KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Bedrijventerrein
Artikel 6 Centrum - 1
Artikel 7 Centrum - 2
Artikel 8 Centrum - 3
Artikel 9 Centrum - 4
Artikel 10 Detailhandel
Artikel 11 Dienstverlening
Artikel 12 Gemengd
Artikel 13 Groen
Artikel 14 Groen - Landschappelijk Inpassing
Artikel 15 Horeca
Artikel 16 Kantoor
Artikel 17 Maatschappelijk
Artikel 18 Recreatie
Artikel 19 Sport
Artikel 20 Tuin
Artikel 21 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 22 Water
Artikel 23 Wonen
Artikel 24 Leiding - Brandstof
Artikel 25 Leiding - Riool
Artikel 26 Leiding - Water
Artikel 27 Waarde - Archeologie 1
Artikel 28 Waarde - Archeologie 2
Artikel 29 Waarde - Archeologie 3
Artikel 30 Waarde - Archeologie 4
Artikel 31 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 32 Waarde - Cultuurhistorie 1
Artikel 33 Waarde - Cultuurhistorie 2
Artikel 34 Waterstaat - Beschermingszone Natte Natuurparel
Artikel 35 Waterstaat - Meanderzone
Artikel 36 Waterstaat - Waterlopen
3 Algemene Regels
Artikel 37 Anti-dubbeltelregel
Artikel 38 Algemene Bouwregels
Artikel 39 Algemene Gebruiksregels
Artikel 40 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 41 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 42 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 43 Algemene Procedureregels
Artikel 44 Overige Regels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 45 Overgangsrecht
Artikel 46 Slotregel
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlagen Bij Toelichting - 2

Esbeek en Hilvarenbeek

Bestemmingsplan - Gemeente Hilvarenbeek

Vastgesteld op 12-12-2024 - geheel in werking

Bestanden

Toelichting

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Kernen Esbeek en Hilvarenbeek' met identificatienummer NL.IMRO.0798.BPKernenEH-VG01 van de gemeente Hilvarenbeek;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0798.BPKernenEH-VG01 van met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 aanbouw:

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte aan het hoofdgebouw is gebouwd, in directe verbinding staat met het hoofdgebouw, door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aan huis verbonden bedrijf:

een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten en zorg of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, die door zijn beperkte omvang, door de gebruiker van een woning in die woning of bij die woning kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie overeenkomt;

1.6 aan huis verbonden beroep:

een beroep, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie overeenkomt;

1.7 aanspreekpunt:

servicepunt voor vragen en/of opmerkingen over de geboden huisvesting;

1.8 achtererf:

gedeelte van het erf tussen de achtergevellijn en de aan de achterkant van die lijn gelegen perceelgrens;

1.9 achtergevel:

de gevel aan de achterzijde van het hoofdgebouw;

1.10 achtergevellijn:

denkbeeldige lijn die strak langs de achtergevel van een gebouw loopt tot aan de perceelsgrenzen;

1.11 afhankelijke woonruimte:

een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;

1.12 agrarisch bedrijf:

een bedrijf gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van:
  • het telen of veredelen van gewassen, waaronder begrepen houtteelt en fruitteelt;
  • het houden of fokken van vee, pluimvee of pelsdieren;
nader te onderscheiden in:
grondgebonden bedrijf
een bedrijf dat (nagenoeg) geheel afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel en waar (nagenoeg) geheel gebruik wordt gemaakt van open grond of glas met een hoogte van niet meer dan 1.00 meter;
kassenbedrijf
een bedrijf, gericht op de teelt of veredeling van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
niet-grondgebonden bedrijf
een bedrijf dat (nagenoeg) niet afhankelijk is van agrarische grond als productiemiddel, waaronder begrepen intensieve veehouderij, zijnde een niet aan de grond gebonden agrarisch bedrijf als hiervoor bedoeld, gericht op de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang;

1.13 arbeidsmigrant:

een arbeidsmigrant is een persoon die migreert (of is gemigreerd) vanuit een land, streek of stad, met als doel, vaak voor beperkte duur, om elders (beter betaald) werk te vinden/verrichten (met uitzondering van zelfstandigen en/of ondernemer) op eigen initiatief en op vrijwillige basis;

1.14 archeologisch onderzoek:

diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie;

1.15 archeologisch rapport:

in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden;

1.16 archeologische deskundige:

professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en te toetsen;

1.17 archeologische waarden:

cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigd;

1.18 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.19 bebouwingspercentage:

de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwvlak in procenten van de oppervlakte van dat bouwvlak;

1.20 bed and breakfast:

het tegen vergoeding aanbieden van een ten opzichte van het hoofdgebruik, ondergeschikte mogelijkheid tot kortdurend recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, niet zijnde de uitoefening van een hotel, pension of ander bedrijf. Hieronder wordt niet verstaan het overnachten van tijdelijk of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. Er worden geen voorzieningen aangeboden om zelfstandig te koken;

1.21 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.22 bedrijfsgebouwen:

één of meer gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf;

1.23 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond, noodzakelijk moet worden geacht;

1.24 begane grond:

de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau danwel waarvan de bovenkant van de vloer maximaal 1 m boven peil is gelegen;

1.25 beheerder:

een persoon aangewezen om als tussenpersoon te fungeren of zaken te beheren met betrekking tot de huisvesting;

1.26 beperkt kwetsbaar object:

  1. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare, en dienst- en bedrijfswoningen van derden;
  2. kantoorgebouwen, voorzover zij niet onder kwetsbaar object vallen;
  3. hotels en restaurants, voorzover zij niet onder kwetsbaar object vallen;
  4. winkels, voorzover zij niet onder kwetsbaar object vallen;
  5. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
  6. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voorzover zij niet onder kwetsbaar object vallen;
  7. bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet onder kwetsbaar object vallen;
  8. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en
  9. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;
Objecten die deel uitmaken van een Bevi-inrichting maken hiervan geen onderdeel uit.

1.27 Besluit externe veiligheid inrichtingen:

Besluit van 27 mei 2004, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer, zoals dit luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan;

1.28 bestaand:

  1. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat en is gebouwd overeenkomstig een verleende vergunning of kan worden gebouwd krachtens een vergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;

1.29 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.30 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.31 bevoegd gezag:

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.32 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw en met de aarde verbonden bouwwerk, met een dak;

1.33 bijzondere centrumdoeleinden:

bij een dorpscentrum passend gebruik van de onbebouwde ruimte voor onder andere: warenmarkt, terrassen, rommelmarkt en evenementen;

1.34 boomkwekerij:

een agrarisch bedrijf dat uitsluitend of hoofdzakelijk is gericht op het produceren van houtachtige gewassen;

1.35 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.36 bouwlaag:

een boven het peil gelegen een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.37 (bouw)perceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;

1.38 (bouw)perceelgrens:

een grens van een (bouw)perceel;

1.39 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.40 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.41 bouwwerk, geen gebouw zijnde:

een bouwwerk voorzien van maximaal één gesloten wand;

1.42 bruto vloeroppervlakte:

de totale vloeroppervlakte ten dienste van kantoren, winkels, bedrijven of maatschappelijke functies, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen (ruimten voor opslag) en overige dienstruimten;

1.43 buitenopslag:

het opslaan van goederen en materialen buiten bebouwing;

1.44 cultuurhistorische waarden

waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;

1.45 dakterras:

niet-overdekte bouwlaag, welke aan ten hoogste drie zijden door wanden is omsloten;

1.46 dienstverlenend bedrijf/(zakelijke) dienstverlening:

een kantoor of een bedrijf met een publieksgerichte functie dat in hoofdzaak is gericht op het ter plaatse bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van bedrijven/personen, zoals een voorlichtings-, advies- en uitzendbureau, een makelaars- en of verzekeringskantoor of bank;

1.47 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteiten;

1.48 eengezinswoning:

elke woning die tevens een geheel pand vormt en geschikt is voor bewoning door een persoon, al dan niet met een gezin;

1.49 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond;

1.50 eindwoning:

een woning die grenst aan een aanliggende woning en aan het begin of einde ligt van een reeks woningen;

1.51 evenement:

een publieke gebeurtenis op het gebied van cultuur en sport of daarmee gelijk te stellen activiteit;

1.52 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.53 geluidszoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.54 Gemeentelijke parkeernota:

de beleidsregels parkeren van de gemeente Hilvarenbeek, zoals opgenomen in het, door de gemeenteraad op 16 juli 2015 vastgestelde, Parkeerbeleidsplan 2015-2020 van de gemeente Hilvarenbeek, dan wel in het beleidsplan dat is vastgesteld ter vervanging van dit parkeerbeleidsplan;

1.55 gevellijn:

de geometrisch bepaalde lijn en het verlengde daarvan, die bij het bouwen niet mag worden overschreden;

1.56 grootschalige huisvesting:

een huisvestingslocatie met 50 of meer arbeidsmigranten;

1.57 hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.58 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;

1.59 horecabedrijf:

een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies, dranken, maaltijden en/of geringe etenswaren voor het al dan niet gebruik ter plaatse en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, nader te onderscheiden in:
horecabedrijf categorie 1
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse en het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken), zoals een hotel of pension;
horecabedrijf categorie 2
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken), en dat overdag en in de avonduren geopend kan zijn, zoals een restaurant;
horecabedrijf categorie 3
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (al dan niet voor consumptie ter plaatse) bereide geringe etenswaren (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van veelal alcoholvrije dranken) en dat zowel overdag als in de avonduren geopend kan zijn, zoals een lunchroom, cafetaria, shoarmazaak;
horecabedrijf categorie 4
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van geringe etenswaren) en het ten gehore brengen van muziek en/of het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet incidenteel met levende muziek gecombineerd en dat in de avond en het begin van de nacht geopend kan zijn, zoals een (eet)café, feestzaal;
horecabedrijf categorie 5
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse en het ten gehore brengen van muziek en/of het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet incidenteel met levende muziek gecombineerd en dat aan het eind van de avond en een groot gedeelte van de nacht geopend kan zijn, zoals een discotheek;

1.60 huishouden:

een huishouden bestaat uit één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen. Van een huishouden is slechts sprake indien er bloedverwantschap, huwelijksbinding of een daaraan in intensiteit en continuïteit gelijk te stellen mate van binding tussen bewoner(s) is;

1.61 huisvesting arbeidsmigranten:

tijdelijke dan wel structurele voorzieningen op een locatie ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten, die hun hoofdverblijf elders hebben, niet bedoeld voor recreatieve doeleinden;

1.62 kamergewijze verhuur:

het verhuren van onzelfstandige woonruimte(n);

1.63 kantoor:

een gebouw, dat dient voor het verlenen van diensten met een administratief karakter en/ of het verrichten van handelingen met een overwegend administratief karakter door bedrijven en (semi)overheidsinstellingen, zonder een publieksgerichte baliefunctie;

1.64 kleinschalige huisvesting:

een huisvestingslocatie met maximaal 6 arbeidsmigranten;

1.65 kleinschalig logeren:

kleinschalige recreatieve activiteiten in de vorm van logies en ontbijt, zoals logeren bij de boer, bed & breakfast en dergelijke;

1.66 kwetsbaar object:

  1. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde beperkt kwetsbare objecten;
  2. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. scholen, of
    3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
    1. kantoorgebouwen waaronder begrepen onzelfstandige kantoren (bedrijfskantoren) en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m² per object, o
    2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m² bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m² per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en
  4. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;
Objecten die deel uitmaken van een Bevi-inrichting maken hiervan geen onderdeel uit.

1.67 logiesgebouw:

gebouw of gedeelte van een gebouw, anders dan een hotel, waarin meer dan één logiesverblijf ligt, gericht op het verstrekken van nachtverblijf voor een langdurige verblijfsperiode van minimaal een week en maximaal zes maanden, aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben. Het gebouw is aangewezen op een gezamenlijke verkeersroute;

1.68 maatschappelijke voorzieningen:

voorzieningen, bestemd voor medische en verzorgende, sociaal-culturele, religieuze, militaire, educatieve (waaronder kinderopvang) en openbare dienstverlenende instellingen (alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen);

1.69 mantelzorg:

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.70 middelgrote huisvesting:

een huisvestingslocatie met minimaal 7 en maximaal 49 arbeidsmigranten;

1.71 nevenactiviteiten:

een bedrijfs- of beroepsactiviteit die in ruimtelijk, functioneel opzicht ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel en wordt uitgeoefend door degene die tevens het (agrarisch) bedrijf uitoefent;

1.72 niet permanent te bewonen woning:

een woning die slechts gedurende een beperkte periode van het jaar wordt bewoond en die geen dienst doet als hoofdverblijf;

1.73 nutsvoorziening:

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, milieuvoorzieningen, e.d.

1.74 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;

1.75 ondersteunende horeca:

een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren, ten dienste aan de hoofdfunctie binnen de bestemming;

1.76 onverhard:

een toplaag bestaande uit hoofdzakelijk zand, klei, veen en andere natuurlijke bodemmaterialen;

1.77 overig bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.78 overkapping:

een bouwwerk op het erf van een gebouw, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw en dat maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;

1.79 peil:

  • voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • voor andere bouwwerken de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwperceel;

1.80 pension:

een accommodatie met slaapplaatsen voor logiesverstrekking in overwegend een- en tweepersoonskamers tegen boeking anders dan per nacht, vaak voor langere duur en soms met de mogelijkheid tot gehele verzorging (drie maaltijden) voor langere termijn, waar afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt aan gasten doch niet aan passanten;

1.81 plat dak:

een dakvlak met een dakhelling van 5° of minder;

1.82 praktijkruimte:

een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van (para) medische en therapeutische arbeid zoals een huisartsenpraktijk, een fysiotherapeut, een tandarts of een osthepaat;

1.83 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan het productieproces;

1.84 prostitutiebedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice;

1.85 puinbreker:

een installatie ten behoeve van het breken van puin;

1.86 recreatieverblijf:

verblijf, inclusief nachtverblijf, voor uitsluitend recreatieve doeleinden door bij voorkeur wisselende huishoudens of daarmee gelijk te stellen groepen van personen, die hun hoofdverblijf elders hebben. Hieronder vallen verblijven voor kleinschalig logeren, bed & breakfasts, vakantieparken, campings en hotels;

1.87 seks- en /of pornobedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel door detailhandel in seks en/ of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;

1.88 silo:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de opslag van (afval)stoffen;

1.89 slopen:

geheel of gedeeltelijk afbreken;

1.90 Staat van bedrijfsactiviteiten:

een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;

1.91 straalcabine:

een installatie ten behoeve van de reiniging van metalen producten;

1.92 terreinen:

Door een type landgebruik gekarakteriseerd zichtbaar begrensd stuk grond;

1.93 uitbouw:

een gebouw dat is gebouwd aan het hoofdgebouw, als vergroting van een bestaande ruimte, door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.94 veehouderij:

agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren;

1.95 verdiepingen:

de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag;

1.96 verhard:

een verharding, bestaande uit baksteen, tegels, beton en/of asfalt, alsmede daarmee vergelijkbare vaste/gesloten materialen;

1.97 volumineuze detailhandel:

detailhandel in volumineuze goederen die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden;

1.98 volumineuze goederen:

goederen die vanwege hun omvang een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling, zoals goederen in bouw- en doe-het-zelf producten, automobielen, motorfietsen, boten, caravans, e.d.

1.99 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel aan de weg waaraan het gebouw op basis van de gemeentelijke basisadministratie (huisnummer) is gesitueerd;

1.100 water:

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;

1.101 waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;

1.102 wijziging:

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.103 winkelvloeroppervlakte:

de oppervlakte van een ruimte, die uitsluitend gebruikt wordt voor het verkopen van producten, niet zijnde de ruimte voor opslag of het vervaardigen/ bewerken van producten;

1.104 woning:

een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;

1.105 zaalaccommodatie:

een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van gelegenheid tot het houden van bruiloften, feesten en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;

1.106 zadeldak:

een dak bestaande uit twee schuine vlakken die elkaar in het hoogste punt snijden, de nok, en vandaar beide naar beneden lopen tot de goot;

1.107 zijerf:

gedeelte van het erf tussen een zijgevellijn en de aan de zijkant van de lijn gelegen perceelsgrens;

1.108 zijgevellijn:

denkbeeldige lijn die strak langs de zijgevel van een bouwwerk loopt tot aan de perceelsgrenzen.

1.109 in deze regels wordt mede verstaan onder:

gebruiken:
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven
uitvoeren:
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering brengen

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 afstand tot de zijdelingse (bouw)perceelsgrens:

tussen de zijdelingse grens van een bouwperceel en dat punt van een op het bouwperceel voorkomend gebouw, waar die afstand, gemeten op het peil, het kortst is;

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de buitenste verticale projecties van bouwdelen en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, boven het peil;

2.6 lengte, breedte en diepte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de buitenste verticale projecties van bouwdelen en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, boven het peil.

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 3 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 4 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 5 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.4 Specifieke gebruiksregels

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 6 Centrum - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 6 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 7 Centrum - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

7.2 Bouwregels

7.3 Afwijken van de bouwregels

7.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 8 Centrum - 3

8.1 Bestemmingsomschrijving

8.2 Bouwregels

8.3 Afwijken van de bouwregels

8.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 9 Centrum - 4

9.1 Bestemmingsomschrijving

9.2 Bouwregels

9.3 Afwijken van de bouwregels

9.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 10 Detailhandel

10.1 Bestemmingsomschrijving

10.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 10 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

10.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 11 Dienstverlening

11.1 Bestemmingsomschrijving

11.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 11 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 12 Gemengd

12.1 Bestemmingsomschrijving

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

12.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 13 Groen

13.1 Bestemmingsomschrijving

13.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 13 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

Artikel 14 Groen - Landschappelijk Inpassing

14.1 Bestemmingsomschrijving

14.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 14 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

14.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 15 Horeca

15.1 Bestemmingsomschrijving

15.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 15 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

15.3 Afwijken van de bouwregels

15.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 16 Kantoor

16.1 Bestemmingsomschrijving

16.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 16 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

16.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 17 Maatschappelijk

17.1 Bestemmingsomschrijving

17.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 17 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

17.3 Afwijken van de bouwregels

17.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 18 Recreatie

18.1 Bestemmingsomschrijving

18.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 18 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

Artikel 19 Sport

19.1 Bestemmingsomschrijving

19.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 19 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

19.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 20 Tuin

20.1 Bestemmingsomschrijving

20.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 20 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

Artikel 21 Verkeer - Verblijfsgebied

21.1 Bestemmingsomschrijving

21.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 21 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

Artikel 22 Water

22.1 Bestemmingsomschrijving

22.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 22 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

Artikel 23 Wonen

23.1 Bestemmingsomschrijving

23.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 23 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

23.3 Afwijken van de bouwregels

23.4 Specifieke gebruiksregels

23.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 24 Leiding - Brandstof

24.1 Bestemmingsomschrijving

24.2 Bouwregels

24.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de in artikel 24 lid 1.1 bedoelde leidingen, een vergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 24 lid 2 en toestaan dat bebouwing overeenkomstig de secundaire bestemming wordt gebouwd, mits vooraf het advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 25 Leiding - Riool

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘ Leiding - Riool ’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
  1. een ondergrondse rioolpersleiding;
  2. het beheer en onderhoud van de leiding;
  3. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

25.2 Bouwregels

25.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een vergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 25 lid 2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits vooraf het advies is ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 26 Leiding - Water

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘ Leiding - Water ’ aangewezen gronden zijn mede bestemd voor een ondergrondse watertransportleiding.
Alsmede voor:
  1. het beheer van deze bedoelde leiding;
  2. overige bijbehorende voorzieningen;
met bijbehorende:
  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

26.2 Bouwregels

Ongeacht het bepaalde in artikelen 3 tot en met artikel 23 van deze regels, is bouwen op deze gronden uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 26 lid 1 omschreven doeleinden en met in achtneming van de volgende regels:
  1. de oppervlakte van bouwwerken bedraagt maximaal 25 m2;
  2. de hoogte van bouwwerken bedraagt maximaal 3,5 m.

26.3 Afwijken van de bouwregels

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 27 Waarde - Archeologie 1

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de historische kernen.

27.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 40 cm;
  2. bouwwerken waarbij grondwerkzaamheden plaatsvinden met een oppervlakte van minder dan 50 m² en niet dieper dan 40 cm.

27.3 Afwijken van de bouwregels

27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

27.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

27.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 28 Waarde - Archeologie 2

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische vindplaatsen.

28.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 50 cm;
  2. bouwwerken waarbij grondwerkzaamheden plaatsvinden met een oppervlakte van minder dan 100 m² en niet dieper dan 50 cm.

28.3 Afwijken van de bouwregels

28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

28.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

28.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 29 Waarde - Archeologie 3

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de hoge archeologische verwachtingswaarde.

29.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 50 cm;
  2. bouwwerken waarbij grondwerkzaamheden plaatsvinden met een oppervlakte van minder dan 500 m² en niet dieper dan 50 cm.

29.3 Afwijken van de bouwregels

29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

29.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

29.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 30 Waarde - Archeologie 4

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de hoge archeologische verwachtingswaarde voor uitsluitend vindplaatsen van jager-verzamelaars en middelhoge/onbekende archeologische verwachtingswaarde.

30.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 50 cm;
  2. bouwwerken waarbij grondwerkzaamheden plaatsvinden met een oppervlakte van minder dan 2.500 m² en niet dieper dan 50 cm.

30.3 Afwijken van de bouwregels

30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

30.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

30.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 31 Waarde - Cultuurhistorie

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige cultuurhistorische waarden.

31.2 Bouwregels

Op of in de gronden als bedoeld in artikel 31 lid 1 is uitsluitend de bestaande bebouwing toegestaan.

31.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 31 lid 2 ten behoeve van het aan-, ver- of nieuwbouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met dien verstande dat geen afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke en functionele karakteristiek.

31.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 32 Waarde - Cultuurhistorie 1

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het aan de gronden toegekende beschermd dorpsgezicht.

32.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de van toepassing zijnde enkelbestemmingen is bouwen op deze gronden uitsluitend toegestaan ten dienste van de artikel 32 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
  1. indien gevelwanden van gebouwen zijn ingetekend op de kaarten gevelwanden I + II in de bijlage bij deze regels mogen gevelwanden uitsluitend worden gebouwd overeenkomstig de aanduidingen op deze kaart voor zover het betreft:
    1. de gevelindelingen van gebouwen;
    2. de voorgevelbreedte van gebouwen;
    3. de dakhelling van gebouwen;
  2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer en niet minder bedragen dan op de kaarten gevelwanden I + II in de bijlage bij deze regels is aangegeven. Indien de goot- en bouwhoogte niet op de kaarten gevelwanden I + II dan mogen de goot- en bouwhoogte niet meer en niet minder bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  3. indien kappen van gebouwen zijn ingetekend op de kaart kappenplan in de bijlage bij deze regels mogen kappen uitsluitend worden gebouwd overeenkomstig de aanduidingen op deze kaart voor zover het betreft:
    1. de nokrichting;
    2. de scheidingslijnen tussen dakvlakken;
    3. de aanwezigheid van een plat dak;
  4. indien voor hoofdgebouwen op de kaart kappenplan in de bijlage bij deze regels geen aanduidingen als bedoeld onder b zijn aangegeven, geldt voor die hoofdgebouwen dat:
    1. zij uitsluitend met een zadeldak of met een schilddak, waarvan de dakhelling ten minste 45° en ten hoogste 60° bedraagt, mogen worden afgedekt;
    2. de nokrichting, indien de gebouwen zijn gelegen aan de straat, evenwijdig dient te lopen aan die straat;
  5. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht in de gevellijn.

32.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, de welstands/gemeentelijke monumentencommissie gehoord hebbende, door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
  1. artikel 32 lid 2 sub a, mits de afwijking ten hoogste 10% bedraagt;
  2. artikel 32 lid 2 sub b, mits de gebouwen met een zadeldak of een schilddak worden afgedekt;
  3. artikel 32 lid 2 sub d, mits de afstand tot de gevellijn ten hoogste 2 m bedraagt.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend indien daardoor afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke en functionele karakteristiek.

32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 33 Waarde - Cultuurhistorie 2

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige cultuurhistorische waarden.

33.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de van toepassing zijnde enkelbestemmingen is bouwen op deze gronden uitsluitend toegestaan ten dienste van de artikel 33 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
  1. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; met dien verstande dat een grotere bouwhoogte is toegestaan voor het realiseren van een dak zoals bedoeld in lid d onder 1;
  2. de voorgevelbreedte van hoofdgebouwen mag niet meer en niet minder bedragen dan de bestaande voorgevelbreedte;
  3. uitsluitend is de bestaande nokrichting toegestaan;
  4. voor de afdekking van hoofdgebouwen geldt dat:
    1. zij uitsluitend met een zadeldak of met een schilddak, waarvan de dakhelling ten minste 45° en ten hoogste 60° bedraagt, mogen worden afgedekt;
    2. in afwijking van het bepaalde onder 1 zijn eveneens, indien de bestaande situatie afwijkt van het daar bepaalde, het bestaande dak met de bestaande dakhelling toegestaan;
  5. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht in de gevellijn.

33.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, de welstands/gemeentelijke monumentencommissie gehoord hebbende, door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
  1. artikel 33 lid 2, onder a en b, mits de afwijking ten hoogste 10% bedraagt;
  2. artikel 33 lid 2, onder e, mits de afstand tot de gevellijn ten hoogste 2 m bedraagt.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend indien daardoor afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke en functionele karakteristiek.

33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

33.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 34 Waterstaat - Beschermingszone Natte Natuurparel

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Beschermingszone Natte Natuurparel' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende overige bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de waterhuishouding en het voorkomen van negatieve effecten op de hydrologische instandhoudingsdoelen van het hierbinnen gelegen Natuur Netwerk Brabant.

34.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 35 Waterstaat - Meanderzone

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, ook bestemd voor:
  1. de bescherming en het beheer van de watergang en beekherstel;
  2. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurwaarden;
  3. behoud, herstel en ontwikkeling van de bestaande biotopen;
    met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en met inachtneming van de keur van het waterschap.

35.2 Bouwregels

35.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

35.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de enkelbestemming die overlappen met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Meanderzone' te wijzigen in de bestemming 'Water' of 'Natuur' ten behoeve van het beekherstel, met inachtneming van de volgende regels:
  1. bij wijziging dient een belangenafweging plaats te vinden waarbij enerzijds rekening wordt gehouden met de noodzaak tot het beekheerstel en anderszijds de mate waarin belangen van derden (kunnen) worden geschaad;
  2. wijziging in de bestemming 'Water' of 'Natuur' geschiedt enkel op basis van vrijwillige medewerking van de grondeigenaren;
  3. bodemonderzoek dient aan te tonen dat de gronden geschikt zijn voor water of natuurontwikkeling;
  4. ten behoeve van bescherming en beheer van natuurwaarden en de waterhuishouding dient het wijzigingsplan in een verbod op het bouwen van gebouwen alsmede een vergunningstelsel te voorzien.

Artikel 36 Waterstaat - Waterlopen

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming, tevens bestemd voor het beheer en het onderhoud van de watergang met de bijbehorende voorzieningen, zoals bermen en beschoeiing.

36.2 Bouwregels

36.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 36 lid 2 en toestaan dat in de andere bestemming overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het beheer, het onderhoud en het doelmatig functioneren van de watergang. Hieromtrent wordt vooraf bij het waterschap advies ingewonnen.

36.4 Wijzigingsbevoegdheid

3 Algemene Regels

Artikel 37 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 38 Algemene Bouwregels

38.1 Bestaande afmetingen, afstanden en percentages

38.2 Percentageregeling

Een in dit plan opgenomen percentage geeft aan hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overige bouwwerken geen gebouw zijnde.
Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd, tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald.

38.3 Ondergronds bouwen

Het bepaalde in dit bestemmingsplan omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.

38.4 Overschrijding van bouwgrenzen en gevellijnen

Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, en gevellijnen mogen, in afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk 2 van deze regels, uitsluitend worden overschreden door tot hoofdgebouwen behorende ondergeschikte bouwdelen, zoals stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda’s en afdaken, mits:
  1. de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m, met dien verstande dat de diepte van een erker maximaal 1,1 m mag bedragen;
  2. de goot- en bouwhoogte van erkers, entreeportalen en veranda’s niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het betreffende gebouw + 0,25 m, met een maximum van 3 m;
  3. de breedte van erkers, entreeportalen en veranda’s niet meer bedraagt dan 40% van de breedte van de betreffende gevel van het gebouw, met dien verstande dat:
    1. een erker voor de gevellijn niet buiten de zijgevel mag uitsteken;
    2. de afstand van een erker aan de zijgevel tot de zijdelingse bouwperceelsgrens minimaal 1 m dient te bedragen;
    3. een erker aan de zijgevel ten minste 3 m achter de gevellijn dient te liggen;
  4. de afstand tot de bestemmingsgrens minimaal 2 m bedraagt, daar waar het bestemmingsvlak grenst aan een bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied';
  5. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.

Artikel 39 Algemene Gebruiksregels

39.1 Algemeen

Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in elk geval verstaan:
  1. een gebruik van gronden als stort- en/of buitenopslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  2. een gebruik van gronden als stallings- en/of buitenopslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  3. een gebruik van gronden en bouwwerken voor inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
  4. een gebruik van gronden en bouwwerken voor inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen en voor vuurwerkbedrijven;
  5. een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan bij of krachtens deze regels;
  6. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seks- of pornobedrijf dan wel prostitutiebedrijf;
  7. een gebruik van bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte, met uitzondering van zodanig gebruik dat uitdrukkelijk bij of krachtens deze regels is toegestaan;
  8. een gebruik van gronden en bouwwerken voor evenementen, met uitzondering van:
    1. een gebruik voor evenementen in de bestemming ‘Groen’ en 'Verkeer - Verblijfsgebied';
    2. een gebruik voor evenementen in de overige bestemmingen, mits het aantal evenementen per locatie in totaal niet meer dan 3 per jaar bedraagt, met een maximum aantal dagen van 15 per evenement.

39.2 Mantelzorg

39.3 Aan huis verbonden beroepen en bedrijven

Burgemeester en Wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bestemmingen 'Agrarisch', 'Centrum - 1', 'Centrum - 2', 'Centrum - 3', 'Centrum - 4' en 'Wonen' voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf, mits:
  1. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij maximaal 25% van het bebouwde oppervlak van de aanwezige bebouwing met een maximum van 60 m2 ten behoeve van aan huis gebonden beroep mag worden gebruikt;
  2. het gebruik geen onevenredige afbreuk veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
  3. de activiteit milieuhygiënisch inpasbaar is in de woonomgeving waarbij geldt dat deze past binnen milieucategorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  4. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner;
  5. door de uitoefening van de activiteit het uiterlijk aanzien van de woning niet zodanig verandert dat de woning het karakter van de woning geheel of gedeeltelijk verliest;
  6. de aard en de activiteiten van het bedrijf niet leiden tot een onevenredige afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.

39.4 Toestaan seks-, porno- of prostitutiebedrijf

Burgemeester en Wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 39 lid 1 sub f voor het toestaan van een seks- of pornobedrijf dan wel prostitutiebedrijf, met dien verstande dat:
  1. deze vergunning uitsluitend kan worden verleend binnen de bestemming 'Bedrijventerrein';
  2. binnen de gemeente maximaal één seks- of pornobedrijf dan wel prostitutiebedrijf kan worden toegelaten;
  3. het seks- of pornobedrijf dan wel prostitutiebedrijf niet mag worden gevestigd binnen een afstand van 150 m van een woning, niet zijnde een bedrijfswoning, of een maatschappelijke of recreatieve voorziening;
  4. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  5. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 40 Algemene Aanduidingsregels

40.1 vrijwaringszone - molenbiotoop

40.2 veiligheidszone LPG

40.3 milieuzone - geurzone

40.4 wetgevingzone - wijzigingsgebied 1

Het bevoegd gezag is, ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1', bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met inachtneming van de volgende regels:
  1. de bestemming dient overeen te komen met de in bijlage 4 opgenomen invulling;
  2. de regels van Wonen zijn van overeenkomstige toepassing;
  3. middels onderzoek dient aangetoond te worden dat er geen sprake is van milieutechnische belemmeringen;
  4. onderbouwd dient te worden dat het plan in overeenstemming is met de geldende regionale woningbouwafspraken ten tijde van het ontwerp-wijzigingsplan. Hierover dient van tevoren afstemming met de provincie Noord-Brabant plaats te vinden.

40.5 wetgevingzone - wijzigingsgebied 2

Het bevoegd gezag is, ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2', bevoegd de bestemming 'Detailhandel' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met inachtneming van de volgende regels:
  1. de regels van Wonen zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de voorste grens van het bouwvlak wordt aangemerkt als gevellijn;
  2. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal woningen.

40.6 wetgevingzone - wijzigingsgebied 3

Het bevoegd gezag is bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' het bestemmingsplan te wijzigen door het aanbrengen van de aanduiding 'bedrijfswoning' met een bouwvlak, mits:
  1. ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is;
  2. de belangen van de rechthebbenden op de aan het bouwperceel grenzende gronden niet onevenredig worden geschaad.

40.7 wetgevingzone - wijzigingsgebied 4

Het bevoegd gezag is bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' de bestemming te wijzigen naar Bedrijventerrein, met de aanduiding 'bedrijfswoning' en 'bedrijf van categorie 2' met een bouwvlak, mits:
  1. ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is;
  2. de belangen van de rechthebbenden op de aan het bouwperceel grenzende gronden niet onevenredig worden geschaad.

40.8 wetgevingzone - wijzigingsgebied 5

In artikel 42 lid 4 is geregeld wat met de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' wordt bedoeld.

40.9 wetgevingzone - wijzigingsgebied 6

Het bevoegd gezag is bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 6' na afloop van een periode van drie jaar na het moment van inwerkingtreding van dit plan de aanduiding(en) 'bouwvlak' van de verbeelding te verwijderen, indien gedurende die periode geen woning is opgericht c.q. geen woningen zijn opgericht, dan wel op dat moment in oprichting is/zijn.

40.10 wetgevingzone - wijzigingsgebied 7

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 7' te wijzigen in de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied, onder de volgende voorwaarden:
  1. de wijziging dient milieuhygiënisch aanvaardbaar te zijn;
  2. de wijziging dient hydrologisch neutraal te zijn;
  3. behoudens het bepaalde in dit artikel, dient aangesloten te worden bij het bepaalde in Verkeer - Verblijfsgebied.

40.11 wetgevingzone - wijzigingsgebied horeca

Het bevoegd gezag is bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied horeca' horecabedrijven binnen categorie 1, 2, 3 en 4 toe te staan, mits:
  1. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  2. het horecabedrijf mag geen onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige opbouw vormen.
  3. in de onmiddellijke omgeving zal moeten worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen;
  4. de wijzigingsbevoegdheid mag er niet toe leiden dat een bouwperceel met een woonfunctie aan beide zijden wordt geflankeerd door bouwpercelen met een horecafunctie.

40.12 overige zone - waterberging 1

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - waterberging 1' is het gebruik conform de bestemmingen 'Verkeer - Verblijfsgebied' en/of 'Wonen' alleen toegestaan indien conform gemeentelijk beleid en het waterbeheerplan van het waterschap compenserende waterberging wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden.

40.13 overige zone - waterberging 2

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - waterberging 2' is het gebruiken en doen (laten) gebruiken van gronden en bouwwerken uitsluitend toegestaan indien de aanleg van 78 m3 waterbergende voorziening is gerealiseerd en in stand wordt gehouden.

40.14 overige zone - waterberging 3

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - waterberging 3' is het gebruiken en doen (laten) gebruiken van gronden en bouwwerken uitsluitend toegestaan indien de aanleg van 95 m3 waterbergende voorziening is gerealiseerd en in stand wordt gehouden.

40.15 overige zone - historische dorpsstructuur

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - historische dorpsstructuur' wordt gestreefd naar behoud, beheer en herstel van de historische dorpsstructuur uit oogpunt van cultuurhistorische waarden.

40.16 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 41 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, voor:
  1. het afwijken van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits dat uit een oogpunt van architectuur en/of constructie noodzakelijk is;
  2. het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak op de plankaart, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen op de plankaart is aangegeven niet meer dan 2,5 m bedraagt.

Artikel 42 Algemene Wijzigingsregels

42.1 Kleine overschrijdingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen en bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3,0 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

42.2 Dubbelbestemming archeologie toekennen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen door aan één of meer gronden een archeologische dubbelbestemming toe te kennen indien ter plaatse sprake is van archeologisch waardevol gebied, en/of archeologisch onderzoeksgebied, en indien uit een rapport van een ter zake deskundige blijkt dat de betreffende waarde in voldoende mate aanwezig is.

42.3 Dubbelbestemming archeologie verwijderen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen door bij één of meer gronden een archeologische dubbelbestemming te verwijderen, indien ter plaatse uit een rapport van een ter zake deskundige blijkt dat de betreffende waarde in onvoldoende mate aanwezig is.

42.4 Wijziging woningen

Het bevoegd gezag is bevoegd de ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' opgenomen bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen' te wijzigen zodanig dat maximaal twee aaneengesloten wooneenheden kunnen worden gerealiseerd, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
  1. de twee wooneenheden worden gerealiseerd in één hoofdgebouw met een frontbreedte van maximaal 21 m, inclusief overkappingen, aan-, uit-, en bijgebouwen;
  2. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 3 m achter de gevellijn van hoofdgebouwen worden gebouwd;
  3. de op de verbeelding aangegeven gevellijn op de kortste afstand van de Tilburgseweg wordt de nieuwe gevellijn;
  4. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal 3,5 m respectievelijk 8 m;
  5. de diepte van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 13;
  6. de nokrichting van het hoofdgebouw moet evenwijdig zijn aan de Tilburgseweg;
  7. de afstand van de hoofdgebouwen, inclusief overkappingen, aan-, uit- en bijgebouwen, aan de niet aaneengebouwde zijde tot de zijdelingse perceelsgrens dient ten minste 4 m te bedragen;
  8. in het wijzigingsplan wordt gewaarborgd dat de ruimte tussen de hoofdgebouwen, inclusief overkappingen, aan-, uit- en bijgebouwen aan de achterzijde van de hoofdgebouwen, en de zijdelingse perceelsgrens vrij blijft van aan-, uit- en bijgebouwen. Hiervoor wordt in het wijzigingsplan een bestemming 'Tuin' opgenomen. Dit betreft een strook met een breedte van ten minste 4 m, beginnend in de gevellijn en doorlopend tot 13 m achter de gevellijn;
  9. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  10. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 43 Algemene Procedureregels

Op de voorbereiding van een besluit tot afwijking of nadere eis is de volgende procedure van toepassing:
  1. een ontwerp van het besluit ligt met de bijbehorende stukken gedurende 6 weken op het gemeentehuis ter inzage;
  2. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze;
  3. de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
  4. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp van het besluit.

Artikel 44 Overige Regels

44.1 Voorrang (dubbel)bestemmingen

Daar waar aan gronden meerdere bestemmingen zijn gegeven, prevaleren de regels bij de dubbelbestemming(en). Daar waar tevens aan gronden meerdere dubbelbestemmingen zijn gegeven, gelden de regels bij deze dubbelbestemmingen naast elkaar.

44.2 Parkeren

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 45 Overgangsrecht

45.1 Overgangsrecht bouwwerken

45.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 46 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Kernen Esbeek en Hilvarenbeek'.

Bijlagen Bij Toelichting - 1

Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Esbeekseweg 29

Bijlagen Bij Toelichting - 2

Bijlage 2 Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen