partiele herziening bestemmingsplan Buitengebied 1998, Boterstraat 1 te Sprundel
Bestemmingsplan - gemeente Rucphen
Vastgesteld op 11-05-2010 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze planregels wordt verstaan onder:
- 1. Plan
De partiële herziening "Partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied 1998, Boterstraat 1 te Sprundel" van de gemeente Rucphen.
- 2. Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0840.258300004-DEF1 met de bijbehorende regels.
- 3. Verbeelding
De (digitale) kaart deel uitmakende van het plan, bestaande uit één kaartblad.
- 4. Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
- 5. Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
- 6. Aan- of uitbouw
Een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een woning dat door haar indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt ten behoeve van een woning.
- 7. Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
- 8. Bedrijfsmatig gebruik van een woning
Het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor het verrichten van werkzaamheden van dienstverlenende en/of ambachtelijke aard met als doel daaruit hoofd- of neveminkomsten te betrekken, waarbij geen sprake is van een zich als specifiek opgeleid persoon naar buiten presenterende beroepsbeoefenaar en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van de woonfunctie, kunnen worden uitgeoefend.
- 9. Beroepsmatig gebruik
Het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor een zelfstandig en onder eigen naam uitoefenen van een dienstverlenend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied door een daarvoor specifiek opgeleid persoon en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van woonruimte, kunnen worden uitgeoefend.
- 10. Bestaand
Ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
- 11. Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak
- 12. Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
- 13. Bijgebouw
Een bij een woning behorend gebouw, zoals een garage, huishoudelijke bergruimte of hobbyruimte, dat niet in directe verbinding staat met de woning en dat niet voor bewoning is bestemd;
- 14. Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
- 15. Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
- 16. Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
- 17. Bouwperceelsgrens
De grens van een bouwperceel.
- 18. Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangegeven, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
- 19. Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
- 20. Erf
Een deel van het bouwperceel ten dienste van het gebruik van de aanwezige gebouwen.
- 21. Erfafscheiding
De grens van het erf.
- 22. Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
- 23. Hoofdgebouw
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
- 24. Mantelzorg
Alle vormen van langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
- 25. Overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en van maximaal twee wanden.
- 26. Peil
- Voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang.
- In andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwterrein.
- 27. Seksinrichting
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotisch-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
- 28. Voorgevel van een gebouw
Het meest naar de weg gekeerde deel van een hoofdgebouw.
- 29. Vrijstaand
Een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning;
- 30. Woning
Een gebouw dat dient voor de huisvesting van personen.
- 31. Wro
De Wet ruimtelijke ordening
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
- 1. Afstanden
Van gebouwen onderling, alsmede afstanden van gebouwen tot de bouwperceelsgrens worden gemeten vanaf de zijgevel van een gebouw.
- 2. De hoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
- 3. De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
- 4. De breedte en diepte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
- 5. De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
- 6. De inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
- 7. De dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
- 8. Ondergeschikte bouwdelen
Bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overstekende daken, worden bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
3.4 Ontheffing van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Ontheffing van de gebruiksregels
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Gebruiksregels
Tot het verboden gebruik als bedoeld in lid 8.1.10 Wro wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden, gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming;
- b. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden, gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de exploitatie van een seksinrichting, een escortbedrijf en raam- en straatprostitutie.
Artikel 6 Algemene Ontheffingsregels
6.1 Ontheffingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de regels in dit bestemmingsplan voor:
- a. het afwijken van de in het plan voorgeschreven maatvoering met maximaal 10%;
- b. het oprichten van antennes en masten met een bouwhoogte van maximaal 15 meter.
6.2 Procedureregels
- a. bij het verlenen van ontheffing worden de procedureregels in acht genomen zoals deze opgenomen zijn in lid 8.1.
- b. De in lid 6.1, sub a genoemde ontheffing kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de samenhang in straat- en bebouwingsbeeld;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 7 Algemene Wijzigingsregels
7.1 Wijzigingsbevoegdheden
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de regels in dit plan te wijzigen voor:
- a. Het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde van geringe afmetingen ten dienste van het openbaar nut met een oppervlakte van maximaal 15 m2 en een hoogte van maximaal 3,5 meter;
- b. Het overschrijden van de naar de weg gekeerde bouwgrens, zomede van de ten opzicht van de zijdelingse bouwperceelsgrens bepaalde minimale afstand door:
- erkers, balkons en bordessen tot maximaal 1 meter;
- ingangspartijen tot maximaal 2 meter, mits de bebouwde oppervlakte maximaal 6 m2 en de hoogte maximaal 3 meter zal bedragen;
- c. geringe afwijkingen, die in het belang zijn van een ruimtelijke of technische beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken geen gebouwen zijnde of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van de bestemmingsgrens met maximaal 3 meter toelaatbaar
7.2 Procedureregel
Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid worden de procedureregels in acht genomen zoals deze opgenomen zijn in lid 8.1.
Artikel 8 Algemene Procedureregels
8.1 Procedure wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan is, met inachtneming van artikel 3.6 Wro, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb van toepassing.
8.2 Procedure ontheffingsbevoegdheid
Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de volgende regels in acht genomen te worden:
- a. het ontwerpbesluit ligt met de bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter inzage en wordt tevens langs de elektronische weg beschikbaar gesteld;
- b. Burgermeester en Wethouders maken deze terinzagelegging tevoren bekend in één of meer dag-, nieuws- en huis-aan-huisbladen die in de gemeente worden verspreid en tevens langs de elektronische weg;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienden van zienswijzen;
- d. gedurende de onder lid 8.2, sub a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college zienswijzen naar voren brengen tegen het ontwerpbesluit.
- e. indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen zijn ingebracht, wordt het besluit met redenen omkleed;
- f. Burgemeester en Wethouders delen aan hen die zienswijzen hebben ingebracht de beslissing daaromtrent mee.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
9.1 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestand op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het plan strijdige gebruik, bedoeld in lid 9.1, sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in lid 9.1, sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. lid 9.1, sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met een voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
9.2 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel opgericht kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolgen van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gedaan;
- b. Burgemeester en Wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van lid 9.2, sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 9.2, sub a met maximaal 10%;
- c. Lid 9.2, sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, maar zijn opgericht zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.3 Ontheffing overgangsrecht
Voor zover van toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot onbillijkheid van overwegende aard jegens één of meer natuurlijke personen kunnen Burgemeester en Wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.
9.4 Bestaande afstanden en andere maten
Artikel 10 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van partiële herziening "Partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied 1998, Boterstraat 1 te Sprundel" van de gemeente Rucphen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Rucphen, gehouden op
De griffier, De voorzitter,