KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Verkeer
Artikel 4 Leiding - Water
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Artikel 6 Algemene Gebruiksregels
Artikel 7 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Slotregel

N625 Fietspad - Oss - 2020

Bestemmingsplan - gemeente Oss

Vastgesteld op 29-10-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Bijlage Bij Toelichting

Bijlage Bij Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Fietspad N625 - Oss met identificatienummer NL.IMRO.0828.BPfietspadN625oss-VG01 van de gemeente Oss.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de regels regels worden gesteld over het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bestaand:

  1. a. over bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
  2. b. over gebruik: gebruik van gronden en opstallen zoals dat aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

1.6 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.7 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming, met dien verstande dat geometrisch bepaalde bestemmingsvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' als één bestemmingsvlak gelden.

1.8 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.9 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.10 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.11 functie:

activiteiten ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.

1.12 kwetsbaar object:

een object waarvoor volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden.

1.13 landschappelijke waarden en kenmerken:

gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten.

1.14 peil:

  1. a. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld.

1.15 ruimtelijke kwaliteit:

kwaliteit van een gebied die bepaald wordt door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het betreffende bouwwerk op een bouwperceel.

2.2 de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen.

2.3 de bovenkant spoorstaaf:

de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.

2.4 de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.

2.5 de breedte van een bouwperceel:

tussen de zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten over tenminste 3/4 van de lengte van het bouwperceel, in welke lengte in ieder geval het bouwvlak aanwezig is of de toegestane situering van het hoofdgebouw als geen bouwvlak is aangegeven.

2.6 de hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Verkeer

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden die mede gericht zijn op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. nutsvoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
  6. f. terreinen voor markten, standplaatsen en evenementen;
  7. g. voorzieningen voor afvalinzameling, openbaar vervoer en zend- en ontvangstinstallaties;
  8. h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, inclusief de doelen als bedoeld in artikel 3;
  9. i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug': een brug en de daaronder gelegen vaarweg;
  10. j. uitsluitend fietspad, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – fietspad'
  11. k. grondwaterbescherming en het beschermen van het belang van drinkwaterwinning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' respectievelijk de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';

met bijbehorende voorzieningen en met dien verstande dat ter plaatse van het figuur Bijlage 1 Profiel ('Nieuw profiel - N625 - John F. Kennedybaan') de inrichting van deze gronden moet voldoen aan het betreffende (dwars)profiel en het onderhoud en beheer van de gronden moet voldoen aan bijlage 2 en 3 Groenstructuurplan uitgangspuntennota.

In de omschrijving 'verkeer' is mede begrepen de verbreding van wegen voor de aanleg van al dan niet vrijliggende fiets- en voetpaden, voorzover deze zijn gelegen binnen een zone van 30 m uit de as van de bestaande weg of uitweg.

3.2 Bouwregels

3.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

  • Direct naar 'Hoofdstuk 1 Inleidende regels'
  • Direct naar 'Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels'
  • Direct naar 'Hoofdstuk 3 Algemene regels'
  • Direct naar 'Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels'

Artikel 4 Leiding - Water

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse watertransportleidingen, met bijbehorende voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Zo nodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald over het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken worden opgericht tot een bouwhoogte van 3 m voor ondergrondse watertransportleidingen.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 4.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden

4.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

  • Direct naar 'Hoofdstuk 1 Inleidende regels'
  • Direct naar 'Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels'
  • Direct naar 'Hoofdstuk 3 Algemene regels'
  • Direct naar 'Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels'

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene Gebruiksregels

6.1 Verboden gebruik

  1. a. Onder het gebruiken van gronden, bouwwerken of onderkomens in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder begrepen het doen en/of laten gebruiken:
    1. 1. als stort- en/of opslagplaats
    2. 2. voor buitenopslag
    3. 3. voor (detail)handel
    4. 4. voor bedrijfsdoeleinden
    5. 5. voor een kleinschalig kampeerterrein, groepskampeerterrein en/of natuurkampeerterrein
    6. 6. voor motor-, water- en modelvliegtuigsport en andere vormen van lawaaisport
    7. 7. voor een seksinrichting en/of escortbedrijf
    8. 8. voor bewoning
    9. 9. als ligplaats voor woonschepen of woonarken
  2. b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing als de bestemmingsomschrijving (inclusief detaillering) in de overige planregels het betreffende gebruik expliciet toestaat.

6.2 Afwijken van dwarsprofiel

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het artikel 3.1 voor het anders uitvoeren van het dwarsprofiel zoals aangegeven inBijlage 1 Profiel ('Nieuw profiel - N625 - John F. Kennedybaan l') mits die andere uitvoering vanuit het oogpunt van landschappelijke inpassing en/of compensatie en/of ruimtelijke kwaliteit minimaal gelijkwaardig is aan het oorspronkelijke dwarsprofiel een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

Artikel 7 Overige Regels

7.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

7.2 Regeling toepasselijkheid bouwverordening

De regels van de Bouwverordening over onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behalve de regels over de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan N625 Fietspad - Oss - 2020.