KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Verkeer
Artikel 4 Wonen - Woningen
Artikel 5 Waarde - Archeologie 5
Artikel 6 Waarde - Cultuurhistorie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Artikel 8 Algemene Bouwregels
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
Artikel 12 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Activiteiten
Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 3 Bomenplan
Bijlage 4 Geluidscherm
Bijlage 1 Inventarisatie Bestaand Groen
Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 4 Memo Industrielawaai
Bijlage 5 Verkennend Bodem- En Asbestonderzoek
Bijlage 6 Standaardadvies Veiligheidsregio
Bijlage 7 Aerius-berekeningen
Bijlage 8 Ecologische Quickscan
Bijlage 9 Aanvullend Vleermuisonderzoek
Bijlage 10 Windonderzoek Kerkhovense Molen
Bijlage 11 Aanmeldnotitie Vormvrije M.e.r.-beoordeling
Bijlage 12 Nota Van Zienswijzen

Kerkhovenbaan/Pannenschuurlaan

Bestemmingsplan - Gemeente Oisterwijk

Vastgesteld op 30-05-2024 - vastgesteld

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Kerkhovenbaan/Pannenschuurlaan' met identificatienummer NL.IMRO.0824.Pannenschuurl197-VA01 van de gemeente Oisterwijk.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daar bij behorende bijlagen.

1.3 aanbouw en uitbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en / of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aaneengebouwde woningen

woningen waarbij meer dan twee hoofdgebouwen direct met elkaar zijn verbonden.

1.7 aan-huis-gebonden beroep

een aan-huis-gebonden beroep is een vrij beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig of ontwerp-technisch gebied, dat in een woning, aanbouw en uitbouw, maar geen bijgebouw, door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de activiteiten, zoals genoemd in de Staat van Activiteiten.

1.8 achterste perceelsgrens

de van de weg afgekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel van de weg afgekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een achterste perceelsgrens aan.

1.9 archeologisch deskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke en als zodanig geregistreerde deskundige op het gebied van archeologisch onderzoek, in het bezit van een opgravingsbevoegdheid.

1.10 archeologisch onderzoek

onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.

1.11 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied in het bodemarchief voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten in het verleden.

1.12 bebouwing

één of meer gebouwen en / of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.13 bestaande bouwwerken

bouwwerken die bestaan of kunnen worden gebouwd op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.

1.14 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.15 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.16 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.17 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.18 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.19 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.20 bouwperceelsgrens

een grens van een bouwperceel.

1.21 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.22 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.23 bijgebouw

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.24 bijzondere woonvorm

een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving.

1.25 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en / of historische gaafheid.

1.26 dagrecreatie

vrijetijdsbesteding gedurende de dag zoals sport en spel, wandelen, paardrijden of het houden van een evenement; er is daarbij geen sprake van verblijfsrecreatie.

1.27 dakkapel

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst en de afstand tot de nok, goot en zijgevels ten minste 0,5 meter bedraagt.

1.28 dakopbouw

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.

1.29 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

1.30 detailhandel in volumineuze goederen

detailhandel in de volgende categorieën:

  • detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  • detailhandel in grootschalige goederen, zoals auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, zwembaden en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
  • tuincentra;
  • grootschalige meubelbedrijven, al dan niet – in ondergeschikte mate – in combinatie met woninginrichting en stoffering;
  • bouwmarkten.

1.31 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.

1.32 evenementen

gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.

1.33 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.34 gestapelde woning

een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.

1.35 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.36 huishouden

de bewoning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur, logies voor arbeidsmigranten of een bijzondere woonvorm, van een woning.

1.37 internetdetailhandel

detailhandel zonder showroom, waarvan de bestelling, betaling en handel voornamelijk via internet loopt en bezorging per post, alsmede opslag zonder dat producten ter plaatse worden afgehaald, bekeken of betaald.

1.38 kamerverhuur

het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.

1.39 kantoor

voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.40 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.

1.41 logies voor arbeidsmigranten

het bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf (altijd voor meerdere nachten) aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft, waarbij geen sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en onderlinge verbondenheid, ongeacht of arbeidsmigranten hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit delen en gezamenlijk de huishouding doen.

1.42 mantelzorg

het bieden van zorg aan eenieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

1.43 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.44 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.

1.45 patiowoning

een woning hoofdzakelijk bestaande uit één grondgebonden woonlaag met een binnentuin (patio).

1.46 peil

voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de kruin van die weg;

in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.

1.47 perceel

een aaneengesloten stuk grond dat een eenheid vormt in gebruik.

1.48 Staat van Activiteiten

de Staat van Activiteiten die deel uitmaakt van deze regels.

1.49 twee-aaneen gebouwde woning

woning waarbij twee hoofdgebouwen direct met elkaar zijn verbonden.

1.50 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.51 voorgevelrooilijn

de naar de weg gekeerde bouwgrens; indien meerdere bouwgrenzen naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste bouwgrens aan.

1.52 voorste bouwgrens

de naar de weg gekeerde bouwgrens; indien meerdere bouwgrenzen naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste bouwgrens aan.

1.53 voorste perceelsgrens

de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste perceelsgrens aan.

1.54 vrijstaande woning

een woning waarbij het hoofdgebouw niet direct is verbonden met een naastgelegen hoofdgebouw en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan.

1.55 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen en inlaten.

1.56 woning

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.57 zijdelingse perceelsgrens

de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie

  • ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
  • ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.

2.3 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 breedte, lengte en diepte van een gebouw

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.

2.5 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot / de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien een bouwwerk met betrekking tot deze constructiedelen over verschillende hoogten beschikt, wordt als volgt gemeten:

  • indien zich aan de voorgevelzijde een goot / druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de hoogte aan de voorgevelzijde;
  • indien zich – in geval van een lessenaarsdak – aan de voorgevelzijde van het gebouw geen goot / druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de laagste hoogte.

2.7 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.9 vloeroppervlakte

de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Verkeer

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook;
  2. b. evenementen;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

Artikel 4 Wonen - Woningen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, toegangswegen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 5 Waarde - Archeologie 5

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 6 Waarde - Cultuurhistorie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming van de molen als werktuig en als beeldbepalend cultuurhistorisch waardevol element.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. binnen een afstand van 100 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 0 meter;
  2. b. binnen een afstand van 100 meter tot 200 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 7 meter;
  3. c. binnen een afstand van 200 meter tot 300 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 8 meter;
  4. d. binnen een afstand van 300 meter tot 400 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 10 meter;
  5. e. binnen een afstand van 400 meter tot 500 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 11 meter;
  6. f. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a t/m e indien:
    1. 1. de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing;
    2. 2. toepassing van de in dit lid onder a t/m e bedoelde maten de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden;
  7. g. indien op grond van de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a t/m e, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van de andere bestemmingen;
  8. h. indien op grond van de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen een hogere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a t/m e, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte zoals aangeduid op de verbeelding.

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Bouwregels

8.1 Afwijking bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:

  1. a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
  2. b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
  3. c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.

8.2 Ondergronds bouwen

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1 Waarborgen voldoende parkeer- en laad- en losgelegenheid

Ten behoeve van het voorzien in voldoende parkeer- en laad- en losgelegenheid, gelden de volgende regels:

  1. a. bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of planologisch strijdig gebruik, dient tenminste voldaan te worden aan het gemeentelijke beleid ten aanzien van parkeernormen, zoals opgenomen in de op 24 augustus 2016 vastgestelde 'Nota Parkeernormen 2016' van de gemeente Oisterwijk;
  2. b. indien het gebruik van een gebouw en/of gronden daar aanleiding toe geeft, dient te worden voorzien in voldoende ruimte voor laden en lossen;
  3. c. het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder a. en toestaan, dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien en in stand wordt gehouden op eigen terrein, indien:
    1. 1. er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied is, of;
    2. 2. er door andere omstandigheden mede verband houdende met de aard en omvang van de nieuwe functie of het bouwwerk zoals dubbelgebruik, aanwezigheidspercentages en fietsgebruik volstaan kan worden met een lagere norm;
    3. 3. afwijken van de regels, zoals bedoeld onder c., is slechts mogelijk indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
      • de parkeersituatie in de openbare ruimte;
      • de woon- en leefsituatie.
  4. d. het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder a., in die zin dat meer parkeerplaatsen worden geëist dan het aantal dat als voldoende parkeergelegenheid wordt beschouwd, indien het voorgenomen gebruik van het bouwwerk daartoe aanleiding geeft;
  5. e. indien het gemeentelijk beleid ten aanzien van parkeernormen ofwel laden en lossen als bedoeld onder a. en b. gedurende de planperiode van dit bestemmingsplan wordt gewijzigd, wordt bij de verlening van de omgevingsvergunning rekening gehouden met die wijziging;
  6. f. parkeergelegenheid die gerealiseerd is om te voorzien in voldoende parkeergelegenheid, dient in stand te worden gehouden.

Artikel 10 Overige Regels

10.1 Werking wettelijke regeling

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Kerkhovenbaan/Pannenschuurlaan.

Bijlage 1 Staat Van Activiteiten

Bijlage 1 Staat van activiteiten

Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 3 Bomenplan

Bijlage 3 Bomenplan

Bijlage 4 Geluidscherm

Bijlage 4 Geluidscherm

Bijlage 1 Inventarisatie Bestaand Groen

Bijlage 1 Inventarisatie bestaand groen

Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai

Bijlage 3 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

Bijlage 4 Memo Industrielawaai

Bijlage 4 Memo industrielawaai

Bijlage 5 Verkennend Bodem- En Asbestonderzoek

Bijlage 5 Verkennend bodem- en asbestonderzoek

Bijlage 6 Standaardadvies Veiligheidsregio

Bijlage 6 Standaardadvies Veiligheidsregio

Bijlage 7 Aerius-berekeningen

Bijlage 7 AERIUS-berekeningen

Bijlage 8 Ecologische Quickscan

Bijlage 8 Ecologische quickscan

Bijlage 9 Aanvullend Vleermuisonderzoek

Bijlage 9 Aanvullend vleermuisonderzoek

Bijlage 10 Windonderzoek Kerkhovense Molen

Bijlage 10 Windonderzoek Kerkhovense Molen

Bijlage 11 Aanmeldnotitie Vormvrije M.e.r.-beoordeling

Bijlage 11 Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r.-beoordeling

Bijlage 12 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 12 Nota van zienswijzen