Bestemmingsplan Roovert 3B Hilvarenbeek
Bestemmingsplan - Gemeente Hilvarenbeek
Vastgesteld op 14-12-2023 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Bestemmingsplan Roovert 3B Hilvarenbeek met identificatienummer NL.IMRO.0798.BPRoovert3B-VG01 van de gemeente Hilvarenbeek.
1.2 bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert'
het bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' met identificatienummer NL.IMRO.0798.BPGORPROOVERT-VG01 , vastgesteld op 19 december 2013 door de gemeenteraad van Hilvarenbeek.
1.3 overige begrippen
op dit bestemmingsplan zijn de overeenkomstige begrippen van het bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' van toepassing.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Voor de wijze van meten zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' van toepassing.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen-landgoed
Voor de bestemming 'Wonen-Landgoed' zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' van toepassing, met dien verstande dat het volgende aan artikel 12.2.2. wordt gewijzigd en toegevoegd:
12.2.1. Algemeen
c. Er dient gebouwd te worden conform de bij het bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' horende beeldkwaliteitsplannen en het addendum op het bestaande beeldkwaliteitsplan zoals opgenomen in bijlage 2bij de regels.
12.2.2. Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a. (...)
b. (...)
c. De inhoud van de woning mag niet meer dan 1500 m3 bedragen;
d. (...)
e. (...)
f. (...)
12.2.3. Bijgebouwen
sub c. onder 1 wijzigt in: Per wooneenheid is 1 bijgebouw van maximaal 100 m2 toegestaan.
12.3.2 Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing
Het gebruik van de woning is slechts toegestaan onder de voorwaarde dat de landschapselementen zoals weergegeven in het inrichtingsplan zoals opgenomen in bijlage 1 van de regels in stand worden gehouden.
Artikel 4 Waarde - Archeologie 1
Voor de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 1' zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' van toepassing.
Artikel 5 Waarde - Archeologie 2
Voor de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 2' zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' van toepassing.
Artikel 6 Algemene Aanduidingsregels
6.1 Gebiedsaanduidingen
Voor de gebiedsaanduidingen zoals weergegeven op de verbeelding zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' van toepassing.
6.2 Attentiezone waterhuishouding
Ter plaatse van de aanduiding "overige zone - attentiezone waterhuishouding" zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de waterhuishoudkundige situatie, gericht op het verbeteren van de condities voor de natuur(waarden). Deze bestemming werkt primair ten opzichte van de andere (enkel)bestemmingen.
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (aanlegvergunning)
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Algemene Regels
Voor de algemene regels zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' van toepassing.
Artikel 8 Algemene Van Toepassing Verklaring
Op dit bestemmingsplan blijven de volgende bestemmingsplannen van toepassing:
'Parapluplan Cultuurhistorie Hilvarenbeek', vastgesteld door de gemeenteraad op 29 december 2021 met plan-ID NL.IMRO.0798.BPBGculthistorie-VG01;
'Parapluplan Parkeren Hilvarenbeek 2018', vastgesteld door de gemeenteraad op 08 november 2018 met plan-ID NL.IMRO.0798.BPParkeren2018-VG01.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
9.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
- 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid onder artikel 9.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- 3. Het eerste lid onder artikel 9.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 9.2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 9.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- 4. Het eerste lid onder artikel 9.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 10 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Roovert 3B Hilvarenbeek'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Voor Het Bestemmingsplan
Initiatiefnemers hebben de wens de bestaande schuur (Roovertse schuur) te restaureren en verlengen tot een nieuwe vrijstaande woning. Het geldende bestemmingsplan biedt echter ruimte voor twee woningen. Nu is de wens om in plaats van twee woningen één woning te bouwen met een grotere vloeroppervlakte (volledig woonprogramma gelijkvloers en rolstoeltoegankelijk). Omdat dit initiatief wel passend is op de locatie, wordt medewerking verleend aan een herziening van het bestemmingsplan. In dit document wordt dit toegelicht en gemotiveerd waarom dat kan volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro).
1.2 Ligging Plangebied En Geldende Bestemming
Op onderstaande afbeeldingen zijn een luchtfoto van het plangebied en de omgeving te zien en een uitsnede van het geldende bestemmingsplan.
Ligging plangebied (bron: openstreetmap)
Het plangebied ligt op het landgoed Gorp & Roovert aan een naamloze zandweg. Deze weg loopt parallel aan de Roovert. Het plangebied is een open perceel in het bos met aan de wegzijde de oorspronkelijke langgevelboerderij.
Ligging plangebied aan de Roovert (bron:ruimtelijkeplannen.nl) Uitsnede van het bestemmingsplan (bron: ruimtelijkeplannen.nl
Het plangebied maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert', vastgesteld op 19 december 2013. Het plangebied heeft de bestemming 'Wonen-Landgoed' met twee bouwvlakken. Per bouwvlak mag één woning worden gebouwd. Voorliggend initiatief betreft het realiseren van een vrijstaande woning met een grotere vloeroppervlakte. Het realiseren van een vrijstaande woning met een grotere inhoudsmaat is daarmee niet mogelijk binnen de regels van het bestemmingsplan. In dit document wordt dit toegelicht en gemotiveerd waarom dat kan volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro).
1.3 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de bestaande situatie en van het plan. Daarna wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op het relevante Rijks-, provinciale-, en gemeentelijke beleid. In hoofdstuk 4 wordt de haalbaarheid van het project getoetst op grond van het geldende beleid en (milieu)wetgeving. Ook wordt ingegaan op de economische haalbaarheid van het plan. Hoofdstuk 5 geeft een toelichting op de juridische opzet van het plan. Tot slot gaat hoofdstuk 6 in op de wijze hoe burgers en andere belanghebbenden betrokken zijn bij het plan (maatschappelijke uitvoerbaarheid). Hierin zijn de uitkomsten van inspraak, vooroverleg en zienswijzen opgenomen.
Hoofdstuk 2 Het Initiatief
In dit hoofdstuk wordt het initiatief beschreven. Eerst wordt ingegaan op de bestaande situatie van het plangebied en de relatie met de omgeving. Daarna wordt ingezoomd op het beoogde initiatief.
2.1 Huidige Situatie
Het plangebied ligt op het landgoed Gorp & Roovert aan een naamloze zandweg. Deze weg loopt parallel aan de Roovert en loopt vanaf de aansluiting op de Gorp in oostelijke richting naar het dal van de Roovertsche Leij. Het plangebied is een open perceel in het bos met aan de wegzijde de Roovertse schuur. Door vele verbouwingen en een verwoestende brand rond 1930 zijn vrijwel alle oorspronkelijke authentieke elementen en kenmerken verloren gegaan.
Locatie plangebied (bron: openstreetmap)
2.2 Toekomstige Situatie
De wens van initiatiefnemers is om de huidige Roovertse schuur te restaureren waarbij de aansluiting is gezocht bij de bestaande bebouwing en de oorspronkelijk vorm van de langgevelboerderij. Het initiatief betreft de realisatie van één vrijstaande woning. Deze nieuwe economische drager maakt het mogelijk bij te dragen aan een positieve exploitatie van het landgoed en daarmee voor voldoende middelen voor instandhouding, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden op het landgoed.
Het plan maakt opnieuw een bouwmassa in de vorm van een langgevelboerderij mogelijk zoals die hier tot 1930 aanwezig was. In het ontwerp is aansluiting gezocht bij de bestaande schuur en de oude langgevelboerderij. Zo wordt een deel van de schuur gehandhaafd en gerestaureerd. De nieuwe woning zal bestaan uit een gerestaureerd deel van de nu nog aanwezige schuur (deel voorgevel en linkerzijgevel) en uit een gereconstrueerd deel. De voorgevel behoudt een besloten karakter met afgetekende gaten in de gevels met enkele rood-groene zandloperaccenten (zoals op landgoed Gorp & Roovert kenmerkend is). Ten behoeve van het ontwerp is een addendum op het bestaande beeldkwaliteitsplan gemaakt. Deze is afgestemd en goedgekeurd door Welstand, gemeente en provincie en is terug te vinden in bijlage 1. Onderstaand de ontwerpschetsen van de woning.
Ontwerpschetsen toekomstige woning (bron: schetsontwerpen, Drijvers Oisterwijk)
Hoofdstuk 3 Beleidskader
Op grond van het geldende bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' ligt er binnen de aangegeven bouwvlakken een bouwrecht voor twee woningen. Met voorliggend plan wordt het mogelijk gemaakt om één vrijstaande woning te realiseren met een grotere inhoudsmaat.
Omdat hiermee slechts om het realiseren van één woning gaat, is het niet nodig om het plan te toetsen aan de Ladder voor duurzame verstedelijking. Er is pas sprake van een stedelijke ontwikkeling als er meer dan 11 woningen worden gerealiseerd, zo blijkt uit jurisprudentie.
Een verdere toetsing aan de beleidskaders van gemeente, provincie en het rijk is niet noodzakelijk. Het plan is van een dusdanig klein schaalniveau dat deze beleidsniveaus niet raken aan dit plan. Het plangebied is reeds getoetst en akkoord bevonden voor woningbouw.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet als gevolg van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aangetoond worden (artikel 3.1.6 van het Bro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, etc.) als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan. Onderstaande een toets waaruit volgt dat het plan hieraan voldoet:
Algemeen: op grond van het vigerende bestemmingsplan geldt er reeds een bouwrecht voor woningen op de locatie. De haalbaarheid met betrekking tot de ruimtelijke en milieuhygiënische aspecten is in eerdere plannen reeds aangetoond.
Bodem: De gronden hebben reeds een woonbestemming. Ten behoeve van het opstellen van het vigerende bestemmingsplan is een historisch bodemonderzoek uitgevoerd voor het gehele landgoed, waar voorgenomen initiatief onderdeel van is, zie bijlage 4. De conclusie is dat er geen belemmeringen zijn voor de uitvoer van het plan. Het initiatief is daarmee uitvoerbaar vanuit het aspect bodem.
Water: Voorgenomen initiatief is reeds meegenomen als planlocatie in het vigerende bestemmingsplan. Hieruit blijkt dat de realisatie van woningen voldoet aan de beleidsmatige uitgangspunten van Waterschap de Dommel.
Bodem
De bodem in het plangebied bestaat deels uit Veldpodzolgrond (Hn21), zwak lemig fijn zand en deels uit Hoge zwarte enkeerdgrond (zEZ21), zwak lemig fijn zand.
Grondwater
De gemiddeld hoogste grondwaterstand in het pangebied ligt tussen 40-60 en 60-80 cm onder het maaiveld. Hiermee wordt rekening gehouden bij eventuele aanleg van ondergrondse bouwdelen zodat er geen grondwateroverlast ontstaat. Ook bij de aanleg van hemelwaterberging wordt hiermee rekening gehouden doordat de bodem van de voorziening boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand blijft.
Verdeling verhard oppervlak
Op dit moment staat een schuur met een bebouwd oppervlak van ca. 172 m2. De nieuwe woning zal bestaan uit een gerestaureerd deel van de huidige schuur en uit een gereconstrueerd deel met een totaal oppervlak van ca. 279 m2. Binnen het plangebied zijn tevens bijgebouwen toegestaan met een maximum totaal oppervlak van 200 m2. De beoogde ontwikkeling voorziet in een toename van verhard oppervlak van circa 314 m2 ten opzichte van de huidige aanwezige bebouwing. Onderstaand een overzichtstabel waarin de verhardingstoename wordt weergegeven.
Overzicht verhardingstoename/afkoppeling hemelwateroppervlak
Oppervlaktes | Huidig m2 | Toekomstig m2 |
Dakoppervlakte | 172 | 479 |
Onverhard terrein | 2.340 | 2.033 |
Totaal | 2.512 | 2.512 |
Afvalwater
De nieuwe functie in de vorm van een vrijstaande woning met bijgebouw(en) zal afvalwater opleveren. Dit vuile water wordt gescheiden van het schone hemelwater. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA).
Hemelwater
Voor de nieuwe bebouwing is bekeken hoeveel waterberging noodzakelijk is. Voor het berekenen van de bergingsopgave wordt gebruik gemaakt van de rekenregel van de Algemene regels van Waterschap De Dommel. Ook het gemeentelijk Riool- en Waterprogramma 2022-2026 hanteert deze rekenregel voor het bepalen van regenwaterbergingsopgaven:
Benodigde compensatie(in m3) = toename verhard oppervlak (in m2) x 0,06 m x gevoeligheidsfactor
De gevoeligheidsfactor voor deze locatie is 1, vanwege de ligging binnen de Natte Natuurparel Gorp en Rovert. De toename van het verhard oppervlak is 314 m2. De benodigde compensatie is dan ook ca. 19 m3.
De concrete uitwerking van de waterberging in het plangebied wordt opgenomen bij de definitieve aanvraag van de omgevingsvergunning.
Ecologie: Bij de vaststelling van het vigerende bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' is een Quickscan Flora en Fauna en Vleermuizenonderzoek uitgevoerd. Voorgenomen ontwikkeling is onderdeel van het landgoed en is dan ook destijds meegenomen als bouwlocatie in de Quickscan en Vleermuizenonderzoek. De onderzoeksrapporten zijn toegevoegd als bijlagen 5 en 6. De genoemde compenserende maatregelen worden opgevolgd.
In de bovengenoemde Quickscan zijn tevens de effecten op de dichtbijgelegen Natura 2000-gebieden in kaart gebracht. Hierin is geconcludeerd dat vanwege de afstand tot de Natura 2000-gebieden er geen directe (licht, lucht, trilling) effecten op deze gebieden te verwachten zijn.
De stikstofberekening ten behoeve van de Wet natuurbescherming is uitgevoerd in het kader van een aanpassing van de bestemming. Zie bijlage 10 voor de voortoets stikstofdepositie.
Als gevolg van de ontwikkelingen in het plangebied waarvoor de berekeningen zijn uitgevoerd, neemt de stikstofdepositie op (bijna) overbelaste hexagonen van de Natura 2000-gebieden in zowel de gebruiksfase als aanlegfase niet toe. Er is dus geen sprake van mogelijke negatieve effecten op beschermde Natura 2000-gebieden. Het aanvragen van een Wnb-vergunning is daarom niet nodig voor dit project.
Het initiatief is daarmee uitvoerbaar vanuit het aspect ecologie.
Verkeer en parkeren: Het realiseren van één vrijstaande woning brengt een stijging van 8,6 verkeersbewegingen per etmaal teweeg. Dit volgens de publicatie 381: 'Toekomstbestendig parkeren' van het CROW. In deze publicatie geldt als uitgangspunt 8,6 motorvoertuigbewegingen voor een vrijstaande woning gelegen in niet stedelijk buitengebied. De wegen op Landgoed Gorp & Roovert kunnen dit aantal zonder problemen verwerken. Wat betreft parkeren geldt voor een vrijstaande woning in het buitengebied een minimale parkeernorm van 2 parkeerplaatsen en een maximale parkeernorm van 2,8 parkeerplaatsen. Bij de woning is voldoende ruimte om op eigen terrein aan de parkeernorm te voldoen.
Externe veiligheid: Het plangebied ligt niet binnen de invloedszone van inrichting, buisleidingen of transportroutes.
Cultuurhistorie en archeologie: Het vigerende bestemmingsplan heeft aangetoond dat een ontwikkeling in de vorm van een langgevelboerderij in het plangebied een positief effect heeft op de bouwhistorische waarden van het landgoed en de historisch landschappelijke en groenwaarden op het landgoed. Voor de betreffende planlocatie is met het vigerende bestemmingsplan een beeldkwaliteitsplan opgesteld waarin randvoorwaarden en ontwerprichtlijnen voor de inrichting van de openbare ruimte en de gewenste beeldwaarde van de bebouwing zijn geformuleerd. Zie hiervoor bijlage 2. Ten behoeve van het ontwerp is een addendum gemaakt op het bestaande beeldkwaliteitsplan, zie hiervoor bijlage 1. Deze is afgestemd en goedgekeurd door Welstand, gemeente en provincie.
Het plangebied heeft de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1' en 'Waarde-Archeologie 2'. Ten behoeve van het vigerende bestemmingsplan is in 2012 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd, zie bijlage 7. Voorliggend initiatief is onderdeel van het landgoed en daarmee onderdeel van het uitgevoerde onderzoek. Hieruit is geconcludeerd dat op dezelfde plek wordt gebouwd als waar de oorspronkelijke langgevelboerderij heeft gestaan waardoor geen sprake is van een mogelijke verstoring van het archeologisch bodemarchief. Daarom is geen vervolgonderzoek noodzakelijk. In februari 2023 is in opdracht van initiatiefnemer door firma BAAC ook een veldonderzoek uitgevoerd door middel van proefsleuven. De bevoegde overheid heeft bepaald dat bij de verbouwing rekening gehouden dient te worden met de oorspronkelijke lengte van de boerderij. De voormalige bebouwing vormde het onderzoeksgebied. Ook uit dit onderzoek is geconcludeerd dat geen vervolgonderzoek nodig is. Het volledige onderzoeksrapport is terug te vinden in bijlage 8. De genoemde adviezen vormen een zogenaamd selectieadvies. De resultaten van het proefsleuvenonderzoek zijn beoordeeld door de bevoegde overheid, zijnde de gemeente Hilvarenbeek. Deze beoordeling is uitgevoerd door het Monumentenhuis Brabant en is als bijlage 9 terug te vinden. Zij adviseert dat het omschreven gebied wordt vrijgegeven voor de voorziene planontwikkeling en (bouw) vergunning wordt verleend door de gemeente, onder voorwaarde dat bij eventuele toevalsvondsten hiervan melding wordt gedaan conform art. 5.10 van de Erfgoedwet, die vanaf 1 juli 2016 van kracht is.
Economische uitvoerbaarheid: De ontwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de initiatiefnemer. Hiertoe zal de gemeente voorafgaand aan de planologische procedure met de initiatiefnemer een exploitatieovereenkomst afsluiten. Voor de realisatie van het plan hoeft de gemeente geen investering te doen. De kosten die door de gemeente gemaakt worden voor het voeren van de planologische procedure zijn verrekend in de leges. Eventuele extra gemeentelijke kosten worden gedekt door de exploitatieovereenkomst.
Tevens zal een overeenkomst betreffende planschade worden afgesloten. Deze kosten komen eveneens geheel voor rekening van de initiatiefnemer. Op basis van het bovenstaande kan geconcludeerd kan worden dat het plan economisch uitvoerbaar is.
Hoofdstuk 5 Juridische Planbeschrijving
5.1 Algemeen
Het bestemmingsplan is opgezet volgens de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar is wel een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan dit plan ten grondslag liggen. De toelichting is van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing.
Daarnaast maken ook eventuele bijlagen onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.
Verbeelding
De verbeelding is een digitale kaart, waarop bestemmingen en aanduidingen zijn weergegeven. Aanduidingen worden gebruikt om bepaalde zaken specifieker te regelen, bijvoorbeeld in de vorm van gebiedsaanduidingen, bouwaanduidingen, bouwvlakken, functieaanduidingen etc.
Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van een digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaart en/of kadastrale kaart). Daar waar een verschil is tussen de digitale en de analoge verbeelding, is de digitale versie leidend.
Regels
De planregels zijn standaard onderverdeeld in vier hoofdstukken.
- Hoofdstuk I : Inleidende regels, deze bevatten de begrippen en wijze van meten;
- Hoofdstuk II: Bestemmingsregels, dit zijn de verschillende bestemmingen op alfabetische volgorde. De regels bevatten een bestemmingsomschrijving en regels voor het bouwen en het gebruik.
- Hoofdstuk III: Algemene regels, dit zijn regels die gelden voor alle bestemmingen. Dit zijn onder meer (mogelijke) flexibiliteitsbepalingen in de vorm van wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden.
- Hoofdstuk IV: Overgangs- en slotbepalingen.
5.2 Wijze Van Bestemmen
Met voorliggend plan blijven de vigerende woonbestemming evenals de dubbelbestemmingen 'Waarde-Archeologie 1' en 'Waarde-Archeologie 2' en gebiedsaanduidingen in stand. De wijziging betreft het opnemen van één bouwvlak waarin maximaal één woning ter grootte van maximaal 1500 m3 is toegestaan binnen de woonbestemming. Bij dit bestemmingsplan is geen eigen set regels opgenomen, maar wordt verwezen naar de regels van het bestemmingsplan 'Landgoed Gorp en Roovert' met identificatienummer NL.IMRO.0798.BPGORPROOVERT-VG01.
Aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Wonen-Landgoed' wordt in artikel 12.2.1, 12.2.2., 12.2.3 en 12.3.2 de in cursief aangegeven tekst gewijzigd en toegevoegd. Tevens wordt 12.3.2 toegevoegd zoals hieronder cursief staat aangegeven.
12.2.1. Algemeen
c. Er dient gebouwd te worden conform de bij het bestemmingsplan 'L:andgoed Gorp en Roovert' horende beeldkwaliteitsplan en het addendum op het bestaande beeldkwaliteitsplan zoals opgenomen in bijlage 2 bij de regels.
12.2.2. Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a. (...)
b. (...)
c. De inhoud van de woning mag niet meer dan 1500 m3 bedragen;
d. (...)
e. (...)
f. (...)
12.2.3. Bijgebouwen
sub c. onder 1 wijzigt in: Per wooneenheid is 1 bijgebouw van maximaal 100 m2 toegestaan.
12.3.2 Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing
Het gebruik van de woning is slechts toegestaan onder de voorwaarde dat de landschapselementen zoals weergegeven in het inrichtingsplan zoals opgenomen in bijlage 1 van de regels in stand worden gehouden.
Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.3 van het Bro.
Hoofdstuk 6 Procedure
6.1 Algemeen
Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan dient overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Dit is het vooroverleg, waarin het conceptplan wordt voorgelegd aan het waterschap en aan die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan, in overleg, afgezien worden van dit overleg.
Op basis van artikel 3.1.6 Bro dient verslag te worden gedaan van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken. Dit is de inspraak. Van (formele) inspraak kan, zeker bij wat kleinere plannen, worden afgezien. De gemeentelijke inspraakverordening is daarbij ook van belang.
Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd te worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld.
6.2 Verslag Vooroverleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
Dit bestemmingsplan is in het kader van het wettelijk overleg toegezonden aan de provincie. Samen met het waterschap De Dommel zijn de aan de orde zijnde waterhuishoudkundige aspecten behandeld. Over de gewenste situatie bestaat overeenstemming zoals opgenomen in de waterparagraaf.
6.3 Verslag Inspraak Ex Artikel 3.1.6 Bro
Initiatiefnemers hebben de naaste buren op de hoogte gesteld van het plan door middel van een persoonlijk gesprek. Hiervan zijn gespreksverslagen gemaakt. Tijdens het overleg met de vier naaste buren is het plan besproken en het voornemen om een tijdelijke woonunit te plaatsen. De reacties zijn positief. Enkele opmerkingen die door één naaste buurwoning zijn gemaakt, gaan over mogelijk geluidsoverlast en lichtvervuiling tijdens de bouw. De betreffende buurwoning is gelegen op ca. 150 meter afstand, tevens komt het bouwverkeer niet langs deze woning. Door initiatiefnemers is hier tijdens het gesprek op ingegaan, tevens vastgelegd in een aparte memo, dat rekening wordt gehouden met de omgeving, de buren en de natuur. Dit door bouw werkzaamheden zoveel mogelijk binnen schappelijke tijden (ma-vrij 08.00-16.00 uur) te laten plaatsvinden en de bevestiging dat de tijdelijke unit daadwerkelijk tijdelijk zal zijn. Aangenomen mag worden dat er geen sprake is van onredelijke hinder tijdens de bouw.
6.4 Verslag Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft voor een periode van zes weken voor eenieder ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is een zienswijze door de provincie ingediend op het bestemmingsplan. De zienswijze heeft op verschillende plaatsen in de regels en bijlagen aanpassingen tot gevolg gehad. Tevens zijn opmerkingen gemaakt door het Waterschap. Deze ambtshalve wijzigingen zijn verwerkt en akkoord bevonden door het Waterschap.
Een volledig overzicht van de binnengekomen zienswijze en ambtshalve wijzigingen inclusief de reactie van de gemeente hierop, is te raadplegen in de Nota van beantwoording zienswijzen in bijlage 11 en de Nota van ambtshalve wijzigingen in bijlage 12.
Bijlage 1 Inrichtingsplan
Bijlage 2 Addendum Op Bestaand Bkp
Bijlage 2 Addendum op bestaand BKP
Bijlage 1 Addendum Op Bestaand Bkp
Bijlage 1 Addendum op bestaand BKP
Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan Roovertse Schuur
Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan Roovertse Schuur
Bijlage 3 Ontwikkelingsplan Gorp En Roovert
Bijlage 3 Ontwikkelingsplan Gorp en Roovert
Bijlage 4 Historisch Bodemonderzoek
Bijlage 4 Historisch bodemonderzoek
Bijlage 5 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 5 Quickscan Flora en Fauna
Bijlage 6 Vleermuizenonderzoek
Bijlage 6 Vleermuizenonderzoek
Bijlage 7 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 7 Archeologisch onderzoek
Bijlage 8 Proefsleuvenonderzoek
Bijlage 8 Proefsleuvenonderzoek
Bijlage 9 Selectiebesluit Proefsleuvenonderzoek
Bijlage 9 Selectiebesluit proefsleuvenonderzoek
Bijlage 10 Voortoets Stikstofdepositie
Bijlage 10 Voortoets stikstofdepositie
Bijlage 11 Nota Van Beantwoording Zienswijzen
Bijlage 11 Nota van beantwoording zienswijzen