KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Landschappelijk
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Natuur
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 8 Bedrijf - Waterwinbedrijf
Artikel 9 Bos
Artikel 10 Cultuur En Ontspanning
Artikel 11 Detailhandel
Artikel 12 Groen
Artikel 13 Groen - Landschapselement
Artikel 14 Horeca
Artikel 15 Kantoor
Artikel 16 Maatschappelijk
Artikel 17 Maatschappelijk - Militair Terrein
Artikel 18 Natuur
Artikel 19 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 20 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 21 Sport
Artikel 22 Verkeer
Artikel 23 Verkeer - Spoorweg
Artikel 24 Water
Artikel 25 Wonen
Artikel 26 Leiding - Brandstof
Artikel 27 Leiding - Gas
Artikel 28 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 29 Leiding - Riool
Artikel 30 Leiding - Water
Artikel 31 Waarde - Archeologie
Artikel 32 Waarde - Ecologie - Ecologische Hoofdstructuur
Artikel 33 Waarde - Ecologie - Verbindingszone
Artikel 34 Waarde - Ecologie - Watersysteem
Artikel 35 Waterstaat - Waterbergingsgebied
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 36 Anti-dubbeltelregel
Artikel 37 Algemene Bouwregels
Artikel 38 Algemene Gebruiksregels
Artikel 39 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 40 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 41 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 42 Algemene Procedureregels
Artikel 43 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 44 Overgangsrecht
Artikel 45 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Vigerend Bestemmingsplan
1.3 Ligging Plangebied
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Beschrijving Onderdelen 2e Herziening
2.1 Inleiding
2.2 Bosheidestraat 5b, Rucphen
2.3 Landgoed Jachthuis, Schijf (Hoek Achtmaalsebaan/antwerpensebaan)
2.4 Roosendaalsebaan 30, Schijf
2.5 Bernhardstraat 23, Rucphen
2.6 Bernhardstraat 21, Rucphen
2.7 Onze Lieve Vrouwestraat 56a, Zegge
2.8 Terrein Backhuys Roozeboom (Hoek De Schietbaan - Zeepestraat & De Oliepot)
2.9 De Oliepot - Tentenkamp (Hoek De Schietbaan - Zeepestraat & De Oliepot)
2.10 Zundertseweg 45, Rucphen
2.11 Zurendoncksestraat En Kronenstraat Te Sprundel
2.12 Ecologische Verbindingszones
2.13 Kerkstraat 19, Rucphen
2.14 Keijtenburgstraat 6a - Regeling Plattelandswoning
Hoofdstuk 3 Juridische Plantoelichting
3.1 Algemeen
3.2 Opzet Van De 2e Herziening
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Cultuurhistorische Waardevolle Panden
Bijlage 3 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 4 Verordening Ruimte Noord-brabant 2011
Bijlage 1 Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad Van State 21 Mei 2014, Zaaknummer 2012070151 R3

bestemmingsplan buitengebied Rucphen 2012, 2e herziening

Bestemmingsplan - gemeente Rucphen

Vastgesteld op 29-10-2014 - deels onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012 van de gemeente Rucphen, met inachtneming van de 1e herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening' en het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 2e herziening van de gemeente Rucphen.

1.2 bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0840.9000B0001-DEF2 met bijbehorende regels en bijlagen, met inachtneming van de 1e herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening' met identificatienummer NL.IMRO.0840.9000B0008-DEF1 en het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 2e herziening met identificatienummer NL.IMRO.0840.9000B0001-GU03 van de gemeente Rucphen.

1.3 verbeelding

De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie, bestaande uit de kaart NL.IMRO.0840.9000B0001-GU03.

1.4 25-jaarszone kwetsbaar

gebied waarbinnen het grondwater een periode van 25 jaar nodig heeft om de pompputten te bereiken;

1.5 AAB

Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen, voor advies inzake volwaardigheid, continuïteit en noodzaak in verband met een agrarisch bedrijf;

1.6 aanbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.7 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.8 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.9 aan huis gebonden beroep

een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder wordt niet begrepen de uitoefening van detailhandel en prostitutie;

1.10 beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor het verrichten van werkzaamheden van dienstverlenende en/of ambachtelijke aard met als doel daaruit hoofd- of neveninkomsten te betrekken, waarbij geen sprake is van een zich als specifiek opgeleid persoon naar buiten presenterende beroepsbeoefenaar en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van de woonfunctie in de woning en de bijbehorende bouwwerken kunnen worden uitgeoefend door de hoofdbewoners dan wel eigenaren van de woning en de bijbehorende bouwwerken. Gebruik mag niet leiden tot afbreuk en belemmering van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bebouwing en geen belemmering opleveren voor de doorstroming van het verkeer op de openbare weg. De activiteit aan huis mag niet vergunningplichtig of meldingsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer en daarop baseerde AMvB's. Er mag geen buitenopslag of bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond de woning, met uitzondering van in- en uitladen;

1.11 abiotische waarden

het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen);

1.12 afhankelijke woonruimte

een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huisvesting van één of meer personen, is ondergebracht;

1.13 agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren;

1.14 agrarisch-technisch hulpbedrijf

een bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking. Voorbeelden van agrarisch-technische hulpbedrijven zijn: grootveeklinieken, KI-stations, mestopslag- en mesthandelsbedrijven, loonwerkbedrijven (inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen), veetransportbedrijven, veehandelsbedrijven;

1.15 agrarisch-verwant bedrijf

een bedrijf of instelling gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren, of de toepassing van landbouwkundige methoden. Voorbeelden van agrarisch verwante bedrijven zijn: dierenasiels, dierenklinieken, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, stalhouderijen, instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs, proefbedrijven;

1.16 ander werk

een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;

1.17 antennedrager

antennemast of andere constructie bedoeld voor de vestiging van een antenne;

1.18 antenne-installatie

installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;

1.19 archeologische verwachting

de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;

1.20 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;

1.21 attentiegebied ecologische hoofdstructuur

gebied gelegen rondom en binnen de ecologische hoofdstructuur waar fysieke ingrepen een negatief effect kunnen hebben op de waterhuishouding;

1.22 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.23 bebouwingscluster

een vlakvormige verzameling van gebouwen;

1.24 bebouwingsconcentratie

een kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster;

1.25 bebouwingslint

een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg in het buitengebied, doorgaans dubbelzijdig aanwezig, met geringe afstanden tussen bouwkavels, veelal met een historisch gegroeide menging van kleinschalige niet-buitengebiedgebonden functies;

1.26 bebouwingspercentage

een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in dit plan anders is bepaald;

1.27 bed and breakfast

een kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf (maximumverblijfsduur zes aaneengesloten nachten) met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis. Hieronder wordt niet verstaan een overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. Aanverwante voorzieningen, zoals speeltuintjes, stallingen, detailhandel, horeca en dergelijke zijn niet toegestaan;

1.28 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.29 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.30 bedrijfsmatige exploitatie

het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer dan wel exploitatie;

1.31 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.32 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die dient voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;

1.33 beperkt kwetsbaar object

onder een beperkt kwetsbaar object worden verstaan:

  1. a. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare, en;
  2. b. dienst- en bedrijfswoningen van derden;
  3. c. kantoorgebouwen;
  4. d. hotels en restaurants;
  5. e. winkels;
  6. f. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
  7. g. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden;
  8. h. bedrijfsgebouwen;
  9. i. objecten die met de onder a tot en met f en h genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en;
  10. j. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;

1.34 bergbezinkbassin:

ondergrondse voorziening om rioolwater te laten bezinken;

1.35 bestaand

  1. 1. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd, krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. 2. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;

1.36 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.37 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.38 bijbehorende bouwwerken

een bij een (bedrijfs)woning bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

1.39 bijgebouw

een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.40 boerderijkamer / appartement

(deel van) een voormalig agrarisch gebouw dat wordt gebruikt voor recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in kamers van beperkte omvang;

1.41 boringvrije zone

gebied rondom een waterwingebied waar zich tussen het maaiveld en het watervoerende pakket waaraan het grondwater wordt onttrokken een aaneengesloten slecht doorlaatbare kleilaag bevindt;

1.42 bos

elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (één of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding), landschap en extensieve recreatie;

1.43 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.44 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.45 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.46 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.47 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.48 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.49 camping

een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

1.50 caravan

een al dan niet uitklapbare wagen of voertuig, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot logies-, dag- of nachtverblijf van één of meer personen en die bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grote afstanden, als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze wagen of dit voertuig wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt hij voor de toepassing van dit plan aangemerkt als caravan;

1.51 cultuur en ontspanning

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning;

1.52 cultuurhistorische waarden en kenmerken

waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;

1.53 cultuurhistorisch waardevolle bebouwing

een bouwwerk dat is opgenomen in bijlage 2 bij de regels van dit bestemmingsplan en overige gemeentelijke en rijksmonumenten. Bij verbouwing of vervanging van deze bouwwerken dient advies te worden ingewonnen bij een algemeen erkende organisatie op het gebied van cultuurhistorie, zoals stichting Brabantse Heem;

1.54 dagrecreatie

recreatieve activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, die plaats vinden binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang;

1.55 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.56 differentiatievlak

een als zodanig door differentiatiegrenzen omsloten vlak dat dient ter verbijzondering van een bestemming;

1.57 duurzame locatie

een bestaand agrarisch bouwvlak met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieu-oogpunt (ammoniak, stank en dergelijke) als vanuit ruimtelijk oogpunt (natuur, landschap en dergelijke) verantwoord is om het te laten groeien tot een bouwvlak voor een intensieve veehouderij;

1.58 ecologische hoofdstructuur

samenhangend netwerk van natuurgebieden van (inter)nationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden;

1.59 ecologische verbindingszone

een langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd (al dan niet aaneengesloten);

1.60 ecologische waarden en kenmerken

aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde of oorspronkelijke natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van de bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde;

1.61 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;

1.62 erotisch getinte vermaaksfunctie

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

1.63 extensieve (dag)recreatie

die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en paardrijden;

1.64 extensief recreatief medegebruik

recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten (met inbegrip van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair), dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden met wegbewijzering en rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair;

1.65 extensiveringsgebied

een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur;

1.66 functie

doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;

1.67 glastuinbouwbedrijf

een (niet-grondgebonden) agrarisch bedrijf, waarin de productie geheel of in overwegende mate plaatsvindt in kassen of permanent aanwezige tunnels, met een hoogte van 1 meter of meer;

1.68 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.69 gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.70 gebruiksgerichte paardenhouderij

een bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het geven van instructies in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of eigen paarden, het bieden van huisvesting aan die paarden, het beoefenen van de paardensport, het organiseren van hippische evenementen en exploitatie van bijbehorende voorzieningen waaronder begrepen een kantine of soortgelijke ondersteunende horecavoorziening;

1.71 geluidsbelasting vanwege een industrieterrein

de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.72 geluidsbelasting vanwege het wegverkeer

de gemiddelde geluidsbelasting over de dag-, avond- en nachtperiode (Lden) uitgedrukt in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.73 geluidszoneringsplichtige inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.74 groenblauwe mantel

gebieden die grenzen aan de ecologische hoofdstructuur, de ecologische verbindingszone of het zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen, en deze verbinden, zijnde gebieden met overwegend grondgebonden agrarisch gebruik en belangrijke nevenfuncties voor natuur en water;

1.75 grondgebonden agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt. Voorbeelden zijn onder andere akkerbouw- en fruitteeltbedrijven en melkveehouderijbedrijven;

1.76 hobbymatig houden van paarden

het niet bedrijfsmatig houden van paarden, zodat er geen sprake is van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer en niet is gericht op het generen van winst;

1.77 hogere grenswaarde

een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder;

1.78 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.79 horecabedrijf

een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.80 huishouden

persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen;

1.81 intensieve veehouderij

een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden melkveehouderij;

1.82 inwoning

twee of meer huishoudens die één woning bewonen met gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die woning en waarbij de woning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn;

1.83 kampeermiddel

een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor een omgevingsvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.84 kampeerterrein

terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

1.85 kamperen bij de boer

kleinschalige recreatieve activiteit bij een agrarisch bedrijf in de periode van 1 maart tot en met 15 november per kalenderjaar voor ten hoogste 25 kampeermiddelen;

1.86 kantine

verblijfslokaal ten behoeve van de recreatieve voorzieningen waar men consumpties kan kopen en nuttigen;

1.87 kantoor

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.88 kas

een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter;

1.89 kernrandzone

overgangsgebied, gelegen langs het bestaand stedelijk gebied met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand tot elkaar en met een ondergeschikte of afnemende agrarische functie;

1.90 kleinschalig kamperen/minicamping

het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 25 kampeermiddelen;

1.91 kwetsbaar object

onder een kwetsbaar object worden verstaan:

  1. a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde beperkt kwetsbare objecten;
  2. b. gebouwen bestemd voor verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. 2. scholen, of;
    3. 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
    4. 4. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
      • kantoorgebouwen en hotels met een brutovloeroppervlakte van meer dan 1.500 m²;
      • complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk brutovloeroppervlakte meer dan 1.000 m² bedraagt en winkels met een totaal brutovloeroppervlakte van meer dan 2.000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en;
      • kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;

1.92 kunstwerken

bouwwerken geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke;

1.93 landschapselementen

ecologische, cultuurhistorische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 hectare;

1.94 landschappelijke inpassing

het inpassen van een gebouw of een gebruik in het landschap, waarbij afstemming plaatsvindt op de structuur van het landschap door middel van de architectuur van het gebouw en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting;

1.95 landschappelijke waarden en kenmerken

gebruikswaarde, natuurwaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;

1.96 LPG-doorzet

de doorzet van LPG in m3 per jaar;

1.97 maatschappelijke voorzieningen

culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

1.98 maatvoeringsgrens

de grens van een maatvoeringsvlak;

1.99 maatvoeringsvlak

een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;

1.100 manege

een bedrijf kan als manege worden beschouwd indien de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het geven van instructie in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of aan derden met eigen paarden en het bieden van huisvesting aan die paarden. De meeste maneges hebben een kantine ingericht om klanten te ontvangen met de mogelijkheid voor het schenken van een drankje;

1.101 mantelzorg

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.102 molenbiotoop

de omgeving waarmee een molen in relatie staat en van fundamenteel belang is voor de werking en het behoud van de molen;

1.103 natuurwaarden

de aan een gebied toegekende, gewenste of oorspronkelijke waarden in verband met biotopen, bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren;

1.104 nevenactiviteit

een activiteit die als ondergeschikte functie bij het agrarisch bedrijf kan worden uitgevoerd om daarmee inkomsten voor het bedrijf kan genereren;

1.105 niet grondgebonden agrarisch bedrijf

agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt;

1.106 nieuwvestiging

projectie van een al dan niet gekoppeld bouwvlak op een locatie die niet is voorzien van de aanduiding 'bouwvlak';

1.107 normaal onderhoud, gebruik en beheer

een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten in lijn met de bestemming dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt gehandhaafd;

1.108 omgevingsvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.109 omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.110 omgevingsvergunning ten behoeve van het slopen van bouwwerken

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening;

1.111 ondergeschikte activiteit

een activiteit van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft;

1.112 ondersteunende horeca

horeca van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft. Voor ondersteunende horeca geldt dat het horeca betreft ter ondersteuning van een andere hoofdfunctie / andere activiteit van het bedrijf. Het verstrekken van horeca aan derden is niet toegestaan, waarbij onder derden wordt verstaan: mensen / groepen die niet specifiek voor de hoofdfunctie van het bedrijf komen, zoals passanten. Het organiseren van feesten en partijen en dergelijke is tevens niet toegestaan;

1.113 omschakeling van of naar een agrarisch bedrijf

geheel of gedeeltelijk overstappen van de ene agrarische bedrijfsvorm naar de andere agrarische bedrijfsvorm, dan wel het overstappen van een niet-agrarisch gebruik naar een agrarische bedrijfsvorm;

1.114 overig niet grondgebonden agrarisch bedrijf

een niet grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij of een glastuinbouwbedrijf;

1.115 overige teeltondersteunende voorzieningen

voorzieningen die niet vallen onder de categorieën teeltondersteunende kassen, permanente teeltondersteunende voorzieningen of tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, zoals stellages met regenkappen bij grondgebonden teelt van zacht fruit en boomteelthekken. Boomteelthekken betreffen permanente voorzieningen buiten het bouwvlak;

1.116 paardenbak

een niet overdekt en al dan niet omsloten terrein, voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, voor het africhten, trainen en berijden van paarden en het anderszins beoefenen van de paardensport;

1.117 peil

  • voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;

1.118 permanente bewoning

bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf dan wel vaste woon- of verblijfplaats;

1.119 permanente teeltondersteunende voorzieningen

permanente voorzieningen zijn teeltondersteunende voorzieningen die voor onbepaalde tijd worden gebruikt, zoals bakken op stellingen (hoge permanente teeltondersteunende voorzieningen) en containervelden (lage permanente teeltondersteunende voorzieningen). Permanente voorzieningen mogen alleen binnen het bouwvlak worden opgericht. De uitstraling (ruimtelijke impact) en (economische) duurzaamheid van dit soort voorzieningen is dusdanig dat dit alleen binnen het bouwvlak thuishoort. Deze voorzieningen hebben geen directe relatie met het grondgebruik;

1.120 productiegerichte paardenhouderij

een bedrijf uitsluitend of in hoofdzaak gericht op het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden dan wel een bedrijf dat is gericht op het africhten, opleiden, trainen alsmede het opvangen en stallen van paarden en/of pony's al dan niet in combinatie met het fokken van paarden en/of pony's. Voorbeelden van productiegerichte paardenhouderijen zijn: een paardenfokkerij, hengsten- en/of merriehouderij, paardenmelkerij met daaraan ondergeschikt een africhtingsstal, trainingsstal, handelsstal, stalhouderij en/of pensionstalling. Tevens is als ondergeschikte nevenactiviteit het geven van lessen en/of het verzorgen van instructies toegestaan. Het exploiteren van een manege is niet toegestaan;

1.121 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.122 recreatie

het ondernemen van activiteiten voor diens plezier;

1.123 recreatieve bewoning

bewoning die plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie. Permanente bewoning en huisvesting van seizoensarbeiders is niet toegestaan;

1.124 recreatiewoning

een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning. Onderbouwen dan wel onderkelderen van een dergelijk gebouw is niet toegestaan;

1.125 sanitaire voorziening

een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, welke ten dienste staat als sanitaire voorziening ten behoeve van het houden van een kampeerterrein;

1.126 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.127 slopen

het al dan niet geheel afbreken van gebouwen en andere bouwwerken;

1.128 Staat van Horeca-activiteiten

een als bijlage 3 bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende Staat van horeca-activiteiten;

1.129 stacaravan

een onderkomen, onder welke benaming ook aangeduid, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot recreatief woon-, dag- of nachtverblijf van één of meer personen en dat door aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over korte afstand naar een vaste standplaats kan worden verreden, doch dat niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen;

1.130 standplaats

een kavel welke zich bevindt op een kampeerterrein, bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel, stacaravan of vakantiebungalow;

1.131 statische opslag

opslag van goederen die naar hun aard geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals auto's, boten en caravans. De opslag mag niet bestemd zijn voor de handel dan wel worden opslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf;

1.132 teeltondersteunende kas

een teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden. Schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen (hoger dan 1,5 meter) worden beschouwd als een kas;

1.133 teeltondersteunende voorzieningen

een voorziening in, op of boven de grond die door de agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om de volgende doelen na te streven:

  1. 1. verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en –verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
  2. 2. verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen;
  3. 3. bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringen onkruidbestrijding, effectief omgaan met water). Voorbeelden van teeltondersteunende voorzieningen zijn: aardbeientafels, afdekfolies, antiworteldoek, boomteelthekken, hagelnetten, insectengaas, plastic tunnels, ondersteunende kas, schaduwhallen en vraatnetten;

1.134 theeschenkerij

kleinschalige horecavoorziening die uitsluitend tot hoofddoel heeft het tegen betaling verstrekken van niet-alcoholische dranken en kleine gerechten;

1.135 tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen

voorzieningen zoals folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten. Onder tijdelijk wordt verstaan dat deze teeltondersteunende voorzieningen op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een maximum van 6 maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik;

1.136 tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders:

het huisvesten van seizoenarbeiders(tijdelijke arbeidsmigranten), die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar aard kortdurend werk te verrichten, voor zover noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering;

1.137 trekkershut

een kampeerhuisje bestaande uit één ruimte, zonder verdieping, waar maximaal 4 personen in kunnen overnachten;

1.138 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.139 uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;

1.140 vakantiebungalow / chalet

een gebouw, geen woonkeet, geen caravan, geen stacaravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd als onderkomen, onder welke benaming ook aangeduid, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot recreatief woon-, dag-, of nachtverblijf van één of meer personen;

1.141 verblijfsrecreatie

het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste één nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen;

1.142 verkoop eigen vervaardigde producten

verkoop van op het agrarisch bedrijf geproduceerde of gefokte producten, zoals een vleesverkoop, kaasmakerij of ijsmakerij;

1.143 verkoop streekeigen en biologische producten

verkoop van streekeigen of biologische producten die op ambachtelijke wijze zijn vervaardigd;

1.144 verkoopvloeroppervlakte

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;

1.145 verwevingsgebied

een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied, gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur;

1.146 volumineuze goederen

goederen die vanwege hun omvang een grote oppervlakte nodig hebben voor de uitstalling, zoals goederen in bouw- en doe-het-zelf producten, automobielen, motorfietsen, boten, caravans, en dergelijke;

1.147 volwaardig agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf met de omvang van ten minste één volwaardige arbeidskracht met een daarbij passende arbeidsomvang en een daaruit te verwachten redelijk inkomen;

1.148 voorgevellijn

de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die:

  1. 1. gelijk is aan de in de regels voorgeschreven afstand van gebouwen uit de as van de weg op het betreffende bouwperceel;
  2. 2. gelijk is aan de afstand van bestaande gebouwen tot de as van de weg op het betreffende bouwperceel, indien de afstand kleiner is dan de in de regels voorgeschreven afstand;

1.149 voormalige agrarische bedrijfslocatie

een agrarisch of niet-agrarisch bouwvlak waarop in het verleden een agrarisch bedrijf werd uitgeoefend, waarvan de bedrijfsgebouwen nog geheel of gedeeltelijk bestaan;

1.150 voormalige (agrarische) bedrijfswoning

voormalige (agrarische) bedrijfswoning die (tevens) door derden mag worden bewoond en die niet wordt beschermd tegen milieugevolgen van het bijbehorende bedrijf en/of van omliggende bedrijven;

1.151 vormverandering van een bouwvlak

wijziging van de begrenzing van een bouwvlak zonder dat dit gepaard gaat met een vergroting van de totale oppervlakte;

1.152 waterberging

gebieden die integraal onderdeel uitmaken van het watersysteem en die periodiek vanuit het oppervlaktewatersysteem kunnen overstromen;

1.153 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals waterlopen en watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van watergangen en dergelijke;

1.154 waterwinbedrijf

een bedrijf gericht op het winnen van water uit het waterwingebied met bijbehorende voorzieningen zoals een retentievijver, een onthardingsinstallatie en kalk-opslag;

1.155 waterwingebied

gebied waar waterwinning plaatsvindt ten behoeve van de openbare watervoorziening door onttrekking van grondwater;

1.156 werk

een constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde;

1.157 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.158 woonunit

een te verplaatsen / verwijderen bouwwerk bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van het woon-, dag-, of nachtverblijf van één of meer personen;

1.159 zomerseizoen

de periode van 1 maart tot 15 november.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 Algemeen

2.2 Meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de verbeelding en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.

2.3 Relatie

Daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Landschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Natuur

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.4 Specifieke gebruiksregels

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

5.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.2 Bouwregels

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.4 Specifieke gebruiksregels

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

6.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening

7.1 Bestemmingsomschrijving

7.2 Bouwregels

Artikel 8 Bedrijf - Waterwinbedrijf

8.1 Bestemmingsomschrijving

8.2 Bouwregels

Artikel 9 Bos

9.1 Bestemmingsomschrijving

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

9.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Artikel 10 Cultuur En Ontspanning

10.1 Bestemmingsomschrijving

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

10.4 Specifieke gebruiksregels

10.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 11 Detailhandel

11.1 Bestemmingsomschrijving

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Specifieke gebruiksregels

11.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 12 Groen

12.1 Bestemmingsomschrijving

12.2 Bouwregels

Het is verboden om op deze gronden te bouwen.

Artikel 13 Groen - Landschapselement

13.1 Bestemmingsomschrijving

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

13.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Artikel 14 Horeca

14.1 Bestemmingsomschrijving

14.2 Bouwregels

14.3 Afwijken van de bouwregels

14.4 Specifieke gebruiksregels

14.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 15 Kantoor

15.1 Bestemmingsomschrijving

15.2 Bouwregels

15.3 Afwijken van de bouwregels

15.4 Specifieke gebruiksregels

15.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 16 Maatschappelijk

16.1 Bestemmingsomschrijving

16.2 Bouwregels

16.3 Afwijken van de bouwregels

16.4 Specifieke gebruiksregels

16.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 17 Maatschappelijk - Militair Terrein

17.1 Bestemmingsomschrijving

17.2 Bouwregels

17.3 Afwijken van de bouwregels

17.4 Specifieke gebruiksregels

17.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 18 Natuur

18.1 Bestemmingsomschrijving

18.2 Bouwregels

18.3 Specifieke gebruiksregels

18.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Artikel 19 Recreatie - Dagrecreatie

19.1 Bestemmingsomschrijving

19.2 Bouwregels

19.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 20 Recreatie - Verblijfsrecreatie

20.1 Bestemmingsomschrijving

20.2 Bouwregels

20.3 Specifieke gebruiksregels

20.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 21 Sport

21.1 Bestemmingsomschrijving

21.2 Bouwregels

21.3 Specifieke gebruiksregels

21.4 Afwijken van de gebruiksregels

21.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 22 Verkeer

22.1 Bestemmingsomschrijving

22.2 Bouwregels

22.3 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

22.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Verkeer' te wijzigen voor het verharden van onverharde wegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' dan wel de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - halfverharde weg', met dien verstande dat:

  1. a. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van in de omgeving aanwezige landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, bodem- en waterhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden.

Artikel 23 Verkeer - Spoorweg

23.1 Bestemmingsomschrijving

23.2 Bouwregels

Artikel 24 Water

24.1 Bestemmingsomschrijving

24.2 Bouwregels

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. de bouwhoogte, anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, bedraagt maximaal voor:
    1. 1. bruggen en viaducten: 8 meter;
    2. 2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 4 meter.

Artikel 25 Wonen

25.1 Bestemmingsomschrijving

25.2 Bouwregels

25.3 Afwijken van de bouwregels

25.4 Specifieke gebruiksregels

25.5 Afwijken van de gebruiksregels

25.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 26 Leiding - Brandstof

26.1 Bestemmingsomschrijving

26.2 Bouwregels

26.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 26.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen wordt gebouwd, met dien verstande dat:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

26.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

26.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het verwijderen van de dubbelbestemming 'Leiding - Brandstof', indien de betreffende leiding als zodanig in gebruik is en / of niet meer in gebruik mag worden genomen.

Artikel 27 Leiding - Gas

27.1 Bestemmingsomschrijving

27.2 Bouwregels

27.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 27.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen wordt gebouwd, met dien verstande dat:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

27.4 Specifieke gebruiksregels

27.5 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

27.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het verwijderen van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas', indien de betreffende leiding als zodanig niet meer in gebruik is en / of niet meer in gebruik mag worden genomen.

Artikel 28 Leiding - Hoogspanningsverbinding

28.1 Bestemmingsomschrijving

28.2 Bouwregels

28.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen wordt gebouwd, met dien verstande dat:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

28.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden

28.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het verwijderen van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding', indien de betreffende leiding als zodanig niet meer in gebruik is en / of niet meer in gebruik mag worden genomen.

Artikel 29 Leiding - Riool

29.1 Bestemmingsomschrijving

29.2 Bouwregels

29.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen wordt gebouwd, met dien verstande dat:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

29.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

29.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het verwijderen van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool', indien de betreffende leiding als zodanig niet meer in gebruik is en / of niet meer in gebruik mag worden genomen.

Artikel 30 Leiding - Water

30.1 Bestemmingsomschrijving

30.2 Bouwregels

30.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen wordt gebouwd, met dien verstande dat:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

30.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

30.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het verwijderen van de dubbelbestemming 'Leiding - Water', indien de betreffende leiding als zodanig niet meer in gebruik is en / of niet meer in gebruik mag worden genomen.

Artikel 31 Waarde - Archeologie

31.1 Bestemmingsomschrijving

31.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag geen nieuw bouwwerk worden gebouwd.

31.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat geen aantoonbaar onevenredige aantasting plaatsvindt van de archeologische waarden van het gebied.

31.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Artikel 32 Waarde - Ecologie - Ecologische Hoofdstructuur

32.1 Bestemmingsomschrijving

32.2 Bouwregels

32.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat geen aantoonbare onevenredige aantasting plaatsvindt van de ecologische hoofdstructuur.

32.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Artikel 33 Waarde - Ecologie - Verbindingszone

33.1 Bestemmingsomschrijving

33.2 Bouwregels

33.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat het gebied niet minder geschikt wordt voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone.

33.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

33.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 34 Waarde - Ecologie - Watersysteem

34.1 Bestemmingsomschrijving

34.2 Bouwregels

34.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 34.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat het gebied niet minder geschikt wordt voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen.

34.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Artikel 35 Waterstaat - Waterbergingsgebied

35.1 Bestemmingsomschrijving

35.2 Bouwregels

35.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 35.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat:

  1. a. geen aantoonbaar onevenredige aantasting plaatsvindt van het waterbergend vermogen van het gebied;
  2. b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij het waterschap.

35.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 36 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 37 Algemene Bouwregels

37.1 Afstand tot geluidsgevoelige bebouwing

37.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bouwdelen als plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overstekende daken, worden bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

37.3 Nadere eisen

Artikel 38 Algemene Gebruiksregels

Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 25 bedoelde gronden en bouwwerken:

  1. a. te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving;
  2. b. te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven voor een seksinrichting, een escortbedrijf en raam- en straatprostitutie.

Artikel 39 Algemene Aanduidingsregels

39.1 Archeologische verwachtingswaarde hoog

39.2 Archeologische verwachtingswaarde middelhoog

39.3 Attentiegebied ehs

39.4 Bebouwingsconcentratie

39.5 Beslotenheid

39.6 Cultuurhistorisch vlak

39.7 Geluidzone - vliegveld

39.8 Groenblauwe mantel

39.9 Landgoed

39.10 Milieuzone - 25 jaarszone kwetsbaar

39.11 Milieuzone - boringvrije zone

39.12 Milieuzone - waterwingebied

39.13 Militair oefenterrein

39.14 Openheid

39.15 Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied

39.16 Reconstructiewetzone - verwevingsgebied

39.17 Reserveringsgebied waterberging

39.18 Teeltondersteunende kassen toegestaan

39.19 Veiligheidszone - bevi

39.20 Veiligheidszone - leiding

39.21 Veiligheidszone - lpg

39.22 Veiligheidszone - munitie A

39.23 Veiligheidszone - munitie B

39.24 Veiligheidszone - munitie C

39.25 Vrijwaringszone - molenbiotoop

39.26 Vrijwaringszone - radar

39.27 Vrijwaringszone - weg

Artikel 40 Algemene Afwijkingsregels

40.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het volgende:

  1. a. de in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10%, met dien verstande dat deze afwijking niet is toegestaan voor de inhoud van burgerwoningen binnen de bestemming 'Wonen';
  2. b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, met dien verstande dat de overschrijding maximaal 2,5 meter bedraagt en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  3. c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt verhoogd tot maximaal 40 meter;
  4. d. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter;

met dien verstande dat:

    1. 1. de belangen van de eigenaren en gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet aantoonbaar onevenredig worden geschaad;
    2. 2. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 41 Algemene Wijzigingsregels

41.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de regels in het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met dien verstande dat:

  1. a. bestemmingsgrenzen met niet meer dan 5 meter worden verschoven;
  2. b. de belangen van de eigenaren en gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet aantoonbaar onevenredig worden geschaad;
  3. c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet
    onevenredig worden geschaad.

41.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen in het plante wijzigen, voor zover het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:

  1. a. maximaal één nieuwe woning mag worden gebouwd;
  2. b. de oppervlakte van het bouwperceel bedraagt minimaal 1.000 m²;
  3. c. de breedte van het bouwperceel bedraagt minimaal 30 meter;
  4. d. de voorgevelbreedte van de nieuwe woning bedraagt maximaal 20 meter;
  5. e. de afstand van de nieuwe woning tot de as van de weg bedraagt minimaal 15 meter;
  6. f. de afstand van de nieuwe woning tot de perceelsgrenzen bedraagt minimaal 3 meter;
  7. g. er dient te worden voldaan aan de artikelen 11.2. en 11.3. van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011, die als bijlage 4 behorende bij deze regels zijn opgenomen;
  8. h. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van in de omgeving aanwezige archeologische, landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, bodem- en waterhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;
  9. i. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven.

41.3 Wro-zone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, voor zover het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2', voor het aanleggen of verleggen van één of meerdere leidingen met de daarbij behorende veiligheids- en/of vrijwaringszones, met dien verstande dat:

  1. a. wijziging noodzakelijk is:
    1. 1. om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen;
    2. 2. voor een efficiënte realisering van de bestemmingen;
  2. b. de maatgevende risicocontour van 10-6 mag de grens van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied - 2' niet overschrijden;
  3. c. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van in de omgeving aanwezige landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, bodem- en waterhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;
  4. d. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven.

Artikel 42 Algemene Procedureregels

42.1 Afwijken van het bestemmingsplan

Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

42.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

42.3 Wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van de algemene wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.

42.4 Nadere eisen

Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 43 Overige Regels

43.1 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 38 is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 44 Overgangsrecht

44.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

44.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

44.3 Afwijking overgangsrecht (hardheidsclausule)

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.

44.4 Bestaande maten en andere maten

Artikel 45 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, 2eherziening'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012 van de gemeente Rucphen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0840.9000B0001-DEF1 (hierna: moederplan) is door de gemeenteraad op 29 maart 2012 vastgesteld. Op 21 mei 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan. De uitspraak, met zaaknummer 2012070151R3, is als bijlage bij de voorliggende toelichting gevoegd. Deze uitspraak is verwerkt en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0840.9000B0001-DEF2. In de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechstpraak wordt het vaststellingsbesluit van de gemeenteraad op een aantal punten vernietigd. Voor een aantal daarvan heeft de Afdeling de gemeenteraad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de uitspraak - met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen - een nieuw besluit te nemen. Hiertoe wordt deze 2e herziening opgesteld. De 2e herziening heeft geen betrekking op de overige onderdelen waarvan de afdeling het vaststellingsbesluit heeft vernietigd. Voor zover dat nodig is, zullen deze onderdelen in een volgende herziening worden aangepast.

De wijzigingen naar aanleiding van de uitspraak van De Raad van State zullen in onderhavige toelichting per onderdeel nader worden toegelicht. Op de verbeelding zijn slechts de percelen opgenomen, die deel uitmaken van deze herziening. Voor het overige blijft het moederplan van toepassing. De regels behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied worden in het kader van de onderhavige herziening op een aantal onderdelen aangepast. Deze aanpassingen zijn in beginsel (behoudens wanneer het specifieke aanduidingen betreft) van toepassing op het totale plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied.

1e herziening

Op 11 december 2013 heeft de gemeente Rucphen de 1e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012 vastgesteld. In deze herziening zijn de regels ten aanzien van de inhoudsmaat van woningen gewijzigd. De provincie Noord-Brabant heeft de eis laten vervallen dat bij vergroting van een woning voldaan dient te worden aan artikel 2.2 van de Verordening Ruimte. Om deze reden heeft de gemeente met vaststelling van de 1e herziening het vergroten van woningen tot 750 m³ niet via een wijzigingsbevoegdheid maar rechtstreeks mogelijk gemaakt. De 1e herziening staat los van deze 2e herziening. Omdat het om een beperkte wijziging gaat wordt deze wijziging ter informatie verwerkt in de set regels behorende bij deze herziening.

1.2 Vigerend Bestemmingsplan

Voorliggend bestemmingsplan 'bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 2e herziening' betreft een herziening op onderdelen van het bestemmingsplan 'bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012', zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Rucphen op 29 maart 2012.

1.3 Ligging Plangebied

Deze herziening heeft betrekking op gronden die verspreid in het buitengebied van de gemeente Rucphen liggen. Tevens zal een deel van de regels - die gelden voor het gehele plangebied van het moederplan - worden herzien. De plangrens betreft derhalve de plangrens van het moederplan.

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 gaat nader in op de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en de aanpassingen die op basis daarvan noodzakelijk zijn. Hoofdstuk 3 omvat de juridische plantoelichting. Tot slot komt in komt het aspect uitvoerbaarheid aan de orde.

Hoofdstuk 2 Beschrijving Onderdelen 2e Herziening

2.1 Inleiding

Zoals in paragraaf 1.1. aangegeven wordt met de 2e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied invulling gegeven aan de opdracht van de Afdeling Bestuursrechtspraak aan de gemeenteraad om - voor een aantal onderwerpen waar de Afdeling het vaststellingsbesluit heeft vernietigd - binnen 26 weken na de verzending van de uitspraak een nieuw besluit te nemen tot vaststelling van het bestemmingsplan. In dit hoofdstuk worden deze aanpassingen toegelicht.

Caravan Postbaan

Één onderdeel uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak, waarop de opdracht om binnen 26 weken een nieuw besluit te nemen betrekking heeft, wordt niet meegenomen in de 2e herziening. Het gaat daarbij om het plandeel met de bestemming 'Bos' ter plaatse van het perceel Postbaan (ongenummerd), kadastraal bekend gemeente Rucphen, sectie K, nummer 1636 (onderdeel III.i uit de uitspraak). Op het betreffende perceel is een caravan met een bijgebouw aanwezig. De gemeenteraad is ervan uitgegaan dat hier uitsluitend dagrecreatie plaatsvindt en dat de caravan niet voor verblijfsrecreatie wordt gebruikt. De Afdeling heeft geoordeeld dat de raad dat niet aannemelijk heeft gemaakt en concludeert dat het op de weg van de raad had gelegen om te overwegen of voor het perceel met de caravan een uitsterfregeling in het plan had kunnen worden opgenomen.

De te maken afweging voor de betreffende caravan heeft belangrijke raakvlakken met een ander onderdeel uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak. Naar aanleiding van het beroep van de Brabantse milieufederatie en de vereniging Natuurwerkgroep is de aanduiding "recreatiewoningen" ter plaatse van 35 - in de EHS gelegen - recreatieobjecten die in het vorige plan niet als zodanig waren bestemd en waarvoor geen bouwvergunningen zijn verleend, vernietigd. Voor deze recreatiewoningen geldt niet de verplichting om binnen 26 weken een nieuw besluit te nemen. De bestemmingsregeling voor deze recreatiewoningen wordt in een volgende herziening opgenomen, waarin de overige vernietigde planonderdelen worden vertaald. Net als de 35 recreatiewoningen is ook de caravan aan de Postbaan in de EHS gelegen. Het gemeentebestuur acht het mede daarom gewenst de bestemmingsregeling voor de caravan aan de Postbaan in samenhang met de bestemmingsregeling voor de 35 recreatiewoningen te bezien en zo een zorgvuldige afweging en eenduidige regeling te construeren. Het betreffende perceel wordt meegenomen in de herziening waarin de vernietiging van het planonderdeel inzake de 35 recreatiewoningen wordt hersteld.

Vormgeving verbeelding

Zoals in de inleiding is aangegeven zijn alleen de percelen waar wijzigingen hebben plaatsgevonden op de verbeelding weergegeven. In de paragrafen 2.2 tot en met 2.14 is aangegeven hoe de verbeelding per perceel is vormgegeven. Per perceel is voor de vormgeving de onderstaande driedeling gehanteerd:

  1. 1. per perceel is aangegeven welke wijziging er plaats vindt. Deze wijziging is doorgevoerd op de verbeelding en maakt onderdeel uit van deze herziening
  2. 2. per perceel is aangegeven welke zaken ter informatie opgenomen zijn. Deze onderdelen maken geen deel uit van de herziening maar komen de leesbaarheid van de verbeelding wel te goede. Het gaat hier om bijvoorbeeld enkelbestemmingen of functieaanduidingen waar geen wijzigingen in plaatsvinden.
  3. 3. per perceel is een uitzondering gemaakt ten aanzien van de gebiedsaanduidingen. In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.2 Bosheidestraat 5b, Rucphen

Inleiding

Appellant heeft betoogd dat het gebruik van een gebouw op het perceel Bosheidestraat 5b als werktuigenberging ten onrechte niet als zodanig is bestemd. De raad heeft erkend dat de bestemming 'Wonen' die in het moederplan aan het desbetreffende gebouw is toegekend niet juist is en dat een andere bestemming moet worden toegekend. De Afdeling heeft geoordeeld dat het bestreden besluit wat betreft dit onderdeel niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Als gevolg hiervan is de bestemming Wonen ter plaatse van de werktuigenberging vernietigd. Het vernietigde planonderdeel wordt in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

Het perceel kadastraal bekend als C. 04286 wordt voorzien van de bestemming Agrarisch met waarden - Landschappelijk. De gronden ter plaatse van de werktuigenberging zelf worden tevens voorzien van een bouwvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - werktuigenberging', de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' en de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlakte = 200 m2'. Tevens wordt de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - werktuigenberging' in de regels opgenomen.

2.3 Landgoed Jachthuis, Schijf (Hoek Achtmaalsebaan/antwerpensebaan)

Inleiding

De raad heeft zich bij de vaststelling van het moederplan op het standpunt gesteld dat een natuurbestemming passend is voor het gebied De Sneider. Daarbij heeft hij onder meer van belang geacht dat het agrarische gebruik van het gebied jarenlang onderbroken is geweest en dat het gebied daardoor is verwilderd en dichtgegroeid. De raad heeft ter zitting te kennen gegeven dat hij het belang van de instandhouding van het landgoed onderschrijft en dat hij er geen bezwaar tegen heeft als het extensieve agrarische gebruik van het gebied De Sneider wordt voortgezet. De raad kon instemmen met het voornemen van het Jachthuis om dit gebied in te richten als ecologische akker met bloemrijke grasranden. De Afdeling heeft geoordeeld dat het bestreden besluit op dit punt niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Als gevolg hiervan is de bestemming Natuur ter plaatse van het extensief agrarisch gebruikte perceel vernietigd. Het vernietigde planonderdeel wordt in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

De gronden ter plaatse van het gebied De Sneider worden voorzien van de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur. De regels behoeven geen aanpassing.

In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.4 Roosendaalsebaan 30, Schijf

Inleiding

Aan het perceel Roosendaalsebaan 30 is in het moederplan de bestemming 'Groen - landschapselement' toegekend. Aan een deel van dit perceel is tevens de functieaanduiding 'recreatiewoning' toegekend. In het bestemmingsplan voorafgaand aan het moederplan, 'Buitengebied 1998' was aan het centrale gedeelte van het perceel de bestemming 'Agrarisch gebied met landschappelijke waarde' toegekend. Aan de randen van dit perceel was de bestemming "Landschapselement" toegekend. De raad heeft ter zitting verklaard dat het zijn bedoeling was om bij de planvaststelling aan te sluiten bij het voorheen geldende plan, waarin uitsluitend de randen van het perceel zijn bestemd als landschapselement, en dat hij niet heeft beoogd het gehele perceel te bestemmen als landschapselement. De Afdeling heeft geoordeeld dat het plan op dit punt niet in overeenstemming is met hetgeen de raad bij de planvaststelling heeft beoogd, zodat het plan in zoverre onzorgvuldig tot stand is gekomen. Als gevolg hiervan is de bestemming 'Groen - Landschapselement' vernietigd. Het vernietigde planonderdeel wordt in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

De bestemming Groen-Landschapselement wordt uitsluitend opgenomen ter plaatse van het landschapselement zoals deze is opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied 1998'. Het binnenste gedeelte van het perceel wordt voorzien van de bestemming Agrarisch met waarden - Landschappelijk en ter plaatse van de bestaande recreatiewoning wordt een bouwvlak, de aanduiding 'recreatiewoning', de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' en de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlakte = 50 m2' opgenomen. De regels behoeven geen aanpassing.

In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.5 Bernhardstraat 23, Rucphen

Inleiding

De Afdeling heeft vastgesteld dat het bouwvlak voor het perceel Bernhardstraat 23 zoals opgenomen in het moederplan kleiner is dan het bouwvlak dat in het voorheen geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1998' voor dit perceel was opgenomen. Het plan is op dit punt niet in overeenstemming met hetgeen de raad bij de planvaststelling van het moederplan heeft beoogd, nu het blijkens de zienswijzennota van het moederplan en het verhandelde ter zitting de bedoeling van de raad is geweest om wat betreft de omvang van het bouwvlak aan te sluiten bij het voorheen geldende plan. Gelet hierop is het plan in zoverre onzorgvuldig tot stand gekomen. Als gevolg hiervan is het bouwvlak vernietigd. Het vernietigde planonderdeel wordt in deze herziening opgenomen.

Tevens heeft de Afdeling, gezien hetgeen appellant heeft aangevoerd, aanleiding gezien om het toegestane maximum oppervlak van 3.100 m2 op het betreffende perceel te vernietigen omdat deze oppervlaktemaat in strijd is met artikel 9.2, derde lid, van de Verordening 2011. Ter plaatse had ook de inmiddels vergunde stal met een oppervlakte van 1.064 m2 opgenomen moeten worden. Het totaal toegestane oppervlak komt hiermee op 4.200 m2. Ook dit vernietigde onderdeel wordt in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

Het bouwvlak ter plaatse van de Bernhardstraat 23 wordt teruggebracht naar het bouwvlak uit het bestemmingsplan Buitengebied 1998. Tevens wordt de door de Afdeling in de voorlopige voorziening opgenomen maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwd oppervlak = 3.100 m2' verwijderd en de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwd oppervlak = 4.200 m2' opgenomen. De regels behoeven geen aanpassing.

Voor het overige wordt de geldende functieaanduiding 'intensieve veehouderij' ter informatie op de verbeelding overgenomen. Deze maakt juridisch gezien geen onderdeel uit van deze herziening.

In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.6 Bernhardstraat 21, Rucphen

Inleiding

In het moederplan heeft de raad zich bij het vastleggen van het maximaal toegestane bebouwingsoppervlak op het standpunt gesteld dat geen rekening gehouden dient te worden met het oppervlak van een gebouw waarvoor een bouwvergunning eerste fase als bedoeld in artikel 56a van de Woningwet, zoals dat luidde ten tijde van belang (hierna: bouwvergunning eerste fase), is verleend. Als voor een dergelijk gebouw een bouwvergunning tweede fase is verleend, kan het maximaal toegestane bebouwingsoppervlak worden gewijzigd door een herziening van het bestemmingsplan, zo stelt de raad.

Naar het oordeel van de Afdeling verdraagt dit standpunt zich niet met artikel 9.2, derde lid, van de Verordening 2011. Uit de genoemde bepaling volgt immers dat bebouwing ten behoeve van een intensieve veehouderij welke gebouwd mag worden krachtens een verleende vergunning gebaseerd op een volledige en ontvankelijke bouwaanvraag in overeenstemming met het geldend bestemmingsplan op de peildatum 1 oktober 2010 dient te worden meegenomen bij het bepalen van het maximaal toegestane bebouwingsoppervlak. Een gebouw, waarvoor een bouwvergunning eerste fase is verleend, is in planologisch opzicht toegestaan. Overigens wijst de Afdeling er op dat in artikel 9.2, eerste lid, onder c, van de Verordening 2012 een bepaling is opgenomen die wat betreft doel en strekking overeenkomt met artikel 9.2, derde lid, van de Verordening 2011 en dat op pagina 83 van de toelichting op de Verordening 2012 staat dat bij het bepalen van de omvang van de aanwezige bebouwing tevens rekening moet worden gehouden met 'de bebouwing die opgericht mag worden op grond van een voor 1 oktober 2010 ingediende ontvankelijke bouwaanvraag (fase 1) die ook gehonoreerd kan worden omdat deze past binnen het op dat moment vigerende bouwblok'. De Afdeling ziet hierin een bevestiging van haar uitleg van artikel 9.2, derde lid, van de Verordening 2011 dat bij het vastleggen van het maximaal toegestane bebouwingsoppervlak rekening dient te worden gehouden met het oppervlak van een gebouw waarvoor een bouwvergunning eerste fase is verleend.

De raad heeft ter zitting erkend dat bij het vastleggen van het maximaal toegestane bebouwingsoppervlak ten onrechte geen rekening is gehouden met een onherroepelijke bouwvergunning voor het uitbreiden van de bestaande stalruimte. Hierom worden geoordeeld dat het bestreden besluit op dit punt niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. De Afdeling ziet aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit, voor zover het betreft de vaststelling van het maximaal toegestane bebouwingsoppervlak van '2.503 m2' voor het perceel Bernhardstraat 21 te Rucphen, is genomen in strijd met artikel 3:2 van de Awb. Het vernietigde planonderdeel wordt in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

Ter plaatse van het perceel Bernhardstraat 21 wordt de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwd oppervlak = 2.700 m2' opgenomen. De regels behoeven geen aanpassing.

Voor het overige wordt de geldende functieaanduiding 'intensieve veehouderij' ter informatie op de verbeelding overgenomen. Deze maakt juridisch gezien geen onderdeel uit van deze herziening.

In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.7 Onze Lieve Vrouwestraat 56a, Zegge

Inleiding

Aan het perceel Onze Lieve Vrouwestraat 56a is de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschappelijk", zonder aanduiding "bouwvlak", toegekend. Op het perceel is een stenen gebouw met zadeldak aanwezig. De raad heeft ter zitting te kennen gegeven dat een agrarisch bouwvlak ter plaatse van het desbetreffende gebouw moet worden toegekend omdat 30 juni 1988 een bouwvergunning is verleend. Op basis hiervan heeft de Afdeling geoordeeld dat het bestreden besluit wat betreft dit onderdeel niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Als gevolg hiervan is het betreffende plandeel vernietigd. Het vernietigde planonderdeel wordt in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

Ter plaatse van het stenen gebouw aan de Onze Lieve Vrouwestraat 56a wordt een bouwvlak met de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwing = 44 m2', de aanduiding - bedrijfswoning uitgesloten' en de aanduiding 'opslag' opgenomen. Tevens wordt de aanduiding 'opslag' in de regels opgenomen.

In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.8 Terrein Backhuys Roozeboom (Hoek De Schietbaan - Zeepestraat & De Oliepot)

Inleiding

Ter plaatse van het terrein Backhuys Roozeboom is in het moederplan de bestemming Maatschappelijk - Defensie en gedeeltelijk de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - tentenkamp' toegekend.

Ingevolge artikel 2.6.2, eerste lid, van het Barro zijn in de ministeriële regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu in overeenstemming met de Minister van Defensie militaire terreinen aangewezen. Ingevolge artikel 2.6.3, eerste lid, van het Barro wordt bij de eerstvolgende herziening van een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een van deze militair terreinen voor die gronden de bestemming 'Maatschappelijk - Militair terrein' opgenomen en worden geen bestemmingen opgenomen die een belemmering kunnen vormen voor de functionele bruikbaarheid van dat terrein. Het terrein Backhuys Roozeboom was reeds ten tijde van de planvaststelling krachtens artikel 2.6.2, eerste lid, van het Barro aangewezen als militair terrein als bedoeld in artikel 2.6.3 van het Barro.

De raad heeft aangegeven dat hij kan instemmen met het toekennen van een andere bestemming aan het terrein Backhuys Roozeboom. Verder heeft de raad aangegeven dat aan een deel van het terrein Backhuys Roozeboom ten onrechte de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - tentenkamp' is toegekend met de maatvoeringsaanduiding '1.491' als maximaal toegestaan bebouwd oppervlak in m2. De Afdeling heeft geoordeeld dat het bestreden besluit op dit punt niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Als gevolg hiervan is het betreffende plandeel vernietigd. Het vernietigde planonderdeel wordt in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

Ter plaatse van het terrein de Backhuys Roozeboom wordt de bestemming Maatschappelijk - Militair terrein opgenomen. Tevens zijn de aanduidingen 'specifieke vorm van maatschappelijk - tentenkamp' en de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwd oppervlak = 1.491' naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak verwijderd.

In de regels wordt de naam van het artikel 'Maatschappelijk - Defensie' gewijzigd in Maatschappelijk - Militair terrein. Als gevolg van andere wijzigingen in deze herziening (beschreven in paragraaf 2.8) behoeven de regels verder geen aanpassing.

Voor het overige worden de geldende dubbelbestemming en de geldende functieaanduidingen ter informatie op de verbeelding overgenomen. Deze maken juridisch gezien geen onderdeel uit van deze herziening.

In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.9 De Oliepot - Tentenkamp (Hoek De Schietbaan - Zeepestraat & De Oliepot)

Inleiding

Aan het terrein ten noorden van de Oliepot is in het plan de bestemming Maatschappelijk - Defensie toegekend, met de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - tentenkamp'. Op de verbeelding is geen maatvoeringsaanduiding opgenomen voor het maximaal toegestaan bebouwd oppervlak in m2.

De raad heeft ter zitting aangegeven dat de bestemming Maatschappelijk - Militair terrein aan het terrein Tentenkamp moet worden toegekend. Verder heeft de raad aangegeven dat op de verbeelding ter plaatse van het terrein Tentenkamp ten onrechte niet de maatvoeringsaanduiding '1.491' als maximaal toegestaan bebouwd oppervlak in m2 is opgenomen.

De Afdeling heeft geoordeeld dat het bestreden besluit in zoverre niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Als gevolg hiervan is het betreffende plandeel vernietigd. Het vernietigde planonderdeel wordt in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

Ter plaatse van het tentenkamp ten noorden van De Oliepot wordt de bestemming Maatschappelijk - Militair terrein opgenomen. Tevens wordt de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwd oppervlak = 1.491' opgenomen. Omdat de aanduiding 'tentenkamp' in het moederplan reeds is opgenomen, vormt het opnemen van deze aanduiding geen onderdeel van deze herziening. Vanzelfsprekend wordt deze aanduiding op de verbeelding wel ter informatie weergegeven.

In de regels wordt de naam van het artikel 'Maatschappelijk - Defensie' gewijzigd in Maatschappelijk - Militairterrein. Als gevolg van andere wijzigingen in deze herziening (beschreven in paragraaf 2.7) behoeven de regels verder geen aanpassing.

Voor het overige worden de geldende dubbelbestemming en de geldende functieaanduidingen (o.a. 'tentenkamp') ter informatie op de verbeelding overgenomen. Deze maken juridisch gezien geen onderdeel uit van deze herziening.

In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.10 Zundertseweg 45, Rucphen

Inleiding

Aan het terrein Zundertseweg 45 is in het moederplan de bestemming 'Maatschappelijk - Defensie' toegekend. Aan een beperkt deel van de gronden, die zijn gelegen midden op het terrein Zundertseweg 45, is de functieaanduiding 'munitiedepot' toegekend. Aan de gronden met deze functieaanduiding en aan de gronden in een cirkel direct daaromheen is in het plan de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - munitie - a' toegekend. Aan de gronden, gelegen in twee cirkels rond die gebiedsaanduiding, zijn de aanduidingen 'veiligheidszone - munitie - b' en 'veiligheidszone - munitie - c' toegekend.

In artikel 2.1, elfde lid, van de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: de Rarro) is bepaald dat als munitieopslagplaatsen, bedoeld in artikel 2.6.2, elfde lid, van het besluit, en bijbehorende veiligheidszones, bedoeld in artikel 2.6.5, tweede lid, van het besluit worden aangewezen de in bijlage 12 vermelde opslagplaatsen en de in bijlage 13 vermelde veiligheidszones. Bijlage 12, kaart 12.15, betreft een verbeelding waarop de ligging van munitieopslagplaats 'MC Rucphen' is aangegeven. In bijlage 13 is voor de ligging van de veiligheidszones rond 'MC Rucphen' eveneens verwezen naar kaart 12.15 in bijlage 12.

De Afdeling heeft vastgesteld dat het gehele terrein Zundertseweg 45 op kaart 12.15 is aangewezen als munitieopslagplaats. Deze kaart was ten tijde van de planvaststelling reeds van kracht, zodat de raad deze kaart bij het nemen van het bestreden besluit in acht diende te nemen.

Gelet hierop is de Afdeling van oordeel dat de raad aan het gehele terrein Zundertseweg 45 de bestemming 'Maatschappelijk - militair munitiedepot' had moeten toekennen. Het standpunt van de raad dat deze bestemming uitsluitend mag worden toegekend aan het deel van het terrein waarop het munitiedepot, op grond van een daarvoor verleende vergunning, is gevestigd of mag worden gevestigd, is onjuist. Tevens is heeft de Afdeling geoordeeld dat de vaststelling van het plandeel met de bestemming 'Maatschappelijk - Defensie' ter plaatse van het terrein Zundertseweg 45, in strijd met artikel 2.6.5, eerste lid, van het Barro en met artikel 3:2 van de Awb is genomen. Als gevolg hiervan is het betreffende plandeel vernietigd. Het vernietigde planonderdeel wordt in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

Ter plaatse van het terrein aan de Zundertseweg 45 te Rucphen wordt de bestemming Maatschappelijk - Militair terrein opgenomen. Tevens wordt de aanduiding 'munitiedepot' voor het gehele bestemmingsvlak opgenomen.

In de regels wordt de naam van het artikel 'Maatschappelijk - Defensie' gewijzigd in Maatschappelijk - Militair terrein.

Voor het overige worden de geldende functieaanduidingen ter informatie op de verbeelding overgenomen. Deze maken juridisch gezien geen onderdeel uit van deze herziening.

In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.11 Zurendoncksestraat En Kronenstraat Te Sprundel

Inleiding

De raad heeft tijdens de zitting aangegeven dat het onverharde deel van de Zurendoncksestraat ten onrechte niet is voorzien van de bestemming 'Verkeer' en de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' en dat het zuidelijke, onverharde deel van de Kronenstraat ten onrechte niet is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg'. Gelet hierop heeft de Afdeling geoordeeld dat de raad het plan in zoverre onzorgvuldig heeft voorbereid. Als gevolg hiervan zijn de betreffende plandelen vernietigd. De vernietigde planonderdelen worden in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

Ter plaatse van het onverharde gedeelte van de Zurendoncksestraat wordt de Bestemming Verkeer en de functieaanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' opgenomen. Ter plaatse van het zuidelijke, onverharde deel van de Kronenstraat wordt eveneens de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' opgenomen. De regels behoeven geen aanpassing.

In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.12 Ecologische Verbindingszones

Inleiding

De gronden ter plaatse van het tracé van de Ecologische Verbindingszone (EVZ) ter hoogte van de Zundertseweg en het Moervenstraatje hebben in het moederplan de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk', zonder aanduiding 'bouwvlak', en de gebiedsaanduiding 'attentiegebied ehs'. Een klein deel van de strook heeft de bestemming "Groen - Landschapselement". De gronden ter plaatse van het tracé van de EVZ ter hoogte van de Rucphenseweg en de Gastelseweg hebben in het moederplan de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden - Natuur'. De dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie - Verbindingszone' is niet opgenomen terwijl ter plaatse van de Zundertseweg en het Moervenstraatje en de Rucphenseweg en de Gastelseweg wel op de bij de Verordening 2011 behorende kaart Natuur en landschap, stroken grond zijn aangewezen als 'Zoekgebied voor ecologische verbindingszone'. De raad heeft aangegeven dat hij bij het wijzigen van het tracé van de EVZ ter hoogte van de Rucphenseweg en de Gastelseweg niet de in artikel 4.10 van de Verordening 2011 voorgeschreven procedure is gevolgd. Hierdoor voldoet het plan niet aan het bepaalde in artikel 4.3 van de Verordening 2011. Als gevolg hiervan zijn de betreffende plandelen vernietigd. De vernietigde planonderdelen worden in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak wordt ter plaatse van de ecologische verbindingszones ter hoogte van de Zundertseweg-Moervenstraatje en ter hoogte van de Rucphenseweg-Gastelseweg wordt de dubbelbestemming Waarde - Ecologie - Verbindingszone opgenomen. Daarbij wordt een strook van minimaal 25 meter voorzien van de betreffende dubbelbestemming. de droge EVZ aan de Rucphenseweg-Gastelseweg is in de gemeentelijke nota Algemene en tracégerichte visie EVZ's Rucphen beschreven. Dat beleid is door de provincie goedgekeurd. In deze visie is een alternatief tracé beschreven voor de droge EVZ Posthoorn (Rucphenseweg-Gastelseweg). De gerealiseerde EVZ Posthoorn Noord (de in de uitspraak genoemde EVZ Rucphenseweg-Gastelseweg) past in dit alternatieve tracé. Daarbij wordt opgemerkt dat het verwerven van gronden voor de aanleg van de EVZ's op vrijwillige basis gebeurt. De gemeente heeft weliswaar een inspanningsverplichting voor het verwerven en de aanleg van de EVZ's. Als grondverwerving echter niet mogelijk is, is realisatie van de EVZ's ook niet mogelijk.

De regels behoeven geen aanpassing.

Voor het overige worden de geldende enkelbestemmingen, functieaanduidingen en dubbelbestemmingen ter informatie op de verbeelding overgenomen. Deze maken juridisch gezien geen onderdeel uit van deze herziening.

In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.13 Kerkstraat 19, Rucphen

Inleiding

In de zienswijzennota, die deel uitmaakt van het moederplan is opgenomen dat voor onder meer het perceel aan de Kerkstraat 19 de aanduiding 'intensieve veehouderij' op de verbeelding wordt opgenomen. Dit is niet gebeurd. De verbeelding stemt in zoverre niet overeen met het vaststellingsbesluit. De Afdeling heeft geoordeeld dat het bestreden besluit en het plan in onderlinge samenhang bezien in zoverre zijn vastgesteld in strijd met de rechtszekerheid. Als gevolg hiervan zijn de betreffende plandelen vernietigd. De vernietigde planonderdelen worden in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

Op het perceel Kerkstraat 19 wordt de aanduiding 'intensieve veehouderij' opgenomen. De regels behoeven geen aanpassing.

Voor het overige wordt de geldende enkelbestemming en het bouwvlak ter informatie overgenomen. Deze maken juridisch gezien geen onderdeel uit van deze herziening.

In het moederplan is een groot aantal gebiedsaanduidingen opgenomen. Omdat in deze herziening geen wijzigingen worden doorgevoerd ten aanzien van de gebiedsaanduidingen, zijn de gebiedsaanduidingen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding niet op de verbeelding weergegeven. Vanzelfsprekend blijven de gebiedsaanduidingen wel van toepassing.

2.14 Keijtenburgstraat 6a - Regeling Plattelandswoning

Inleiding

Ter plaatse van het perceel Keijtenburgstraat 6a is de bestemming Sport, een bouwvlak en de functieaanduidingen 'manege' en 'bedrijfswoning' opgenomen. Tevens is op de verbeelding de maatvoeringsaanduiding '2' opgenomen als maximaal aantal wooneenheden.

In haar uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat ten onrechte geen wijzigingsbevoegdheid is opgenomen voor het gebruik van voormalige bedrijfswoningen als burgerwoning. Als gevolg hiervan zijn de betreffende plandelen vernietigd. De vernietigde planonderdelen worden in deze herziening opgenomen.

Aanpassing

Conform de uitspraak van de Afdeling is de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 3.6.16 onder b (afsplitsing van de woning bij een bestaand agrarisch bedrijf) opgenomen in artikel 21 (Sport).

Hoofdstuk 3 Juridische Plantoelichting

3.1 Algemeen

Een bestemmingsplan bestaat uit de juridisch bindende regels en verbeelding en gaat vergezeld van een toelichting.

De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.

De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij de harde randvoorwaarden. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het bestemmingsplan.

De toelichting heeft geen bindende werking; de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.

3.2 Opzet Van De 2e Herziening

Voorliggend bestemmingsplan betreft een gedeeltelijke herziening van het geldende bestemmingsplan 'bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012' (moederplan). Hierdoor is sprake van een afwijkende opzet in vergelijking met een 'regulier' bestemmingsplan.

Voor het inzichtelijk krijgen van de geldende juridisch-planologische situatie binnen het plangebied, is het noodzakelijk om naast deze herziening ook het geldende bestemmingsplan (moederplan) te raadplegen; de 2e herziening geeft geen compleet overzicht van de nieuwe juridisch-planologische situatie.

Verbeelding

De verbeelding bestaat uit slecht die percelen die onderdeel uitmaken van deze herziening. Op de betreffende percelen is de eindsituatie na wijziging weergegeven. Dit betekent dat naast de wijzigingen ook ongewijzigde enkel- en dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn weergegeven. Een uitzondering geldt voor de geldende gebiedsaanduidingen. Ten aanzien van de gebiedsaanduidingen worden in deze herziening geen wijzigingen doorgevoerd. Deze zijn derhalve niet op de verbeelding weergegeven maar gelden in alle gevallen op dezelfde wijze als deze in het moederplan gelden.

Regels

Voor de regels geldt dat de regels zijn opgenomen zoals die na vaststelling van de herziening gelden. De niet gemarkeerde regels hebben betrekking op de regels zoals gelden vanuit het moederplan en de 1e herziening. De wijzigingen dan wel aanvullingen/verwijderingen als gevolg van onderhavige herziening zijn in de planregels - met een doorhalingen in groen ('regel') of een toevoeging in geel ('regel') - opgenomen. Alleen de geel (toevoegingen) of groen (vervallen tekst) gemarkeerde aanpassingen maken dus juridisch-planologisch onderdeel uit van de 2e herziening. De niet gemarkeerde regels zijn ter informatie opgenomen zodat een goed beeld ontstaan van de nieuwe regels en hoe deze ingepast zijn in de (bestaande) regels van het moederplan. Van belang is dat de niet gemarkeerde regels niet opnieuw ter discussie gesteld kunnen worden omdat deze enkel een informatieve rol in deze herziening vervullen en formeel geen onderdeel van deze 2e herziening uitmaken. Een aantal regels is doorgehaald (regel), zonder markering. Dit betreft de wijzigingen als gevolg van de uitspraak van de Raad van State (de delen van de regels die door de Afdeling bestuursrechtspraak zijn vernietigd). Deze vernietigde regels maken geen onderdeel uit van de 2e herziening. Tot slot zijn een aantal regels blauw (doorgehaald) gemarkeerd (regel). Dit betreft de wijzigingen die naar aanleiding van de 1e herziening zijn doorgevoerd.

De herziening is opgesteld op basis van SVBP2012 omdat ter inzagelegging plaatsvindt na 1 juli 2013. Voor alle bestemmingsplannen die worden opgesteld na deze datum - ook voor partiele herzieningen - dient op basis van de Wro SVBP2012 te worden toegepast. De gebruikte terminologie van SVBP2012 kan op onderdelen verschillen van die van SVBP2008, de standaard die in het moederplan is toegepast.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

Onderhavige herziening betreft een herziening waarin onderdelen zijn opgenomen die naar aanleiding van de uitspraak van de raad van State verwerkt dienen te worden. De Afdeling heeft aangegeven dat het besluit niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Awb voorbereid hoeft te worden. Dit betekent dat deze herziening direct wordt vastgesteld door de raad. Er zal derhalve geen voorontwerp- of ontwerpversie ter inzage gelegd worden. Na vaststelling geldt verder de gebruikelijke wettelijke procedure voor bestemmingsplannen. Dit betekent dat de vastgestelde herziening de beroepsprocedure doorloopt.

Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Cultuurhistorische Waardevolle Panden

Bijlage 2 Cultuurhistorische waardevolle panden

Bijlage 3 Staat Van Horeca-activiteiten

Bijlage 3 Staat van Horeca-activiteiten

Bijlage 4 Verordening Ruimte Noord-brabant 2011

Bijlage 4 Verordening ruimte Noord-Brabant 2011

Bijlage 1 Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad Van State 21 Mei 2014, Zaaknummer 2012070151 R3

Bijlage 1 Uitspraak afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 21 mei 2014, zaaknummer 2012070151 R3