Buitengebied De Geer-Helsestraat
Bestemmingsplan - gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten
Vastgesteld op 28-05-2020 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het Bestemmingsplan Buitengebied De Geer–Helsestraat van de Gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwettten;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0820.BPBGGeerHelRvR2018-D001 met de bijbehorende regels;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. Voorbeelden van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten, mits passend binnen de hiervoor genoemde omschrijving en voorwaarden zijn: advocatenkantoor, notariskantoor, accountantskantoor, timmerwerkplaats, meubelmakerij, meubelstoffeerderij, vervaardiging van hekwerken, pottenbakkerij, vervaardiging van kantoormachines, vervaardiging van muziekinstrumenten. Deze opsomming is niet limitatief;
1.5 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.6 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een ondergeschikte functie, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.7 bestaand:
bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, mits geen sprake is van een illegale situatie;
1.8 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.9 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.10 bijgebouw:
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat door zijn ligging, constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw;
1.11 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.12 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.13 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder (ruimte onder peil) en zolder (ruimten onder de kap);
1.14 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.15 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.16 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.17 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.18 dak:
een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk;
1.19 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.20 gevellijn:
de bouwgrens die nagenoeg gelijk loopt aan de as van de weg waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw is (zijn) geplaatst en die is gelegen aan de weg(en) grenzende perceelsgrens;
1.21 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.22 huishouden:
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren. Met een huishouden wordt gelijk gesteld:
- a. de huisvesting van maximaal 4 personen in onzelfstandige wooneenheden
- b. (kamerverhuur);
- c. tijdelijke huisvesting in de vorm van logies aan maximaal 6 arbeidsmigranten;
- d. de huisvesting van maximaal 8 ouderen, al dan niet met inbegrip van begeleiding en toezicht;
- e. de huisvesting van maximaal 8 personen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, een psychiatrisch ziektebeeld of psychosociale problemen dan wel de huisvesting van maximaal 8 personen die tijdelijke opvang behoeven, al dan niet met inbegrip van begeleiding en toezicht, dit alles gericht op zelfstandige bewoning;
1.23 ondergeschikte bouwdelen:
bouwdelen die qua aard en omvang ondergeschikt zijn aan het bijbehorende gebouw, zoals bijvoorbeeld schoorstenen, lichtkoepels en balkonhekken;
1.24 overkapping:
een bouwwerk zonder eigen wanden dat aan tenminste een deel van één zijde een gesloten wand kent;
1.25 opslag:
het opslaan van materialen en materieel met de bedoeling en op een dergelijke wijze, dat men later hier weer over kan beschikken;
1.26 parkeerplaats:
Tot een parkeerplaats wordt gerekend:
Parkeervoorziening | Theoretisch aantal | Berekeningsaantal | opmerking |
Enkele oprit zonder garage | 1 | 0,8 | Oprit minimaal 6,0 m* diep |
Lange oprit zonder garage of carport | 2 | 1 | |
Dubbele oprit zonder garage | 2 | 1,7 | Oprit minimaal 5,5 m* diep |
Garage zonder oprit (bij woning) | 1 | 0,4 | |
Garagebox (niet bij woning) | 1 | 0,5 | |
Garage met enkele oprit | 2 | 1 | Oprit minimaal 6,0 m* diep |
Garage met lange oprit | 3 | 1,3 | |
Garage met dubbele oprit | 3 | 1,8 | Oprit minimaal 5,5 m* breed |
* vrije ruimte
1.27 perceelgrens (voorste -, zijdelingse - achterste -)
de grens van een (bouw)perceel, waarbij te onderscheiden zijn:
- a. voorste perceelgrens: een naar de weg of openbaar gebied gekeerde grens van een bouwperceel;
- b. zijdelingse en achterste perceelgrens: een niet naar een weg of openbaar gebied gekeerde grens van een bouwperceel;
1.28 peil:
hieronder wordt verstaan:
- a. bij ligging aan een weg: de kruin van de weg;
- b. bij ligging aan een anderszins verhard terrein: de bovenkant van dat terrein;
- c. bij ligging anders dan aan een weg of verhard terrein: het maaiveld;
1.29 plat dak:
een dak met een dakhelling van minder dan 10°;
1.30 publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis:
een min of meer publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan. Voorbeelden van publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, mits passend binnen de hiervoor genoemde omschrijving en voorwaarden, zijn: artsenpraktijk, kapsalon, fietsenmaker, hondentrimsalon, verhuur van opslagruimte, stomerij. Deze opsomming is niet limitatief;
1.31 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.32 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden, waaronder in elk geval wordt verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.33 voorgevel:
de gevel van een gebouw, die is gekeerd naar de weg of het openbaar gebied waarop het bouwperceel overwegend georiënteerd is (bij een hoekperceel is er slechts sprake van één voorgevel);
1.34 voorgevellijn:
de (denkbeeldige) lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die:
- a. gelijk is aan de in de regels voorgeschreven minimum afstand van gebouwen tot de naar de weg gekeerde begrenzing van bestemming/ perceelsgrens c.q. de grens van de bestemming 'wegen' ter plaatse van de weg waaraan wordt gebouwd;
- b. gelijk is aan de afstand van bestaande gebouwen, op het betreffende bouwperceel, tot de as van de weg of de naar de weg gekeerde begrenzing van bestemming/ perceelsgrens, indien die afstand kleiner is dan de onder 1 genoemde afstand;
1.35 water:
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;
1.36 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater;
1.37 wonen:
de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen of woonschip;
1.38 woning:
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens:
de kortste afstand tussen de zijdelingse perceelsgrens(zen) van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
2.2 het bebouwingspercentage:
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.5 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.6 de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk:
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
2.7 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.8 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.9 ondergeschikte bouwdelen:
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, balkons, luifels en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Tuin
3.1 Functies
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Wonen
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Waarde - Cultuurhistorie Historische Verkaveling
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie historische verkaveling' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de verkavelingsstructuur en de kleinschaligheid van het landschap.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien de verkavelingsstructuur en de kleinschaligheid van het landschap niet onevenredig worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden;
- c. het bepaalde in dit lid onder b is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Waarde – Attentiegebied Natuurnetwerk Brabant
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Attentiegebied Natuurnetwerk Brabant' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de hydrologische waarden.
6.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels.
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Parkeren
7.1 Voorwaardelijke verplichting
Het gebruik zoals omschreven in artikel 3.1 en artikel 4.1 is alleen toegestaan onder de voorwaarde dat op eigen terrein bij elke woning 3 parkeerplaatsen worden aangelegd en in stand worden gehouden ten behoeve van parkeren en bezoekersparkeren;
7.2 Parkeervakken
Voor het aanleggen van parkeervakken geldt dat de afmetingen tenminste 5,5 m lang x 2,5 m breed dienen te bedragen.
7.3 Afwijken van de parkeerregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 en lid 7.2. Het bevoegd gezag neemt hierbij in overweging of:
- a. het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, waarbij te allen tijde moet worden voldaan aan het minimum van de opgegeven Parkeerkencijfers voor die doelgroep, blijkend uit de dan geldende CROWpublicatie;
- b. er op andere wijze in de benodigde parkeer-, stallings-, laad- of losruimte wordt voorzien.
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
9.1 Algemene ontheffingsregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
- a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10 procent van deze maten;
- b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
- c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
- d. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m.
9.2 Voorwaarden
Een omgevingsvergunning om af te wijken van de in lid 1 opgenomen regels kan slechts worden verleend, mits:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht Bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het wijzigingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 11 Overgangsrecht Gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 12 Overige Regels
12.1 Wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
12.2 Voorrangsregels
Artikel 13 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingplan 'Buitengebied -De Geer - Helsestraat'.
Bijlage 1 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 1 Landschappelijke inpassing
Bijlage 1 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 1 Landschappelijke inpassing
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek Wegverkeer
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek wegverkeer
Bijlage 3 Verkennend Bodemonderzoek Helsestraat
Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek Helsestraat
Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek De Geer
Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek De Geer
Bijlage 5 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 5 Archeologisch onderzoek
Bijlage 6 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 7 Quick Scan Flora En Fauna
Bijlage 7 Quick scan flora en fauna