Bedrijventerrein Nijverhei 2009
Bestemmingsplan - Gemeente Rucphen
Vastgesteld op 11-02-2010 - deels onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009 van de gemeente Rucphen.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0840.7001V0001-DEF1 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 kaart
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0840.7001V0001-DEF1.
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangegeven, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en / of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 aan- of uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
1.7 aanhuisgebonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.8 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
1.9 archeologische waarde
de waarden die rechtstreeks verband houden met de mogelijkheden voor de uitoefening van een doelmatige, agrarische bodem- en / of bedrijfsexploitatie.
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en / of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.11 bebouwingspercentage
een op de kaart of in planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel c.q. bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.12 bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
1.13 bedrijfsvloeroppervlak
de gezamenlijke vloeroppervlakte van verkoopruimten, magazijnen, bergingen, kantoren en verblijfsruimten en de overige voor de bedrijfsvoering benodigde vloeroppervlakte.
1.14 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.15 bestaand
ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
1.16 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.17 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.18 Bevi
Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
1.19 Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
1.20 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.21 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.22 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.23 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.24 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.25 bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.26 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.27 dienstverlenende bedrijven
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, zoals reisbureaus, wasserettes, autorijschool en videotheek.
1.28 escortbedrijf
de natuurlijke persoon, groep of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of van omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een seksinrichting) wordt uitgeoefend.
1.29 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.30 groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en / of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
1.31 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.32 kantoor
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congressen en vergaderaccommodaties.
1.33 maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen.
1.34 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangegeven, waar een bepaalde maatvoering geldt.
1.35 milieudeskundige
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake milieu.
1.36 Nen
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.37 nutsvoorziening
voorziening ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes en telefooncellen.
1.38 overkapping
een bouwwerk geen gebouw zijnde voorzien van een gesloten dak en van maximaal twee wanden.
1.39 peil
voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang.
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwterrein.
1.40 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.41 raamprostitutie
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué / prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen met als doel het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.42 seksautomatenhal
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en / of live-shows van erotische en / of pornografische aard kunnen worden gegeven.
1.43 seksbioscoop en / of -theater
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door vertoningen van erotische en / of pornografische aard kunnen worden gegeven.
1.44 seksinrichting
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotisch-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.45 Staat van Bedrijfsactiviteiten "industrieterrein"
de Staat van Bedrijfsactiviteiten "industrieterrein" die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.46 straatprostitutie
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.47 tuincentrum
een bedrijf dat voor maximaal 80% is gericht op het voortbrengen van producten door middel van telen van gewassen alsmede voor maximaal 30% is gericht op het verkopen en leveren van gewassen en andere goederen voor het inrichten van tuinen dan wel de aanleg en het onderhoud van tuinen door derden.
1.48 voorgevel-/achtergevelrooilijn
de op de kaart als zodanig aangegeven lijn die, in combinatie met de rechte lijnen die in het verlengde daarvan zijn te trekken, bij het bouwen aan de wegzijde (voorgevellijn) of aan de van de wegafgekeerde zijde (achtergevellijn) niet mag worden overschreden.
1.49 vrijstaand
een gebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander gebouw.
1.50 werkwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, behorend bij een bedrijf op hetzelfde perceel.
1.51 Wgh
de Wet geluidhinder, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
1.52 Wgh-inrichtingen
bedrijven als genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 afstanden
van gebouwen onderling, alsmede afstanden van gebouwen tot de bouwperceelsgrens worden gemeten vanaf de zijgevel van een gebouw.
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijkt te stellen bouwonderdelen.
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en / of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.5 het bedrijfsvloeroppervlak
binnenwerks op de vloer van de ruimten die ingevolge het plan worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsmatige activiteiten.
2.6 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en / of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.8 ondergeschikte bouwdelen
bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overstekende daken, worden bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten voor zover die voorkomen in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf van categorie 2 tot en met 3.1": bedrijven uitsluitend uit categorie 2 en 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "industrieterrein" toegestaan;
- c. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf van categorie 2 tot en met 3.2": bedrijven uitsluitend uit categorie 2, 3.1 en 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "industrieterrein" toegestaan;
- d. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning": tevens een bedrijfswoning;
- e. ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening": uitsluitend een nutsvoorziening;
- f. ter plaatse van de aanduiding "kantoor": tevens een kantoor;
- g. ter plaatse van de aanduiding "verkoop motorbrandstoffen": tevens een verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG;
- h. ter plaatse van de aanduiding "welness": tevens welness;
- i. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 tot en met 12': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "industrieterrein":
aanduiding | SBI-code | uit ten hoogste milieucategorie |
specifieke vorm van bedrijf - 1 | 1552.1 | 3.2 |
specifieke vorm van bedrijf - 2 | 5155.3 | 3.2 |
specifieke vorm van bedrijf - 3 | 6023 | 3.2 |
specifieke vorm van bedrijf - 4 | 29.1 | 3.2 |
specifieke vorm van bedrijf - 5 | 2521 | 4.1 |
specifieke vorm van bedrijf - 6 | 281.1 | 3.2 |
specifieke vorm van bedrijf - 7 | 2010.1 | 3.2 |
specifieke vorm van bedrijf - 8 | 151.1 | 3.2 |
specifieke vorm van bedrijf - 9 | 287 | 3.2 |
specifieke vorm van bedrijf - 10 | 203, 204, 205, 517 | 3.2 |
specifieke vorm van bedrijf - 11 | 2661.1 | 4.1 |
specifieke vorm van bedrijf - 12 | 5148.7 | 2 |
- j. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van detailhandel-1 tot en met 7': zoals hierna in de tabel genoemd:
aanduiding | producten |
specifieke vorm van detailhandel - 1 | houthandel |
specifieke vorm van detailhandel - 2 | bouwmaterialen |
specifieke vorm van detailhandel - 3 | recreatiemiddelen en -artikelen |
specifieke vorm van detailhandel - 4 | automaterialen |
specifieke vorm van detailhandel - 5 | landbouwproducten en bouwmaterialen |
specifieke vorm van detailhandel - 6 | ijzerwaren en gereedschappen |
specifieke vorm van detailhandel - 7 | meubels |
- k. met dien verstande dat de gronden gelegen tussen het bouwvlak en de bestemming Verkeer tevens zijn bestemd voor bedrijfsactiviteiten of detailhandel overeenkomstig de aanduiding die ter plaatse van hetzelfde perceel is opgenomen;
- l. wegen, paden, pleinen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen voor de situering en afmeting van bouwwerken en ten aanzien van het bebouwingspercentage, met inachtneming van de volgende regels:
- a. nadere eisen zijn noodzakelijk ter voorkoming van onevenredige aantasting van aangrenzende gronden;
- b. nadere eisen zijn noodzakelijk uit het oogpunt van verkeersveiligheid, brandveiligheid of brand- en rampenbestrijding;
- c. nadere eisen zijn noodzakelijk om te voorzien in de parkeerbehoefte in de vorm van parkeren op eigen terrein of in het voorzien in ruimte voor laden en lossen op eigen terrein;
- d. nadere eisen zijn noodzakelijk voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en leidt ten hoogste tot een beperking van het bebouwingspercentage met 15%.
3.4 Ontheffing van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Ontheffing van de gebruiksregels
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Gemengd-1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gemengde voorzieningen: kantoren, maatschappelijke voorzieningen en dienstverlenende bedrijven;
- b. wegen, paden, pleinen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
4.2 Bouwregels
4.3 Ontheffing van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Gemengd-2
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gemengde voorzieningen: kantoren, bedrijven uit categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "industrieterrein" en dienstverlenende bedrijven;
- b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen-1": tevens een werkwoning;
- c. wegen, paden, pleinen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen voor de situering en afmeting van bouwwerken en ten aanzien van het bebouwingspercentage, met inachtneming van de volgende regels:
- a. nadere eisen zijn noodzakelijk ter voorkoming van onevenredige aantasting van aangrenzende gronden;
- b. nadere eisen zijn noodzakelijk uit het oogpunt van verkeersveiligheid, brandveiligheid of brand- en rampenbestrijding;
- c. nadere eisen zijn noodzakelijk om te voorzien in de parkeerbehoefte in de vorm van parkeren op eigen terrein of in het voorzien in ruimte voor laden en lossen op eigen terrein;
- d. nadere eisen zijn noodzakelijk voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en leidt ten hoogste tot een beperking van het bebouwingspercentage met 15%.
5.4 Ontheffing van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Ontheffing van de gebruiksregels
5.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. park, plantsoen, bermstroken, bermsloten, waterpartijen, paden, speelvoorzieningen, straatmeubilair, afvalverzamelvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, geluidwerende voorzieningen;
- b. extensief recreatief gebruik;
- c. andere tot de bestemming behorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Verkeer
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. straten, voet- en fietspaden, rabatten, parkeerterreinen, speelvoorzieningen, straatmeubilair, afvalverzamelvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, groenvoorzieningen, terrassen, waterhuishoudkundige voorzieningen, taluds, oevers, bruggen en voorzieningen ten behoeve van het openbare nut;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein;
- c. overige tot de bestemming behorende voorzieningen.
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Water
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water ten behoeve van de waterhuishouding;
- b. extensieve recreatie;
- c. overige tot de bestemming behorende voorzieningen.
8.2 Bouwregels
Bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
- a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 3 m.
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de hoogte en situering van de bouwwerken met het oog op de verkeersveiligheid, indien noodzakelijk is met name daar waar het bouwwerken betreft op gronden, welke zijn gelegen op of nabij hoeken van wegen en paden.
Artikel 9 Wonen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen in een vrijstaande woning voor de huisvesting van één huishouden, met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'tuin': uitsluitend een tuin;
- c. wegen, paden, pleinen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen voor de situering en afmeting van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde voor zover noodzakelijk is, met inachtneming van de volgende regels:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid.
9.4 Ontheffing van de bouwregels
9.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. het permanent of tijdelijk bewonen van bijgebouwen is niet toegestaan;
- b. uitoefenen van handel (inclusief detailhandel), nijverheid en dienstverlening (zoals kantoren en horeca) en de uitoefening van beroepsmatige activiteiten in de woning is niet toegestaan.
9.6 Ontheffing van het gebruik
9.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 10 Leiding - Gas
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met bijbehorende vrijwaringzone met inachtneming van het volgende:
- a. in geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
10.2 Bouwregels
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
- a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 2 meter;
- b. ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels – slechts worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
10.3 Ontheffing bouwregels
10.4 Aanlegvergunning
Hoofdstuk 3 Algemene Bouwregels
Artikel 11 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene Bouwregels
12.1 Overschrijdingen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
- b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
- c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
12.2 Nadere eisen
12.3 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
- a. voor een bouwwerk, dat krachtens een bouwvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
- 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
- b. in geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;
- c. op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
Artikel 13 Algemene Aanduidingsregels
13.1 Veiligheidszone - munitie
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding " veiligheidszone-munitie" zijn niet toegestaan:
- a. gebouwen met een vlies- of gordijngevelconstructie;
- b. gebouwen met zeer grote glasoppervlakten, waarin zich als regel een groot aantal personen bevindt (meer dan 50 personen);
- c. bedrijven die bij calamiteit gevaar voor munitieopslag of omgeving opleveren.
Artikel 14 Algemene Ontheffingsregels
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de regels in dit plan voor:
- a. het afwijken van de in het plan voorgeschreven maatvoering met maximaal 10%, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. de samenhang in straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
- b. het oprichten van antennes en masten met een bouwhoogte van maximaal 15 meter.
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de regels in dit plan te wijzigen voor:
- a. het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde van geringe afmetingen ten dienste van het openbaar nut met een oppervlakte van maximaal 15 m² en een hoogte van maximaal 3,5 meter;
- b. het overschrijden van de naar de weg gekeerde bouwgrens, zomede van de ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelsgrens bepaalde minimale afstand door:
- 1. erkers, balkons en bordessen tot maximaal 1 meter;
- 2. ingangspartijen tot maximaal 2 meter, mits de bebouwde oppervlakte maximaal 6 m² en de hoogte maximaal 3 meter zal bedragen;
- c. geringe afwijkingen, die in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken geen gebouwen zijnde of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van de bestemmingsgrens met maximaal 3 meter toelaatbaar.
Artikel 16 Algemene Procedureregels
Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de volgende regels in acht te worden genomen:
- a. het ontwerpbesluit ligt met de bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter inzage en wordt tevens langs elektronische weg beschikbaar gesteld;
- b. burgemeester en wethouders maken deze terinzagelegging tevoren bekend in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen die in de gemeente worden verspreid en tevens langs elektronische weg;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
- d. gedurende de onder sub a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college zienswijzen naar voren brengen tegen het ontwerpbesluit;
- e. indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen zijn ingebracht, wordt het besluit met redenen omkleed;
- f. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen hebben ingebracht de beslissing daaromtrent mee.
Artikel 17 Overige Regels
17.1 Wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
17.2 Strafregel
Overtreding van het bepaalde in lid 10.4.1 is, naast het bepaalde in artikel 7.10 Wro, een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, sub 2 Wed.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregel
Artikel 18 Overgangsrecht
18.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel opgericht kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
- b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van lid 18.1, sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 18.1, sub a met maximaal 10%;
- c. lid 18.1, sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, maar zijn opgericht zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
18.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het plan strijdige gebruik, bedoeld in lid 18.2, sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in lid 18.2, sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. lid 18.2, sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Artikel 19 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: "Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009".