Buitengebied Lith 2013
Bestemmingsplan - Oss
Vastgesteld op 24-12-2014 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 aan huis gebonden activiteit:
een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.2 aanbouw:
een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 achtergevel:
de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het gebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan. In hoeksituaties is sprake van slechts één achtergevel, waarbij de oriëntering van de woning bepalend is.
1.6 afhankelijke woonruimte:
een vrijstaand bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de bijbehorende woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
1.7 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het opfokken van dieren en/of het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren, inclusief een paardenhouderij.
1.8 agrarisch-technisch hulpbedrijf:
een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten waarbij gemechaniseerd loonwerk ten behoeve van land-, tuin-, bos- of natuurbouw wordt verricht of waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, tuin-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.
1.9 agrarisch verwant bedrijf:
een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruikt gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.
1.10 ark:
een vaar- of drijftuig dat niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze over waterwegen voortbewogen te worden, maar dat in het algemeen op één vaste locatie afgemeerd is, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1.11 bakenbomen:
de langs de Maas staande bomen die vanouds in de scheepvaart als baken werden gebruikt.
1.12 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde.
1.13 bed en breakfast:
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, gevestigd in een woonhuis en/of bijbehorende aan- of uitbouw, en volledig gedreven door de bewoner van het betreffende woonhuis.
1.14 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of bedrijfsactiviteit met uitzondering van bedrijfswoningen en aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de woning.
1.15 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit, kantoor of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.16 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.17 beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden.
1.18 bestaand:
- a. ten aanzien van bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan legaal bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
- b. ten aanzien van gebruik: gebruik van gronden en opstallen zoals dat legaal aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.19 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.20 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0828.BPbuitengbdlth2013-VG02 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.21 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming, met dien verstande dat geometrisch bepaalde bestemmingsvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' als één bestemmingsvlak gelden.
1.22 bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.23 bouwen:
het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
1.24 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.25 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.26 bouwmassa:
een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.
1.27 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.28 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
1.29 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegelaten. Geometrisch bepaalde bouwvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' gelden als één bouwvlak.
1.30 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1.31 bouwwerk voor recreatief nachtverblijf:
een bouwwerk dat dient als tijdelijk verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben, inclusief aan- en uitbouwen.
1.32 centrale recreatieve voorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van een recreatieterrein als geheel, zoals een kampeerwinkel, een kantine, opslag, sanitaire voorzieningen of een ontvangstkantoor.
1.33 cultuur en ontspanning (c.q. voorzieningen op het gebied van):
het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder begrepen: atelier, bioscoop, bowlingbaan, casino, creativiteitscentrum, dansschool, evenemententerrein, fitnesscentrum, kinderboerderij, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, speeltuin, sportschool, theater, wellnesscentrum.
1.34 cultuurhistorische waarde:
De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde die wordt gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
1.35 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.36 dienstverlening:
een bedrijfsmatige activiteit met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copy-shops, videotheken en autorijscholen.
1.37 duurzame locatie:
een bestaand bouwvlak met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieuoogpunt als vanuit ruimtelijk oogpunt verantwoord is dat bouwvlak te laten doorgroeien.
1.38 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond.
1.39 escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
1.40 extensieve dagrecreatie:
recreatief medegebruik waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en naar de aard, omvang en schaal daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
1.41 extensiveringsgebied:
een ingevolge de Reconstructiewet als zodanig aangewezen ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet toegestaan is in het kader van de Reconstructiewet.
1.42 functie:
activiteiten ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
1.43 galerie:
ruimte voor het exposeren en verkopen van kunstobjecten.
1.44 garagebedrijf:
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen zonder de verkoop van motorbrandstoffen.
1.45 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.46 geitenhouderij:
een agrarisch bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het houden van schapen en/of geiten.
1.47 gevellijn:
de aanduiding van de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg of ander openbaar gebied en waarop de bebouwing is georiënteerd.
1.48 glastuinbouw:
een (niet-grondgebonden) agrarisch bedrijf waarin de productie geheel of in overwegende mate plaatsvindt in kassen.
1.49 groepsmatige activiteit:
een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend in de vorm van het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan drie of meer personen tegelijk, kinderopvang daaronder mede begrepen.
1.50 grondgebonden agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt, met uitzondering van grondgebonden geitenhouderij.
1.51 groothandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers dan wel aan instellingen of personen tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
1.52 hobbymatig agrarisch grondgebruik:
het gebruik van grond ten behoeve van agrarische activiteiten in een omvang die niet als bedrijfsmatig kan worden beschouwd, met uitzondering van volkstuinen.
1.53 hoofdgebouw:
een gebouw dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
1.54 horeca:
een bedrijf gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:
- a. het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse of elders te nuttigen;
- b. het verstrekken van nachtverblijf;
- c. het exploiteren van zaalaccommodatie;
- d. het bieden van gelegenheid tot dansen;
- e. het uitoefenen van een kans- en/of behendigheidsspel;
een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie (uitgezonderd een erotisch getinte vermaaksfunctie).
1.55 horeca van categorie 1:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, al dan niet in combinatie met het exploiteren van zaalaccommodatie, en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken daaraan ondergeschikt is, zoals een hotel of pension.
1.56 horeca van categorie 2:
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, zoals een (hotel)restaurant, pannenkoekenhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum.
1.57 horeca van categorie 3:
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie, zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, maaltijdafhaalcentrum, lunchroom en ijssalon.
1.58 horeca van categorie 4:
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café.
1.59 huishouden:
de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:
- a. het inwonen of het bewonen van kamers door ten hoogste twee verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, al dan niet bij wijze van mantelzorg en al dan niet met eigen voorzieningen;
- b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen:
- 1. een woongroep van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking of aandoening met inbegrip van begeleiding en toezicht gericht op zelfstandige bewoning;
- 2. de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 4 niet verwante personen, die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning.
1.60 individuele praktijk c.q. eenmansbedrijf:
een praktijk of bedrijf, uitgeoefend door één beroepsuitoefenaar, al dan niet administratief of anderszins ondersteund door ten hoogste één andere persoon.
1.61 intensieve veehouderij:
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelsdierhouderij, of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van:
- a. grondgebonden melkrundveehouderij
- b. geitenhouderij
1.62 kampeermiddel:
tent, tentwagen, kampeerauto of toercaravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
1.63 kampeerterrein:
een terrein, speciaal ingericht om in een kampeermiddel te overnachten.
1.64 kantoor:
een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of administratieve dienstverlening.
1.65 kelder:
een geheel of nagenoeg geheel, dat wil zeggen maximaal 0,5 m boven peil, ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.
1.66 kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden.
1.67 landbouwontwikkelingsgebied:
een ingevolge de Reconstructiewet als zodanig aangewezen ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat landbouw, dat geheel of gedeeltelijk voorziet, in het kader van de Reconstructiewet, in de mogelijkheid tot uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij.
1.68 landschappelijke waarde/landschapswaarde:
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht.
1.69 lawaaisport:
een sport, indoor of outdoor, waarbij in hoge mate (mechanisch) geluid wordt geproduceerd, zoals autosport, motorsport, (model)vliegsport, karting en waterskiën.
1.70 lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten:
de lijst, behorend bij deze regels (bijlage 36), waarin is aangegeven welke beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten rechtstreeks toelaatbaar zijn in woningen.
1.71 maatschappelijk c.q. maatschappelijke voorzieningen:
maatschappelijke voorzieningen op het gebied en/of in de vorm van: asielzoekerscentrum, bibliotheek, drugsopvang, gezondheidszorg (incl. apotheek), jeugdopvang, kinder- en naschoolse opvang, onderwijs, openbaar bestuur en openbare dienstverlening, praktijkruimte, religie en levensbeschouwing, uitvaartcentrum, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorgboerderij, zorginstelling, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.
1.72 manege:
een bedrijf dat is gericht op het geven van paardensportinstructie en/of het geven van gelegenheid aan derden tot het recreatief dan wel sportief paardrijden, al dan niet in combinatie met een paardenpension.
1.73 mantelzorg:
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
1.74 milieuzoneringslijst:
de lijst van handels- en bedrijfsactiviteiten die als bijlage 4 onderdeel uitmaakt van de regels, waarin deze activiteiten naar milieucategorie zijn onderscheiden.
1.75 niet-grondgebonden agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt.
1.76 onderbouw:
een gedeelte van een gebouw dat gedeeltelijk onder peil is gelegen.
1.77 ondergeschikte detailhandel:
beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met bedrijfsactiviteiten die als hoofdfunctie worden uitgeoefend.
1.78 overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf:
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, een intensieve veehouderij of een geitenhouderij.
1.79 paardenbak:
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het laten loslopen van paarden en/of pony's dan wel het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen.
1.80 paardenhouderij:
een bedrijf dat is gericht op het fokken, opfokken, beleren en/of trainen van paarden.
1.81 peil:
- a. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang
- b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld
1.82 permanente bewoning:
bewoning van een verblijf als hoofdverblijf.
1.83 plan:
het bestemmingsplan 'Buitengebied Lith - 2013' van de gemeente Oss.
1.84 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.85 risicovolle inrichting:
een inrichting waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risicoafstand moet worden aangehouden bij het in een bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
1.86 ruimtelijke kwaliteit:
de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte.
1.87 schuilgelegenheid:
een niet voor bewoning bestemd agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor beschutting van vee tegen weersinvloeden.
1.88 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.89 stacaravan:
een caravan of soortgelijk onderkomen al dan niet op wielen, dat mede, gelet op de afmetingen, niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve doeleinden.
1.90 statische opslag:
opslag van goederen die naar hun aard weinig verplaatsing nodig hebben, zoals caravans, campers, boten en (klassieke) auto's.
1.91 teeltondersteunende voorziening:
voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om één of meer van de volgende doelen na te streven:
- a. verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade
- b. verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen
- c. bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringen onkruidbestrijding, effectief omgaan met water)
Voorbeelden van teeltondersteunende voorzieningen zijn: aardbeiteelttafels, afdekfolies, antiworteldoeken, boomteelthekken, hagelnetten, insectengazen, plastic tunnels, ondersteunende kassen, schaduwhallen en vraatnetten.
Knalapparatuur wordt niet aangemerkt als teeltondersteunende voorziening.
1.92 toercaravan:
een caravan of soortgelijk onderkomen dat mede, gelet op de afmetingen, bestemd en/of geschikt is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve doeleinden.
1.93 tuincentrum met beperkt assortiment:
detailhandelsbedrijf met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waar uitsluitend de volgende artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen te koop worden aangeboden:
- a. tuinhuisjes
- b. carports
- c. blokhutten
- d. dierenverblijven
- e. speeltoestellen
- f. schuttingen
- g. pergola's
- h. grensafscheidigen
- i. trampolines
- j. tuin- en/of straatmeubilair
- k. zwembaden
- l. sauna's
- m. whirlpools
- n. barbecues
- o. potten en bloembakken
- p. tuinverlichting
- q. lantaarns
- r. brievenbussen
- s. bestratingsmaterialen
- t. alle soorten tuingrond, zand, grind en verpakte meststoffen en tuinturf, tuinhout
- u. waterelementen, vijvers en watervallen
- v. onderhoudsmiddelen voor houten artikelen als bedoeld onder a tot en met u (watergedragen beits)
1.94 tijdelijke teeltondersteunende voorziening:
teeltondersteunende voorziening die zo lang de teelt het vereist aanwezig is, met een maximum van acht maanden per jaar.
1.95 uitbouw:
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.96 verdieping:
elke bouwlaag boven de eerste bouwlaag op de begane grond.
1.97 verwevingsgebied:
een ingevolge de Reconstructiewet als zondanig aangewezen ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied, gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur en waar in het kader van de Reconstructiewet hervestiging of uitbreiding van intensieve veehouderij mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten.
1.98 voorgevellijn:
de lijn (in hoeksituaties: de lijnen) waarin de naar de weg of ander openbaar gebied gekeerde gevel(s) van het dichtst bij die weg of ander openbaar gebied gelegen gebouw is (zijn) gelegen alsmede het verlengde daarvan.
1.99 vuurwerkbedrijf:
een inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is.
1.100 werk:
een constructie geen bouwwerk zijnde.
1.101 wonen:
het bewonen van een woning.
1.102 woning:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
1.103 woonhuis:
een gebouw dat één grondgebonden woning omvat.
1.104 woonschip:
een vaar- of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot als hoofdbewoning geldend dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen.
1.105 woonwagen:
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het betreffende bouwwerk op een bouwperceel.
2.2 de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen.
2.3 het bebouwingspercentage:
de oppervlakte, die met gebouwen (carports en overkappingen inbegrepen) is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming; de oppervlakte wordt altijd in gehele getallen bepaald.
2.4 de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
2.5 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.6 de breedte van een bouwperceel:
tussen de zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten over tenminste 3/4 van de lengte van het bouwperceel, in welke lengte in ieder geval het bouwvlak aanwezig is of de toegestane situering van het hoofdgebouw indien geen bouwvlak is aangegeven.
2.7 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.8 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; kelders en onderbouwen tellen niet mee bij de inhoud.
2.9 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.10 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.11 de hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.12 de hoogte van een woonschip, woon-/werkark en drijvend gebouw:
vanaf de waterlijn tot aan het hoogste punt van het woonschip, de woon-/werkark respectievelijk het drijvende gebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschap
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
nadere eisen stellen aan:
- a. de situering van de bebouwing;
- b. de nokrichting van daken;
- c. de oriëntatierichting van de bebouwing.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 3.1 en 3.2 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond, en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in de onderstaande tabel, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
Activiteit | Basisregel | Voorwaarden |
Het bouwen van een grotere oppervlakte | artikel 3.1.2 onder f | - de intensieve tak blijft ondergeschikt aan de grondgebonden tak - er is sprake van een duurzame locatie - het bouwvlak is kleiner dan 1,5 ha |
Overschrijding van de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen | artikel 3.2.3 onder e | - de noodzaak voor deze afwijking moet zijn aangetoond - deze afwijking geldt alleen voor een verhoging van de bouwhoogte tot 10 m binnen de zone 'overig - bebouwingsconcentraties', en voor een verhoging van de goothoogte tot 4 meter binnen de zones 'overig -oeverwal' en 'overig - bebouwingsconcentraties' |
Situering van bedrijfsgebouwen vóór de achtergevel van de bedrijfswoning, dan wel situering van de bedrijfswoning dusdanig dat bestaande bedrijfsgebouwen niet achter de achtergevel van de bedrijfswoning zijn gebouwd | artikel 3.2.4 onder a | - de noodzaak voor deze afwijking moet zijn aangetoond |
Overschrijding van de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen | artikel 3.2.4 onder b | - de noodzaak voor deze afwijking moet zijn aangetoond - de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5 m, en de bouwhoogte niet meer dan 12 m |
Het bouwen van kassen binnen het bouwvlak | artikel 3.2.4 onder c | - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 2.500 m² - de landschappelijke inpassing dient op zorgvuldige wijze plaats te vinden aan de hand van een gedetailleerd uitgewerkt en door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan |
Het bouwen van gebouwen, zoals schuilgelegenheden voor vee, buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - de bouwhoogte mag niet meer mag bedragen dan 3,5 m - de goothoogte mag niet meer mag bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 15 m² - de oppervlakte van het bijbehorende kadastrale terrein moet tenminste 1 ha bedragen - het aantal gebouwen mag niet meer bedragen dan één per bijbehorend kadastraal terrein - er moet voorzien zijn in een goede landschappelijke inpassing - deze afwijkingsmogelijkheid geldt alleen binnen de zones 'overig -oeverwal' en 'overig - bebouwingsconcentraties' |
Het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - binnen de als 'overig - oijense polder' en 'overig - lithse polder' aangegeven gronden is afwijking uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 0,5 m; binnen de overige gebieden is afwijking uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 4,5 m |
Het bouwen van een windmolen ten behoeve van regulering van de waterstand buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 5 m |
Het bouwen van windturbines met een grotere bouwhoogte dan 6 m binnen het bouwvlak | artikel 3.2.5 onder d | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 25 m |
Het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van paardenbakken buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 1,6 m |
Het bouwen van ooievaarsnesten buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 8 m |
Het bouwen van bijenstallen buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 15 m² |
Het bouwen van een grotere oppervlakte | artikel 3.2.2 onder d | - de oppervlakte mag niet meer dan 500 m² groter zijn dan wat volgens artikel 3.2.2 onder d is toegestaan - de bebouwing is nodig in verband met een kleinschalige activiteit als bedoeld in de tabel in artikel 3.5, en dus niet voor de primaire agrarische functie |
Overschrijding van de maximale inhoudsmaat van een woning | artikel 3.2.3 onder d | - er is sprake van één bestaande hoofdbouwmassa die bestaat uit woning en (voormalig) stalgedeelte - het ruimtelijke beeld wijzigt niet door het toevoegen van het (voormalige) stalgedeelte aan de woning |
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel, met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in de tabel, onder de voorwaarde dat de milieuhygiënische aanvaardbaarheid is aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn - de omgevingsvergunning wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m² - het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een maatschappelijk belang, bijvoorbeeld reclassering - op het perceel dient al een bedrijfswoning aanwezig te zijn - de omgevingsvergunning wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor bewoning te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 40 m² - het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning |
Kleinschalige activiteiten | - de activiteit wordt uitgeoefend als niet-zelfstandig onderdeel van het agrarisch bedrijf - het gebruik ten behoeve van de kleinschalige activiteit vindt plaats binnen het agrarisch bouwvlak - de afwijking mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de waterhuishouding en -kwaliteit ter plaatse - er dient voldaan te worden aan het bepaalde in bijlage 2 (Kleinschalige activiteitenbij agrarische bedrijven) - buitenopslag is niet toegestaan - er is geen sprake van onevenredige verkeersaantrekking - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte binnen het bouwvlak - lawaaisporten zijn niet toegestaan - de maximale oppervlakte voor opslag bedraagt 1.000 m², verminderd met de oppervlakte die in gebruik is voor overige nevenactiviteiten; - de oppervlakte van overige nevenactiviteiten bedraagt 500 m², met dien verstande dat de maximale oppervlakte voor verkoop van streekproducten 100 m² bedraagt |
Minicamping | - deze afwijkingsmogelijkheid is niet toepasbaar binnen de als 'overig - lithse polder' aangeduide gronden - het aantal plaatsen bedraagt maximaal 25 - de minicamping is gesitueerd binnen of direct aansluitend op het bijbehorende agrarisch bouwvlak - de landschappelijke inpassing dient op zorgvuldige wijze plaats te vinden aan de hand van een gedetailleerd uitgewerkt en door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan - parkeren dient op eigen terrein binnen het bouwvlak plaats te vinden - alleen kampeermiddelen zijn toegestaan; stacaravans en andere recreatieve bouwwerken zijn niet toegestaan - het gebruik is uitsluitend toegestaan in de periode van 31 maart tot 1 oktober |
Huisvesting tijdelijke arbeidskrachten | - het betreft uitsluitend voorzieningen in de vorm van overnachtingsmogelijkheden en verblijfsruimten voor tijdelijke arbeidskrachten die benodigd zijn voor en werkzaam zijn bij het betreffende bedrijf gedurende het plant- en oogstseizoen, met een maximum van zes maanden per jaar - de voorzieningen dienen gerealiseerd te worden binnen de bedrijfsgebouwen tot een maximum bedrijfsvloeroppervlakte van 200 m² |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 (Bedrijvenlijst) - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
Het toestaan van paardenbakken | - de paardenbak is gesitueerd direct aansluitend op het bijbehorende agrarisch bouwvlak dan wel het bijbehorende bestemmingsvlak 'Wonen' - de totale oppervlakte bedraagt niet méér dan 825 m² per bijbehorend agrarisch bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak 'Wonen' - de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van de as van de weg - de paardenbak is voorzien van een goede landschappelijke inpassing - de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van woningen van derden |
Het gebruik van een woning anders dan als bedrijfswoning | - binnen het bouwvlak is een agrarisch bedrijf actief - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; als milieuhygiënisch bezwaar worden in ieder geval niet beschouwd milieuhygiënische bezwaren als gevolg van de aanwezigheid van een agrarisch bedrijf binnen het bouwvlak - de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast |
Het halfverharden van onverharde wegen en paden | X |
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Landschap En Natuur
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
- a. Voor de bebouwing ten dienste van nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen gelden de volgende regels:
- 1. De afstand van bouwwerken tot de as van de weg dient ten minste 20 m te bedragen.
- 2. Uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen gebouwen worden opgericht, tot een maximale hoogte van 3 m en een maximale oppervlakte per gebouw van 15 m².
- 3. Voor het overige mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden opgericht mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van antennemasten niet meer mag bedragen dan 40 m.
- b. Voor het overige mag niet worden gebouwd.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in de tabel, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
Activiteit | Basisregel | Voorwaarden |
Het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen | artikel 4.2 onder b | - binnen de als 'overig - oijense polder' en 'overig - lithse polder' aangegeven gronden is afwijking uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 0,5 m; binnen de overige gebieden is afwijking uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 4,5 m |
Het bouwen van een windmolen ter regulering van de waterstand | artikel 4.2 onder b | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 5 m |
Het bouwen van ooievaarsnesten | artikel 4.2 onder b | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 8 m |
Het bouwen van bijenstallen buiten het bouwvlak | artikel 4.2 onder b | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 15 m² |
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het halfverharden van onverharde wegen en paden, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie.
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel, met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in de tabel, onder de voorwaarde dat de milieuhygiënische aanvaardbaarheid is aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de afwijking wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m² - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw |
Het omschakelen van een niet-agrarisch-technisch hulpbedrijf en niet-agrarisch verwant bedrijf naar een agrarisch-technisch hulpbedrijf en/of agrarisch verwant bedrijf | - de nieuwe bedrijfsvorm dient qua milieuhinder vergelijkbaar met of minder hinderlijk te zijn dan de oude bedrijfsvorm - omschakeling dient voor wat betreft de ruimtelijke uitstraling aanvaardbaar te zijn - binnen de zone 'overig - uiterwaarden' mag het ruimtebeslag voor de nieuwe bedrijfsvorm niet meer bedragen dan 5.000 m² - de nieuwe bedrijfsvorm is qua milieuhinder vergelijkbaar met of minder dan de oude bedrijfsvorm, met dien verstande dat de milieucategorie niet hoger is dan 3 |
Het vestigen van een agrarisch-technisch hulpbedrijf en/of agrarisch verwant bedrijf in milieucategorie 2 | - vestiging is alleen mogelijk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch-technisch hulpbedrijf en-of agrarisch verwant bedrijf' - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 (Bedrijvenlijst) - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. voorzieningen voor langzaam verkeer;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. verhardingen anders dan ten behoeve van de functies genoemd onder b, c, d en e tot een oppervlakte van ten hoogste 10% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak;
- g. waterstaatkundige voorzieningen in de vorm van een sluizen- en stuwencomplex, ter plaatse van de aanduiding 'sluis', inclusief parkeervoorzieningen ten behoeve van het sluizen- en stuwencomplex.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Horeca
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijking van de bouwregels
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel, met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in de tabel, onder de voorwaarde dat de milieuhygiënische aanvaardbaarheid is aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn - de afwijking wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m² - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 (Bedrijvenlijst) - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
Artikel 8 Maatschappelijk
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op het gebied en/of in de vorm van gezondheidszorg (inclusief apotheek), kinder- en naschoolse opvang, zorgboerderij, zorginstelling, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;
- b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'religie': een kapel;
- c. het wonen, uitsluitend in de bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie;
- d. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m²;
- e. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk; in afwijking van het bepaalde in artikel 1.13 is bed en breakfast in de genoemde omvang ook toegestaan binnen vrijstaande cultuurhistorisch waardevolle bijgebouwen op percelen die met 'cultuurhistorische waarden' zijn aangeduid;
- f. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- g. ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel, met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in de tabel, onder de voorwaarde dat de milieuhygiënische aanvaardbaarheid is aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m² - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 (Bedrijvenlijst) - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
Artikel 9 Maatschappelijk - Begraafplaats
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. begraafplaats;
- b. ondergeschikte waterhuishoudkundige voorzieningen, verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Natuur
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 11 Recreatie - Dagrecreatie
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel, met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in de tabel, onder de voorwaarde dat de milieuhygiënische aanvaardbaarheid is aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de afwijking wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m² - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 (Bedrijvenlijst) - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
Artikel 12 Recreatie - Verblijfsrecreatie
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
- b. centrale recreatieve voorzieningen;
- c. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend parkeren.
met bijbehorende voorzieningen, bijvoorbeeld in de vorm van speelvoorzieningen, sportvoorzieningen, een strand, een zonneweide, onbebouwde terreinen, en andere dagrecreatieve voorzieningen die de verblijfsrecreatieve functie ondersteunen.
12.2 Bouwregels
Artikel 13 Sport
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportvoorzieningen, uitsluitend in de vorm als omschreven in bijlage 5 (Oppervlaktesbedrijfsgebouwen);
- b. aan sportvoorzieningen ondergeschikte horeca;
- c. aan sportvoorzieningen ondergeschikte dienstverlening;
- d. speelvoorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
13.2 Bouwregels
Artikel 14 Verkeer
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden die mede gericht zijn op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
- f. terreinen voor markten, standplaatsen en evenementen;
- g. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, openbaar vervoer en zend- en ontvangstinstallaties;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug': een brug;
een en ander met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de figuur 'dwarsprofiel' de inrichting van deze gronden moet voldoen aan het dwarsprofiel;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' deze gronden uitsluitend zijn bestemd voor parkeervoorzieningen en de ontsluiting daarvan.
14.2 Bouwregels
Artikel 15 Verkeer - Verblijf
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en woonstraten met niet meer dan twee rijstroken;
- b. erven, pleinen en paden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
- g. terrein voor markten, standplaatsen en evenementen;
- h. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling en openbaar vervoer;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug': een brug;
15.2 Bouwregels
Artikel 16 Water
16.1 Bestemmingsomschrijving
16.2 Bouwregels
Artikel 17 Water - Vaarweg
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Bouwregels
Artikel 18 Wonen
18.1 Bestemmingsomschrijving
18.2 Bouwregels
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel, met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in de tabel, onder de voorwaarde dat de milieuhygiënische aanvaardbaarheid is aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn - de afwijking wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m² - het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw |
Bedrijfsmatige opslag | - uitsluitend statische opslag/opslag van caravans is toegestaan - afwijking wordt uitsluitend verleend ten behoeve van gebouwen voor opslagdoeleinden tot een maximum van 500 m² - alle gebouwen dienen te worden gesloopt, met uitzondering van de woning met aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, 100 m² vrijstaande bijgebouwen, cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en 500 m² bebouwing ten behoeve van de opslagfunctie - de opslag dient te voldoen aan de eisen die daaraan uit hoofde van de wettelijke bepalingen inzake externe veiligheid worden gesteld - de opslag mag niet leiden tot een onevenredige vergroting van de lokale verkeersdruk - bedrijfsmatige activiteiten verband houdend met de opslag zijn niet toegestaan - buitenopslag is niet toegestaan - het gebouw waar de opslag plaatsvindt, dient landschappelijk te worden ingepast - er zijn geen milieuhygiënische bezwaren |
Kleinschalige recreatieve nevenactiviteiten | - het betreft uitsluitend kleinschalige activiteiten die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals het bieden van overnachtingsaccommodatie ten behoeve van kortdurend toeristisch verblijf voor maximaal 10 personen in maximaal 5 slaapkamers, een theeterras, een minicamping tot maximaal 5 plaatsen, overnachten in een mobiele vakantiewagen ('Pipowagen') en een recreatiewoning voor maximaal 10 personen - buitenopslag is niet toegestaan - er is geen sprake van onevenredige verkeersaantrekkende werking - het parkeren dient op eigen terrein binnen het bestemmingsvlak 'Wonen' plaats te vinden - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren - de nevenactiviteit wordt landschappelijk ingepast - het betreft uitsluitend gronden die niet zijn aangeduid als 'overig - lithse polder' - het betreft geen activiteiten die vergunningsplichtig zijn op grond van de Drank- en Horecawet |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 (Bedrijvenlijst) - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
Artikel 19 Wonen - Woonwagenstandplaats
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het innemen van een standplaats met een woonwagen;
- b. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
19.2 Bouwregels
Artikel 20 Leiding - Gas
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 18 inch en een druk van ten hoogste 66,2 bar met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
20.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen, behoudens het bepaalde onder b, op en/of in deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden opgericht ten behoeve van de in artikel 20.1 genoemde bestemming met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
20.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 21 Leiding - Riool
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse riooltransportleidingen.
21.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken worden opgericht tot een bouwhoogte van 3 m ten behoeve van ondergrondse riooltransportleidingen.
21.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 22 Leiding - Water
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse watertransportleidingen.
22.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken worden opgericht tot een bouwhoogte van 3 m ten behoeve van ondergrondse watertransportleidingen.
22.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 22.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 23 Waarde - Archeologie Historische Kern
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie historische kern' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
23.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 24 Waarde - Archeologie Monument
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie Monument' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aangetroffen en aanwezige archeologische waarden.
24.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 25 Waarde - Archeologie Verwachtingswaarde Hoog
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
25.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 26 Waarde - Archeologie Verwachtingswaarde Middelhoog
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde middelhoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
26.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 27 Waarde - Landschap
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van terpen.
27.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 28 Waterstaat - Stroomvoerend Rivierbed
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor uiterwaarden van de rivier en voor de berging, afvoer en doorstroming van water, met bijbehorende voorzieningen.
28.2 Bouwregels
In voorkomend geval in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op en/of in deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m worden opgericht ten behoeve van uiterwaarden van de rivier en voor de berging, afvoer en doorstroming van water, met bijbehorende voorzieningen. De vorige volzin is niet van toepassing op bouwwerken voor recreatief nachtverblijf.
28.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 28.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de belangen van berging, afvoer en doorstroming van water niet worden geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken water- of rivierbeheerder.
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 29 Waterstaat - Waterbergend Rivierbed
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor uiterwaarden van de rivier en voor de berging van water, met bijbehorende voorzieningen.
29.2 Bouwregels
In voorkomend geval in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op en/of in deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m worden opgericht ten behoeve van uiterwaarden van de rivier en voor de berging van water, met bijbehorende voorzieningen.
29.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de belangen van berging van water niet worden geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken water- of rivierbeheerder.
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 30 Waterstaat - Waterkering
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. voorzieningen voor de directe en indirecte kering van het water;
- b. aanleg, instandhouding en/of bescherming van de waterkering;
- c. bestaande verhardingen;
- d. groenvoorzieningen.
30.2 Bouwregels
In voorkomend geval in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op en/of in deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden opgericht ten behoeve van het beheer en het onderhoud van de waterkering met een bouwhoogte van ten hoogste 4 m.
30.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 30.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de belangen van de waterkering niet worden geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de waterkering.
30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 31 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 32 Landschappelijke Tegenprestatie
32.1 Tegenprestatieplicht
- a. De ontwikkelingen als bedoeld in artikel 32.2 die worden gerealiseerd op basis van dit bestemmingsplan met toepassing van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan dan wel met toepassing van een wijzigingsregeling moeten gepaard gaan met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuur.
- b. Deze fysieke verbetering dient duurzaam in stand te worden gehouden.
- c. Indien de vereiste fysieke verbetering niet kan worden gerealiseerd, dient deze te worden uitgevoerd als een financiële storting in een gemeentelijk fonds voor financiering van landschappelijke projecten.
- d. De omvang van de tegenprestatie is afhankelijk van de omvang van de ruimtelijke ontwikkeling en moet in een redelijke verhouding hiertoe staan.
32.2 Tegenprestatieplichtige ontwikkelingen
De ontwikkelingen als bedoeld in artikel 32.1 onder a zijn:
- a. het vergroten van een agrarisch bouwvlak tot een omvang van meer dan 1,5 ha
- b. het omschakelen met toepassing van de artikelen 37.7 en 37.8
- c. het vergroten van de oppervlakte bedrijfsgebouwen met toepassing van de artikelen 5.3.1 onder b en 7.3.1 onder b
- d. het vergroten van de opppervlakte van bijgebouwen bij woningen alsmede het vergroten van de inhoud van woningen met toepassing van artikel 18.3.1 onder b
- e. het realiseren van woningen met toepassing van artikel 35.40
- f. het realiseren van telecommunicatiemasten met toepassing van artikel 37.11
Artikel 33 Algemene Bouwregels
33.1 Afwijkende bebouwing
Indien de bestaande bebouwing afwijkt van hetgeen elders in deze regels is toegestaan, dienen in afwijking van die regels, de bestaande afwijkingen voor wat betreft:
- a. goothoogte
- b. bouwhoogte
- c. oppervlakte
- d. inhoud
- e. afstand tot de as van de weg
- f. afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
- g. situering ten opzichte van andere bebouwing
ter plaatse van de afwijking als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, mits deze afwijkende maatvoering op legale wijze tot stand is gekomen.
33.2 Parkeervoorzieningen
- a. Indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet het gebouw en moet de andere bebouwing op het betreffende bouwperceel zodanig worden geplaatst of ingericht dat ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's voldoende ruimte aanwezig is, op of onder het gebouw dan wel op of onder het overige gedeelte van het bouwperceel.
- b. De onder a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eisen wordt geacht te zijn voldaan:
- 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten per auto tenminste 1,80 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen;
- 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een auto van een gehandicapte - voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 bij 5,00 m bedragen.
- c. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, moet het gebouw zodanig worden geplaatst of ingericht, dat in deze behoefte in voldoende mate kan worden voorzien aan, in of onder het gebouw dan wel op of onder het onbebouwde gedeelte van het betreffende bouwperceel.
- d. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a en c, mits op andere wijze in de nodige parkeerruimte respectievelijk ruimte voor het laden en lossen van goederen wordt voorzien.
Artikel 34 Algemene Gebruiksregels
34.1 Verboden gebruik
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder begrepen het doen en/of laten gebruiken:
- a. van gronden als stort- en/of opslagplaats, anders dan als stort- en/of opslagplaats met het oog op het in de bestemming passende gebruik;
- b. van gronden voor buitenopslag, met uitzondering van op de bestemming gerichte buitenopslag;
- c. van gronden of bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde producten als ondergeschikte nevenactiviteit bij het agrarisch bedrijf, en met uitzondering van andere detailhandel die met het oog op de aan de betrokken gronden gegeven bestemming is toegestaan;
- d. van gronden voor een kleinschalig kampeerterrein, groepskampeerterrein en/of natuurkampeerterrein, anders dan met het oog op de aan de betrokken gronden gegeven bestemming is toegestaan;
- e. van gronden voor motor-, water- en modelvliegtuigsport en andere vormen van lawaaisport, anders dan voor watersport met het oog op het in het bestemmingsplan beoogde gebruik;
- f. van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
- g. van vrijstaande bijgebouwen en bedrijfsgebouwen voor bewoning, anders dan het op grond van deze regels toegestane gebruik ten behoeve van mantelzorg;
- h. van gronden en water als ligplaats voor woonschepen of woonarken, anders dan het op grond van deze regels teogestane gebruik als ligplaats voor woonschepen en woonarken;
- i. van vaartuigen voor bewoning, anders dan met het oog op de aan de betrokken gronden gegeven bestemming is toegestaan
- j. van bouwwerken voor recreatief nachtverblijf voor permanente bewoning;
- k. van gronden voor het buiten bouwvlakken aanleggen en vergroten van oppervlakteverhardingen, anders dan wegen en paden, binnen de bestemmingen 'Agrarisch met waarden – Landschap', 'Agrarisch met waarden – Landschap en natuur' en 'Natuur';
- l. het bebossen of anderszins beplanten met hoog opgaande bomen, struiken, heesters en daarmee vergelijkbare houtopstanden (met een hoogte van 1,5 m of meer), met uitzondering van erfbeplanting binnen bouwvlakken, binnen gebieden die zijn aangeduid als 'overig - oijense polder' of 'overig - lithsepolder';
- m. van gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' dan wel 'Agrarisch metwaarden - Landschap en natuur' als visvijver;
- n. van gronden voor bedrijfsdoeleinden, anders dan met het oog op de aan de betrokken gronden gegeven bestemming is toegestaan;
- o. van gronden met de aanduiding 'erf' en zich hierop bevindende bouwwerken voor bewoning.
34.2 Afwijken van inrichtingsplannen
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 35.1 tot en met 35.28 voor het anders uitvoeren van een inrichtingsplan mits die andere uitvoering vanuit het oogpunt van landschappelijke inpassing en/of compensatie minimaal gelijkwaardig is aan het oorspronkelijke inrichtingsplan, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.
Artikel 35 Algemene Aanduidingsregels
35.1 overig - inrichtingsplan 1
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 1' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 7;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 7;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 7 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.2 overig - inrichtingsplan 2
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 2' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 8;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 8;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 8 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.3 overig - inrichtingsplan 3
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 3' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 9;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 9;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 9 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.4 overig - inrichtingsplan 4
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 4' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 10;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 10;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 10 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.5 overig - inrichtingsplan 5
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 5' het volgende:
- a.
de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 11; - b.
er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindtconform bijlage 11; - c.
onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in iedergeval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden inafwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 11 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dienverstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eersteomgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.6 overig - inrichtingsplan 6
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 6' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 12;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 12;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 12 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.7 overig - inrichtingsplan 7
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 7' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 13;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 13;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 13 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.8 overig - inrichtingsplan 8
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 8' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 14;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 14;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 14 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.9 overig - inrichtingsplan 9
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 9' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 15;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 15;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 15 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.10 overig - inrichtingsplan 10
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 10' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 16;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 16;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 16 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.11 overig - inrichtingsplan 11
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 11' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 17;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 17;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 17 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.12 overig - inrichtingsplan 12
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 12' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 18;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 18;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 18 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.13 overig - inrichtingsplan 13
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 13' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 19;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 19;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 19 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.14 overig - inrichtingsplan 14
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'Inrichtingsplan 14' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 20;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 20;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 20 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.15 overig - inrichtingsplan 15
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 15' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 21;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 21;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 21 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.16 overig - inrichtingsplan 16
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 16' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 22;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 22;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 22 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.17 overig - inrichtingsplan 17
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 17' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 23;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 23;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 23 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.18 overig - inrichtingsplan 18
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 18' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 24;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 24;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 24 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.19 overig - inrichtingsplan 19
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 19' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 25;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 25;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 25 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.20 overig - inrichtingsplan 20
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 20' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 26;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 26;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 26 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.21 overig - inrichtingsplan 21
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 21' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 27;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 27;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 27 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.22 overig - inrichtingsplan 22
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 22' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 28;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 28;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 28 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.23 overig - inrichtingsplan 23
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 23' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 29;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 29;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 29 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.24 overig - inrichtingsplan 24
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 24' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 30;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 30;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 30 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.25 overig - inrichtingsplan 25
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 25' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 31;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 31;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 31 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.26 overig - inrichtingsplan 26
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 26' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 32;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 32;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 32 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
35.27 overig - inrichtingsplan 27
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 27' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 33;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 33;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 33 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.28 overig - inrichtingsplan 28
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overig - inrichtingsplan 28' het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 34;
- b. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 34;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 34 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
35.29 overig - uiterwaarden
35.30 overig - oeverwal
35.31 overig - oijense polder
35.32 overig - lithse polder
35.33 overig - bebouwingsconcentraties
35.34 geluidzone - industrie
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mag, in voorkomend geval in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen geluidgevoelige bebouwing worden opgericht, tenzij op grond van de Wet geluidhinder geen hogere grenswaarde is vereist, of een hogere waarde is vastgesteld en gebouwd wordt met inachtneming van die hogere waarde.
35.35 vrijwaringszone - molenbiotoop
35.36 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
35.37 milieuzone - waterwingebied
35.38 vrijwaringszone - dijk
35.39 wro-zone - wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van van de aanduiding 'wro-zone -wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming 'Natuur', mits sprake is van vrijwilligheid van de grondeigenaren en agrarische belangen niet onevenredig worden geschaad.
35.40 wro-zone - wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone -wijzigingsgebied 2' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' dan wel binnen de bestemming 'Wonen' een (andere) aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' op te nemen dan wel een bestemmingsvlak 'Wonen' te splitsen in meerdere bestemmingsvlakken 'Wonen' ten behoeve van de realisering van nieuwe woningen, anders dan als omzetting van een bedrijfswoning in een burgerwoning, mits:
- a. de wijziging betrekking heeft op gronden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden -Landschap', 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur', 'Wonen' of 'Bedrijf';
- b. de eventueel voorkomende agrarische of andere (bedrijfs)activiteiten blijvend worden gestaakt;
- c. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
- d. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- e. het aantal te realiseren woningen en/of de economische opbrengst van de woningbouw in een redelijke verhouding staat tot de waarde van het te saneren (agrarische) bedrijf en/of een eventuele landschappelijke en/of cultuurhistorische tegenprestatie, daaronder begrepen natuurontwikkeling;
- f. het bestemmingsvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
- g. de inhoud van de woningen niet meer bedraagt dan 750 m3;
- h. voor het overige voor de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de daarvoor opgenomen afwijkingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen;
- i. de toename van het aantal woningen in overeenstemming is met het gemeentelijke woonbeleid;
- j. wordt voldaan aan bijlage 6 (Stimuleringskader beeldkwaliteit) dan wel anderszins een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt.
35.41 wro-zone - wijzigingsgebied 3
35.42 wro-zone - wijzigingsgebied 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van van de aanduiding 'wro-zone -wijzigingsgebied 4' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de realisering van maximaal twee woningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren;
- b. de vestiging van een tuincentrum met beperkt assortiment aan de Meester Van Coothstraat 46 dient onherroepelijk planologisch geregeld te zijn en de milieuvergunning voor het agrarisch bedrijf aan de Meester Van Coothstraat 46 dient onherroepelijk ingetrokken te zijn;
- c. de stedenbouwkundige inpasbaarheid van de woningen is aangetoond;
- d. de goothoogte en de bouwhoogte van de nieuwe woning(en) bedragen niet meer dan 3 m respectievelijk 10 m;
- e. voor het overige wordt voor de bouw- en gebruiksregels aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat toegestane afwijkingen van de bouwregels rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen.
35.43 wro-zone - wijzigingsgebied 5
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone -wijzigingsgebied 5' te wijzigen in de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' ten behoeve van de realisering van maximaal zes recreatiechalets zonder centrale recreatieve voorzieningen dan wel één groepsaccommodatie zonder centrale recreatieve voorzieningen alsmede ten behoeve van de omzetting van de bestaande burgerwoning in een bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren;
- b. de stedenbouwkundige en landschappelijke inpasbaarheid van de recreatiechalets dan wel groepsaccommodatie is aangetoond;
- c. de totale oppervlakte van de recreatiechalets bedraagt niet meer dan 270 m²;
- d. de goothoogte van de recreatiechalets bedraagt niet meer dan 3 m;
- e. de bouwhoogte van de recreatiechalets bedraagt niet meer dan 4,5 m;
- f. de totale oppervlakte van de groepsaccommodatie bedraagt niet meer dan 300 m²;
- g. de goothoogte van de groepsaccommodatie bedraagt niet meer dan 3 m;
- h. de bouwhoogte van de groepsaccommodatie bedraagt niet meer dan 8 m;
- i. de bouwregels voor de bedrijfswoning sluiten aan bij de bestaande situatie;
- j. uitsluitend voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de bouwregels ingevolge de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie'.
35.44 reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
35.45 reconstructiewetzone - verwevingsgebied
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
35.46 reconstructiewetzone - extensiveringsgebied
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
Artikel 36 Afwijken Van De Bouwregels Algemeen
Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld
- d. de landschappelijke en natuurwaarden
- e. de verkeersveiligheid
- f. de woonsituatie
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.
- b. de regels en worden toegestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de regels en worden toegestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. de regels en worden toegestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
- 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
- 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
- e. de regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde en worden toegestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt vergroot:
- 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouw zijnde tot niet meer dan 15 m;
- 2. ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 40 m;
- 3. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde tot niet meer dan 10 m;
- f. de regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van de toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
- 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
- 2. de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
- g. de regels omtrent de minimale afstand van gebouwen tot de weg, mits het bepaalde in de Wet geluidhinder in acht wordt genomen.
Artikel 37 Wijzigingsregels
37.1 Wijziging actualisering
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van de actualisering van de in het plan opgenomen verwijzing naar wetten, verordeningen, circulaires, publicaties, instanties en dergelijke, indien het handhaven van de in de regels opgenomen redactie tot onduidelijkheden en/of onjuistheden met het oog op de verwijzing leidt en indien de actualisering geen inhoudelijke beleidswijziging betreft.
37.2 Wijziging vormverandering agrarisch bouwvlak
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch metwaarden - Landschap' van vorm te veranderen mits:
- a. indien het een bouwvlak betreft met de aanduiding 'intensieve veehouderij', het gronden betreft die zijn gelegen binnen de zone 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' of 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied';
- b. de oppervlakte van het te wijzigen bouwvlak niet wijzigt;
- c. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- d. het bouwvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
- e. wordt voldaan aan bijlage 6 (Stimuleringskader beeldkwaliteit) dan wel anderszins een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt.
37.3 Wijziging vergroting bouwvlak van grondgebonden agrarische bedrijven
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak van een grondgebonden agrarisch bedrijf binnen de bestemming ' Agrarisch met waarden - Landschap' te vergroten tot een maximale oppervlakte van 2 ha voor bouwvlakken die gelegen zijn binnen de zone 'overig - oijense polder' en tot een maximale oppervlakte van 2,5 ha voor bouwvlakken die gelegen zijn binnen de zone 'overig - lithse polder' en tot een maximale oppervlakte van 1,5 ha voor bouwvlakken die gelegen zijn buiten deze zones, mits:
- a. de noodzaak ervan is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kader burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen;
- b. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- c. het bouwvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
- d. wordt voldaan aan bijlage 6 (Stimuleringskader beeldkwaliteit) dan wel anderszins een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
- e. voor wat betreft Lutterstraat 15 en Leijgraafstraat 7, deze uitbreidingen een positieve bijdrage leveren aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken.
37.4 Wijziging vergroting bouwvlak van intensieve veehouderijbedrijven
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak met de aanduiding 'intensieve veehouderij' binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' te vergroten, mits:
- a. het bouwvlak is gelegen binnen de zone 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' of 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied';
- b. de oppervlakte van het bouwvlak na vergroting maximaal 1,5 ha bedraagt;
- c. de noodzaak ervan is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kader burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen;
- d. indien binnen verwevingsgebied wordt uitgebreid, sprake is van een duurzame locatie;
- e. minimaal 10% van het bouwvlak wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing met inheemse beplanting;
- f. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- g. wordt voldaan aan bijlage 6 (Stimuleringskader beeldkwaliteit) dan wel anderszins een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
- h. zuinig ruimtegebruik wordt toegepast door aan te sluiten bij bestaande bebouwing of, al dan niet door herschikking, optimaal gebruik te maken van de bestaande ruimte.
37.5 Wijziging vergroting bouwvlak van overige niet-grondgebonden agrarische bedrijven
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf' binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden -Landschap' te vergroten, mits
- a. de oppervlakte na vergroting maximaal 1,5 ha bedraagt;
- b. de noodzaak ervan is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kader burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen;
- c. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- d. het bouwvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
- e. wordt voldaan aan bijlage 6 (Stimuleringskader beeldkwaliteit) dan wel anderszins een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt.
37.6 Wijziging omschakeling naar overig niet-grondgebonden agrarisch bedrjf
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om aan een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch metwaarden - Landschap' de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf' toe te kennen, mits:
- a. het gronden betreft die zijn gelegen binnen de zone 'overig - lithse polder' of 'overig - oijense polder';
- b. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- c. wordt voldaan aan bijlage 6 (Stimuleringskader beeldkwaliteit) dan wel anderszins een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
- d. de oppervlakte van het bouwvlak maximaal 1,5 ha bedraagt, waarvan minimaal 10% moet bestaan uit een goede landschappelijke inpassing met inheemse beplanting;
- e. indien sprake is van een groter bestaand bouwvlak dan 1,5 ha, het bouwvlak, inclusief de minimaal vereiste 10% landschappelijke inpassing, moet worden teruggebracht tot maximaal 1,5 ha.
37.7 Wijziging omschakeling naar bedrijfsmatige activiteiten
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch metwaarden - Landschap' te wijzigen in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Horeca', 'Recreatie - Dagrecreatie', 'Recreatie - Verblijfsrecreatie', 'Maatschappelijk' of 'Sport' ten behoeve van het omschakelen naar een (andersoortige) bedrijvigheid of functie, mits:
- a. de in voorkomend geval uitgeoefende agrarische bedrijfsactiviteiten blijvend worden gestaakt;
- b. indien sprake is van wijziging in de bestemming 'Horeca', uitsluitend sprake is van horeca in de categorie 1;
- c. omgeschakeld wordt naar een zorgvoorziening (zonder woongelegenheid voor zorgbehoevenden) binnen 250 m vanaf de grens van de bebouwde kom dan wel voldaan wordt aan het bepaalde in bijlage 1 (Mogelijkheden functieverandering);
- d. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
- e. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een bedrijf behorende tot milieucategorie 3 of hoger;
- f. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot twee of meer zelfstandige bedrijven;
- g. bebouwingspercentage en bouwhoogte passen bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling;
- h. de inrichting van het bestemmingsvlak een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag bevordert;
- i. de bedrijfsactiviteiten binnen de gebouwen plaatsvinden;
- j. geen buitenopslag plaatsvindt;
- k. geen detailhandel plaatsvindt, tenzij het betreft de verkoop van op het bedrijf geproduceerde producten en gewassen tot een oppervlakte van maximaal 100 m²;
- l. alle gebouwen ten behoeve van de te wijzigen functie worden gesloopt, met uitzondering van
- 1. cultuurhistorisch waardevolle gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
- 2. een eventueel aanwezige bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en maximaal 100 m² vrijstaande bijgebouwen;
- 3. maximaal 1.000 m² aan al dan niet te herbouwen bedrijfsgebouwen dan wel, uitsluitend indien het betreft een agrarisch-technisch hulpbedrijf, 5.000 m²;
- m. het bestemmingsvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
- n. wordt voldaan aan bijlage 6 (Stimuleringskader beeldkwaliteit) dan wel anderszins een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
- o. eventuele bijbehorende gronden die geen erffunctie hebben, beschikbaar blijven of komen voor de grondgebonden functies landbouw, natuur of recreatie, overeenkomstig de functie van het betrokken gebied;
- p. indien sprake is van een groter bestaand bouwvlak dan 0,5 ha, het bestemmingsvlak moet worden teruggebracht tot maximaal 0,5 ha dan wel, uitsluitend indien het betreft een agrarisch-technisch hulpbedrijf, 1,5 ha.
37.8 Wijziging omschakeling agrarische bedrijven naar wonen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om gronden met een bouwvlak met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de omschakeling van agrarische bedrijvigheid naar wonen, met inachtneming van het aantal voormalige bestaande bedrijfswoningen, mits:
- a. de agrarische bedrijfsactiviteiten blijvend worden gestaakt;
- b. voor zover het agrarische bedrijven betreft die zijn gelegen binnen de zone 'reconstructiewetzone -landbouwontwikkelingsgebied' dan wel binnen de zone 'overig - lithse polder' is aangetoond dat voortgezet agrarisch gebruik van het agrarische bedrijf op de betreffende locatie niet reëel is;
- c. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
- d. het aantal woningen na de wijziging niet meer bedraagt dan 1, dan wel niet meer dan het aantal agrarische bedrijfswoningen dat op basis van dit bestemmingsplan is toegestaan vóór de functiewijziging;
- e. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van
- 1. cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- 2. de aanwezige bedrijfswoning(en) inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en maximaal 100 m² vrijstaande bijgebouwen per bedrijfswoning;
- 3. maximaal 1.000 m² aan al dan niet te herbouwen bedrijfsgebouwen;
- f. de inhoud van de woningen niet meer bedraagt dan 750 m3;
- g. het bestemmingsvlak dan wel de bestemmingsvlakken 'Wonen' moet(en) worden teruggebracht tot een omvang die passend is voor een bestemming 'Wonen';
- h. voor het overige voor de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de daarvoor opgenomen afwijkingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen.
37.9 Wijziging realisering ruimtevoorruimtewoning
Burgemeester en wethouders zijn beoegd om gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden -Landschap', 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur', 'Bedrijf' en 'Wonen' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' dan wel binnen de bestemming 'Wonen' een (andere) aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' op te nemen dan wel een bestemmingsvlak 'Wonen' te splitsen in meerdere bestemmingsvlakken 'Wonen' ten behoeve van de realisering van meer dan het oorspronkelijke aantal aanwezige woningen, mits:
- a. het gronden betreft die zijn gelegen binnen de zone 'overig - bebouwingsconcentraties';
- b. per te realiseren woning ruimtelijke kwaliteitswinst wordt gegenereerd door middel van de aankoop van een ruimtevoorruimterecht bij de provinciale Noord-Brabantse 'Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte CV' dan wel voldaan wordt aan het provinciaal beleid met betrekking tot de regeling 'Ruimte voor ruimte' zoals vastgelegd in de provinciale 'Verordening ruimte Noord-Brabant 2011' en de daarop gebaseerde nadere regels dan wel de 'Beleidsregel ruimte voor ruimte 2006';
- c. de eventueel voorkomende agrarische of andere (bedrijfs)activiteiten blijvend worden gestaakt;
- d. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
- e. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- f. wordt voldaan aan bijlage 6 (Stimuleringskader beeldkwaliteit) dan wel gemotiveerd hiervan wordt afgeweken indien toepassing hiervan in alle redelijkheid niet kan worden verlangd;
- g. de inhoud van de woningen niet meer bedraagt dan 750 m3;
- h. voor het overige voor de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de daarvoor opgenomen afwijkingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen;
- i. de toename van het aantal woningen in overeenstemming is met het gemeentelijke woonbeleid.
37.10 Wijziging biomassavergisting
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch metwaarden - Landschap' een aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - biomassavergistingsinstallatie 2' op te nemen ten behoeve van het toestaan van biomassavergisting voor verwerking van mest van andere bedrijven dan het eigen bedrijf, mits:
- a. de biomassavergisting wordt uitgeoefend als niet-zelfstandig onderdeel van het agrarisch bedrijf;
- b. de biomassavergisting plaatsvindt binnen het agrarisch bouwvlak;
- c. de wijziging niet leidt tot onevenredige aantasting van de in de directe omgeving voorkomende natuur- en/of landschapswaarden en van de waterhuishouding en -kwaliteit ter plaatse;
- d. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
- e. de verwerkingscapaciteit niet meer bedraagt dan 36.000 ton per jaar;
- f. er sprake is van een buurtvergister waarbij aangetoond is dat gebruik gemaakt wordt van lokale aanvoer van mest (uit een brongebied van 1.300 ha waarbinnen ook de vergister ligt).
37.11 Wijzigingen overig
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van de in de onderstaande tabel omschreven activiteiten, zulks met inachtneming van de aangegeven voorwaarden:
Wijziging | Voorwaarden |
Toevoegen of laten vervallen van de bescherming van archeologische waarden door het laten vervallen en/of opnemen van de medebestemming 'Waarde -Archeologie historische kern', 'Waarde - ArcheologieMonument', 'Waarde -Archeologieverwachtingswaarde hoog' of 'Waarde - Archeologieverwachtingswaardemiddelhoog' | -de geconstateerde aan- of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van onderzoek en/of opgraving, geeft aanleiding tot wijziging; -alvorens tot wijziging over te gaan, horen burgemeester en wethouders de Rijkdsdienst voor het Cultureel Erfgoed, uitsluitend indien de wijziging (mede) betrekking heeft op de medebestemming 'Waarde - Archeologie Monument'. |
Opnemen van de bestemming 'Wonen' ten behoeve van woningsplitsing | -de te splitsen woning heeft cultuurhistorische waarde en is gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden'; - de splitsing is (mede) gericht op het behoud of het herstel van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing; - de te splitsen woning heeft een inhoud van ten minste 700 m3, en de woningen na splitsing hebben elk een inhoud van ten minste 250 m3 ; - de verschijningsvorm van het gebouw wordt niet wezenlijk aangetast; - het grondoppervlak wordt niet vergroot en de bestaande situering wordt niet gewijzigd; - het aantal woningen na splitsing bedraagt niet meer dan 3; - de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast; - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; - de oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen bedraagt niet meer dan 100 m² per woning en de vrijstaande bijgebouwen worden voor het overige gesloopt; deze sloop is niet nodig indien de betreffende vrijstaande bijgebouwen zijn aangewezen als rijksmonument of gemeentelijk monument dan wel cultuurhistorische waarde hebben en gelegen zijn op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden'. |
Toevoegen of laten vervallen van de bescherming van cultuurhistorische waarden door het laten vervallen en/of opnemen van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' | -de geconstateerde aan- of afwezigheid van cultuurhistorische waarden geeft aanleiding tot wijziging; -alvorens tot wijziging over te gaan horen burgemeester en wethouders de Monumentenkamer van de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of een andere deskundige op het gebied van monumentenzorg. |
Toelaten van telecommunicatiemasten en daarmee vergelijkbare voorzieningen in de bestemming 'Bedrijf' | - wijziging is alleen mogelijk van de bestemmingen 'Agrarisch met waarden -Landschap', 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur', 'Sport', 'Verkeer' en 'Verkeer - Verblijf'; - de hoogte van bouwwerken mag niet meer zijn dan 50 m; - de omvang van de wijzigingslocatie mag niet meer zijn dan 25 m2; - uit onderzoek moet gebleken zijn, dat plaatsing ter plaatse in het belang van communicatievoorziening noodzakelijk en verantwoord is, waarbij dat onderzoek in ieder geval betrekking moet hebben op: 1. de mogelijkheden van plaatsing van deze voorzieningen op bestaande gebouwen of bouwwerken; 2. de benutting van de mogelijkheden van gemeenschappelijk gebruik door telecommunicatiebedrijven; 3. de inpassing van de mast in landschappelijk en stedenbouwkundig opzicht. |
Wijziging van de bestemming 'Verkeer - Verblijf' in 'Natuur' | - de weg is zo nodig aan het openbaar verkeer onttrokken; - wijziging is noodzakelijk in het kader van de uitvoering van een natuurontwikkelingsproject. |
Wijziging naar de bestemming 'Natuur' ten behoeve van bos- en natuurontwikkeling | - wijziging vindt plaats op gronden binnen de zone 'overig - oeverwal'; - de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast; - er dient te zijn zekergesteld dat de inrichting van de nieuwe natuur passend is op de oeverwal. |
Het buiten de bestemmingen 'Verkeer' en 'Verkeer - Verblijf' verbreden van wegen die liggen binnen de genoemde bestemmingen, alsmede aanleggen van al dan niet vrijliggende fiets- en voetpaden, voorzover deze liggen binnen een zone van 30 m uit de as van de bestaande weg of uitweg | - de maatschappelijke noodzaak tot verbreding/aanleg is aangetoond; - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; - de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast; - de belangen van natuur en landschap worden niet onevenredig aangetast. |
Wijziging van bijlage 4 (Bedrijvenlijst) voor het onderbrengen van bedrijfsactiviteiten in een andere categorie c.q. door het toevoegen dan wel laten vervallen van bedrijfsactiviteiten | - de opgenomen vermelding is niet meer juist of volledig |
Toelaten van een eerste agrarische bedrijfswoning door het verwijderen van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' | - wijziging vindt plaats binnen bouwvlakken op gronden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap'; - er is sprake van een volwaardig agrarisch bedrijf; - de noodzaak ervan is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kader burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen |
Laten vervallen van de aanduiding 'intensieve veehouderij' | - de opgenomen vermelding is niet meer juist omdat ter plaatse geen intensieve veehouderij meer aanwezig is |
Laten vervallen van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - geitenhouderij' en van de planregels waarin wordt verwezen naar deze aanduiding, onder gelijktijdige aanpassing van de begripsomschrijvingen voor 'grondgebonden agrarisch bedrijf' en 'intensieve veehouderij', dusdanig dat geitenhouderij daar niet langer van uitgesloten is | - Provinciale Staten van Noord-Brabant hebben de bouwstop voor geitenhouderij opgeheven |
Artikel 38 Overige Regels
38.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
38.2 Regeling toepasselijkheid bouwverordening
De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten.
38.3 Cultuurhistorische waarden
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 39 Overgangsrecht
39.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
39.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
39.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
Onder bestaand gebruik als bedoeld in artikel 39.2 wordt voor wat betreft het met dit plan strijdige gebruik van het perceel(sgedeelte)
- a. met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - betonfabriek' uitsluitend verstaan het gebruik van de bedrijfswoning voor bewoning anders dan als bedrijfswoning door W.A.J. Ruijs en M.F.G. Buss;
- b. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht 1' uitsluitend verstaan het gebruik van een agrarisch bedrijfsgebouw voor bewoning door H.A.M. van Oss.
Voortgezet gebruik door een rechtsopvolger, door rechtsopvolgers of overige derden wordt niet als bestaand gebruik aangemerkt.
Artikel 40 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Buitengebied Lith - 2013".
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Mogelijkheden Functieverandering
Mogelijkheden functieverandering op (voormalige) agrarische bedrijfslocaties naar agrarisch-technische hulpbedrijven, agrarisch verwant bedrijven en niet-agrarische bedrijven
overig - lithsepolder | overig - oijensepolder | overig - oeverwal | overig - bebouwingsconcentraties | |
AGRARISCH TECHNISCHE HULPBEDRIJVEN EN AGRARISCH VERWANTE BEDRIJVEN | ||||
Agrarisch technische hulpbedrijven | + | +1 | + | - |
Agrarisch verwante bedrijven | - | +1 | + | + |
NIET-AGRARISCHE BEDRIJVEN | ||||
Agrotoerisme/recreatie: verblijfsrecreatie dagrecreatie sport | -- - | +1 +1 - | + +- | + + + |
Dienstverlening: zorgvoorziening (zonder woongelegenheid voor zorgbehoevenden) zorgvoorziening (met woongelegenheid voor zorgbehoevenden) overige dienstverlening | - - - | - - - | + - - | + + + |
Caravanopslag/statische opslag tot maximaal 1.000 m² | - | +1 | + | + |
Horeca | - | - | - | + |
-: niet mogelijk
+: mogelijk
1 Niet in de zone reconstructiewetzone-landbouwontwikkelingsgebied als bedoeld in artikel 35.44
Bijlage 2 Kleinschalige Activiteiten Bij Agrarische Bedrijven
Thema | Maximale omvang en overige criteria |
Agrarisch-technische hulpbedrijven | Niet in reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied |
Statische opslag/caravanopslag | Niet in overig - lithse polder en reconstructiewetzone -landbouwontwikkelingsgebied |
Agrarisch verwante bedrijven | Niet in overig - lithse polder en reconstructiewetzone -landbouwontwikkelingsgebied |
Verblijfsrecreatie | Niet in overig - lithse polder en reconstructiewetzone -landbouwontwikkelingsgebied Maximaal 6 eenheden of één groepsaccommodatie |
Dagrecreatie/sport, inclusief ondersteunende horeca | Niet in overig - lithse polder en reconstructiewetzone -landbouwontwikkelingsgebied, met uitzondering van kleinschalige routegebonden dagrecreatieve voorzieningen tot in totaal 50 m², die ook in overig - lithse polder zijn toegestaan. Manege uitsluitend op maximaal 250 m vanaf de grens van de bebouwde kom. |
Zorgvoorzieningen, met uitzondering van het wonen door zorgbehoevenden | Uitsluitend toegestaan in overig - bebouwingsconcentraties en overig - oeverwal en binnen 250 m vanaf de grens van de bebouwde kom |
Overige dienstverlening | Uitsluitend toegestaan in overig - bebouwingsconcentraties |
Ambachtelijke bedrijven die van het eigen bedrijf afkomstige landbouwproductverwerken, inclusief verkoop van streekproducten | Niet in reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied |
Overige ambachtelijke bedrijvigheid | Uitsluitend toegestaan in overig - bebouwingsconcentraties |
Bijlage 3 Bestaande Kleinschalige Activiteiten
Binnen 'Wonen': | ||
Batterijstraat 29 | Bed en breakfast in vrijstaand bijgebouw, alleen conform besluit van 22 augustus 2012 | 49 m2 |
Kesselsedijk 15 | 5 gastenkamers in vrijstaand bijgebouw een en ander alleen conform de inrichtingstekening die behoort bij de ruimtelijke onderbouwing die als bijlage is opgenomen bij de toelichting bij dit bestemmingsplan. | 234 m2 |
Kesselsegraaf 1 | kantoor aan huis voor administratieve werkzaamheden aan de woonfunctie ondergeschikte theetuin zonder verkoop van alcoholische dranken | 30 m2 50 m2 |
Lithsedijk 57a | paling- en visrokerij | 25 m2, inclusief een rookvat van 2 m² |
Oijense Bovendijk 37 | theeschenkerij | 50 m2 |
Osseweg 4 | kapsalon | 55 m2 |
Oijense Bovendijk 55 | cursusruimte/atelier inclusief verkoop van eigen materiaal 35 m2 minicamping voor uitsluitend maximaal 4 stacaravans of tenten met vrijstaande badkamerunit | Zie artikel 18 |
Binnen 'Agrarisch metwaarden - Landschap': | ||
Wijlseweg 11 | caravanstalling | 650 m2 |
B. Smitsweg 6 | caravanstalling | 400 m² |
Beemdstraat 6 | caravanstalling | 1.000 m² |
Velmerweg 2 | loonbedrijf | 400 m² |
Vlierstraat 9 | caravanstalling | 400 m² |
Hoefstraat 1 | Boerderijwinkel kookstudio incl. zitgedeelte bereidingsruimte biologische produkten kantine/verblijfsruimte zorgboerderij (alleen als dagbesteding, geen overnachting), een en ander alleen conform de inrichtingstekening die behoort bij de ruimtelijke onderbouwing die als bijlage is opgenomen bij de toelichting bij dit bestemmingsplan. | 70 m² 112 m² 70 m² 216 m² |
Bijlage 4 Bedrijvenlijst
SBI-2008 | nr | OMSCHRIJVING | categorie |
10, 11 | - | VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN | |
101, 102 | 0 | Slachterijen en overige vleesverwerking: | |
101, 102 | 1 | - slachterijen en pluimveeslachterijen | 3.2 |
101 | 2 | - vetsmelterijen | 5.2 |
101 | 3 | - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval | 4.2 |
101 | 4 | - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² | 3.2 |
101 | 5 | - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² | 3.1 |
101 | 6 | - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² | 3.1 |
101, 102 | 7 | - loonslachterijen | 3.1 |
108 | 8 | - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² | 3.1 |
102 | 0 | Visverwerkingsbedrijven: | |
102 | 1 | - drogen | 5.2 |
102 | 2 | - conserveren | 4.1 |
102 | 3 | - roken | 4.2 |
102 | 4 | - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m² | 4.2 |
102 | 5 | - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² | 3.2 |
102 | 6 | - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² | 3.1 |
1031 | 0 | Aardappelprodukten fabrieken: | |
1031 | 1 | - vervaardiging van aardappelproducten | 4.2 |
1031 | 2 | - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² | 3.1 |
1032, 1039 | 0 | Groente- en fruitconservenfabrieken: | |
1032, 1039 | 1 | - jam | 3.2 |
1032, 1039 | 2 | - groente algemeen | 3.2 |
1032, 1039 | 3 | - met koolsoorten | 3.2 |
1032, 1039 | 4 | - met drogerijen | 4.2 |
1032, 1039 | 5 | - met uienconservering (zoutinleggerij) | 4.2 |
104101 | 0 | Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: | |
104101 | 1 | - p.c. < 250.000 t/j | 4.1 |
104101 | 2 | - p.c. >= 250.000 t/j | 4.2 |
104102 | 0 | Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: | |
104102 | 1 | - p.c. < 250.000 t/j | 4.1 |
104102 | 2 | - p.c. >= 250.000 t/j | 4.2 |
1042 | 0 | Margarinefabrieken: | |
1042 | 1 | - p.c. < 250.000 t/j | 4.1 |
1042 | 2 | - p.c. >= 250.000 t/j | 4.2 |
1051 | 0 | Zuivelprodukten fabrieken: | |
1051 | 1 | - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u | 5.1 |
1051 | 2 | - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u | 5.1 |
1051 | 3 | - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j | 3.2 |
1051 | 4 | - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j | 4.2 |
1051 | 5 | - overige zuivelprodukten fabrieken | 4.2 |
1052 | 1 | Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² | 3.2 |
1052 | 2 | - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² | 2 |
1061 | 0 | Meelfabrieken: | |
1061 | 1 | - p.c. >= 500 t/u | 4.2 |
1061 | 2 | - p.c. < 500 t/u | 4.1 |
1061 | Grutterswarenfabrieken | 4.1 | |
1062 | 0 | Zetmeelfabrieken: | |
1062 | 1 | - p.c. < 10 t/u | 4.1 |
1062 | 2 | - p.c. >= 10 t/u | 4.2 |
1091 | 0 | Veevoerfabrieken: | |
1091 | 1 | - destructiebedrijven | 5.2 |
1091 | 2 | - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek | 5.2 |
1091 | 3 | - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water | 4.2 |
1091 | 4 | - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water | 5.2 |
1091 | 5 | - mengvoeder, p.c. < 100 t/u | 4.1 |
1091 | 6 | - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u | 4.2 |
1092 | Vervaardiging van voer voor huisdieren | 4.1 | |
1071 | 0 | Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: | |
1071 | 1 | - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens | 2 |
1071 | 2 | - v.c. >= 7500 kg meel/week | 3.2 |
1072 | Banket, biscuit- en koekfabrieken | 3.2 | |
1081 | 0 | Suikerfabrieken: | |
1081 | 1 | - v.c. < 2.500 t/j | 5.1 |
1081 | 2 | - v.c. >= 2.500 t/j | 5.3 |
10821 | 0 | Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: | |
10821 | 1 | - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² | 5.1 |
10821 | 2 | - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² | 3.2 |
10821 | 3 | - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² | 2 |
10821 | 4 | - Suikerwerkfabrieken met suiker branden | 4.2 |
10821 | 5 | - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² | 3.2 |
10821 | 6 | - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² | 2 |
1073 | Deegwarenfabrieken | 3.1 | |
1083 | 0 | Koffiebranderijen en theepakkerijen: | |
1083 | 1 | - koffiebranderijen | 5.1 |
1083 | 2 | - theepakkerijen | 3.2 |
108401 | Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden | 4.1 | |
1089 | Vervaardiging van overige voedingsmiddelen | 4.1 | |
1089 | Bakkerijgrondstoffenfabrieken | 4.1 | |
1089 | 0 | Soep- en soeparomafabrieken: | |
1089 | 1 | - zonder poederdrogen | 3.2 |
1089 | 2 | - met poederdrogen | 4.2 |
1089 | Bakmeel- en puddingpoederfabrieken | 4.1 | |
110101 | Destilleerderijen en likeurstokerijen | 4.2 | |
110102 | 0 | Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: | |
110102 | 1 | - p.c. < 5.000 t/j | 4.1 |
110102 | 2 | - p.c. >= 5.000 t/j | 4.2 |
1102 t/m 1104 | Vervaardiging van wijn, cider e.d. | 2 | |
1105 | Bierbrouwerijen | 4.2 | |
1106 | Mouterijen | 4.2 | |
1107 | Mineraalwater- en frisdrankfabrieken | 3.2 | |
12 | - | ||
12 | - | VERWERKING VAN TABAK | |
120 | Tabakverwerkende industrie | 4.1 | |
13 | - | ||
13 | - | VERVAARDIGING VAN TEXTIEL | |
131 | Bewerken en spinnen van textielvezels | 3.2 | |
132 | 0 | Weven van textiel: | |
132 | 1 | - aantal weefgetouwen < 50 | 3.2 |
132 | 2 | - aantal weefgetouwen >= 50 | 4.2 |
133 | Textielveredelingsbedrijven | 3.1 | |
139 | Vervaardiging van textielwaren | 3.1 | |
1393 | Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken | 4.1 | |
139, 143 | Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen | 3.1 | |
14 | - | ||
14 | - | VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT | |
141 | Vervaardiging kleding van leer | 3.1 | |
141 | Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) | 2 | |
142, 151 | Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont | 3.1 | |
19 | - | ||
15 | - | VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) | |
151,152 | Lederfabrieken | 4.2 | |
151 | Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) | 3.1 | |
152 | Schoenenfabrieken | 3.1 | |
- | |||
16 | - | HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. | |
16101 | Houtzagerijen | 3.2 | |
16102 | 0 | Houtconserveringsbedrijven: | |
16102 | 1 | - met creosootolie | 4.1 |
16102 | 2 | - met zoutoplossingen | 3.1 |
1621 | Fineer- en plaatmaterialenfabrieken | 3.2 | |
162 | 0 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout | 3.2 |
162 | 1 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² | 3.1 |
17 | - | ||
17 | - | VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN | |
1711 | Vervaardiging van pulp | 4.1 | |
1712 | 0 | Papier- en kartonfabrieken: | |
1712 | 1 | - p.c. < 3 t/u | 3.1 |
1712 | 2 | - p.c. 3 - 15 t/u | 4.1 |
1712 | 3 | - p.c. >= 15 t/u | 4.2 |
172 | Papier- en kartonwarenfabrieken | 3.2 | |
17212 | 0 | Golfkartonfabrieken: | |
17212 | 1 | - p.c. < 3 t/u | 3.2 |
17212 | 2 | - p.c. >= 3 t/u | 4.1 |
58 | - | ||
58 | - | UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA | |
1811 | Drukkerijen van dagbladen | 3.2 | |
1812 | Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) | 3.2 | |
18129 | Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen | 2 | |
1814 | A | Grafische afwerking | 1 |
1814 | B | Binderijen | 2 |
1813 | Grafische reproduktie en zetten | 2 | |
1814 | Overige grafische aktiviteiten | 2 | |
182 | Reproduktiebedrijven opgenomen media | 1 | |
22 | - | ||
22 | - | VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF | |
221101 | Rubberbandenfabrieken | 4.2 | |
221102 | 0 | Loopvlakvernieuwingsbedrijven: | |
221102 | 1 | - vloeropp. < 100 m² | 3.1 |
221102 | 2 | - vloeropp. >= 100 m² | 4.1 |
2219 | Rubber-artikelenfabrieken | 3.2 | |
222 | 0 | Kunststofverwerkende bedrijven: | |
222 | 1 | - zonder fenolharsen | 4.1 |
222 | 2 | - met fenolharsen | 4.2 |
222 | 3 | - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen | 3.1 |
23 | - | ||
23 | - | VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN | |
231 | 0 | Glasfabrieken: | |
231 | 1 | - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j | 3.2 |
231 | 2 | - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j | 4.2 |
231 | 3 | - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j | 4.2 |
231 | 4 | - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j | 5.1 |
231 | Glasbewerkingsbedrijven | 3.1 | |
232, 234 | 0 | Aardewerkfabrieken: | |
232, 234 | 1 | - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW | 2 |
232, 234 | 2 | - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW | 3.2 |
233 | A | Baksteen en baksteenelementenfabrieken | 4.1 |
233 | B | Dakpannenfabrieken | 4.1 |
2351 | 0 | Cementfabrieken: | |
2351 | 1 | - p.c. < 100.000 t/j | 5.1 |
2351 | 2 | - p.c. >= 100.000 t/j | 5.3 |
235201 | 0 | Kalkfabrieken: | |
235201 | 1 | - p.c. < 100.000 t/j | 4.1 |
235201 | 2 | - p.c. >= 100.000 t/j | 5.1 |
235202 | 0 | Gipsfabrieken: | |
235202 | 1 | - p.c. < 100.000 t/j | 4.1 |
235202 | 2 | - p.c. >= 100.000 t/j | 5.1 |
23611 | 0 | Betonwarenfabrieken: | |
23611 | 1 | - zonder persen, triltafels en bekistingtrille | 4.1 |
23611 | 2 | - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d | 4.2 |
23611 | 3 | - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d | 5.2 |
23612 | 0 | Kalkzandsteenfabrieken: | |
23612 | 1 | - p.c. < 100.000 t/j | 3.2 |
23612 | 2 | - p.c. >= 100.000 t/j | 4.2 |
2362 | Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken | 3.2 | |
2363, 2364 | 0 | Betonmortelcentrales: | |
2363, 2364 | 1 | - p.c. < 100 t/u | 3.2 |
2363, 2364 | 2 | - p.c. >= 100 t/u | 4.2 |
2365, 2369 | 0 | Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: | |
2365, 2369 | 1 | - p.c. < 100 t/d | 3.2 |
2365, 2369 | 2 | - p.c. >= 100 t/d | 4.2 |
237 | 0 | Natuursteenbewerkingsbedrijven: | |
237 | 1 | - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² | 3.2 |
237 | 2 | - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² | 3.1 |
237 | 3 | - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j | 4.2 |
237 | 4 | - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j | 5.2 |
2391 | Slijp- en polijstmiddelen fabrieken | 3.1 | |
2399 | A0 | Bitumineuze materialenfabrieken: | |
2399 | A1 | - p.c. < 100 t/u | 4.2 |
2399 | A2 | - p.c. >= 100 t/u | 5.1 |
2399 | B0 | Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol): | |
2399 | B1 | - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j | 4.2 |
2399 | B2 | - overige isolatiematerialen | 4.1 |
2399 | C | Minerale produktenfabrieken n.e.g. | 3.2 |
2399 | D0 | Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur | 4.1 |
2399 | D1 | - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur | 4.2 |
25 | - | ||
25, 31 | - | VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) | |
251, 331 | 0 | Constructiewerkplaatsen | |
251, 331 | 1 | - gesloten gebouw | 3.2 |
251, 331 | 1a | - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² | 3.1 |
251, 331 | 2 | - in open lucht, p.o. < 2.000 m² | 4.1 |
251, 331 | 3 | - in open lucht, p.o. >= 2.000 m² | 4.2 |
2529, 3311 | 0 | Tank- en reservoirbouwbedrijven: | |
2529, 3311 | 1 | - p.o. < 2.000 m² | 4.2 |
2529, 3311 | 2 | - p.o. >= 2.000 m² | 5.1 |
2521, 2530, 3311 | Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels | 4.1 | |
255, 331 | A | Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven | 4.1 |
255, 331 | B | Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. | 3.2 |
255, 331 | B1 | Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m² | 3.1 |
2561, 3311 | 0 | Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: | |
2561, 3311 | 1 | - algemeen | 3.2 |
2561, 3311 | 10 | - stralen | 4.1 |
2561, 3311 | 11 | - metaalharden | 3.2 |
2561, 3311 | 12 | - lakspuiten en moffelen | 3.2 |
2561, 3311 | 2 | - scoperen (opspuiten van zink) | 3.2 |
2561, 3311 | 3 | - thermisch verzinken | 3.2 |
2561, 3311 | 4 | - thermisch vertinnen | 3.2 |
2561, 3311 | 5 | - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) | 3.2 |
2561, 3311 | 6 | - anodiseren, eloxeren | 3.2 |
2561, 3311 | 7 | - chemische oppervlaktebehandeling | 3.2 |
2561, 3311 | 8 | - emailleren | 3.2 |
2561, 3311 | 9 | - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) | 3.2 |
2562, 3311 | 1 | Overige metaalbewerkende industrie | 3.2 |
2562, 3311 | 2 | Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m² | 3.1 |
259, 331 | A0 | Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: | |
259, 331 | A1 | - p.o. < 2.000 m² | 4.1 |
259, 331 | A2 | - p.o. >= 2.000 m² | 5.1 |
259, 331 | B | Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. | 3.2 |
259, 331 | B | Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m² | 3.1 |
27, 28, 33 | - | ||
27, 28, 33 | - | VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN | |
27, 28, 33 | 0 | Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie: | |
27, 28, 33 | 1 | - p.o. < 2.000 m² | 3.2 |
27, 28, 33 | 2 | - p.o. >= 2.000 m² | 4.1 |
28, 33 | 3 | - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW | 4.2 |
26, 28, 33 | - | ||
26, 28, 33 | - | VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS | |
26, 28, 33 | A | Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie | 2 |
26, 27, 33 | - | ||
26, 33 | - | VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. | |
261, 263, 264, 331 | Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie | 3.1 | |
2612 | Fabrieken voor gedrukte bedrading | 3.1 | |
29 | - | ||
29 | VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS | ||
291 | 0 | Autofabrieken en assemblagebedrijven | |
291 | 1 | - p.o. < 10.000 m² | 4.1 |
291 | 2 | - p.o. >= 10.000 m² | 4.2 |
29201 | Carrosseriefabrieken | 4.1 | |
29202 | Aanhangwagen- en opleggerfabrieken | 4.1 | |
293 | Auto-onderdelenfabrieken | 3.2 | |
30 | - | ||
30 | - | VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) | |
301, 3315 | 0 | Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: | |
301, 3315 | 1 | - houten schepen | 3.1 |
301, 3315 | 2 | - kunststof schepen | 3.2 |
301, 3315 | 3 | - metalen schepen < 25 m | 4.1 |
301, 3315 | 4 | - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW | 5.1 |
3831 | Scheepssloperijen | 5.2 | |
302, 317 | 0 | Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: | |
302, 317 | 1 | - algemeen | 3.2 |
302, 317 | 2 | - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW | 4.2 |
303, 3316 | 0 | Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: | |
303, 3316 | 1 | - zonder proefdraaien motoren | 4.1 |
303, 3316 | 2 | - met proefdraaien motoren | 5.3 |
309 | Rijwiel- en motorrijwielfabrieken | 3.2 | |
3099 | Transportmiddelenindustrie n.e.g. | 3.2 | |
31 | - | ||
31 | - | VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. | |
310 | 1 | Meubelfabrieken | 3.2 |
9524 | 2 | Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² | 1 |
321 | Fabricage van munten, sieraden e.d. | 2 | |
322 | Muziekinstrumentenfabrieken | 2 | |
323 | Sportartikelenfabrieken | 3.1 | |
324 | Speelgoedartikelenfabrieken | 3.1 | |
32991 | Sociale werkvoorziening | 2 | |
32999 | Vervaardiging van overige goederen n.e.g. | 3.1 | |
41, 42, 43 | - | ||
41, 42, 43 | - | BOUWNIJVERHEID | |
41, 42, 43 | 0 | Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² | 3.2 |
41, 42, 43 | 1 | - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² | 3.1 |
41, 42, 43 | 2 | Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² | 3.1 |
41, 42, 43 | 3 | - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² | 2 |
45, 47 | - | ||
45, 47 | - | HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS | |
451, 452, 454 | Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven | 2 | |
451 | Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie) | 3.2 | |
45204 | A | Autoplaatwerkerijen | 3.2 |
45204 | B | Autobeklederijen | 1 |
45204 | C | Autospuitinrichtingen | 3.1 |
45205 | Autowasserijen | 2 | |
453 | Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires | 2 | |
473 | 0 | Benzineservisestations: | |
473 | 1 | - met LPG > 1000 m3/jr | 4.1 |
473 | 2 | - met LPG < 1000 m3/jr | 3.1 |
46 | - | ||
46 | - | GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING | |
4621 | 0 | Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders | 3.1 |
4621 | 1 | Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer | 4.2 |
4622 | Grth in bloemen en planten | 2 | |
4623 | Grth in levende dieren | 3.2 | |
4624 | Grth in huiden, vellen en leder | 3.1 | |
46217, 4631 | Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen | 3.1 | |
4632, 4633 | Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën | 3.1 | |
4634 | Grth in dranken | 2 | |
4635 | Grth in tabaksprodukten | 2 | |
4636 | Grth in suiker, chocolade en suikerwerk | 2 | |
4637 | Grth in koffie, thee, cacao en specerijen | 2 | |
4638, 4639 | Grth in overige voedings- en genotmiddelen | 2 | |
464, 46733 | Grth in overige consumentenartikelen | 2 | |
46711 | 0 | Grth in vaste brandstoffen: | |
46711 | 1 | - klein, lokaal verzorgingsgebied | 3.1 |
46711 | 2 | - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m² | 5.1 |
46712 | 0 | Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: | |
46712 | 1 | - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 | 4.1 |
46712 | 2 | - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3 | 5.1 |
46712 | 3 | - tot vloeistof verdichte gassen | 4.2 |
46713 | Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) | 3.2 | |
46721 | 0 | Grth in metaalertsen: | |
46721 | 1 | - opslag opp. < 2.000 m² | 4.2 |
46721 | 2 | - opslag opp. >= 2.000 m² | 5.2 |
46722, 46723 | Grth in metalen en -halffabrikaten | 3.2 | |
4673 | 0 | Grth in hout en bouwmaterialen: | |
4673 | 1 | - algemeen: b.o. > 2000 m² | 3.1 |
4673 | 2 | - algemeen: b.o. <= 2000 m² | 2 |
46735 | 4 | zand en grind: | |
46735 | 5 | - algemeen: b.o. > 200 m² | 3.2 |
46735 | 6 | - algemeen: b.o. <= 200 m² | 2 |
4674 | 0 | Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: | |
4674 | 1 | - algemeen: b.o. > 2.000 m² | 3.1 |
4674 | 2 | - algemeen: b.o. < = 2.000 m² | 2 |
46751 | Grth in chemische produkten | 3.2 | |
4676 | Grth in overige intermediaire goederen | 2 | |
4677 | 0 | Autosloperijen: b.o. > 1000 m² | 3.2 |
4677 | 1 | - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² | 3.1 |
4677 | 0 | Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² | 3.2 |
4677 | 1 | - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² | 3.1 |
466 | 0 | Grth in machines en apparaten: | |
466 | 1 | - machines voor de bouwnijverheid | 3.2 |
466 | 2 | - overige | 3.1 |
466, 469 | Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. | 2 | |
47 | - | ||
47 | - | REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN | |
952 | Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) | 1 | |
55 | - | ||
55 | - | LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING | |
553, 552 | Kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken) | 3.1 | |
49 | - | ||
53 | - | POST EN TELECOMMUNICATIE | |
531, 532 | Post- en koeriersdiensten | 2 | |
77 | - | ||
77 | - | VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN | |
7711 | Personenautoverhuurbedrijven | 2 | |
7712, 7739 | Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) | 3.1 | |
773 | Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen | 3.1 | |
772 | Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. | 2 | |
62 | - | ||
62 | - | COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE | |
62 | A | Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. | 1 |
58, 63 | B | Datacentra | 2 |
72 | - | ||
72 | - | SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK | |
721 | Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk | 2 | |
722 | Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek | 1 |
Gebruikte afkortingen en symbolen:
De volgende afkortingen en symbolen worden in de tabellen gebruikt:
- niet van toepassing of niet relevant
< kleiner dan
> groter
= gelijk aan
cat. categorie
e.d. en dergelijke
incl. inclusief
kl. klasse
n.e.g. niet elders genoemd
o.c. opslagcapaciteit
p.c. productiecapaciteit
p.o. productieoppervlak
b.o. bedrijfsoppervlak
v.c. verwerkingscapaciteit
u uur
d dag
w week
j jaar
B bodemverontreiniging
C continu
D divers
L luchtverontreiniging
Z zonering op basis van de Wet geluidhinder
R risico (besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing)
V vuurwerkbesluit van toepassing
Bijlage 5 Oppervlaktes Bedrijfsgebouwen
STRAAT | HUISNUMMER | FUNCTIEAANDUIDING: AARD BEDRIJVIGHEID | OPPERVLAKTE (M²) | |
BEDRIJF | ||||
Batterijstraat | 23a | sb-b2:galerie/kunsthandel | 2.090 | |
Batterijstraat | 25 | sb-b1: dierenpension/honden- en kattenfokkerij, inclusief verkoop van ter plaatse gefokte honden en katten | 987 | |
Beatrixweg | 9 | sb-b2: loonbedrijf, transportbedrijf en mestverwerking | 2.840 | |
Bernhardweg | 31b | sb-b1: grondverzet en loonbedrijf | 1.150 | |
Bernhardweg | 56 | sb-b2: autospuiterij | 200 | |
Burgemeester Smitsweg | 4 | sb-b1: loonbedrijf | 1.500 | |
Burgemeester Smitsweg | 4a | sb-b2: opslag | 525 | |
Hoogveldsestraat | 11 | sb-b2: autobedrijf | 355 | |
Kesselsegraaf | 3 | sb-b2: eierhandel | 350 | |
Kesselseweg | 7-9 | sb-dwv: drinkwatervoorziening | 2.360 (exclusief reinwaterkelders) | |
Lithoijensedijk | 4/4a | sb-vrw: onderhouds- en opslagvoorziening rijkswaterstaat | 175 | |
Lithoijensedijk | 16 | sb-bf: betonfabriek, betonmortelcentrale, cementoverslag, overslag van zand, grind en wegenbouwmaterialen en handel daarin | 2.520 | |
Lithoijensedijk | 16a | vm: verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG met detailhandel | 620 | |
Lithoijensedijk | 46 | sb-b2: jachthaven | 2.437 | |
Lutterstraat | 2a | sb-b2: constructiebedrijf | 800 | |
Meester Van Coothstraat | 46 | sb-b2: tuincentrum met beperkt assortiment | 1.700 | |
Molenstraat | 56-58 | sb-b2: bouwbedrijf/timmerfabriek | *288 voor een biomassavergistingsinstallatie *3900 voor overige activiteiten | |
Osseweg | 1 | sb-b2: watersportwinkel/verkoop van auto's, boten en caravans | 310 | |
Oijense Benedendijk | 50 | sb-b2: groothandel bloemen en planten | 360 | |
Oijense Benedendijk | 72 | sb-b2: inbouw autoaccecoires | 385 | |
Oijense Bovendijk | 13 | sb-b2: detailhandel | 25 | |
Oijense Bovendijk | 15 | sb-b2: bakkerij met detailhandel, meubelmakerij | 1.550 | |
Oijense Bovendijk | 35 | sb-b2: bandenhandel | 1.036 | |
Parallelstraat | 3 | sb-bmv: biomassavergistingsinstallatie | 2.720 | |
Parallelstraat | 1 | wz: waterzuiveringsinstallatie | 2.500 | |
Pastoor Van Weerdtstraat | 16 | sb-b2: loon-/aannemersbedrijf | 2.655 | |
Pastoor Van Weerdtstraat | 19 | sb-b1: veetransportbedrijf | 970 | |
Peperstraat | 11 | sb-b2: aannemersbedrijf | 500 | |
Platerstraat | 1 | sb-b1: veearts, veeverloskundige/castreur, ondergeschikte detailhandel in het kader hiervan | 480 | |
Provincialeweg | 64 | sb-b2: constructiebedrijf | 2.800 | |
Steegeindstraat | 10 | sb-b1: loonbedrijf | 1.000 | |
Steegeindstraat | 12 | sb-b2: houtbewerkingsbedrijf | 275 | |
Steegeindstraat | 18 | sb-b2: machinereparatie | 2.415 | |
Tiendweg | 2 | sb-b2: aannemersbedrijf | 350 | |
Vlierstraat | 2 | sb-b1: hovenier | 1.171 | |
Weisestraat | 6 | sb-b1: hovenier/antiekwinkel met reparatie | 687, waarvan maximaal 87 voor de antiekwinkel met reparatie | |
Weisestraat | 10 | sb-b2: bronneringsbedrijf | 890 | |
Zandenweg | 3a | sb-b2: timmerbedrijf | 390 | |
Lithoijensedijk | Ongenummerd | gm: gemaal | 30 | |
Krommenhoek | Ongenummerd (zuid) | gm: gemaal | 250 | |
Krommenhoek | Ongenummerd (noord) | gm: gemaal | 0 | |
Kasteelstraat | 2a | nv: nutsvoorziening | 10 | |
Oijense Bovendijk | 30b/30c | nv: nutsvoorziening | 80 | |
Oijense Bovendijk | 18 | nv: nutsvoorziening | 15 | |
Vlierstraat | 22a | nv: nutsvoorziening | 30 | |
Lithoijensedijk | 2 | nv: nutsvoorziening | 30 | |
Pastoor Van Weerdtstraat | Ongenummerd | nv: nutsvoorziening | 25 | |
Kesselsegraaf | 5b | nv: nutsvoorziening | 30 | |
Steegeindstraat | Ongenummerd | nv: nutsvoorziening | 5 | |
Batterijstraat | 27a | nv: nutsvoorziening | 30 | |
Valkseweg | Ongenummerd | nv: nutsvoorziening | 12 | |
Paalderweg | Ongenummerd | nv: nutsvoorziening | 2 | |
HORECA | ||||
Burgemeester Smitsweg | 2 | 140 | ||
Gewandeweg | 6 | 750 | ||
Lithse Ham | 3 | 1.200 | ||
Osseweg | 6 | 825 | ||
RECREATIE - DAGRECREATIE | ||||
De Lithse Ham | 11/11a | 200 | ||
De Lithse Ham | Ongenummerd | 200 | ||
Grotestraat | 8 | 100 (binnen het bouwvlak) + 600 (binnen de aanduiding 'horeca') | ||
SPORT | ||||
Kesselseweg | 1a | spv: sportveld | 225 | |
De Lithse Ham | 4 | ss-dkv: duikvereniging | 190 | |
Dorpspad | ong. | ss-rve: rijvereniging | 25 | |
Pastoor Roesweg | 47 | ss-gtr: gildeterrein | 210 | |
Pastoor Roesweg | 45 | ma: manege | 2.800 | |
Pastoor Roesweg | 43 | spv: sportveld | 540 | |
Pastoor Feletstraat | 49 | spv: sportveld | 590 | |
Lithoijensedijk | 48a | ss-zv: zeilvereniging | 400 |
Bijlage 6 Stimuleringskader Beeldkwaliteit
Bijlage 7 Inrichtingsplan 1
Bijlage 8 Inrichtingsplan 2
Bijlage 9 Inrichtingsplan 3
Bijlage 10 Inrichtingsplan 4
Bijlage 11 Vervallen Nav Uitspraak Raad Van State 24 December 2014
Bijlage 12 Inrichtingsplan 6
Bijlage 13 Inrichtingsplan 7
Bijlage 14 Inrichtingsplan 8
Bijlage 15 Inrichtingsplan 9
Bijlage 16 Inrichtingsplan 10
Bijlage 17 Inrichtingsplan 11
Bijlage 18 Inrichtingsplan 12
Bijlage 19 Inrichtingsplan 13
Bijlage 20 Inrichtingsplan 14
Bijlage 21 Inrichtingsplan 15
Bijlage 22 Inrichtingsplan 16
Bijlage 23 Inrichtingsplan 17
Bijlage 24 Inrichtingsplan 18
Bijlage 25 Inrichtingsplan 19
Bijlage 26 Inrichtingsplan 20
Bijlage 27 Inrichtingsplan 21
Bijlage 28 Inrichtingsplan 22
Bijlage 29 Inrichtingsplan 23
Bijlage 30 Inrichtingsplan 24
Bijlage 31 Inrichtingsplan 25
Bijlage 32 Inrichtingsplan 26
Bijlage 33 Inrichtingsplan 27
Bijlage 34 Inrichtingsplan 28
Bijlage 35 Inventarisatie De Lithse Ham
Bijlage 36 Lijst Van Rechtstreeks Toelaatbare Aan Huis Gebonden Activiteiten
Als rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden aangemerkt de volgende beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten:
rubriek | aan huis gebonden activiteiten | |
1 | Individuele praktijk voor medische en paramedische dienstverlening | - huisartsenij, - psychologie, - psychiatrie, - fysiotherapie en bewegingsleer, - voedingsleer en voedingsadvies, - mondhygiëne, - tandheelkunde, - logopedie, - orthopedagogie, - verloskunde, - alternatieve geneeswijze, - diergeneeskunde |
2 | Individuele praktijk voor zakelijke dienstverlening | - notaris, - advocaat, deurwaarder en juridisch adviseur, - accountant en belastingconsulent, - assurantie- en verzekeringsbemiddeling, - exploitatie en handel in onroerende zaken, - hypotheekadviseur en financieel adviseur - tolk/vertaler |
3 | Vervaardiging en kunstnijverheid in de vorm van een eenmansbedrijf | - (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf - hoedenmaker - (muziek)instrumentenmaker - kaarsenmaker - lijstenmaker - vervaardiging munten - vervaardiging sieraden - kunstschilder (met atelier) - fotograaf |
4 | Individuele praktijk op gebied van advies, ontwerp en onderzoek | - reclame ontwerp - grafisch ontwerp - architectonisch ontwerp - stedenbouwkundig ontwerp - tuin- en landschapsontwerp - computerservice en informatietechnologie - maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek |
5 | Kantoor- en opslagfunctie voor bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend | - kantoor-, stallings- en opslagfunctie voor schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, klussenbedrijf, bestratingsbedrijf, loodgieter, electriciën, metselaar, glazenwasser (een en en ander zonder bewerking of verwerking van stofffen, voorwerpen of materialen) - kantoor,- stallings- en opslagfunctie voor een groothandelsbedrijf en voor internetverkoop (mits zonder klantcontact aan huis) |
6 | Eenmans-reparatie-/ verhuurbedrijf | - uurwerkreparatiebedrijf - goud- en zilverwerkreparatiebedrijf - reparatie van kleine consumentenartikelen (antiek, radio’s/tv’s/digitale apparatuur) - reparatie van muziekinstrumenten |
7 | Overige dienstverlening in de vorm van eenmansbedrijven | - kappersbedrijf (met niet meer dan één kappersstoel) - schoonheidsspecialist - manicure - pedicure - hondentrimmer - taxi-/koeriersbedrijf (alleen eigen rijder, ten hoogste één auto) - begrafenisonderneming (niet zijnde een mortuarium) - decorateur - privé-docenten (zoals remedial teachers en individuele muziek-, spraak- en taalllessen). |
Uitsluitingen. Tot de onder punt 1 tot en met 7 bedoelde rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden in ieder geval niet gerekend: | - groepsmatige activiteiten, dat wil zeggen het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan 3 of meer personen tegelijk - buitenopslag, dat wil zeggen opslag van goederen buiten gebouwen - opslag van brandgevaarlijke en explosiegevaarlijke stoffen - reparatiebedrijven voor gemotoriseerde voertuigen - detailhandel |