Wijziging 2 Schadewijk - Oss - 2015
Bestemmingsplan - gemeente Oss
Vastgesteld op 22-06-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het wijzigingsplan Wijziging 2 Schadewijk-Oss-2015 met identificatienummer NL.IMRO.0828.WZ2schadewijk2015-VG01 van de gemeente Oss.
1.2 bestaand:
- a. over bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
- b. over gebruik: gebruik van gronden en opstallen zoals dat aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.
1.3 wijzigingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
Artikel 2 Verhouding Van De Wijziging Tot Het Bestemmingsplan 'Schadewijk-oss-2015'
2.1 Wijziging
Dit wijzigingsplan is een gedeeltelijke wijziging in het aangegeven gebied van het bestemmingsplan 'Schadewijk-Oss-2015' voor zover het betreft:
- a. de geometrisch bepaalde planobjecten
- b. de regels voor wat betreft de aangegeven wijzigingen en aanvullingen
De geometrische planobjecten en de regels van het bestemmingsplan 'Schadewijk-Oss-2015' blijven voor het overige onveranderd gelden.
Hoofdstuk 2 Aanpassing Van De Regels
Artikel 3 Aanpassing Van De Regels
3.1 Toevoeging lid g. aan artikel 17.1
Aan artikel 17.1 van de bestemming 'Wonen - Rijen' wordt een nieuw lid toegevoegd, dat als volgt luidt:
17.1 g.
ter plaatse van de aanduiding 'groen': uitsluitend groenvoorzieningen, speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, voorzieningen voor langzaam verkeer, nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling; deze gronden maken geen deel uit van het begrip 'erf' zoals bedoeld op grond van het Besluit omgevingsrecht.
3.2 Wijziging artikel 17.2.3 lid d
Artikel 17.2.3 lid d van de bestemming 'Wonen - Rijen' wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
17.2.3 d.
Ter plaatse van de aanduidingen 'groen' en 'parkeerterrein' mogen geen bijbehorende bouwwerken worden opgericht.
3.3 Wijziging artikel 17.2.4 lid c
Artikel 17.2.4 lid c van de bestemming 'Wonen - Rijen' wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
17.2.4 c.
Ter plaatse van de aanduidingen 'groen' en 'parkeerterrein' mogen geen bijbehorende bouwwerken worden opgericht.
3.4 Toevoeging lid h. aan artikel 20.1
Aan artikel 20.1 van de bestemming 'Wonen - Woongebouwen' wordt een nieuw lid toegevoegd, dat als volgt luidt:
20.1 h.
ter plaatse van de aanduiding 'groen': uitsluitend groenvoorzieningen, speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, voorzieningen voor langzaam verkeer, nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling.
3.5 Toevoeging lid c. aan artikel 20.2.2
Aan artikel 20.2.2 van de bestemming 'Wonen - Woongebouwen' wordt een nieuw lid toegevoegd, dat als volgt luidt:
20.2.2 c.
Het aantal woningen per bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven.
3.6 Invoeging nieuw artikel 24a
Ingevoegd wordt een nieuw artikel 24a, luidende als volgt:
24a Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog
24a.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
24a.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk dat geen bouwwerk is of van werkzaamheden
24a.2.1 Vergunningsplicht
Het is, zo nodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald, verboden op en/of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken die geen bouwwerk zijn en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen of te laten uitvoeren over een oppervlakte van 100 m² of meer en dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld:
- a. graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen, ploegen, roeren en omwoelen van gronden, waaronder begrepen het aanleggen van drainage;
- b. het ophogen, verlagen of egaliseren van de bodem;
- c. heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem;
- d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en het rooien van diepwortelende beplanting waarbij stobben worden verwijderd;
- e. het verlagen van het waterpeil;
- f. het graven, verbreden en verdiepen van sloten, vijvers, zwembaden en andere wateren;
- g. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatieleidingen of andere leidingen en de daarmee verbandhoudende constructies;
- h. het verharden van wegen, paden of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
- i. het plaatsen en/of verwijderen van funderingen;
- j. graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen voor de bouw van gebouwen en andere bouwwerken.
24a.2.2 Uitzondering
Het verbod in artikel 24a.2.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden:
- a. in het kader van archeologisch onderzoek en archeologische opgravingen, mits deze worden verricht door een ter zake deskundige als bedoeld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
- b. die op het moment van inwerkingtreding van het plan legaal in uitvoering waren of legaal konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;
- c. die bestaan uit het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen dan wel andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies, voor zover deze worden aangebracht binnen een bestaand leidingentracé binnen de daarvoor oorspronkelijk gegraven sleuf;
- d. die het normale gebruik, onderhoud en/of beheer betreffen van de gronden.
24a.2.3 Toelaatbaarheid, nadere eisen en voorwaarden
- a. Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 24a.2.1 mag alleen worden verleend als:
- 1. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de archeologische waarden van het betreffende terrein niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, en/of
- 2. uit door de aanvrager of ander overgelegd archeologisch onderzoek conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie naar het oordeel van het bevoegd gezag blijkt dat de archeologische waarden van het betreffende terrein in voldoende mate zijn vastgesteld en zo nodig zijn zekergesteld, dan wel dat er geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel dat de archeologische waarden door de werken of werkzaamheden niet of niet onevenredig worden geschaad.
- b. Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan het archeologische onderzoek en het archeologische onderzoeksrapport als bedoeld onder a.
- c. In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan de omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door de gemeentelijke archeoloog dan wel een andere deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
3.7 Toevoeging lid e. aan artikel 30
Aan artikel 30 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat als volgt luidt:
30 e.
Door de begrenzingen van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' aan te passen of deze dubbelbestemming te laten vervallen, als dit op grond van nadere inzichten over archeologische waarden ter plaatse verantwoord is.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Overige Regels
5.1 Regeling toepasselijkheid bouwverordening
De regels van de Bouwverordening over onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behalve de regels over de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 6 Overgangsrecht
6.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 7 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het wijzigingsplan 'Wijziging 2 Schadewijk-Oss-2015'.