KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Groen - Landschapselement
Artikel 5 Verkeer
Artikel 6 Waarde - Archeologie 2
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Artikel 8 Algemene Bouwregels
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 12 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 13 Algemene Procedureregels
Artikel 14 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
Artikel 16 Slotregel
Bijlagen
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 2 Flora En Fauna
Bijlage 3 Waterparagraaf
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 5 Landschappelijk Inpassingsplan
Bijlage 6 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 7 Nota Van Overleg
Bijlage 8 Nota Van Zienswijzen
Bijlage 9 Nota Ambtshalve Wijzigingen

Buitengebied Rucphen 2012, Gebrande Hoefstraat 2 te Rucphen

Bestemmingsplan - Gemeente Rucphen

Vastgesteld op 28-09-2016 - geheel in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, Gebrande Hoefstraat 2 te Rucphen met identificatienummer NL.IMRO.0840.9000B0017-DEF1 van de gemeente Rucphen;

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aan huis gebonden beroep

een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder wordt niet begrepen de uitoefening van detailhandel en prostitutie;

1.4 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 ander werk

een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;

1.7 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;

1.8 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.9 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.10 beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor het verrichten van werkzaamheden van dienstverlenende en/of ambachtelijke aard met als doel daaruit hoofd- of neveninkomsten te betrekken, waarbij geen sprake is van een zich als specifiek opgeleid persoon naar buiten presenterende beroepsbeoefenaar en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van de woonfunctie in de woning en de bijbehorende bouwwerken kunnen worden uitgeoefend door de hoofdbewoners dan wel eigenaren van de woning en de bijbehorende bouwwerken. Gebruik mag niet leiden tot afbreuk en belemmering van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bebouwing en geen belemmering opleveren voor de doorstroming van het verkeer op de openbare weg. De activiteit aan huis mag niet vergunningplichtig of meldingsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer en daarop baseerde AMvB's. Er mag geen buitenopslag of bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond de woning, met uitzondering van in- en uitladen;

1.11 bestaand

  1. 1. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd, krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. 2. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;

1.12 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.13 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.14 Bevi

Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;

1.15 bijbehorende bouwwerk

een bij een (bedrijfs)woning bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

1.16 bijgebouw

een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.17 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.18 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.19 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.20 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.21 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.22 cultuurhistorische waarden en kenmerken

waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;

1.23 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.24 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.25 gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.26 gevellijn

denkbeeldige dan wel op de verbeelding aangegeven lijn die strak langs de gevel van een gebouw loopt tot aan de bouwperceelsgrenzen;

1.27 halfverharding

een verharding opgebouwd uit onsamenhangend materiaal dat meer draagkracht levert dan de originele grond;

1.28 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.29 huishouden

persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen;

1.30 normaal onderhoud, gebruik en beheer

een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten in lijn met de bestemming dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt gehandhaafd;

1.31 nutsvoorziening

voorziening ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes en telefooncellen.

1.32 omgevingsvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.33 omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.34 ondergeschikte activiteit

een activiteit van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft.

1.35 opslag

het bewaren van goederen, materialen en stoffen, al dan niet in combinatie met de productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;

1.36 overkapping

een bouwwerk voorzien van een gesloten dak en van maximaal twee wanden;

1.37 peil

  • voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwterrein;

1.38 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.39 seksinrichting

de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.40 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals die van deze regels onderdeel uitmaakt en is gebaseerd op de VNG-brochure 2009 Bedrijven en milieuzonering;

1.41 straatprostitutie

het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.42 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.43 uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;

1.44 voorgevel van een gebouw

het meest naar de wegzijde gekeerde deel van een hoofdgebouw;

1.45 voorgevellijn

de gevellijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;

1.46 vrijstaand

een hoofdgebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander hoofdgebouw;

1.47 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals waterlopen en watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van watergangen en dergelijke;

1.48 werk

een constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde;

1.49 Wgh

de Wet geluidhinder, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;

1.50 Wgh-inrichtingen

bedrijven als genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningen-besluit milieubeheer, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;

1.51 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 Algemeen

2.2 Meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de verbeelding en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.

2.3 Relatie

Daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Groen - Landschapselement

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

Het is verboden om op deze gronden te bouwen.

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 5 Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Waarde - Archeologie 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.2 Bouwregels

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 sub a, waarbij werkzaamheden plaatsvinden op een oppervlak groter dan 50 m² en dieper dan 0,30 meter, met dien verstande dat:

  1. a. de aanvrager een KNA-conform archeologisch onderzoeksrapport overlegt waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld;
  2. b. het bevoegd gezag verleent de vergunning, indien naar hun oordeel uit het in lid 6.3 sub a bedoelde rapport genoegzaam blijkt dat:
    1. 1. er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad;
    2. 2. schade aan archeologische waarden door de bouwactiviteiten kan worden voorkomen door het in acht nemen van aan de omgevingsvergunning - activiteit bouwen verbonden voorwaarden.
  3. c. in de situatie als bedoeld in het lid 6.3 sub b onder 2, kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning verbinden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden, of;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of;
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  4. d. indien lid 6.3 sub c onder 3 van toepassing is, wordt in de omgevingsvergunning geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die gedaan worden tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van:

  1. a. het wijzigen van de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' , indien het op grond van nader archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in verdere bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet;
  2. b. het verwijderen of wijziging van de bestemming 'Waarde - Archeologie 2', indien:
    1. 1. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden;
    2. 2. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Bouwregels

8.1 Ondergeschikte bouwdelen

Bouwdelen als plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overstekende daken, worden bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

8.2 Nadere eisen

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1 Strijdig gebruik

Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming;
  2. b. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de exploitatie van een seksinrichting, een escortbedrijf en raam- en straatprostitutie.

Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels

10.1 Vrijwaringszone - radar

Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels

11.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het volgende:

  1. a. de in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10%;
  2. b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, met dien verstande dat de overschrijding maximaal 2,5 meter bedraagt en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  3. c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt verhoogd tot maximaal 40 meter;
  4. d. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter;

met dien verstande dat:

    1. 1. de belangen van de eigenaren en gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet aantoonbaar onevenredig worden geschaad;
    2. 2. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 12 Algemene Wijzigingsregels

12.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de regels in het plan te wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met dien verstande dat:

  1. a. bestemmingsgrenzen met niet meer dan 5 meter worden verschoven;
  2. b. de belangen van de eigenaren en gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet aantoonbaar onevenredig worden geschaad;
  3. c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 13 Algemene Procedureregels

13.1 Afwijken van het bestemmingsplan

Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

13.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

13.3 Wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van de algemene wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.

13.4 Nadere eisen

Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 14 Overige Regels

14.1 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 9 is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

15.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, Gebrande Hoefstraat 2 te Rucphen' van de gemeente Rucphen.

Bijlagen

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek

Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek

Bijlage 2 Flora En Fauna

Bijlage 2 Flora en fauna

Bijlage 3 Waterparagraaf

Bijlage 3 Waterparagraaf

Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 4 Akoestisch onderzoek

Bijlage 5 Landschappelijk Inpassingsplan

Bijlage 5 Landschappelijk inpassingsplan

Bijlage 6 Archeologisch Onderzoek

Bijlage 6 Archeologisch onderzoek

Bijlage 7 Nota Van Overleg

Bijlage 7 Nota van overleg

Bijlage 8 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 8 Nota van zienswijzen

Bijlage 9 Nota Ambtshalve Wijzigingen

Bijlage 9 Nota ambtshalve wijzigingen