Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening
Bestemmingsplan - Gemeente Rucphen
Vastgesteld op 26-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening van de gemeente Rucphen.
1.2 aan- of uitbouw
een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een hoofdgebouw dat door de indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt overeenkomstig het gebruik van het hoofdgebouw.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangegeven, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en / of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aanhuisgebonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.6 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
1.7 archeologische waarde
de waarden die rechtstreeks verband houden met de mogelijkheden voor de uitoefening van een doelmatige, agrarische bodem- en / of bedrijfsexploitatie.
1.8 bebouwing
één of meer gebouwen en / of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.9 bebouwingspercentage
een op de kaart of in planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel c.q. bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.10 bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
1.11 bedrijfsvloeroppervlak
de gezamenlijke vloeroppervlakte van verkoopruimten, magazijnen, bergingen, kantoren en verblijfsruimten en de overige voor de bedrijfsvoering benodigde vloeroppervlakte.
1.12 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.13 bestaand
ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.15 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0840.7001V0005-DEF1 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.16 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.17 Bevi
Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
1.18 Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
1.19 bijgebouw
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw en door zijn ligging, functie, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.20 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.21 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.22 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.23 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.24 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.25 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.26 dienstverlenende bedrijven
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, zoals reisbureaus, wasserettes, autorijschool en videotheek.
1.27 escortbedrijf
de natuurlijke persoon, groep of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of van omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een seksinrichting) wordt uitgeoefend.
1.28 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.29 groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en / of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
1.30 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.31 kantoor
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congressen en vergaderaccommodaties.
1.32 maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen.
1.33 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangegeven, waar een bepaalde maatvoering geldt.
1.34 milieudeskundige
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake milieu.
1.35 Nen
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.36 nutsvoorziening
voorziening ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes en telefooncellen.
1.37 overkapping
een bouwwerk geen gebouw zijnde voorzien van een gesloten dak en van maximaal twee wanden.
1.38 peil
voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang.
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwterrein.
1.39 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.40 raamprostitutie
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué / prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen met als doel het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.41 seksautomatenhal
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en / of live-shows van erotische en / of pornografische aard kunnen worden gegeven.
1.42 seksbioscoop en / of -theater
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door vertoningen van erotische en / of pornografische aard kunnen worden gegeven.
1.43 seksinrichting
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.44 Staat van Bedrijfsactiviteiten "industrieterrein"
de Staat van Bedrijfsactiviteiten "industrieterrein" die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.45 straatprostitutie
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.46 tuincentrum
een bedrijf dat voor maximaal 80% is gericht op het voortbrengen van producten door middel van telen van gewassen alsmede voor maximaal 30% is gericht op het verkopen en leveren van gewassen en andere goederen voor het inrichten van tuinen dan wel de aanleg en het onderhoud van tuinen door derden.
1.47 verbeelding
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0840.7001V0005-DEF1.
1.48 voorgevel-/achtergevelrooilijn
de op de kaart als zodanig aangegeven lijn die, in combinatie met de rechte lijnen die in het verlengde daarvan zijn te trekken, bij het bouwen aan de wegzijde (voorgevellijn) of aan de van de wegafgekeerde zijde (achtergevellijn) niet mag worden overschreden.
1.49 vrijstaand
een gebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander gebouw.
1.50 werkwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, behorend bij een bedrijf op hetzelfde perceel.
1.51 Wgh
de Wet geluidhinder, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
1.52 Wgh-inrichtingen
bedrijven als genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
Artikel 2 Wijze Van Meten
De regelsvan dit artikel in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" zijn onverkort van toepassing.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De regels van dit lid in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" zijn onverkort van toepassing.
3.2 Bouwregels
De regels van dit lid in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" zijn onverkort van toepassing.
3.3 Nadere eisen
De regels van dit lid in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" zijn onverkort van toepassing.
3.4 Afwijken van de bouwregels
De regels van dit lid in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" zijn onverkort van toepassing.
3.5 Specifieke gebruiksregels
De regels van dit lid in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" zijn aangevuld met de volgende regel in lid 3.5.2 onder e:
het oprichten van:
- Bevi-inrichtingen
- Wgh inrichtingen
- risicovolle inrichtingen, zolang de plaatsgebonden risicocontour 10-6 per jaar volgens Bevi buiten de inrichting is gelegen, met uitzondering van een risicovolle inrichting, waarvan de plaatsgebonden risicocontour 10-6 per jaar volgens Bevi binnen en buiten de inrichting is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting';
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
De regels van dit lid in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" zijn onverkort van toepassing.
Artikel 4 Gemengd - 1
De regels in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" in dit hoofdstuk onverkort van toepassing.
Artikel 5 Groen
De regels in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" in dit hoofdstuk onverkort van toepassing.
Artikel 6 Verkeer
De regels in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" in dit hoofdstuk onverkort van toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Algemene Aanduidingsregels
De regelsin het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" in dit hoofdstuk zijn aangevuld met de volgende regeling:
7.1 Veiligheidszone - Bevi
Binnen de aanduiding 'Veiligheidszone - Bevi' geldt dat nieuwe kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het BEVI, niet zijn toegestaan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
De regels in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" van dit artikel zijn onverkort van toepassing.
Artikel 9 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: "Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening".
Hoofdstuk 1 Het Plan
1.1 Aanleiding En Doel Bestemmingsplan
Aanleiding
De aanleidingen voor het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening zijn de volgende.
- Afbuigen aansluiting Industriestraat / Kozijnenhoek. Voorgenomen wordt de verkeerssituatie Kozijnenhoek - Industriestraat te wijzigen, waardoor ontsluiting van het bedrijventerrein De Nijverhei wordt verbeterd.
- Gewijzigde opzet groenstructuur. Bij uitgifte van de kavels ter plaatse van het voorzieningencluster is de ligging en vorm van de groenstrook aangepast. Samenhangend hiermee is ook de ligging van het bestemmingsvlak Bedrijf en het daarop geprojecteerde bouwvlak aangepast.
- Verduidelijking begrip bijgebouw. Bij toepassing van het bestemmingsplan is gebleken dat het begrip bijgebouw en het hanteren ervan in de regels niet eenduidig zijn. Aanpassing daarvan is noodzakelijk.
- Verduidelijking bouwregels met betrekking tot inhoud en oppervlakte van (bedrijfs c.q. werk) woningen. Bij toepassing van de regels van het bestemmingsplan Nijverhei blijkt onvoldoende of de oppervlakte en inhoud van aan- en uitbouwen wordt meegeteld bij de maximaal toelaatbare maatvoering voor (bedrijfs c.q. werk) woningen.
- Uitgeven bedrijfsgrond Kleinheidepad (kad. nr. D.08346);
Ter plaatse was een retentievijver voorzien. Deze vijver zal niet meer worden aangelegd en de naastgelegen ontsluitingsweg kan komen te vervallen. Dit perceel kan worden uitgeven als bedrijfsgrond. Hiervoor dient de bestemming te worden aangepast. - Veiligheidszone - bevi IJspaleis;
Het IJspaleis aan de Rucphensebaan 48 heeft een machinekamer met een risicocontour 10-6 van 105 meter. Hiervoor is in deze herziening een gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - bevi' opgenomen.
Doel
Het voorliggende bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening is opgesteld om de vorengenoemde onderwerpen juridisch-planologisch te verduidelijken en de ontstane en beoogde afwijkingen te bevestigen.
1.2 Planherziening
1.2.1 Afbuigen aansluiting Industriestraat / Kozijnenhoek
Analyse
Achtergrond
In 2008 is een revitalisering van de wegenstructuur doorgevoerd. De Industriestraat is daarbij omgevormd tot een belangrijke ontsluitingsweg voor het bedrijventerrein. Daarnaast is onder meer de Korte Hei opnieuw aangelegd. De Lange Hei heeft een doorgaande verbinding gekregen tussen de Kerkeheidestraat en de Korte Hei.
Het sluitstuk voor de verbeteringen van de infrastructuur is het aanpassen van de aansluiting Kozijnenhoek - Industriestraat. Voorgenomen is de Industriestraat verkeersveilig te laten aansluiten op de Kozijnenhoek.
Bestaande situatie
Figuur 1.1. Bestaande situatie (bron: Bingmaps)
De huidige situatie laat zich als volgt beschrijven.
- De Industriestraat sluit, door middel van een bochtconstructie haaks aan op de Kozijnenhoek. De Kozijnenhoek betreft een voorrangsweg.
- Langs de Kozijnenhoek ligt een vrijliggend fietspad in twee richtingen.
- Verkeer op de Industriestraat wordt gemengd afgewikkeld.
Beoogd tracé
Beoogd is de situatie als volgt te wijzigen (zie ook figuur 1.2).
- De Industriestraat wordt een voorrangsweg. Deze weg krijgt vanuit het zuiden een vloeiend verloop naar het noorden en vervolgt daarna de Kozijnenhoek oostwaarts.
- De Kozijnenhoek wordt door middel van een flauwe bocht haaks aangesloten op het nieuwe tracé van de Industriestraat.
- Het westelijk deel van de Kozijnenhoek wordt daarmee ten opzichte van de Industriestraat ondergeschikt. Ook de voorrangssituatie wordt gewijzigd.
- Als gevolg van het aanpassen van het tracé (met naastliggend fietspad) worden ook de omliggende bedrijfskavels in het voorzieningencluster enigszins aangepast.
Figuur 1.2. Beoogde aansluiting
Akoestisch onderzoek
Kader
Bij het mogelijk maken van het wijzigen van de infrastructuur moet voldaan worden aan de wettelijke normen van de Wet geluidhinder (hierna: Wgh). In het kader van de Wgh is bij de voorgestane fysieke wijzigingen aan een weg met aanliggende geluidgevoelige bestemmingen (zoals woningen) akoestisch onderzoek vereist. In de directe omgeving van de fysieke wijzigingen aan de Kozijnenhoek bevinden zich geluidsgevoelige bestemmingen (woningen aan de Sporthei), zodat akoestisch onderzoek conform de Wgh vereist is.
Onderzoek
Door RBOI is onderzoek verricht naar geluidhinder (zie bijlage 1). In het onderzoek is de wijziging ten aanzien van de aansluiting Kozijnenhoek – Industriestraat onderzocht. Daarbij is voor wat betreft de invoergegevens voor de huidige en toekomstige situatie rekening gehouden met de mogelijke aanleg van:
- de verlengde Vosdonkseweg;
- het doortrekken van de Helakkerstraat richting de Bernhardstraat.
Het voorliggende bestemmingsplan heeft echter geen betrekking op het doortrekken van de bovengenoemde wegen en omvat uitsluitend het verbeteren van de aansluiting Kozijnenhoek - Industriestraat.
Resultaten
De realisering ten aanzien van de wijziging aansluiting Kozijnenhoek - Industriestraat leidt niet tot reconstructiesituaties in de zin van de Wet geluidhinder (toename afgerond 2 dB of meer). Er wordt voldaan aan de eisen vanuit de Wet geluidhinder. Het vaststellen van een hogere grenswaarde wegverkeerslawaai kan achterwege blijven.
Watertoets
Toetsingskader
Het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.1. Bro) schrijft voor dat gemeenten het waterschap betrekken bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen. De voorliggende tekst vormt de schriftelijke weerslag van de watertoets.
Onderzoek
De voorliggende waterparagraaf wordt door de gemeente in concept toegezonden aan het Waterschap Brabantse Delta voor een reactie. De reactie is in voorliggende paragraaf verwerkt. Het wateradvies wordt te zijner tijd in de bijlage opgenomen:
- in het plangebied vinden geen ingrijpende wijzigingen plaats op het gebied van de waterhuishouding;
- het in stand houden van een goed functionerend rioolstelsel is uitgangspunt van het gemeentelijk rioleringsplan. Bij de aanpassingen van de aansluiting van de weg wordt rekening gehouden met de aanleg van een goed rioleringsstelsel.
- het huidige rioolstelsel voldoet aan de eisen, die door ondermeer het Waterschap Brabantse Delta, aan een dergelijk rioolsysteem worden gesteld.
- Indien mogelijk wordt zoveel mogelijk aangesloten op gescheiden systemen. Bij de toepassing daarvan wordt relatief schoon regenwater niet via het riool afgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie, maar al dan niet middels voorzieningen direct geïnfiltreerd in de bodem. In voorkomende gevallen wordt in overleg met het Waterschap Brabantse Delta bekeken of door middel van het realiseren van aanvullende voorzieningen (zoals infiltratievoorzieningen) de afvoer van afvalwater naar de rioolzuiveringsinstallatie kan worden beperkt. Dit is tevens ter voorkoming van verdroging;
- De toename van de verharding is als totaal afgewogen in het basisplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009. In het voorliggende plan wordt een aanpassing van de ontsluiting, en daarmee samenhangend, van de begrenzing van kadastrale percelen voorzien. Ook is voorzien in bermsloten langs de weg. In totaliteit is geen sprake van een significante toename van de verharding.
Conclusie
Het bestemmingsplan is niet in strijd met het waterschapsbelang.
Aanpassing bestemmingsplan
Het bestemmingsplan wordt als volgt herzien.
- De bestemmingsgrens van de bestemming Verkeer wordt aangepast overeenkomstig het beoogde ontwerp van de weg. De bestemming Gemengd - 1 wordt aan de noord- en westzijde iets verkleind.
1.2.2 Gewijzigde opzet verkaveling
Analyse
Tussen de Kozijnenhoek, Industriestraat, Helakkerstraat is in het geldende bestemmingsplan bedrijventerrein Nijverhei 2009 de realisering van het voorzieningencluster Kozijnenhoek voorzien. Nu is dit gebied bouwrijp gemaakt en worden de kavels uitgegeven.
Bij de realisering van het voorzieningencluster is bij aanleg van de groenstrook tussen de bestemmingen Bedrijf en Gemengd - 1 de begrenzing van de kavels en de groenstrook op ondergeschikte onderdelen gewijzigd. In het vastgestelde bestemmingsplan heeft de groenstrook een vloeiende, lichtgebogen structuur (zie afbeelding 2.1). De groenstructuur heeft nu een op de (bedrijfs)kavels afgestemde efficiëntere begrenzing gekregen (zie afbeelding 2.2). In samenhang hiermee zijn ook de omliggende bestemmingsvlakken en bouwvlakken aangepast.
![]() | ![]() |
Afbeelding 2.1 gebogen groenstrook | Afbeelding 2.2 rechtgetrokken groenstrook, voorzieningen cluster, bedrijfsbestemming en verkeersbestemming. |
Aanpassing bestemmingsplan
De volgende aanpassing wordt doorgevoerd.
- De bestemmingen Bedrijf, Groen, Gemengd -1, en Verkeer zijn afsgestemd op de gerealiseerde situatie.
1.2.3 Verduidelijking begrip bijgebouw
Analyse
In de regels is onder 1.25 het begrip Bijgebouw opgenomen:
"1.25 Bijgebouw:
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw."
Dit begrip leidt in de regels tot onduidelijkheden, omdat in het basisplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009 in de artikelen gesproken wordt over niet-vrijstaande bijgebouwen. Het betreft de artikelen:
- 5.2.2 sub e; hierin wordt de breedte van een met de werkwoning verbonden bijgebouw vastgelegd;
- 5.2.2 sub g; in dit lid wordt de maximale diepte van een woning en een aangebouwd bijgebouw bepaald;
- 9.2.1 sub e; hierin wordt de minimale en maximale breedte van een hoofdgebouw vastgelegd, waarbij is bepaald dat aangebouwde bijgebouwen en aan- en uitbouwen niet mee worden gerekend; en
- 9.2.2 sub d; in dit lid is de maximale diepte van een woning en een daarmee verbonden bijgebouw vastgelegd.
Op basis van het aangehaalde begrip 1.25 voor bijgebouwen kunnen aangebouwde bijgebouwen en met het hoofdgebouw verbonden bijgebouwen niet worden gerealiseerd. In die situaties zijn bijgebouwen namelijk niet vrijstaand. Deze juridisch-planologische situatie is niet wenselijk.
De gemeente is daarom van mening dat een herziening van het begrip bijgebouw noodzakelijk is. Voorgestaan wordt het begrip Bijgebouw zoals dat in recente plannen is opgenomen te hanteren. Door middel van de voorliggende herziening wordt het begrip Bijgebouw daarom als volgt herzien.
"1.25 Bijgebouw
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw en door zijn ligging, functie, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw."
De regelingen in artikel 5 en artikel 9 zoals aangehaald, behoeven daarmee geen aanpassingen.
Aanpassing bestemmingsplan
In de regels wordt het geldende begrip 1.25 Bijgebouw vervangen door het volgende.
- 1.25 Bijgebouw
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw en door zijn ligging, functie, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.2.4 Verduidelijking bouwregels met betrekking tot inhoud en oppervlakte van (bedrijfs) woningen
In het geldende bestemmingsplan is het maximaal bewoonbaar vloeroppervlak (200 m²) en de inhoud (750 m³) vastgelegd voor bedrijfswoningen en (werk)woningen in de artikelen:
- 3.2.1 sub f;
- 5.2.1 sub g;
- 9.2.1 sub c.
In de regels is onder lid 1.6 het begrip aan- of uitbouw opgenomen:
1.6 Aan- of uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
Bij toepassing van het bestemmingsplan Nijverhei 2009 is op basis van de regels en het aangehaalde begrip onvoldoende duidelijk of aan- en uitbouwen zijn inbegrepen bij het maximaal toelaatbaar bewoonbaar vloeroppervlak en de inhoud van bedrijfswoningen en (werk)woningen. De gemeente wenst hiervoor een eenduidige regeling.
In meer recente plannen van de gemeente wordt voor aan- of uitbouwen het volgende begrip gehanteerd:
"Aan- of uitbouw
een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een hoofdgebouw dat door de indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt overeenkomstig het gebruik van het hoofdgebouw".
In dit begrip wordt een duidelijke relatie gelegd met het beoogde gebruik van de aan- of uitbouw. Bij toepassing van de vorengenoemde formulering op de geldende regelingen voor het maximaal toelaatbaar bewoonbaar vloeroppervlak en de inhoud, wordt duidelijk dat deze maatvoeringen in die situatie inclusief aan - en uitbouwen moet worden uitgelegd. De gemeente wenst om deze reden het bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009 op dit punt te herzien.
Door middel van de voorliggende herziening wordt het geldende begrip 1.6 Aan- en uitbouwen vervangen door het voorstaande begrip. Eventuele onduidelijkheden met betrekking tot dit aspect worden daarmee voorkomen.
Aanpassing bestemmingsplan
In de regels wordt het geldende begrip aan- of uitbouw vervangen door het volgende:
- 1.6 Aan- of uitbouw
een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een hoofdgebouw dat door de indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt overeenkomstig het gebruik van het hoofdgebouw.
1.2.5 Uitgeven bedrijfsgrond
Uitgeven bedrijfsgrond Kleinheidepad (kad. nr. D.08346);
Ter plaatse was een retentievijver voorzien. Deze vijver zal niet meer worden aangelegd, omdat de praktijk heeft aangetoond dat deze retentie overbodig is. Recent is een duiker aangelegd en is het profiel van de sloot van de gemeentewerf tot de duiker aangepast. De langs de retentievijver gelegen ontsluitingsweg is niet meer nodig. Dit perceel kan worden uitgeven als bedrijfsgrond. Hiervoor dient de bestemming te worden aangepast van Water en Verkeer naar Bedrijf.
Aanpassing bestemmingsplan
De bestemmingen Water en Verkeer binnen Kadasternummer D.08346 is op de verbeelding vervangen door de bestemming Bedrijf. Het bouwvak van het aangrenzende bedrijventerrein is hiertoe vergroot.
1.2.6 Veiligheidszone / bevi
Het IJspaleis aan de Rucphensebaan 48 heeft een machinekamer met een risicocontour 10-6 van 105 meter.
Plaatsgebonden risico
De veiligheidsafstand vanaf de machinekamer is 105 meter, wanneer wordt uitgegaan van:
- 1 koelinstallatie van 4800 kg NH3
- Maximale werktemperatuur: -10 Celcius
- Opstellingsuitvoering 3 (vloeistofvat op het dak niet of onvolledig omkapt)
- Vloeistofleiding vloeistofpomp naar verdamper = DN50
- Geen pompbeveiliging aanwezig
Omdat bij Het IJspaleis geen sprake is van buiten gelegen vloeistofleidingen van vloeistofpomp naar de verdampers, zijn de veiligheidsafstanden vanaf de buitenleidingen niet van toepassing. Alleen de veiligheidsafstand vanaf de rand van (het dak van) de machinekamer is van belang.
Groeprisico
Het invloedsgebied bedraagt op grond van tabel 3, 260 meter (i.p.v. 360 meter, dit vanwege de lagere werktemperatuur van -10 gr.). Deze afstand geldt alleen geldt voor installaties met een pompbeveiliging. Gezien de hoge toegestane bevolkingsdichtheden is volgens het RIVM de invloed van wel of geen pompbeveiliging voor het GR niet zo relevant. Gebaseerd op de tabel en de toegestane personendichtheden uit de Handreiking verantwoording groepsrisico geldt het volgende:
Het aantal personen dat zich binnen het invloedsgebied mag bevinden bedraagt 220 personen per hectare. Vanuit de machinekamer (puntbron) gerekend betekent dit dat er zich ruim 4600 personen binnen het invloedsgebied mogen bevinden opdat de oriënterende waarde van het groepsrisico niet wordt overschreden.
Binnen het invloedsgebied worden geen nieuwe woningen gerealiseerd zodat er geen toename van het groepsrisico optreedt.
Op grond van artikel 13 van het Bevi dient wel verantwoording van het groepsrisico te worden afgelegd. In het kader van het vooroverleg zal advies worden gevraagd aan de regionale brandweer.
Aanpassing bestemmingsplan
Een gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - bevi' is opgenomen voor de 10-6 risicocontourrondom het IJspaleis.
Hoofdstuk 2 Toelichting Bestemmingsregeling
2.1 Inleiding
Algemeen
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze gepresenteerd moeten worden. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken voor het bestemmingsplan.
Digitaal
Op de gemeentelijke website of www.ruimtelijkeplannen.nl kunnen de digitale bestemmingsplannen worden bekeken. Bij raadpleging van het digitale bestemmingsplan wordt de gebruiker bij het aanklikken van de percelen op een beeldscherm vanzelf naar de relevante delen van het bestemmingsplan "doorverwezen".
Herziening Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening
Voorliggend plan Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening betreft een herziening op onderdelen van het bestemmingplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009. Voor het overige is het bestemmingsplan niet herzien. De te herziene onderdelen betreffen:
- afbuigen aansluiting Industriestraat / Kozijnenhoek (zie 1.2.1);
- gewijzigde opzet groenstructuur (zie 1.2.2);
- verduidelijking begrip bijgebouw (zie 1.2.3);
- verduidelijking van de bouwregels met betrekking tot inhoud en oppervlakte van (bedrijfs) woningen door aanpassing van het begrip aan- en uitbouw.
2.2 Bestemmingen
2.2.1 Verbeelding
De verbeelding is overeenkomstig de gewijzigde opzet van het voorzieningencluster aangepast.
- De aangepaste aansluiting Industriestraat - Kozijnenhoek is op basis van het ontwerp ingetekend.
- De groenstrook is volgens het gewijzigde verkavelingspatroon overgenomen.
- De retentievijver en naastgelegen ontsluitingsweg aan het Kleinheidepad (kad. nr. D.08346) zijn gewijzigd van de bestemmingen water en Verkeer naar de bestemming bedrijf.
- Een gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - bevi' is opgenomen op de verbeelding rondom het IJspaleis.
2.2.2 Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Dit hoofdstuk bevat artikelen, die van belang zijn voor een juiste toepassing van deze regels.
Artikel 1 Begrippen
De begrippen uit het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" zijn onverkort van toepassing met uitzondering van:
- lid 1.1 plan;
- lid 1.15 bestemmingsplan;
- lid 1.47 verbeelding.
Deze leden zijn afgestemd op dit plan met de naam "Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening" en het imronummer "NL.IMRO.0840.7001V0005-DEF1".
Daarnaast zijn de volgende begrippen redactioneel aangepast.
- 1.6 Aan- of uitbouw
een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een hoofdgebouw dat door de indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt overeenkomstig het gebruik van het hoofdgebouw.
- 1.25 Bijgebouw
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw en door zijn ligging, functie, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
In dit artikel zijn in de voorliggende herziening alle begrippen overgenomen uit het basisplan. De 'oude' nummering van de herziene begrippen 1.6 Aan- of uitbouw en 1.25 Bijgebouw blijft daarmee intact, waardoor de leesbaarheid van het voorliggende plan wordt vergroot.
Artikel 2 Wijze van meten
De bepalingen in dit artikel in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009" zijn onverkort van toepassing verklaard voor de voorliggende herziening. Voorzien is in een hyperlink.
2.2.3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 tot en met 10
De overige artikelen (artikel 3 t/m 10) van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009 zijn in deze voorliggende herziening niet herzien.
Op de verbeelding van het voorliggende bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening zijn de volgende bestemmingen gevat:
- Bedrijf.
- Gemengd-1.
- Groen.
- Verkeer.
Deze artikelen zijn niet herzien, maar individueel opgenomen in de regels in verband met de digitale raadpleegbaarheid van het bestemmingsplan. Per artikel is een hyperlink opgenomen naar de geldende regels van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009". De nummering van de artikelen wijkt hierdoor af van het basisplan.
2.2.4 Hoofdstuk 3 Algemene regels
In dit hoofdstuk van deze herziening is voorzien in een hyperlink naar de geldende regels van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009". Het gaat daarbij om de artikelen 13 tot en met 17 uit dat plan. Een algemene aanduidingsregel Veiligheidszone - Bevi is toegevoegd.
2.2.5 Hoofdstuk 4 Overgangs- en Slotbepalingen
Artikel 5 Overgangsrecht
In deze herziening is in dit artikel een hyperlink naar het overgangsrecht opgenomen in het geldende bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverhei 2009". Het gaat daarbij om artikel 18 uit dat plan. Het overgangsrecht uit dat plan is daarmee onverkort van toepassing op deze voorliggende herziening.
Artikel 6 Slotregel
Dit artikel geeft de naam (Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening) aan waaronder de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Financiële Uitvoerbaarheid
In de Wro is de Grondexploitatiewet opgenomen. In deze wet is het verplichte kostenverhaal van plankosten door de gemeente geregeld. De gemeente legt dit kostenverhaal vast in een exploitatieplan. Kostenverhaal is aan de orde en dient te worden verzekerd indien op grond van een bestemmingsplan rechtstreeks nieuwe bouwplannen (als genoemd in artikel 6.2.1 Bro) mogelijk worden gemaakt (artikel 6.2.3 t/m 6.2.5 Bro). Een exploitatieplan hoeft niet te worden vastgesteld indien het kostenverhaal anderszins verzekerd. Bijvoorbeeld doordat alle grondeigenaren hiertoe een overeenkomst is gesloten of als de gemeente volledig zelf het grondeigendom heeft.
Dit bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening heeft tot doel juridisch-planologisch te bevestigen:
- het afbuigen aansluiting Industriestraat / Kozijnenhoek;
- de gewijzigde opzet groenstructuur.
Bovendien wenst de gemeente de regeling ten aanzien van twee onderwerpen te verduidelijken:
- verduidelijking van het begrip bijgebouw;
- verduidelijking van de bouwregels met betrekking tot inhoud en oppervlakte van (bedrijfs) woningen door aanpassing van het begrip aan- en uitbouw.
De aanpassing van de aansluiting en de wijziging van de groenstructuur is een gemeentelijk project. Er worden in het bestemmingsplan geen nieuwe bouwplannen door derden mogelijk gemaakt. Recentelijk is het Bro gewijzigd (Besluit van 15 december 2009, Stcr. 2009, 19 907). Artikel 6.2.1a Bro (nieuw) maakt het mogelijk om het vaststellen van een exploitatieplan achterwege te laten indien het mogelijke (netto) bedrag aan exploitatie opbrengsten minder dan € 10.000,- bedraagt.
Het is niet waarschijnlijk dat de opbrengsten dit bedrag te boven zullen gaan. Daarom wordt afgezien van het vaststellen van een exploitatieplan bij dit bestemmingsplan.
3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Daarbij wordt voorafgaand aan de vaststelling van een bestemmingsplan doorlopen:
- overlegprocedure ex artikel 3.1.1 Bro;
- procedure overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
Aangezien de herziening van het bestemmingsplan slechts een beperkt aantal onderwerpen omvat, wordt de overlegprocedure in het kader van het ontwerpbestemmingsplan doorlopen.
Het voorontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van 1 november 2012 tot 12 december 2012. Tijdens deze inspraakperiode zijn geen zienswijzen ingediend.
Zienswijze
De ter inzage legging van het voorontwerpbestemmingsplan heeft tot niet tot schriftelijke zienswijzen geleid.
Overlegreacties
Het vooroverleg zal plaatsvinden op basis van het ontwerpbestemmingsplan. De resultaten van het vooroverleg worden na afloop van deze procedure opgenomen in deze paragraaf.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 'Industrieterrein'
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'industrieterrein'