KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
2 Algemene Regels
Artikel 2 Toepassingsbereik
3 Bestemmingsregels
Artikel 3 Herziening Regels Bestemmingsplan Buitengebied Someren
4 Slotbepaling
Artikel 4 Slotregel

Buitengebied Someren (2011), eerste partiële herziening

Bestemmingsplan - Gemeente Someren

Vastgesteld op 25-09-2014 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan
Het bestemmingsplan Buitengebied Someren (2011), eerste partiële herziening met identificatienummer NL.IMRO.0847.BP02014001-VS01 van de gemeente Someren.
1.2. Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
1.3. Verbeelding
De kaart, waarop de bestemmingen en aanduidingen van de gronden die in het plangebied zijn gelegen, zijn aangegeven.

2 Algemene Regels

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit plan heeft betrekking op de herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied Someren” van de gemeente Someren, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Someren op 29 juni 2011 met identificatienummer
NL.IMRO.0847.BP02011002-VS02. De overige regels en bijlagen behorende bij het bestemmingsplan “Buitengebied Someren”, blijven onverkort en ongewijzigd van toepassing.

3 Bestemmingsregels

Artikel 3 Herziening Regels Bestemmingsplan Buitengebied Someren

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied Someren van de gemeente Someren worden als volgt gewijzigd:
3.1 Vervangende definitie bewoning
De definitie bewoning wordt vervangen, luidende:
Bewoning:
Het verblijven in of gebruiken van een ruimte als woonruimte inclusief nachtverblijf zonder dat elders aantoonbaar over een hoofdverblijf wordt beschikt.
3.2. Nieuwe definitie zelfstandige bewoning
De definitie zelfstandige bewoning wordt toegevoegd, luidende:
Zelfstandige bewoning:
Bewoning met een eigen toegang waarbij de noodzakelijke voorzieningen (keuken, douche en toilet) niet gedeeld worden met andere bewoners.
3.3 Vervangende en nieuwe regels artikel 4
Van artikel 4 wordt aan lid 3 onderdeel 1 aanvullende regels toegevoegd, wordt lid 5 onderdelen 1 en 2 vervangen en wordt een lid 3 onderdeel 6 toegevoegd, luidende:
4.3.1 Afwijkende situering bedrijfswoning
  1. de woning wordt gebouwd ter vervanging van de bestaande woning;
  2. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid van de woning mogen niet worden belemmerd;
  3. de sloop van de oorspronkelijke woning is duurzaam verzekerd;
  4. er dient te worden aangetoond dat de bedrijfswoning noodzakelijk is vanuit bedrijfseconomisch oogpunt.
  5. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
4.5.1 Huisvesting tijdelijke werknemers
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.4. onder 1, ten behoeve van de structurele of tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers in een bedrijfswoning, in bestaande of direct vergunbare bedrijfsgebouwen of ten behoeve van alleen tijdelijke huisvesting in woonunits, (sta-)caravans of vergelijkbare onderkomens. Hierbij gelden de volgende randvoorwaarden:
  1. deze huisvesting dient noodzakelijk te zijn uit een oogpunt van een doelmatige agrarische bedrijfsvoering vanuit het oogpunt van de structurele of tijdelijke grote arbeidsbehoefte in het betreffende agrarisch bedrijf, waarover advies gevraagd kan worden aan de AAB;
  2. de huisvesting mag uitsluitend werknemers betreffen, die alleen binnen het bedrijf, waar ze gehuisvest zijn, werkzaamheden verrichten;
  3. zelfstandige bewoning van bedrijfsgebouwen en andere niet voor bewoning bestemde gebouwen in niet toegestaan;
  4. bij huisvesting in een woning mogen maximaal 20 personen per locatie worden gehuisvest;
  5. bij huisvesting in een bedrijfsgebouw mogen maximaal 40 personen per locatie worden gehuisvest;
  6. huisvesting in woonunits, (sta-) caravans of vergelijkbare onderkomens is alleen toegestaan als het gaat om een aantoonbaar tijdelijke oplossing gedurende niet meer dan 6 maanden per kalenderjaar;
  7. bij tijdelijke huisvesting in woonunits, (sta-) caravans of vergelijkbare onderkomens deze na afloop van de termijn zoals bepaald onder e worden verwijderd;
  8. per woonunit mogen maximaal vier personen worden gehuisvest. Het maximaal te huisvesten personen is niet meer dan 40;
  9. de bouwhoogte van een woonunit mag niet meer bedragen dan 3m¹;
  10. de onder e. genoemde verblijven moeten worden geplaatst binnen het agrarische bestemmingsvlak;
  11. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1;
  12. per drie huisvestingsplaatsen moet minimaal 1 parkeerplaats binnen het bestemmingsvlak beschikbaar zijn. Het totaal aantal benodigde parkeerplaatsen wordt naar boven afgerond;
  13. in afwijking op de leden d en g kan ten behoeve van piekmomenten in de vollegrondstuinbouw voor een periode van maximaal 6 maanden gemotiveerd worden afgeweken van het aantal maximaal te huisvesten personen.
Aan de omgevingsvergunning worden de voorschriften verbonden dat:
  1. de vergunning wordt ingetrokken indien de daaraan ten grondslag liggende tijdelijk grote arbeidsbehoefte niet meer aanwezig is;
  2. binnen twee maanden nadat het gebruik als tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers is beëindigd, dit door de bedrijfsvoerder schriftelijk wordt gemeld bij het college van burgemeester en wethouders;
  3. na beëindiging van het gebruik als tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers de voorzieningen ten behoeve van de tijdelijke huisvesting binnen zes maanden na beëindiging van het gebruik worden verwijderd.
4.3.6. Afwijkende goot- en bouwhoogte bedrijfsgebouw
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor de (her)bouw van bedrijfsgebouwen met een afwijkende goot- en bouwhoogte. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
  1. de goothoogte mag maximaal 10m¹ bedragen;
  2. de bouwhoogte mag maximaal 12,5m¹ bedragen;
  3. er moet sprake zijn van een noodzaak vanuit een doelmatige bedrijfsvoering en/of ontwikkeling. Dit wordt aangetoond door middel van een advies van de AAB;
  4. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de bedrijfsgebouwen in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  5. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
3.4 Nieuwe regels artikel 9
Van artikel 9 wordt aan lid 3 onderdeel 1 aanvullende regels toegevoegd, luidende:
9.3.1 Herbouw bedrijfswoning
  1. de woning wordt gebouwd ter vervanging van de bestaande woning;
  2. aangetoond dient te worden dat de bedrijfswoning noodzakelijk is vanuit bedrijfseconomisch oogpunt;
  3. de sloop van de oorspronkelijke woning is duurzaam verzekerd;
  4. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
3.5 Nieuwe regels artikel 11
Aan de bestemmingsomschrijving in artikel 11 lid 1 wordt toegevoegd:
De voor ‘Bos’ aangewezen gronden zijn bestemd voor bosbouwkundige doeleinden ten behoeve van het behoud van duurzaam bos ter plaatse en behoud van de groeiplaats, wordt het volgende toegevoegd, luidende:
Daarnaast geldt dat de voor ‘Bos’ aangewezen gronden gebruikt mogen worden voor dagrecreatief medegebruik.
De bestemmingsomschrijving voor de functieaanduiding ‘specifieke vorm van bos – multifunctioneel bos’ blijft ongewijzigd van kracht.
3.6 Nieuwe regels artikel 14
Van artikel 14 wordt aan lid 3 aanvullende regels toegevoegd, luidende:
  1. de woning wordt gebouwd ter vervanging van de bestaande woning;
  2. aangetoond dient te worden dat de bedrijfswoning noodzakelijk is vanuit bedrijfseconomisch oogpunt;
  3. de sloop van de oorspronkelijke woning is duurzaam verzekerd;
  4. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
3.7 Nieuwe regels artikel 15
Van artikel 15 wordt aan lid 3 aanvullende regels toegevoegd, luidende:
  1. de woning wordt gebouwd ter vervanging van de bestaande woning;
  2. aangetoond dient te worden dat de bedrijfswoning noodzakelijk is vanuit bedrijfseconomisch oogpunt;
  3. de sloop van de oorspronkelijke woning is duurzaam verzekerd;
  4. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
3.8 Nieuwe en vervangende regels artikel 17
Van artikel 17 wordt lid 5 vervangen, lid 6 wordt gewijzigd en aanvullende regels toegevoegd en lid 7 vernummerd, luidende:
Artikel 17.5 Specifieke regels voor de vakantiehuisjes (specifieke vorm van recreatie -2, -3, -10)
De vakantiehuisjes zoals deze aanwezig zijn op de datum van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan mogen worden gehandhaafd en verbouwd of herbouwd met inachtneming van de bestaande oppervlakte, goot- en nokhoogte. Herbouw is alleen toegestaan indien deze plaatsvindt ter plaatse van de bestaande fundering.
Artikel 17.5.1 Bijgebouwen
  1. Per vakantiehuisje is maximaal één bijgebouw toegestaan;
  2. De oppervlakte bedraagt maximaal 25m²;
  3. De goothoogte bedraagt maximaal 3m¹;
  4. De nokhoogte bedraagt maximaal 4,5m¹;
  5. De afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5m¹;
  6. De afstand tot de as van de weg bedraagt minimaal 20m¹.
Artikel 17.5.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  1. Per vakantiehuisje is één carport toegestaan;
    1. De oppervlakte bedraagt maximaal 20m²;
    2. De nokhoogte bedraagt maximaal 3m¹;
    3. De afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5m¹;
    4. De afstand tot de as van de weg bedraagt minimaal 20m¹.
  2. De maximale toegestane hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, met uitgezonderd terreinafscheiding is 3m¹. De hoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn mag maximaal 1m¹ en voor het overige maximaal 2m¹.
Artikel 17.6 Specifieke regels voor de modelvliegbaan (specifieke vorm van recreatie-7)
  1. De bebouwing op het perceel mag worden afgeschermd met een halfopen hekwerk met een maximale hoogte van 2m¹.
Artikel 17.7 Herbouw van de bedrijfswoning
Van artikel 17 wordt lid 3 gewijzigd, luidende:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor de (her)bouw van een bedrijfswoning op een ander plaats binnen het bestemmingsvlak. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
  1. De nieuwe locatie ligt niet minder dan 5m¹ van de bestemmingsgrens en niet minder dan 15m¹ uit de as van de weg waaraan wordt gebouwd;
  2. De ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-) agrarische bedrijven in de nabijheid van de woning mogen niet worden belemmerd;
  3. De stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de woning in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  4. Met de nieuwe situering is sprake van een planologische verbetering;
  5. De woning wordt gebouwd ter vervanging van de bestaande woning;
  6. aangetoond dient te worden dat de bedrijfswoning noodzakelijk is vanuit bedrijfseconomisch oogpunt;
  7. De sloop van de oorspronkelijke woning is duurzaam verzekerd;
  8. De ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
Artikel 17.7 Specifieke gebruiksregels wordt vervangen, luidende:
Artikel 17.8 Specifieke gebruiksregels
3.9 Nieuwe regels artikel 21
Aan artikel 21 wordt een lid 3 toegevoegd, luidende:
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.3.1 Inhoud woning
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 21.2.2 onder a., ten behoeve van het toestaan van een uitbreiding van de maximaal toegestane inhoud (750m³) van een woning tot maximaal 850m³. Hierbij gelden ten minste de volgende voorwaarden:
  1. per 50m³ uitbreiding dient telkens minimaal 500m² aan legaal opgerichte of krachtens overgangsrecht toegelaten bebouwing op het perceel zelf of elders in het buitengebied van Someren te worden gesloopt;
  2. de locatie waar bebouwing wordt gesloopt kan slechts één keer worden ingezet voor de toepassing van deze regeling;
  3. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid van de woning mogen niet worden belemmerd;
  4. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de woning in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  5. de sloop van overtollige bebouwing is duurzaam verzekerd;
  6. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
21.3.2 Oppervlakte bijbehorende bouwwerken
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 21.2.3 onder a, ten behoeve van het toestaan van een uitbreiding van de maximaal toegestane oppervlakte (100m²) aan bijbehorende bouwwerken tot maximaal 200m². Hierbij gelden ten minste de volgende voorwaarden:
  1. per 25m² uitbreiding dient telkens minimaal 100m² aan legaal opgerichte of krachtens overgangsrecht toegelaten bebouwing op het perceel zelf of elders in het buitengebied van Someren te worden gesloopt;
  2. de locatie waar bebouwing wordt gesloopt kan slechts één keer worden ingezet voor de toepassing van deze regeling;
  3. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid van de woning mogen niet worden belemmerd;
  4. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de bijbehorende bouwwerken in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  5. de sloop van overtollige bebouwing is duurzaam verzekerd;
  6. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
21.3.3 Herbouw woning
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 21.2.1, ten behoeve van de herbouw van een woning op een andere plaats binnen het bestemmingsvlak. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
  1. de nieuwe locatie ligt niet minder dan 5m¹ van de bestemmingsgrens en niet minder dan 15m¹ uit de as van de weg waaraan wordt gebouwd;
  2. de woning wordt gebouwd ter vervanging van de bestaande woning;
  3. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid van de woning mogen niet worden belemmerd;
  4. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de woning in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  5. met de nieuwe situering is sprake van een milieukundige en ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
  6. de sloop van de oorspronkelijke woning is duurzaam verzekerd;
  7. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
3.10 Vervangende en nieuwe regels artikel 32
Van artikel 32 lid 2 worden de onderdelen 1 en 3 vervangen en wordt een onderdeel 4 toegevoegd, luidende:
32.2.1 Afstand bestemmingsgrens
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de afstand van 5m¹ tot de bestemmingsgrens ten behoeve van de bouw van bouwwerken met dien verstande dat:
  1. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid mogen niet worden belemmerd;
  2. als er sprake is van een bedrijf de noodzaak vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond;
  3. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de bouwwerken in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  4. er is sprake van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
  5. groene erfinrichting, landschappelijke inpassing is anderszins duurzaam geborgd;
  6. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
32.2.3 Overschrijding bouwgrens
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bouwen op een kleinere afstand van de weg dan is voorgeschreven met dien verstande dat:
  1. de noodzaak vanuit een doelmatige bedrijfsvoering en/of perceelsinrichting aanwezig is;
  2. er geen onevenredige verkeerskundige belemmeringen plaatsvinden;
  3. de overschrijding niet mag leiden tot een vermindering van de gebruiksmogelijkheden van de gronden voor piekberging en infiltratie;
  4. de wegbeheerder en het waterschap worden gehoord;
  5. de afstand tot de as van de weg waaraan wordt gebouwd, niet minder is dan minimaal de afstand van bestaande reeds dichter bij de weg gelegen bebouwing in hetzelfde bestemmingsvlak. Als het bouwperceel aan 2 of meer zijden direct grenst aan een weg is het mogelijk om slechts tot één weg die bestaande, kleinere afstand aan te houden. Tot de andere weg dient een afstand van niet minder dan 10m¹ te worden aangehouden;
  6. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
32.2.4 10 % regeling
De in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat:
  1. de noodzaak vanuit een goede of doelmatige functionele, stedenbouwkundige, bouwkundige of architectonische inpassing aanwezig is;
  2. de afwijking alleen mag worden toegepast indien elders in deze regels geen andere regels voor afwijking zijn opgenomen voor afwijking van deze maten;
  3. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 34.1.
3.11 Vervangende en vervallen regels artikel 33
Van artikel 33 wordt lid 2 vervangen en vervalt lid 3, luidende:
33.2 Afhankelijke woonruimte/mantelzorg
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking ten behoeve van het gebruik van een bijbehorend bouwwerk behorende bij een bedrijfswoning of woning c.q. een deel van een bedrijfsgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte om te voorzien in een tijdelijke behoefte. Hierbij gelden ten minste de volgende voorwaarden:
  1. aangetoond wordt dat inwoning in de (bedrijfs)woning ter plaatse redelijkerwijs niet tot de mogelijkheden behoort en bewoning als afhankelijke woonruimte van een bijbehorend bouwwerk en/of het deel van het bedrijfsgebouw noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  2. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen waaronder die van omliggende (agrarische) bedrijven en woningen en rekening wordt gehouden met aanwezige milieuhygiënische aspecten (geur, geluid, veiligheid);
  3. de afhankelijke woonruimte wordt binnen de maatvoeringen voor bijbehorende bouwwerken bij de (bedrijfs)woning c.q. bedrijfsgebouwen volgens de geldende bestemming ingepast, met een maximale oppervlakte van 75m²;
  4. de afhankelijke woonruimte wordt bij voorkeur gerealiseerd in een bestaand aangebouwd bijbehorend bouwwerk, of als dat niet mogelijk is in een bestaand vrijstaand bijbehorend bouwwerk of bedrijfsgebouw dat op maximaal 20m
  5. 1 afstand is gelegen van de achtergevel van de (bedrijf)woning; in het geval er sprake is van een daartoe nieuw te bouwen bijbehorend bouwwerk mag de afstand tot de achtergevel van de (bedrijfs)woning niet meer bedragen dan 10m1;
  6. aan de afwijking wordt de regel verbonden dat binnen twee maanden nadat het gebruik als afhankelijke woonruimte is beëindigd, dit door de hoofdbewoner schriftelijk wordt gemeld bij het college van burgemeester en wethouders;
  7. na beëindiging van het gebruik ten behoeve van mantelzorg dienen de voorzieningen ten behoeve van de mantelzorg binnen zes maanden na beëindiging van het gebruik te worden verwijderd.

4 Slotbepaling

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Someren (2011), eerste partiële herziening.
Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Someren van 25 september 2014.
Mij bekend,
de raadsgriffier