig/ruimtelijk inpasbaar;
  4. omliggende bedrijven vanuit milieutechnisch en -hygiënisch oogpunt niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd.

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 4 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 5 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.4 Specifieke gebruiksregels

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 6 Centrum

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 6 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 7 Detailhandel

7.1 Bestemmingsomschrijving

7.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 7 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

7.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 8 Dienstverlening

8.1 Bestemmingsomschrijving

8.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 8 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

8.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

9.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 9 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

9.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Water' of 'Natuur' ten behoeve van het beekherstel, met inachtneming van de volgende regels:
  1. bij wijziging dient een belangenafweging plaats te vinden waarbij enerzijds rekening wordt gehouden met de noodzaak tot het beekheerstel en anderszijds de mate waarin belangen van derden (kunnen) worden geschaad;
  2. wijziging in de bestemming 'Water' of 'Natuur' geschiedt enkel op basis van vrijwillige medewerking van de grondeigenaren;
  3. bodemonderzoek dient aan te tonen dat de gronden geschikt zijn voor water of natuurontwikkeling;
  4. ten behoeve van bescherming en beheer van natuurwaarden en de waterhuishouding dient het wijzigingsplan in een verbod op het bouwen van gebouwen alsmede een vergunningstelsel te voorzien.

Artikel 10 Groen - Landschappelijk Inpassing

10.1 Bestemmingsomschrijving

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijken van het bepaalde artikel 10 lid 2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
  1. het bouwen moet ten dienste zijn van de bestemming.
  2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 5 m.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 11 Horeca

11.1 Bestemmingsomschrijving

11.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 11 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 12 Kantoor

12.1 Bestemmingsomschrijving

12.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 12 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

12.3 Afwijken van de bouwregels

12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - parkeren', ten behoeve van parkeren aan de wegzijde van het gebouw c.q. de gebouwen.

12.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag is bevoegd om het plan te wijzigen door het verwijderen van artikel 12 lid 1.1 sub c en artikel 12 lid 2.1 sub d indien:
  1. de bouw van de woningen niet gerealiseerd is binnen drie jaar na het onherroepelijk worden van bestemmingsplan 'Meiraap 2-2A Diessen';
  2. het bevoegd gezag hierover vooraf in overleg met de eigenaar van de gronden is getreden;
  3. het niet realiseren van de woningen binnen de in lid a gestelde termijn het gevolg is van de procedure tot het komen tot de omgevingsvergunning en dit niet te wijten is aan de eigenaar van de gronden.

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

13.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 13 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

13.3 Afwijken van de bouwregels

13.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 14 Recreatie

14.1 Bestemmingsomschrijving

14.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 14 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

14.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving

15.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 15 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

15.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied

16.1 Bestemmingsomschrijving

16.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 16 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

Artikel 17 Water

17.1 Bestemmingsomschrijving

17.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 17 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

Artikel 18 Wonen

18.1 Bestemmingsomschrijving

18.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 18 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

18.3 Afwijken van de bouwregels

18.4 Specifieke gebruiksregels

18.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 19 Leiding - Brandstof

19.1 Bestemmingsomschrijving

19.2 Bouwregels

19.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de in artikel 19 lid 1.1 bedoelde leidingen, een vergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 19 lid 2 en toestaan dat bebouwing overeenkomstig de secundaire bestemming wordt gebouwd, mits vooraf het advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 20 Leiding - Riool

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Leiding - Riool’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
  1. een ondergrondse rioolpersleiding;
  2. het beheer en onderhoud van de leiding;
  3. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde

20.2 Bouwregels

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een vergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 20 lid 2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits vooraf het advies is ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 21 Leiding - Water

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Leiding - Water’ aangewezen gronden zijn mede bestemd voor een ondergrondse watertransportleiding.
Alsmede voor:
  1. het beheer van deze bedoelde leiding;
  2. overige bijbehorende voorzieningen;
met bijbehorende:
  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

21.2 Bouwregels

Ongeacht het bepaalde in artikelen 3 tot en met artikel 18 van deze regels, is bouwen op deze gronden uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 21 lid 1 omschreven doeleinden en met in achtneming van de volgende regels:
  1. de oppervlakte van bouwwerken bedraagt maximaal 25 m2;
  2. de hoogte van bouwwerken bedraagt maximaal 3,5 m.

21.3 Afwijken van de bouwregels

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 22 Waarde - Archeologie 1

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de historische kernen.

22.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 40 cm;
  2. bouwwerken waarbij grondwerkzaamheden plaatsvinden met een oppervlakte van minder dan 50 m² en niet dieper dan 40 cm.

22.3 Afwijken van de bouwregels

22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

22.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

22.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 23 Waarde - Archeologie 2

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische vindplaatsen.

23.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 50 cm;
  2. bouwwerken waarbij grondwerkzaamheden plaatsvinden met een oppervlakte van minder dan 100 m² en niet dieper dan 50 cm.

23.3 Afwijken van de bouwregels

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

23.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

23.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 24 Waarde - Archeologie 3

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de hoge archeologische verwachtingswaarde.

24.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 50 cm;
  2. bouwwerken waarbij grondwerkzaamheden plaatsvinden met een oppervlakte van minder dan 500 m² en niet dieper dan 50 cm.

24.3 Afwijken van de bouwregels

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

24.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

24.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 25 Waarde - Archeologie 4

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de hoge archeologische verwachtingswaarde voor uitsluitend vindplaatsen van jager-verzamelaars en middelhoge/onbekende archeologische verwachtingswaarde.

25.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 50 cm;
  2. bouwwerken waarbij grondwerkzaamheden plaatsvinden met een oppervlakte van minder dan 2.500 m² en niet dieper dan 50 cm.

25.3 Afwijken van de bouwregels

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

25.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

25.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige cultuurhistorische waarden.

26.2 Bouwregels

Op of in de gronden als bedoeld in artikel 26 lid 1 is uitsluitend de bestaande bebouwing toegestaan.

26.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26 lid 2 ten behoeve van het aan-, ver- of nieuwbouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met dien verstande dat geen afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke en functionele karakteristiek.

26.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 27 Waterstaat - Beschermingszone Natte Natuurparel

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Beschermingszone natte natuurparel' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende overige bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de waterhuishouding en het voorkomen van negatieve effecten op de hydrologische instandhoudingsdoelen van het hierbinnen gelegen Natuur Netwerk Brabant.

27.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 28 Waterstaat - Meanderzone

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, ook bestemd voor:
  1. de bescherming en het beheer van de watergang en beekherstel;
  2. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurwaarden;
  3. behoud, herstel en ontwikkeling van de bestaande biotopen;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en met inachtneming van de keur van het waterschap.

28.2 Bouwregels

28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

28.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de enkelbestemming die overlappen met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Meanderzone' te wijzigen in de bestemming 'Water' of 'Natuur' ten behoeve van het beekherstel, met inachtneming van de volgende regels:
  1. bij wijziging dient een belangenafweging plaats te vinden waarbij enerzijds rekening wordt gehouden met de noodzaak tot het beekheerstel en anderszijds de mate waarin belangen van derden (kunnen) worden geschaad;
  2. wijziging in de bestemming 'Water' of 'Natuur' geschiedt enkel op basis van vrijwillige medewerking van de grondeigenaren;
  3. bodemonderzoek dient aan te tonen dat de gronden geschikt zijn voor water of natuurontwikkeling;
  4. ten behoeve van bescherming en beheer van natuurwaarden en de waterhuishouding dient het wijzigingsplan in een verbod op het bouwen van gebouwen alsmede een vergunningstelsel te voorzien.

Artikel 29 Waterstaat - Regionale Waterberging

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Regionale waterberging' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, ook bestemd voor reservering ten behoeve van het waterbergend vermogen van dat gebied.

29.2 Bouwregels

29.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 30 Waterstaat - Reservering Waterberging

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Reservering waterberging' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het waterbergend vermogen van dat gebied.

30.2 Bouwregels

Gebouwen mogen niet worden gebouwd.

30.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels in artikel 30 lid 2 en toe te staan dat bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende overige bestemmingen worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. de bebouwing mag niet leiden tot een vermindering of verslechtering van het waterbergend vermogen van de gronden.
  2. reële alternatieve voor de bouw- of gebruiksactiviteiten ontbreken;
  3. vervangende maatregelen zijn opgenomen die borgen dat het waterbergend van het gebied gelijk blijft; en
  4. uit overleg met het waterschap blijkt dat hiertegen geen bezwaren bestaan.

30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 31 Waterstaat - Waterkering

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende enkel- en/of dubbelbestemmingen, mede bestemd voor:
  1. dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.

31.2 Bouwregels

31.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels in artikel 31 lid 2 en toe te staan dat bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende overige bestemmingen worden gebouwd, mits:
  1. daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering;
  2. het doelmatig functioneren en de continuïteit van de in artikel 31 lid 1 omschreven bestemming niet wordt aangetast;
  3. voorafgaand aan de verlening van de omgevingsvergunning door het bevoegd gezag advies wordt ingewonnen bij de betreffende beheerder van de waterkering.

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3 Algemene Regels

Artikel 32 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 33 Algemene Bouwregels

33.1 Bestaande afmetingen, afstanden en percentages

33.2 Percentageregeling

Een in dit plan opgenomen percentage geeft aan hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overige bouwwerken geen gebouw zijnde.
Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd, tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald.

33.3 Ondergronds bouwen

Het bepaalde in dit bestemmingsplan omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.

33.4 Overschrijding van bouwgrenzen en gevellijnen

Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, en gevellijnen mogen, in afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk 2 van deze regels, uitsluitend worden overschreden door tot hoofdgebouwen behorende ondergeschikte bouwdelen, zoals stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda’s en afdaken, mits:
  1. de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m, met dien verstande dat de diepte van een erker maximaal 1,1 m mag bedragen;
  2. de goot- en bouwhoogte van erkers, entreeportalen en veranda’s niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het betreffende gebouw + 0,25 m, met een maximum van 3 m;
  3. de breedte van erkers, entreeportalen en veranda’s niet meer bedraagt dan 40% van de breedte van de betreffende gevel van het gebouw, met dien verstande dat:
    1. een erker voor de gevellijn niet buiten de zijgevel mag uitsteken;
    2. de afstand van een erker aan de zijgevel tot de zijdelingse bouwperceelsgrens minimaal 1 m dient te bedragen;
    3. een erker aan de zijgevel ten minste 3 m achter de gevellijn dient te liggen;
  4. de afstand tot de bestemmingsgrens minimaal 2 m bedraagt, daar waar het bestemmingsvlak grenst aan een bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied';
  5. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.

Artikel 34 Algemene Gebruiksregels

34.1 Algemeen

Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in elk geval verstaan:
  1. een gebruik van gronden als stort- en/of buitenopslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  2. een gebruik van gronden als stallings- en/of buitenopslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  3. een gebruik van gronden en bouwwerken voor inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
  4. een gebruik van gronden en bouwwerken voor inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen en voor vuurwerkbedrijven;
  5. een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan bij of krachtens deze regels;
  6. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seks- of pornobedrijf dan wel prostitutiebedrijf;
  7. een gebruik van bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte, met uitzondering van zodanig gebruik dat uitdrukkelijk bij of krachtens deze regels is toegestaan;
  8. een gebruik van gronden en bouwwerken voor evenementen, met uitzondering van:
    1. een gebruik voor evenementen in de bestemming ‘Groen’ en 'Verkeer - Verblijfsgebied';
    2. een gebruik voor evenementen in de overige bestemmingen, mits het aantal evenementen per locatie in totaal niet meer dan 3 per jaar bedraagt, met een maximum aantal dagen van 15 per evenement.

34.2 Mantelzorg

34.3 Aan huis verbonden beroepen en bedrijven

Burgemeester en Wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bestemmingen 'Centrum', 'Detailhandel' en 'Wonen' voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf, mits:
  1. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij maximaal 25% van het bebouwde oppervlak van de aanwezige bebouwing met een maximum van 60 m2 ten behoeve van aan huis gebonden beroep mag worden gebruikt;
  2. het gebruik geen onevenredige afbreuk veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
  3. de activiteit milieuhygiënisch inpasbaar is in de woonomgeving waarbij geldt dat deze past binnen milieucategorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  4. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner;
  5. door de uitoefening van de activiteit het uiterlijk aanzien van de woning niet zodanig verandert dat de woning het karakter van de woning geheel of gedeeltelijk verliest;
  6. de aard en de activiteiten van het bedrijf niet leiden tot een onevenredige afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.

Artikel 35 Algemene Aanduidingsregels

35.1 vrijwaringszone - straalpad

35.2 overige zone - historische dorpsstructuur

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - historische dorpsstructuur' wordt gestreefd naar behoud, beheer en herstel van de historische dorpsstructuur uit oogpunt van cultuurhistorische waarden.

35.3 vrijwaringszone - vaarweg

35.4 overige zone - oud gehuchtenpleintje

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - oud gehuchtenpleintje' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de gehuchtenpleintjes uit oogpunt van cultuurhistorische waarden.

35.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 36 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, voor:
  1. het afwijken van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits dat uit een oogpunt van architectuur en/of constructie noodzakelijk is;
  2. het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak op de plankaart, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen op de plankaart is aangegeven niet meer dan 2,5 m bedraagt.

Artikel 37 Algemene Wijzigingsregels

37.1 Kleine overschrijdingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen en bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3,0 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

37.2 Dubbelbestemming archeologie toekennen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen door aan één of meer gronden een archeologische dubbelbestemming toe te kennen indien ter plaatse sprake is van archeologisch waardevol gebied, en/of archeologisch onderzoeksgebied, en indien uit een rapport van een ter zake deskundige blijkt dat de betreffende waarde in voldoende mate aanwezig is.

37.3 Dubbelbestemming archeologie verwijderen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen door bij één of meer gronden een archeologische dubbelbestemming te verwijderen, indien ter plaatse uit een rapport van een ter zake deskundige blijkt dat de betreffende waarde in onvoldoende mate aanwezig is.

Artikel 38 Algemene Procedureregels

Op de voorbereiding van een besluit tot afwijking of nadere eis is de volgende procedure van toepassing:
  1. een ontwerp van het besluit ligt met de bijbehorende stukken gedurende 6 weken op het gemeentehuis ter inzage;
  2. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze;
  3. de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
  4. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp van het besluit.

Artikel 39 Overige Regels

39.1 Voorrang (dubbel)bestemmingen

Daar waar aan gronden meerdere bestemmingen zijn gegeven, prevaleren de regels bij de dubbelbestemming(en). Daar waar tevens aan gronden meerdere dubbelbestemmingen zijn gegeven, gelden de regels bij deze dubbelbestemmingen naast elkaar.

39.2 Parkeren

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 40 Overgangsrecht

40.1 Overgangsrecht bouwwerken

40.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 41 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Kern Baarschot, Diessen en Haghorst'.

Bijlagen Bij Toelichting - 1

Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Vroonacker III, Diessen

Bijlagen Bij Toelichting - 2

Bijlage 2 Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen