Bierbrouwerij Oijen - 2020
Bestemmingsplan - gemeente Oss
Vastgesteld op 15-04-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Bierbrouwerij - Oijen - 2020 met identificatienummer NL.IMRO.0828.BPbierbrwoij2020-VG01 van de gemeente Oss.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanbouw:
een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de regels regels worden gesteld over het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 aan huis gebonden activiteit:
een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.7 bebouwing:
gebouwen en bouwwerken die geen gebouw zijn.
1.8 bedrijf/bedrijfsactiviteit:
de uitoefening van opslag-, handels-, transport- en industriële en ambachtelijke bedrijven, een en ander met uitsluiting van agrarische bedrijven, detailhandel, horeca, dienstverlening, zelfstandige kantoren, maatschappelijke voorzieningen en voorzieningen op het gebied van cultuur en ontspanning.
1.9 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van bedrijfswoningen en recreatiechalets.
1.10 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief opslag-, en administratieruimten en dergelijke.
1.11 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.12 bestaand:
- a. voor bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan legaal bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
- b. voor gebruik: gebruik van gronden en opstallen zoals dat aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.13 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.14 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming, met dien verstande dat geometrisch bepaalde bestemmingsvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' als één bestemmingsvlak gelden.
1.15 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.16 bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.17 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.18 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.19 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.20 bouwmassa:
een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.
1.21 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.22 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
1.23 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.24 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.25 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde die wordt gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
1.26 dagrecreatie
recreatieve activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel en educatie.
1.27 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.28 dienstverlening:
een bedrijfsmatige activiteit met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copy-shops, videotheken en autorijscholen.
1.29 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond.
1.30 escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
1.31 functie:
activiteiten ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
1.32 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.33 hoofdgebouw:
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.34 horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse of elders te nuttigen met dien verstande dat feesten en/of partijen zijn toegestaan.
1.35 huishouden:
de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:
- a. het inwonen of het bewonen van kamers door niet meer dan 2 verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouw, al dan niet bij wijze van mantelzorg en al dan niet met eigen voorzieningen;
- b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen:
- 1. een woongroep van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking of aandoening met inbegrip van begeleiding en toezicht gericht op zelfstandige bewoning;
- 2. de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 4 niet verwante personen, die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning.
1.36 kampeerterrein:
terrein, speciaal ingericht om in tent, camper, of caravan te overnachten.
1.37 kelder:
een geheel of nagenoeg geheel, dat wil zeggen maximaal 0,5 m boven peil, ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.
1.38 landschappelijke waarden en kenmerken:
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten.
1.39 lawaaisport:
een sport waarbij in hoge mate (motorisch of mechanisch) geluid wordt geproduceerd, zoals autosport, motorsport, (model)vliegsport en karting.
1.40 mantelzorg:
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
1.41 onderbouw:
een gedeelte van een gebouw dat gedeeltelijk onder peil is gelegen.
1.42 paardenbak
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het laten loslopen van paarden en/of pony's dan wel het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen.
1.43 peil:
a. voor bouwwerken op een perceel waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld.
1.44 permanente bewoning:
bewoning van een verblijf als hoofdverblijf.
1.45 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.46 recreatieve bewoning:
de bewoning die plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie.
1.47 recreatiechalet:
een gebouw dat dient als tijdelijk verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.48 ruimtelijke kwaliteit:
kwaliteit van een gebied die bepaald wordt door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.
1.49 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.50 terras:
een buiten de besloten ruimte van een horecavestiging waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.
1.51 uitbouw:
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.52 verdieping:
elke bouwlaag boven de eerste bouwlaag op de begane grond.
1.53 verkoopvloeroppervlakte (vvo):
de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank.
1.54 voorgevellijn:
de lijn (in hoeksituaties: de lijnen) waarin de naar de weg of ander openbaar gebied gekeerde gevel(s) van het dichtst bij die weg of ander openbaar gebied gelegen gebouw is (zijn) gelegen alsmede het verlengde daarvan.
1.55 wonen:
het bewonen van een woning.
1.56 woning:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
1.57 woongebouw:
een gebouw dat meerdere naast elkaar gelegen en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijk als een eenheid kan worden beschouwd.
1.58 woonhuis:
een gebouw, dat één grondgebonden woning omvat.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het betreffende bouwwerk op een bouwperceel.
2.2 de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen.
2.3 de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
2.4 de dakvoet:
het laagste punt van een schuin dak.
2.5 de daknok:
het hoogste punt van een schuin dak.
2.6 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.7 de breedte van een bouwperceel:
tussen de zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten over tenminste 3/4 van de lengte van het bouwperceel, in welke lengte in ieder geval het bouwvlak aanwezig is of de toegestane situering van het hoofdgebouw als geen bouwvlak is aangegeven.
2.8 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.9 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.10 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.11 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschap
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. agrarisch grondgebruik, daaronder begrepen hobbymatig agrarisch grondgebruik, met dien verstande dat niet-natuurlijke waterretentie, opslag (onder andere van mest en voer), sleufsilo's, kuilvoerplaten, tuinen, paardenbakken en andere permanente voorzieningen verboden zijn;
- b. ontwikkeling, behoud en herstel van landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
- c. verkeer, uitsluitend in de vorm van:
- 1. bestaande uitwegen en kunstwerken;
- 2. onverharde wegen en paden;
- 3. bestaande halfverharde wegen en paden;
- d. (voorzieningen voor) waterkering en waterhuishouding en voor herstel, ontwikkeling en instandhouding van water en waterpartijen;
- e. erf- en randbeplantingen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - 1': uitsluitend een robuuste houtsingel met een breedte van minimaal 6 m bestaande uit opgaande bomen en een dichte struiklaag bestaande uit een grondwal met een hoogte van 1 m;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - 2': uitsluitend een robuuste houtsingel met een breedte van minimaal 6 m bestaande uit opgaande bomen en een dichte struiklaag bestaande uit een grondwal met een hoogte van 2 m;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - 3': uitsluitend een robuuste houtsingel met een breedte van minimaal 5 m bestaande uit opgaande bomen en een dichte struiklaag bestaande uit een grondwal met een hoogte van 1 m;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - 4': uitsluitend een houtwal met een breedte van minimaal 6 m bestaande uit een grondwal met een hoogte van 1 m;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - 5': uitsluitend een hoogstam(fruit)boomgaard op een ondergrond van bloemrijk grasland;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie': de mogelijkheid voor het aanleggen van een helofytenfilter voor waterzuivering en/of het aanleggen van een waterberging;
met bijbehorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
3.4 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar Hoofdstuk 1 Inleidende regels
- Direct naar Hoofdstuk 3 Algemene regels
- Direct naar Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
- Direct naar Bijlagen bij regels
Artikel 4 Recreatie - Dagrecreatie
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatie;
- b. ontwikkeling, behoud en herstel van landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': uitsluitend een bedrijfswoning en een verblijfsrecreatieve voorziening voor maximaal 12 personen met maximaal 6 kamers;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': uitsluitend zelfstandige horeca van maximaal 650 m² bvo, waarvan 100 m² bvo op de verdieping ten behoeve van restaurant en workshop- en cursusruimte en maximaal 350 m² bvo voor een stokerij voor de productie van sterke drank, een koffiebranderij en het brouwen van bier en opslag
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren 1': uitsluitend een parkeergelegenheid voor personeel, bevoorradingsverkeer en langzaam verkeer;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren 2': uitsluitend een parkeergelegenheid met minimaal 101 parkeerplaatsen met dien verstande dat de parkeerplaatsen zelf zijn opgevuld met gravel;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening': uitsluitend een trapveld, een airtrampoline en speeltoestellen alsmede buitenruimte voor dagrecreatieve activiteiten;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'terras': uitsluitend een terras met een maximale oppervlakte van 400 m²;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'tuin': uitsluitend een tuin voor enkel privégebruik door de bewoners van de bedrijfswoning;
- j. het wonen, uitsluitend in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie;
- k. ondergeschikte waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen;
met bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen, genoemd in artikel 4.1.
- b. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- c. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal één bedrijfswoning is toegestaan.
- d. Vrijstaande bijgebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tuin' en moeten op minimaal 5 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning worden gebouwd.
- e. De bebouwing moet verder voldoen aan de regels zoals opgenomen in onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 | Nadere eisen |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie en de groepsaccommodatie, binnen de functieaanduiding 'bedrijfswoning' | 3,5 | 8 | - | - | het hoofdgebouw moet voorzien zijn van een kap met een dakhelling van minimaal 35º en maximaal 45º |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - | - |
Bedrijfsbebouwing binnen de functieaanduiding 'horeca' | 3,5 | 10 | 900 inclusief veranda, met inbegrip van het bepaalde in artikel 4.1 onder d. | - | het hoofdgebouw moet voorzien zijn van een kap met een dakhelling van minimaal 35º en maximaal 45º |
Bouwwerken die geen gebouw zijn zonder dak | - | -palen: 6 - speeltoestellen: 4 - lantaarnpalen: 3 - erfafscheiding voor de voorgevellijn: 1,2 - overige erfafscheiding: 2 -overige: 3 | - | - | - |
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Hoofdstuk 1 Inleidende regels'
- Direct naar 'Hoofdstuk 3 Algemene regels'
- Direct naar 'Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij regels'
Artikel 5 Recreatie - Verblijfsrecreatie
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ontwikkeling, behoud en herstel van landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting': uitsluitend een toegangsweg, met een maximale breedte van 3,5 m en bestaande uit halfverharding, ter ontsluiting van het parkeerterrein met de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren 2' binnen de bestemming Recreatie - Dagrecreatie, het overloopparkeerterrein, de recreatiechalets en de camperplaats;
- c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - chalets': verblijfsrecreatie in de vorm van maximaal 10 recreatiechalets en één toiletgebouw.
- d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperplaats': verblijfsrecreatie in de vorm van staanplaatsen voor maximaal 6 campers, uitgevoerd in specifieke halfverharding grastegels of honingraatmatten en met dien verstande dat enkel de 6 staanplaatsen zelf mogen bestaan uit halfverharding;
- e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - overloop parkeren': een parkeergelegenheid voor overloop parkeren, uitgevoerd in gefundeerd gras;
- f. ondergeschikte waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen;
met bijbehorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Hoofdstuk 1 Inleidende regels'
- Direct naar 'Hoofdstuk 3 Algemene regels'
- Direct naar 'Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij regels'
Artikel 6 Leiding - Riool
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse riooltransportleidingen, met bijbehorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Zo nodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald over het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken worden opgericht tot een bouwhoogte van 3 m voor ondergrondse riooltransportleidingen.
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
6.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Hoofdstuk 1 Inleidende regels'
- Direct naar 'Hoofdstuk 3 Algemene regels'
- Direct naar 'Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij regels'
Artikel 7 Waarde - Archeologie Verwachtingswaarde Hoog
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
7.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
7.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Hoofdstuk 1 Inleidende regels'
- Direct naar 'Hoofdstuk 3 Algemene regels'
- Direct naar 'Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij regels'
Artikel 8 Waarde - Archeologie Verwachtingswaarde Middelhoog
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde middelhoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
8.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
8.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Hoofdstuk 1 Inleidende regels'
- Direct naar 'Hoofdstuk 3 Algemene regels'
- Direct naar 'Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij regels'
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Bouwregels
10.1 Parkeervoorzieningen
10.2 Ondergronds bouwen
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
11.1 Verboden gebruik
- a. Onder het gebruiken van gronden, bouwwerken of onderkomens in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder begrepen het doen en/of laten gebruiken:
- 1. als stort- en/of opslagplaats
- 2. voor buitenopslag
- 3. voor (detail)handel
- 4. voor bedrijfsdoeleinden
- 5. voor een kampeerterrein
- 6. voor lawaaisport
- 7. voor een seksinrichting en/of escortbedrijf
- 8. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen en bedrijfsgebouwen, anders dan het op grond van deze regels toegestane gebruik ten behoeve van mantelzorg;
- 9. voor permanente bewoning van recreatiechalets, campers en verblijfsrecreatieve voorziening;
- 10. voor evenementen
- 11. voor het aanleggen en vergroten van oppervlakteverhardingen (inclusief het verharden en halfverharden van wegen en paden) en het aanleggen van teeltondersteunende voorzieningen binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap'
- 12. als vis- of viskweekvijver binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap'
- 13. het ten gehore brengen of laten brengen van versterkte en onversterkte muziek ter plaatse van de aanduiding 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' en 'Recreatie - Dagrecreatie' met uitzondering van de aanduiding 'horeca';
- 14. als een terras ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening'.
- b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing als de bestemmingsomschrijving (inclusief detaillering) in de overige planregels het betreffende gebruik expliciet toestaat.
11.2 Afwijken van inrichtingsplannen
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.1 voor het anders uitvoeren van een inrichtingsplan mits die andere uitvoering vanuit het oogpunt van landschappelijke inpassing en/of compensatie en/of ruimtelijke kwaliteit minimaal gelijkwaardig is aan het oorspronkelijke inrichtingsplan, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.
11.3 Geluidnormen
- Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau
In het totaal mag de geluidbelasting op de gevel van gevoelige gebouwen niet meer bedragen dan 45 dB(A) etmaalwaarde (inclusief stemgeluid). In afwijking van deze waarde mag de geluidbelasting op de gevel van de woning gelegen aan de Kasteelstraat 4 ten tijde van grasmaaiactiviteiten niet meer bedragen dan 49 dB(A) in de dagperiode. De beoordelingshoogte van de dagperiode is 1,5 meter en in de avond- en nachtperiode 5 meter hoog.
- Maximale geluidniveau
De maximale geluidniveaus op de gevel van gevoelige gebouwen mag niet meer bedragen dan 65 dB(A) (inclusief stemgeluid) in de dagperiode en 60 dB(A) (inclusief stemgeluid) in de avondperiode. In de nachtperiode mag het maximale geluidniveau niet hoger zijn dan 58 dB(A) (inclusief stemgeluid) op de gevel van de woning gelegen aan de Oijense Bovendijk 59 en 59 dB(A) (inclusief stemgeluid) op de gevel van de Kasteelstraat 4 en 55 dB(A) (inclusief stemgeluid) op de gevel van alle andere geluidgevoelige gebouwen. De beoordelingshoogte in de dagperiode is 1,5 meter en in de avond- en nachtperiode 5 meter hoog.
Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels
12.1 overige zone - inrichtingsplan
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - inrichtingsplan' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform 'Bijlage 2', met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform 'Bijlage 2' en de gronden duurzaam worden beheerd en in stand worden gehouden conform 'Bijlage 2', met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als 'Bijlage 2' onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken en de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie' geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
12.2 vrijwaringszone - dijk
Artikel 13 Afwijken Van De Bouwregels Algemeen
13.1 Afwijkingen
Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld
- d. de landschappelijke en natuurwaarden
- e. de verkeersveiligheid
- f. de woonsituatie
kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de oppervlakte van gebouwen, tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, als de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. de regels voor de maximaal toegestane bouwhoogte van erfafscheidingen en toestaan dat erfafscheidingen worden gebouwd tot maximaal 2 m, mits de ruimtelijke kwaliteit en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden aangetast;
- e. de regels voor de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen voor een overschrijding van de toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
- 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
- 2. de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
Artikel 14 Wijzigingsregels
14.1 Wijziging actualisering
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen voor de actualisering van de in het plan opgenomen verwijzing naar wetten, verordeningen, circulaires, publicaties, instanties en dergelijke, als het handhaven van de in de regels opgenomen redactie tot onduidelijkheden en/of onjuistheden met het oog op de verwijzing leidt en als de actualisering geen inhoudelijke beleidswijziging betreft.
Artikel 15 Overige Regels
15.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
16.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
16.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 17 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Bierbrouwerij - Oijen - 2020'.