Buitengebied Oss - 2019
Bestemmingsplan - gemeente Oss
Ontwerp op 20-12-2017 - in voorbereiding
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 aan-huis-gebonden activiteit:
een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.2 aanbouw:
een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld over het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 achtergevel:
de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het gebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan. In hoeksituaties is sprake van slechts één achtergevel, waarbij de oriëntering van de woning bepalend is.
1.6 afhankelijke woonruimte:
een vrijstaand bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de bijbehorende woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
1.7 agrarisch bedrijf:
inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die is gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of door het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een paardenhouderij, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf.
1.8 agrarisch medegebruik:
een binnen de bestemming 'Natuur' toegestaan agarisch medegebruik in de vorm van extensief beheerd grasland en/of het extensief begrazen van het gebied, waarbij de instandhouding en versterking van omliggende en ter plaatse aanwezige natuur- en landschapswaarden voorop staat.
1.9 agrarisch verwant bedrijf:
een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruikt gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.
1.10 agrarisch-technisch hulpbedrijf:
een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het leveren van goederen en diensten aan agrarische bedrijven of dat agrarische producten bewerkt, vervoert of verhandelt, zoals loonwerkbedrijven, bedrijven voor mestopslag en handel, veetransport en veehandel, met uitzondering van mestbewerking en bedrijven die uitsluitend administratieve werkzaamheden verrichten en/of administratieve dienstverlening aanbieden.
1.11 ark:
een vaar- of drijftuig dat niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze over waterwegen voortbewogen te worden, maar dat in het algemeen op één vaste locatie afgemeerd is, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1.12 bakenbomen:
de langs de Maas staande bomen die vanouds in de scheepvaart als baken werden gebruikt.
1.13 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken die geen gebouw zijn.
1.14 bed and breakfast:
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, gevestigd in een woonhuis en/of bijbehorende aan- of uitbouw en/of aangebouwd bijgebouw, en volledig gedreven door de bewoner van het betreffende woonhuis.
1.15 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of bedrijfsactiviteit met uitzondering van bedrijfswoningen en aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de woning.
1.16 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit, kantoor of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.17 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.18 bedrijvenlijst:
de lijst van handels- en bedrijfsactiviteiten die als bijlage 4 onderdeel uitmaakt van de regels, waarin deze activiteiten naar milieucategorie zijn onderscheiden.
1.19 beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden.
1.20 bestaand:
- a. voor bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan legaal bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
- b. voor gebruik: gebruik van gronden en opstallen zoals dat legaal aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.21 bestaande ammoniakemissie:
het bestaand aantal dierplaatsen voor de bestaande diersoorten, vermenigvuldigd met de emissiefactoren van het bestaande stalsysteem, waarbij geldt:
- a. bestaand stalsysteem: het stalsysteem ten tijde van de vaststelling van het plan;
- b. bestaande aantal dierplaatsen: het aantal legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan;
- c. bestaande diersoorten: de diersoorten waarvoor de legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan zijn gebouwd.
1.22 bestaand dierenverblijf:
een feitelijk aanwezig, legaal opgericht dierenverblijf dat op grond van een omgevingsvergunning milieu, ex artikel 2.1, eerste lid onder e Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of omgevingsvergunning beperkte milieutoets, ex artikel 2, eerste lid, onder i Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of melding, ex artikel 1.10 Activiteitenbesluit milieubeheer, op 17 maart 2017 en de daaraan voorafgaande drie jaar onafgebroken bedrijfsmatig is gebruikt voor het houden van landbouwhuisdieren.
1.23 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.24 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0828.BPbuitengeboss2019-ON01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.25 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming, met dien verstande dat geometrisch bepaalde bestemmingsvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' als één bestemmingsvlak gelden.
1.26 bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.27 bouwen:
het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
1.28 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.29 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van zolders.
1.30 bouwmassa:
een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.
1.31 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.32 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
1.33 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken die geen gebouw zijn, zijn toegelaten. Geometrisch bepaalde bouwvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' gelden als één bouwvlak.
1.34 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1.35 bouwwerk voor recreatief nachtverblijf:
een bouwwerk dat dient als tijdelijk verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben, inclusief aan- en uitbouwen.
1.36 centrale recreatieve voorzieningen:
voorzieningen voor een recreatieterrein als geheel, zoals een kampeerwinkel, een kantine, opslag, sanitaire voorzieningen of een ontvangstkantoor.
1.37 cultuur en ontspanning (c.q. voorzieningen op het gebied van):
het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder begrepen: atelier, bioscoop, bowlingbaan, casino, creativiteitscentrum, dansschool, evenemententerrein, fitnesscentrum, kinderboerderij, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, speeltuin, sportschool, theater, wellnesscentrum.
1.38 cultuurhistorische waarde:
De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde die wordt gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
1.39 daghoreca:
horecavoorziening die gericht is op het verstrekken van eenvoudige maaltijden, etenswaren als broodjes, hapjes, snacks en dranken gedurende de dagperiode tot uiterlijk 19 uur en die daarmee een bijdrage levert aan de exploitatie van de voorziening waarvan zij onderdeel uitmaakt en hier wat betreft openingstijden op aansluit.
1.40 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.41 dienstverlening:
een bedrijfsmatige activiteit met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copy-shops, videotheken en autorijscholen.
1.42 dierenverblijf:
een gebouw voor het houden van landbouwhuisdieren, inclusief de daartoe behorende voorzieningen.
1.43 dove gevel:
een gevel die voldoet aan de voorwaarden uit artikel 1b vierde lid van de Wet geluidhinder.
1.44 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond.
1.45 escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
1.46 extensieve dagrecreatie:
recreatief medegebruik waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en naar de aard, omvang en schaal daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
1.47 functie:
activiteiten waarvoor gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
1.48 galerie:
ruimte voor het exposeren en verkopen van kunstobjecten.
1.49 garagebedrijf:
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen zonder de verkoop van motorbrandstoffen.
1.50 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.51 gebruiksoppervlakte:
de bruikbare vloeroppervlakte, geschikt voor het beoogde gebruik, bepaald volgens NEN2580.
1.52 gevellijn:
de aanduiding van de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg of ander openbaar gebied en waarop de bebouwing is georiënteerd.
1.53 glastuinbouw:
een agrarisch bedrijf waarin de productie geheel of in overwegende mate plaatsvindt in kassen.
1.54 groepsmatige activiteit:
een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend in de vorm van het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan drie of meer personen tegelijk, kinderopvang daaronder mede begrepen.
1.55 grondgebonden veehouderij:
een veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie. Of hiervan sprake is wordt getoetst op grond van de criteria die zijn opgenomen in nadere regels die hieromtrent op basis van de Verordening ruimte Noord-Brabant door Gedeputeerde Staten zijn gesteld.
1.56 groothandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers dan wel aan instellingen of personen tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
1.57 GVE (groot vee-eenheid):
eenheid waarmee de fosfaatproductie van landbouwhuisdieren wordt uitgedrukt en waarbij 1 GVE overeenkomt met de fosfaatproductie van één melkkoe.
1.58 hobbymatig agrarisch grondgebruik:
het gebruik van grond voor agrarische activiteiten in een omvang die niet als bedrijfsmatig kan worden beschouwd, met uitzondering van volkstuinen.
1.59 hokdierhouderij:
veehouderij met uitzondering van nertsenhouderij, melkrundveehouderij en schapenhouderij.
1.60 hoofdgebouw:
een gebouw dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
1.61 horeca van categorie 1:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, al dan niet in combinatie met het exploiteren van zaalaccommodatie, en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken daaraan ondergeschikt is, zoals een hotel of pension.
1.62 horeca van categorie 2:
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren voor consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, zoals een (hotel)restaurant, pannenkoekenhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum.
1.63 horeca van categorie 3:
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie, zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, maaltijdafhaalcentrum, lunchroom en ijssalon.
1.64 horeca van categorie 4:
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café.
1.65 horeca:
een bedrijf gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:
- a. het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse of elders te nuttigen;
- b. het verstrekken van nachtverblijf;
- c. het exploiteren van zaalaccommodatie;
- d. het bieden van gelegenheid tot dansen.
1.66 huishouden:
de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:
- a. het inwonen of het bewonen van kamers door ten hoogste twee verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, al dan niet bij wijze van mantelzorg en al dan niet met eigen voorzieningen;
- b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen:
- 1. een woongroep van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking of aandoening met inbegrip van begeleiding en toezicht gericht op zelfstandige bewoning;
- 2. de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 4 niet verwante personen, die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning.
1.67 individuele praktijk c.q. eenmansbedrijf:
een praktijk of bedrijf, uitgeoefend door één beroepsuitoefenaar, al dan niet administratief of anderszins ondersteund door ten hoogste één andere persoon.
1.68 kampeermiddel:
tent, tentwagen, kampeerauto of toercaravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
1.69 kampeerterrein:
een terrein, speciaal ingericht om in een kampeermiddel te overnachten.
1.70 kantoor:
een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of administratieve dienstverlening.
1.71 kas:
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter.
1.72 kavelpad:
een pad zonder doorgaande functie dat dient ter ontsluiting van een individueel agrarisch perceel of enkele individuele agrarische percelen.
1.73 kelder:
een geheel of nagenoeg geheel, dat wil zeggen maximaal 0,5 m boven peil, ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.
1.74 kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden.
1.75 landschappelijke waarde/landschapswaarde:
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht.
1.76 lawaaisport:
voorziening voor sportactiviteiten waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, de motorsport, waterskiën en de modelvliegsport.
1.77 lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten:
de lijst, behorend bij deze regels (bijlage 6), waarin is aangegeven welke beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten rechtstreeks toelaatbaar zijn in woningen.
1.78 maatschappelijk c.q. maatschappelijke voorzieningen:
maatschappelijke voorzieningen op het gebied en/of in de vorm van: asielzoekerscentrum, bibliotheek, drugsopvang, gezondheidszorg (inclusief apotheek), jeugdopvang, kinder- en naschoolse opvang, onderwijs, openbaar bestuur en openbare dienstverlening, praktijkruimte, religie en levensbeschouwing, uitvaartcentrum, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorgboerderij, zorginstelling, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.
1.79 manege:
een bedrijf dat is gericht op het geven van paardensportinstructie en/of het geven van gelegenheid aan derden tot het recreatief dan wel sportief paardrijden, al dan niet in combinatie met een paardenpension.
1.80 mantelzorg:
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
1.81 mestbewerking:
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest.
1.82 ondergeschikte detailhandel:
beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met bedrijfsactiviteiten die als hoofdfunctie worden uitgeoefend.
1.83 overig agrarisch bedrijf:
agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, (vollegronds)teeltbedrijf, paardenhouderij of glastuinbouwbedrijf valt.
1.84 paardenbak:
een al dan niet door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere aangebrachte ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het laten loslopen van paarden en/of pony's dan wel het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen.
1.85 paardenhouderij:
een agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken, opfokken, beleren en/of trainen van paarden.
1.86 peil:
- a. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld.
1.87 permanente bewoning:
bewoning van een verblijf als hoofdverblijf.
1.88 plan:
het bestemmingsplan 'Buitengebied Oss - 2019' van de gemeente Oss.
1.89 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.90 risicovolle inrichting:
een inrichting waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risicoafstand moet worden aangehouden bij het in een bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
1.91 ruimtelijke kwaliteit:
de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte.
1.92 schuilgelegenheid:
een niet voor bewoning bestemd agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor beschutting van vee tegen weersinvloeden.
1.93 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.94 slaapplaats:
een ruimte of plek waarop een ledikant, een slaapplek of iets dergelijks staat, dan wel waarop een matras, slaapmatje, luchtbed of iets dergeljks ligt, en waarop men slapen kan of pleegt te slapen, alsmede een plek of ruimte waarop een voorwerp staat dat geschikt is om op betrekkelijk eenvoudige en snelle wijze te worden omgebouwd tot een plaats waarop men slapen kan.
1.95 stacaravan:
een caravan of soortgelijk onderkomen al dan niet op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve doeleinden.
1.96 statische opslag:
opslag van goederen die naar hun aard weinig verplaatsing nodig hebben, zoals caravans, campers, boten en (klassieke) auto's.
1.97 SVC:
standaard verdiencapaciteit. De SVC van een bedrijf wordt berekend door de Standaardopbrengst van vastgestelde SO-groepen te vermenigvuldigen met de Verdiencoëfficiënt van die SO-groep, een en ander met gebruikmaking van de rekenmodule van Wagingen ur/LEI en de normen zoals die gelden ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan.
1.98 teeltbedrijf/vollegrondsteeltbedrijf:
een agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt.
1.99 teeltondersteunende voorziening:
voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om één of meer van de volgende doelen na te streven:
- a. verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
- b. verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen;
- c. bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringen onkruidbestrijding, effectief omgaan met water).
Voorbeelden van teeltondersteunende voorzieningen zijn: aardbeiteelttafels, afdekfolies, antiworteldoeken, boomteelthekken, hagelnetten, insectengazen, plastic tunnels, ondersteunende kassen, schaduwhallen en vraatnetten.
Knalapparatuur wordt niet aangemerkt als teeltondersteunende voorziening.
1.100 tijdelijke teeltondersteunende voorziening:
teeltondersteunende voorziening die zo lang de teelt het vereist aanwezig is, met een maximum van acht maanden per jaar.
1.101 toercaravan:
een caravan of soortgelijk onderkomen dat mede, gelet op de afmetingen, bestemd en/of geschikt is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve doeleinden.
1.102 tuincentrum
detailhandelsbedrijf met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waar artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen te koop worden aangeboden, alsmede - in voorkomend geval en als daaraan ondergeschikte activiteit - dieren, dierbenodigdheden en aan landelijk of lokaal erkende feestdagen gerelateerde (feest)artikelen.
1.103 tuincentrum met beperkt assortiment:
detailhandelsbedrijf met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waar uitsluitend de volgende artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen te koop worden aangeboden:
- a. tuinhuisjes
- b. carports
- c. blokhutten
- d. dierenverblijven
- e. speeltoestellen
- f. schuttingen
- g. pergola's
- h. grensafscheidigen
- i. trampolines
- j. tuin- en/of straatmeubilair
- k. zwembaden
- l. sauna's
- m. whirlpools
- n. barbecues
- o. potten en bloembakken
- p. tuinverlichting
- q. lantaarns
- r. brievenbussen
- s. bestratingsmaterialen
- t. alle soorten tuingrond, zand, grind en verpakte meststoffen en tuinturf, tuinhout
- u. waterelementen, vijvers en watervallen
- v. onderhoudsmiddelen voor houten artikelen als bedoeld onder a tot en met u (watergedragen beits)
1.104 uitbouw:
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.105 vee:
runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.
1.106 veehouderij:
een agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.
1.107 verdieping:
elke bouwlaag boven de eerste bouwlaag op de begane grond.
1.108 voorgevellijn:
de lijn (in hoeksituaties: de lijnen) waarin de naar de weg of ander openbaar gebied gekeerde gevel(s) van het dichtst bij die weg of ander openbaar gebied gelegen gebouw is (zijn) gelegen alsmede het verlengde daarvan.
1.109 vuurwerkbedrijf:
een inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is.
1.110 werk:
een constructie die geen bouwwerk is.
1.111 wonen:
het bewonen van een woning.
1.112 woning:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
1.113 woonhuis:
een gebouw dat één grondgebonden woning omvat.
1.114 woonschip:
een vaar- of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot als hoofdbewoning geldend dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen.
1.115 woonwagen:
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
1.116 zonneboom:
constructie met zonnepanelen in de vorm van een boom.
1.117 zorgvuldige veehouderij:
een veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het betreffende bouwwerk op een bouwperceel.
2.2 de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen.
2.3 het bebouwingspercentage:
de oppervlakte, die met gebouwen (carports en overkappingen inbegrepen) is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming; de oppervlakte wordt altijd in gehele getallen bepaald.
2.4 de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
2.5 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.6 de breedte van een bouwperceel:
tussen de zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten over ten minste 3/4 van de lengte van het bouwperceel, in welke lengte in ieder geval het bouwvlak aanwezig is of de toegestane situering van het hoofdgebouw indien geen bouwvlak is aangegeven.
2.7 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.8 de inhoud van een bouwwerk:
het gedeelte van een bouwwerk dat gelegen is boven peil, tussen de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.9 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk dat geen gebouw is met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.10 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.11 de hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.12 de hoogte van een woonschip, woon-/werkark en drijvend gebouw:
vanaf de waterlijn tot aan het hoogste punt van het woonschip, de woon-/werkark respectievelijk het drijvende gebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.13 de bovenkant spoorstaaf:
de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschap
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
nadere eisen stellen aan:
- a. de situering van de bebouwing;
- b. de nokrichting van daken;
- c. de oriëntatierichting van de bebouwing.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:
Activiteit | Basisregel | Voorwaarden | |
Het overschrijden van de goothoogte van bedrijfswoningen | artikel 3.2.3 onder e | - de noodzaak voor deze afwijking moet zijn aangetoond - de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5 m. | |
Het uitbreiden van de oppervlakte dierenverblijf voor een veehouderij | artikel 3.1.2 onder f2 en g3 | - maatregelen worden getroffen en in stand gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij, een en ander conform de door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vastgestelde regels van de Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij zoals die gelden ten tijde van de aanvraag om omgevingsvergunning - de ontwikkeling is vanuit een goede leefomgeving inpasbaar in de omgeving. Het betreft hier onder andere verkeersafwikkeling, milieuaspecten en volksgezondheid - er is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, tenzij er -als blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen worden getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, die ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert - er is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 µg/m3 - er is een zorgvuldige dialoog gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving in de planontwikkeling - als sprake is van een hokdierhouderij: Gedeputeerde Staten hebben bewijs overlegd dat: * binnen het stalderingsgebied een bestaand dierenverblijf van een hokdierhouderij is gesaneerd door sloop of herbestemming waarbij het gebruik als dierenverblijf juridisch en feitelijk is beëindigd; * de oppervlakte van de sanering onder a. tenminste 110% bedraagt van de oppervlakte die wordt opgericht of in gebruik wordt genomen; * deze sanering plaatsvindt in directe samenhang met het oprichten of ingebruiknemen van een gebouw als dierenverblijf en dat voor de sanering geen gebruik is gemaakt van een andere regeling - het uibreiden van de oppervlakte dierenverblijf van een geitenhouderij is niet toegestaan - bij ligging in de zone 'overige zone - beperking veehouderij' moet sprake zijn van een grondgebonden veehouderij | |
Het situeren van bedrijfsgebouwen vóór de achtergevel van de bedrijfswoning, dan wel situering van de bedrijfswoning dusdanig dat bestaande bedrijfsgebouwen niet achter de achtergevel van de bedrijfswoning zijn gebouwd | artikel 3.2.4 onder a | - de noodzaak voor deze afwijking moet zijn aangetoond | |
Het overschrijden van de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen | artikel 3.2.4 onder b | - de noodzaak voor deze afwijking moet zijn aangetoond - de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5 m, en de bouwhoogte niet meer dan 12 m | |
Het bouwen van kassen buiten de aanduiding 'glastuinbouw' | artikel 3.2.4 onder c | -de kassen worden gebouwd binnen een bouwvlak -de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 2.500 m² - de landschappelijke inpassing dient op zorgvuldige wijze plaats te vinden aan de hand van een gedetailleerd uitgewerkt en door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan - deze afwijking mag niet worden toegepast bij bedrijven waarvan het bouwvlak geheel of gedeeltelijk ligt binnen de aanduiding 'overige zone - groenblauwe mantel' | |
Het bouwen van gebouwen, zoals schuilgelegenheden voor vee, buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - de bouwhoogte mag niet meer mag bedragen dan 3,5 m - de goothoogte mag niet meer mag bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte van het bijbehorende kadastrale terrein moet ten minste 0,5 ha bedragen - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m² bij een bijbehorend kadastraal terrein tot 1 ha, niet meer dan 25 m² bij een bijbehorend kadastraal terrein tussen 1 en 2 ha, en niet meer dan 30 m² bij een bijbehorend kadastraal terrein dat groter is dan 2 ha - het aantal gebouwen mag niet meer bedragen dan één per bijbehorend kadastraal terrein - het gebouw ligt op een afstand van minimaal 20 m ten opzichte van woningen van derden - er moet voorzien zijn in een goede landschappelijke inpassing - deze afwijkingsmogelijkheid geldt alleen binnen de zones 'overigezone - oeverwal', 'overige zone - dekzandrand' en 'overige zone -dekzandrug' | |
Het bouwen van zonnepanelen buiten het bouwvlak of buiten het bestemmingsvlak 'Wonen' | artikel 3.2.2 onder a | - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50 m² per bijbehorend agrarisch bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak 'Wonen' - de hoogte mag niet meer bedragen dan 1 m - de zonnepanelen zijn gesitueerd aansluitend op het bijbehorende agrarisch bouwvlak dan wel het bijbehorende bestemmingsvlak 'Wonen' - er is binnen het bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak 'Wonen' geen mogelijkheid om de zonnepanelen te situeren - de met de zonnepanelen opgewekte electriciteit is voor eigen gebruik | |
Het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - binnen de zone 'overige zone - komgebied' gelegen gronden is afwijking uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 0,5 m; binnen de overige gebieden is afwijking uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 4,5 m | |
Het bouwen van een windmolen voor regulering van de waterstand buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 5 m | |
Het bouwen van windturbines met een grotere bouwhoogte dan 6 m binnen het bouwvlak | artikel 3.2.5 onder d | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 25 m - de windturbine mag grootschalige opwekking van wind- en zonne-energie niet schaden | |
Het bouwen van bouwwerken die geen gebouw zijn voor paardenbakken buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 1,6 m | |
Het bouwen van ooievaarsnesten buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 8 m | |
Het bouwen van bijenstallen buiten het bouwvlak | artikel 3.2.2 onder a | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 15 m² | |
Het bouwen van een grotere oppervlakte | artikel 3.2.2 onder d | - de oppervlakte mag niet meer dan 500 m² groter zijn dan wat volgens artikel 3.2.2 onder d is toegestaan - de bebouwing is nodig in verband met een kleinschalige activiteit als bedoeld in de tabel in artikel 3.5, en dus niet voor de primaire agrarische functie | |
Het overschrijden van de maximale inhoudsmaat van een woning | artikel 3.2.3 onder d | - er is sprake van één bestaande hoofdbouwmassa die bestaat uit woning en (voormalig) stalgedeelte - het ruimtelijke beeld wijzigt niet door het toevoegen van het (voormalige) stalgedeelte aan de woning - artikel 35 is niet van toepassing | |
Het overschrijden van de maximale inhoudsmaat van een woning | artikel 3.2.3 onder d | - de inhoud mag maximaal 1.000 m3 zijn - de woning moet naar aard, schaal en uitstraling passen in de omgeving - artikel 35 is van toepassing |
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen voor bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn - de omgevingsvergunning wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 100 m² - het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen voor bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een maatschappelijk belang, bijvoorbeeld reclassering - op het perceel dient al een bedrijfswoning aanwezig te zijn - de omgevingsvergunning wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor bewoning te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 40 m² - het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning |
Kleinschalige activiteiten | - de activiteit wordt uitgeoefend als niet-zelfstandig onderdeel van het agrarisch bedrijf - het gebruik voor de kleinschalige activiteit vindt plaats binnen het agrarisch bouwvlak - de afwijking mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de waterhuishouding en -kwaliteit ter plaatse - er dient voldaan te worden aan het bepaalde in bijlage 2 Mogelijkhedenkleinschalige activiteiten bij agrarische bedrijven, met dien verstande dat als een bouwvlak binnen meerdere zones ligt, per kleinschalige activiteit het ruimste regime geldt - buitenopslag is niet toegestaan - er is geen sprake van onevenredige verkeersaantrekking - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte binnen het bouwvlak - lawaaisporten zijn niet toegestaan - de maximale oppervlakte voor opslag bedraagt 1.000 m², verminderd met de oppervlakte die in gebruik is voor andere kleinschalige activiteiten dan opslag; - de oppervlakte van andere kleinschalige activiteiten dan opslag bedraagt 500 m², met dien verstande dat de maximale oppervlakte voor verkoopactiviteiten niet meer dan 200 m² bedraagt - verkoop van streekproducten mag alleen plaatsvinden in combinatie met verkoop van agrarische dan wel ambachtelijke producten van het eigen agrarische dan wel ambachtelijke bedrijf |
Minicamping | - deze afwijkingsmogelijkheid is niet toepasbaar binnen de als 'overige zone -primair agrarisch gebied' aangeduide gronden - het aantal plaatsen bedraagt maximaal 25 - de minicamping is gesitueerd binnen of direct aansluitend op het bijbehorende agrarisch bouwvlak - de landschappelijke inpassing dient op zorgvuldige wijze plaats te vinden aan de hand van een gedetailleerd uitgewerkt en door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan - parkeren dient op eigen terrein binnen het bouwvlak plaats te vinden - alleen kampeermiddelen zijn toegestaan; stacaravans en andere recreatieve bouwwerken zijn niet toegestaan - het gebruik is uitsluitend toegestaan in de periode van 31 maart tot 1 oktober |
Huisvesting tijdelijke arbeidskrachten | - het betreft uitsluitend voorzieningen in de vorm van overnachtingsmogelijkheden en verblijfsruimten voor tijdelijke arbeidskrachten die benodigd zijn voor en werkzaam zijn bij het betreffende bedrijf gedurende het plant- en oogstseizoen, met een maximum van zes maanden per jaar - de voorzieningen dienen gerealiseerd te worden binnen de bedrijfsgebouwen tot een maximale oppervlakte van 200 m² |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in Bijlage 6 Lijst vanrechtstreeks toelaatbareaan-huis-gebonden activiteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4Bedrijvenlijst - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
Het toestaan van paardenbakken voor hobbymatig gebruik | - de paardenbak is gesitueerd direct aansluitend op het bijbehorende agrarisch bouwvlak dan wel het bijbehorende bestemmingsvlak 'Wonen' - de totale oppervlakte bedraagt niet méér dan 825 m² per bijbehorend agrarisch bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak 'Wonen' - de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van de as van de weg - de paardenbak is voorzien van een goede landschappelijke inpassing - de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van woningen van derden |
Het bewonen van een bedrijfswoning met aan-, uit- en bijgebouwen en bijbehorend erf anders dan als bedrijfswoning (de plattelandswoning) | - binnen het bouwvlak is een agrarisch bedrijf actief - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; als milieuhygiënisch bezwaar worden in ieder geval niet beschouwd milieuhygiënische bezwaren als gevolg van de aanwezigheid van een agrarisch bedrijf binnen het bouwvlak - de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast |
Het halfverharden van onverharde wegen en paden, en het aanleggen van verharde kavelpaden | n.v.t. |
Toename van stikstofdepositie (mol/ha/jaar) op Natura 2000 gebied | De natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden mogen niet worden aangetast. Deze kenmerken worden niet aangetast als op grond van de Wet natuurbescherming vergunning is verleend of als de uitbreiding meldingsplichtig is of onder de ondergrens hiervoor zit. |
Het uitbreiden van de oppervlakte bebouwing die in gebruik is als dierenverblijf voor een veehouderij | - maatregelen worden getroffen en in stand gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij, een en ander conform de door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vastgestelde regels van de Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij zoals die gelden ten tijde van de aanvraag om omgevingsvergunning - de ontwikkeling is vanuit een goede leefomgeving inpasbaar in de omgeving. Het betreft hier onder andere verkeersafwikkeling, milieuaspecten en volksgezondheid - er is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, tenzij er -als blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen worden getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, die ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert - er is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 µg/m3 - er is een zorgvuldige dialoog gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving in de planontwikkeling - als sprake is van een hokdierhouderij: Gedeputeerde Staten hebben bewijs overlegd dat: * binnen het stalderingsgebied een bestaand dierenverblijf van een hokdierhouderij is gesaneerd door sloop of herbestemming waarbij het gebruik als dierenverblijf juridisch en feitelijk is beëindigd; * de oppervlakte van de sanering onder a. tenminste 110% bedraagt van de oppervlakte die wordt opgericht of in gebruik wordt genomen; * deze sanering plaatsvindt in directe samenhang met het oprichten of ingebruiknemen van een gebouw als dierenverblijf en dat voor de sanering geen gebruik is gemaakt van een andere regeling - het uibreiden van de oppervlakte dierenverblijf van een geitenhouderij is niet toegestaan - bij ligging in de zone 'overige zone - beperking veehouderij' moet sprake zijn van een grondgebonden veehouderij |
Het houden van een ander veetype dan wel een toename van het aantal stuks vee dan op basis van artikel 3.1.2 is toegestaan | - er is een zorgvuldige dialoog gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving in de planontwikkeling - het omschakelen naar een nertsenhouderij is niet toegestaan - er mag geen sprake zijn van een diersoort of bedrijfsvorm die eerder is beëindigd in het kader van de beëindigingsregelingen RBV, VIV of BIV - er mag geen sprake zijn van een gemengd bedrijf met varkens en pluimvee - als sprake is van geiten, het moratorium met betrekking tot de geitenhouderij in de Verordening ruimte Noord-Brabant is opgeheven waardoor het niet meer verboden is om het aantal vierkante meter stalruimte voor geiten uit te breiden |
De huisvesting van meer dan één huishouden in een vrijstaande bedrijfswoning met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' | -er worden niet meer dan 8 personen in één plattelandswoning gehuisvest -er is maximaal één slaapplaats per persoon aanwezig -de grootte van de woning is geschikt. Dit is het geval als er ten minste 12 m² gebruiksoppervlakte per persoon aanwezig is -er kan worden voldaan aan de geldende gemeentelijke parkeernormen -de privacy van aangrenzende percelen mag niet onevenredig worden aangetast |
Mestvergisting afkomstig van samenwerkende rundveebedrijven | - de capaciteit bedraagt ten hoogste 25.000 ton per jaar - de locatie is goed ontsloten - de op- en overslag en verwerking van producten vinden niet in de openlucht plaats - in het geval dat de mest na vergisting ter plaatse verder wordt bewerkt, ten minste 50 % van het volume van de mest wordt omgezet in loosbaar water; - de ontwikkeling is vanuit een goede leefomgeving inpasbaar in de omgeving. Het betreft hier onder andere verkeersafwikkeling, milieuaspecten en volksgezondheid |
Mestbewerking of een toename van de gebruiksoppervlakte van bebouwing voor mestbewerking van mest die niet afkomstig is van het bouwvlak waarop de mest bewerkt wordt | - de mest wordt met pijpleidingen aangevoerd vanaf de locatie waar de mest wordt geproduceerd - ten minste 50 % van het volume van de mest wordt omgezet in loosbaar water - de op- en overslag en de verwerking van producten vinden niet in de open lucht plaats - de mestbewerking is vanuit het oogpunt van een goede leefomgeving en gelet op artikel 3.1, derde lid van de Verordening ruimte Noord-Brabant, inpasbaar in de omgeving - de locatie ligt buiten de aanduiding 'Gebied beperkingen veehouderij' - de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste15 % van de omvang van het bouwperceel - er wordt aangetoond dat een zorgvuldige dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van belangen van omwonenden bij de planontwikkeling |
3.6 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Landschap En Natuur
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
- a. Er mag geen bebouwing worden opgericht.
- b. In afwijking van het bepaalde onder a mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – veeopvang' bouwwerken worden opgericht voor veeopvang met maximaal 1 bedrijfswoning en met uitzondering van kassen, met inachtneming van de regels als genoemd in onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
Bedrijfsgebouwen | 3,5 | 10 | 1.000 | - |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 10 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Silo's | - | 12 | - | - |
Windwokkels | - | 12 | - | |
Erfafscheidingen | - | voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; voor het overige: 2 | - | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 6 -overige: 3 | - | - |
- c. In afwijking van het bepaalde onder a mogen bouwwerken worden opgericht voor nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen, met inachtneming van de volgende regels:
- 1. Uitsluitend voor nutsvoorzieningen mogen gebouwen worden opgericht, tot een maximale hoogte van 3 m en een maximale oppervlakte per gebouw van 15 m².
- 2. Voor het overige mogen uitsluitend bouwwerken die geen gebouw zijn, worden opgericht mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van antennemasten niet meer mag bedragen dan 40 m.
- d. In afwijking van het bepaalde onder a mogen bouwwerken die geen gebouw zijn worden opgericht voor het doel 'verkeer', met inachtneming van de volgende regels:
- 1. de bouwhoogte van bruggen mag niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte;
- 2. de bouwhoogte van overige kunstwerken en kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m;
- 3. de bouwhoote van overige bouwwerken die geen gebouw zijn, mag niet meer bedragen dan 4m.
- e. In afwijking van het bepaalde onder a mogen erafscheidingen worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 1,2 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:
Activiteit | Basisregel | Voorwaarden | |
Het bouwen van een windmolen ter regulering van de waterstand | artikel 4.2 onder b | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 5 m | |
Het bouwen van ooievaarsnesten | artikel 4.2 onder b | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 8 m | |
Het bouwen van bijenstallen | artikel 4.2 onder b | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 15 m² |
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen voor bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg; - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden; - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 100 m²; - het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw |
Het halfverharden van onverharde wegen en paden, en het aanleggen van verharde kavelpaden | - |
4.5 Veeopvang
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veeopvang' activiteiten in de vorm van een veehouderij plaatsvinden, zijn de volgende bepalingen van overeenkomstige toepassing:
- a. artikel 3.1.2 onder g
- b. artikel 3.4 voor zover dit gaat over het uitbreiden van de oppervlakte dierenverblijf voor een veehouderij
- c. artikel 3.5 voor zover dit gaat over het uitbreiden van de oppervlakte bebouwing die in gebruik is als dierenverblijf voor een veehouderij
4.6 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen, genoemd in artikel 5.1.
- b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - nieuwe hescheweg 286-288' mogen de bedrijfswoning en kantoren uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'.
- c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' is geen bebouwing toegestaan.
- d. Als er een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen en silo's als bedoeld in onderstaande tabellen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat buiten het bouwvlak uitsluitend erkers, balkons en luifels zijn toegestaan, mits de bouwgrens met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel.
- e. Als een functieaanduiding 'bedrijfswoning' is aangegeven, mag de bedrijfswoning uitsluitend binnen deze functieaanduiding worden gebouwd.
- f. Het aantal bedrijfswoningen bedraagt per bestemmingsvlak maximaal één, maar ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' zijn geen bedrijfswoningen toegestaan en ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan in die aanduiding is aangegeven.
- g. In afwijking van het bepaalde onder f zijn bedrijfswoningen niet toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'nutsvoorziening', 'specifieke vorm van bedrijf - biomassavergistingsinstallatie', 'waterzuiveringsinstallatie', 'specifieke vorm van bedrijf - voorziening rijkswaterstaat', 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' en 'gemaal';
- h. Voor de voorgevel van de bedrijfswoning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevel met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- i. Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoningen moeten op minimaal 5 m achter de voorgevel van de bedriijfswoning worden gebouwd.
- j. Bedrijfsgebouwen moeten achter de achtergevel van de bedrijfswoning, als deze aanwezig is, worden gebouwd. Als er meer dan één bedrijfswoning aanwezig is, geldt als achtergevel alleen die achtergevel die het dichtst bij de weg is gelegen.
- k. Het bepaalde onder j geldt niet ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 13'.
- l. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal gebouwen' mag het aantal gebouwen niet meer bedragen dan wat in die aanduiding is genoemd.
- m. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - komgebied' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 5 | 10 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen | 4,5 | 11 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Keerwanden voor geluidswallen | - | 3 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de bedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 6 -overige: 3 (met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 24' mestsilo's een maximale hoogte mogen hebben van 6 meter) | - | - |
- n. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - uiterwaarden' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen | 3 | 8 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Keerwanden voor geluidswallen | - | 3 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel va van de bedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 6 -overige: 3 (met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - niet-agrarisch-technisch hulpbedrijf en niet-agrarisch verwant bedrijf' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - lithoijense dijk 46' 1 botenlift een maximale hoogte mag hebben van 10 meter) | - | - |
- o. De bebouwing binnen de zones 'overige zone - oeverwal', 'overige zone - dekzandrand' en 'overigezone - dekzandrug' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen | 3,5 | 10 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Gebouwen voor recreatief nachtverblijf | 2,5 | 4 | 50 m2 per gebouw, met dien verstande dat de totale oppervlakte niet meer mag bedragen dan 360 m2 | |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Keerwanden voor geluidswallen | - | 3 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de bedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 6 -silo's ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - biomassavergistingsinstallatie': 10 -overige: 3 | - | - |
- p. In afwijking van het bepaalde onder m, n en o bedragen de maximale goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'specifieke vorm van bedrijf - biomassavergistingsinstallatie' 5 respectievelijk 10 m, met dien verstande dat voor vergistingstanks ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 5' een maximale hoogte geldt van 16 m;
- 2. 'specifieke vorm van bedrijf - betonfabriek' 3 respectievelijk 10 m, met dien verstande dat voor silo's ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 6' een maximale hoogte geldt van 20 m;
- 3. 'waterzuiveringsinstallatie' 10 respectievelijk 10 meter, met dien verstande dat voor een maximale oppervlakte van 500 m2 een maximale goot- en bouwhoogte geldt van 20 respectievelijk 20 m;
- 4. 'specifieke bouwaanduiding - 7' 8 respectievelijk 8 m;
- 5. 'specifieke bouwaanduiding - 9' 16 repectievelijk 16 m;
- 6. 'specifieke bouwaanduiding - 19' 135 respectievelijk 135 m;
- 7. mogen de maximale goothoogte en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduiding is aangegeven;
- 8. mag de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduiding is aangegeven.
- q. In afwijking van het bepaalde onder m, n en o bedragen de maximale goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen en de bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 14' 6 respectievelijk 10 m;
- r. in afwijking van het bepaalde onder m, n en o bedragen de maximale goot- en bouwhoogte van de bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' 3,5 respectievelijk 9 m;
- s. In afwijking van het bepaalde onder m, n en o is ter plaatse van de aanduiding ''specifieke vorm van bedrijf - zonneboom' een bouwwerk dat geen gebouw is in de vorm van een zonneboom toegestaan, met een maximale hoogte van 10 m.
- t. In afwijking van het bepaalde onder m, n en o bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gasontvangststation'
- 1. de maximale bouwhoogte van erfafscheidingen 3,5 m;
- 2. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken die geen gebouw zijn 6 m
- u. In afwijking van het bepaalde onder m, n en o bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 25'
- 1. de maximale bouwhoogte van erfafscheidingen 3,5 m;
- 2. de maximale bouwhoogte van gebouwen 15 m;
- 3. de maximale bouwhoogte van dakopbouwen en schoorstenen op gebouwen 4 m;
- 4. de maximale bouwhoogte van overige schoorstenen 24 m;
- 5. de maximale bouwhoogte van kleppen en andere toebehoren op schoorstenen 3 m.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen voor bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de afwijking wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 100 m² - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw |
Het omschakelen van een niet-agrarisch-technisch hulpbedrijf en niet-agrarisch verwant bedrijf naar een agrarisch-technisch hulpbedrijf en/of agrarisch verwant bedrijf | - omschakeling dient voor wat betreft de ruimtelijke uitstraling aanvaardbaar te zijn - binnen de zone 'overige zone - uiterwaarden' mag het ruimtebeslag voor de nieuwe bedrijfsvorm niet meer bedragen dan 5.000 m² - de nieuwe bedrijfsvorm is qua milieuhinder vergelijkbaar met of minder dan de oude bedrijfsvorm, met dien verstande dat de milieucategorie niet hoger is dan 3 |
Het vestigen van een agrarisch-technisch hulpbedrijf en/of agrarisch verwant bedrijf in milieucategorie 2 | - vestiging is alleen mogelijk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch-technisch hulpbedrijf en-of agrarisch verwant bedrijf' |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in bijlage 6 Lijst van rechtstreeks toelaatbareaan-huis-gebonden activiteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 Bedrijvenlijst - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
5.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. voorzieningen voor langzaam verkeer;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. verhardingen anders dan voor de functies genoemd onder b, c, d en e tot een oppervlakte van ten hoogste 10% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak;
- g. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- h. waterstaatkundige voorzieningen in de vorm van een sluizen- en stuwencomplex, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sluis', inclusief parkeervoorzieningen voor het sluizen- en stuwencomplex;
met bijbehorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 7 Horeca
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen, genoemd in artikel 7.1.
- b. Als er een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat buiten het bouwvlak uitsluitend erkers, balkons en luifels zijn toegestaan, mits de bouwgrens met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel.
- c. Het aantal bedrijfswoningen bedraagt per bestemmingsvlak maximaal één, maar ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' zijn geen bedrijfswoningen toegestaan en ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan in die aanduiding is aangegeven.
- d. Voor de voorgevel van de bedrijfswoning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevel met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- e. Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoningen moeten op minimaal 5 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning worden gebouwd.
- f. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - komgebied' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 5 | 10 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen | 4,5 | 11 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de bedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 6 -overige: 3 | - | - |
- g. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - uiterwaarden' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen | 3 | 8 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de bedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 6 -overige: 3 | - | - |
- h. De bebouwing binnen de zones 'overige zone - oeverwal', 'overige zone - dekzandrand' en 'overigezone - dekzandrug' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen | 3,5 | 10 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de bedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 6 -overige: 3 | - | - |
- i. In afwijking van het bepaalde onder h mogen ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' de goot- en bouwhoogte van zendmasten niet meer bedragen dan 40 m.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen voor bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn - de afwijking wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 100 m² - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in bijlage 6 Lijst van rechtstreeks toelaatbareaan-huis-gebonden activiteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 Bedrijvenlijst - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
7.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 8 Maatschappelijk
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen, genoemd in artikel 8.1.
- b. Als er een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat buiten het bouwvlak uitsluitend erkers, balkons en luifels zijn toegestaan, mits de bouwgrens met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel.
- c. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, met dien verstande dat er plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal één bedrijfswoning is toegestaan.
- d. Voor de voorgevel van de bedrijfswoning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevel met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- e. Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoningen moeten op minimaal 5 m achter de voorgevel van de bedriijfswoning worden gebouwd.
- f. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - komgebied' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 5 | 10 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen | 4,5 | 11 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de bedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 6 -overige: 3 | - | - |
- g. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - uiterwaarden' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen | 3 | 8 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de bedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 6 -overige: 3 | - | - |
- h. De bebouwing binnen de zones 'overige zone - oeverwal', 'overige zone - dekzandrand' en 'overigezone - dekzandrug' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen | 3,5 | 10 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de bedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 6 -overige: 3 | - | - |
- i. In afwijking van het bepaalde onder b en h zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - activiteitenboerderij' buiten het bouwvlak maximaal 5 stalletjes en schuilgelegenheden toegestaan, met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 100 m2 en een maximale bouwhoogte van 3,5 m;
- j. In afwijking van het bepaalde onder f, g en h mogen de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduiding is aangegeven.
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen voor bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn - de ontheffing wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 100 m² - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in bijlage 6 Lijst van rechtstreeks toelaatbareaan-huis-gebonden activiteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 Bedrijvenlijst - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
8.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 9 Maatschappelijk - Begraafplaats
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. begraafplaats;
- b. ondergeschikte waterhuishoudkundige voorzieningen, verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen;
- c. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
met bijbehorende voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 10 Natuur
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn, of van werkzaamheden
10.4 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 11 Recreatie - Dagrecreatie
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen, genoemd in artikel 11.1.
- b. Als er een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat buiten het bouwvlak uitsluitend erkers, balkons en luifels zijn toegestaan, mits de bouwgrens met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel.
- c. Het bepaalde onder b is niet van toepassing binnen de aanduiding 'horeca'.
- d. In afwijking van het bepaalde onder b zijn ter plaatse van de aanduiding 'vijver' maximaal 10 schuilhutten voor vissers toegestaan met een maximale oppervlakte per schuilhut van 2 m².
- e. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal één bedrijfswoning is toegestaan.
- f. Voor de voorgevel van de bedrijfswoning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevel met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- g. Vrijstaande bijgebouwen moeten op minimaal 5 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning worden gebouwd.
- h. Bedrijfsgebouwen moeten achter de achtergevel van de bedrijfswoning, indien aanwezig, worden gebouwd.
- i. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - komgebied' moet verder voldoen aan de regels als genoemd in de volgende tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 5 | 10 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen, anders dan voor volkstuinen | 4,5, maar ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondentrainingsveld': 4 | 11, maar ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondentrainingsveld': 4 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Volkstuinberging | - | 3 | 5 | - |
Centrale voorziening volkstuinencomplex | - | 4 | 25 | - |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevelbedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -palen: 6 -overige: 3 | - | - |
- j. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - uiterwaarden' moet verder voldoen aan de regels als genoemd in de volgende tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen, anders dan voor volkstuinen | 3 | 8, maar ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondentrainingsveld': 4 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Volkstuinberging | - | 3 | 5 | - |
Centrale voorziening volkstuinencomplex | - | 4 | 25 | - |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de bedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven': 12 -palen: 6 -overige: 3 (met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - lithse ham' 1 botenlift een maximale hoogte mag hebben van 10 meter) | - | - |
- k. De bebouwing binnen de zones 'overige zone - oeverwal', 'overige zone - dekzandrand' en 'overigezone - dekzandrug' moet verder voldoen aan de regels als genoemd in de volgende tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Bedrijfsgebouwen, anders dan voor volkstuinen | 3,5 | 10, maar ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondentrainingsveld': 4 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Volkstuinberging | - | 3 | 5 | - |
Centrale voorziening volkstuinencomplex | - | 4 | 40 | - |
Windwokkels | - | 12 | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de bedrijfswoning: 0 -achter de voorgevel van de bedrijfswoning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -palen: 6 -overige:3 | - | - |
- l. In afwijking van het bepaalde onder i, j, en k mogen de goot- en bouwhoogte van schuilhutten voor vissers als bedoeld in artikel 11.2 onder d niet meer bedragen dan 2,5 m.
- m. In afwijking van het bepaalde onder i, j, en k mogen de goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepskampeerterrein' niet meer bedragen dan 3 respectievelijk 4,5 m.
- n. In afwijking van het bepaalde onder i, j, en k zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watersportgerelateerd bedrijf' toegestaan:
- 1. één gebouw met een maximale goot- en bouwhoogte van 3 m en een maximale oppervlakte van 15 m2:
- 2. aanmeerpalen met een maximale hoogte van 9 m.
- o. In afwijking van het bepaalde onder i, j, en k is voor het doel volkstuin per individueel volkstuintje ten hoogste één berging toegestaan.
- p. In afwijking van het bepaalde onder i, j, en k is per aanduiding 'volkstuin', bij wijze van centrale voorziening, ten hoogste één gebouw toegestaan.
- q. In afwijking van het bepaalde onder i, j, en k zijn uitsluitend binnen de aanduiding 'recreatiewoning' maximaal 10 recreatiechalets toegestaan onder de volgende voorwaarden:
- 1. de maximale gezamenlijke oppervlakte bedraagt 250 m²;
- 2. de maximale oppervlakte per recretiechalet bedraagt maximaal 50 m² buitenwerks gemeten;
- 3. de goot- en nokhoogte van een recreatiechalet bedraagt maximaal 3 m respectievelijk 4,5 m.
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen voor bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn; - de afwijking wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 100 m² - het bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in bijlage 6 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebondenactiviteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 Bedrijvenlijst - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
11.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 12 Recreatie - Verblijfsrecreatie 1
12.1 Bestemmingsomschrijving
12.2 Bouwregels
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen, genoemd in artikel 12.1.
- b. Het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan één, dan wel het op de verbeelding aangegeven aantal, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet is toegestaan.
- c. Als er een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat buiten het bouwvlak uitsluitend erkers, balkons en luifels zijn toegestaan, mits de bouwgrens met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel.
- d. Voor de voorgevel van de bedrijfswoning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevel met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- e. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - komgebied' moet verder voldoen aan de regels in de volgende tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 | Bijzondere bepalingen |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 5 | 10 | - | 750 | - |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - | - |
Doel recreatiewoning: recreatiewoningen | 4 | 6 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheiden oppervlaktebedrijfsbebouwing | - | -per aanduiding 'recreatiewoning' is maximaal één recreatiewoning toegestaan; -de oppervlakte van een kelder mag niet meer dan 50% van de oppervlakte van een recreatiewoning bedragen. |
Doel recreatiewoning: vrijstaande berging | 2,5 | 2,5 | 6 | - | - |
Doel kampeerterrein: stacaravans | 2,5 | 3 | 70 per stacaravan | - | -de breedte van een stacaravan mag niet meer dan 4 m bedragen; -bij de oppervlakte van een stacaravan is de oppervlakte van een aangebouwde berging inbegrepen. |
Doel kampeerterrein: vrijstaande berging bij stacaravans | 2,5 | 2,5 | 6 | - | -de onderlinge afstand tussen vrijstaande bergingen mag niet minder dan 1 m bedragen. |
Doel kampeerterrein: trekkershutten | - | 3,5 | 25 per trekkershut | - | -bij een trekkershut zijn bergingen of bouwwerken die geen gebouw zijn niet toegestaan. |
Overige bedrijfsgebouwen, waaronder groepsaccommodaties | 6 | 10 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheiden oppervlaktebedrijfsbebouwing | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | 3 | - | - | - |
- f. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - uiterwaarden' moet verder voldoen aan de regels als genoemd in de volgende tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 | Bijzondere bepalingen |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 | - |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - | - |
Doel recreatiewoning: recreatiewoningen | 4 | 6 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheiden oppervlaktebedrijfsbebouwing | - | -per aanduiding 'recreatiewoning' is maximaal één recreatiewoning toegestaan; -de oppervlakte van een kelder mag niet meer dan 50% van de oppervlakte van een recreatiewoning bedragen. |
Doel recreatiewoning: vrijstaande berging | 2,5 | 2,5 | 6 | - | - |
Doel kampeerterrein: stacaravans | 2,5 | 3 | 70 per stacaravan | - | -de breedte van een stacaravan mag niet meer dan 4 m bedragen; -bij de oppervlakte van een stacaravan is de oppervlakte van een aangebouwde berging inbegrepen. |
Doel kampeerterrein: vrijstaande berging bij stacaravans | 2,5 | 2,5 | 6 | - | -de onderlinge afstand tussen vrijstaande bergingen mag niet minder dan 1 m bedragen. |
Doel kampeerterrein: trekkershutten | - | 3,5 | 25 per trekkershut | - | -bij een trekkershut zijn bergingen of bouwwerken die geen gebouw zijn niet toegestaan. |
Overige bedrijfsgebouwen, waaronder groepsaccommodaties | 6 | 10 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheiden oppervlaktebedrijfsbebouwing | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | 3 | - | - | - |
- g. De bebouwing binnen de zones 'overige zone - oeverwal', 'overige zone - dekzandrand' en 'overigezone - dekzandrug' moet verder voldoen aan de regels als genoemd in de volgende tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 | Bijzondere bepalingen |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 | - |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - | - |
Doel recreatiewoning: recreatiewoningen | 4 | 6 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheiden oppervlaktebedrijfsbebouwing | - | -per aanduiding 'recreatiewoning' is maximaal één recreatiewoning toegestaan; -de oppervlakte van een kelder mag niet meer dan 50% van de oppervlakte van een recreatiewoning bedragen. |
Doel recreatiewoning: vrijstaande berging | 2,5 | 2,5 | 6 | - | - |
Doel kampeerterrein: stacaravans | 2,5 | 3 | 70 per stacaravan | - | -de breedte van een stacaravan mag niet meer dan 4 m bedragen; -bij de oppervlakte van een stacaravan is de oppervlakte van een aangebouwde berging inbegrepen. |
Doel kampeerterrein: vrijstaande berging bij stacaravans | 2,5 | 2,5 | 6 | - | -de onderlinge afstand tussen vrijstaande bergingen mag niet minder dan 1 m bedragen. |
Doel kampeerterrein: trekkershutten | - | 3,5 | 25 per trekkershut | - | -bij een trekkershut zijn bergingen of bouwwerken die geen gebouw zijn niet toegestaan. |
Overige bedrijfsgebouwen, waaronder groepsaccommodaties | 3,5 | 10 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheiden oppervlaktebedrijfsbebouwing | - | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | 3 | - | - | - |
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen bij de bedrijfswoning of bedrijfsgebouwen (en derhalve niet bij recreatiewoningen) voor bewoning. | -het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg -op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn -de afwijking wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend -er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden -de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 100 m2 -het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimtere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw. |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in bijlage 6Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebondenactiviteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 Bedrijvenlijst - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
12.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 13 Recreatie - Verblijfsrecreatie 2
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
- b. centrale recreatieve voorzieningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend parkeren;
- d. ondergeschikte waterhuishoudkundige voorzieningen;
met bijbehorende voorzieningen, bijvoorbeeld in de vorm van speelvoorzieningen, sportvoorzieningen, een strand, een zonneweide, onbebouwde terreinen en andere dagrecreatieve voorzieningen die de verblijfsrecreatieve functie ondersteunen.
13.2 Bouwregels
13.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 14 Sport
14.1 Bestemmingsomschrijving
14.2 Bouwregels
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen, genoemd in artikel 14.1.
- b. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal één bedrijfswoning is toegestaan.
- c. Als er een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
- d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zijn gebouwen niet toegestaan.
- e. Voor de voorgevel van de woning mogen geen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevel met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- f. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - komgebied' moet verder voldoen aan de regels in onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 5 | 10 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Overige gebouwen | 4,5 | 11 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Erf- en terreinafscheidingen | - | Voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; voor het overige 2 | - | - |
Bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 15 -stapmolens: 2,5 -ballenvangers: 6 -overige: 2 | - | - |
- g. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - uiterwaarden' moet verder voldoen aan de regels in onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Overige gebouwen | 3 | 8 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Erf- en terreinafscheidingen | - | Voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; voor het overige 2 | - | - |
Bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 15 -stapmolens: 2,5 -ballenvangers: 6 -overige: 2 | - | - |
- h. De bebouwing binnen de zones 'overige zone - oeverwal', 'overige zone - dekzandrand' en 'overigezone - dekzandrug' moet verder voldoen aan de regels in onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor de woonfunctie | 3 | 8 | - | 750 |
Vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 3 | 5 | 100 | - |
Overige gebouwen | 3,5 | 10 | de oppervlakte die staat in bijlage 5 Aardbedrijvigheid enoppervlaktebedrijfsbebouwing; indien niet genoemd in deze bijlage: 0 | - |
Erf- en terreinafscheidingen | - | Voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; voor het overige 2 | - | - |
Bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten: 15 -stapmolens: 2,5 -ballenvangers: 6 -overige: 2 | - | - |
- i. In afwijking van het bepaalde onder f, g, en h mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'specifieke vorm van sport - gildeterrein' de hoogte van bouwwerken die geen gebouw zijn niet meer bedragen dan 20 m;
- 2. 'specifieke vorm van sport - duikvereniging' de maximale goot- en bouwhoogte van overige gebouwen 3 m respectievelijk 6 m bedragen;
- 3. 'sportveld' de maximale goot- en bouwhoogte van overige gebouwen niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m;
- 4. 'specifieke vorm van sport - rijvereniging' de maximale goot- en bouwhoogte van overige gebouwen niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 3 m;
- 5. 'specifieke vorm van sport - gildeterrein' de maximale goot- en bouwhoogte van overige gebouwen niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m;
- 6. 'specifieke vorm van sport - zeilvereniging' de maximale goot- en bouwhoogte van overige gebouwen niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m;
- 7. 'zend-/ontvangstinstallatie' de goot- en bouwhoogte van zendmasten niet meer bedragen dan 40 m;
- 8. 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' de goothoogte en bouwhoogte niet meer bedragen dan in die aanduiding is aangegeven.
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.4 Afwijking van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 13.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen voor bewoning | -het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg -op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn -de afwijkingwordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend -er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden -de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 100 m2 -het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimtere afstand van de woning een bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw. |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in bijlage 6 Lijst van rechtstreeks toelaatbareaan-huis-gebonden activiteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 Bedrijvenlijst - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
14.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 15 Verkeer
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden die mede gericht zijn op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
- f. terreinen voor markten, standplaatsen en evenementen;
- g. voorzieningen voor afvalinzameling, openbaar vervoer en zend- en ontvangstinstallaties;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, inclusief de doelen als bedoeld in artikel 18.1;
- i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug': een brug en de daaronder gelegen vaarweg;
- j. grondwaterbescherming en het beschermen van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen en met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van een figuur 'dwarsprofiel' de inrichting van deze gronden moet voldoen aan het betreffende dwarsprofiel;
- 2. in het doel 'vaarweg' de doelen zijn begrepen als bedoeld in artikel 19.
15.2 Bouwregels
15.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 16 Verkeer - Railverkeer
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. railverkeer, met dien verstande dat het aantal spoorbanen niet mag worden vergroot;
- b. spoorwegovergangen;
- c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug': een brug en de daaronder gelegen vaarweg;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, inclusief de doelen als bedoeld in artikel 18.1;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. horecavoorzieningen in de categorie horeca 3;
- g. groenvoorzieningen;
- h. grondwaterbescherming en de bescherming van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
met bijbehorende voorzieningen en met dien verstande dat in het doel 'vaarweg' de doelen zijn begrepen als bedoeld in artikel 19.
16.2 Bouwregels
16.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 17 Verkeer - Verblijf
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en woonstraten met niet meer dan twee rijstroken;
- b. erven, pleinen en paden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
- g. terrein voor markten, standplaatsen en evenementen;
- h. voorzieningen voor afvalinzameling, openbaar vervoer en zend- en ontvangstinstallaties;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug': een brug;
- k. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'religie': een kapelletje;
met bijbehorende voorzieningen.
17.2 Bouwregels
17.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 18 Water
18.1 Bestemmingsomschrijving
18.2 Bouwregels
18.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 19 Water - Vaarweg
19.1 Bestemmingsomschrijving
19.2 Bouwregels
19.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 20 Wonen
20.1 Bestemmingsomschrijving
20.2 Bouwregels
- a. Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen, genoemd in artikel 20.1.
- b. Ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - 1' en 'specifieke vorm van tuin - waarde openheid' zijn gebouwen niet toegestaan.
- c. Het aantal woningen bedraagt per bestemmingsvlak niet meer dan één, met dien verstande dat:
- 1. geen woning is toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen - de kouwe noord 1', 'specifieke vorm van wonen - lithoijense dijk 29', 'specifieke vorm van wonen - oijense benedendijk 58' en 'specifieke vorm van wonen - lithse dijk 57a';
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aantal woningen niet meer mag bedragen dan in die aanduiding is aangegeven.
- d. Ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' zijn uitsluitend halfvrijstaande woningen toegestaan.
- e. Ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' zijn uitsluitend tussenwoningen toegestaan.
- f. Als er een bouwvlak is aangegeven, mogen woningen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat buiten het bouwvlak uitsluitend erkers, balkons en luifels zijn toegestaan, mits de bouwgrens met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de betreffende gevel.
- g. Bestemmingsvlakken 'Wonen' die zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' worden tezamen aangemerkt als één bestemmingsvlak.
- h. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' mag alleen worden gebouwd als hiervoor een recht is aangekocht op grond van de regeling 'Ruimte voor ruimte' zoals vastgelegd in de provinciale 'Verordening ruimte Noord-Brabant'.
- i. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - ruimte voor ruimte' mag alleen worden gebouwd indien een bouwtitel is verkregen door middel van de aankoop van een ruimtevoorruimterecht bij de provinciale Noord-Brabantse 'Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte CV' dan wel voldaan wordt aan het provinciaal beleid met betrekking tot de regeling 'Ruimte voor ruimte' zoals vastgelegd in de provinciale 'Verordening ruimte Noord-Brabant'.
- j. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' mag de bestaande woning worden gesplitst als de splitsing voldoet aan de volgende voorwaarden:
- 1. de splitsing is (mede) gericht op het behoud of het herstel van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing;
- 2. de woningen hebben na splitsing elk een inhoud van ten minste 250 m3;;
- 3. de verschijningsvorm van het gebouw wordt niet wezenlijk aangetast;
- 4. het grondoppervlak wordt niet vergroot en de bestaande situering wordt niet gewijzigd;
- 5. het aantal woningen na splitsing bedraagt niet meer dan 2.
- k. Algehele herbouw van een woning mag, eventueel in afwijking van het bepaalde in artikel 36.4, uitsluitend plaatsvinden op de oorspronkelijke locatie binnen het bestemmingsvlak.
- l. Voor de voorgevel van de woning mogen geen aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevel met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
- m. De afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 3 m te bedragen, met dien verstande dat bij hoekwoningen het hoofdgebouw aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens moet worden geplaatst en dat bij tussenwoningen het hoofdgebouw aan beide zijden in de zijdelingse perceelsgrens moet worden geplaatst.
- n. Vrijstaande bijgebouwen moeten op minimaal 5 m achter de voorgevel van de woning worden gebouwd.
- o. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bergstraat 6b en 6c' mag alleen worden gebouwd als dit geen negatieve hydrologische gevolgen heeft voor de omliggende gronden.
- p. Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - dove gevel 1’ moet de zuidelijke gevel van gebouwen, inclusief kap, zijn uitgevoerd als een dove gevel.
- q. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel 2' moet de zuidelijke gevel van gebouwen vanaf een hoogte van 3,5 m zijn uitgevoerd als een dove gevel.
- r. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel 3' moet de noordelijke gevel van gebouwen met een woonfunctie zijn uitgevoerd als een dove gevel.
- s. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - komgebied' moet verder voldoen aan de regels in de volgende tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen | 5 | 10 | - | 600 |
Vrijstaande bijgebouwen | 3 | 5 | 100 | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de woning: 0 -achter de voorgevel van de woning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten voor paardenbakken: 4 -overige: 3 | - | - |
- t. De bebouwing binnen de zones 'overige zone - uiterwaarden', 'overige zone - oeverwal', 'overige zone- dekzandrand' en 'overige zone - dekzandrug' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen | 3 | 8 | - | 600 |
Vrijstaande bijgebouwen | 3 | 5 | 100 | - |
Erfafscheidingen | - | -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2; -voor het overige: 2 | - | - |
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn | - | 3 | -voor de voorgevel van de woning: 0 -achter de voorgevel van de woning: 30 | - |
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn | - | -lichtmasten voor paardenbakken: 4 -overige: 3 | - | - |
- u. In aanvulling op het bepaalde onder s en t:
- 1. mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 16' een paardenstal gerealiseerd worden met een maximale oppervlakte van 30 m2;
- 2. mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 17' één vrijstaand bijgebouw gerealiseerd worden met een maximale oppervlakte van 350 m2 en een maximale goot- en bouwhoogte van 5 respectievelijk 8 m.
- v. In afwijking van het bepaalde onder s en t mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 12' de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen niet meer bedragen dan 200 m2.
- w. In afwijking van het bepaalde onder s en t:
- 1. mogen de maximale goothoogte en bouwhoogte van een woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduiding is aangegeven;
- 2. geldt geen maximale inhoud van een woning als een bouwvlak voor die woning in het bestemmingsvlak is opgenomen;
- 3. mag, zo nodig in afwijking van het bepaalde onder 2, de maximale inhoud van een woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume (m3)' niet meer bedragen dan in die aanduiding is aangegeven;
- 4. mag de oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m²)' niet meer bedragen dan in die aanduiding is aangegeven;
- 5. mag de oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - oijense bovendijk 55' niet meer bedragen dan 100 m², vermeerderd met:
- 30 m² per stacaravan met vrijstaande badkamerunit
- 37 m² voor een centrale keukenvoorziening voor de stacaravans
- 6. mag het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' niet meer bedragen dan in die aanduidig is aangegeven, onverminderd het bepaalde in artikel 20.2 onder b;
- 7. is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 15' één vrijstaand(e) bijgebouw, overkapping of carport toegestaan met een maximale goot- en bouwhoogte van 3 m en een maximale oppervlakte van 30 m2;
- 8. is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 21' één vrijstaand bijgebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 30 m².
- x. In afwijking van het bepaalde onder s en t is/zijn ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'specifieke vorm van wonen - oijense benedendijk 58' gebouwen toegestaan, met een maximale totale oppervlakte van 100 m², een maximale goothoogte van 3 m en en maximale bouwhoogte van 6 m;
- 2. 'specifieke vorm van wonen - de kouwe noord 1' één gebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 245 m², een maximale goothoogte van 4 m en een maximale bouwhoogte van 6 m;
- 3. 'specifieke vorm van wonen - lithoijense dijk 29' één gebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 85 m², een maximale goothoogte van 3 m en een maximale bouwhoogte van 6 m;
- 4. 'specifieke vorm van wonen - lithse dijk 57a' één gebouw toegestaan mits:
- de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, in afwijking van het bepaalde onder n ten minste 1 m bedraagt;
- de oppervlakte niet meer bedraagt dan 48 m²;
- de goothoogte en bouwhoogte niet meer bedragen dan 2,80 m respectievelijk 3,40 m.
20.3 Afwijken van de bouwregels
20.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- d. de landschappelijke en natuurwaarden;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de woonsituatie;
en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:
Activiteit | Voorwaarden |
Het gebruik van bijgebouwen voor bewoning | - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg - op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn - de afwijking wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden - de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 100 m² - het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw |
Bedrijfsmatige opslag | - uitsluitend statische opslag/opslag van caravans is toegestaan - afwijking wordt uitsluitend verleend voor gebouwen voor opslagdoeleinden tot een maximum van 500 m² - alle gebouwen dienen te worden gesloopt, met uitzondering van de woning met aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, 100 m² vrijstaande bijgebouwen, cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en maximaal 500 m² bebouwing voor de opslagfunctie - de opslag dient te voldoen aan de eisen die daaraan uit hoofde van de wettelijke bepalingen inzake externe veiligheid worden gesteld - de opslag mag niet leiden tot een onevenredige vergroting van de lokale verkeersdruk - bedrijfsmatige activiteiten verband houdend met de opslag zijn niet toegestaan - buitenopslag is niet toegestaan - het gebouw waar de opslag plaatsvindt, dient landschappelijk te worden ingepast - er zijn geen milieuhygiënische bezwaren |
Kleinschalige recreatieve nevenactiviteiten | - het betreft uitsluitend kleinschalige activiteiten die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals het bieden van overnachtingsaccommodatie voor kortdurend toeristisch verblijf voor maximaal 10 personen in maximaal 5 slaapkamers, een theeterras, een minicamping tot maximaal 5 plaatsen, overnachten in een mobiele vakantiewagen ('Pipowagen') en een recreatiewoning voor maximaal 10 personen - buitenopslag is niet toegestaan - er is geen sprake van onevenredige verkeersaantrekkende werking - het parkeren dient op eigen terrein binnen het bestemmingsvlak 'Wonen' plaats te vinden - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren - de nevenactiviteit wordt landschappelijk ingepast - het betreft uitsluitend gronden die niet zijn aangeduid als 'overige zone - primairagrarisch gebied' - het betreft geen activiteiten die vergunningsplichtig zijn op grond van de Drank- en Horecawet |
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in bijlage 6 Lijstvan rechtstreeks toelaatbareaan-huis-gebonden activiteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte - het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van 4 Bedrijvenlijst - de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben - de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten' |
Het toestaan van groepsmatige activiteiten | - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd - de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m² - de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving - een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte |
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit | - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse - de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering |
De huisvesting van meer dan één huishouden in een vrijstaande woning | -er worden niet meer dan 8 personen in één woning gehuisvest -er is maximaal één slaapplaats per persoon aanwezig -de grootte van de woning is geschikt. Dit is het geval als er ten minste 12 m² gebruiksoppervlakte per persoon aanwezig is -er kan worden voldaan aan de geldende gemeentelijke parkeernormen -de privacy van aangrenzende percelen mag niet onevenredig worden aangetast |
20.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 21 Wonen - Woonwagenstandplaats
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het innemen van een standplaats met een woonwagen;
- b. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen;
met bijbehorende voorzieningen.
21.2 Bouwregels
21.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 22 Leiding - Gas
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een ondergrondse leiding voor het transport van gas ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas' met de daarbij behorende belemmeringenstrook, met bijbehorende voorzieningen.
22.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. Zonodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald over het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen, behoudens het bepaalde onder b, op en/of in deze gronden uitsluitend bouwwerken die geen gebouw zijn, worden opgericht voor de in artikel 22.1 genoemde doelen met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, als het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
22.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 22.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
22.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 23 Leiding - Hoogspanningsverbinding
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van bovengrondse hoogspanningsleidingen, met bijbehorende voorzieningen.
23.2 Bouwregels
Zo nodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald over het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden mogen op of in deze bestemming uitsluitend hoogspanningsmasten en andere bouwwerken die geen gebouw zijn ten dienste van bovengrondse hoogspanningsleidingen worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 65 m.
23.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 23.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
23.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 24 Leiding - Riool
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse riooltransportleidingen, met bijbehorende voorzieningen.
24.2 Bouwregels
Zo nodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald over het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken worden opgericht tot een bouwhoogte van 3 m voor ondergrondse riooltransportleidingen.
24.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 24.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
24.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 25 Leiding - Water
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse watertransportleidingen, met bijbehorende voorzieningen.
25.2 Bouwregels
Zo nodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald over het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken worden opgericht tot een bouwhoogte van 3 m voor ondergrondse watertransportleidingen.
25.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 25.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
25.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 26 Waarde - Archeologie Monument
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie Monument' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aangetroffen en aanwezige archeologische waarden.
26.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
26.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 27 Waarde - Archeologie Historische Kern
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie historische kern' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
27.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
27.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 28 Waarde - Archeologie Verwachtingswaarde Hoog
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
28.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
28.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 29 Waarde - Archeologie Verwachtingswaarde Middelhoog
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde middelhoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
29.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
29.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 30 Waarde - Landschap
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van terpen.
30.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
30.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 31 Waterstaat - Stroomvoerend Rivierbed
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor uiterwaarden van de rivier en voor de berging, afvoer en doorstroming van water, met bijbehorende voorzieningen.
31.2 Bouwregels
Zo nodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald over het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op en/of in deze gronden uitsluitend bouwwerken die geen gebouw zijn met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m worden opgericht voor uiterwaarden van de rivier en voor de berging, afvoer en doorstroming van water, met bijbehorende voorzieningen.
31.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 31.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als de belangen van berging, afvoer en doorstroming van water niet worden geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken water- of rivierbeheerder.
31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
31.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 32 Waterstaat - Waterbergend Rivierbed
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor uiterwaarden van de rivier en voor de berging van water, met bijbehorende voorzieningen.
32.2 Bouwregels
Zo nodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald over het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op en/of in deze gronden uitsluitend bouwwerken die geen gebouw zijn met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m worden opgericht voor uiterwaarden van de rivier en voor de berging van water, met bijbehorende voorzieningen.
32.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 32.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als de belangen van berging van water niet worden geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken water- of rivierbeheerder.
32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
32.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Artikel 33 Waterstaat - Waterkering
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. voorzieningen voor de directe en indirecte kering van het water;
- b. aanleg, instandhouding en/of bescherming van waterkeringen;
- c. bestaande verhardingen;
- d. groenvoorzieningen,
met bijbehorende voorzieningen.
33.2 Bouwregels
Zo nodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald over het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op en/of in deze gronden uitsluitend bouwwerk die geen gebouw zijn, worden opgericht voor het beheer en het onderhoud van de waterkering met een bouwhoogte van ten hoogste 4 m.
33.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 33.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als de belangen van de waterkering niet worden geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de waterkering.
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden
33.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan
Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.
- Direct naar 'Inleidende regels'
- Direct naar 'Bestemmingsregels'
- Direct naar 'Algemene regels'
- Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
- Direct naar 'Bijlagen bij de regels'
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 34 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 35 Landschappelijke Tegenprestatie
35.1 Tegenprestatieplicht
- a. De ontwikkelingen als bedoeld in artikel 35.2 die worden gerealiseerd op basis van dit bestemmingsplan met toepassing van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan dan wel met toepassing van een wijzigingsregeling moeten gepaard gaan met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuur.
- b. Deze fysieke verbetering dient duurzaam in stand te worden gehouden.
- c. Als de vereiste fysieke verbetering niet kan worden gerealiseerd, dient deze te worden uitgevoerd als een financiële storting in een gemeentelijk fonds voor financiering van landschappelijke projecten.
- d. De omvang van de tegenprestatie is afhankelijk van de omvang van de ruimtelijke ontwikkeling en moet in een redelijke verhouding hiertoe staan.
35.2 Tegenprestatieplichtige ontwikkelingen
De ontwikkelingen als bedoeld in artikel 35.1 onder a zijn:
- a. het vergroten van een agrarisch bouwvlak tot een omvang van meer dan 1,5 ha
- b. het omschakelen met toepassing van de artikelen 40.7 en 40.8
- c. het vergroten van de oppervlakte bedrijfsgebouwen met toepassing van de artikelen 5.3.1 onder b, 7.3.1 onder b, 8.3.1 onder a, 11.3.1 onder a, 12.3.1 onder a en 14.3.1 onder a
- d. het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen bij woningen met toepassing van artikel 20.3.1 onder c
- e. het vergroten van de inhoud van woningen tot een inhoud van 1.000 m3 met toepassing van artikel 3.4, artikel 5.3.1 onder d, artikel 7.3.1 onder d, artikel 8.3.1 onder c, artikel 11.3.1 onder d, artikel 12.3.1 onder c, artikel 14.3.1 onder d of artikel 20.3.1 onder d
- f. de ontwikkelingen als bedoeld in de artikelen 38.124, 38.125, 38.127, 38.128, 38.129, 38.130 en 38.131
- g. het realiseren van telecommunicatiemasten met toepassing van artikel 40.10
Artikel 36 Algemene Bouwregels
36.1 Afwijkende bebouwing
Als de bestaande bebouwing afwijkt van hetgeen elders in deze regels is toegestaan, dienen in afwijking van die regels, de bestaande afwijkingen voor wat betreft:
- a. goothoogte
- b. bouwhoogte
- c. oppervlakte
- d. inhoud
- e. afstand tot de as van de weg
- f. afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
- g. situering ten opzichte van andere bebouwing
ter plaatse van de afwijking als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, mits deze afwijkende maatvoering op legale wijze tot stand is gekomen.
36.2 Parkeervoorzieningen
36.3 Ondergronds bouwen
36.4 Afstand van bouwwerken tot de weg
De afstand van bouwwerken tot de as van de weg dient ten minste 20 m te bedragen. In aanvulling hierop bedraagt geldt voor rijksweg A50 een afstand van 30 m uit de rand van de weg voor (beperkt) kwetsbare objecten. Het hiervóór bepaalde geldt niet voor bouwwerken die worden opgericht binnen bouwvlakken binnen de bestemming 'Wonen'.
Artikel 37 Algemene Gebruiksregels
37.1 Verboden gebruik
- a. Onder het gebruiken van gronden, bouwwerken of onderkomens in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder begrepen het doen en/of laten gebruiken:
- 1. als stort- en/of opslagplaats
- 2. voor buitenopslag
- 3. voor (detail)handel
- 4. voor bedrijfsdoeleinden
- 5. voor een kleinschalig kampeerterrein, groepskampeerterrein en/of natuurkampeerterrein
- 6. voor motor-, water- en modelvliegtuigsport en andere vormen van lawaaisport
- 7. voor een seksinrichting en/of escortbedrijf
- 8. voor bewoning
- 9. als ligplaats voor woonschepen of woonarken
- 10. voor het aanleggen en vergroten van oppervlakteverhardingen (inclusief het verharden en halfverharden van wegen en paden) en het aanleggen van teeltondersteunende voorzieningen binnen de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur' en 'Natuur'
- 11. als vis- of viskweekvijver binnen de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Landschap' en 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur'
- b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing als de bestemmingsomschrijving (inclusief detaillering) in de overige planregels het betreffende gebruik expliciet toestaat.
37.2 Afwijken van inrichtingsplannen
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 38.1 tot en met 38.101 voor het anders uitvoeren van een inrichtingsplan mits die andere uitvoering vanuit het oogpunt van landschappelijke inpassing en/of compensatie en/of ruimtelijke kwaliteit minimaal gelijkwaardig is aan het oorspronkelijke inrichtingsplan, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.
Artikel 38 Algemene Aanduidingsregels
38.1 overige zone - inrichtingsplan 1
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 1' (Weisestraat 35 in Lithoijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 11, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 11 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 11 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.2 overige zone - inrichtingsplan 2
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 2' (Beatrixweg 9-11 in Lithoijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 12, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 12 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.3 overige zone - inrichtingsplan 3
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 3' (Hoogveldsestraat 11 in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 13, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 13, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 13 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.4 overige zone - inrichtingsplan 4
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 4' (Hoefstraat 1 in Teeffelen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 14, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 14, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 14 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.5 overige zone - inrichtingsplan 5
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 5' (Kesselse Dijk 16 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 15, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 15, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 15 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.6 overige zone - inrichtingsplan 6
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 6' (Kesselse Dijk 15 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 16, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 16 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.7 overige zone - inrichtingsplan 7
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 7' (Deelenweg 1 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 17, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 17, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 17 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.8 overige zone - inrichtingsplan 8
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 8' (Paalderweg 5 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 18, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 18, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 18 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.9 overige zone - inrichtingsplan 9
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 9' (Grotestraat 8 in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 19, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 19 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.10 overige zone - inrichtingsplan 10
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 10' (Hertog Janstraat 53 in Lith) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 20, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 20, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 20 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.11 overige zone - inrichtingsplan 11
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 11' (Kesselseweg 9a-11 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 21, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 21, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 21 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.12 overige zone - inrichtingsplan 12
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 12' (Parallelstraat 2 in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 22, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 22, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 22 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.13 overige zone - inrichtingsplan 13
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 13' (Oijense Bovendijk 55 in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 23, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 23, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 23 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.14 overige zone - inrichtingsplan 14
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 14' (Pastoor Feletstraat 40 in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 24, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 24, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 24 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.15 overige zone - inrichtingsplan 15
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 15' (Peperstraat ong. in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 25, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 25, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 25 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.16 overige zone - inrichtingsplan 16
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 16' (Lutterweg 11 in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 26, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 26, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 26 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.17 overige zone - inrichtingsplan 17
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 17' (Batterijstraat 25 in Lithoijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 27, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 27, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 27 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.18 overige zone - inrichtingsplan 18
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 18' (Molenstraat 56 in Lith) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 28, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 28, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 28 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.19 overige zone - inrichtingsplan 19
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 19' (Bernhardweg 31b in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 29, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 29 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.20 overige zone - inrichtingsplan 20
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 20' (Tiendweg 5 in Lithoijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 30, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 30 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.21 overige zone - inrichtingsplan 21
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 21' (Batterijstraat 23a in Lithoijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 31, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 31, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 31 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.22 overige zone - inrichtingsplan 22
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 22' (Meester van Coothstraat 46 in Lith) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 32, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 32, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 32 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.23 overige zone - inrichtingsplan 23
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 23' (Kesselseweg 16 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 33, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 33, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 33 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.24 overige zone - inrichtingsplan 24
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 24' (Kesselseweg 12 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 34, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 34, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 34 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.25 overige zone - inrichtingsplan 25
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 25' (Beatrixweg 2 in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 35, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 35, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 35 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.26 overige zone - inrichtingsplan 26
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 26' (Meester van Coothstraat 54 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 36, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 36 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.27 overige zone - inrichtingsplan 27
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 27' (Kesselseweg 7 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 37, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 37, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 37 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.28 overige zone - inrichtingsplan 28
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 28' (Gewandeweg 2-4 in Lith) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 38, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 38, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 38 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting.
38.29 overige zone - inrichtingsplan 29
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 29' (Oijenseweg 284-286 in Oss) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 39, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 39, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 39 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.30 overige zone - inrichtingsplan 30
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 30' (Broekstraat 7 in Geffen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 40, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 40, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 40 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.31 overige zone - inrichtingsplan 31
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 31' (Deursenseweg 1 in Berghem) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 41, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 41, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 41 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.32 overige zone - inrichtingsplan 32
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 32' (Erfdijk 6 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 42, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 42, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 42 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.33 overige zone - inrichtingsplan 33
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 33' (Heuvelstraat 7 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 43, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 43, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 43 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.34 overige zone - inrichtingsplan 34
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 34' (Hamelspoelweg 12 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 44, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 44, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 44 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.35 overige zone - inrichtingsplan 35
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 35' (Weisestraat 33 in Lithoijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 45, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 45, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 45 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.36 overige zone - inrichtingsplan 36
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 36' (De Rand ong. in Deursen-Dennenburg) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 46 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 46 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 46 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.37 overige zone - inrichtingsplan 37
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 37' (Rijnstraat 14-18 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 47, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 47, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 47 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.38 overige zone - inrichtingsplan 38
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - inrichtingsplan 38' (Ossestraat 6 in Macharen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 48, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 48, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 48 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.39 overige zone - inrichtingsplan 39
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 39' (Vlierstraat 2b in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 49, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 49, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 49 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.40 overige zone - inrichtingsplan 40
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 40' (Erfdijk 1 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 50, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 50, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 50 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.41 overige zone - inrichtingsplan 41
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 41' (Ossestraat 11 in Macharen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 51, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 51, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 51 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.42 overige zone - inrichtingsplan 42
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 42' (Broekstraat 11 in Berghem) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 52, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 52, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 52 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.43 overige zone - inrichtingsplan 43
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 43' (Nieuwe Hescheweg 286-290 in Oss) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 53, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 53, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 53 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.44 overige zone - inrichtingsplan 44
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 44' (Beemdenweg 2 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 54, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 54, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 54 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.45 overige zone - inrichtingsplan 45
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 45' (Hoolbeemdweg 52 in Oss) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 55, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 55, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 55 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.46 overige zone - inrichtingsplan 46
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 46' (Broekstraat 12 in Geffen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 56, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 56, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 56 onderdeel uitmaakt van deze regels.
38.47 overige zone - inrichtingsplan 47
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 47' (Kruiskampweg 26 in Geffen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 57, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 57, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 57 onderdeel uitmaakt van deze regel, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.48 overige zone - inrichtingsplan 48
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 48' (Kruizenbeemdweg 8 in Geffen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 58, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 58, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 58 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.49 overige zone - inrichtingsplan 49
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 49' (Oijense Bovendijk 61 in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 59, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 59 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 59 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.50 overige zone - inrichtingsplan 50
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 50' (Hoefstraat 15 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 60, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 60 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.51 overige zone - inrichtingsplan 51
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 51' (Oude Molenweg 7 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 61, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 61 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van de herziening van het bestemmingsplan.
38.52 overige zone - inrichtingsplan 52
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 52' (Vorstweg 1 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 62, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 62 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 62 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.53 overige zone - inrichtingsplan 53
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 53' (Sassenstraat 28 in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 63, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 63 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 63 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van de herziening van het bestemmingsplan.
38.54 overige zone - inrichtingsplan 54
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 54' (Bendelaar 1 in Deursen-Dennenburg) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 64.
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 64.
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 64 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.55 overige zone - inrichtingsplan 55
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 55' (Koningsweg 2 in Oss) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 65, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 65 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 59 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.56 overige zone - inrichtingsplan 56
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 56' (Elleboogstraat 1 in Deursen-Dennenburg) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 66;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 66;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 66 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.57 overige zone - inrichtingsplan 57
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 57' (Spitsbergerweg 3 in Oss) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 67, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 67 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 67 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.58 overige zone - inrichtingsplan 58
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 58' (Lutterweg 4a in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 68, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 68 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 68 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.59 overige zone - inrichtingsplan 59
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 59' (Mikkeldonkweg 12 in Oss) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 69, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 69 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 69 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.60 overige zone - inrichtingsplan 60
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 60' (Hoolbeemdweg 51 in Oss) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 70, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 70 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 70 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.61 overige zone - inrichtingsplan 61
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 61' (Berghemseweg 15 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 71, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 71 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.62 overige zone - inrichtingsplan 62
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 62' (Spitsbergerweg 23 in Oss) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 72, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 72 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.63 overige zone - inrichtingsplan 63
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding ' overige zone -inrichtingsplan 63' (Oude Molenweg 31 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 73, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 73 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.64 overige zone - inrichtingsplan 64
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 64' (Lutterstraat 6 in Lithoijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 74, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 74 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 74 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.65 overige zone - inrichtingsplan 65
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 65' (Koolwijksestraat 18 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 75, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 75 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.66 overige zone - inrichtingsplan 66
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 66' (Bergstraat 2 in Geffen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 76;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 76;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 76 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.67 overige zone - inrichtingsplan 67
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 67' (Valkseweg 27 in Lithoijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 77;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 77;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 77 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.68 overige zone - inrichtingsplan 68
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 68' (Oude Baan 10 in Geffen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 78, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 78 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. er mag alleen worden gebouwd indien is zekergesteld dat de bebouwing, zoals weergegeven in bijlage 78, aangegeven als 'sanering woningen, open plekken in het bos', op de tekening 'inrichtingsplan' op pagina 7, wordt gesloopt;
- d. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 78 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.69 overige zone - inrichtingsplan 69
38.70 overige zone - inrichtingsplan 70
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 70' (Berghemseweg 18 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 80, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 80 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 80 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.71 overige zone - inrichtingsplan 71
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 71' (Luistenstraat 6 in Haren) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 81, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 81 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 81 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.72 overige zone - inrichtingsplan 72
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 72' (Langendonkweg 11-15 in Oss) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 82, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 82 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 82 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.73 overige zone - inrichtingsplan 73
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 73' (Ossestraat 13-15 in Macharen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 83, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 83 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 83 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.74 overige zone - inrichtingsplan 74
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 74' (Oude Molenweg 5 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 84;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 84;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 84 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.75 overige zone - inrichtingsplan 75
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 75' (Kraaijeven 2a in Geffen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 85, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 85 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 85 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden en met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.76 overige zone - inrichtingsplan 76
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 76' (Rulstraat 5 in Megen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 86, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 86 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 86 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden en met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.77 overige zone - inrichtingsplan 77
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 77' (Dorpenweg 2 in Macharen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 87, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 87 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 87 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden en met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.78 overige zone - inrichtingsplan 78
n aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 78' (Brandstraat 28 in Oss) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 88, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 88 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden en met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.79 overige zone - inrichtingsplan 79
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 79' (Mergental 1 in Herpen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 89, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 89 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 89 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.80 overige zone - inrichtingsplan 80
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 80' (Herstraat 5 in Megen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 90, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 90 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.81 overige zone - inrichtingsplan 81
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 81' (Heistraat 10 in Berghem) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 91, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken met uitzondering van lichtmasten geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 91 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken met uitzondering van lichtmasten geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 91 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken met uitzondering van lichtmasten geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.82 overige zone - inrichtingsplan 82
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 82' (Waatselaarstraat 3 in Berghem) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 92, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 92 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 92 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.83 overige zone - inrichtingsplan 83
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 83' (Parallelstraat 1 in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 93;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 93;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 93 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.84 overige zone - inrichtingsplan 84
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 84' (Eindstraat 18 in Haren) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 94, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 94 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.85 overige zone - inrichtingsplan 85
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 85' (Langestraat 14 in Dieden) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 95, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 95 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 95 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod voor de parkeerplaatsen uitsluitend geldt vanaf 4 maanden, en voor het overige 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.86 overige zone - inrichtingsplan 86
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 86' (Maasdijk 11 in Neerloon) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 96, met dien verstande dat er uitsluitend sprake mag zijn van een ruimtelijk-functionele eenheid in de vorm een landgoed;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 96;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 96 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.87 overige zone - inrichtingsplan 87
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 87' (Platerstraat 5 in Lith) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 97, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 97 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.88 overige zone - inrichtingsplan 88
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 88' (Dorpenweg ongenummerd in Deursen-Dennenburg) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 98, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 98 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.89 overige zone - inrichtingsplan 89
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 89' (Sassendreef 12a in Geffen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 99, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 99 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 99 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.90 overige zone - inrichtingsplan 90
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 90' (Hoogveldsestraat 5 in Oijen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 100, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 100 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 100 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.91 overige zone - inrichtingsplan 91
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 91' (Kesselsegraaf 12 in Lith) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 101, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 101 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 101 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.92 overige zone - inrichtingsplan 92
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 92' (Kesselse Dijk 7 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 102, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 102 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting.
38.93 overige zone - inrichtingsplan 93
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 93' (Kesselse Dijk 28 in Maren-Kessel) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 103, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 103 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.94 overige zone - inrichtingsplan 94
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 94' (Houtweg 1 in Macharen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 104, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 104 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.95 overige zone - inrichtingsplan 95
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 95' (Runselstraat 5 in Berghem) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 105, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 105 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.96 overige zone - inrichtingsplan 96
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 96' (Elst 12 in Geffen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 106, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 106 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 106 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.97 overige zone - inrichtingsplan 97
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 97' (Waterstraat 3 in Berghem) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 107, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 107 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.98 overige zone - inrichtingsplan 98
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 98' (Oude Baan 8 en 8a in Geffen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 108, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 108 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 108 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
38.99 overige zone - inrichtingsplan 99
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 99' (Noordstraat 1 in Oss) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 109, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 109 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 109 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.100 overige zone - inrichtingsplan 100
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 100' (Vreestraat 12 in Geffen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 110, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform bijlage 110 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
- c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 110 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.101 overige zone - inrichtingsplan 101
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -inrichtingsplan 101' (Rulstraat 3 in Megen) het volgende:
- a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform bijlage 111, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
- b. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als bijlage 111 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan voor deze gronden.
38.102 overige zone - kooicirkel
Binnen deze zone zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud en het herstel van de cultuurhistorische waarde van een eendenkooicirkel.
38.103 overige zone - uiterwaarden
38.104 overige zone - oeverwal
38.105 overige zone - komgebied
38.106 overige zone - dekzandrand
38.107 overige zone - dekzandrug
38.108 overige zone - bebouwingsconcentratie
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
38.109 overige zone - gemengd landelijk gebied
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
38.110 overige zone - overig agrarisch gebied
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
38.111 overige zone - primair agrarisch gebied
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
38.112 overige zone - stads- en dorpsranden
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
38.113 overige zone - beperking veehouderij
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
38.114 overige zone - groenblauwe mantel
Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.
38.115 geluidzone - industrie
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn mede bestemd voor geluidszone vanwege het geluidsgezoneerde industrieterrein Vorstengrafdonk. Deze zone is de aanwijzing volgens de Wet geluidhinder van het gebied rond dat terrein, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen, zo nodig in afwijking van de overige regels, geen nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige objecten worden opgericht of geluidsgevoelige terreinen worden aangelegd of ingericht als bedoeld in de Wet geluidhinder, tenzij aangetoond is dat de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting vanwege industrielawaai ingevolge de Wet geluidhinder niet wordt overschreden dan wel op grond van die wet een hogere waarde vanwege industrielawaai is vastgesteld, en gebouwd wordt met inachtneming van die hogere waarde.
38.116 geluidzone - motorcrossterrein
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - motorcrossterrein' zijn mede bestemd voor geluidszone vanwege het geluidsgezoneerde motorcrossterrein Nieuw-Zevenbergen. Deze zone is de aanwijzing volgens de Wet geluidhinder van het gebied rond dat terrein, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - motorcrossterrein' mogen, zo nodig in afwijking van de overige regels, geen nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige objecten worden opgericht of geluidsgevoelige terreinen worden aangelegd of ingericht als bedoeld in de Wet geluidhinder, tenzij aangetoond is dat de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting vanwege industrielawaai ingevolge de Wet geluidhinder niet wordt overschreden dan wel op grond van die wet een hogere waarde vanwege industrielawaai is vastgesteld, en gebouwd wordt met inachtneming van die hogere waarde.
38.117 vrijwaringszone - buisleidingenstraat
38.118 vrijwaringszone - dijk
38.119 vrijwaringszone - molenbiotoop
38.120 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
38.121 milieuzone - waterwingebied
38.122 wetgevingzone - wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming 'Natuur', mits sprake is van vrijwilligheid van de grondeigenaren en agrarische belangen niet onevenredig worden geschaad.
38.123 wetgevingzone - wijzigingsgebied 2
38.124 wetgevingzone - wijzigingsgebied 3
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' dan wel binnen de bestemming 'Wonen' een (andere) aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' op te nemen dan wel een bestemmingsvlak 'Wonen' te splitsen in meerdere bestemmingsvlakken 'Wonen' voor de realisering van nieuwe woningen met erf en tuin, anders dan als omzetting van een bedrijfswoning in een burgerwoning, mits:
- a. de wijziging betrekking heeft op gronden binnen de bestemmingen 'Agrarisch met waarden -Landschap', 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur', 'Wonen' of 'Bedrijf';
- b. de eventueel voorkomende agrarische of andere (bedrijfs)activiteiten blijvend worden gestaakt;
- c. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
- d. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- e. het aantal te realiseren woningen en/of de economische opbrengst van de woningbouw in een redelijke verhouding staat tot de waarde van het te saneren (agrarische) bedrijf en/of een eventuele landschappelijke en/of cultuurhistorische tegenprestatie, daaronder begrepen natuurontwikkeling; hierbij geldt dat de hoogte van deze tegenprestatie per woning minimaal gelijk moet zijn aan de waarde van een ruimte-voor-ruimterecht;
- f. er geen sprake is van een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in de Verordening ruimte Noord-Brabant;
- g. het bestemmingsvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
- h. de inhoud van de woningen niet meer bedraagt dan 750 m3;
- i. voor het overige voor de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de daarvoor opgenomen afwijkingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen;
- j. de toename van het aantal woningen in overeenstemming is met het gemeentelijke woonbeleid;
- k. de stedenbouwkundige/architectonische inpasbaarheid is aangetoond en er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een inrichtingsplan.
38.125 wetgevingzone - wijzigingsgebied 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor de realisering van maximaal twee woningen met erf en tuin, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren;
- b. er geen sprake is van een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in de Verordening ruimte Noord-Brabant;
- c. het aantal te realiseren woningen en/of de economische opbrengst van de woningbouw staat in een redelijke verhouding tot de waarde van een landschappelijke en/of cultuurhistorische tegenprestatie, daaronder begrepen natuurontwikkeling; hierbij geldt dat de hoogte van deze tegenprestatie per woning minimaal gelijk moet zijn aan de waarde van een ruimte-voor-ruimterecht;
- d. de stedenbouwkundige inpasbaarheid van de woningen is aangetoond;
- e. de goothoogte en de bouwhoogte van de nieuwe woning(en) bedragen niet meer dan 3 m respectievelijk 10 m;
- f. voor het overige wordt voor de bouw- en gebruiksregels aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat toegestane afwijkingen van de bouwregels rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen.
38.126 wetgevingzone - wijzigingsgebied 5
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' te wijzigen in de bestemming 'Natuur' en de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' voor de realisering van natuur of agrarisch gebruik, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. de oppervlakte van de bestemming 'Natuur' vermindert door toepassing van de wijziging niet;
- b. de feitelijke aanleg en instandhouding op langere termijn van de nieuwe natuur dient voldoende gewaarborgd te zijn;
- c. er is sprake van vrijwilligheid van de grondeigenaren.
38.127 wetgevingzone - wijzigingsgebied 6
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 6' te wijzigen in de bestemming 'Recreatie -Verblijfsrecreatie 1' voor de realisering van maximaal zes recreatiechalets zonder centrale recreatieve voorzieningen dan wel één groepsaccommodatie zonder centrale recreatieve voorzieningen alsmede voor de omzetting van de bestaande burgerwoning in een bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren;
- b. de stedenbouwkundige en landschappelijke inpasbaarheid van de recreatiechalets dan wel groepsaccommodatie is aangetoond;
- c. de totale oppervlakte van de recreatiechalets bedraagt niet meer dan 270 m²;
- d. de goothoogte van de recreatiechalets bedraagt niet meer dan 3 m;
- e. de bouwhoogte van de recreatiechalets bedraagt niet meer dan 4,5 m;
- f. de totale oppervlakte van de groepsaccommodatie bedraagt niet meer dan 300 m²;
- g. de goothoogte van de groepsaccommodatie bedraagt niet meer dan 3 m;
- h. de bouwhoogte van de groepsaccommodatie bedraagt niet meer dan 8 m;
- i. de bouwregels voor de bedrijfswoning sluiten aan bij de bestaande situatie;
- j. uitsluitend voor bouwwerken die geen gebouw zijn, gelden de bouwregels ingevolge de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1';
- k. er dient sprake te zijn van een bedrijfsmatig en centraal beheer van de recreatiewoningen.
38.128 wetgevingzone - wijzigingsgebied 7
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 7' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor de bouw van woningen met erf en tuin, onder de volgende voorwaarden:
- a. per wijzigingsgebied mag maximaal 1 woning worden gebouwd;
- b. de woning moet een grondgebonden woning zijn;
- c. de goothoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 4,5 m;
- d. de bouwhoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 9 m;
- e. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 1.500 m3;
- f. de oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 200 m2;
- g. er mag geen geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen;
- h. de toename van het aantal woningen is in overeenstemming met het gemeentelijke woonbeleid;
- i. de te realiseren woning en/of de economische opbrengst van de woningbouw staat in een redelijke verhouding staat tot de waarde van een landschappelijke en/of cultuurhistorische tegenprestatie, daaronder begrepen natuurontwikkeling; hierbij geldt dat de hoogte van deze tegenprestatie minimaal gelijk moet zijn aan de waarde van een ruimte-voor-ruimterecht;
- j. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een inrichtingsplan;
- k. de wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied, dan wel is een passende financiële bijdrage in een landschapsfonds verzekerd.
38.129 wetgevingzone - wijzigingsgebied 8
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 8' te wijzigen in de bestemming 'Natuur' en in de bestemming 'Wonen' voor het toevoegen van één woning met tuin en erf en een ontsluiting, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de gronden mogen maximaal voor 1/3 voor de bestemming 'Wonen' en minimaal 1/3 voor de bestemming 'Natuur' worden aangewezen, waarbij 1/3 van de gronden de bestemming 'Agrarischmet waarden - Landschap' dient te behouden; hierbij geldt dat de hoogte van deze tegenprestatie minimaal gelijk moet zijn aan de waarde van een ruimte-voor-ruimterecht;
- b. de woning heeft een maximale inhoud van 1.500 m3;
- c. de goothoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m;
- d. de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 10 m;
- e. er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren;
- f. de in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast, in welk kader in elk geval een natuuronderzoek dient te worden uitgevoerd waaruit blijkt dat kan worden voldaan aan het bepaalde in de Wet natuurbescherming;
- g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing mogen niet onevenredig worden aangetast;
- h. er wordt voorzien in maximaal één ontsluiting op de bestaande wegenstructuur.
38.130 wetgevingzone - wijzigingsgebied 9
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 9' te wijzigen in de bestemming 'Recreatie -Verblijfsrecreatie 1', uitsluitend voor het uitbreiden van de bestaande naastgelegen groepsaccommodatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en dat er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- b. aangetoond is dat de landschappelijke inpassing op zorgvuldige wijze plaatsvindt.
38.131 wetgevingzone - wijzigingsgebied 10
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 10' te wijzigen in de bestemming 'Horeca' voor horeca van categorie 1, 2, 3 of 4 onder de volgende voorwaarden:
- a. de bestaande woonboerderij mag worden hergebruikt voor kleinschalige horeca;
- b. de oppervlakte van de bebouwing mag niet worden vergroot;
- c. er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen;
- d. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een inrichtingsplan;
- e. de wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied.
38.132 wetgevingzone - wijzigingsgebied 11
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 11' te wijzigen in die zin dat de aanduidingen 'milieuzone – waterwingebied' en 'milieuzone – waterbeschermingsgebied' worden verwijderd, en ook de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – drinkwatervoorziening' voor zover deze gelegen is binnen de bestemming 'Natuur', mits de functie van drinkwatervoorziening ter plaatse is verwijderd en provinciaal beleid dit toestaat.
Artikel 39 Afwijken Van De Bouwregels Algemeen
39.1 Afwijkingen
Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de ruimtelijke kwaliteit
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden
- c. het straat- en/of bebouwingsbeeld
- d. de landschappelijke en natuurwaarden
- e. de verkeersveiligheid
- f. de woonsituatie
kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de bouwhoogte op gronden die zijn aangeduid als 'vrijwaringszone - molenbiotoop,' tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, met dien verstande dat de inhoud van een woning na deze afwijking niet meer mag bedragen dan 1.000 m3;
- b. de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, als de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes voor het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes voor de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
- 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
- 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
- e. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken die geen gebouw zijn, wordt vergroot:
- 1. voor kunstwerken die geen gebouw zijn tot niet meer dan 15 m;
- 2. voor waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 40 m;
- 3. voor overige bouwwerken die geen gebouw zijn tot niet meer dan 10 m;
- f. de regels voor de maximaal toegestane bouwhoogte van erfafscheidingen en toestaan dat erfafscheidingen worden gebouwd tot maximaal 2 m, mits de ruimtelijke kwaliteit en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden aangetast;
- g. de regels voor de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen voor een overschrijding van de toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
- 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
- 2. de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
- h. de regels voor de minimale afstand van gebouwen tot de weg, mits het bepaalde in de Wet geluidhinder in acht wordt genomen.
39.2 Uitzonderingen
Het bevoegd gezag kan niet afwijken als bedoeld in artikel 39.1 voor:
- a. bouwwerken in de bestemming 'Natuur'
- b. recreatiewoningen
- c. verkooppunten voor motorbrandstoffen
Artikel 40 Wijzigingsregels
40.1 Wijziging actualisering
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen voor de actualisering van de in het plan opgenomen verwijzing naar wetten, verordeningen, circulaires, publicaties, instanties en dergelijke, als het handhaven van de in de regels opgenomen redactie tot onduidelijkheden en/of onjuistheden met het oog op de verwijzing leidt en als de actualisering geen inhoudelijke beleidswijziging betreft.
40.2 Wijziging vormverandering agrarisch bouwvlak
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch metwaarden - Landschap' van vorm te veranderen mits:
- d. de oppervlakte van het te wijzigen bouwvlak niet wijzigt;
- e. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- f. het bouwvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
- g. een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt.
40.3 Wijziging vergroting agrarisch bouwvlak
40.4 Wijziging omschakeling naar veehouderij
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om aan een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch metwaarden - Landschap' voor de uitoefening van een veehouderij de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch bedrijf - veehouderij' toe te kennen, in combinatie met het opnemen van een veetype in de tabel in Bijlage 7 Tabel 'Diersoorten veehouderijen' mits:
- a. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- b. een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
- c. de oppervlakte van het bouwvlak maximaal 1,5 ha bedraagt, waarvan minimaal 10% moet bestaan uit een goede landschappelijke inpassing met inheemse beplanting;
- d. als sprake is van een groter bestaand bouwvlak dan 1,5 ha, het bouwvlak, inclusief de minimaal vereiste 10% landschappelijke inpassing, moet worden teruggebracht tot maximaal 1,5 ha;
- e. is geborgd dat ter plaatse alleen een zorgvuldige veehouderij is toegestaan;
- f. de ontwikkeling vanuit een goede leefomgeving inpasbaar is in de omgeving. Het betreft hier onder andere bodemkwaliteit, de waterhuishouding, de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten, de cultuurhistorische waarden, de ecologische waarden, de aardkundige waarden en de landschappelijke waarden, verkeersafwikkeling, milieuaspecten en volksgezondheid;
- g. is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, tenzij er -als blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen worden getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, die ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert;
- h. is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 µg/m3;
- i. de toelichting een verantwoording bevat dat een zorgvuldige dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving in de planontwikkeling;
- j. er geen sprake is van een diersoort of bedrijfsvorm die eerder is beëindigd in het kader van de beëindigingsregelingen RBV, VIV of BIV;
- k. binnen de zone 'overige zone - beperking veehouderij' sprake is van een grondgebonden veehouderij.
40.5 Wijziging omschakeling naar paardenhouderij
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om aan een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch metwaarden - Landschap' voor de vestiging van een paardenhouderij de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' toe te kennen, in combinatie met het opnemen van een veetype in de tabel in Bijlage 7 Tabel 'Diersoorten veehouderijen' mits:
- a. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- b. een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
- c. de oppervlakte van het bouwvlak maximaal 1,5 ha bedraagt, waarvan minimaal 10% moet bestaan uit een goede landschappelijke inpassing met inheemse beplanting;
- d. als sprake is van een groter bestaand bouwvlak dan 1,5 ha, het bouwvlak, inclusief de minimaal vereiste 10% landschappelijke inpassing, moet worden teruggebracht tot maximaal 1,5 ha;
- e. de omschakeling bijdraagt aan een afname van de uitstoot van milieubelastende stoffen of deze omschakeling een positieve bijdrage levert aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken; deze voorwaarde geldt uitsluitend indien het bedrijf en/of de uitbreiding geheel of gedeeltelijk ligt binnen de aanduiding 'overige zone - groenblauwe mantel'.
40.6 Wijziging omschakeling naar overig agrarisch bedrijf
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om aan een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch metwaarden - Landschap' de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - overig agrarisch bedrijf' toe te kennen, mits:
- a. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
- b. een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
- c. de oppervlakte van het bouwvlak maximaal 1,5 ha bedraagt, waarvan minimaal 10% moet bestaan uit een goede landschappelijke inpassing met inheemse beplanting;
- d. als sprake is van een groter bestaand bouwvlak dan 1,5 ha, het bouwvlak, inclusief de minimaal vereiste 10% landschappelijke inpassing, moet worden teruggebracht tot maximaal 1,5 ha;
- e. dee omschakeling bijdraagt aan een afname van de uitstoot van milieubelastende stoffen of deze omschakeling een positieve bijdrage levert aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken; deze voorwaarde geldt uitsluitend indien het bedrijf en/of de uitbreiding geheel of gedeeltelijk ligt binnen de aanduiding 'overige zone - groenblauwe mantel'.
40.7 Wijziging omschakeling naar bedrijfsmatige activiteiten
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch metwaarden - Landschap' te wijzigen in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Horeca', 'Recreatie - Dagrecreatie', 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1', 'Maatschappelijk' of 'Sport' voor het omschakelen naar een (andersoortige) bedrijvigheid of functie, mits:
- a. de in voorkomend geval uitgeoefende agrarische bedrijfsactiviteiten blijvend worden gestaakt;
- b. er wordt voldaan aan het bepaalde in bijlage 1 Mogelijkheden functieverandering agrarischebedrijven;
- c. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
- d. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een bedrijf behorende tot milieucategorie 3 of hoger;
- e. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot twee of meer zelfstandige bedrijven;
- f. bebouwingspercentage en bouwhoogte passen bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling;
- g. de inrichting van het bestemmingsvlak een gunstige verhouding tussen bruto- en nettoruimtebeslag bevordert;
- h. geen buitenopslag plaatsvindt;
- i. geen detailhandel plaatsvindt, tenzij het betreft de verkoop van op het bedrijf geproduceerde producten en gewassen tot een oppervlakte van maximaal 100 m²;
- j. alle gebouwen voor de te wijzigen functie worden gesloopt, met uitzondering van
- 1. cultuurhistorisch waardevolle gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
- 2. een eventueel aanwezige bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en maximaal 100 m² vrijstaande bijgebouwen;
- 3. maximaal 1.000 m² aan al dan niet te herbouwen bedrijfsgebouwen dan wel, uitsluitend als het betreft een agrarisch-technisch hulpbedrijf, 5.000 m²;
- k. het bestemmingsvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
- l. een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
- m. eventuele bijbehorende gronden die geen erffunctie hebben, beschikbaar blijven of komen voor de grondgebonden functies landbouw, natuur of recreatie, overeenkomstig de functie van het betrokken gebied;
- n. als sprake is van een groter bestaand bouwvlak dan 0,5 ha, het bestemmingsvlak moet worden teruggebracht tot maximaal 0,5 ha;
- o. in afwijking van het bepaalde onder n mag het bestemmingsvlak van een agrarisch-technisch hulpbedrijf buiten de groenblauwe mantel niet groter zijn dan 1,5 ha.
40.8 Wijziging omschakeling agrarische bedrijven naar wonen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om gronden met een bouwvlak met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor de omschakeling van agrarische bedrijvigheid naar wonen, mits:
- a. de agrarische bedrijfsactiviteiten blijvend worden gestaakt;
- b. voor zover het agrarische bedrijven betreft die zijn gelegen binnen de zone 'overige zone - primairagrarisch gebied' is aangetoond dat voortgezet agrarisch gebruik van het agrarische bedrijf op de betreffende locatie niet reëel is;
- c. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
- d. het aantal woningen na de wijziging niet meer bedraagt dan 1, dan wel niet meer dan het aantal agrarische bedrijfswoningen dat op basis van dit bestemmingsplan is toegestaan vóór de functiewijziging;
- e. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van
- 1. cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- 2. de aanwezige bedrijfswoning(en) inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en maximaal 100 m² vrijstaande bijgebouwen per bedrijfswoning;
- 3. niet-overtollige bebouwing met een maximum van 1.000 m² aan al dan niet te herbouwen bedrijfsgebouwen;
- f. de inhoud van de woningen niet meer bedraagt dan 750 m3;
- g. het bestemmingsvlak dan wel de bestemmingsvlakken 'Wonen' wordt/worden teruggebracht tot een omvang die passend is voor een bestemming 'Wonen';
- h. voor het overige voor de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de daarvoor opgenomen afwijkingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen.
40.9 Wijziging realisering ruimte-voor-ruimtewoning
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming van gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap', 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur', 'Bedrijf' en 'Wonen' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' dan wel binnen de bestemming 'Wonen' een (andere) aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' op te nemen dan wel een bestemmingsvlak 'Wonen' te splitsen in meerdere bestemmingsvlakken 'Wonen' voor de realisering van meer dan het oorspronkelijke aantal aanwezige woningen, mits:
- a. het gronden betreft die zijn gelegen binnen de zone 'overige zone - bebouwingsconcentratie';
- b. per te realiseren woning ruimtelijke kwaliteitswinst wordt gegenereerd door middel van de aankoop van een ruimtevoorruimterecht bij de provinciale Noord-Brabantse 'Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte CV' dan wel voldaan wordt aan het provinciaal beleid met betrekking tot de regeling 'Ruimte voor ruimte' zoals vastgelegd in de provinciale 'Verordening ruimte Noord-Brabant'. Hierbij geldt dat als deze regels worden gewijzigd of vervangen, rekening wordt gehouden met deze wijziging of vervanging;
- c. de eventueel voorkomende agrarische of andere (bedrijfs)activiteiten blijvend worden gestaakt;
- d. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
- e. er geen sprake is van een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in de Verordening ruimte Noord-Brabant;
- f. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- g. de inhoud van de woningen niet meer bedraagt dan 750 m3;
- h. voor het overige voor de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de daarvoor opgenomen afwijkingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen;
- i. de toename van het aantal woningen in overeenstemming is met het gemeentelijke woonbeleid.
40.10 Wijzigingen overig
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen voor de in de onderstaande tabel omschreven activiteiten, zulks met inachtneming van de aangegeven voorwaarden:
Wijziging | Voorwaarden |
Toevoegen of laten vervallen van de bescherming van archeologische waarden door het laten vervallen en/of opnemen van de medebestemming 'Waarde -Archeologie Monument', 'Waarde - Archeologiehistorische kern', 'Waarde -Archeologieverwachtingswaarde hoog' of 'Waarde - Archeologieverwachtingswaardemiddelhoog' | -de geconstateerde aan- of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van onderzoek en/of opgraving, geeft aanleiding tot wijziging; -alvorens tot wijziging over te gaan, horen burgemeester en wethouders de Rijkdsdienst voor het Cultureel Erfgoed, uitsluitend als de wijziging (mede) betrekking heeft op de medebestemming 'Waarde - Archeologie Monument'. |
Toevoegen van een nieuwe woning door splitsing van een bestaande vrijstaande woning met de bestemming 'Wonen' (en toevoeging van de aanduiding 'twee-aaneen' dan wel 'aaneengebouwd') | -de te splitsen woning heeft cultuurhistorische waarde en is gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden'; - de splitsing is (mede) gericht op het behoud of het herstel van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing; - de te splitsen woning heeft een inhoud van ten minste 700 m3, en de woningen na splitsing hebben elk een inhoud van ten minste 250 m3 ; - de verschijningsvorm van het gebouw wordt niet wezenlijk aangetast; - het grondoppervlak wordt niet vergroot en de bestaande situering wordt niet gewijzigd; - het aantal woningen na splitsing bedraagt niet meer dan 3; - de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast; - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; - de oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen bedraagt niet meer dan 100 m² per woning en de vrijstaande bijgebouwen worden voor het overige gesloopt; deze sloop is niet nodig als de betreffende vrijstaande bijgebouwen zijn aangewezen als rijksmonument of gemeentelijk monument dan wel cultuurhistorische waarde hebben en gelegen zijn op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden'. |
Toevoegen of laten vervallen van de bescherming van cultuurhistorische waarden door het laten vervallen en/of opnemen van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' | -de geconstateerde aan- of afwezigheid van cultuurhistorische waarden geeft aanleiding tot wijziging; -alvorens tot wijziging over te gaan horen burgemeester en wethouders de Monumentenkamer van de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of een andere deskundige op het gebied van monumentenzorg. |
Toelaten van telecommunicatiemasten en daarmee vergelijkbare voorzieningen door de bestemming 'Bedrijf' op te nemen | - wijziging is alleen mogelijk van de bestemmingen 'Agrarisch met waarden -Landschap', 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur', 'Sport', 'Verkeer' en 'Verkeer - Verblijf'; - de hoogte van bouwwerken mag niet meer zijn dan 50 m; - de omvang van de wijzigingslocatie mag niet meer zijn dan 25 m2; - uit onderzoek moet gebleken zijn, dat plaatsing ter plaatse in het belang van communicatievoorziening noodzakelijk en verantwoord is, waarbij dat onderzoek in ieder geval betrekking moet hebben op: 1. de mogelijkheden van plaatsing van deze voorzieningen op bestaande gebouwen of bouwwerken; 2. de benutting van de mogelijkheden van gemeenschappelijk gebruik door telecommunicatiebedrijven; 3. de inpassing van de mast in landschappelijk en stedenbouwkundig opzicht - er zijn geen milieuhygiënische bezwaren. |
Wijziging van de bestemming 'Verkeer - Verblijf' in 'Natuur' | - de weg is zo nodig aan het openbaar verkeer onttrokken; - er is sprake van vrijwilligheid van de grondeigenaren; - wijziging is noodzakelijk in het kader van de uitvoering van een natuurontwikkelingsproject. |
Wijziging naar de bestemming 'Natuur' voor natuurontwikkeling | - wijziging vindt niet plaats op gronden binnen de zone 'overige zone - komgebied'; - de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast; - er is sprake van vrijwilligheid van de grondeigenaren; - er dient te zijn zekergesteld dat de inrichting van de nieuwe natuur passend is gelet op de waarden die de betreffende zone beschermt. |
Het buiten de bestemmingen 'Verkeer' en 'Verkeer - Verblijf' verbreden van wegen die liggen binnen de genoemde bestemmingen, alsmede het aanleggen van al dan niet vrijliggende fiets- en voetpaden, voorzover deze liggen binnen een zone van 30 m uit de as van de bestaande weg of uitweg | - de maatschappelijke noodzaak tot verbreding/aanleg is aangetoond; - er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; - de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast; - de belangen van natuur en landschap worden niet onevenredig aangetast. |
Wijziging van bijlage 4Bedrijvenlijst voor het onderbrengen van bedrijfsactiviteiten in een andere categorie c.q. door het toevoegen dan wel laten vervallen van bedrijfsactiviteiten | - de opgenomen vermelding is niet meer juist of volledig. |
Toelaten van een eerste agrarische bedrijfswoning door het verwijderen van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' | - wijziging vindt plaats binnen bouwvlakken op gronden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap'; - er is sprake van een volwaardig agrarisch bedrijf; - de noodzaak ervan is aangetoond aan de hand van een ondernemersplan, in welk kader burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen; - er zijn geen milieuhygiënische bezwaren. |
Artikel 41 Overige Regels
41.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
41.2 Cultuurhistorische waarden
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 42 Overgangsrecht
42.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
42.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
42.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
- a. Onder bestaand gebruik als bedoeld in artikel 42.2 onder a wordt voor wat betreft het met dit plan strijdige gebruik van het perceel(sgedeelte)
- 1. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht wijlseweg 11' uitsluitend verstaan het gebruik van een agrarisch bedrijfsgebouw voor bewoning door de heer H.A.M. van Oss
- 2. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht de kouwe noord 1' uitsluitend verstaan het gebruik van het pand voor bewoning door de heer A.W.M. van Zandvoort
- 3. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht mugheuvelstraat 26' uitsluitend verstaan het gebruik van het pand voor bewoning door de heer P.J. Wingens en mevrouw J.H.M. Willemse
- 4. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht oostenakkerstraat 4e' uitsluitend verstaan het gebruik van het pand voor bewoning door de heer W.M. van Schadewijk en mevrouw W.F. van Uuden
- 5. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht berghemseweg 20' uitsluitend verstaan het gebruik van het pand voor bewoning door de heer H.W.A.M. van Schaijk en mevrouw D.A.J. van Schaijk-Reijs
- 6. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht koolwijksestraat 6a' uitsluitend verstaan het gebruik van het pand voor bewoning door de heer M.P.M. Bens en mevrouw C.M.M. Zegers
- 7. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht heesterseweg 55' uitsluitend verstaan het gebruik van het pand voor bewoning door de heer L.H.M. Renders en mevrouw A.G.A. Renders-Mooren
- 8. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht papendijk 30a' uitsluitend verstaan het gebruik van het pand voor bewoning door de heer A.J.M. van Erp en de heer W.M. van de Kamp
- 9. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht rijksweg 22a' uitsluitend verstaan het gebruik van het pand voor bewoning door de heer T.W. Waijers en mevrouw J.W.G.G. Waijers-Van der Velden
- 10. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoongebonden overgangsrecht brandstraat 21' uitsluitend verstaan het gebruik van het pand voor bewoning door de heer J.P.J. van der Doelen, mevrouw N.F.A.W. Blommers en hun eventuele inwonende gezinsleden
- 11. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht leiweg 11a' uitsluitend verstaan het gebruik van het pand voor bewoning door mevrouw G.W.T. Savelkouls
- 12. met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht kapelstraat 53' uitsluitend verstaand het gebruik voor bewoning anders dan als bedrijfswoning door de heer A.M.A. van Dorst
- 13. met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - persoonsgebonden overgangsrecht dijkstraatje 3' uitsluitend verstaan het gebruik als houtzagerij door de heer W.H.H. Geurts
- 14. met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - persoonsgebonden overgangsrecht herstraat 5' uitsluitend verstaan het gebruik als pallethandel met een maximale oppervlakte van 805 m2 door de heer W.A.J. van de Camp
- 15. met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - persoonsgebonden overgangsrecht lutterstraat 2' uitsluitend verstaan het gebruik van het pand voor bewoning door de heer M.T. van de Wetering en mevrouw G.M. van Uden
- 16. met de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - persoonsgebonden overgangsrecht lithse dijk 1' uitsluitend verstaan het gebruik als moestuin door de heer J.C. Vallee en mevrouw S. Muilwijk en hun eventuele inwonende gezinsleden
- b. Voortgezet gebruik door een rechtsopvolger, door rechtsopvolgers of overige derden wordt niet als bestaand gebruik aangemerkt.
Artikel 43 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Oss - 2019'.
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Mogelijkheden Functieverandering Agrarische Bedrijven
Bijlage 2 Mogelijkheden Kleinschalige Activiteiten Bij Agrarische Bedrijven
Bijlage 3 Bestaande Kleinschalige Activiteiten
Binnen 'Wonen': | Aard van de activiteit | Oppervlakte (in m²) dan wel specifieke locatie dan wel nadere voorwaarden | ||
Amelsestraat 7 in Oss | Beeldengieterij | 25 | ||
Batterijstraat 29 in Lithoijen | Bed and breakfast in vrijstaand bijgebouw | 49, alleen conform het besluit van 22 augustus 2012. | ||
Beatrixweg 6 in Lithoijen | Fietsterras | Onder de voorwaarden van het afwijkingsbesluit van 7 maart 2018, met kenmerk W 30207. | ||
Berghemseweg 8 in Herpen | Het geven van informatie over alcapa's aan groepen van maximaal 8 personen | Binnen het woonhuis; parkeren op eigen terrein. N.b.: het geven van rondleidingen aan deze groepen vindt plaats binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap'. | ||
Dorpenweg 27 in Deursen-Dennenburg | IJkstation | 102 | ||
Eindstraat 18 in Haren | 2 bed and breakfastappartementen Biocentrisch centrum | 120 304 Een en ander alleen conform de inrichtingstekening die behoort bij de ruimtelijke onderbouwing die als bijlage is opgenomen bij de toelichting bij dit bestemmingsplan. | ||
Elst 12 in Geffen | Statische opslag/caravanstalling | 1.000 | ||
Frankenstraat 1 in Maren-Kessel | Houtbewerkingsbedrijf met werkplaats, zonder buitenopslag | 75 | ||
Hamstrastraat 5 in Oijen | Bed and breakfast | Onder de voorwaarden van het afwijkingsbesluit van 24 maart 2017, met kenmerk W 25918. | ||
Heistraat 18/18a in Berghem | Gastenverblijf | 140 | ||
Heistraat 22 in Berghem | Administratiekantoor | 65 | ||
Hoefstraat 17 in Herpen | Statische opslag/caravanstalling | 750 | ||
Hoogoordstraat 5 in Macharen | Bed and breakfast | 50 | ||
Hoogoordstraat 12 in Macharen | Bloembinderij | 50 | ||
Hoogoordstraat 12a in Macharen | Statische opslag/caravanstalling | 700 | ||
Hoogveldsestraat 9 in Oijen | Statische opslag/caravanstalling | 200 | ||
Huisdaalsestraat 2 in Macharen | Statische opslag/caravanstalling | 1.235 | ||
Kesselse Dijk 15 in Maren-Kessel | 5 gastenkamers in vrijstaand bijgebouw | 234 Een en ander alleen conform de inrichtingstekening die behoort bij de ruimtelijke onderbouwing die als bijlage is opgenomen bij de toelichting bij dit bestemmingsplan. | ||
Kesselsegraaf 1 in Maren-Kessel | Kantoor aan huis voor administratieve werkzaamheden Aan de woonfunctie ondergeschikte theetuin zonder verkoop van alcoholische dranken | 3050 | ||
Kleine Poelstraat 13 in Demen | Bezoektuin met ondersteunende horeca | 50 | ||
Koepelweg 2 in Berghem | Detailhandel | 64 | ||
Koolwijksestraat 15 in Herpen | Fietsverhuur en ondersteunende horeca | 125 | ||
Lithse Dijk 57a in Lith | Paling- en visrokerij | 25, inclusief een rookvat van 2. | ||
Meerstraat 1 in Megen | Bed and breakfast | 140 | ||
Oijense Bovendijk 37 in Oijen | Theeschenkerij | 50 | ||
Oijense Bovendijk 55 in Oijen | Cursusruimte/atelier inclusief verkoop van eigen materiaal 35 m2 Minicamping voor uitsluitend maximaal 4 stacaravans of tenten met vrijstaande badkamerunit | Zie artikel 20. | ||
Osseweg 4 in Lithoijen | Kapsalon | 55 | ||
Oude Maasweg 2 in Keent | Theeterras/bed and breakfast | 135 | ||
Tiendweg 23 in Lith | Agrarisch-technisch hulpbedrijf | 216 | ||
Tilderdstraat 15 in Oss | Bed and breakfast | Onder de voorwaarden van het afwijkingsbesluit van 12 februari 2014, met kenmerk W 3350. | ||
Vlierbosstraat 16 in Neerloon | Statische opslag/caravanstalling | 1.005 | ||
Waterstraat 3 in Berghem | 1. Theeterras 2a. Workshops en (recreatieve) bijeenkomsten tot maximaal 50 personen met daaraan ondergeschikte horeca en ondergeschikte hieraan gerelateerde detailhandel, 2b. 4 Bed and breakfastkamers voor in totaal maximaal 8 personen, 2c. Het gebruik van de buitenruimte voor de onder 2.a en 2.b genoemde activiteiten | 1: onder de voorwaarden van het afwijkingsbesluit van 10 oktober 2014, met kenmerk W 8683. 2a: 88 m2 Een en ander alleen conform de ruimtelijke onderbouwing die als bijlage is opgenomen bij de toelichting bij dit bestemmingsplan. | ||
Zuijdenhoutstraat 4 in Keent | Theeterras/informatiecentrum/atelier/cursuscentrum | 150 | ||
Binnen 'Agrarisch metwaarden -Landschap': | ||||
Achterschaijkstraat 16 in Berghem | Ontvangstgebouw annex educatie- en culinair centrum | Onder de voorwaarden va het afwijkingsbesluit van 9 september 2011, kenmerk W 1479. | ||
Beemdstraat 6 in Oijen | Statische opslag/caravanstalling | 1.000 | ||
Bendelaar 1 in Deursen-Dennenburg | 2 recreatie-appartementen | 90 | ||
Bossepad 1 in Haren | Groepsaccommodatie | 415 | ||
Burgemeester Smitsweg 6 in Maren-Kessel | Statische opslag/caravanstalling | 400 | ||
Burgemeester Van Erpstraat 80 in Berghem | Jeu de boulesbaan | 350 | ||
Daalderstraatje 4 in Huisseling | 1. Paardenpension en recreatief gebruik van de paardenbak binnen het bouwvlak 2. Recreatief verblijf voor maximaal 6 personen | 1: 335 (paardenpension) en 575 (paardenbak) 2: Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hooiberg'. | ||
De Beers 1 in Herpen | Kinderdagverblijf | 255 | ||
De Rijt 8 in Deursen-Dennenburg | 1. Transportbedrijf 2. Statische opslag/caravanstalling | 1: 300 2: 666 | ||
Deursenseweg 5 in Berghem | Verkoop eigen producten | 115 | ||
Ganzenweg 20 in Overlangel | Verhandelen, transporteren en exporteren van paarden | Onder de voorwaarden van het afwijkingsbesluit van 1 maart 2018, met kenmerk W 32748. | ||
Garststraat 2 in Haren | Statische opslag/caravanstalling | 800 | ||
Garststraat 4 in Haren | Carnavalsbouwloods | 450 | ||
Halve Morgensstraat 15 in Berghem | Smederij-, renovatie- en montagewerkzaamheden | 200 | ||
Harenseweg 44 Berghem | Statische opslag/caravanstalling | 1.040 | ||
Hertog Janstraat 53 in Lith | Pensionstalling | 360 | ||
Hoefstraat 1 in Teeffelen | 1. Boerderij winkel 2. Kookstudio inclusief zitgedeelte 3.Bereidingsruimte biologische produkten 4. Kantine/verblijfsruimte zorgboerderij (alleen als dagbesteding, geen overnachting) 5. Kleinschallig theeterras 6. Minicamping voor 10 camperplaatsen | 1: 70 2: 112 3: 70 4: 216 5: 32 | ||
Hoefstraat 14 in Herpen | Statische opslag/caravanstalling | 1.000 | ||
Hoessenboslaan 27 in Berghem | Hobbyclub | 50 | ||
Koolwijksestraat 6 in Herpen | Boerengolf met ondersteunende horeca | 50 | ||
Koolwijksestraat 18 in Herpen | Educatieve biologische boerderij met recreatieve activiteiten, kookstudio en ondersteunende horeca | 150 | ||
Liesdaalweg 8 in Maren-Kessel | Statische opslag/caravanstalling | 1.000 | ||
Loonsestraat 14 in Neerloon | Paardenpension | 460 | ||
Maasbommelsestraat 30-32 in Megen | Loonbedrijf | 550 | ||
Maasdijk 61 in Neerlangel | Bed and breakfast | Onder de voorwaarden van het afwijkingsbesluit van 7 april 2016, met kenmerk W 18392. | ||
Meerstraat 3 in Huisseling | Buitenschoolse opvang | 124 | ||
Meerstraat 6 in Megen | Loonbedrijf | 400 | ||
Mikkeldonkweg 4 in Oss | Statische opslag/caravanstalling | 755 | ||
Oijenseweg 284 in Oss | Boerderijwinkel | 100 | ||
Onderweg 10 in Haren | Kantoor Statische opslag/caravanstalling | 1001.000 | ||
Platerstraat 5 in Lith | Opslag van bouwmaterialen en voertuigen t.b.v. eigen bouwbedrijf en opslag van materialen voor verenigingen, en en ander alleen conform de iruimtelijke onderbouwing die als bijlage is opgenomen bij de toelichting bij dit bestemmingsplan. | 1.000 | ||
Rietkampsestraat 4 in Geffen | Statische opslag/caravanstalling | 250 | ||
Sint Jansstraat 1 in Neerlangel | Ambachtelijke bierbrouwerij | 75 | ||
Sint Sebastianusstraat 3 in Herpen | Solexverhuur en ondersteunende horeca Statische opslag/caravanstalling | Samen 1.000, met een maximum van 444 voor solexverhuur en ondersteunende horeca. | ||
Steegeindstraat 2a in Lithoijen | Installatiebedrijf Statische opslag/caravanstalling | 375 625 | ||
Valendonkstraat 12 in Berghem | Verkoop van streekproducten | 30 | ||
Valkseweg 36 in Lithoijen | Statische opslag/carvanstalling | 320 | ||
Velmerweg 2 in Maren-Kessel | Loonbedrijf | 400 | ||
Vlierstraat 9 in Oijen | Statische opslag/caravanstalling | 400 | ||
Waatselaarstraat 3 in Berghem | Dagopvang | 192, onder de voorwaarden van het afwijkingsbesluit van 21 december 2016, kenmerk W 19493. | ||
Weisestraat 11 in Lithoijen | Statische opslag/caravanstalling | 1.000 | ||
Weijenstraat 10 in Dieden | Statische opslag/caravanstalling | 500 | ||
Wijlseweg 11 in Maren-Kessel | Statische opslag/caravanstalling | 650 | ||
Binnen 'Agrarisch metwaarden -Landschap ennatuur' | ||||
Zuijdenhoutstraat 2 in Keent | Vleesverwerkingsbedrijf | Onder de voorwaarden van het afwijkingsbesluit van 3 april 2014, kenmerk W 6671. |
Bijlage 4 Bedrijvenlijst
Bijlage 5 Aard Bedrijvigheid En Oppervlakte Bedrijfsbebouwing
Bijlage 6 Lijst Van Rechtstreeks Toelaatbare Aan-huis-gebonden Activiteiten
Als rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten worden aangemerkt de volgende beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten:
rubriek | aan-huis-gebonden activiteiten | ||
1 | Individuele praktijk voor medische en paramedische dienstverlening | - huisartsenij, - psychologie, - psychiatrie, - fysiotherapie en bewegingsleer, - voedingsleer en voedingsadvies, - mondhygiëne, - tandheelkunde, - logopedie, - orthopedagogie, - verloskunde, - alternatieve geneeswijze, - diergeneeskunde | |
2 | Individuele praktijk voor zakelijke dienstverlening | - notaris, - advocaat, deurwaarder en juridisch adviseur, - accountant en belastingconsulent, - assurantie- en verzekeringsbemiddeling, - exploitatie en handel in onroerende zaken, - hypotheekadviseur en financieel adviseur - tolk/vertaler | |
3 | Vervaardiging en kunstnijverheid in de vorm van een eenmansbedrijf | - (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf - hoedenmaker - (muziek)instrumentenmaker - kaarsenmaker - lijstenmaker - vervaardiging munten - vervaardiging sieraden - kunstschilder (met atelier) - fotograaf | |
4 | Individuele praktijk op gebied van advies, ontwerp en onderzoek | - reclame ontwerp - grafisch ontwerp - architectonisch ontwerp - stedenbouwkundig ontwerp - tuin- en landschapsontwerp - computerservice en informatietechnologie - maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek | |
5 | Kantoor- en opslagfunctie voor bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend | - kantoor-, stallings- en opslagfunctie voor schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, klussenbedrijf, bestratingsbedrijf, loodgieter, electriciën, metselaar, glazenwasser (een en en ander zonder bewerking of verwerking van stofffen, voorwerpen of materialen) - kantoor,- stallings- en opslagfunctie voor een groothandelsbedrijf en voor internetverkoop (mits zonder klantcontact aan huis) | |
6 | Eenmans-reparatie-/ verhuurbedrijf | - uurwerkreparatiebedrijf - goud- en zilverwerkreparatiebedrijf - reparatie van kleine consumentenartikelen (antiek, radio’s/tv’s/digitale apparatuur) - reparatie van muziekinstrumenten | |
7 | Overige dienstverlening in de vorm van eenmansbedrijven | - kappersbedrijf (met niet meer dan één kappersstoel) - schoonheidsspecialist - manicure - pedicure - hondentrimmer - taxi-/koeriersbedrijf (alleen eigen rijder, ten hoogste één auto) - begrafenisonderneming (niet zijnde een mortuarium) - decorateur - privé-docenten (zoals remedial teachers en individuele muziek-, spraak- en taalllessen). | |
Uitsluitingen. Tot de onder punt 1 tot en met 7 bedoelde rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten worden in ieder geval niet gerekend: | - groepsmatige activiteiten, dat wil zeggen het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan 3 of meer personen tegelijk - buitenopslag, dat wil zeggen opslag van goederen buiten gebouwen - opslag van brandgevaarlijke en explosiegevaarlijke stoffen - reparatiebedrijven voor gemotoriseerde voertuigen - detailhandel |