KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Maatschappelijk
Artikel 6 Verkeer
Artikel 7 Water
Artikel 8 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 11 Algemene Wijzigingsbevoegdheid
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
Artikel 13 Slotregel
Bijlage 1 Reactienota Inspraak En Vooroverleg
Bijlage 2 Beantwoording Zienswijzen En Ambtshalve Aanpassingen
Bijlage 3 Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad Van State (15 Augustus 2012)

De Els II

Bestemmingsplan - Gemeente Loon op Zand

Onherroepelijk op 15-08-2012 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'De Els II' van de gemeente Loon op Zand;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0809.DeElsII-OH01 met de bijbehorende regels;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aangebouwd bijgebouw:

een aan de woning aangebouwd gebouw, dat wat betreft afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, doch daarvan in functioneel opzicht wel deel mag uitmaken;

1.6 aan huis gebonden beroep:

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of daarmee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;

1.7 afhankelijke woonruimte:

een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;

1.8 agrarisch grondgebruik:

grondgebruik dat gericht is op het houden van dieren of het telen van gewassen;

1.9 ambachtelijk bedrijf:

herstellen van goederen geheel of overwegend door middel van handwerk, alsook - in verband hiermee en als nevenactiviteit van ondergeschikt belang - het verkopen en/of leveren van goederen;

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.11 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.12 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.13 bevoegd gezag:

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

1.14 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.15 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd;

1.16 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.17 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.18 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.19 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.20 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.21 consumentverzorgende en/of ambachtelijke bedrijfsactiviteiten:

het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot het hiervoor omschreven aan huis gebonden beroep, gericht op consumentverzorging, geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk en waarvan de omvang in de activiteiten zodanig is dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kunnen worden uitgeoefend;

1.22 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.23 dienstverlening:

dienstverlening door een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksgerichte functie zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, opticien, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, postkantoor, telefoon-/internetdienst, makelaarskantoor, foto-atelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, alsmede naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven;

1.24 erker:

ondergeschikte uitbouw die een vergroting van het woonoppervlak ten doel heeft;

1.25 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.26 hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn ligging, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en dat geen bijgebouw is;

1.27 mantelzorg:

het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.28 ondergronds:

onder peil;

1.29 overkapping:

een dakconstructie in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.30 peil:

  • voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

1.31 portiek:

aan- of uitbouw bij de woning die slechts ten doel heeft toegang te verschaffen tot die woning;

1.32 voorgevel:

de gevel van een gebouw, die is gekeerd naar de weg waarop het bouwperceel overwegend georiënteerd is;

1.33 voorgevelrooilijn:

een denkbeeldige lijn ter hoogte van de voorgevel van een gebouw en het verlengde van die voorgevel;

1.34 vrijstaand bijgebouw:

een van de woning (en haar aangebouwde bijgebouwen) vrijstaand bijgebouw, dat niet direct ten dienste staat van de woonfunctie, zoals een garage, berging, hobbyruimte en dat zowel wat betreft afmetingen als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan de hoofdbebouwing;

1.35 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:

Wet van 6 november 2008 (Stb. 496), houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.

1.36 Wet ruimtelijke ordening:

Wet van 20 oktober 2006, (Stb. 2006, nr. 566), houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;

1.37 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de zelfstandige huisvesting van een huishouden.
De bouwwijze van woningen kan als volgt zijn:

  • gestapeld: een complex woningen, waarbij de woningen naast elkaar en/of boven elkaar zijn gesitueerd en per woning een zelfstandige toegankelijkheid al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau;
  • aaneengebouwd: minimaal drie hoofdgebouwen aanéén;
  • twee-aaneen: blokken van twee aaneengebouwde hoofdgebouwen;
  • patio woningen: een woning als onderdeel van een reeks van woningen die met tuinen begrensd worden door tenminste drie zijmuren, met dien verstande dat bij eindwoningen van een reeks patio woningen de tuin wordt begrensd door minimaal twee zijmuren;
  • vrijstaande woningen: hoofdgebouwen die niet aan elkaar grenzen;

1.38 woonzorgcomplex:

Cluster van zelfstandige zorgwoningen voor mensen met een (fysieke) beperking waar zorg thuis geleverd kan worden. Vaak voorzien van multifunctionele ruimten voor dagbesteding en recreatie. Welzijn en dienstverlening behoren tot het servicepakket van het complex. Veilige en beschutte bouwvorm met soms een bewaakte entree.

1.39 zorgwoningen:

Woningen waar intensieve zorgverlening mogelijk is. Deze woningen zijn minimaal rolstoeltoegankelijk en –doorgankelijk. Het sanitair maakt zelfstandig rolstoelgebruik mogelijk. In de slaapkamer en badkamer kan zo nodig gebruik worden gemaakt van tilliften. De woningen zijn doorgaans voorzien van alarmering en Domotica. De slaapkamer is bij voorkeur toegankelijk vanuit de woonkamer.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de zijdelingse grens van het bouwperceel;

2.2 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor agrarisch grondgebruik met de daarbij behorende voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Maatschappelijk

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonzorgcomplex, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van maatschappelijk – woonzorgcomplex';
  2. b. tuinen, erven en verhardingen;
  3. c. parkeervoorzieningen ten dienste van de bestemming;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen het gebruik van:

  1. a. gronden en bouwwerken voor nijverheid en dienstverlening, tenzij het betreft een aan huis gebonden beroep, en behoudens een omgevingsvergunning overeenkomstig artikel 5.4.1;
  2. b. gronden en bouwwerken voor detailhandel en ander handel, tenzij het betreft detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-gebonden-beroep, en behoudens een omgevingsvergunning overeenkomstig artikel 5.4.1;
  3. c. vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  4. d. bouwwerken voor drugsopvang, groepsopvang of kamerverhuur.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsvoorzieningen;
  2. b. de ontsluiting van het verkeer;
  3. c. verhardingen ten behoeve van verkeer en parkeren;
  4. d. groen- en speelvoorzieningen;
  5. e. waterpartijen, watergangen en retentievoorzieningen;
  6. f. nutsvoorzieningen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Water

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. b. waterberging;
  3. c. groenvoorzieningen;

één en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van de bestemming, met een bouwhoogte van maximaal 3 m.

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

8.2 Bouwregels

8.3 Afwijken van de bouwregels

8.4 Specifieke gebruiksregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen het gebruik van:

  1. a. gronden en bouwwerken voor nijverheid en dienstverlening, tenzij het betreft een aan huis gebonden beroep, en behoudens ontheffing overeenkomstig artikel 8.5.1;
  2. b. gronden en bouwwerken voor detailhandel en ander handel, tenzij het betreft detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-gebonden-beroep, en behoudens ontheffing overeenkomstig artikel 8.5.1;
  3. c. vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  4. d. bouwwerken voor drugsopvang, groepsopvang of kamerverhuur.

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels een omgevingsvergunning kan worden verleend, is het bevoegd gezag bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:

  1. a. het afwijken van de in het plan voorschreven maatvoering ten aanzien van goothoogten, bouwhoogten en oppervlakten met ten hoogste 10%;
  2. b. geringe afwijkingen in situering, welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking van de situering niet meer dan 3 m bedraagt en mits dit binnen de toegekende bestemmingsgrenzen plaatsvindt.

De hiervoor genoemde omgevingsvergunningen mogen slechts worden verleend indien en voorzover:

  1. c. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. d. dit noodzakelijk is voor de stedenbouwkundige dan wel architectonische inpassing.

Artikel 11 Algemene Wijzigingsbevoegdheid

11.1 wro-zone - wijzigingsgebied 4

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 4' te wijzigen in de bestemming 'wonen', teneinde de bouw van maximaal 3 woningen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de woningen mogen uitsluitend in de bouwwijze 'patiowoning' worden gerealiseerd;
  2. b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan 4,5 m, respectievelijk 8 m, met dien verstande dat de maatvoering aansluit op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving en niet leidt tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  3. c. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  4. d. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor vestiging van de woningen, hetgeen in ieder geval betekent dat in voldoende mate vaststaat en gegarandeerd is dat de activiteiten op de naastgelegen bedrijfslocatie de geplande woningen niet in de weg staan;
  5. e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  6. f. de bepalingen uit de bestemming 'Wonen' zijn van overeenkomstige toepassing.

11.2 wro-zone - wijzigingsgebied 5

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 5' te wijzigen in de bestemming 'wonen', teneinde de bouw van maximaal 6 woningen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de woningen mogen uitsluitend in de bouwwijze 'twee-aaneen' worden gerealiseerd;
  2. b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan 6,0 m, respectievelijk 11,0 m, met dien verstande dat de maatvoering aansluit op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving en niet leidt tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  3. c. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  4. d. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor vestiging van de woningen, hetgeen in ieder geval betekent dat in voldoende mate vaststaat en gegarandeerd is dat de activiteiten op de naastgelegen bedrijfslocatie de geplande woningen niet in de weg staan;
  5. e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  6. f. de bepalingen uit de bestemming 'Wonen' zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht

12.1 Overgangsrecht bouwwerken

12.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 13 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'De Els II'.

Bijlage 1 Reactienota Inspraak En Vooroverleg

Bijlage 1 Reactienota inspraak en vooroverleg

Bijlage 2 Beantwoording Zienswijzen En Ambtshalve Aanpassingen

Bijlage 2 Beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen

Bijlage 3 Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad Van State (15 Augustus 2012)

Bijlage 3 Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (15 augustus 2012)