KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschap En Natuur
Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 5 Bos
Artikel 6 Maatschappelijk
Artikel 7 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 8 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 9 Sport
Artikel 10 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 11 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelregel
Artikel 13 Algemene Bouwregels
Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
Artikel 16 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Aan Huis Verbonden Beroepen En Bedrijven
Bijlage 1 Nota Inspraak En Overleg
Bijlage 2 Zienswijzennota

De Kemmer

Bestemmingsplan - Gemeente Oirschot

Vastgesteld op 25-09-2012 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan De Kemmer van de gemeente Oirschot;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0823.BPOIKEMMER201000-VAS3 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;

1.3 aanbouw:

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten:

de in de bijlage (Staat van aan huis verbonden beroepen en bedrijven) genoemde bedrijvigheid in de categorieën 1 en 2, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;

1.7 aan huis verbonden beroep:

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;

1.8 afhankelijke woonruimte:

een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huisvesting van één of meer personen, is ondergebracht;

1.9 archeologische waarden:

cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigd;

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.11 bebouwingspercentage:

een in de regels opgenomen getal dat het percentage van een bouw- of bestemmingsvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;

1.12 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.13 bedrijfsgebouw:

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.14 bedrijfswoning / dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) één persoon of gezin, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.15 begane grond:

de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau danwel waarvan de bovenkant van de vloer maximaal 1,50 m boven peil is gelegen;

1.16 bestaande situatie:

  • t.a.v. bebouwing:

bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerpplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;

  • t.a.v. gebruik:

het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;

1.17 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.18 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.19 bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.20 bouwen:

plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk;

1.21 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.22 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.23 bouwmassa:

een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw, dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen;

1.24 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.25 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.26 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.27 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.28 carport:

een bouwwerk op het erf van een gebouw, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw en dat minimaal aan twee zijden open is, met uitzondering van een overkapping die wordt gebouwd tegen een gebouw op het belendende perceel;

1.29 chalet:

gebouw, bestemd voor verblijfsrecreatie uitsluitend door een of meer personen, die zijn/ hun hoofdverblijf elders heeft/ hebben, gedurende een gedeelte van het jaar;

1.30 dagrecreatie:

recreatieve activiteit die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang;

1.31 dak:

een gesloten bovenbeëindiging van een gebouw, c.q. bouwwerk;

1.32 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.33 erfafscheidingen met een open constructie:

een erfafscheiding met een constructie die wel de toegang tot de achterliggende gronden fysiek belemmert, maar waarbij het zicht op de achterliggende gronden intact blijft;

1.34 escortbedrijf:

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een ander plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus;

1.35 evenement:

een al of niet periodiek terugkerende, aaneengesloten, kortdurende publieke gebeurtenis op het gebied van sport, cultuur, folklore, handel, recreatie, liefdadigheid, religie, gezondheid, wetenschap, amusement en vergelijkbare gebeurtenissen met een maximale duur van 3 dagen;

1.36 extensieve recreatie:

die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen;

1.37 functie:

doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;

1.38 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.39 groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, instellingen dan wel aan personen in een aanwending in een ander bedrijf;

1.40 hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken;

1.41 horeca(bedrijf):

een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies, dranken, maaltijden en/of geringe etenswaren voor het al dan niet gebruik ter plaatse en/of het exploiteren van zaalaccommodatie;

1.42 kampeermiddel:

  • een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  • enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.43 kantine:

verblijfslokaal ten behoeve van de recreatieve en sportieve voorzieningen waar men consumpties kan kopen en nuttigen;

1.44 kantoor:

  • kantoor met baliefunctie:

een kantoor met een publieksaantrekkende hoofdfunctie zoals een bank, postkantoor, reisbureau en uitzendbureau;

  • kantoor zonder baliefunctie:

een kantoor zonder publieksaantrekkende hoofdfunctie zoals een kantoor in assurantiën en verzekeringen;

1.45 landschapselementen:

ecologische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha;

1.46 landschapswaarden / landschappelijke waarden:

bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang;

1.47 maaiveld:

hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op de woning;

1.48 maatschappelijke voorzieningen:

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

1.49 mantelzorg:

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.50 natuurwetenschappelijke waarden of ecologische waarden:

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige biotopen bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren;

1.51 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m. boven het peil is gelegen;

1.52 onderkomens:

voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, arken, caravans en stacaravans voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten;

1.53 ondersteunende horeca:

een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren;

1.54 permanente bewoning:

het gebruik van een object voor bewoning en/of het gebruik van een object als hoofdverblijf. Een object is in ieder geval een hoofdverblijf als iemand geen andere woonruimte heeft of als iemand zich in de Gemeentelijke Basis Administratie inschrijft op het adres van dit verblijf;

1.55 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.56 raamprostitutie:

een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats, zichtbaar ter beschikking stellen tot het tegen betaling verlenen van seksuele diensten aan anderen (prostitutie);

1.57 recreatiebedrijf:

een bedrijf dat het bedrijfsmatig verstrekken van verblijfs- of dagrecreatie tot doel heeft;

1.58 recreatief medegebruik:

een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;

1.59 recreatieverblijf:

alle recreatieve verblijven die binnen de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" zijn toegestaan;

1.60 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.

Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.61 stacaravan:

een onderkomen, onder welke benaming ook aangeduid, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot logies-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen en dat door de aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over korte afstand naar een vaste standplaats kan worden verreden, doch dat niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien dit onderkomen wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt het voor de toepassing van dit plan aangemekt als stacaravan;

1.62 toeristische standplaats:

een als zodanig aangewezen perceel grond, dat bestemd is voor het gebruik gedurende relatief beperkte periodes door wisselende kampeermiddelen;

1.63 uitbouw:

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.64 vaste standplaats:

locatie voor kamperen dan wel het op een standplaats plaatsen van kampeermiddelen gedurende het gehele jaar of vrijwel het gehele jaar;

1.65 verblijfsrecreatie:

een vorm van recreatief verblijf, waarbij sprake is van overnachtingen anders dan met gebruikmaking van een hotel, pension of woning danwel een vaartuig;

1.66 visueel ruimtelijke waarden:

landschapswaarden van een gebied die samenhangen met het waarneembare deel van het aardoppervlak en de vorm van verschillen in schaal van het landschap, enerzijds beslotenheid/kleinschaligheid anderzijds openheid/grootschaligheid;

1.67 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang e.d., voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer, waterinfiltratie en waterberging; bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen;

1.68 werk:

een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;

1.69 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:

Wet van 6 november 2008 (Stb. 496), houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;

1.70 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één of meer personen;

1.71 Woningwet:

Wet van 29 augustus 1991 (Stb. 439) tot herziening van de woningwet, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse grens van het bouwperceel;

2.2 bebouwd oppervlak van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;

2.3 breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren;

2.4 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.5 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.6 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.7 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.8 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.9 ondergeschikte bouwdelen:

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

2.10 peil:

  • de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
  • indien in het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschap En Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch met waarden - Landschap en natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch grondgebruik;
  2. b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de gronden, bestaande uit de binnen het gebied voorkomende laan- en wegbeplanting (bomen langs wegen) als wezenlijk onderdeel van het Oirschotse landschap, en de binnen het gebied voorkomende waardevolle landschapselementen (houtsingels en verspreide kwetsbare houtopstanden);
  3. c. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke waarden van de gronden; dit houdt in het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van het aanwezige natuurgebied en de bestaande biotopen van bos- en struweelvogels, amfibieën, reptielen, dagvlinders en plantengezelschappen, bestaande uit open ruimten, houtwallen, struwelen, kruidenrijke bermen, sloten/ greppels, en behoud van een ongestoorde bodem en reliëf;
  4. d. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van archeologische waarden ter plaatse van de aanduiding "archeologische waarden";

met daaraan ondergeschikt:

  1. e. openbare nutsvoorzieningen;
  2. f. extensief recreatief medegebruik; ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik zijn beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan, zoals banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.;
  3. g. infrastructurele voorzieningen;
  4. h. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. ontsluitingswegen;

met de daarbijbehorende:

  1. c. terreinen;
  2. d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  3. e. nutsvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Bos

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bos en bebossing;
  2. b. groenvoorzieningen;
  3. c. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden;
  4. d. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van archeologische waarden ter plaatse van de aanduiding "archeologische waarden";
  5. e. extensief recreatief medegebruik; ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik zijn beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan, zoals banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bos - fietscrossterrein" voor (een gebouw ten behoeve van) een fietscrossterrein;

met daaraan ondergeschikt:

  1. g. paden en wegen;
  2. h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  3. i. parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (gebouwen ten behoeve van) een scoutingvereniging, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van maatschappelijk - scouting”;
  2. b. een begraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “begraafplaats”;

met de daarbijbehorende:

  1. c. wegen en paden;
  2. d. parkeervoorzieningen;
  3. e. groenvoorzieningen;
  4. f. speelvoorzieningen;
  5. g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. h. tuinen, erven en terreinen;
  7. i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Recreatie - Dagrecreatie

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van:
    1. 1. een zwembad;
    2. 2. sportief-recreatieve voorzieningen, (para)medisch-verzorgende voorzieningen en/of (sportgerelateerde) dienstverlening (tot ten hoogste 3.200 m2, waarvan voor ondersteunende horeca ten hoogste 350 m2);
  2. b. buitenbaden;

met de daarbijbehorende:

  1. c. ligweides;
  2. d. speelvoorzieningen;
  3. e. nutsvoorzieningen;
  4. f. parkeervoorzieningen;
  5. g. wegen en paden;
  6. h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  7. i. groenvoorzieningen;
  8. j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels

Artikel 8 Recreatie - Verblijfsrecreatie

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van:
    1. 1. verblijfsrecreatieve bedrijven;
      met daaraan ondergeschikt:
    2. 2. detailhandel (tot ten hoogste 200 m2);
    3. 3. ondersteunende horeca (tot ten hoogste 200 m2);
    4. 4. dienstverlening;
  2. b. chalets/ stacaravans, waarvoor ten hoogste 100 bouwpercelen/ standplaatsen zijn toegestaan; per bouwperceel/ standplaats is maximaal één chalet/ stacaravan toegestaan;
  3. c. maximaal één dienstwoning;
  4. d. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een dienstwoning;
  5. e. gebouwen ten behoeve van onderhoud, beheer en sanitaire voorzieningen, waarbij het behoud van de ruimtelijke kwaliteiten van het terrein zal worden nagestreefd;
  6. f. ten hoogste 200 toeristische standplaatsen voor kampeermiddelen;
  7. g. (gebouwen ten behoeve van) een kinderboerderij;
  8. h. (gebouwen ten behoeve van) zwem- en speelvoorzieningen;
  9. i. parkeervoorzieningen;
  10. j. wegen en paden;
  11. k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  12. l. groenvoorzieningen;
  13. m. ter plaatse van de aanduiding "groen" uitsluitend voor (afschermende) groenvoorzieningen; gebruik voor verblijfsrecreatieve voorzieningen, waaronder verblijfsgebied, is hier niet toegestaan;
  14. n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2 Bouwregels

8.3 Specifieke gebruiksregels

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 9 Sport

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (gebouwen ten behoeve van) sportvoorzieningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van sport - atletiek” voor een atletiekbaan met de daarbijbehorende voorzieningen en gebouwen, zoals voor opslag, administratie, sanitaire ruimte, en een kantine (ondersteunende horeca);
  3. c. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van sport - hondensportterrein” voor een hondensportterrein met de daarbijbehorende gebouwen en voorzieningen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding “sporthal” voor gebouwen ten behoeve van sportieve doeleinden, met de daarbijbehorende voorzieningen, met daaraan ondergeschikt:
    1. 1. horeca, met uitzondering van discotheken en bar-dancings, tot een oppervlakte van ten hoogste 650 m2, waarvan tenminste 300 m2 voor horeca ondersteunend aan de sportactiviteiten, zoals een kantine; gebruik voor zaalverhuur/ vergaderruimte is hierbij toegestaan;
    2. 2. gebruik voor maximaal 10 evenementen per jaar;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding “tennisbaan” voor tennisbanen met de daarbijbehorende gebouwen en voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. g. wegen en paden;
  2. h. parkeervoorzieningen;
  3. i. groenvoorzieningen;
  4. j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.2 Bouwregels

Artikel 10 Verkeer - Verblijfsgebied

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonstraten;
  2. b. paden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. speelvoorzieningen;
  6. f. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. g. tuinen;

met de daarbijbehorende:

  1. h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.2 Bouwregels

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten;
  2. b. per bouwperceel is maximaal één woning met bijbehorende voorzieningen toegestaan;
  3. c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports;
  4. d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - stoelenvlechterij" tevens voor een stoelenvlechterij tot ten hoogste 120 m2;

met de daarbijbehorende:

  1. f. tuinen en erven;
  2. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Specifieke gebruiksregels

11.5 Afwijken van de gebruiksregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 13 Algemene Bouwregels

13.1 Bestaande maten

  1. a. De bestaande (legale) afstanden, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen die meer bedragen dan in deze regels is voorgeschreven, en voorzover opgericht in overeenstemming met de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden.
  2. b. De bestaande (legale) afstanden, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen die minder bedragen dan in deze regels is voorgeschreven, en voorzover opgericht in overeenstemming met de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
  3. c. In geval van herbouw is het bepaalde in 13.1 onder a en 13.1 onder b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.

Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels

14.1 Plaats bestemmingsgrens

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrens, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken

15.2 Overgangsrecht gebruik

15.3 Persoonsgebonden overgangsrecht

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - persoonsgebonden overgangsrecht' geldt het volgende: deze gronden en de recreatiewoning op deze gronden zijn in strijd met het bestemmingsplan in gebruik genomen als (burger)woning in de vorm van permanente bewoning. Dit gebruik mag worden voortgezet door de hoofdbewoner en diens partner, die op het moment van de vaststelling van het bestemmingsplan volgens de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Oirschot staan ingeschreven op het betreffende adres.

Zodra dit omschreven gebruik door deze persoon of personen wordt beëindigd door overlijden, verhuizing of anderszins, vervalt het recht op het gebruik van de gronden en recreatiewoning als (burger)woning in de vorm van permanente bewoning.

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan De Kemmer.

Bijlage 1 Staat Van Aan Huis Verbonden Beroepen En Bedrijven

Bijlage 1 Staat van aan huis verbonden beroepen en bedrijven

Bijlage 1 Nota Inspraak En Overleg

Bijlage 1 Nota Inspraak en Overleg

Bijlage 2 Zienswijzennota

Bijlage 2 Zienswijzennota