Buitengebied Oss 2010
Bestemmingsplan - Oss
Geconsolideerde Versie op 21-01-2011 - geconsolideerd
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 bestemmingsplan of plan
het bestemmingsplan 'Buitengebied Oss - 2010' van de gemeente Oss, bestaande uit de als zodanig gewaarmerkte plankaart en deze regels met bijlagen;
1.2 aanbouw
een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling, en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.3 aan-huis-verbonden-beroep
een dienstverlenend beroep dat in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt, en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Onder de toegelaten activiteiten wordt de uitoefening van een kapsalon, detailhandel en prostitutie niet begrepen;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of bepaalde figuur waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels speciale, aanvullende regels gelden voor het gebruik en/of het bebouwen;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren;
1.7 agrarisch-technisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren of de toepassing van andere landbouwkundige werkzaamheden, met uitzondering van mestbewerking.
Voorbeelden van agrarisch-technische bedrijven zijn: grootveeklinieken, KI-stations, mestopslag- en mesthandelsbedrijven, agrarische loonbedrijven (inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen), veetransportbedrijven en veehandelsbedrijven;
1.8 agrarisch gerelateerd bedrijf
een bedrijf of instelling gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren of de toepassing van andere landbouwkundige werkzaamheden waaronder in ieder geval worden verstaan: dierenasiels, dierenklinieken, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, paardenpensions, stalhouderijen en proefbedrijven;
1.9 bakenbomen
de langs de Maas staande bomen die vanouds in de scheepvaart als baken werden gebruikt;
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde;
1.11 bed & breakfast
het bieden van overnachtingsaccommodatie door de hoofdbewoner in de vorm van een toeristisch en kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt en/of avondmaaltijd;
1.12 bedrijf/bedrijfsactiviteit
de uitoefening van opslag-, handels-, transport-, industriële en ambachtelijke bedrijven, detailhandel, horeca, dienstverlening, zelfstandige kantoren, maatschappelijke voorzieningen en voorzieningen op het gebied van cultuur en ontspanning, een en ander met uitsluiting van agrarische bedrijven;
1.13 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van bedrijfswoningen, recreatiewoningen, stacaravans en trekkershutten;
1.14 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.15 bestaand
- a. ten aanzien van bebouwing:
bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, waarvoor -indien vereist- de benodigde bouwvergunning is verleend en voor zover niet in strijd met het tot dat moment geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan, dan wel die gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning die vóór dat tijdstip is aangevraagd; - b. ten aanzien van gebruik:
het gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, voor zover niet in strijd met het tot dat moment geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
1.16 bestaande situatie
situatie waarin sprake is van bebouwing en/of gebruik als bedoeld onder 1.15;
1.17 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.18 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming, met dien verstande dat geometrisch bepaalde bestemmingsvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de aanduiding 'relatie' als één bestemmingsvlak gelden;
1.19 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.20 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.21 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.22 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegestaan;
1.23 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten, met dien verstande dat geometrisch bepaalde bouwvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de aanduiding 'relatie' als één bouwvlak gelden;
1.24 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.25 centrale recreatieve voorzieningen
voorzieningen ten behoeve van een recreatieterrein als geheel, zoals een kampeerwinkel, een kantine of een ontvangstkantoor;
1.26 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied, een en ander zoals kan blijken uit onder meer de status als rijks- of gemeentelijk monument, en/of uit de vermelding in de Cultuurhistorische Inventarisatie Noord-Brabant (provinciale monumenteninventarisatie) en/of op de provinciale cultuurhistorische waardenkaart en/of in het gemeentelijke erfgoedplan;
1.27 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.28 dienstverlening
een bedrijfsmatige activiteit met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copyshops, videotheken en autorijscholen;
1.29 duurzame locatie
een bestaand agrarisch bouwvlak dan wel een woning met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieuoogpunt (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) als vanuit ruimtelijk oogpunt (natuur, landschap en dergelijke) verantwoord is dat bouwvlak of die woning te laten uitgroeien tot respectievelijk om te zetten in een agrarisch bouwvlak van maximaal 2,5 ha ten behoeve van intensieve veehouderij, een en ander zoals aangegeven in de 'Handleiding duurzame locaties en duurzame projectlocaties voor de intensieve veehouderij (2003)', zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 2 december 2003;
1.30 extensieve dagrecreatie
recreatief medegebruik waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en naar de aard, omvang en schaal daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
1.31 extensiveringsgebied
een ingevolge de Reconstructiewet als zodanig aangewezen ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet toegestaan is in het kader van de Reconstructiewet;
1.32 functie
activiteiten ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
1.33 gebouw
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.34 geluidgevoelige bebouwing
bebouwing die als geluidgevoelig is aangemerkt ingevolge de Wet geluidhinder;
1.35 glastuinbouw
een (niet-grondgebonden) agrarisch bedrijf waarin de productie geheel of in overwegende mate plaatsvindt in kassen;
1.36 grondgebonden agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: akkerbouw-, fruitteelt- en vollegrondstuinbouwbedrijven en boomteeltbedrijven waarvan de bomen rechtstreeks in de grond zijn geplant en melkveebedrijven.
1.37 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw kan worden aangemerkt;
1.38 horeca
een bedrijf gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:
- a. het verstrekken van voedsel en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse te nuttigen;
- b. het verstrekken van nachtverblijf;
- c. het exploiteren van zaalaccommodatie;
- d. het bieden van gelegenheid tot dansen;
- e. het uitoefenen van een kans- en/of behendigheidsspel;
een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie (uitgezonderd een erotisch getinte vermaaksfunctie);
1.39 horeca 1
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het verstrekken van nachtverblijf, al dan niet in combinatie met het exploiteren van zaalaccommodatie, en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken daaraan ondergeschikt is, zoals een hotel of pension;
1.40 horeca 2
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of zaalverhuur, zoals een (hotel)restaurant, pannenkoekenhuis, eetcafé en pizzeria;
1.41 horeca 3
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie, zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, maaltijdafhaalcentrum, lunchroom en ijssalon;
1.42 horeca 4
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café;
1.43 huishouden
de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:
- a. de inwoning, al dan niet bij wijze van mantelzorg, met eigen voorzieningen van ten hoogste twee verwanten of andere personen;
- b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, daaronder begrepen een woongroep van mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking;
- c. de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 4 personen die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning;
1.44 intensieve veehouderij
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarin het houden van vee of pluimvee de hoofdzaak is. Nertsenhouderijen worden aangemerkt als intensieve veehouderij;
1.45 kampeermiddel
- 1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
- 2. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan,
voor zover geen bouwwerk zijnde;
een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.46 kampeerterrein
terrein, speciaal ingericht om in tent, camper, of caravan te overnachten;
1.47 kantoor
een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden;
1.48 kelder
een geheel of nagenoeg geheel ondergronds dan wel maximaal 0,5 m boven peil gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk;
1.49 landbouwontwikkelingsgebied
een ingevolge de Reconstructiewet als zodanig aangewezen ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat landbouw, dat geheel of gedeeltelijk voorziet, in het kader van de Reconstructiewet, in de mogelijkheid tot uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij;
1.50 landschapswaarde
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht;
1.51 maatschappelijk c.q. maatschappelijke voorzieningen
voorzieningen op het gebied c.q. in de vorm van: asielzoekerscentrum, bibiliotheek, drugsopvang, gezondheidszorg (inclusief apotheek), jeugdopvang, kinder- en naschoolse opvang, onderwijs, openbaar bestuur en openbare dienstverlening, praktijkruimte, religie en levensbeschouwing, uitvaartcentrum, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorgboerderij, zorginstelling, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;
1.52 manege
een bedrijf dat is gericht op het geven van paardensportinstructie en/of het geven van gelegenheid aan derden tot het recreatief dan wel sportief paardrijden, al dan niet in combinatie met een paardenpension;
1.53 mantelzorg
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.54 melkstal
een niet voor bewoning bestemd agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor kortstondig onderbrengen van rundvee tijdens het melken;
1.55 milieucontour
de minimale afstand die een bedrijf ten opzichte van een hindergevoelig object dient aan te houden uit hoofde van het voor het bedrijf bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer, dan wel de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' uit 2007;
1.56 niet-grondgebonden agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf;
1.57 overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, anders dan een glastuinbouwbedrijf en intensieve veehouderij. Overige niet-grondgebonden agrarische bedrijven zijn in ieder geval: gebouwgebonden teeltbedrijven en kwekerijen, zoals champignonteeltbedrijven, witlofkwekerijen, viskwekerijen en wormenkwekerijen;
1.58 onderbouw
gedeelte van een gebouw dat gedeeltelijk onder peil is gelegen;
1.59 ondergeschikte detailhandel
beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houdt met bedrijfsactiviteiten die als hoofdfunctie worden uitgeoefend;
1.60 paardenhouderij
een agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken, beleren en/of trainen van paarden;
1.61 peil
- a. voor bouwwerken op een perceel waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld;
1.62 permanente bewoning
bewoning van een verblijf als hoofdverblijf;
1.63 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding;
1.64 recreatieverblijf
een kampeermiddel, trekkershut, groepsaccommodatie, stacaravan of recreatiewoning;
1.65 recreatiewoning
een gebouw dat dient als tijdelijk verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
1.66 risicovolle inrichting
een inrichting waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risicoafstand moet worden aangehouden bij het in een bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.67 schuilgelegenheid
een niet voor bewoning bestemd agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor beschutting van vee tegen weersinvloeden;
1.68 seksinrichting
een voor publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;
onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiedrijf en erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.69 stacaravan
een caravan die als een gebouw valt aan te merken;
1.70 standplaats
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven of andere instellingen of van de gemeente kunnen worden aangesloten;
1.71 teeltondersteunende voorziening
voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om één of meer van de volgende doelen na te streven:
- a. verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
- b. verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen;
- c. bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringen onkruidbestrijding, effectief omgaan met water).
Voorbeelden van teeltondersteunende voorzieningen zijn: aardbeiteelttafels, afdekfolies, antiworteldoeken, boomteelthekken, hagelnetten, insectengazen, plastic tunnels, ondersteunende kassen, schaduwhallen en vraatnetten;
1.72 tijdelijke teeltondersteunende voorziening
teeltondersteunende voorziening die zo lang de teelt het vereist aanwezig is, met een maximum van acht maanden per jaar;
1.73 trekkershut
een gebouw van eenvoudige constructie, niet voorzien van sanitair, dat bestemd is voor kortdurend recreatief verblijf van passanten;
1.74 tuincentrum
detailhandelsbedrijf met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waar artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen te koop worden aangeboden, alsmede -in voorkomend geval en als daaraan ondergeschikte activiteit- dieren, dierbenodigdheden en aan landelijk of lokaal erkende feestdagen gerelateerde (feest)artikelen;
1.75 tunnelkas
een kas ten behoeve van wisselteelt, met een hoogte van maximaal 2,5 m, die dient ter ondersteuning van de groente-, fruit-, bloemen-, planten- en/of bollenteelt;
1.76 uitbouw
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.77 verwevingsgebied
een ingevolge de Reconstructiewet als zondanig aangewezen ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied, gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur en waar in het kader van de Reconstructiewet hervestiging of uitbreiding van intensieve veehouderij mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten;
1.78 voorgevellijn
de lijn (in hoeksituaties: de lijnen) waarin de naar de weg of ander openbaar gebied gekeerde gevel(s) van het dichtst bij die weg of ander openbaar gebied gelegen gebouw is (zijn) gelegen alsmede het verlengde daarvan;
1.79 voorgevelrooilijn
- a. indien voor een perceel een bouwvlak is aangegeven: de grens of grenzen van het bouwvlak die gericht is respectievelijk zijn naar de weg of ander openbaar gebied;
- b. in overige gevallen: de voorgevellijn;
1.80 vuurwerkbedrijf
een inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is;
1.81 werk
een constructie geen bouwwerk zijnde;
1.82 windturbine
een bouwwerk ten behoeve van het opwekken van stroom door het benutten van windenergie;
1.83 woning
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden;
1.84 woonschip
een vaar- of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot als hoofdbewoning geldend dag- en/of nachtverbijf van één of meer personen;
1.85 zone
een in het plan als zodanig aangegeven gebied waarvoor ingevolge de regels speciale, aanvullende regels gelden in verband met de afweging van alle in het geding zijnde belangen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Tenzij uit de overige regels anders volgt, wordt bij de toepassing van deze regels als volgt gemeten:
2.1 afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend bouwwerk;
2.2 bebouwde oppervlakte van een bouwperceel
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen;
2.3 bebouwingspercentage
de oppervlakte die met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
De oppervlakte wordt altijd in gehele getallen bepaald;
2.4 bovenkant spoorstaaf
de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf;
2.5 breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren;
2.6 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.7 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; de inhoud van onderbouwen en kelders wordt niet gerekend tot de inhoud van een bouwwerk;
2.8 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.9 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatste van het bouwwerk;
2.10 hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. uitoefening van het agrarisch bedrijf;
- b. het wonen, uitsluitend in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie;
- c. bed & breakfast als recreatieve nevenactiviteit in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie, in maximaal 2 slaapkamers en ten behoeve van maximaal 4 personen;
- d. extensieve dagrecreatie;
- e. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- f. verkeer;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. (voorzieningen ten behoeve van) waterkering en waterhuishouding alsmede herstel, ontwikkeling en instandhouding van water en waterpartijen;
- i. erf- en randbeplantingen;
- j. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen.
Binnen elk bouwvlak is niet meer dan één agrarisch bedrijf toegestaan.
In het doel 'uitoefening van het agrarisch bedrijf':
- a. zijn waterretentie, mestopslag, sleufsilo's en kuilvoerplaten uitsluitend binnen het bouwvlak mede begrepen;
- b. is uitsluitend bij het agrarische bedrijf aan het Daalderstraatje 4 in Huisseling een paardenpension met daarbij recreatief gebruik van de binnen het agrarische bouwvlak gelegen paardenbak mede begrepen;
- c. is buiten de als 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' aangeduide gronden intensieve veehouderij uitsluitend mede begrepen ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
- d. is de uitoefening van glastuinbouwbedrijven mede begrepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw';
- e. is de uitoefening van overige niet-grondgebonden agrarische bedrijven mede begrepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf';
- f. is de uitoefening van het aan-huis-verbonden-beroep alsmede de verkoop aan huis van op het agrarisch bedrijf geproduceerde goederen mede begrepen, tot een maximum vloeroppervlakte van 25 m²;
- g. zijn paardenbakken uitsluitend mede begrepen indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- 1. de paardenbak heeft een maximale oppervlakte van 800 m²;
- 2. de paardenbak is gesitueerd binnen het bijbehorende agrarische bouwvlak dan wel direct aansluitend daarop dan wel direct aansluitend op het bijbehorende bestemmingsvlak 'Wonen';
- 3. de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van de as van de weg;
- 4. de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van gronden die zijn bestemd tot 'Wonen', niet zijnde het bijbehorende bestemmingsvlak 'Wonen';
- 5. het aantal paardenbakken bedraagt niet meer dan één per bijbehorend agrarisch bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak 'Wonen';
- h. zijn kleinschalige nevenactiviteiten uitsluitend mede begrepen indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- 1. het gebruik ten behoeve van de nevenactiviteit vindt plaats op of in directe aansluiting op het bouwvlak;
- 2. de vorm en omvang van de nevenactiviteit zijn beperkt tot de vormen en omvang van bedrijvigheid zoals die per adres zijn vermeld in de bijlage 'Aanwezige kleinschalige nevenactiviteiten' (bijlage 3);
- 3. er vindt geen buitenopslag voor de nevenactiviteiten plaats;
- 4. het parkeren vindt op eigen terrein plaats.
Het doel 'verkeer' is beperkt tot:
- a. de bestaande wegen, paden, uitwegen en kunstwerken, met inachtneming van het bestaande aantal rijstroken;
- b. verbreding van wegen ten behoeve van de aanleg van al dan niet vrijliggende fiets- en voetpaden, voorzover deze zijn gelegen binnen een zone van 30 m uit de as van de bestaande weg of uitweg.
Onder het doel 'nutsvoorziening' zijn uitsluitend bestaande nutsvoorzieningen, waaronder antennemasten, mede begrepen.
3.2 Bouwregels
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 3.1.
- b. Voor de bebouwing ten dienste van de uitoefening van het agrarisch bedrijf gelden de volgende regels:
- 1. het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan één, dan wel het op de plankaart aangegeven aantal, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet is toegestaan;
- 2. uitgezonderd het bepaalde onder 5, mogen bouwwerken uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;
- 3. binnen het bouwvlak dient de bebouwing te voldoen aan de regels als genoemd in tabel 1:
Tabel 1
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
Bedrijfsgebouwen | in gebieden die op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' zijn aangeduid als komgebied: 8; in de overige gebieden: 6 | in gebieden die op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' zijn aangeduid als komgebied, alsmede voor de bedrijven genoemd in artikel 35.2 sub d en artikel 35.5 sub d: 12; in de overige gevallen: 10 | - | - |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie | 6 | 10 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 6 | 100 | - |
Silo's | - | 12 | - | - |
Windwokkels | - | 12 | - | |
Erfafscheidingen | - | voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1; voor het overige: 2 | - | - |
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | - | 6 | - | - |
- 1. kassen zijn niet toegestaan, met uitzondering van kassen ten behoeve van glastuinbouwbedrijven;
- 2. buiten het bouwvlak zijn kleine gebouwen toegestaan, zoals schuilgelegenheden voor vee, met dien verstande dat:
- gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd op de met 'overig - schuilgelegenheden' aangegeven gronden;
- de hoogte niet meer mag bedragen dan 3,5 m;
- de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 10 m²;
- de oppervlakte van het bijbehorende kadastrale terrein ten minste 1 ha dient te bedragen;
- het aantal gebouwen niet meer mag bedragen dan één per bijbehorend kadastraal terrein.
- c. Voor de bebouwing ten dienste van nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen gelden de volgende regels:
- 1. uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen gebouwen worden opgericht, tot een maximale hoogte van 3 m en een maximale oppervlakte per gebouw van 10 m²;
- 2. voor het overige mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van antennemasten niet meer mag bedragen dan 40 m.
- d. Ten behoeve van het doel 'verkeer' gelden de volgende regels:
- 1. de bouwhoogte van bruggen mag niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte;
- 2. de bouwhoogte van overige kunstwerken en kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m;
- 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
- e. Ten behoeve van de overige doelen mag geen bebouwing worden opgericht.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
nadere eisen stellen aan:
- a. de situering van de bebouwing;
- b. de nokrichting van daken;
- c. de oriëntatierichting van de bebouwing.
3.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.2 voor de activiteiten als genoemd in tabel 2, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden:
Tabel 2:
Activiteit | Basisregel | Voorwaarden |
Overschrijding van de bouwgrenzen | Sub b onder 2 | - het betreft een eenmalige, plaatselijke overschrijding; - de overschrijding mag niet meer bedragen dan 10 m; - tengevolge van de overschrijding mag de oppervlakte van het bouwvlak met niet meer dan 5% toenemen; - deze ontheffingsmogelijkheid geldt, met uitzondering van situaties waarin wordt gebouwd in het kader van dierenwelzijn, niet voor agrarische bedrijven met de aanduiding 'intensieve veehouderij' buiten de reconstructiewetzone – verwevingsgebied en de reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied; |
Het bouwen van kassen binnen het bouwvlak | Sub b onder 4 | - de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; - de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m; - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 5.000 m²; |
Het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak | Sub b onder 2 | - binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' als komgebied aangegeven gronden is ontheffing uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 0,5 m; binnen de overige gebieden is ontheffing uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 4,5 m; |
Het bouwen van windturbines met een grotere bouwhoogte dan 6 m | Sub b onder 3 | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 25 m; |
Het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van paardenbakken | Sub b onder 2 | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 1,5 m; |
Het bouwen van ooievaarsnesten | Sub b onder 2 en 3 | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 8 m. |
3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.1 voor de activiteiten als genoemd in tabel 3, met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden:
Tabel 3
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg; - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden; - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m²; - het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw; - de verleende ontheffing wordt door burgemeester en wethouders ingetrokken indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is; - indien de bewoning van een bijgebouw of bedrijfsgebouw plaatsvindt door degene die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw of bedrijfsgebouw hebben verlaten; |
Kleinschalige nevenactiviteiten | - de nevenactiviteit wordt uitgeoefend als niet-zelfstandig onderdeel van het agrarisch bedrijf; - het gebruik ten behoeve van de nevenactiviteit vindt plaats op of in directe aansluiting op het agrarische bouwvlak; - de ontheffing mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de in de directe omgeving voorkomende natuur- en/of landschapswaarden en van de waterhuishouding en -kwaliteit ter plaatse; - er dient voldaan te worden aan het bepaalde in de bijlage 'Kleinschalige nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven' (bijlage 2); - buitenopslag is niet toegestaan; - er is geen sprake van onevenredige verkeersaantrekking; - het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden; - de maximale oppervlakte voor opslag bedraagt 1.000 m², verminderd met de oppervlakte die in gebruik is voor overige nevenactiviteiten; de oppervlakte van overige nevenactiviteiten bedraagt 500 m², met dien verstande dat de maximale oppervlakte voor verkoop van streekproducten 100 m² bedraagt; - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; een en ander met dien verstande dat binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' (bijlage 7) als GHS dan wel AHS – Landschap aangeduide gebieden voor verblijfsrecreatieve en dagrecreatieve nevenactiviteiten groter dan 100 m² de volgende aanvullende voorwaarden gelden: - de nevenactiviteit mag de draagkracht van het vestigingsgebied niet overschrijden; - de nevenactitiveit moet leiden tot verrijking van het toeristisch product in de streek; - de bedrijfseconomische haalbaarheid voor de langere termijn moet worden aangetoond; - alvorens burgemeester en wethouders ontheffing verlenen, winnen zij het advies in van de provinciale Adviescommissie Toerisme en Recreatie; |
Minicamping | - het aantal plaatsen bedraagt maximaal 25; - de minicamping is gesitueerd binnen of direct aansluitend op het agrarische bouwvlak; - de landschappelijke inpassing dient op zorgvuldige wijze plaats te vinden aan de hand van een gedetailleerd uitgewerkt en door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan; - stacaravans zijn niet toegestaan; - het gebruik is uitsluitend toegestaan in de periode 31 maart - 1 oktober; |
Huisvesting tijdelijke arbeidskrachten | - het betreft uitsluitend voorzieningen in de vorm van overnachtingsmogelijkheden en verblijfsruimten voor tijdelijke arbeidskrachten die benodigd en werkzaam zijn in de agrarische sector gedurende het plant- en oogstseizoen, met een maximum van zes maanden per jaar; - de voorzieningen dienen gerealiseerd te worden binnen de bedrijfsgebouwen tot een maximum vloeroppervlakte van 200 m². |
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Landschap
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. uitoefening van het agrarisch bedrijf;
- b. het wonen, uitsluitend in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie;
- c. bed & breakfast als recreatieve nevenactiviteit in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie, in maximaal 2 slaapkamers en ten behoeve van maximaal 4 personen;
- d. ontwikkeling, behoud en herstel van landschappelijke waarden;
- e. extensieve dagrecreatie;
- f. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- g. verkeer;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. (voorzieningen ten behoeve van) waterkering en waterhuishouding alsmede herstel, ontwikkeling en instandhouding van water en waterpartijen;
- j. erf- en randbeplantingen;
- k. bezoekerstuin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tuin';
- l. kapelletje, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'religie';
- m. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen.
Binnen elk bouwvlak is niet meer dan één agrarisch bedrijf toegestaan.
In het doel 'uitoefening van het agrarisch bedrijf':
- a. zijn waterretentie, mestopslag, sleufsilo's en kuilvoerplaten uitsluitend binnen het bouwvlak mede begrepen;
- b. is intensieve veehouderij uitsluitend mede begrepen ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
- c. is de uitoefening van overige niet-grondgebonden agrarische bedrijven mede begrepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf';
- d. is de uitoefening van het aan-huis-verbonden-beroep alsmede de verkoop aan huis van op het agrarisch bedrijf geproduceerde goederen mede begrepen, tot een maximum vloeroppervlakte van 25 m²;
- e. zijn paardenbakken uitsluitend mede begrepen indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- 1. de paardenbak heeft een maximale oppervlakte van 800 m²;
- 2. de paardenbak is gesitueerd binnen het bijbehorende agrarische bouwvlak dan wel direct aansluitend daarop dan wel direct aansluitend op het bijbehorende bestemmingsvlak 'Wonen';
- 3. de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van de as van de weg;
- 4. de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van gronden die zijn bestemd tot 'Wonen', niet zijnde het bijbehorende bestemmingsvlak 'Wonen';
- 5. het aantal paardenbakken bedraagt niet meer dan één per bijbehorend agrarisch bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak 'Wonen';
- f. zijn kleinschalige nevenactiviteiten uitsluitend mede begrepen indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- 1. het gebruik ten behoeve van de nevenactiviteit vindt plaats op of in directe aansluiting op het bouwvlak;
- 2. de vorm en omvang van de nevenactiviteit zijn beperkt tot de vormen en omvang van bedrijvigheid zoals die per adres zijn vermeld in de bijlage 'Aanwezige kleinschaligenevenactiviteiten' (Bijlage 3);
- 3. er vindt geen buitenopslag voor nevenactiviteiten plaats;
- 4. het parkeren vindt op eigen terrein plaats.
In het doel 'ontwikkeling, behoud en herstel van landschappelijke waarden' is in ieder geval de instandhouding begrepen van de landschapswaarden in de deelgebieden, zoals aangegeven op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' (bijlage 8) en zoals hieronder nader omschreven:
- a. komgebied: openheid, verspreide groenopstanden op bebouwde erven of langs weteringen en regelmatig, rationeel verkavelingspatroon, sloten en greppels;
- b. slagengebied op dekzand: regelmatig verkavelingspatroon, half-open karakter, plaatselijk kwel en smalle hooilanden met houtwallen in parallelle opstelling en greppels aan de rand van het bosheidegebied;
- c. kampenontginningen op dekzand: kleinschalig, half-open karakter, onregelmatig verkavelingspatroon, onverharde paden en grote variatie in landschapselementen, zoals houtwallen, bospercelen en singels;
- d. ontginningen op oeverwal en rivierduinen: besloten tot half-open karakter bij de kernen, opener karakter tussen de dorpen met vrij zicht naar de rivier en het komgebied, onregelmatige verkaveling, grote variatie in landschapselementen, zoals houtwallen, bos, singels en boomgaarden.
Het doel 'verkeer' is beperkt tot:
- a. de bestaande wegen, paden, uitwegen en kunstwerken, met inachtneming van het bestaande aantal rijstroken;
- b. verbreding van wegen ten behoeve van de aanleg van al dan niet vrijliggende fiets- en voetpaden, voorzover deze zijn gelegen binnen een zone van 30 m uit de as van de bestaande weg of uitweg.
In het doel 'nutsvoorziening' zijn uitsluitend bestaande nutsvoorzieningen, waaronder antennemasten, mede begrepen.
4.2 Bouwregels
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 4.1.
- b. Voor de bebouwing ten dienste van de uitoefening van het agrarisch bedrijf gelden de volgende regels:
- 1. het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan één, dan wel het op de plankaart aangegeven aantal, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet is toegestaan;
- 2. kassen zijn niet toegestaan;
- 3. uitgezonderd het bepaalde onder 5, mogen bouwwerken uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;
- 4. binnen het bouwvlak dient de bebouwing te voldoen aan de regels als genoemd in tabel 4:
Tabel 4
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
Bedrijfsgebouwen | in gebieden die op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' zijn aangeduid als komgebied: 8; in de overige gebieden: 6 | in gebieden die op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' zijn aangeduid als komgebied: 12; in de overige gebieden: 10 | - | - |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie | 6 | 10 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 6 | 100 | - |
Silo's | - | 12 | - | - |
Windwokkels | - | 12 | - | |
Erfafscheidingen | - | voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1; voor het overige: 2 | - | - |
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | - | 6 | - | - |
- 1. buiten het bouwvlak zijn kleine gebouwen toegestaan, zoals schuilgelegenheden voor vee, met dien verstande dat:
- gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd op de met 'overig - schuilgelegenheden' aangegeven gronden;
- de hoogte niet meer mag bedragen dan 3,5 m;
- de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 10 m²;
- de oppervlakte van het bijbehorende kadastrale terrein ten minste 1 ha dient te bedragen;
- het aantal gebouwen niet meer mag bedragen dan één per bijbehorend kadastraal terrein.
- c. Voor de bebouwing ten dienste van nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen gelden de volgende regels:
- 1. uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen gebouwen worden opgericht, tot een maximale hoogte van 3 m en een maximale oppervlakte per gebouw van 10 m²;
- 2. voor het overige mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van antennemasten niet meer mag bedragen dan 40 m.
- d. Ten behoeve van het doel 'kapelletje' mag uitsluitend één gebouwtje worden opgericht, met een maximale bouwhoogte van 4,5 meter en een maximale oppervlakte van 12 m².
- e. Ten behoeve van het doel 'verkeer' gelden de volgende regels:
- 1. de bouwhoogte van bruggen mag niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte;
- 2. de bouwhoogte van overige kunstwerken en kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m;
- 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
- f. Ten behoeve van de overige doelen mag geen bebouwing worden opgericht.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op:
- a. de ruimtelijke kwaliteit, waaronder begrepen de landschappelijke waarden;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
nadere eisen stellen aan:
- a. de situering van de bebouwing;
- b. de nokrichting van daken;
- c. de oriëntatierichting van de bebouwing.
4.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit, waaronder begrepen de landschappelijke waarden;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 4.2 voor de activiteiten als genoemd in tabel 5, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden:
Tabel 5
Activiteit | Basisregel | Voorwaarden |
Overschrijding van de bouwgrenzen | Sub b onder 2 | - het betreft een eenmalige, plaatselijke overschrijding; - de overschrijding mag niet meer bedragen dan 10 m; - tengevolge van de overschrijding mag de oppervlakte van het bouwvlak met niet meer dan 5% toenemen; - deze ontheffingsmogelijkheid geldt, met uitzondering van situaties waarin wordt gebouwd in het kader van dierenwelzijn, niet voor agrarische bedrijven met de aanduiding ''intensieve veehouderij' buiten de reconstructiewetzone – verwevingsgebied; |
Het bouwen van kassen binnen het bouwvlak | Sub b onder 4 | - de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; - de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m; - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 5.000 m²; |
Het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak | Sub b onder 2 | - binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' als komgebied aangegeven gronden is ontheffing uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 0,5 m; binnen de overige gebieden is ontheffing uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 4,5 m; |
Het bouwen van windturbines met een grotere bouwhoogte dan 6 m | Sub b onder 3 | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 25 m; |
Het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van paardenbakken | Sub b onder 2 | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 1,5 m; |
Het bouwen van ooievaarsnesten | Sub b onder 2 en 3 | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 8 m. |
4.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit, waaronder begrepen de landschappelijke waarden;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 4.1 voor de activiteiten als genoemd in tabel 6, met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden:
Tabel 6
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg; - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden; - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m²; - het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw; - de verleende ontheffing wordt door burgemeester en wethouders ingetrokken indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is; - indien de bewoning van een bijgebouw of bedrijfsgebouw plaatsvindt door degene die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw of bedrijfsgebouw hebben verlaten; |
Kleinschalige nevenactiviteiten | - de nevenactiviteit wordt uitgeoefend als niet-zelfstandig onderdeel van het agrarisch bedrijf; - het gebruik ten behoeve van de nevenactiviteit vindt plaats op of in directe aansluiting op het agrarische bouwvlak; - de ontheffing mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de in de directe omgeving voorkomende natuur- en landschapswaarden en van de waterhuishouding en -kwaliteit ter plaatse; - er dient voldaan te worden aan het bepaalde in de bijlage 'Kleinschalige nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven' (bijlage 2); - buitenopslag is niet toegestaan; - er is geen sprake van onevenredige verkeersaantrekking; - het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden; - de maximale oppervlakte voor opslag bedraagt 1.000 m², verminderd met de oppervlakte die in gebruik is voor overige nevenactiviteiten; de maximale oppervlakte voor overige nevenactiviteiten bedraagt 500 m², met dien verstande dat de maximale oppervlakte voor verkoop van streekproducten 100 m² bedraagt; - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; een en ander met dien verstande dat binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' (bijlage 7) als GHS dan wel AHS – Landschap aangeduide gebieden voor verblijfsrecreatieve en dagrecreatieve nevenactiviteiten groter dan 100 m² de volgende aanvullende voorwaarden gelden: - de nevenactiviteit mag de draagkracht van het vestigingsgebied niet overschrijden; - de nevenactitiveit moet leiden tot verrijking van het toeristisch product in de streek; - de bedrijfseconomische haalbaarheid voor de langere termijn moet worden aangetoond; - alvorens burgemeester en wethouders ontheffing verlenen, winnen zij het advies in van de provinciale Adviescommissie Toerisme en Recreatie; |
Minicamping | - het aantal plaatsen bedraagt maximaal 25; - de minicamping is gesitueerd binnen of direct aansluitend op het agrarische bouwvlak; - de landschappelijke inpassing dient op zorgvuldige wijze plaats te vinden aan de hand van een gedetailleerd uitgewerkt en door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan; - stacaravans zijn niet toegestaan; - het gebruik is uitsluitend toegestaan in de periode 31 maart - 1 oktober; |
Huisvesting tijdelijke arbeidskrachten | - het betreft uitsluitend voorzieningen in de vorm van overnachtingsmogelijkheden en verblijfsruimten voor tijdelijke arbeidskrachten die benodigd en werkzaam zijn in de agrarische sector gedurende het plant- en oogstseizoen, met een maximum van zes maanden per jaar; - de voorzieningen dienen gerealiseerd te worden binnen de bedrijfsgebouwen tot een maximum vloeroppervlakte van 200 m². |
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Landschap En Natuur
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. uitoefening van het agrarisch bedrijf;
- b. het wonen, uitsluitend in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie;
- c. bed & breakfast als recreatieve nevenactiviteit in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie, in maximaal 2 slaapkamers en ten behoeve van maximaal 4 personen;
- d. ontwikkeling, behoud en herstel van landschappelijke en natuurwaarden, waaronder bakenbomen;
- e. extensieve dagrecreatie;
- f. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- g. veeopvang alsmede recreatieve activiteiten in de vorm van kleinschalige horeca, excursiestartpunt en dergelijke alsmede kleinschalige verkoop van eigen producten tot een omvang van 75 m², uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – veeopvang';
- h. verkeer;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. (voorzieningen ten behoeve van) waterkering en waterhuishouding alsmede herstel, ontwikkeling en instandhouding van water en waterpartijen;
- k. erf- en randbeplantingen;
- l. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen.
Binnen elk bouwvlak is niet meer dan één agrarisch bedrijf toegestaan.
In het doel 'uitoefening van het agrarisch bedrijf':
- a. zijn waterretentie, mestopslag, sleufsilo's en kuilvoerplaten uitsluitend binnen het bouwvlak mede begrepen;
- b. is intensieve veehouderij uitsluitend mede begrepen ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
- c. is de uitoefening van het aan-huis-verbonden-beroep alsmede de verkoop aan huis van op het agrarisch bedrijf geproduceerde goederen mede begrepen, tot een maximum vloeroppervlakte van 25 m²;
- d. zijn paardenbakken uitsluitend mede begrepen indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- 1. de paardenbak heeft een maximale oppervlakte van 800 m²;
- 2. de paardenbak is gesitueerd binnen het bijbehorende agrarische bouwvlak dan wel direct aansluitend daarop dan wel direct aansluitend op het bijbehorende bestemmingsvlak 'Wonen';
- 3. de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van de as van de weg;
- 4. de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van gronden die zijn bestemd tot 'Wonen', niet zijnde het bijbehorende bestemmingsvlak 'Wonen';
- 5. het aantal paardenbakken bedraagt niet meer dan één per bijbehorend agrarisch bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak 'Wonen';
- e. zijn kleinschalige nevenactiviteiten uitsluitend mede begrepen indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- 1. het gebruik ten behoeve van de nevenactiviteit vindt plaats op of in directe aansluiting op het bouwvlak;
- 2. de vorm en omvang van de nevenactiviteit zijn beperkt tot de vormen en omvang van bedrijvigheid zoals die per adres zijn vermeld in de bijlage 'Aanwezige kleinschaligenevenactiviteiten' (Bijlage 3);
- 3. er vindt geen buitenopslag voor nevenactiviteiten plaats;
- 4. het parkeren vindt op eigen terrein plaats.
In het doel 'ontwikkeling, behoud en herstel van landschappelijke en natuurwaarden' is in ieder geval de instandhouding begrepen van de natuur- en landschapswaarden in de deelgebieden, zoals aangegeven op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' (bijlage 8) en zoals hieronder nader omschreven:
- a. komgebied: openheid, verspreide groenopstanden op bebouwde erven of langs weteringen en regelmatig, rationeel verkavelingspatroon, sloten en greppels;
- b. slagengebied op dekzand: regelmatig verkavelingspatroon, half-open karakter, plaatselijk kwel en smalle hooilanden met houtwallen in parallelle opstelling en greppels aan de rand van het bosheidegebied;
- c. kampenontginningen op dekzand: kleinschalig, half-open karakter, onregelmatig verkavelingspatroon, onverharde paden en grote variatie in landschapselementen, zoals houtwallen, bospercelen en singels;
- d. ontginningen op oeverwal en rivierduinen: besloten tot half-open karakter bij de kernen, opener karakter tussen de dorpen met vrij zicht naar de rivier en het komgebied, onregelmatige verkaveling, grote variatie in landschapselementen, zoals houtwallen, bos, singels en boomgaarden;
- e. uiterwaarden: grootschalig halfopen tot open karakter, microreliëf, aanwezigheid natte natuurwaarden, verspreide groenopstanden in de vorm van zogenaamde bakenbomen.
Het doel 'verkeer' is beperkt tot:
- a. de bestaande wegen, paden, uitwegen en kunstwerken, met inachtneming van het bestaande aantal rijstroken;
- b. verbreding van wegen ten behoeve van de aanleg van al dan niet vrijliggende fiets- en voetpaden, voorzover deze zijn gelegen binnen een zone van 30 m uit de as van de bestaande weg of uitweg.
In het doel 'nutsvoorziening' zijn uitsluitend bestaande nutsvoorzieningen, waaronder antennemasten, mede begrepen.
5.2 Bouwregels
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 5.1.
- b. Voor de bebouwing ten dienste van de uitoefening van het agrarisch bedrijf en ten dienste van de veeopvang ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – veeopvang' gelden de volgende regels:
- 1. het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan één, dan wel het op de plankaart aangegeven aantal, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet is toegestaan;
- 2. bouwwerken mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken en het aanduidingsvlak 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - veeopvang' worden gebouwd;
- 3. binnen het bouwvlak dient de bebouwing te voldoen aan de regels als genoemd in tabel 7:
Tabel 7
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
Bedrijfsgebouwen | in gebieden die op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' zijn aangeduid als komgebied: 8; in de overige gebieden: 6 | in gebieden die op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' zijn aangeduid als komgebied: 12; in de overige gebieden: 10 | - | - |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie | 6 | 10 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 6 | 100 | - |
Silo's | - | 12 | - | - |
Windwokkels | - | 12 | - | |
Erfafscheidingen | - | voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1; voor het overige: 2 | - | - |
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | - | 6 | - | - |
- 1. in afwijking van het bepaalde onder 3 mag de totale oppervlakte bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - veeopvang' niet meer bedragen dan 1.000 m²;
- 2. kassen zijn niet toegestaan.
- c. Voor de bebouwing ten dienste van nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen gelden de volgende regels:
- 1. uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen gebouwen worden opgericht, tot een maximale hoogte van 3 m en een maximale oppervlakte per gebouw van 10 m²;
- 2. voor het overige mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van antennemasten niet meer mag bedragen dan 40 m.
- d. Ten behoeve van het doel 'verkeer' gelden de volgende regels:
- 1. de bouwhoogte van bruggen mag niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte;
- 2. de bouwhoogte van overige kunstwerken en kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m;
- 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
- e. Ten behoeve van de overige doelen mag geen bebouwing worden opgericht.
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op:
- a. de ruimtelijke kwaliteit, waaronder begrepen de natuurlijke en landschappelijke waarden;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
nadere eisen stellen aan:
- a. de situering van de bebouwing;
- b. de nokrichting van daken;
- c. de oriëntatierichting van de bebouwing.
5.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit, waaronder begrepen de natuurlijke en landschappelijke waarden;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 5.2 voor de activiteiten als genoemd in tabel 8, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden:
Tabel 8
Activiteit | Basisregel | Voorwaarden |
Overschrijding van de bouwgrenzen | Sub b onder 2 | - het betreft een eenmalige, plaatselijke overschrijding; - de overschrijding mag niet meer bedragen dan 10 m; - tengevolge van de overschrijding mag de oppervlakte van het bouwvlak met niet meer dan 5% toenemen; - deze ontheffingsmogelijkheid geldt, met uitzondering van situaties waarin wordt gebouwd in het kader van dierenwelzijn, niet voor agrarische bedrijven met de aanduiding 'intensieve veehouderij' buiten de reconstructiewetzone – verwevingsgebied; |
Het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak | Sub b onder 2 | - binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' als komgebied aangegeven gronden is ontheffing uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 0,5 m; binnen de overige gebieden is ontheffing uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 4,5 m; |
Het bouwen van windturbines met een grotere bouwhoogte dan 6 m | Sub b onder 3 | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 25 m; |
Het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van paardenbakken | Sub b onder 2 | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 1,5 m; |
Het bouwen van ooievaarsnesten | Sub b onder 2 en 3 | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 8 m. |
5.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit, waaronder begrepen de landschappelijke en natuurwaarden;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 5.1 voor de activiteiten als genoemd in tabel 9, met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden:
Tabel 9
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg; - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden; - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m²; - het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw; - de verleende ontheffing wordt door burgemeester en wethouders ingetrokken indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is; - indien de bewoning van een bijgebouw of bedrijfsgebouw plaatsvindt door degene die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw of bedrijfsgebouw hebben verlaten; |
Kleinschalige nevenactiviteiten | - de nevenactiviteit wordt uitgeoefend als niet-zelfstandig onderdeel van het agrarisch bedrijf; - het gebruik ten behoeve van de nevenactiviteit vindt plaats op of in directe aansluiting op het agrarische bouwvlak; - de ontheffing mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de in de directe omgeving voorkomende natuur- en landschapswaarden en van de waterhuishouding en -kwaliteit ter plaatse; - er dient voldaan te worden aan het bepaalde in de bijlage 'Kleinschalige nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven' (bijlage 2); - buitenopslag is niet toegestaan; - er is geen sprake van onevenredige verkeersaantrekking; - het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden; - de maximale oppervlakte voor opslag bedraagt 1.000 m², verminderd met de oppervlakte die in gebruik is voor overige nevenactiviteiten; de maximale oppervlakte voor overige nevenactiviteiten bedraagt 500 m², met dien verstande dat de maximale oppervlakte voor verkoop van streekproducten 100 m² bedraagt; - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; een en ander met dien verstande dat binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' (bijlage 7) als GHS dan wel AHS – Landschap aangeduide gebieden voor verblijfsrecreatieve en dagrecreatieve nevenactiviteiten groter dan 100 m² de volgende aanvullende voorwaarden gelden: - de nevenactiviteit mag de draagkracht van het vestigingsgebied niet overschrijden; - de nevenactitiveit moet leiden tot verrijking van het toeristisch product in de streek; - de bedrijfseconomische haalbaarheid voor de langere termijn moet worden aangetoond; - alvorens burgemeester en wethouders ontheffing verlenen, winnen zij het advies in van de provinciale Adviescommissie Toerisme en Recreatie; |
Minicamping | - het aantal plaatsen bedraagt maximaal 25; - de minicamping is gesitueerd binnen of direct aansluitend op het agrarische bouwvlak; - de landschappelijke inpassing dient op zorgvuldige wijze plaats te vinden aan de hand van een gedetailleerd uitgewerkt en door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan; - stacaravans zijn niet toegestaan; - het gebruik is uitsluitend toegestaan in de periode 31 maart - 1 oktober; |
Huisvesting tijdelijke arbeidskrachten | - het betreft uitsluitend voorzieningen in de vorm van overnachtingsmogelijkheden en verblijfsruimten voor tijdelijke arbeidskrachten die benodigd en werkzaam zijn in de agrarische sector gedurende het plant- en oogstseizoen, met een maximum van zes maanden per jaar; - de voorzieningen dienen gerealiseerd te worden binnen de bedrijfsgebouwen tot een maximum vloeroppervlakte van 200 m². |
Artikel 6 Bedrijf
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. bedrijven met een bedrijvigheid als omschreven in onderstaande tabel bij de bestemmingcode waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangeduid, met dien verstande dat voor de bedrijven met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – niet-agrarisch-technisch en niet agrarisch gerelateerd bedrijf' uitsluitend de bedrijfsvoering is toegestaan die voor het desbetreffende bedrijf is opgenomen in Bijlage 5 (Oppervlaktes bedrijfsgebouwen), onverminderd het bepaalde onder b.;
Code nadere aanduiding Omschrijving bedrijvigheid sb-b1 specifieke vorm van bedrijf - agrarisch-technisch en/of agrarisch gerelateerd bedrijf sb-b2 specifieke vorm van bedrijf - niet-agrarisch-technisch en niet-agrarisch gerelateerd bedrijf nv nutsvoorziening vml verkooppunt motorbrandstoffen met lpg zo zend-/ontvangstinstallatie sb-gst specifieke vorm van bedrijf – gasstation sb-dwv specifieke vorm van bedrijf – drinkwatervoorziening sb-sc specifieke vorm van bedrijf – studiecentrum sb-cbl specifieke vorm van bedrijf - carnavalsbouwloods - b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – niet-agrarisch-technisch en niet agrarisch gerelateerd bedrijf': andere niet-agrarisch-technische en niet-agrarisch gerelateerde bedrijven dan die die op het betreffende bestemmingsvlak ingevolge het bepaalde onder a. zijn toegestaan, mits de milieucategorie zoals aangegeven in bijlage 4 (Bedrijvenlijst), gelijk is aan dan wel lager is dan die van laatstgenoemde bedrijfsvorm, met dien verstande dat bedrijven met een milieucategorie 4 of hoger niet zijn toegestaan, een en ander met uitzondering van detailhandel, horeca, dienstverlening, zelfstandige kantoren, maatschappelijke voorzieningen, voorzieningen op het gebied van cultuur en ontspanning, inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
- c. het wonen, uitsluitend in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie;
- d. de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep tot een maximum vloeroppervlak van 25 m²;
- e. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- f. uitsluitend erf- en randbeplantingen, ter plaatse van de aanduiding 'groen';
- g. uitsluitend een geluidwal met erf- en randbeplantingen, al dan niet in combinatie met een keerwand met een hoogte van maximaal 3 meter ter opzichte van het peil, ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal';
- h. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijhorende voorzieningen.
Binnen elk bestemmingsvlak is niet meer dan één bedrijf toegestaan, met dien verstande dat:
uitsluitend op het adres Dorpenweg 39 (Deursen-Dennenburg) naast het doel 'bedrijven' tevens een akkerbouwbedrijf is toegestaan;
uitsluitend op het adres Loonsestraat 15 (Neerloon) naast het doel 'bedrijven' tevens een rundveebedrijf is toegestaan;
uitsluitend op het adres Mikkeldonkweg 12 (Oss) naast het doel 'bedrijven' tevens een intensieve veehouderij is toegestaan.
Uitsluitend op het adres Nieuwe Hescheweg 286-288 (Oss) is opslag ten behoeve van de onder a. en b. toegestane bedrijfsvoering uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'opslag', met dien verstande dat opslag van puin slechts is toegestaan tot een omvang van 500 m3.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 6.1, waarbij bij het bedrijf aan de Nieuwe Hescheweg 288 de bedrijfswoning en kantoren uitsluitend mogen worden opgericht op gronden die zijn aangeduid als 'kantoor'.
- b. Het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan één, dan wel het op de plankaart aangegeven aantal, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet is toegestaan.
- c. Per afzonderlijk bestemmingsvlak mag de oppervlakte van bedrijfsgebouwen niet meer bedragen dan de oppervlakte zoals per adres is aangegeven in de lijst 'Oppervlakte bedrijfsgebouwen' (Bijlage 5), vermeerderd met 25% voor bedrijven die zijn aangeduid als 'specifieke vorm van bedrijf – agrarisch-technisch en/of agrarisch gerelateerd bedrijf', dan wel met 15% voor de overige bedrijven. In afwijking van het in de vorige zin bepaalde, is uitbreiding niet toegestaan indien de oppervlakte van bedrijfsgebouwen als vermeld in Bijlage 5 meer bedraagt dan 5.000 m² voor bedrijven die zijn aangeduid als 'specifieke vorm van bedrijf – agrarisch-technisch en/of agrarisch gerelateerd bedrijf' dan wel 1.000 m² voor de overige bedrijven. Bovendien mag door uitbreiding de oppervlakte bedrijfsgebouwen niet meer bedragen dan 5.000 m² voor bedrijven die zijn aangeduid als 'specifieke vorm van bedrijf – agrarisch-technisch en of agrarisch gerelateerd bedrijf' dan wel 1.000 m² voor de overige bedrijven.
- d. In afwijking van het bepaalde onder c. geldt voor de bedrijven aan de Loonsestraat 15, Mikkeldonkweg 12 en Hoessenboslaan 39A dat de oppervlakte van bedrijfsgebouwen per bedrijfstak niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte zoals per adres en per bedrijfstak is aangegeven in de lijst 'Oppervlaktes bedrijfsgebouwen' (bijlage 5); daarbij geldt dat de oppervlakte van de niet-agrarische bedrijfstak vermeerderd mag worden met 25% voor agrarisch-technische en/of agrarisch gerelateerde bedrijfstakken en met 15% voor niet-agrarisch-technische en niet-agrarisch gerelateerde bedrijfstakken, een en ander met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen voor de bedrijfstak met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch-technisch en/of agrarisch gerelateerd bedrijf' ten hoogste 5.000 m² mag bedragen en voor de bedrijfstak met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - niet-agrarisch-technisch en niet-agrarisch gerelateerd bedrijf' ten hoogste 1.000 m², onverminderd het bepaalde in artikel 31.1.
- e. Indien een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat buiten het bouwvlak uitsluitend erkers, balkons en luifels zijn toegestaan, mits de bouwgrens met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel.
- f. Voor de voorgevellijn van de bedrijfswoning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevellijn met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel;
- g. De bebouwing dient te voldoen aan de regels als genoemd in tabel 10.
Tabel 10
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
Bedrijfsgebouwen | indien een hoogteaanduiding is opgenomen op de plankaart: de hoogte zoals aangegeven in die aanduiding; in de overige gevallen: 6 | indien een hoogteaanduiding is opgenomen op de plankaart: de hoogte zoals aangegeven in die aanduiding; in de overige gevallen: 10 | zie artikel 6.2 onder c en d. | - |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie | 6 | 10 | - | 600 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 6 | 100 | - |
Erfafscheidingen | - | voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1; voor het overige: 2 | - | - |
Keerwanden voor geluidwallen | - | 3 | - | - |
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | - | 6 | - | - |
6.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 6.2 voor een afwijkende goothoogte en nokhoogte bij het bedrijf aan de Nieuwe Hescheweg 288, voor zover betrekking hebbend op gronden waarvoor een goothoogte- en nokhoogteaanduiding is opgenomen op de plankaart, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. de goothoogte bedraagt niet meer dan 9 m;
- b. de nokhoogte bedraagt niet meer dan 9 m;
- c. de ontheffing wordt verleend voor een plaatselijke verhoging die niet meer bedraagt dan 50% van het dakvlak.
6.4 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 6.1 voor de activiteiten als genoemd in tabel 11, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden:
Tabel 11
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg; - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden; - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m²; - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw; - de verleende ontheffing wordt door burgemeester en wethouders ingetrokken indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is; - indien de bewoning van een bijgebouw of bedrijfsgebouw plaatsvindt door degene die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw of bedrijfsgebouw hebben verlaten; |
Het omschakelen van een niet agrarisch-technisch en niet-agrarisch gerelateerd bedrijf naar een agrarisch-technisch en/of agrarisch gerelateerd bedrijf | - de nieuwe bedrijfsvorm dient qua milieuhinder vergelijkbaar met of minder hinderlijk te zijn dan de oude bedrijfsvorm; - omschakeling dient voor wat betreft de ruimtelijke uitstraling aanvaardbaar te zijn; |
Het toestaan van aan-huis-verbonden-beroepen/bedrijven en productiegerichte ambachtelijke bedrijvigheid tot maximaal 75 m² | - de woonfunctie dient als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd te blijven; - er mag geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvinden; - een goede verkeersafwikkeling dient gewaarborgd te zijn en voorzien dient te kunnen worden in de parkeerbehoefte; - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van de bedrijvenlijst (bijlage 4); - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; - er mag geen detailhandel plaatsvinden; - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben. |
Artikel 7 Horeca
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. horecavoorzieningen in de categorieën horeca 1, horeca 2, horeca 3 en horeca 4;
- b. het wonen, uitsluitend in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie;
- c. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- d. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen.
Uitsluitend op het adres Berghemseweg 13 (Herpen) is naast het doel 'horecavoorzieningen' tevens een slijterij toegestaan;
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 7.1.
- b. Het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan één, dan wel het op de plankart aangegeven aantal, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan.
- c. Per afzonderlijk bestemmingsvlak mag de oppervlakte van bedrijfsgebouwen niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte zoals per adres is aangegeven in de lijst 'Oppervlaktes bedrijfsgebouwen' (bijlage 5), vermeerderd met 15%, een en ander met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen ten hoogste 1.000 m² mag bedragen, onverminderd het bepaalde in artikel 31.1. Ten behoeve van horecavoorzieningen die niet in Bijlage 5 worden genoemd mogen geen gebouwen worden opgericht.
- d. Indien een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat buiten het bouwvlak uitsluitend erkers, balkons en luifels zijn toegestaan, mits de bouwgrens met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel.
- e. Voor de voorgevellijn van de bedrijfswoning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevellijn met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- f. De bebouwing dient te voldoen aan de regels als genoemd in tabel 12:
Tabel 12
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
Bedrijfsgebouwen | 6 | 10 | zie artikel 7.2 c. | - |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie | 6 | 10 | - | 600 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 6 | 100 | - |
Erfafscheidingen | - | voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1; voor het overige: 2 | - | - |
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | - | 6 | - | - |
7.3 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 7.1 voor de activiteit als genoemd in tabel 13, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de omschreven voorwaarden:
Tabel 13
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg; - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden; - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m²; - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw; - de verleende ontheffing wordt door burgemeester en wethouders ingetrokken indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is; - indien de bewoning van een bijgebouw of bedrijfsgebouw plaatsvindt door degene die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw of bedrijfsbouw hebben verlaten. |
Artikel 8 Maatschappelijk
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen in de vorm als omschreven in onderstaande tabel bij de code waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangeduid;
Code nadere aanduiding Omschrijving bedrijvigheid jo jeugdopvang sm-sm specifieke vorm van maatschappelijk - sociaal-medische voorziening re religie sm-gp specifieke vorm van maatschappelijk - gedenkplaats zoi zorginstelling - b. het wonen, uitsluitend in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie;
- c. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- d. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen.
In het doel 'zorginstelling' zijn een activiteitenboerderij alsmede ondergeschikte en ondersteunende detailhandel en horeca mede begrepen. Binnen de ingevolge artikel 8.2 toegestane oppervlakte bedrijfsgebouwen is tevens zorgwonen toegestaan tot een omvang van 100 m².
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 8.1.
- b. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal één bedrijfswoning is toegestaan.
- c. Per afzonderlijk bestemmingsvlak mag de oppervlakte van bedrijfsgebouwen niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte zoals per adres is aangegeven in de lijst 'Oppervlaktes bedrijfsgebouwen' (bijlage 5), met dien verstande dat de oppervlakte van bedrijfsgebouwen bij de maatschappelijke voorziening die is aangeduid met 'zoi' niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte zoals is aangegeven in genoemde lijst, vermeerderd met 25%. Ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen die niet in Bijlage 5 worden genoemd mogen geen gebouwen worden opgericht.
- d. Indien een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat buiten het bouwvlak uitsluitend erkers, balkons en luifels zijn toegestaan, mits de bouwgrens met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel.
- e. In afwijking van het bepaalde onder d. mogen binnen het doel 'zorginstelling' buiten het bouwvlak maximaal 5 stalletjes en schuilgelegenheden worden gebouwd met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 100 m² en een maximale bouwhoogte van 3,5 meter.
- f. Voor de voorgevellijn van de bedrijfswoning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevellijn met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- g. De bebouwing dient te voldoen aan de regels als genoemd in tabel 14:
Tabel 14
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
Gebouwen | 6 | 10 | zie artikel 8.2 onder c. | - |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie | 6 | 10 | - | 600 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 6 | 100 | - |
Erfafscheidingen | - | voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1; voor het overige: 2 | - | - |
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | - | 6 | - | - |
8.3 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 8.1 voor de activiteit als genoemd in tabel 15, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de omschreven voorwaarden:
Tabel 15
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg; - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden; - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m²; - het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw; - de verleende ontheffing wordt door burgemeester en wethouders ingetrokken indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is; - indien de bewoning van een bijgebouw of bedrijfsgebouw plaatsvindt door degene die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw of bedrijfsgebouw hebben verlaten. |
Artikel 9 Natuur
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, waaronder bakenbomen;
- b. behoud, herstel en ontwikkeling van kleinschalige natuur- en landschapselementen, waaronder bakenbomen;
- c. behoud, herstel en ontwikkeling van bos en natuur;
- d. instandhouding van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
- e. eendenkooi, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'eendenkooi';
- f. natuurtheater met daaraan ondergeschikte horeca die de theaterfunctie ondersteunt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'theater';
- g. heemtuin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - heemtuin';
- h. recreatiewoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
- i. het beheer van een voormalige vuilstort, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur – voormalige vuilstort';
- j. bosbouw;
- k. wandel- en fietspaden en bestaande wegen;
- l. (voorzieningen ten behoeve van) waterkering en waterhuishouding alsmede herstel, ontwikkeling en instandhouding van water en waterpartijen;
- m. extensieve dagrecreatie;
- n. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 9.1.
- b. Per 100 ha aansluitend terrein, bestemd voor de in artikel 9.1 genoemde doelen, is ten hoogste één gebouw ten behoeve van onderhoud en beheer toegestaan, met een goot- en bouwhoogte van maximaal respectievelijk 3,5 m en 5 m en met een bebouwde oppervlakte van ten hoogste 50 m².
- c. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
- d. In afwijking van het bepaalde onder b. mag per afzonderlijk aanduidingsvlak als bedoeld in artikel 9.1sub f, g en h de oppervlakte van gebouwen niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte zoals per adres is aangegeven in de lijst 'Oppervlaktes bedrijfsgebouwen' (Bijlage 5).
- e. De bebouwing ter plaatse van de aanduidingsvlakken als bedoeld onder d. dient te voldoen aan de regels in tabel 16:
Tabel 16
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
Recreatiewoningen | 3 | 4 | zie artikel 9.2 onder d | - |
Overige gebouwen | 6 | 10 | zie artikel 9.2 onder d | - |
Bouwwerken geen gebouw zijnde | - | 2 | - | - |
- f. Onverminderd het bepaalde onder b. mogen buiten de aanduidingsvlakken als bedoeld in artikel 9.1sub f, g en h uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht, met uitzondering van erfafscheidingen, met een maximale hoogte van 2 m.
Artikel 10 Recreatie - Dagrecreatie
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. dagrecreatie in de vorm als omschreven in onderstaande tabel bij de code waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangeduid;
Code nadere aanduiding Omschrijving bedrijvigheid sr-htv specifieke vorm van recreatie – hondentrainingsveld sr-rp specifieke vorm van recreatie – recreatieplas sr-sva specifieke vorm van recreatie – sportvisaccommodatie pah passantenhaven vt volkstuin go golfbaan sr-bbr specifieke vorm van recreatie - bierbrouwerij - b. het wonen, uitsluitend in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie;
- c. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden;
- d. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 10.1.
- b. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal één bedrijfswoning is toegestaan.
- c. Per afzonderlijk bestemmingsvlak mag de oppervlakte van bedrijfsgebouwen niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte zoals per adres is aangegeven in de lijst 'Oppervlaktes bedrijfsgebouwen' (Bijlage 5), met dien verstande dat de oppervlakte van bedrijfsgebouwen bij de recreatieve functie die is aangeduid met 'golfbaan' niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte zoals is aangegeven in genoemde lijst, vermeerderd met 15%. Ten behoeve van recreatieve voorzieningen die niet in bijlage 5 worden genoemd mogen geen gebouwen worden opgericht.
- d. In afwijking van de laatste zin onder c. mag ten behoeve van het doel volkstuin per individueel volkstuintje ten hoogste één berging worden gebouwd.
- e. In afwijking van de laatste zin onder c. mag per aanduiding 'volkstuin', bij wijze van centrale voorziening, ten hoogste één gebouw worden gebouwd.
- f. Indien een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
- g. Voor de voorgevellijn van de bedrijfswoning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevellijn met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- h. Uitsluitend ten behoeve van het doel 'passantenhaven' zijn lichtmasten toegestaan, tot een maximale hoogte van 12 m.
- i. Voor het overige dient de bebouwing te voldoen aan de regels als genoemd in tabel 17:
Tabel 17
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
Bedrijfsgebouwen, anders dan ten behoeve van volkstuinen | 6 | 10 | zie artikel 10.2 onder c | - |
Volkstuinberging | - | 3 | 5 | - |
Centrale voorziening volkstuinencomplex | - | 4 | 25 | - |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie | 6 | 10 | - | 600 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 6 | 100 | - |
Erfscheidingen | - | voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1; voor het overige: 2 | - | - |
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | - | 2, met uitzondering van palen, waarvan de hoogte niet meer dan 6 mag bedragen | - | - |
10.3 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 10.1 voor de activiteit als genoemd in tabel 18, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de omschreven voorwaarden:
Tabel 18
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg; - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden; - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m²; - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw; - de verleende ontheffing wordt door burgemeester en wethouders ingetrokken indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is; - indien de bewoning van een bijgebouw of bedrijfsgebouw plaatsvindt door degene die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw of bedrijfsgebouw hebben verlaten. |
Artikel 11 Recreatie - Verblijfsrecreatie
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in de vorm als omschreven in onderstaande tabel bij de code waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangeduid;
Code nadere aanduiding Omschrijving bedrijvigheid sr-gac specifieke vorm van recreatie – groepsaccommodatie kp kampeerboerderij kt kampeerterrein rw recreatiewoning - b. het wonen, uitsluitend in de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie;
- c. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- d. uitsluitend opslag en werkplaats ten behoeve van een groepsaccommodatie, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- e. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen, waaronder detailhandel en horeca die aan de verblijfsrecreatieve functie ondergeschikt zijn en deze ondersteunen, met dien verstande dat bij de groepsaccommodatie aan de Hoefstraat 11 (Koolwijk) ondersteunende horeca is toegestaan tot 100 m².
Uitsluitend op het adres Meerstraat 1 (Huisseling) zijn binnen de ingevolge artikel 11.2 toegestane oppervlakte bedrijfsgebouwen tevens sauna- en wellnessactiviteiten toegestaan tot een omvang van 100 m².
In het doel 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie' is, uitsluitend bij de groepsaccommodatie op het adres Poelstraat 3 (Dieden), het plaatsen van 25 kampeermiddelen mede begrepen.
11.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 11.1.
- b. Het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan één, dan wel het op de plankaart aangegeven aantal, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet is toegestaan.
- c. Per afzonderlijk bestemmingsvlak mag de oppervlakte van bedrijfsgebouwen en recreatiewoningen niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte zoals per adres is aangegeven in de lijst 'Oppervlaktes bedrijfsgebouwen' (Bijlage 5), met dien verstande dat de oppervlakte van bedrijfsgebouwen vermeerderd mag worden met 15%.
- d. Indien een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat buiten het bouwvlak uitsluitend erkers, balkons en luifels zijn toegestaan, mits de bouwgrens met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel.
- e. Voor de voorgevellijn van de bedrijfswoning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevellijn met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- f. De bebouwing dient te voldoen aan de regels als genoemd in tabel 19:
Tabel 19
Object | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m3 | Bijzondere bepalingen |
Doel recreatiewoning: recreatiewoningen | 4 | 6 | zie artikel 11.2 onder c | - | - per aanduiding 'recreatiewoning' is maximaal één recreatiewoning toegestaan; - de oppervlakte van een onderbouw mag niet meer dan 50% van de oppervlakte van een recreatiewoning bedragen; |
Doel recreatiewoning: vrijstaande berging | 2,5 | 2,5 | 6 | - | - |
Doel kampeerterrein: stacaravans | 2,5 | 3 | 70 per stacaravan | - | - de breedte van een stacaravan mag niet meer dan 4 m bedragen; - bij de oppervlakte van een stacaravan is de oppervlakte van een aangebouwde berging inbegrepen; |
Doel: kampeerterrein: vrijstaande berging bij stacaravans | 2,5 | 2,5 | 6 | - | - de onderlinge afstand tussen vrijstaande bergingen mag niet minder dan 1 m bedragen; |
Doel kampeerterrein: trekkershutten | - | 3,5 | 25 per trekkershut | - | bij een trekkershut zijn bergingen of bouwwerken geen gebouw zijnde niet toegestaan; |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie | 6 | 10 | - | 600 | - |
Vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning | 3 | 6 | 100 | - | - |
Overige bedrijfsgebouwen, waaronder groepsaccommodaties en kampeerboerderijen: | 6 | 10 | zie artikel 11.2 onder c. | - | - |
Erfafscheidingen | - | voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1; voor het overige: 2 | - | - | - |
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | - | 6 | - | - | - |
11.3 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie,
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 11.1 voor de activiteit als genoemd in tabel 20, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de omschreven voorwaarden:
Tabel 20
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen bij de bedrijfswoning of bedrijfsgebouwen (en derhalve niet bij recreatiewoningen) ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg; - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden; - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m²; - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw; - de verleende ontheffing wordt door burgemeester en wethouders ingetrokken indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is; - indien de bewoning van een bijgebouw of bedrijfsgebouw plaatsvindt door degene die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw of bedrijfsgebouw hebben verlaten. |
Artikel 12 Sport
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. sportvoorzieningen in de vorm als omschreven in onderstaande tabel bij de code waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangeduid;
Code nadere aanduiding Omschrijving bedrijvigheid ma manege mc motorcrossterrein skb skibaan spv sportveld mb modelvliegtuigbaan ss-fct specifieke vorm van sport - fietscrossterrein ss-krv specifieke vorm van sport – kano- en roeivereniging ss-pt specifieke vorm van sport – ponyterrein ss-rve specifieke vorm van sport – rijvereniging - b. het wonen, uitsluitend in de bedrijfwoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie;
- c. het beheer van een voormalige vuilstort, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport – voormalige vuilstort';
- d. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen, waaronder horeca die aan de sportfunctie ondergeschikt is en deze ondersteunt.
In het doel 'motorcrossterrein' zijn karting en schietsport mede begrepen.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 12.1.
- b. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal één bedrijfswoning is toegestaan.
- c. Per afzonderlijk bestemmingsvlak mag de oppervlakte van bedrijfsgebouwen niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte zoals per adres is aangegeven in de lijst 'Oppervlaktes bedrijfsgebouwen' (bijlage 5), met dien verstande dat de oppervlakte van bedrijfsgebouwen bij de sportvoorzieningen die zijn aangeduid met 'manege' of 'skibaan' niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte zoals is aangegeven in genoemde lijst, vermeerderd met 15%. Ten behoeve van sportvoorzieningen die niet in Bijlage 5 worden genoemd mogen geen gebouwen worden opgericht.
- d. In afwijking van het bepaalde onder c. mag de oppervlakte van bedrijfsgebouwen bij de manege aan de Frankenbeemdweg 39 (Oss) niet worden vermeerderd.
- e. Indien een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
- f. Voor de voorgevellijn van de woning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevellijn met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- g. De bebouwing dient te voldoen aan de regels als genoemd in tabel 21:
Tabel 21
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
Bedrijfsgebouwen | 6 | 10 | zie artikel 12.2 onder c en d | - |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie | 6 | 10 | - | 600 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 6 | 100 | - |
Erfafscheidingen | - | voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1; voor het overige: 2 | - | - |
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | - | netten en ballenvangers: 6 palen en lichtmasten: 15 stapmolens: 2,5 overige: 2 | - | - |
12.3 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie,
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 12.1 voor de activiteit als genoemd in tabel 22, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de omschreven voorwaarden:
Tabel 22
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg; - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden; - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m²; - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw; - de verleende ontheffing wordt door burgemeester en wethouders ingetrokken indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is; - indien de bewoning van een bijgebouw of bedrijfsgebouw plaatsvindt door degene die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw of bedrijfsgebouw hebben verlaten. |
Artikel 13 Verkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. wegen;
- b. fiets- en voetpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. vaarweg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vaarweg';
- g. uitsluitend fietspad, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – fietspad';
- h. grondwaterbescherming en het beschermen van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen.
Van het doel 'wegen' mag het aantal rijstroken ten hoogste 2 x 2 bedragen. Een ingrijpende wijziging van het profiel, waaronder begrepen wijziging van het aantal rijstroken, is, afgezien van een plaatselijke verbreding of versmalling, niet toegestaan.
In het doel 'water en waterhuishoudkundige voorzieningen' zijn de doelen begrepen als bedoeld in artikel 15.1.
In het doel 'vaarweg' zijn de doelen begrepen als bedoeld in artikel 16.1.
13.2 Bouwregels
Uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 13.1 zijn toegestaan, met dien verstande, dat:
- a. bebouwing alleen mag worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 13.1;
- b. de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet meer mag bedragen dan 12 m;
- c. de bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten niet meer mag bedragen dan 12 m;
- d. de bouwhoogte van bruggen niet meer mag bedragen dan de bestaande bouwhoogte;
- e. de bouwhoogte van overige kunstwerken en kunstobjecten niet meer mag bedragen dan 12 m;
- f. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouw zijnde niet meer mag bedragen dan 4 m.
Artikel 14 Verkeer - Railverkeer
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. spoorwegen;
- b. spoorwegovergangen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. horecavoorzieningen in de categorie horeca 3;
- g. vaarweg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vaarweg';
- h. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen.
Van de spoorwegen mag het aantal spoorbanen niet worden vergroot.
In het doel 'vaarweg' zijn de doelen begrepen als bedoeld in artikel 16.1.
14.2 Bouwregels
Artikel 15 Water
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. watergangen, waterpartijen, oevers en taluds;
- b. waterhuishouding;
- c. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende natuur- en landschapswaarden;
- d. extensief recreatief gebruik in, op en aan het water;
- e. verkeer;
- f. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen.
In het doel 'verkeer' zijn de doeleinden begrepen als bedoeld in artikel 13.1. Voor zover betrekking hebbend op wegen en paden, zijn deze doelen beperkt tot de bestaande wegen, uitwegen en bruggen, met inachtneming van het bestaande aantal rijstroken.
15.2 Bouwregels
Uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 15.1 zijn toegestaan, met een maximale hoogte van 6 m.
15.3 Specifieke gebruiksregel
Onder verboden gebruik in verband met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik of het doen of laten gebruiken van gronden als ligplaats voor woonschepen.
Artikel 16 Water - Vaarweg
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water – Vaarweg' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. beroeps- en pleziervaart;
- b. watergangen, waterpartijen, oevers en taluds;
- c. waterhuishouding;
- d. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende natuur- en landschapswaarden, waaronder begrepen bakenbomen;
- e. ligplaats voor ten hoogste twee woonschepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
- f. extensief recreatief gebruik in, op en aan het water;
- g. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijhorende voorzieningen.
16.2 Bouwregels
Uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 16.1 zijn toegestaan met een maximale hoogte van 4 m.
16.3 Specifieke gebruiksregel
Onder verboden gebruik in verband met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik of het doen of laten gebruiken van gronden als ligplaats voor woonschepen, behalve ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats'.
Artikel 17 Wonen
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. wonen in woningen inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen;
- b. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- c. de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep tot een maximum vloeroppervlak van 25 m²;
- d. bed & breakfast als recreatieve nevenactiviteit uitsluitend binnen de woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, alsmede binnen vrijstaande cultuurhistorisch waardevolle bijgebouwen op percelen die met 'cultuurhistorische waarden' zijn aangeduid, een en ander in maximaal 2 slaapkamers en ten behoeve van maximaal 4 personen;
- e. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen.
In het doel 'wonen' zijn bestaande kleinschalige nevenactiviteiten uitsluitend begrepen indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a. het gebruik ten behoeve van de nevenactiviteit vindt plaats binnen het bestemmingsvlak;
- b. de vorm en omvang van de nevenactiviteit zijn beperkt tot de vormen en omvang van bedrijvigheid zoals die per adres zijn vermeld in de bijlage 'Aanwezige kleinschalige nevenactiviteiten' (Bijlage 3);
- c. er vindt geen buitenopslag plaats;
- d. het parkeren vindt op eigen terrein plaats.
17.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 17.1.
- b. Het aantal woningen bedraagt niet meer dan één, dan wel niet meer dan het op de plankaart aangegeven aantal.
- c. In afwijking van het bepaalde onder b. bedraagt het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' niet meer dan vier, en ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' niet meer dan twee.
- d. Algehele herbouw van een woning mag uitsluitend plaatsvinden op de oorspronkelijke locatie binnen het bestemmingsvlak.
- e. Indien een bouwvlak is aangegeven, mogen woningen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat buiten het bouwvlak uitsluitend erkers, balkons en luifels zijn toegestaan, mits de bouwgrens met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel.
- f. Voor de voorgevellijn van de woning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevellijn met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- g. De afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens dient tenminste 3 m te bedragen, met dien verstande dat bij aaneengebouwde hoekwoningen het hoofdgebouw aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens mag worden geplaatst en dat bij aaneengebouwde tussenwoningen het hoofdgebouw aan beide zijden in de zijdelingse perceelsgrens mag worden geplaatst.
- h. Per afzonderlijk bestemmingsvlak dient de bebouwing te voldoen aan de regels als genoemd in tabel 23:
Tabel 23
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
Woning inclusief uit- en aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen | indien een hoogteaanduiding is opgenomen op de plankaart: de hoogte zoals aangegeven in die aanduiding; in de overige gevallen: 6 | indien een hoogteaanduiding is opgenomen op de plankaart: de hoogte zoals aangegeven in die aanduiding; in de overige gevallen: 10 | - | ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand', 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd': -; indien een inhoudsaanduiding is opgenomen op de plankaart: de inhoud zoals aangegeven in die aanduiding; in de overige gevallen: 600 |
Vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | 3 | 6 | uitsluitend op het adres Runselstraat 7 in Berghem: 175; uitsluitend op het adres Dorpenweg 31 in Deursen-Dennenburg: 380; in de overige gevallen: 100 | - |
Erfafscheidingen | - | voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1; voor het overige: 2 | - | - |
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | - | 6 | - | - |
17.3 Ontheffing van de bouwregels
- a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 17.2, sub g, voor een kleinere afstand tot de zijdelingse perceelgrens, indien de belangen van derden hierdoor niet onevenredig worden aangetast;
- b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 17.2, sub h, voor het toestaan van een goothoogte van een woning van maximaal 7 m, mits dit een aantoonbare meerwaarde heeft voor de inpassing van de woning in zijn omgeving;
- c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 17.2, sub h, voor het toestaan van een grotere inhoud van de woning en/of een grotere oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen bij sloop van aanwezige gebouwen tot de in de tabel genoemde maten:
bij sloop van minimaal | toegestane inhoud van de woning respectievelijk toegestane oppervlakte vrijstaande bijgebouwen bij de woning |
250 m² | 700 m3 + 100 m² |
500 m² | 800 m3 + 100 m² |
750 m² | 900 m3 + 100 m² |
1.500 m² | 900 m3 + 200 m² |
mits:
- 1. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteit;
- 2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- 3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- 4. alle bebouwing wordt gesloopt, voor zover deze de op grond van dit artikel toegestane oppervlakte- en inhoudsmaten te boven gaat.
- d. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 17.2, sub d, voor het algeheel herbouwen van een woning op een andere locatie, mits:
- 1. de herbouw plaatsvindt binnen hetzelfde bestemmingsvlak;
- 2. de herbouw vanuit landschappelijk, stedenbouwkundig en/of milieukundig oogpunt een verbeterde situering tot gevolg heeft;
- 3. de belangen van omliggende (niet-)agrarische bedrijven en aangrenzende percelen niet onevenredig worden aangetast.
- e. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 17.2, sub h, voor het bouwen van ooievaarsnesten met een hoogte van maximaal 8 m, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. de ruimtelijke kwaliteit;
- 2. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- 3. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- 4. de verkeersveiligheid;
- a. de woonsituatie.
17.4 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 17.1 voor de activiteiten als genoemd in tabel 24, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden:
Tabel 24
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg; - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden; - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m²; - het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw; - de verleende ontheffing wordt door burgemeester en wethouders ingetrokken indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is; - indien de bewoning van een bijgebouw plaatsvindt door degene die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw hebben verlaten; |
Het toestaan van aan-huis-verbonden-beroepen/bedrijven en productiegerichte ambachtelijke bedrijvigheid tot maximaal 75 m² | - de woonfunctie dient als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd te blijven; - er mag geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvinden; - een goede verkeersafwikkeling dient gewaarborgd te zijn en voorzien dient te kunnen worden in de parkeerbehoefte; - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van de bedrijvenlijst (bijlage 4); - er mag geen detailhandel plaatsvinden; - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben; |
Bedrijfsmatige opslag | - het betreft uitsluitend percelen met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – voormalig agrarisch bedrijf'; - uitsluitend statische opslag/opslag van caravans is toegestaan; - ontheffing wordt uitsluitend verleend ten behoeve van gebouwen voor opslagdoeleinden tot een maximum van 1.000 m²; - de opslag dient te voldoen aan de eisen die daaraan uit hoofde van de wettelijke bepalingen inzake externe veiligheid worden gesteld; - de opslag mag niet leiden tot een onevenredige vergroting van de lokale verkeersdruk; - bedrijfsmatige activiteiten verband houdend met de opslag zijn niet toegestaan; - buitenopslag is niet toegestaan; - er zijn geen milieuhygiënische bezwaren; |
Kleinschalige recreatieve nevenactiviteiten | - het betreft uitsluitend kleinschalige activiteiten, zoals een theeterras, een minicamping tot maximaal 5 plaatsen, overnachten in een mobiele vakantiewagen ('Pipowagen'), die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is; - buitenopslag is niet toegestaan; - er is geen sprake van onevenredige verkeersaantrekkende werking; - het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden; - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; - het betreft uitsluitend gronden die op de als bijlage 8 van deze regels deel uitmakende kaart 'Landschappelijke zonering' niet als 'Komgebied' zijn aangegeven; - het betreft geen activiteiten die vergunningplichtig zijn op grond van de Drank- en Horecawet. |
Artikel 18 Waarde - Archeologie 1
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
18.2 Aanlegvergunningen
Artikel 19 Waarde - Archeologie 2
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
19.2 Aanlegvergunningen
Artikel 20 Waarde - Archeologie 3
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
20.2 Aanlegvergunningen
Artikel 21 Waarde - Archeologie Monument 1
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie Monument 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aangetroffen en aanwezige archeologische momumenten ingevolge de Monumentenwet 1988 en archeologische waarden.
21.2 Bouwregels
Op de in artikel 21.1 bedoelde gronden mogen, zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken waarvoor een vergunning ingevolge artikel 11 van de Monumentenwet 1988 is verleend.
Artikel 22 Waarde - Archeologie Monument 2
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie Monument 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aangetroffen en aanwezige archeologische waarden.
22.2 Aanlegvergunningen
Artikel 23 Leiding - Gas
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een (ondergrondse) aardgasleiding, met bijbehorende voorzieningen, met dien verstande dat het hart van gasleidingen op een afstand van minimaal 5 m ten opzichte van de bestemmingsgrens gesitueerd dient te zijn.
23.2 Bouwregels
Op de in artikel 23.1 bedoelde gronden mag, zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, niet worden gebouwd, met uitzondering van bebouwing ten behoeve van het leidingenbeheer, met dien verstande dat per bestemmingsvlak maximaal één gebouw mag worden opgericht, met een maximale oppervlakte van 30 m² en een hoogte van niet meer dan 5 m en dat de hoogte van overige bouwwerken niet meer dan 3 m mag bedragen.
23.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- b. het bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing.
23.4 Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de leidingbeheerder, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 23.2 ten behoeve van op grond van de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, indien en voorzover dit uit veiligheidsoverwegingen aanvaardbaar is.
Artikel 24 Leiding - Hoogspanningsverbinding
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van bovengrondse hoogspanningsleidingen, met bijbehorende voorzieningen, met dien verstande dat het hart van hoogspanningsverbindingen op een afstand van minimaal 80 m ten opzichte van de bestemmingsgrens gesitueerd dient te zijn.
24.2 Bouwregels
Op de in artikel 24.1 bedoelde gronden mag, zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, niet worden gebouwd, met uitzondering van hoogspanningsmasten met een maximale hoogte van 65 m ten opzichte van NAP, en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van bovengrondse hoogspanningsleidingen met een maximale hoogte van 6 m ten opzichte van het peil.
24.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- b. het bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing.
24.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de leidingbeheerder, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 24.2 ten behoeve van op grond van de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, indien en voorzover dit uit veiligheids- en gezondheidsoverwegingen aanvaardbaar is.
Artikel 25 Leiding - Riool
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van (ondergrondse) rioolwaterleidingen, met bijbehorende voorzieningen, met dien verstande dat het hart van rioolwaterleidingen op een afstand van minimaal 5 m ten opzichte van de bestemmingsgrens gesitueerd dient te zijn.
25.2 Bouwregels
Op de in artikel 25.1 bedoelde gronden mag, zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, niet worden gebouwd, met uitzondering van bebouwing ten behoeve van het leidingenbeheer, met dien verstande dat per bestemmingsvlak maximaal één gebouw met een maximale oppervlakte van 30 m² en een hoogte van niet meer dan 5 m mag worden opgericht en dat de hoogte van overige bouwwerken niet meer dan 3 m mag bedragen.
25.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- b. het bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing.
25.4 Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de leidingbeheerder, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 25.2 ten behoeve van op grond van de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits dit niet strijdig is met de belangen van de rioolwaterafvoer.
Artikel 26 Leiding - Water
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van (ondergrondse) waterleidingen, met bijbehorende voorzieningen, met dien verstande dat het hart van waterleidingen op een afstand van minimaal 5 m ten opzichte van de bestemmingsgrens gesitueerd dient te zijn.
26.2 Bouwregels
Op de in artikel 26.1 bedoelde gronden mag, zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, niet worden gebouwd, met uitzondering van bebouwing ten behoeve van het leidingenbeheer, met dien verstande dat per bestemmingsvlak maximaal één gebouw met een maximale oppervlakte van 30 m² en een hoogte van niet meer dan 5 m mag worden opgericht en dat de hoogte van overige bouwwerken niet meer dan 3 m mag bedragen.
26.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- b. het bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing.
26.4 Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de leidingbeheerder, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 26.2 ten behoeve van op grond van de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits dit niet strijdig is met de belangen van het watertransport.
Artikel 27 Waterstaat - Waterkering
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van waterkeringen en voor doelen ten behoeve van de waterhuishouding, met bijbehorende voorzieningen.
27.2 Bouwregels
Op de in artikel 27.1 bedoelde gronden mag, zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken geen gebouw zijnde met een maximale hoogte van 6 m.
27.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- b. het bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing.
27.4 Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de waterkeringbeheerder, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 27.2 ten behoeve van op grond van de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits dit niet strijdig is met de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
Artikel 28 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de afvoer en doorstroming van water, met bijbehorende voorzieningen.
28.2 Bouwregels
Op de in artikel 28.1 bedoelde gronden mag, zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, niet worden gebouwd.
28.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- b. het bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing.
28.4 Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de waterbeheerder, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 28.2 ten behoeve van op grond van de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits dit niet strijdig is met de belangen van de afvoer en doorstroming van het water.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 29 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 30 Aanlegvergunningen
30.1 Aanlegvergunningsplicht
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders op en/of in de hierna genoemde gronden de werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren die in de onderstaande tabel zijn aangeduid met een X (aanlegvergunningplichtig).
Bestemming/gebiedsaanduiding/aanduiding op de bij deze regels horende kaarten 'Landschappelijke zonering' (bijlage 8) respectievelijk 'Weidevogelgebieden' (bijlage 9): | Werken en werkzaamheden | ||||||||
a | b | c | d | e | f | g | h | i | |
Weidevogelgebied | X | S* | - | X | X | X | - | X | X |
Komgebied | X | S* | - | X | X | X | - | X | - |
Slagengebied op dekzand | X | X | X | X | X | X | - | X | X |
Kampenontginningen op dekzand | X | X | X | X | X | X | - | X | X |
Ontginningen op oeverwal en rivierduinen | X | X | X | X | X | X | - | X | X |
Uiterwaarden | X | X | X | X | X | X | - | X | X |
Bebost duingebied | X | X | X | X | X | X | - | X | S |
Bos en opgaand groen | X | X | X | X | X | X | - | X | S |
Leiding – Gas | X | X | - | X | X | X | X | - | - |
Leiding – Hoogspanningsverbinding | X | X | - | - | X | X | - | - | - |
Leiding – Riool | X | X | - | X | X | X | X | - | - |
Leiding – Water | X | X | - | X | X | X | X | - | - |
Milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied | - | - | - | - | X | X | X | X | - |
Milieuzone – waterwingebied | - | - | - | - | X | X | X | X | - |
Waterstaat – Waterkering | X | X | - | X | X | X | - | X | - |
X aanlegvergunningplichtig
- niet aanlegvergunningplichtig en geen strijdig gebruik (zie 'Algemene gebruiksregels')
S strijdig gebruik (zie 'Algemene gebruiksregels')
* met uitzondering van erfbeplanting; voor erfbeplanting geldt: X
Werken en werkzaamheden:
- a. het vergraven, egaliseren en ophogen van gronden;
- b. het bebossen of anderszins beplanten met hoog opgaande bomen, struiken, heesters en daarmee vergelijkbare houtopstanden (met een hoogte van 1,5 m of meer);
- c. het rooien en kappen van bomen, struiken, heesters en daarmee vergelijkbare houtopstanden, behoudens het oogsten van teelten;
- d. het aanleggen of verbreden van wegen en paden;
- e. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verleggen, verruimen en dempen van bestaande waterlopen, sloten, greppels, kolken, oppervlaktewater, oevers, poelen en wielen;
- f. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
- g. diepploegen, zijnde het extra diep (dat wil zeggen: 0,5 m of meer) omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd;
- h. werken en werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten;
- i. het plaatsen van teeltondersteunende voorzieningen.
30.2 Uitzondering
Geen aanlegvergunning als bedoeld in artikel 30.1 is vereist voor werken en werkzaamheden:
- a. die op het moment van het van kracht worden van het plan legaal in uitvoering waren of legaal konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;
- b. die het normale gebruik, onderhoud en/of beheer betreffen van de gronden. Binnen de agrarische bestemmingen worden in ieder geval grondbewerkingen ten dienste van het agrarische gebruik beschouwd als normaal gebruik, mits de bodem tot niet meer dan 0,5 m onder maaiveld wordt geroerd;
- c. binnen bouwvlakken;
- d. binnen bestemmingsvlakken 'Bedrijf', 'Horeca', 'Maatschappelijk', 'Recreatie – Dagrecreatie', 'Recreatie – Verblijfsrecreatie', 'Sport', 'Verkeer', 'Verkeer – Railverkeer', 'Water', 'Water – Vaarweg' en 'Wonen';
- e. in afwijking van het bepaalde onder c. en d. is binnen de daar genoemde bouwvlakken respectievelijk bestemmingsvlakken wel een aanlegvergunning vereist, voor zover deze bouwvlakken respectievelijk bestemmingsvlakken tevens zijn gelegen binnen de medebestemmingen 'Leiding – Gas', 'Leiding – Hoogspanningsverbinding', 'Leiding – Riool', 'Leiding – Water' en/of 'Waterstaat - Waterkering' en/of binnen de 'milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied' en/of binnen de 'milieuzone – waterwingebied', met dien verstande dat een aanlegvergunning in die gevallen uitsluitend vereist is voor zover dat voor die medebestemmingen respectievelijk milieuzones volgt uit de tabel in artikel 30.1.
30.3 Toelaatbaarheid
- a. Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 30.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende kan worden tegemoetgekomen.
- b. Bij de afweging als bedoeld als onder a. wordt in ieder geval betrokken de bestemmingsomschrijving van de ter plaatse geldende bestemming en/of zone.
- c. Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 30.1 mag niet worden verleend voor werken en/of werkzaamheden op en/of in gronden die tevens bestemd zijn tot 'Waarde - Archeologie Monument1', tenzij een vergunning ingevolge artikel 11 van de Monumentwet 1988 is verleend.
- d. Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 30.1 voor werken en/of werkzaamheden op en/of in gronden die tevens bestemd zijn tot 'Waarde - Archeologie 1', 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde -Archeologie 3' of 'Waarde - Archeologie Monument 2' kan alleen worden verleend indien tevens, voor zover vereist, een aanlegvergunning op grond van artikelen 18, 19, 20 respectievelijk 22 wordt verleend.
Artikel 31 Algemene Bouwregels
31.1 Afwijkende bebouwing
Indien de bestaande bebouwing afwijkt van hetgeen elders in deze regels is toegestaan, dienen in afwijking van die regels, de bestaande afwijkingen voor wat betreft:
- a. goothoogte;
- b. bouwhoogte;
- c. oppervlakte;
- d. inhoud;
- e. afstand tot de as van de weg;
- f. afstand tot de zijdelingse perceelsgrens,
ter plaatse van de afwijking als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, mits deze afwijkende maatvoering op legale wijze tot stand is gekomen.
31.2 Onderkeldering en hoogte beganegrondvloer
Onderkeldering van gebouwen, met uitzondering van recreatiewoningen, is toegestaan met dien verstande, dat:
- a. onderbouwen en kelders maximaal één laag mogen omvatten;
- b. de beganegrondvloer van het gebouw maximaal 0,5 m boven het peil mag zijn gelegen;
- c. onderbouwen en kelders niet meetellen bij de in de regels opgenomen maximale inhoudsmaat van deze gebouwen.
31.3 Afstand van bouwwerken tot de weg
De afstand van bouwwerken tot de as van de weg dient ten minste 20 m te bedragen.
Artikel 32 Algemene Gebruiksregels
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan een gebruik of het doen of laten gebruiken:
- a. van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats met het oog op het in de bestemming passende gebruik;
- b. van gronden of bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van detailhandel die met het oog op de aan de betrokken gronden gegeven bestemming is toegestaan;
- c. van gronden voor een kleinschalig kampeerterrein, groepskampeerterrein en/of natuurkampeerterrein, anders dan met het oog op de aan de betrokken gronden gegeven bestemming is toegestaan;
- d. van gronden voor motor-, water- en modelvliegtuig- en andere vormen van lawaaisport, anders dan met het oog op de aan de betrokken gronden gegeven bestemming is toegestaan;
- e. van gronden of bouwwerken voor een seksinrichting;
- f. van vrijstaande bijgebouwen en bedrijfsgebouwen voor bewoning, anders dan het op grond van deze regels toegestane gebruik ten behoeve van mantelzorg;
- g. van recreatiewoningen en stacaravans voor permanente bewoning;
- h. van gronden voor het buiten bouwvlakken aanleggen en vergroten van oppervlakteverhardingen binnen de bestemmingen 'Agrarisch', Agrarisch met waarden – Landschap', 'Agrarisch met waarden – Landschap en natuur' en 'Natuur';
- i. van gronden voor werken en/of werkzaamheden die in de tabel in artikel 30.1 met S (strijdig gebruik) zijn aangeduid;
- j. van gronden met een agrarische bestemming als visvijver;
- k. van gronden voor bedrijfsdoeleinden, anders dan met het oog op de aan de betrokken gronden gegeven bestemming is toegestaan.
Artikel 33 Algemene Aanduidingsregels
33.1 cultuurhistorische waarden
33.2 vrijwaringszone - molenbiotoop
33.3 geluidszone - industrie NB: is vervallen zie uitspraak Raad van State
Op de gronden die zijn aangeduid als 'geluidszone - industrie' mag, zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen geluidgevoelige bebouwing worden opgericht, tenzij ingevolge de Wet geluidhinder een hogere waarde is vastgesteld en gebouwd wordt met inachteming van die hogere waarde.
NB: Uittreksel uit uitspraak Raad van State 27 juni 2012 nr. 201008988/1/R3;LJN: BW9531
Om te voorkomen dat in de periode tot aan de inwerkingtreding van dit nieuwe bestemmingsplan een onaanvaardbare situatie kan ontstaan, ziet de Afdeling aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vijfde lid, van de Awb bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat artikel 33, lid 33.3 van de planregels blijft gelden tot de inwerkingtreding van het nieuw vast te stellen bestemmingsplan.
33.4 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
33.5 milieuzone - waterwingebied
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
33.6 overig - schuilgelegenheden
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
33.7 reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
33.8 reconstructiewetzone - verwevingsgebied
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
33.9 wro-zone wijzigingsgebied 1
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
33.10 wro-zone wijzigingsgebied 2
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
Artikel 34 Algemene Ontheffingsregels
34.1 Ontheffingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
ontheffing te verlenen van:
- a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de inhoudsmaat van woningen en de toegestane bouwhoogte op gronden die zijn aangeduid als 'vrijwaringszone - molenbiotoop, tot niet meer dan 10% van die maten;
- b. de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
- 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
- e. de regels ten behoeve van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde wordt vergroot:
- 1. ten behoeve van kunstwerken geen gebouw zijnde tot niet meer dan 30 m ten opzichte van NAP;
- 2. ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 30 m ten opzichte van NAP;
- 3. ten behoeve van overige bouwwerken geen gebouw zijnde tot niet meer dan 10 m;
- f. de regels ten behoeve van de maximaal toegestane bouwhoogte van erfscheidingen en toestaan dat erfscheidingen worden gebouwd tot maximaal 2 m, mits de ruimtelijke kwaliteit en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden aangetast;
- g. de regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van deze maximaal toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, lichtkokers, liftkokers, lichtkappen, windwokkels en technische ruimten, met dien verstande, dat:
- 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
- 2. de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
- h. de regel als bedoeld in artikel 31.3 ten behoeve van het overschrijden van de minimaal aan te houden afstand tot de as van de weg, mits het bepaalde in de Wet geluidhinder in acht wordt genomen.
34.2 Uitzonderingen
Ontheffingen als bedoeld in artikel 34.1 kunnen niet worden verleend voor:
- a. bouwwerken in de bestemming 'Natuur';
- b. recreatiewoningen;
- c. verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Artikel 35 Wijzigingsregels
35.1 Wijziging actualisering
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de actualisering van de in het plan opgenomen verwijzing naar wetten, verordeningen, circulaires, publicaties, instanties en dergelijke, indien het handhaven van de in de regels opgenomen redactie tot onduidelijkheden en/of onjuistheden met het oog op de verwijzing leidt en indien de actualisering geen inhoudelijke beleidswijziging betreft.
35.2 Wijziging vergroting bouwvlak van grondgebonden agrarische bedrijven
- a. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergroten van bouwvlakken van grondgebonden agrarische bedrijven binnen de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschap' en 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur', met uitzondering van bouwvlakken die zijn gelegen binnen de op de bij deze regels horende kaart "Functionele zonering' aangegeven zone 'GHS - Natuur'.
- b. De maximale oppervlakte na vergroting bedraagt 2,5 ha voor bouwvlakken die gelegen zijn zowel binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' aangegeven zones 'AHS', als binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegeven zone 'komgebied', en 1,5 ha voor bouwvlakken die gelegen zijn binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' aangegeven zone 'GHS – Landbouw' en/of op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegeven zones 'slagengebied op dekzand', 'kampenontginningen op dekzand', 'ontginningen op oeverval en rivierduinen' of 'bebouwingsconcentraties'.
- c. In afwijking van het bepaalde onder b. mogen de hieronder genoemde bedrijven uitbreiden tot de genoemde omvang:
- 1. Kapelstraat 49 Megen: 2 ha;
- 2. Sluisweg 2 Macharen: 2 ha;
- 3. Hoogoordstraat 3 Macharen: 2,5 ha;
- 4. Amsteleindstraat 29 Oss: 2 ha;
- 5. Langestraat 14 Dieden: 2,5 ha;
- 6. Hoogoordstraat 8 Macharen: 2 ha.;
- d. De onder a tot en met c bedoelde wijzigingen kunnen alleen worden toegepast mits:
- 1. de noodzaak ervan is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kader burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen;
- 2. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- 3. in geval van gemengde bedrijven is zekergesteld dat de maximaal toegestane bebouwde oppervlakte ten behoeve van de intensieve veehouderij niet toeneemt;
- 4. aangetoond is dat de landschappelijke inpassing op zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij –voor zover van toepassing- wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen uit de gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging'.
35.3 Wijziging vergroting bouwvlak van grondgebonden agrarische bedrijven ten behoeve van intensieve veehouderij
- a.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergrotenvan bouwvlakken zonder de aanduiding 'intensieve veehouderij' binnen de bestemmingen 'Agrarisch'en 'Agrarisch met waarden - Landschap' ten behoeve van de uitbreiding van een neventak intensieveveehouderij, voor zover deze bouwvlakken gelegen zijn binnen de op de plankaart aangegevengebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied' tot een maximale omvangvan 3,5 ha. - b.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergrotenvan bouwvlakken zonder de aanduiding 'intensieve veehouderij' binnen de bestemmingen 'Agrarisch'en 'Agrarisch met waarden - Landschap' ten behoeve van de uitbreiding van een neventak intensieveveehouderij, voor zover deze bouwvlakken gelegen zijn binnen de op de plankaart aangegevengebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' én binnen de op de bij deze regelshorende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegeven zone 'komgebied' tot een maximale omvangvan 2,5 ha mits sprake is van een duurzame locatie; indien geen sprake is van een duurzamelocatie kan uitsluitend worden uitgebreid voor zover dit noodzakelijk is met het oog op wettelijkedierenwelzijnseisen en tot een maximale omvang van 2,5 ha. - c.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergrotenvan bouwvlakken zonder de aanduiding 'intensieve veehouderij' binnen de bestemmingen 'Agrarisch'en 'Agrarisch met waarden - Landschap', ten behoeve van de uitbreiding van een neventak intensieveveehouderij, voor zover deze bouwvlakken gelegen zijn binnen de op de plankaart aangegevengebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' én binnen de op de bij deze regelshorende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegeven zones 'slagengebied op dekzand','kampenontginningen op dekzand', 'ontginningen op oeverval en rivierduinen' of'bebouwingsconcentraties' tot een maximale omvang van 1,5 ha mits sprake is van een duurzamelocatie; indien geen sprake is van een duurzame locatie kan uitsluitend worden uitgebreid voor zoverdit noodzakelijk is met het oog op wettelijke dierenwelzijnseisen en tot een maximale omvang van1,5 ha. - d.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergrotenvan bouwvlakken zonder de aanduiding 'intensieve veehouderij' binnen de bestemmingen 'Agrarisch','Agrarisch met waarden - Landschap' en 'Agrarisch met waarden – Landschap en natuur' tenbehoeve van de uitbreiding van een neventak intensieve veehouderij, voor zover deze bouwvlakkenniet gelegen zijn binnen de op de plankaart aangegeven gebiedsaanduidingen 'reconstructiewetzone– landbouwontwikkelingsgebied' of 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' en wel binnen de opde bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegeven zone 'komgebied' voorzover dit noodzakelijk is met het oog op wettelijke dierenwelzijnseisen en tot een maximale omvangvan 2,5 ha. - e.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergrotenvan bouwvlakken zonder de aanduiding 'intensieve veehouderij' binnen de bestemmingen 'Agrarisch','Agrarisch met waarden - Landschap' en 'Agrarisch met waarden – Landschap en natuur' tenbehoeve van de uitbreiding van een neventak intensieve veehouderij, voor zover deze bouwvlakkenniet gelegen zijn binnen de op de plankaart aangegeven gebiedsaanduidingen 'reconstructiewetzone– landbouwontwikkelingsgebied' of 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' en wel binnen de opde bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegeven zones 'slagengebied opdekzand', 'kampenontginningen op dekzand', 'ontginningen op oeverval en rivierduinen' of'bebouwingsconcentraties' voor zover dit noodzakelijk is met het oog op wettelijkedierenwelzijnseisen en tot een maximale omvang van 1,5 ha. - f.
In afwijking van het ten aanzien van de maatvoering bepaalde onder a. tot en met e. mogen dehieronder genoemde bedrijven uitbreiden tot de genoemde omvang:- 1.
Kapelstraat 49 Megen: 2 ha; - 2.
Sluisweg 2 Macharen: 2 ha; - 3.
Hoogoordstraat 3 Macharen: 2,5 ha; - 4.
Amsteleindstraat 29 Oss: 2 ha; - 5.
Langestraat 14 Dieden: 2,5 ha; - 6.
Hoogoordstraat 8 Macharen: 2 ha.;
- 1.
- g.
De onder a. tot en met f. bedoelde wijzigingen kunnen alleen worden toegepast mits:- 1.
de noodzaak ervan is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kaderburgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie AgrarischeBouwaanvragen; - 2.
aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur,volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in deomgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap,cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden; - 3.
aangetoond is dat de landschappelijke inpassing op zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij –voorzover van toepassing- wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnenuit de gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging'.
- 1.
35.4 Wijziging vergroting bouwvlak van overige niet-grondgebonden agrarische bedrijven
- a. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergroten van bouwvlakken van overige niet-grondgebonden agrarische bedrijven binnen de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschap' en 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur', met uitzondering van bouwvlakken die zijn gelegen binnen de op de bij deze regels horende kaart "Functionele zonering' aangegeven zones 'GHS'.
- b. De maximale oppervlakte na vergroting bedraagt 2,5 ha voor bouwvlakken die gelegen zijn zowel binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' aangegeven zones 'AHS', als binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegeven zone 'komgebied', en 1,5 ha voor bouwvlakken binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' aangegeven zone 'AHS' en op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegeven zones 'slagengebied op dekzand', 'kampenontginningen op dekzand', 'ontginningen op oeverval en rivierduinen' of 'bebouwingsconcentraties'.
- c. De wijziging kan alleen worden toegepast mits:
- 1. de noodzaak ervan is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kader burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen;
- 2. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- 3. in geval van gemengde bedrijven is zekergesteld dat de maximaal toegestane bebouwde oppervlakte ten behoeve van de intensieve veehouderij niet toeneemt;
- 4. aangetoond is dat de landschappelijke inpassing op zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij –voor zover van toepassing- wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen uit de gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging'.
35.5 Wijziging vergroting bouwvlak van intensieve veehouderijbedrijven ten behoeve van intensieve veehouderij
- a.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergrotenvan bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve veehouderij' binnen de bestemmingen 'Agrarisch' en'Agrarisch met waarden - Landschap', voor zover deze bouwvlakken gelegen zijn binnen de op deplankaart aangegeven gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied' toteen maximale omvang van 3,5 ha. - b.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergrotenvan bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve veehouderij' binnen de bestemmingen 'Agrarisch' en'Agrarisch met waarden - Landschap', voor zover deze bouwvlakken gelegen zijn binnen de op deplankaart aangegeven gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' én binnen deop de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegeven zone 'komgebied' toteen maximale omvang van 2,5 ha mits sprake is van een duurzame locatie; indien geen sprake isvan een duurzame locatie kan uitsluitend worden uitgebreid voor zover dit noodzakelijk is met hetoog op wettelijke dierenwelzijnseisen en tot een maximale omvang van 2,5 ha. - c.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergrotenvan bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve veehouderij' binnen de bestemmingen 'Agrarisch' en'Agrarisch met waarden - Landschap', voor zover deze bouwvlakken gelegen zijn binnen de op deplankaart aangegeven gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' én binnen deop de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegeven zones 'slagengebied opdekzand', 'kampenontginningen op dekzand', 'ontginningen op oeverval en rivierduinen' of'bebouwingsconcentraties' tot een maximale omvang van 1,5 ha mits sprake is van een duurzamelocatie; indien geen sprake is van een duurzame locatie kan uitsluitend worden uitgebreid voor zoverdit noodzakelijk is met het oog op wettelijke dierenwelzijnseisen en tot een maximale omvang van1,5 ha. - d.
In afwijking van het ten aanzien van de maatvoering bepaalde onder c. mag het bedrijf aan deBerghemseweg 10 in Herpen uitbreiden tot 2 ha. - e.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergrotenvan bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve veehouderij' binnen de bestemmingen 'Agrarisch','Agrarisch met waarden - Landschap' en 'Agrarisch met waarden – Landschap en natuur', voor zoverdeze bouwvlakken niet gelegen zijn binnen de op de plankaart aangegeven gebiedsaanduidingen'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied' of 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied'en wel binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegeven zone'komgebied' voor zover dit noodzakelijk is met het oog op wettelijke dierenwelzijnseisen en tot eenmaximale omvang van 2,5 ha. - f.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergrotenvan bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve veehouderij' binnen de bestemmingen 'Agrarisch','Agrarisch met waarden - Landschap' en 'Agrarisch met waarden – Landschap en natuur', voor zoverdeze bouwvlakken niet gelegen zijn binnen de op de plankaart aangegeven gebiedsaanduidingen'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied' of 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied'en wel binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Landschappelijke zonering' aangegevenzones 'slagengebied op dekzand', 'kampenontginningen op dekzand', 'ontginningen op oeverval enrivierduinen' of 'bebouwingsconcentraties' voor zover dit noodzakelijk is met het oog op wettelijkedierenwelzijnseisen en tot een maximale omvang van 1,5 ha. - g.
De onder a. tot en met f. bedoelde wijzigingen kunnen alleen worden toegepast mits:- 1.
de noodzaak ervan is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kaderburgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie AgrarischeBouwaanvragen; - 2.
aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur,volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in deomgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap,cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden; - 3.
aangetoond is dat de landschappelijke inpassing op zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij –voorzover van toepassing- wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnenuit de gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging'.
- 1.
35.6 Wijziging vormverandering agrarisch bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan zodanig wijzigen dat op de plankaart een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschap' een andere vorm krijgt mits:
- a.
indien het een bouwvlak betreft met de aanduiding 'intensieve veehouderij' het gronden betreft diezijn gelegen binnen de op de plankaart aangegeven zone 'reconstructiewetzone -landbouwontwikkelingsgebied' of 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied'; - b.
indien het een bouwvlak betreft met de aanduiding 'intensieve veehouderij' het een duurzame locatiebetreft; - c. de oppervlakte van het te wijzigen bouwvlak niet wijzigt;
- d. de noodzaak ervan is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kader burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen;
- e. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- f. aangetoond is dat de landschappelijke inpassing op zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij –voor zover van toepassing- wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen uit de gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging'.
35.7 Wijziging omschakeling naar intensieve veehouderij
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan zodanig wijzigen dat op de plankaart in een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschap' de aanduiding 'intensieve veehouderij' wordt aangegeven mits:
- a.
het gronden betreft die zijn gelegen binnen de op de plankaart aangegeven zone'reconstructiewetzone - verwevingsgebied'; - b.
het een duurzame locatie betreft; - c.
de noodzaak ervan is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kaderburgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen; - d.
aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur,volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in deomgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap,cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden; - e.
aangetoond is dat de landschappelijke inpassing op zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij –voorzover van toepassing- wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen uitde gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging'.
35.8 Wijziging omschakeling wonen (voormalig agrarisch bedrijf) naar grondgebonden agrarisch bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan zodanig wijzigen dat op de plankaart een bouwvlak met de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschap' dan wel 'Agrarisch metwaarden - Landschap en natuur' wordt aangegeven ten behoeve van de vestiging van een volwaardig grondgebonden agrarisch bedrijf, mits:
- a. de volwaardigheid van het te vestigen bedrijf is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kader burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen;
- b. er sprake is van de bestemming 'Wonen', met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – voormalig agrarisch bedrijf';
- c. op de locatie ten minste 500 m² aan voormalige agrarische bedrijfsbebouwing aanwezig is;
- d. het gronden betreft die zijn gelegen binnen de op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' aangegeven zones AHS;
- e. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- f. aangetoond is dat de landschappelijke inpassing op zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij –voor zover van toepassing- wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen uit de gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging'.
35.9 Wijziging omschakeling wonen (voormalig agrarisch bedrijf) naar intensieve veehouderij
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan zodanig wijzigen dat op de plankaart een bouwvlak met de bestemming 'Agrarisch' dan wel 'Agrarisch met waarden – Landschap' wordt aangegeven ten behoeve van de vestiging van een volwaardige intensieve veehouderij, mits:
- a.
de volwaardigheid van het te vestigen bedrijf is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan,in welk kader burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie AgrarischeBouwaanvragen; - b.
er sprake is van de bestemming 'Wonen', met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – voormaligagrarisch bedrijf'; - c.
op de locatie ten minste 500 m² aan voormalige agrarische bedrijfsbebouwing aanwezig is; - d.
het gronden betreft die zijn gelegen binnen de op de plankaart aangegeven zone'reconstructiewetzone – verwevingsgebied'; - e.
het een duurzame locatie betreft; - f.
aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur,volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in deomgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap,cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden; - g.
aangetoond is dat de landschappelijke inpassing op zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij –voorzover van toepassing- wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen uitde gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging'.
35.10 Wijziging omschakeling naar bedrijf
35.11 Wijziging omschakeling agrarische bedrijven naar wonen I
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan zodanig wijzigen dat op de plankaart een bouwvlak met de bestemming 'Agrarisch' dan wel 'Agrarisch met waarden - Landschap' dan wel 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de omschakeling van agrarische bedrijvigheid naar wonen, met inachtneming van het aantal voormalige bestaande bedrijfswoningen, mits:
- a. de agrarische bedrijfsactiviteiten blijvend worden gestaakt;
- b. voor zover het agrarische bedrijven betreft op gronden die zijn aangeduid als 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' dan wel op gronden die op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' zijn aangeduid als 'landbouwlinten' is aangetoond dat voortgezet agrarisch gebruik van het agrarische bedrijf op de betreffende locatie niet reëel is;
- c. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
- d. het aantal woningen na de wijziging niet meer bedraagt dan 1, dan wel niet meer dan het aantal agrarische bedrijfswoningen dat op basis van dit bestemmingsplan is toegestaan vóór de functiewijziging;
- e. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- f. de inhoud van de woningen niet meer bedraagt dan 750 m3;
- g. voor het overige met de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn op de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de daarvoor opgenomen ontheffingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen.
35.12 Wijziging omschakeling agrarische bedrijven naar wonen II
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan zodanig wijzigen dat op de plankaart een bouwvlak met de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschap' of 'Agrarisch metwaarden - Landschap en natuur' dan wel een bestemmingsvlak 'Wonen' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen' zonder de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – voormalig agrarisch bedrijf' ten behoeve van de omschakeling van agrarische bedrijvigheid naar wonen, waarbij het aantal woningen meer bedraagt dan het aantal voormalige bedrijfswoningen, mits:
- a. de locatie is gelegen binnen een op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' aangeduide bebouwingsconcentratie;
- b. de eventueel voorkomende agrarische bedrijfsactiviteiten blijvend worden gestaakt;
- c. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
- d. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- e. het aantal te realiseren woningen en/of de economische opbrengst van de woningbouw in een redelijke verhouding staat tot de waarde van het te saneren agrarische bedrijf, bepaald volgens de in de toelichting bij dit bestemmingsplan aangegeven VIV-systematiek, en een eventuele landschappelijke en/of cultuurhistorische tegenprestatie, daaronder begrepen natuurontwikkeling;
- f. aan de hand van een inrichtingsplan is aangetoond dat er sprake is van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen uit de gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging';
- g. de inhoud van de woningen niet meer bedraagt dan 750 m3;
- h. voor het overige met de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn op de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de daarvoor opgenomen ontheffingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen;
- i. de toename van het aantal woningen in overeenstemming dient te zijn met het gemeentelijke woonbeleid.
35.13 Wijzigingen overig
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de in tabel 26 omschreven activiteiten, zulks met inachtneming van de aangegeven voorwaarden:
Tabel 26
wijziging | Voorwaarden |
Wijziging naar de bestemming 'Natuur' ten behoeve van bos- en natuurontwikkeling | - wijziging vindt plaats op de gronden die op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' zijn aangeduid als 'GHS - Natuur (EHS)', 'GHS - Landbouw' of 'Ecologische verbindingszone'; - voor zover het betreft de gronden die op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' zijn aangeduid als 'GHS - Landbouw' vindt wijziging uitsluitend plaats op basis van vrijwilligheid van de kant van de grondeigenaren en voor zover agrarische belangen niet onevenredig worden geschaad; |
Wijziging ten behoeve van het opnemen van de functieaanduiding 'waterberging' | de wijziging heeft uitsluitend betrekking op de gronden die op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' zijn aangeduid als 'Waterberging reservering 2050'; de gronden staan krachtens een langlopende juridische beheersvorm ter beschikking van het waterschap; - na de wijziging zijn de als zodanig aangeduide gronden mede bestemd voor waterberging; verder is het na wijziging verboden, zo nodig in afwijking van de overige regels, om deze gronden te bebouwen en is het aanlegvergunningenstelsel van artikel 30 van de planregels van toepassing, voor zover betrekking hebbend op de werken en werkzaamheden onder h (werken en werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten). |
Wijziging ten behoeve van de vestiging van een overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf door toevoeging van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf' aan een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschap' of 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur' | de wijziging heeft uitsluitend betrekking op gronden die op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' zijn aangeduid als 'AHS'; indien het bouwvlak groter is of wordt dan 1,5 ha, dient tevens te worden voldaan aan de eisen zoals geformuleerd in artikel 35.4. |
Wijziging ten behoeve van de toevoeging of het laten vervallen van de bescherming van archeologische waarden door het laten vervallen en/of opnemen van de medebestemming 'Waarde – Archeologie Monument 1', 'Waarde – Archeologie Monument 2', 'Waarde – Archeologie 1', 'Waarde – Archeologie 2' of 'Waarde – Archeologie 3' | -de geconstateerde aan- of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van onderzoek en/of opgraving, geeft aanleiding tot wijziging; -alvorens tot wijziging over te gaan, horen burgemeester en wethouders de Rijkdsdienst voor het Cultureel Erfgoed, uitsluitend indien de wijziging (mede) betrekking heeft op de medebestemming 'Waarde – Archeologie Monument 1'. |
Wijziging ten behoeve van de bouw van een tweede bedrijfswoning binnen een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden – Landschap' of 'Agrarisch met waarden – Landschap en natuur' | -aangetoond dient te zijn dat sprake is van een noodzakelijk en intensief toezicht dat slechts door ten minste twee volwaardige arbeidskrachten kan worden verricht, en dat het bedrijf duurzame werkgelegenheid biedt aan ten minste twee volwaardige arbeidskrachten, in welk kader burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen; -er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische bezwaren. |
Wijziging van de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden – Landschap' in de bestemming 'Wonen' | -de wijziging heeft uitsluitend betrekking op gronden die op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' zijn aangeduid als 'bebouwingsconcentratie'; -de toename van het aantal woningen dient in overeenstemming te zijn met het gemeentelijke woonbeleid; -er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische bezwaren; -sprake dient te zijn van een substantiële bijdrage aan de verbetering van landschappelijke kwaliteiten binnen de gemeente, in overeenstemming met het te dien aanzien bepaalde in de gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging' -aan de hand van een inrichtingsplan is aangetoond dat er sprake is van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen uit de gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging'; -de inhoud van de woningen bedraagt niet meer dan 750 m3; -voor het overige wordt met de bouw- en gebruiksmogelijkheden aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn op de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de aldaar opgenomen ontheffingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen. |
Wijziging door het laten vervallen en/of opnemen van de medebestemming 'Waterstaat – Waterstaatkundige functie' | -de wijziging dient in overeenstemming te zijn met een door de rijksoverheid vastgestelde wijziging in de kaartbijlage van de 'Beleidslijn grote rivieren'. |
Wijziging door het opnemen van de bestemming 'Wonen' ten behoeve van woningsplitsing | -de te splitsen woning heeft cultuurhistorische waarde en is gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden'; - de te splitsen woning heeft een inhoud van ten minste 700 m3, en de woningen na splitsing hebben elk een inhoud van ten minste 350 m3 per woning; - de verschijningsvorm van het gebouw wordt niet wezenlijk aangetast; - het grondoppervlak wordt niet vergroot en de bestaande situering wordt niet gewijzigd; - het aantal woningen na splitsing bedraagt niet meer dan 3; - de belangen van omliggende (niet-)agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast; - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; - de oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen bedraagt niet meer dan 100 m² per woning en de vrijstaande bijgebouwen worden voor het overige gesloopt; deze sloop is niet nodig indien de betreffende vrijstaande bijgebouwen zijn aangewezen als rijksmonument of gemeentelijk monument dan wel cultuurhistorische waarde hebben en gelegen zijn op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden'. |
Wijziging van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' in de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' | - de wijziging heeft uitsluitend betrekking op gronden die zijn aangeduid als 'wro-zone - wijzigingsgebied 1'; - aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en dat er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden; - aangetoond is dat de landschappelijke inpassing op zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij –voor zover van toepassing- wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan het bepaalde in de gemeentelijke ontwikkelingsvisie 'Buitengebied in beweging', die op deze wijziging van overeenkomstige toepassing is. |
Wijziging van de bestemming 'Agrarisch' in de bestemming 'Natuur' en wijziging van de bestemming 'Natuur' in 'Agrarisch' | - de wijziging heeft uitsluitend betrekking op gronden die zijn aangeduid als 'wro-zone - wijzigingsgebied 2'; - de oppervlakte van de bestemming 'Natuur' vermindert door toepassing van de wijziging niet; - de feitelijke aanleg en instandhoudiing op langere termijn van de nieuwe natuur dient voldoende gewaarborgd te zijn. |
Wijziging ten behoeve van de toevoeging of het laten vervallen van de bescherming van cultuurhistorische waarden door het laten vervallen en/of opnemen van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' | -de geconstateerde aan- of afwezigheid van cultuurhistorische waarden geeft aanleiding tot wijziging; -alvorens tot wijziging over te gaan horen burgemeester en wethouders de Monumentenkamer van de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. |
Artikel 36 Verwijzing Naar Andere Wettelijke Regelingen
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 37 Overgangsrecht
37.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van artikel 37.1 sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 37.1 sub a met maximaal 10%.
- c. Artikel 37.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
37.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 37.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in artikel 37.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Artikel 37.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
37.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
Onder bestaand gebruik als bedoeld in artikel 37.2 wordt voor wat betreft het met dit plan strijdige gebruik van de percelen als genoemd in Bijlage 6 bij deze regels ('Situaties persoonsgebonden overgangsrecht') uitsluitend verstaan het gebruik door de gebruikers die zijn vermeld in genoemde bijlage. Voortgezet gebruik door een rechtsopvolger, door rechtsopvolgers of overige derden wordt niet als bestaand gebruikt aangemerkt.
Artikel 38 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Oss - 2010''.
, voorzitter
, griffier
Bijlagen
Bijlage 1 Mogelijkheden Functieverandering Op (Voormalige) Agrarische Bedrijfslocaties Naar Agrarisch-technische Bedrijven, Agrarisch Gerelateerde Bedrijven En Niet-agrarische Bedrijven
Groene Hoofdstructuur als aangegeven op de bij de regels horende kaart 'Functionele zonering' | Agrarische hoofdstructuur als aangegeven op de bij de regels horende kaart 'Functionele zonering” | Bebouwings-concentraties als aangegeven op de bij de regels horende kaart 'Functionele zonering' | |
AGRARISCH -TECHNISCHE EN AGRARISCH GERELATEERDE BEDRIJVEN | |||
Agrarisch technische bedrijven | - | +1 | - |
Agrarisch gerelateerde bedrijven | - | +1 | +2 |
NIET-AGRARISCHE BEDRIJVEN | |||
- Agrotoerisme/recreatie - verblijfsrecreatie - dagrecreatie - sport | +3 + - | +1, 3 +1 - | + + + |
- Dienstverlening - zorgvoorziening (eventueel met woongelegenheid) - overige dienstverlening | - - | - - | +2 +2 |
- Caravanopslag/statische opslag tot maximaal 1.000 m² | +4 | +1 | + |
-: niet mogelijk
+: mogelijk
1 Niet op de als reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied aangeduide gronden, en niet in landbouwlinten zoals aangegeven op de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' (bijlage 7).
2 Niet op gronden die zijn aangeduid als GHS op de als bijlage 7 bij deze regels opgenomen kaart 'Functionele zonering'.
3 Niet op gronden die zijn aangeduid als GHS - Natuur (EHS) op de als bijlage 7 bij deze regels opgenomen kaart 'Functionele zonering'.
4 Niet op gronden die zijn aangeduid als GHS - Natuur op de als bijlage 7 bij deze regels opgenomen kaart 'Functionele zonering'.
Bijlage 2 Kleinschalige Nevenactiviteiten Bij Agrarische Bedrijven
Thema | Maximale omvang bebouwd oppervlak en overige parameters (oppervlakte, aantal, zonering op grond van de bij deze regels horende kaart 'Functionele zonering' (bijlage 7) en dergelijke) |
Agrarisch-technische bedrijven | Niet in GHS, bebouwingsconcentraties, landbouwlinten, AHS - Landbouwontwikkelingsgebied. |
Toeleveringsbedrijven voor de agrarische sector | Niet in GHS - Natuur, AHS - Landbouwontwikkelingsgebied en landbouwlinten. |
Statische opslag/caravanopslag | Maximaal 1.000 m² toegestaan. Niet in GHS - Natuur, AHS - Landbouwontwikkelingsgebied en landbouwlinten. |
Agrarisch gerelateerde bedrijven | Niet in AHS – Landbouwontwikkelingsgebied en landbouwlinten. |
Verblijfsrecreatie | Niet in AHS - Landbouwontwikkelingsgebied en landbouwlinten. Maximaal 6 eenheden. |
Dagrecreatie/sport, inclusief ondersteunende horeca | Niet in AHS - Landbouwontwikkelingsgebied en landbouwlinten. Maneges uitsluitend op maximaal 250 m vanaf de grens van het stedelijk gebied. |
Overige dienstverlening | Uitsluitend in bebouwingsconcentraties. |
Ambachtelijke landbouwproductverwerkende bedrijven, inclusief verkoop van streekproducten | Niet in AHS - Landbouwontwikkelingsgebied en landbouwlinten. |
Ambachtelijke bedrijven | Uitsluitend in bebouwingsconcentraties. Maximale productievloeroppervlakte: 200 m². |
Bijlage 3 Aanwezige Kleinschalige Nevenactiviteiten
Aanwezige kleinschalige nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven
Adres Vorm Oppervlakte in m²
Burgemeester Van Erpstraat 80 jeu de boulesbaan 350
De Beers 1 kinderdagverblijf 255
De Rijt 8 transportbedrijf 300
Deursenseweg 5 verkoop eigen producten 60
Ganzenweg 20 kinderbinnenspeeltuin/theeterras 500
Halve Morgenstraat 15 Smederij-, renovatie- en montage-
werkzaamheden 200
Herstraat 5 pallethandel 805
Koolwijksestraat 6 boerengolf met ondersteunende horeca 50
Koolwijksestraat 18 educatieve biologische boerderij met
recreatieve activiteiten, kookstudio en
ondersteunende horeca 150
Hoessenboslaan 27 hobbyclub 50
Maasbommelsestraat 30-32 loonbedrijf 550
Meerstraat 3 (Huisseling) buitenschoolse opvang 124
Meerstraat 6 (Megen) loonbedrijf 400
Oijenseweg 284 boerderijwinkel 100
Onderweg 10 kantoor 100
statische opslag/caravanstalling 1.000
Sint Sebastianusstraat 3 solexverhuur en ondersteunende horeca 150
caravanstalling 700
Spitsbergerweg 23 quadverhuur 50
Aanwezige kleinschalige nevenactiviteiten bij woningen
Adres Vorm Oppervlakte in m²
Amelsestraat 7 beeldengieterij 25
Dorpenweg 27 ijkstation 102
Heistraat 22 administratiekantoor 65
Hoogoordstraat 5 bed & breakfast 50
Hoogoordstraat 12 bloembinderij 50
Hoogoordstraat 12a caravanstalling 700
Huisdaalsestraat 2 caravanstalling 1235
Kleine Poelstraat 13 bezoektuin met ondersteunende horeca 50
Koepelweg 2 detailhandel 64
Koolwijksestraat 15 fietsverhuur en ondersteunende horeca 125
Oude Maasweg 2 theeterras/bed & breakfast 135
Zuijdenhoutstraat 4 theeterras/informatiecentrum/ 150
atelier/cursuscentrum
Bijlage 4 Bedrijvenlijst
SBI-2008 | nr | OMSCHRIJVING | categorie |
01 | - | LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW | |
011, 012, 013 | Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) | 2 | |
011, 012, 013, 016 | 0 | Tuinbouw: | |
011, 012, 013 | 1 | - bedrijfsgebouwen | 2 |
011, 012, 013 | 2 | - kassen zonder verwarming | 2 |
011, 012, 013 | 3 | - kassen met gasverwarming | 2 |
0113 | 4 | - champignonkwekerijen (algemeen) | 2 |
0113 | 5 | - champignonkwekerijen met mestfermentatie | 3.2 |
0163 | 6 | - bloembollendroog- en prepareerbedrijven | 2 |
011 | 7 | - witlofkwekerijen (algemeen) | 2 |
0141, 0142 | Fokken en houden van rundvee | 3.2 | |
0143, 0145 | 0 | Fokken en houden van overige graasdieren: | |
0143 | 1 | - paardenfokkerijen | 3.1 |
0145 | 2 | - overige graasdieren | 3.1 |
0146 | Fokken en houden van varkens | 4.1 | |
0147 | 0 | Fokken en houden van pluimvee: | |
0147 | 1 | - legkippen | 4.1 |
0147 | 2 | - opfokkippen en mestkuikens | 4.1 |
0147 | 3 | - eenden en ganzen | 4.1 |
0147 | 4 | - overig pluimvee | 3.2 |
0149 | 0 | Fokken en houden van overige dieren: | |
0149 | 1 | - nertsen en vossen | 4.1 |
0149 | 2 | - konijnen | 3.2 |
0149 | 3 | - huisdieren | 3.1 |
0149 | 4 | - maden, wormen e.d. | 3.2 |
0149 | 5 | - bijen | 2 |
0149 | 6 | - overige dieren | 2 |
0150 | Akker-en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren (niet intensief) | 3.2 | |
016 | 0 | Dienstverlening t.b.v. de landbouw: | |
016 | 1 | - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² | 3.1 |
016 | 2 | - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² | 2 |
016 | 3 | - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² | 3.1 |
016 | 4 | - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² | 2 |
0162 | KI-stations | 2 | |
02 | - | ||
02 | - | BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW | |
021, 022, 024 | Bosbouwbedrijven | 3.1 | |
03 | - | ||
03 | - | VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN | |
0311 | Zeevisserijbedrijven | 3.2 | |
0312 | Binnenvisserijbedrijven | 3.1 | |
032 | 0 | Vis- en schaaldierkwekerijen | |
032 | 1 | - oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven | 3.2 |
032 | 2 | - visteeltbedrijven | 3.1 |
08 | - | ||
08 | - | TURFWINNING | |
089 | Turfwinningbedrijven | 3.2 | |
06 | - | ||
06 | - | AARDOLIE- EN AARDGASWINNING | |
061, 062 | 0 | Aardolie- en aardgaswinning: | |
061 | 1 | - aardoliewinputten | 4.1 |
062 | 2 | - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: < 10.000.000 N m3/d | 5.1 |
062 | 3 | - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: >= 10.000.000 N m3/d | 5.2 |
08 | - | ||
08 | - | WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D. | |
0812 | 0 | Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht): | |
0812 | 1 | - algemeen | 4.1 |
0812 | 2 | - steenbrekerijen | 5.2 |
0893 | Zoutwinningbedrijven | 3.2 | |
0899 | Mergel- en overige delfstoffenwinningbedrijven | 5.1 | |
10, 11 | - | ||
10, 11 | - | VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN | |
101, 102 | 0 | Slachterijen en overige vleesverwerking: | |
101, 102 | 1 | - slachterijen en pluimveeslachterijen | 3.2 |
101 | 2 | - vetsmelterijen | 5.2 |
101 | 3 | - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval | 4.2 |
101 | 4 | - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² | 3.2 |
101 | 5 | - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² | 3.1 |
101 | 6 | - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² | 3.1 |
101, 102 | 7 | - loonslachterijen | 3.1 |
108 | 8 | - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² | 3.1 |
102 | 0 | Visverwerkingsbedrijven: | |
102 | 1 | - drogen | 5.2 |
102 | 2 | - conserveren | 4.1 |
102 | 3 | - roken | 4.2 |
102 | 4 | - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m² | 4.2 |
102 | 5 | - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² | 3.2 |
102 | 6 | - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² | 3.1 |
1031 | 0 | Aardappelprodukten fabrieken: | |
1031 | 1 | - vervaardiging van aardappelproducten | 4.2 |
1031 | 2 | - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² | 3.1 |
1032, 1039 | 0 | Groente- en fruitconservenfabrieken: | |
1032, 1039 | 1 | - jam | 3.2 |
1032, 1039 | 2 | - groente algemeen | 3.2 |
1032, 1039 | 3 | - met koolsoorten | 3.2 |
1032, 1039 | 4 | - met drogerijen | 4.2 |
1032, 1039 | 5 | - met uienconservering (zoutinleggerij) | 4.2 |
104101 | 0 | Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: | |
104101 | 1 | - p.c. < 250.000 t/j | 4.1 |
104101 | 2 | - p.c. >= 250.000 t/j | 4.2 |
104102 | 0 | Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: | |
104102 | 1 | - p.c. < 250.000 t/j | 4.1 |
104102 | 2 | - p.c. >= 250.000 t/j | 4.2 |
1042 | 0 | Margarinefabrieken: | |
1042 | 1 | - p.c. < 250.000 t/j | 4.1 |
1042 | 2 | - p.c. >= 250.000 t/j | 4.2 |
1051 | 0 | Zuivelprodukten fabrieken: | |
1051 | 1 | - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u | 5.1 |
1051 | 2 | - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u | 5.1 |
1051 | 3 | - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j | 3.2 |
1051 | 4 | - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j | 4.2 |
1051 | 5 | - overige zuivelprodukten fabrieken | 4.2 |
1052 | 1 | Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² | 3.2 |
1052 | 2 | - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² | 2 |
1061 | 0 | Meelfabrieken: | |
1061 | 1 | - p.c. >= 500 t/u | 4.2 |
1061 | 2 | - p.c. < 500 t/u | 4.1 |
1061 | Grutterswarenfabrieken | 4.1 | |
1062 | 0 | Zetmeelfabrieken: | |
1062 | 1 | - p.c. < 10 t/u | 4.1 |
1062 | 2 | - p.c. >= 10 t/u | 4.2 |
1091 | 0 | Veevoerfabrieken: | |
1091 | 1 | - destructiebedrijven | 5.2 |
1091 | 2 | - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek | 5.2 |
1091 | 3 | - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water | 4.2 |
1091 | 4 | - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water | 5.2 |
1091 | 5 | - mengvoeder, p.c. < 100 t/u | 4.1 |
1091 | 6 | - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u | 4.2 |
1092 | Vervaardiging van voer voor huisdieren | 4.1 | |
1071 | 0 | Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: | |
1071 | 1 | - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens | 2 |
1071 | 2 | - v.c. >= 7500 kg meel/week | 3.2 |
1072 | Banket, biscuit- en koekfabrieken | 3.2 | |
1081 | 0 | Suikerfabrieken: | |
1081 | 1 | - v.c. < 2.500 t/j | 5.1 |
1081 | 2 | - v.c. >= 2.500 t/j | 5.3 |
10821 | 0 | Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: | |
10821 | 1 | - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² | 5.1 |
10821 | 2 | - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² | 3.2 |
10821 | 3 | - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² | 2 |
10821 | 4 | - Suikerwerkfabrieken met suiker branden | 4.2 |
10821 | 5 | - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² | 3.2 |
10821 | 6 | - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² | 2 |
1073 | Deegwarenfabrieken | 3.1 | |
1083 | 0 | Koffiebranderijen en theepakkerijen: | |
1083 | 1 | - koffiebranderijen | 5.1 |
1083 | 2 | - theepakkerijen | 3.2 |
108401 | Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden | 4.1 | |
1089 | Vervaardiging van overige voedingsmiddelen | 4.1 | |
1089 | Bakkerijgrondstoffenfabrieken | 4.1 | |
1089 | 0 | Soep- en soeparomafabrieken: | |
1089 | 1 | - zonder poederdrogen | 3.2 |
1089 | 2 | - met poederdrogen | 4.2 |
1089 | Bakmeel- en puddingpoederfabrieken | 4.1 | |
110101 | Destilleerderijen en likeurstokerijen | 4.2 | |
110102 | 0 | Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: | |
110102 | 1 | - p.c. < 5.000 t/j | 4.1 |
110102 | 2 | - p.c. >= 5.000 t/j | 4.2 |
1102 t/m 1104 | Vervaardiging van wijn, cider e.d. | 2 | |
1105 | Bierbrouwerijen | 4.2 | |
1106 | Mouterijen | 4.2 | |
1107 | Mineraalwater- en frisdrankfabrieken | 3.2 | |
12 | - | ||
12 | - | VERWERKING VAN TABAK | |
120 | Tabakverwerkende industrie | 4.1 | |
13 | - | ||
13 | - | VERVAARDIGING VAN TEXTIEL | |
131 | Bewerken en spinnen van textielvezels | 3.2 | |
132 | 0 | Weven van textiel: | |
132 | 1 | - aantal weefgetouwen < 50 | 3.2 |
132 | 2 | - aantal weefgetouwen >= 50 | 4.2 |
133 | Textielveredelingsbedrijven | 3.1 | |
139 | Vervaardiging van textielwaren | 3.1 | |
1393 | Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken | 4.1 | |
139, 143 | Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen | 3.1 | |
14 | - | ||
14 | - | VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT | |
141 | Vervaardiging kleding van leer | 3.1 | |
141 | Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) | 2 | |
142, 151 | Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont | 3.1 | |
19 | - | ||
15 | - | VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) | |
151,152 | Lederfabrieken | 4.2 | |
151 | Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) | 3.1 | |
152 | Schoenenfabrieken | 3.1 | |
- | |||
16 | - | HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. | |
16101 | Houtzagerijen | 3.2 | |
16102 | 0 | Houtconserveringsbedrijven: | |
16102 | 1 | - met creosootolie | 4.1 |
16102 | 2 | - met zoutoplossingen | 3.1 |
1621 | Fineer- en plaatmaterialenfabrieken | 3.2 | |
162 | 0 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout | 3.2 |
162 | 1 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² | 3.1 |
162902 | Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken | 2 | |
17 | - | ||
17 | - | VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN | |
1711 | Vervaardiging van pulp | 4.1 | |
1712 | 0 | Papier- en kartonfabrieken: | |
1712 | 1 | - p.c. < 3 t/u | 3.1 |
1712 | 2 | - p.c. 3 - 15 t/u | 4.1 |
1712 | 3 | - p.c. >= 15 t/u | 4.2 |
172 | Papier- en kartonwarenfabrieken | 3.2 | |
17212 | 0 | Golfkartonfabrieken: | |
17212 | 1 | - p.c. < 3 t/u | 3.2 |
17212 | 2 | - p.c. >= 3 t/u | 4.1 |
58 | - | ||
58 | - | UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA | |
1811 | Drukkerijen van dagbladen | 3.2 | |
1812 | Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) | 3.2 | |
18129 | Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen | 2 | |
1814 | A | Grafische afwerking | 1 |
1814 | B | Binderijen | 2 |
1813 | Grafische reproduktie en zetten | 2 | |
1814 | Overige grafische aktiviteiten | 2 | |
182 | Reproduktiebedrijven opgenomen media | 1 | |
19 | - | ||
19 | - | AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN | |
191 | Cokesfabrieken | 5.3 | |
19201 | Aardolieraffinaderijen | 6 | |
19202 | A | Smeeroliën- en vettenfabrieken | 3.2 |
19202 | B | Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie | 4.2 |
19202 | C | Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. | 4.2 |
201, 212, 244 | Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven | 6 | |
20 | - | ||
20 | - | VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN | |
2011 | 0 | Vervaardiging van industriële gassen: | |
2011 | 1 | - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht | 5.2 |
2011 | 2 | - overige gassenfabrieken, niet explosief | 5.1 |
2011 | 3 | - overige gassenfabrieken, explosief | 5.1 |
2012 | Kleur- en verfstoffenfabrieken | 4.1 | |
2012 | 0 | Anorg. chemische grondstoffenfabrieken: | |
2012 | 1 | - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" | 4.2 |
2012 | 2 | - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" | 5.2 |
20141 | A0 | Organ. chemische grondstoffenfabrieken: | |
20141 | A1 | - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" | 4.2 |
20141 | A2 | - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" | 5.3 |
20141 | B0 | Methanolfabrieken: | |
20141 | B1 | - p.c. < 100.000 t/j | 4.1 |
20141 | B2 | - p.c. >= 100.000 t/j | 4.2 |
20149 | 0 | Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.): | |
20149 | 1 | - p.c. < 50.000 t/j | 4.2 |
20149 | 2 | - p.c. >= 50.000 t/j | 5.1 |
2015 | Kunstmeststoffenfabrieken | 5.1 | |
2016 | Kunstharsenfabrieken e.d. | 5.2 | |
202 | 0 | Landbouwchemicaliënfabrieken: | |
202 | 1 | - fabricage | 5.3 |
202 | 2 | - formulering en afvullen | 5.1 |
203 | Verf, lak en vernisfabrieken | 4.2 | |
2110 | 0 | Farmaceutische grondstoffenfabrieken: | |
2110 | 1 | - p.c. < 1.000 t/j | 4.2 |
2110 | 2 | - p.c. >= 1.000 t/j | 5.1 |
2120 | 0 | Farmaceutische produktenfabrieken: | |
2120 | 1 | - formulering en afvullen geneesmiddelen | 3.1 |
2120 | 2 | - verbandmiddelenfabrieken | 2 |
2041 | Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken | 4.2 | |
2042 | Parfumerie- en cosmeticafabrieken | 4.2 | |
2051 | Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken | 5.3 | |
2052 | 0 | Lijm- en plakmiddelenfabrieken: | |
2052 | 1 | - zonder dierlijke grondstoffen | 3.2 |
2052 | 2 | - met dierlijke grondstoffen | 5.1 |
205902 | Fotochemische produktenfabrieken | 3.2 | |
205903 | A | Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken | 3.1 |
205903 | B | Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. | 4.1 |
2060 | Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken | 4.2 | |
22 | - | ||
22 | - | VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF | |
221101 | Rubberbandenfabrieken | 4.2 | |
221102 | 0 | Loopvlakvernieuwingsbedrijven: | |
221102 | 1 | - vloeropp. < 100 m² | 3.1 |
221102 | 2 | - vloeropp. >= 100 m² | 4.1 |
2219 | Rubber-artikelenfabrieken | 3.2 | |
222 | 0 | Kunststofverwerkende bedrijven: | |
222 | 1 | - zonder fenolharsen | 4.1 |
222 | 2 | - met fenolharsen | 4.2 |
222 | 3 | - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen | 3.1 |
23 | - | ||
23 | - | VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN | |
231 | 0 | Glasfabrieken: | |
231 | 1 | - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j | 3.2 |
231 | 2 | - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j | 4.2 |
231 | 3 | - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j | 4.2 |
231 | 4 | - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j | 5.1 |
231 | Glasbewerkingsbedrijven | 3.1 | |
232, 234 | 0 | Aardewerkfabrieken: | |
232, 234 | 1 | - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW | 2 |
232, 234 | 2 | - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW | 3.2 |
233 | A | Baksteen en baksteenelementenfabrieken | 4.1 |
233 | B | Dakpannenfabrieken | 4.1 |
2351 | 0 | Cementfabrieken: | |
2351 | 1 | - p.c. < 100.000 t/j | 5.1 |
2351 | 2 | - p.c. >= 100.000 t/j | 5.3 |
235201 | 0 | Kalkfabrieken: | |
235201 | 1 | - p.c. < 100.000 t/j | 4.1 |
235201 | 2 | - p.c. >= 100.000 t/j | 5.1 |
235202 | 0 | Gipsfabrieken: | |
235202 | 1 | - p.c. < 100.000 t/j | 4.1 |
235202 | 2 | - p.c. >= 100.000 t/j | 5.1 |
23611 | 0 | Betonwarenfabrieken: | |
23611 | 1 | - zonder persen, triltafels en bekistingtrille | 4.1 |
23611 | 2 | - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d | 4.2 |
23611 | 3 | - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d | 5.2 |
23612 | 0 | Kalkzandsteenfabrieken: | |
23612 | 1 | - p.c. < 100.000 t/j | 3.2 |
23612 | 2 | - p.c. >= 100.000 t/j | 4.2 |
2362 | Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken | 3.2 | |
2363, 2364 | 0 | Betonmortelcentrales: | |
2363, 2364 | 1 | - p.c. < 100 t/u | 3.2 |
2363, 2364 | 2 | - p.c. >= 100 t/u | 4.2 |
2365, 2369 | 0 | Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: | |
2365, 2369 | 1 | - p.c. < 100 t/d | 3.2 |
2365, 2369 | 2 | - p.c. >= 100 t/d | 4.2 |
237 | 0 | Natuursteenbewerkingsbedrijven: | |
237 | 1 | - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² | 3.2 |
237 | 2 | - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² | 3.1 |
237 | 3 | - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j | 4.2 |
237 | 4 | - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j | 5.2 |
2391 | Slijp- en polijstmiddelen fabrieken | 3.1 | |
2399 | A0 | Bitumineuze materialenfabrieken: | |
2399 | A1 | - p.c. < 100 t/u | 4.2 |
2399 | A2 | - p.c. >= 100 t/u | 5.1 |
2399 | B0 | Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol): | |
2399 | B1 | - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j | 4.2 |
2399 | B2 | - overige isolatiematerialen | 4.1 |
2399 | C | Minerale produktenfabrieken n.e.g. | 3.2 |
2399 | D0 | Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur | 4.1 |
2399 | D1 | - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur | 4.2 |
24 | - | ||
24 | - | VERVAARDIGING VAN METALEN | |
241 | 0 | Ruwijzer- en staalfabrieken: | |
241 | 1 | - p.c. < 1.000 t/j | 5.2 |
241 | 2 | - p.c. >= 1.000 t/j | 6 |
245 | 0 | IJzeren- en stalenbuizenfabrieken: | |
245 | 1 | - p.o. < 2.000 m² | 5.1 |
245 | 2 | - p.o. >= 2.000 m² | 5.3 |
243 | 0 | Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: | |
243 | 1 | - p.o. < 2.000 m² | 4.2 |
243 | 2 | - p.o. >= 2.000 m² | 5.2 |
244 | A0 | Non-ferro-metaalfabrieken: | |
244 | A1 | - p.c. < 1.000 t/j | 4.2 |
244 | A2 | - p.c. >= 1.000 t/j | 5.2 |
244 | B0 | Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.: | |
244 | B1 | - p.o. < 2.000 m² | 5.1 |
244 | B2 | - p.o. >= 2.000 m² | 5.3 |
2451, 2452 | 0 | IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen: | |
2451, 2452 | 1 | - p.c. < 4.000 t/j | 4.2 |
2451, 2452 | 2 | - p.c. >= 4.000 t/j | 5.1 |
2453, 2454 | 0 | Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen: | |
2453, 2454 | 1 | - p.c. < 4.000 t/j | 4.2 |
2453, 2454 | 2 | - p.c. >= 4.000 t/j | 5.1 |
25 | - | ||
25, 31 | - | VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) | |
251, 331 | 0 | Constructiewerkplaatsen | |
251, 331 | 1 | - gesloten gebouw | 3.2 |
251, 331 | 1a | - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² | 3.1 |
251, 331 | 2 | - in open lucht, p.o. < 2.000 m² | 4.1 |
251, 331 | 3 | - in open lucht, p.o. >= 2.000 m² | 4.2 |
2529, 3311 | 0 | Tank- en reservoirbouwbedrijven: | |
2529, 3311 | 1 | - p.o. < 2.000 m² | 4.2 |
2529, 3311 | 2 | - p.o. >= 2.000 m² | 5.1 |
2521, 2530, 3311 | Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels | 4.1 | |
255, 331 | A | Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven | 4.1 |
255, 331 | B | Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. | 3.2 |
255, 331 | B1 | Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m² | 3.1 |
2561, 3311 | 0 | Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: | |
2561, 3311 | 1 | - algemeen | 3.2 |
2561, 3311 | 10 | - stralen | 4.1 |
2561, 3311 | 11 | - metaalharden | 3.2 |
2561, 3311 | 12 | - lakspuiten en moffelen | 3.2 |
2561, 3311 | 2 | - scoperen (opspuiten van zink) | 3.2 |
2561, 3311 | 3 | - thermisch verzinken | 3.2 |
2561, 3311 | 4 | - thermisch vertinnen | 3.2 |
2561, 3311 | 5 | - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) | 3.2 |
2561, 3311 | 6 | - anodiseren, eloxeren | 3.2 |
2561, 3311 | 7 | - chemische oppervlaktebehandeling | 3.2 |
2561, 3311 | 8 | - emailleren | 3.2 |
2561, 3311 | 9 | - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) | 3.2 |
2562, 3311 | 1 | Overige metaalbewerkende industrie | 3.2 |
2562, 3311 | 2 | Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m² | 3.1 |
259, 331 | A0 | Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: | |
259, 331 | A1 | - p.o. < 2.000 m² | 4.1 |
259, 331 | A2 | - p.o. >= 2.000 m² | 5.1 |
259, 331 | B | Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. | 3.2 |
259, 331 | B | Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m² | 3.1 |
27, 28, 33 | - | ||
27, 28, 33 | - | VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN | |
27, 28, 33 | 0 | Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie: | |
27, 28, 33 | 1 | - p.o. < 2.000 m² | 3.2 |
27, 28, 33 | 2 | - p.o. >= 2.000 m² | 4.1 |
28, 33 | 3 | - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW | 4.2 |
26, 28, 33 | - | ||
26, 28, 33 | - | VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS | |
26, 28, 33 | A | Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie | 2 |
26, 27, 33 | - | ||
26, 27, 33 | - | VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. | |
271, 331 | Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie | 4.1 | |
271, 273 | Schakel- en installatiemateriaalfabrieken | 4.1 | |
273 | Elektrische draad- en kabelfabrieken | 4.1 | |
272 | Accumulatoren- en batterijenfabrieken | 3.2 | |
274 | Lampenfabrieken | 4.2 | |
293 | Elektrotechnische industrie n.e.g. | 2 | |
2790 | Koolelektrodenfabrieken | 6 | |
26, 33 | - | ||
26, 33 | - | VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. | |
261, 263, 264, 331 | Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie | 3.1 | |
2612 | Fabrieken voor gedrukte bedrading | 3.1 | |
26, 32, 33 | - | ||
26, 32, 33 | - | VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN | |
26, 32, 33 | A | Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie | 2 |
29 | - | ||
29 | VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS | ||
291 | 0 | Autofabrieken en assemblagebedrijven | |
291 | 1 | - p.o. < 10.000 m² | 4.1 |
291 | 2 | - p.o. >= 10.000 m² | 4.2 |
29201 | Carrosseriefabrieken | 4.1 | |
29202 | Aanhangwagen- en opleggerfabrieken | 4.1 | |
293 | Auto-onderdelenfabrieken | 3.2 | |
30 | - | ||
30 | - | VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) | |
301, 3315 | 0 | Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: | |
301, 3315 | 1 | - houten schepen | 3.1 |
301, 3315 | 2 | - kunststof schepen | 3.2 |
301, 3315 | 3 | - metalen schepen < 25 m | 4.1 |
301, 3315 | 4 | - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW | 5.1 |
3831 | Scheepssloperijen | 5.2 | |
302, 317 | 0 | Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: | |
302, 317 | 1 | - algemeen | 3.2 |
302, 317 | 2 | - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW | 4.2 |
303, 3316 | 0 | Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: | |
303, 3316 | 1 | - zonder proefdraaien motoren | 4.1 |
303, 3316 | 2 | - met proefdraaien motoren | 5.3 |
309 | Rijwiel- en motorrijwielfabrieken | 3.2 | |
3099 | Transportmiddelenindustrie n.e.g. | 3.2 | |
31 | - | ||
31 | - | VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. | |
310 | 1 | Meubelfabrieken | 3.2 |
9524 | 2 | Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² | 1 |
321 | Fabricage van munten, sieraden e.d. | 2 | |
322 | Muziekinstrumentenfabrieken | 2 | |
323 | Sportartikelenfabrieken | 3.1 | |
324 | Speelgoedartikelenfabrieken | 3.1 | |
32991 | Sociale werkvoorziening | 2 | |
32999 | Vervaardiging van overige goederen n.e.g. | 3.1 | |
38 | - | ||
38 | - | VOORBEREIDING TOT RECYCLING | |
383201 | Metaal- en autoschredders | 5.1 | |
383202 | A0 | Puinbrekerijen en -malerijen: | |
383202 | A1 | - v.c. < 100.000 t/j | 4.2 |
383202 | A2 | - v.c. >= 100.000 t/j | 5.2 |
383202 | B | Rubberregeneratiebedrijven | 4.2 |
383202 | C | Afvalscheidingsinstallaties | 4.2 |
35 | - | ||
35 | - | PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER | |
35 | A0 | Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe) | |
35 | A1 | - kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth | 5.2 |
35 | A2 | - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth | 5.1 |
35 | A3 | - gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth,in | 5.1 |
35 | A4 | - kerncentrales met koeltorens | 6 |
35 | A5 | - warmte-kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth | 5.1 |
35 | B0 | bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe: | |
35 | B1 | - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie | 3.2 |
35 | B2 | - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa | 3.2 |
35 | C0 | Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: | |
35 | C1 | - < 10 MVA | 2 |
35 | C2 | - 10 - 100 MVA | 3.1 |
35 | C3 | - 100 - 200 MVA | 3.2 |
35 | C4 | - 200 - 1000 MVA | 4.2 |
35 | C5 | - >= 1000 MVA | 5.1 |
35 | D0 | Gasdistributiebedrijven: | |
35 | D1 | - gascompressorstations vermogen < 100 MW | 4.2 |
35 | D2 | - gascompressorstations vermogen >= 100 MW | 5.1 |
35 | D3 | - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A | 1 |
35 | D4 | - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C | 2 |
35 | D5 | - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D | 3.1 |
35 | E0 | Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: | |
35 | E1 | - stadsverwarming | 3.2 |
35 | E2 | - blokverwarming | 2 |
35 | F0 | windmolens: | |
35 | F1 | - wiekdiameter 20 m | 3.2 |
35 | F2 | - wiekdiameter 30 m | 4.1 |
35 | F3 | - wiekdiameter 50 m | 4.2 |
36 | - | ||
36 | - | WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER | |
36 | A0 | Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: | |
36 | A1 | - met chloorgas | 5.3 |
36 | A2 | - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling | 3.1 |
36 | B0 | Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: | |
36 | B1 | - < 1 MW | 2 |
36 | B2 | - 1 - 15 MW | 3.2 |
36 | B3 | - >= 15 MW | 4.2 |
41, 42, 43 | - | ||
41, 42, 43 | - | BOUWNIJVERHEID | |
41, 42, 43 | 0 | Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² | 3.2 |
41, 42, 43 | 1 | - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² | 3.1 |
41, 42, 43 | 2 | Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² | 3.1 |
41, 42, 43 | 3 | - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² | 2 |
45, 47 | - | ||
45, 47 | - | HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS | |
451, 452, 454 | Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven | 2 | |
451 | Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie) | 3.2 | |
45204 | A | Autoplaatwerkerijen | 3.2 |
45204 | B | Autobeklederijen | 1 |
45204 | C | Autospuitinrichtingen | 3.1 |
45205 | Autowasserijen | 2 | |
453 | Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires | 2 | |
473 | 0 | Benzineservisestations: | |
473 | 1 | - met LPG > 1000 m3/jr | 4.1 |
473 | 2 | - met LPG < 1000 m3/jr | 3.1 |
473 | 3 | - zonder LPG | 2 |
46 | - | ||
46 | - | GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING | |
4621 | 0 | Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders | 3.1 |
4621 | 1 | Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer | 4.2 |
4622 | Grth in bloemen en planten | 2 | |
4623 | Grth in levende dieren | 3.2 | |
4624 | Grth in huiden, vellen en leder | 3.1 | |
46217, 4631 | Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen | 3.1 | |
4632, 4633 | Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën | 3.1 | |
4634 | Grth in dranken | 2 | |
4635 | Grth in tabaksprodukten | 2 | |
4636 | Grth in suiker, chocolade en suikerwerk | 2 | |
4637 | Grth in koffie, thee, cacao en specerijen | 2 | |
4638, 4639 | Grth in overige voedings- en genotmiddelen | 2 | |
464, 46733 | Grth in overige consumentenartikelen | 2 | |
46499 | 0 | Grth in vuurwerk en munitie: | |
46499 | 1 | - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton | 2 |
46499 | 2 | - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton | 3.1 |
46499 | 3 | - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats < 750 kg (en > 25 kg theatervuurwerk) | 5.1 |
46499 | 4 | - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton | 5.3 |
46499 | 5 | - munitie | 2 |
46711 | 0 | Grth in vaste brandstoffen: | |
46711 | 1 | - klein, lokaal verzorgingsgebied | 3.1 |
46711 | 2 | - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m² | 5.1 |
46712 | 0 | Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: | |
46712 | 1 | - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 | 4.1 |
46712 | 2 | - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3 | 5.1 |
46712 | 3 | - tot vloeistof verdichte gassen | 4.2 |
46713 | Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) | 3.2 | |
46721 | 0 | Grth in metaalertsen: | |
46721 | 1 | - opslag opp. < 2.000 m² | 4.2 |
46721 | 2 | - opslag opp. >= 2.000 m² | 5.2 |
46722, 46723 | Grth in metalen en -halffabrikaten | 3.2 | |
4673 | 0 | Grth in hout en bouwmaterialen: | |
4673 | 1 | - algemeen: b.o. > 2000 m² | 3.1 |
4673 | 2 | - algemeen: b.o. <= 2000 m² | 2 |
46735 | 4 | zand en grind: | |
46735 | 5 | - algemeen: b.o. > 200 m² | 3.2 |
46735 | 6 | - algemeen: b.o. <= 200 m² | 2 |
4674 | 0 | Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: | |
4674 | 1 | - algemeen: b.o. > 2.000 m² | 3.1 |
4674 | 2 | - algemeen: b.o. < = 2.000 m² | 2 |
46751 | Grth in chemische produkten | 3.2 | |
46752 | Grth in kunstmeststoffen | 2 | |
4676 | Grth in overige intermediaire goederen | 2 | |
4677 | 0 | Autosloperijen: b.o. > 1000 m² | 3.2 |
4677 | 1 | - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² | 3.1 |
4677 | 0 | Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² | 3.2 |
4677 | 1 | - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² | 3.1 |
466 | 0 | Grth in machines en apparaten: | |
466 | 1 | - machines voor de bouwnijverheid | 3.2 |
466 | 2 | - overige | 3.1 |
466, 469 | Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. | 2 | |
47 | - | ||
47 | - | REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN | |
952 | Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) | 1 | |
55 | - | ||
55 | - | LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING | |
553, 552 | Kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken) | 3.1 | |
49 | - | ||
53 | - | POST EN TELECOMMUNICATIE | |
531, 532 | Post- en koeriersdiensten | 2 | |
77 | - | ||
77 | - | VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN | |
7711 | Personenautoverhuurbedrijven | 2 | |
7712, 7739 | Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) | 3.1 | |
773 | Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen | 3.1 | |
772 | Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. | 2 | |
62 | - | ||
62 | - | COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE | |
62 | A | Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. | 1 |
58, 63 | B | Datacentra | 2 |
72 | - | ||
72 | - | SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK | |
721 | Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk | 2 | |
722 | Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek | 1 |
Bijlage 5 Oppervlaktes Bedrijfsgebouwen
Straat | Huisnummer | Toevoeging | Bestemmingscode/aard bedrijf | Oppervlakte in m² |
Aengelbertlaan | ong. (perceel sectie B nummer 5643) | B (sb-b2) Opslag bouwmaterialen | 0 | |
Aengelbertlaan | ong. (perceel sectie B nummer 5642) | B (sb-b2) Opslag bouwmaterialen | 0 | |
Amelsestraat | 32 | B (sb-b2) Autoherstelbedrijf | 475 | |
Amsteleindstraat | 27 | A-F | B (sb-b2) Opslag en handel ten behoeve van agrarisch gerelateerde en agrarische bedrijven en kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid | 1671 |
Amsteleindstraat | 122 | B (sb-b2) Transportbedrjif | 1050 | |
Amsteleindstraat | 148-150 | B (sb-b1) | 1700 | |
Berghemseweg | 15 | B (sb-b1) Veetransport | 334 | |
De Blauwe Kei | 3 | B (sb-b1) | 911 | |
Brandstraat | 15 | B (sb-b2) Huidenbewerkingsbedrijf | 1050 | |
Broekstraat | 2 | A | B (sb-b2) Bandenhandel | 935 |
Broekstraat | 11 | B (sb-b2) Betonhandel | 70 | |
Broekstraat | 20 | B (sb-b1) | 3270 | |
Burgemeester Van Erpstraat | 84 | B (sb-b2) Detailhandel gebruikte goederen | 1420 | |
Burgemeester Van Erpstraat | 91 | B (sb-b2) Productie in zonwering inclusief detailhandel | 375 | |
Burgemeester Van Erpstraat | 91 | A | B (sb-b2) Autoherstelbedrijf | 750 |
Burgemeester Van Erpstraat | 101 | B (sb-b2) Bouwmarkt | 1415 | |
Daalderstraatje | 5 | B (sb-b1) | 2370 | |
Docfalaan | 2 | B (sb-b2) Rouwcentrum | 900 | |
Dorpenweg | 2 | B (sb-b1) | 1150 | |
Dorpenweg | 21 | B (sb-b2) Kantoor | 240 | |
Dorpenweg | 23 | B (sb-sc) | 1264 | |
Dorpenweg | 39 | B (sb-b1), tevens akkerbouwbedrijf | 2900 | |
Elsstraat | 3 | B (sb-b1) | 1507 | |
Ganzenweg | 10 | B (sb-gst) | 1966 | |
Graafsebaan | 5 | B (sb-b2) Tankstation | 75 | |
Heistraat | 6 | B (sb-b1) Veehandel | 450 | |
Heistraat | 8 | B (sb-b2) Slachterij | 480 | |
Heiweg | 5 | B (sb-b2) Garagebedrijf | 124 | |
Heuvelstraat | 4 | B (sb-b2) Dierenspeciaalzaak en voederhandel | 95 | |
Hoefstraat | 1 | A | B (sb-b2) Garagebedrijf | 518 |
Hoessenboslaan | 39 | A | B (sb-b1), tevens metaalbewerkingsbedrijf | 1150, waarvan 163 voor het metaalbewerkingsbedrijf |
Hoogoordstraat | 16 | B (sb-dwv) | 2000 | |
Huisdaalsestraat | 1 | B (sb-b1) | 1856 | |
Kapelstraat | 53 | B (sb-b2) Autohandel/-reparatie | 450 | |
Korstestraat | 1 | B (sb-b2) Bouwbedrijf | 1000 | |
Langendonkweg | 11-15 | B (sb-b1), tevens als ondergeschikte activiteit grondverzetbedrijf | 6185 | |
Loonsestraat | 15 | B (sb-b1), tevens rundveehouderij | 1270 (sb-b1) 1800 (rundveehouderij) | |
Mikkeldonkweg | 12 | B (sb-b2) Installatiebedrijf inclusief bestaand gasdepot, tevens intensieve veehouderij | 1320 (installatiebedrijf) 561 (intensieve veehouderij) | |
Molenstraat | ong. (perceel sectie G nummer 868) | B (sb-cbl) | 1000 | |
Molenstraat | 28 | B (sb-b2) Timmerbedrijf | 1210 | |
Nieuwe Hescheweg | 286-288 | B (sb-b2) Weg- en waterbouwbedrijf met uitzondering van puinbreken | 4227 | |
Nieuwe Hescheweg | 290 | B (sb-b2) Tuincentrum/hoveniersbedrijf met buitenverkoop van maximaal 3000 m² | 2500 | |
Nieuwe Steeg | 10 | B (sb-b2) Groothandel in restanten garens | 750 | |
Noord-Zuid | 2 | B-vml | 235 | |
Noord-Zuid | 5 | B (sb-b2) Constructiebedrijf | 1100 | |
Osstraat | 12 | B (sb-b2) Transportbedrijf | 600 | |
Oude Molenweg | 5 | B (sb-b2) Horecagroothandel | 567 | |
Oude Molenweg | 7 | B (sb-b1) Varkenshandel/distributiebedrijf | 334 | |
Ravensteinsedijk | 4 | B-zo | 100 | |
Spaanderstraat | 96 | B (sb-b2) Transportbedrijf | 750 | |
Spaanderstraat | 120 | B (sb-b2) Camperbouwbedrijf | 250 | |
Spaanderstraat/Nieuwe Steeg | 186/12-14 | B (sb-b2) Reparatie en detailhandel antiek | 1150 | |
Stationsstraat | 3 | B (sb-b2) Kantoor | 300 | |
Stationsstraat | 9 | B (sb-b1) | 250 | |
St. Wilpertslaan | ong. (perceel sectie M nummer 390) | B (sb-b2) Opslagterrein bouwmaterialen | 400 | |
Vlamen | ong. (perceel sectie C nummer 474) | B (sb-b2) Opslagterrein bouwmaterialen | 220 | |
Vorstengraflaan | 4 | B (sb-b1) | 250 | |
Weegstraat | 3 | B(sb-b2) Opslag | 252 | |
Zwarteweg | 20 | B (sb-b1) | 157 | |
Beemdenweg | ong. | B (nv) | 64 | |
Bieskamp | ong. | B (nv) | 32 | |
Dorpenweg | ong. | B (nv) | 96 | |
Dorpenweg (Deursen-Dennenburg) | ong. | B (nv) | 77 | |
Gewandeweg | ong. | B (nv) | 6 | |
Kalfsheuvel | ong. | B (nv) | 6 | |
Hoek Rijksweg/Hertogswetering | ong. | B (nv) | 80 | |
Ossestraat | ong. | B (nv) | 40 | |
Zevenbergseweg | ong. | B (nv) | 15 | |
Berghemseweg | 13 | H, tevens slijterij | 432 | |
Burgemeester Van Erpstraat | 99 | H | 615 | |
Docfalaan | 22 | H | 3230 | |
Gielekespad | 10 | H | 1000 | |
Harenseweg | 3 | H | 200 | |
Oijenseweg | 273 | H | 100 | |
Ossestraat | 11 | H | 600 | |
St. Sebastianusstraat | 2 | H | 83 | |
Willibrordusweg | 81 | H | 500 | |
Benedictuslaan | 7 | M (sm-sm) | 3000 | |
Koolwijksestraat | 5 | M (re) | 200 | |
St. Jansstraat | 2 | M (re) | 140 | |
Wooijstraat | 4 | M (zoi) | 1468 | |
Zevenbergseweg | 43 | M (jo) | 50 | |
Bosweg | ong. | N (th) | 265 | |
Erfdijk | ong. | N (rw) | 100 | |
Molenstraat/Wooijstraat | ong. | N (rw) | 48 | |
Laantje van Cumberland | ong. | N (sn-ht) | 100 | |
Aengelbertlaan | 70 | R-VR (kt) | 350 | |
Daalderstraatje | 1 | R-VR (rw) | 150 | |
Hoefstraat | 11 | R-VR (sr-gac) | 2615 | |
Maasbommelsestraat | 22 | R-VR (kp) | 550 | |
Maasdijk (Neerlangel) | 56 | R-VR (rw) | 245 | |
Meerstraat (Huisseling) | 1 | R-VR (sr-gac) | 541 | |
Oijenseweg | 272 | R-D (go) | 445 | |
Poelstraat | 3 | R-VR (sr-gac) | 750 | |
St. Sebastianusstraat | 2 | R-VR (kt) | 695 | |
Aengelbertlaan | 15 | S (spv) | 200 | |
Aengelbertlaan | 50 | S (skb) | 240 | |
Aengelbertlaan | 60 | S (ss-fct) | 450 | |
Frankenbeemdweg | 5 | S (ss-mb) | 175 | |
Frankenbeemdweg | 39 | S (ma) | 6373 | |
Germanenweg | 10 | S (ma) | 350 | |
Harenseweg | 16 | S (ma) | 2700 | |
Heuveleindstraat | ong. | S (spv) | 100 | |
Hoefstraat | 10 | S (ma) | 2258 | |
Kromstraat | ong. | S (spv) | 175 | |
Ossestraat | 13 | S (ss-krv) | 960 | |
Osstraat | 11 | S (spv) | 350 | |
Overlangelseweg | ong. | S (spv) | 100 | |
Willibrordusweg | 89 | S (ma) | 1300 | |
Zevenbergseweg | 45 | S (mc) | 960 |
Bijlage 6 Situaties Persoonsgebonden Overgangsrecht
Perceel | Adres | Aard van het strijdig gebruik | Gebruikers |
Gemeente Oss, sectie T nummer 165 | Hoessenboslaan 37 Berghem | Gebruik van het pand als burgerwoning | De heer J.M.W. Kuypers en mevrouw S.C.W. Kremers |
Gemeente Oss, sectie M nummer 179 | Mugheuvelstraat 26 Oss | Gebruik van het pand als burgerwoning | De heer P.J. Wingens, en mevrouw J.H.M. Willemse |
Gemeente Oss, sectie C nummer 6988 | Oostenakkerstraat 4E Oss | Gebruik van het pand als burgerwoning | De heer W.M. van Schadewijk en mevrouw W.F. van Uuden |
Gemeente Ravenstein, sectie C nummer 390 (voor zover op de plankaart als bouwvlak aangeduid) | Dijkstraatje 3 Neerlangel | Gebruik als houtzagerij | De heer W.H.H. Geurts |
Gemeente Ravenstein, sectie K nummer 68 | Koolwijksestraat 6a Herpen | Gebruik van het pand als burgerwoning | De heer M.P.M. Bens en mevrouw C.M.M. Zegers |