Buitengebied Someren - Deelgebied 3
Bestemmingsplan - Gemeente Someren
Vastgesteld op 21-07-2021 - geheel onherroepelijk in werking
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
1.2 bestemmingsplan:
1.3 verbeelding:
1.4 aan huis verbonden beroep:
1.5 aanduiding:
1.6 aanduidingsgrens:
1.7 aardkundige waarden:
1.8 abiotische waarden:
1.9 Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB):
1.10 agrarisch bedrijf:
1.11 agrarisch gebruik/doeleinden:
1.12 agrarisch huiskavel:
1.13 agrarisch loonbedrijf:
1.14 agrarisch-technisch hulpbedrijf:
1.15 agrarisch verwant bedrijf:
1.16 ambachtelijk bedrijf:
1.17 arbeidsmigrant:
1.18 archeologisch deskundige:
1.19 archeologisch monument:
1.20 archeologisch onderzoek:
1.21 archeologische waarden:
1.22 architectonische waarden:
1.23 A-waterloop:
1.24 bebouwing:
1.25 bebouwingscluster:
1.26 bebouwingsconcentratie:
1.27 bebouwingslint:
1.28 bebouwingspercentage:
1.29 bed and breakfast:
1.30 bedrijf (bedrijfsinrichting):
1.31 bedrijfsgebouw:
1.32 bedrijfsmatige exploitatie:
1.33 bedrijfswoning:
1.34 beeldbepalend pand:
1.35 beeldkwaliteit:
- de plaats van de bebouwing in het verleden en nu;
- de maten en verhoudingen van de gebouwen in het verleden en nu;
- het ritme of patroon van de bebouwing langs de weg in het verleden en nu;
- de beplanting langs de openbare weg en op particuliere gronden;
- het materiaalgebruik voor de bebouwing en de straat;
- kenmerkende objecten zoals een molen, kerk, bos, houtwal, kunst e.d.;
- staat van verzorging, detaillering en onderhoud van gebouwen, weg- en bermonderhoud, verlichting e.d.;
- abiotische omgeving, patronen en structuren.
1.36 beeldkwaliteitsplan buitengebied:
1.37 beperkingen veehouderij:
1.38 Besluit omgevingsrecht (Bor):
1.39 bestaande bebouwing:
1.40 bestaand gebruik:
1.41 bestemmingsgrens:
1.42 bestemmingsvlak:
1.43 bevoegd gezag:
1.44 bewoning:
1.45 bijgebouw:
1.46 boerderij/boerderijgebouw:
1.47 bouwen:
1.48 bouwen, ondergronds:
1.49 bouwlaag:
1.50 bouwperceel:
1.51 (bouw)perceelgrens:
1.52 bouwvlak:
1.53 bouwwerk:
1.54 Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij (BZV):
1.55 buitenrijbaan:
1.56 covergisting(installatie):
1.57 cultuurhistorische waarden:
1.58 cultuurhistorisch waardevolle woning:
1.59 cultuurhistorisch waardevolle bebouwing:
1.60 cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting):
1.61 dagbesteding:
1.62 dagrecreatie:
1.63 detailhandel:
1.64 dierenverblijf:
1.65 differentiatievlak:
1.66 dove gevel:
1.67 ecologische verbindingszone (evz):
1.68 erf:
1.69 erfbeplanting:
1.70 erotische dienstverlening:
1.71 escortbedrijf:
1.72 evenement:
1.73 extensief recreatief medegebruik:
1.74 gebouw:
1.75 gebruiken:
1.76 geluidsreducerende voorzieningen:
1.77 gietwatervoorziening:
1.78 glastuinbouwbedrijf:
1.79 groenvoorzieningen:
1.80 groepsaccommodatie:
1.81 grondgebonden teeltbedrijf:
1.82 grondgebonden veehouderij:
- de veebezetting bedraagt niet meer dan 2.75 GVE/hectare, berekend over de grond die blijkens de gecombineerde opgave bij het bedrijf in gebruik is, voor zover gelegen binnen 15 km1 van de bedrijfslocatie; en/of
- tenminste 75% van de op het bedrijf geproduceerde mest, uitgedrukt in fosfaat, wordt aangewend op grond die blijkens de gecombineerde opgave bij het bedrijf in gebruik is voor gewassen die overwegend voor de eigen bedrijfsvoering worden geteeld, voor zover gelegen binnen 15 km1 van de bedrijfslocatie. Een veehouder toont via de jaarlijkse gecombineerde opgave aan dat de veehouderij aan dit criterium voldoet; en/of
- tenminste 95% van het ruwvoer (gras en mais), uitgedrukt in fosfaat, wordt gewonnen op grond die blijkens de gecombineerde opgave bij het bedrijf in gebruik is voor gewassen die overwegend voor de eigen bedrijfsvoering worden geteeld, voor zover gelegen binnen 15 km1 van de bedrijfslocatie. Daarbij is tenminste 50% van het fosfaat in het rantsoen afkomstig uit ruwvoer (gras en mais). Een veehouder toont via een jaarlijkse rapportage uit BEX aan dat de veehouderij aan dit criterium voldoet; en/of
- indien in de veehouderij dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak voor natuurbeheer.
1.83 GVE (groot vee-eenheid):
1.84 hervestiging agrarisch bedrijf:
1.85 hobbymatig houden van dieren:
1.86 hokdierhouderij:
1.87 hoofdgebouw:
1.88 horeca(-bedrijf):
1.89 houtteelt:
1.90 huishouden:
1.91 huisvesting van arbeidsmigranten:
1.92 hydrologisch neutraal ontwikkelen:
1.93 hydrologische waarden:
- eveneens aanwezige aardkundige waarden;
- eveneens aanwezige waterafhankelijke natuurwaarden;
- eveneens aanwezige mogelijkheden voor ontwikkeling van waterafhankelijke natuurwaarden;
1.94 infiltratie:
1.95 infiltratievoorziening:
1.96 inrichtingsplan:
1.97 Interim omgevingsverordening:
1.98 kampeermiddel:
1.99 kampeerterrein:
1.100 kamperen:
1.101 kas of hoge tunnel:
1.102 kernrandzone:
1.103 kinderopvang:
1.104 kwaliteitsverbetering:
1.105 landbouw:
1.106 landschappelijk inpassingsplan:
1.107 landschapswaarden:
1.108 landschapselement:
1.109 lawaaisport:
1.110 maaiveld:
1.111 maatschappelijke voorzieningen:
1.112 manege:
1.113 mestbewerking:
1.114 milieucategorie:
1.115 milieuhygiëne:
1.116 minicamping:
1.117 Natuur Netwerk Brabant:
1.118 natuurwaarden:
1.119 nevenfunctie:
1.120 niet-agrarisch bedrijf:
1.121 nieuwvestiging:
1.122 noodwoning:
1.123 nutsvoorziening:
1.124 omgevingsvergunning:
1.125 omschakeling:
1.126 ondergeschikt bouwdeel:
1.127 ondergeschikte functie:
1.128 onderkomen:
1.129 ondersteunende detailhandel:
1.130 ondersteunende functie:
1.131 ondersteunende (dag)horeca:
- ondersteunende horeca: horeca die ten dienste staat van de hoofdfunctie en die in ruimtelijk opzicht hieraan ondergeschikt is. Het ondersteunend karakter dient van beperkte functionele en ruimtelijke omvang te zijn zodat de hoofdfunctie qua aard, omvang en verschijningsvorm overwegend of nagenoeg geheel als zodanig herkenbaar blijft. Daar waar ondersteunende horeca is toegestaan, zijn feesten, partijen en vergaderingen niet toegestaan.
- ondersteunende daghoreca: in aanvulling op het hetgeen gesteld wordt onder sub a, geldt voor daghoreca het volgende: horeca die gericht is op het verstrekken van eenvoudige maaltijden en dranken gedurende de dagperiode van 09:00 uur tot uiterlijk 17:00 uur en daarmee een bijdrage levert aan de exploitatie van de voorziening waarvan zij onderdeel uitmaakt.
1.132 open gebied:
1.133 openbare weg:
1.134 openheid:
1.135 oppervlaktewaterlichaam:
1.136 overig-agrarisch bedrijf:
1.137 overkapping:
1.138 paardenhouderij:
- gebruiksgerichte paardenhouderij: een paardenhouderij waar het accent ligt op het bedrijfsmatig houden en stallen van paarden en pony’s met als nevenfunctie eventueel het fokken en africhten ervan. Voorbeelden zijn: stalhouderijen en paardenpensions.
- productiegerichte paardenhouderij: een vorm van een agrarisch bedrijf waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten, trainen en verhandelen van paarden. Voorbeelden zijn fokkerijen, stoeterijen en paardenmelkerijen.
1.139 piekberging:
1.140 plattelandswoning:
1.141 productiegebonden detailhandel:
1.142 recreatie:
1.143 recreatiebedrijf:
1.144 recreatiewoning:
1.145 referentiesituatie:
1.146 routegebonden horeca:
1.147 ruimtelijke kwaliteit:
1.148 ruimtelijke ontwikkeling:
1.149 schuilgelegenheid voor dieren
1.150 SNF:
1.151 stacaravan:
1.152 stalderingsgebied:
1.153 statische opslag:
1.154 teeltondersteunende voorzieningen:
- (teelt)ondersteunende kassen:
een (teelt)ondersteunende voorziening in de vorm van een (permanente) kas. - hoge permanente teeltondersteunende voorzieningen:
teeltondersteunende voorzieningen, anders dan teeltondersteunende kassen, hoger dan 1,50 m1 en vrij makkelijk verwijderbaar zijn, maar waarbij dat niet na elk teeltseizoen plaatsvindt. Hieronder worden in ieder geval verstaan: teeltbakken in stellingen of teelttafels, eventueel met regenkappen; plastic-/foliekassen, -tunnels en -regenkappen. - hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen:
teeltondersteunende voorzieningen, anders dan teeltondersteunende kassen, hoger dan 1,50 m1, die aanwezig zijn gedurende de periode dat de teelt dat vereist, en die na (een deel van) het teeltseizoen, en uiterlijk binnen 6 maanden, weer worden verwijderd. Hieronder worden in ieder geval verstaan: menstoegankelijke wandelkappen; schaduwhallen; hagelnetten. - lage permanente teeltondersteunende voorzieningen of containervelden:
permanente teeltondersteunende voorzieningen voor plantaardige teelten, niet hoger dan 1,50 m1, die op of nabij de grond worden aangebracht, voor zogenaamde containerteelt. Hierbij kan het volgende onderscheid worden gemaakt:- containervelden als onomkeerbare voorziening, waarbij gebruik gemaakt wordt van een geheel verharde ondergrond veelal van niet-opneembare/gesloten verhardingen, zoals beton;
- containervelden als omkeerbare voorzieningen, waarbij gebruik gemaakt wordt van anti-worteldoek met daartussen opneembare of open verhardingen, zoals betonplaten, tegel- of klinkerbestratingen.
- lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen:
teeltondersteunende voorzieningen, niet hoger dan 1,50 m1, aanwezig gedurende de periode dat de teelt dat vereist, en die na (een deel van) het teeltseizoen, en uiterlijk binnen 6 maanden na plaatsing, weer worden verwijderd. Hieronder worden in ieder geval verstaan: lage tunnels, van halfronde bogen waarover plastic of gaasdoek wordt gespannen; insectengaas; afdekfolies; acryldoek; vlakveldfolies; vraatnetten. - overige teeltondersteunende voorzieningen of boomteelthekken:
een permanente teeltondersteunende voorziening c.q. bouwwerken in de vorm van hekwerken met afrastering, niet hoger dan 1,50 m1, op boomteeltpercelen waarmee dieren van die percelen geweerd worden.
1.155 terras:
1.156 terreinafscheiding:
1.157 trekkershut:
1.158 tuin:
1.159 tuinbouwbedrijf:
1.160 veehouderij:
1.161 veldschuur:
1.162 verblijfsrecreatie:
1.163 verhard oppervlak:
1.164 volière:
1.165 volwaardig agrarisch bedrijf:
1.166 voorgevelrooilijn:
- gelijk is aan de in deze regels voorgeschreven afstand van gebouwen tot de as van de weg op het betreffende bouwperceel;
- gelijk is aan de afstand van bestaande gebouwen tot de as van de weg op het betreffende bouwperceel, indien die afstand kleiner is dan de in de regels voorgeschreven afstand.
1.167 Wabo:
1.168 water:
1.169 waterhuishoudkundige voorzieningen:
1.170 wonen:
1.171 wonen plus:
1.172 woning/wooneenheid:
1.173 woningsplitsing:
1.174 woonunit:
1.175 zelfstandige bewoning:
1.176 zorgboerderij:
1.177 zorgvuldige veehouderij:
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 de afstand tot de as van de weg:
2.2 de afstand tot de bestemmingsgrens:
2.3 het bebouwingspercentage:
2.4 de dakhelling:
2.5 de breedte van een bestemmingsvlak:
2.6 de breedte van een bouwperceel:
2.7 de goothoogte van een bouwwerk:
2.8 de bouwhoogte van een bouwwerk:
2.9 de inhoud van een bouwwerk:
2.10 de lengte c.q. breedte van een bouwwerk:
2.11 de oppervlakte van een bouwwerk:
2.12 het peil:
- voor bouwwerken en gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk grenst aan de weg: de hoogte van de weg ter plaatse van deze toegang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
- al dan niet bedrijfsmatige agrarische doeleinden, inclusief tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'rijbak' tevens een buitenrijbaan voor paarden;
- ter plaatse van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch - schuilgelegenheid voor dieren 300’ tevens een schuilgelegenheid voor dieren;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 301', 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 302', 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 303', 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 304', 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 305', 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 306' en 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 307' tevens voor de opslag van agrarische grondstoffen, producten en/of werktuigen voor het gebruik, beheer en onderhoud van de direct aangrenzende agrarische gronden;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 304', 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 306' en 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 307' tevens voor het hobbymatig houden van dieren;
- het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen, erfbeplanting en landschappelijke inpassing;
- verhardingen, (onverharde) paden, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- extensief recreatief medegebruik.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
- de uitoefening van een agrarisch bedrijf met de bijbehorende bedrijfsbebouwing, niet zijnde een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf;
- één bedrijfswoning per bestemmingsvlak, tenzij anders aangeduid;
- bij het agrarisch bedrijf behorende gebouwen, bouwwerken, installaties en voorzieningen op bedrijfsniveau, hieronder in ieder geval begrepen bedrijfsgebouwen (anders dan kassen), verwerkingsruimten, sleufsilo’s, voerplaten, (vaste) mestplaten, waterbassins van folie, alsmede permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen;
- mestopslagsilo’s en mestbassins van folie ten behoeve van een op dezelfde locatie gevestigde veehouderij, paardenhouderij of een grondgebonden teeltbedrijf;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - productiegerichte paardenhouderij' is tevens een productiegerichte paardenhouderij toegestaan;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' tevens een veehouderij;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' tevens mestbewerking ten behoeve van ter plaatse geproduceerde mest afkomstig van de op die locatie gevestigde veehouderij;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' tevens het wonen in de bedrijfswoning door derden die geen relatie hebben met het agrarisch bedrijf;
- ter plaatse van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch - agrarisch loonwerkbedrijf 300’ tevens een nevenfunctie in de vorm van een agrarisch loonwerkbedrijf, met een maximale oppervlakte van 2.100 m2 aan bebouwing;
- ter plaatse van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - statische opslag 300’ tevens statische opslag, met een maximale oppervlakte van 400 m2 aan bebouwing;
- ter plaatse van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - statische opslag 301’ tevens statische opslag, met een maximale oppervlakte van 836 m2 aan bebouwing;
- productiegebonden detailhandel (verkoop van eigen producten), uitsluitend als ondergeschikte functie tot een maximum van 50 m2 bruto vloeroppervlakte;
- aan huis verbonden beroepen conform de bepalingen in artikel 4.4.2;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen, erfbeplanting en landschappelijke inpassing, hieronder tevens begrepen tuinen en erven;
- verhardingen, (onverharde) paden, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen;
- extensief recreatief medegebruik.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Agrarisch - Glastuinbouw
5.1 Bestemmingsomschrijving
- de uitoefening van één agrarisch bedrijf in de vorm van een grondgebonden landbouwbedrijf en/of een (glas)tuinbouwbedrijf;
- één bedrijfswoning per bestemmingsvlak, tenzij anders aangeduid;
- bij de agrarische doeleinden behorende gebouwen, bouwwerken, installaties en voorzieningen op bedrijfsniveau, hieronder in ieder geval begrepen kassen, bedrijfsgebouwen (anders dan kassen), permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, buffertanks, verwerkingsruimten, alsmede installaties voor (glas)tuinbouwproducten, waterbehandeling, warmtekrachtkoppeling en bestaande covergistingsinstallaties (met een verwerkingscapaciteit van maximaal 100 ton biomassa per dag);
- bewerking en/of verwerking van door het agrarisch bedrijf zelf voortgebrachte agrarische producten uitsluitend als ondergeschikte functie, tot maximaal 20% van de aanwezige kassen en bedrijfsgebouwen en in totaal niet meer dan 2.000 m2 per bedrijf, tenzij het bestaande gebruik als zodanig al een grotere omvang heeft dan geldt dit als maximum;
- productiegebonden detailhandel (verkoop van eigen producten), uitsluitend als ondergeschikte functie tot een maximum van 50 m2 bruto vloeroppervlakte;
- permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen;
- aan huis verbonden beroepen conform de bepalingen in artikel 5.4.2;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen, erfbeplanting en landschappelijke inpassing, hieronder tevens begrepen tuinen en erven;
- verhardingen, (onverharde) paden, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat per hectare aan kassen ten minste 3 parkeerplaatsen aanwezig moeten zijn;
- extensief recreatief medegebruik.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Abiotische Waarden
6.1 Bestemmingsomschrijving
- al dan niet bedrijfsmatige agrarische doeleinden;
- het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de aanwezige landschapswaarden in het algemeen en verder in het bijzonder:
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van waarde - aardkundig waardevol' voor het behoud van de aanwezige aardkundige waarden;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van waarde - hydrologisch waardevol' voor het behoud en/of herstel van de hydrologische waarden van het gebied;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorisch waardevol' voor het behoud en/of herstel van aanwezige cultuurhistorische waarden;
- ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' tevens voor de instandhouding en ontwikkeling van een ecologische verbindingszone;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'rijbak' tevens een buitenrijbaan voor paarden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen en landschappelijke inpassing;
- extensief recreatief medegebruik.
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden
7.1 Bestemmingsomschrijving
- al dan niet bedrijfsmatige agrarische doeleinden;
- het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de aanwezige landschapswaarden in het algemeen en verder in het bijzonder:
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van waarde - aardkundig waardevol' voor het behoud van de aanwezige aardkundige waarden;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorisch waardevol' voor het behoud en/of herstel van aanwezige cultuurhistorische waarden;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van waarde - visueel waardevol; openheid' voor het behoud van het open karakter van het landschap;
- ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' tevens voor de instandhouding en ontwikkeling van een ecologische verbindingszone;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 300' tevens voor de opslag van agrarische grondstoffen, producten en/of werktuigen voor het gebruik, beheer en onderhoud van de direct aangrenzende agrarische gronden;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur 300' tevens voor het hobbymatig houden van dieren;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'rijbak' tevens een buitenrijbaan voor paarden;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - overkluisde watergang' tevens overkluisde watergangen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen en landschappelijke inpassing;
- extensief recreatief medegebruik.
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 8 Bedrijf
8.1 Bestemmingsomschrijving
- bedrijven in milieucategorie 1 en 2, zoals genoemd in de Brochure bedrijven en milieuzonering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
- in afwijking van sub a is ter plaatse van een locatie waar een agrarisch verwant bedrijf of agrarisch-technisch hulpbedrijf is gevestigd en als dusdanig opgenomen in de tabel in artikel 8.2.1 sub d, uitsluitend een agrarisch verwant bedrijf of agrarisch-technisch hulpbedrijf toegestaan;
- in afwijking van sub a en sub b is ter plaatse van een locatie die is opgenomen in de tabel in artikel 8.2.1 sub d, ook de in die tabel opgenomen specifieke activiteit en bijbehorende hogere milieucategorie toegestaan;
- per bestemmingsvlak is één bedrijf toegestaan;
- in afwijking van het bepaalde onder sub d zijn er ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 313' twee bedrijven toegestaan;
- in afwijking van het bepaalde onder sub d zijn er ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 318' en 'specifieke vorm van bedrijf - 319' meerdere bedrijven toegestaan, met een maximale milieucategorie zoals in de tabel in artikel 8.2.1 sub d opgenomen of qua aard en omvang hieraan gelijk te stellen;
- productiegebonden detailhandel (verkoop van eigen producten), uitsluitend als ondergeschikte functie tot een maximum van 50 m2 bruto vloeroppervlakte;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - geluidsscherm 300' en 'specifieke vorm van bedrijf - geluidsscherm 301' een geluidsreducerende voorziening;
- één bedrijfswoning, tenzij anders aangeduid in de tabel in artikel 8.2.1 sub d;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - plattelandswoning' tevens het wonen in de bedrijfswoning door derden die geen relatie hebben met de inrichting;
- ter plaatse van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - buitenopslag 300’ tevens buitenopslag in de vorm van het plaatsen en gebruiken van containers ten behoeve van het ter plaatse gevestigde bedrijf;
- het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen, erfbeplanting en landschappelijke inpassing, hieronder tevens begrepen tuinen en erven;
- verhardingen, (onverharde) paden, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- extensief recreatief medegebruik.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
8.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 9 Bedrijf - Nutsvoorziening
9.1 Bestemmingsomschrijving
- nutsvoorzieningen van algemeen en openbaar belang;
- voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval begrepen (ondergrondse) kabels en leidingen, openbare verlichting, bewegwijzering en straatmeubilair;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen en landschappelijke inpassing;
- verhardingen en (onverharde) paden.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Bos
10.1 Bestemmingsomschrijving
- bosbouwkundige doeleinden voor het behoud van duurzaam bosgebied en de groeiplaats ter plaatse;
- behoud, herstel en/of ontwikkeling van natuurgebieden en leefgebied van daar voorkomende soorten;
- ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' tevens de instandhouding en ontwikkeling van een ecologische verbindingszone;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bos - multifunctioneel bos' tevens voor:
- het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurwaarden in het algemeen en van de op de verbeelding aangeduide natuurwaarden in het bijzonder;
- het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van abiotische en landschapswaarden;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - overkluisde watergang' tevens overkluisde watergangen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- bestaande verhardingen, (onverharde) paden, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik en/of onderhoud;
- extensief recreatief medegebruik.
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 11 Horeca
11.1 Bestemmingsomschrijving
- een horecabedrijf met bijbehorende voorzieningen;
- één bedrijf per bestemmingsvlak;
- één bedrijfswoning, tenzij anders aangeduid in de tabel in artikel 11.2.1 sub d;
- het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen, erfbeplanting en landschappelijke inpassing;
- verhardingen, hieronder begrepen tevens terrassen, (onverharde) paden, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- extensief recreatief medegebruik.
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Specifieke gebruiksregels
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
11.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 12 Maatschappelijk
12.1 Bestemmingsomschrijving
- maatschappelijke doeleinden met bijbehorende maatschappelijke en culturele voorzieningen en specifieke activiteiten zoals opgenomen in de tabel in artikel 12.2.1 sub d;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 300' uitsluitend religieuze doeleinden;
- het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen, erfbeplanting en landschappelijke inpassing, hieronder tevens begrepen (gemeenschappelijke) tuinen en erven;
- verhardingen, (onverharde) paden, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen;
- extensief recreatief medegebruik.
12.2 Bouwregels
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 13 Natuur
13.1 Bestemmingsomschrijving
- bosbouwkundige doeleinden voor het behoud van duurzaam bosgebied en de groeiplaats ter plaatse;
- behoud, herstel en/of ontwikkeling van natuurgebieden en leefgebied van daar voorkomende soorten;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van waarde - hydrologisch waardevol' tevens waterhuishoudkundige doeleinden ten behoeve van de natuurwaarden in het algemeen en verder de hydrologische waarden;
- ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' de instandhouding en ontwikkeling van een ecologische verbindingszone;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- bestaande verhardingen, (onverharde) paden, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik en/of onderhoud;
- extensief recreatief medegebruik.
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Specifieke gebruiksregels
13.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 14 Recreatie
14.1 Bestemmingsomschrijving
- recreatieve doeleinden met bijbehorende recreatieve voorzieningenen en specifieke activiteiten zoals opgenomen in de tabel in artikel 14.2.1 sub d;
- één bedrijfswoning, tenzij anders aangeduid in de tabel in artikel 14.2.1 sub d;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 300' tevens dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van een visvijver en verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van vakantiewoningen, met daarbij ondersteunende horeca;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen, erfbeplanting en landschappelijke inpassing, hieronder tevens begrepen tuinen en erven;
- verhardingen, (onverharde) paden, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen;
- nutsvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.4 Specifieke gebruiksregels
14.5 Afwijken van de gebruiksregels
14.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 15 Sport
15.1 Bestemmingsomschrijving
- sportdoeleinden, met de daarbij behorende ondersteunende functies, daaronder in ieder geval begrepen ondersteunende horeca tijdens sportactiviteiten in verenigingsverband;
- voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval begrepen (ondergrondse) kabels en leidingen, openbare verlichting, bewegwijzering en straatmeubilair;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen, erfbeplanting en landschappelijke inpassing;
- verhardingen, (onverharde) paden, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Specifieke gebruiksregels
15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 Tuin
16.1 Bestemmingsomschrijving
- extensief recreatief medegebruik;
- tuinen;
- het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen, erfbeplanting en landschappelijke inpassing;
- onverharde paden.
16.2 Bouwregels
16.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 17 Verkeer
17.1 Bestemmingsomschrijving
- wegverkeer en verkeerskundige doeleinden;
- verharde en onverharde wegen, alsmede fiets- en voetpaden;
- verharde en onverharde verkeers- en erfontsluitingen;
- voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval begrepen (ondergrondse) kabels en leidingen, rioleringen, openbare verlichting, bewegwijzering en straatmeubilair;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van groen - primaire groenstructuur' tevens het behoud en de bescherming van landschapselementen;
- ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' tevens de instandhouding en ontwikkeling van een ecologische verbindingszone;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - overkluisde watergang' tevens overkluisde watergangen;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van verkeer - particuliere weg' uitsluitend een particuliere weg;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' uitsluitend een onverharde weg;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'vaarweg' tevens voor water en waterhuishoudkundige voorzieningen voor de scheepvaart met daarbij behorende voorzieningen zoals stuwen, sluizen, bruggen, bewegwijzering en bebording, dijken, oevers en onderhoudswegen;
- landschapselementen, groenvoorzieningen en landschappelijke inpassing, hieronder ook begrepen bermen en (berm)beplanting;
- parkeren en daarbij horende voorzieningen;
- extensief recreatief medegebruik.
17.2 Bouwregels
17.3 Specifieke gebruiksregels
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 18 Water
18.1 Bestemmingsomschrijving
- waterhuishoudkundige doeleinden;
- waterhuishoudkundige doeleinden ten behoeve van de natuurwaarden in het algemeen;
- waterhuishoudkundige doeleinden en voorzieningen ten behoeve van aan- en afvoer van water voor landbouw en natuur;
- het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden, alsmede natuurvriendelijke oevers;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'vaarweg' tevens voor water en waterhuishoudkundige voorzieningen voor de scheepvaart met daarbij behorende voorzieningen zoals stuwen, sluizen, bruggen, bewegwijzering en bebording, dijken, oevers en onderhoudswegen;
- ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' de instandhouding en ontwikkeling van een ecologische verbindingszone;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - overkluisde watergang' tevens overkluisde watergangen;
- ter plaatse van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van water - gietwatervoorziening en/of piekberging’ voor gietwatervoorziening en/of piekberging;
- extensief recreatief medegebruik.
18.2 Bouwregels
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 19 Wonen
19.1 Bestemmingsomschrijving
- wonen;
- ter plaatse van de functieaanduiding ‘bed & breakfast’ tevens een verblijfsrecreatieve voorziening in de vorm van bed and breakfast;
- aan huis verbonden beroepen conform de bepalingen in artikel 19.4.2;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen plus' is één kleinschalig bedrijf toegestaan in de milieucategorieën 1 en 2, of aantoonbaar daarmee gelijk te stellen qua aard en invloed, zoals genoemd in de Brochure bedrijven en milieuzonering, van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - praktijkruimte 300' tevens een praktijkruimte ten behoeve van een dierenartspraktijk toegestaan;
- ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' tevens de instandhouding en ontwikkeling van een ecologische verbindingszone;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - huisvesting arbeidsmigranten 300' tevens de huisvesting van maximaal 20 arbeidsmigranten;
- het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
- landschapselementen, groenvoorzieningen, erfbeplanting en landschappelijke inpassing, hieronder tevens begrepen tuinen en erven;
- verhardingen, (onverharde) paden, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen;
- extensief recreatief medegebruik.
19.2 Bouwregels
19.3 Afwijken van de bouwregels
19.4 Specifieke gebruiksregels
19.5 Afwijken van de gebruiksregels
19.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 20 Leiding - Gas
20.1 Bestemmingsomschrijving
- aanleg, gebruik, instandhouding en/of bescherming van een ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding;
- groen en groenvoorzieningen, mits niet diepwortelend.
20.2 Bouwregels
20.3 Afwijken van de bouwregels
- het doelmatig functioneren en de continuïteit van de in artikel 20.1 bedoelde leiding(en) mag niet worden aangetast;
- er worden geen kwetsbare objecten toegestaan;
- voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder;
- de bebouwing voldoet aan de overige bepalingen van de onderliggende (dubbel)bestemming(en).
20.4 Specifieke gebruiksregels
20.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Leiding - Hoogspanningsverbinding
21.1 Bestemmingsomschrijving
- de aanleg, gebruik, instandhouding en/of bescherming van een bovengrondse hoogspanningsverbinding;
- groen en groenvoorzieningen.
21.2 Bouwregels
- uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de aanleg en/of instandhouding van de hoogspanningsleiding;
- de maximale bouwhoogte bedraagt 65 m1.
21.3 Afwijken van de bouwregels
- het doelmatig functioneren en de continuïteit van de in artikel 21.2 bedoelde leiding(en) mag niet worden aangetast;
- voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder;
- de bebouwing voldoet aan de overige bepalingen van de onderliggende (dubbel)bestemming(en).
21.4 Specifieke gebruiksregels
21.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Leiding - Water
22.1 Bestemmingsomschrijving
- aanleg, gebruik, instandhouding en/of bescherming van een ondergrondse watertransportleiding;
- groen en groenvoorzieningen, mits niet diepwortelend.
22.2 Bouwregels
22.3 Afwijken van de bouwregels
- het doelmatig functioneren en de continuïteit van de in artikel 22.2.1 bedoelde leiding(en) mag niet worden aangetast;
- voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning vraagt het bevoegd gezag advies bij de betreffende leidingbeheerder;
- de bebouwing voldoet aan de overige bepalingen van de onderliggende (dubbel)bestemming(en).
22.4 Specifieke gebruiksregels
22.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Waarde - Archeologie 2
23.1 Bestemmingsomschrijving
- de instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
23.2 Bouwregels
- Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende enkel- en/of dubbelbestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een oppervlakte groter dan 100 m2 en/of een diepte van meer dan 40 cm1, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
- Indien uit het in sub a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- de verplichting tot het doen van archeologische opgravingen;
- de verplichting om de werken en/of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
- in afwijking van het bepaalde in sub a kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning verlenen indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Hieronder worden onder meer verleende vergunningen en/of andere feitelijke gegevens verstaan, waaruit kan worden afgeleid dat de bodem ter plaatse dermate is geroerd dat het alleszins aannemelijk is dat er geen sprake meer is van archeologische waarden die door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord.
23.3 Specifieke gebruiksregels
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 24 Waarde - Archeologie 3
24.1 Bestemmingsomschrijving
- de instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
24.2 Bouwregels
- voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende enkel- en/of dubbelbestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een oppervlakte groter dan 250 m2 en/of een diepte van meer dan 40 cm1, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
- indien uit het in sub a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- de verplichting tot het doen van archeologische opgravingen;
- de verplichting om de werken en/of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
- in afwijking van het bepaalde in sub a kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning verlenen indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Hieronder worden onder meer verleende vergunningen en/of andere feitelijke gegevens verstaan, waaruit kan worden afgeleid dat de bodem ter plaatse dermate is geroerd dat het alleszins aannemelijk is dat er geen sprake meer is van archeologische waarden die door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord.
24.3 Specifieke gebruiksregels
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 25 Waarde - Archeologie 4
25.1 Bestemmingsomschrijving
- de instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
25.2 Bouwregels
- voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende enkel- en/of dubbelbestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een oppervlakte groter dan 250 m2 en/of een diepte van meer dan 40 cm1, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
- indien uit het in sub a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- de verplichting tot het doen van archeologische opgravingen;
- de verplichting om de werken en/of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
- in afwijking van het bepaalde in sub a kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning verlenen indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Hieronder worden onder meer verleende vergunningen en/of andere feitelijke gegevens verstaan, waaruit kan worden afgeleid dat de bodem ter plaatse dermate is geroerd dat het alleszins aannemelijk is dat er geen sprake meer is van archeologische waarden die door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord.
25.3 Specifieke gebruiksregels
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Waarde - Archeologie 5
26.1 Bestemmingsomschrijving
- de instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
26.2 Bouwregels
- voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende enkel- en/of dubbelbestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een oppervlakte groter dan 2.500 m2 en/of een diepte van meer dan 40 cm1, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
- indien uit het in sub a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- de verplichting tot het doen van archeologische opgravingen;
- de verplichting om de werken en/of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
- in afwijking van het bepaalde in sub a kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning verlenen indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Hieronder worden onder meer verleende vergunningen en/of andere feitelijke gegevens verstaan, waaruit kan worden afgeleid dat de bodem ter plaatse dermate is geroerd dat het alleszins aannemelijk is dat er geen sprake meer is van archeologische waarden die door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord.
26.3 Specifieke gebruiksregels
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie
27.1 Bestemmingsomschrijving
- de opbouw, het behoud en het herstel en waar mogelijk versterking van de algemene cultuurhistorische waarden, daaronder ook begrepen landschappelijke, architectonische en (steden)bouwkundige waarden.
27.2 Bouwregels
27.3 Afwijken van de bouwregels
- het (ver)bouwen mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden;
- alvorens op de aanvraag om omgevingsvergunning wordt besloten wint het bevoegd gezag advies in van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg of de gemeentelijke monumentencommissie.
27.4 Specifieke gebruiksregels
27.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 28 Waarde - Ecologie
28.1 Bestemmingsomschrijving
- behoud, herstel, versterking en duurzame ontwikkeling van de op de beheertypenkaart en de ambitiekaart van het Natuurbeheerplan Brabant vastgelegde ecologische, natuurlijke en landschappelijke waarden en kenmerken van het op deze gronden gelegen 'Natuur Netwerk Brabant';
- andere aanwezige waarden en kenmerken, zoals rust, stilte, donkerte en cultuurhistorische waarden en kenmerken;
- behoud, herstel, versterking en duurzame ontwikkeling van bosgebieden, kleinere bosjes en houtopstanden die vallen onder het beschermingsregime van de Wet natuurbescherming.
28.2 Bouwregels
28.3 Afwijken van de bouwregels
- het belang van de in artikel 28.1 genoemde waarden wordt niet aangetast;
- de betreffende bebouwing is mogelijk op grond van de onderliggende enkel- en/of dubbelbestemming(en).
28.4 Specifieke gebruiksregels
28.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 Waterstaat - Waterbergingsgebied
29.1 Bestemmingsomschrijving
- behoud van het waterbergend vermogen van de betreffende gronden;
- de tijdelijke opvang van water.
29.2 Bouwregels
29.3 Afwijken van de bouwregels
- het doelmatig functioneren en de continuïteit van de in artikel 29.1 omschreven bestemming niet wordt aangetast;
- voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning door het bevoegd gezag advies wordt ingewonnen bij het betreffende waterschap;
- bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende enkel- en/of dubbelbestemming(en).
29.4 Specifieke gebruiksregels
29.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 Waterstaat - Waterkering
30.1 Bestemmingsomschrijving
- dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
30.2 Bouwregels
30.3 Afwijken van de bouwregels
- het doelmatig functioneren en de continuïteit van de in artikel 30.1 omschreven bestemming niet wordt aangetast;
- voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning door het bevoegd gezag advies wordt ingewonnen bij de betreffende beheerder van de watergang dan wel -kering;
- bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende enkel- en/of dubbelbestemming(en).
30.4 Specifieke gebruiksregels
30.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3 Algemene Regels
Artikel 31 Anti-dubbeltelregel
Artikel 32 Voorrangsregeling Dubbelbestemmingen En Aanduidingen
32.1 Voorrangsregeling dubbelbestemmingen
- de regels in de dubbelbestemming(en) die van toepassing zijn gaan vóór de regels die in andere bestemmingen voor de gronden gelden;
- indien voor gronden meerdere dubbelbestemmingen van toepassing zijn, geldt het strengste regiem ten aanzien van al deze dubbelbestemmingen;
- ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie' geldt dat, zolang het 'Natuur Netwerk Brabant' niet is gerealiseerd, de bestaande bebouwing en het bestaande planologische gebruik is toegestaan.
32.2 Voorrangsregeling gebiedsaanduidingen
Artikel 33 Algemene Bouwregels
33.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
- de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
- de bereikbaarheid van gebouwen voor het wegverkeer;
- de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- het bouwen bij ondergrondse transportleidingen;
- de ruimte tussen bouwwerken.
33.2 Bestaande afwijkende maten en hoeveelheden
- Indien afstandsmaten tot de bestemmingsgrens en/of de (as van de) openbare weg tot bestaande bouwwerken en/of de bouw- en/of goothoogten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht niet voldoen en op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer respectievelijk minder bedragen dan in gevolge het in regels hoofdstuk 2 en/of regels hoofdstuk 3 bepaald is, dan mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal danwel minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
- In het geval van volledige sloop en (her-)bouw van bouwwerken, zowel gebouwen als bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is het bepaalde onder sub a alleen van toepassing indien de (her-)bouw geschiedt op exact dezelfde plaats en met inachtneming van geldende bouw- en goothoogten, danwel een minder afwijkende bouw- en goothoogte.
33.3 Ondergronds bouwen
33.4 Het bouwen van bouwwerken voor geleiding van bomen
- de constructies mogen uitsluitend binnen een bouwperceel worden gebouwd;
- de bouwhoogte van de constructie mag niet meer bedragen dan 5,00 m1;
- de constructie voor het (ge)leiden van bomen mag op niet minder dan 0,50 m1 uit de bouwperceelgrens worden gebouwd;
- de bomen moeten ten allen tijde vanaf het eigen bouwperceel gesnoeid kunnen worden;
- er mag geen sprake zijn van overhangende takken over de bouwperceelgrens.
33.5 Figuur 'relatie' tussen bouwvlakken
33.6 Nadere eisen bij bouwactiviteiten
- Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, de afmetingen en de vormgeving van gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde, alsmede aan de situering van in- en uitritten en het parkeren op een bouwperceel.
- De onder sub a genoemde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met inachtneming van de bouwregels:
- indien dit noodzakelijk is voor de bescherming en waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedenbouwkundig danwel landschappelijke beeld, dan wel indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en/of architectonische inpassing van de bebouwing in de omgeving;
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Artikel 34 Algemene Aanduidingsregels
34.1 Geluidzone - industrie
34.2 Milieuzone - attentiezone waterhuishouding
34.3 Veiligheidszone - bevi
34.4 Vrijwaringszone - vaarweg
34.5 Vrijwaringszone - watergang
34.6 Overige zone - bebouwingsconcentratie
34.7 Overige zone - behoud en herstel watersystemen
34.8 Overige zone - beperkingen veehouderij
34.9 Overige zone - ecologische verbindingszone
34.10 Overige zone - groenblauwe mantel
34.11 Overige zone - reserveringsgebied waterberging
34.12 Overige zone - stalderingsgebied
34.13 Functieaanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing'
34.14 Voorwaardelijke verplichting
Artikel 35 Algemene Afwijkingsregels
35.1 Afwijken voor het houden van evenementen
- het evenement maximaal één keer per jaar wordt georganiseerd;
- er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omliggende (agrarische) bedrijven en woningen en rekening wordt gehouden met aanwezige milieuhygiënische aspecten, waaronder begrepen ten minste de aspecten geur, geluid en veiligheid;
- er geen onevenredige verkeerskundige belemmeringen plaatsvinden;
- onder andere zijn toegestaan tenten, paviljoens en kramen.
35.2 Afwijken van de maatvoering met maximaal 10%
- deze regeling niet geldt voor veehouderijen;
- de afwijking vanuit een goede of doelmatige functionele, stedenbouwkundige, bouwkundige of architectonische inpassing noodzakelijk is;
- de afwijking alleen mag worden toegepast indien elders in deze regels geen andere regels voor afwijking van deze maten zijn opgenomen;
- de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 37.2.
35.3 Afwijken voor het bouwen op kleinere afstand tot de bestemmingsgrens
- de ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (niet-)agrarische bedrijven mogen niet worden belemmerd;
- er moet worden aangetoond dat de afwijking voldoet aan de eisen die gelden in het kader van het woon- en leefklimaat;
- er moet worden aangetoond dat de afwijking noodzakelijk is vanuit bedrijfseconomisch, landschappelijk of stedenbouwkundig belang op basis van de onderliggende bestemming, danwel een algemeen maatschappelijk belang;
- de landschappelijke, stedenbouwkundige en/of cultuurhistorische kenmerken van (bouwwerken in) de directe omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast door toepassing van de afwijkingsbevoegdheid;
- er is sprake van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
- de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 37.2.
35.4 Afwijken voor het bouwen op kleinere afstand tot de (as van de) weg
- de noodzaak vanuit een doelmatige bedrijfsvoering en/of perceelsinrichting is aangetoond;
- er geen onevenredige verkeerskundige belemmeringen plaatsvinden;
- de overschrijding niet mag leiden tot een vermindering van de gebruiksmogelijkheden van de gronden voor piekberging en infiltratie;
- de wegbeheerder en het waterschap worden gehoord;
- de afstand tot de as van de weg waaraan wordt gebouwd, niet minder is dan minimaal de afstand van bestaande reeds dichter bij de weg gelegen bebouwing in hetzelfde bouw- of bestemmingsvlak. Als het bouwperceel aan twee of meer zijden direct grenst aan een weg is het mogelijk om slechts tot één weg die bestaande, kleinere afstand aan te houden. Tot de andere weg dient een afstand van niet minder dan 10 m1 te worden aangehouden.
35.5 Afwijken voor het bouwen op grotere afstand tussen een vrijstaand bijgebouw en de woning
- er is geen sprake van planologische en/of milieuhygiënische belemmeringen;
- er moet worden aangetoond dat de afwijking noodzakelijk is vanuit landschappelijk of stedenbouwkundig belang op basis van de onderliggende bestemming, danwel een algemeen maatschappelijk belang;
- de landschappelijke, stedenbouwkundige en/of cultuurhistorische kenmerken van (bouwwerken in) de directe omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast door toepassing van de afwijkingsbevoegdheid;
- er is sprake van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
- de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 37.2.
35.6 Afwijken voor een grotere bouwhoogte van terreinafscheidingen buiten een bouwvlak
- de maximaal toegestane bouwhoogte bedraagt 2,50 m1;
- de terreinafscheiding is noodzakelijk ten dienste van de in artikel 3.1, artikel 6.1 respectievelijk artikel 7.1 genoemde bestemming;
- aangetoond is dat er geen sprake is van onevenredige aantasting van de omliggende functies en de binnen de bestemming aanwezige gebiedswaarden en -kwaliteiten;
- de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 37.2.
35.7 Afwijken voor het oprichten van buitenrijbanen voor paarden buiten een bouwvlak
- er is maximaal één buitenrijbaan toegestaan, direct aansluitend aan een bestemmingsvlak 'Wonen' of daarmee gelijk te stellen bestemming waar een (bedrijfs-)woning en gebouwen opgericht mogen worden en/of aanwezig mogen zijn;
- de buitenrijbaan is uitsluitend voor hobbymatig gebruik toegestaan;
- de afstand van de buitenrijbak tot enige (bedrijfs-)woning van derden bedraagt minimaal 50 m1;
- de oppervlakte van de buitenrijbaan bedraagt maximaal 1.200 m2;
- de bouwhoogte van de afscheiding van de rijbak bedraagt maximaal 1,50 m1;
- per buitenrijbak zijn maximaal 4 lichtmasten toegestaan onder de volgende voorwaarden:
- de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 6,00 m1;
- binnen een afstand van 100 m1 van gronden met de bestemming 'Natuur', 'Bos' en/of de gebiedsaanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' zijn geen lichtmasten toegestaan.
- de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 37.2.
35.8 Afwijken voor het bouwen van schuilgelegenheden voor dieren buiten een bouwvlak
- een schuilgelegenheid is uitsluitend toegestaan binnen een bebouwingsconcentratie;
- een schuilgelegenheid is niet toegestaan binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie';
- aangetoond is dat het redelijkerwijs niet mogelijk om een soortgelijke voorziening ter plaatse van de aangrenzende bestemming 'Wonen' of andere daarmee gelijk te stellen bestemming kan worden opgericht of bestaande bebouwing als schuilgelegenheid in gebruik kan worden genomen;
- de schuilgelegenheid wordt niet opgericht ten behoeve van of in gebruik genomen door een agrarisch bedrijf;
- het agrarisch perceel waar de schuilgelegenheid wordt opgericht heeft een minimale oppervlakte van 2.500 m2;
- per aaneengesloten agrarisch perceel is maximaal één schuilgelegenheid toegestaan;
- de schuilgelegenheid wordt opgericht op een afstand van ten minste 2,00 m1 en ten hoogste 10 m1 van de bestemmingsgrenzen;
- de schuilgelegenheid moet aan minimaal één zijde open zijn;
- de maximaal toegestane goothoogte bedraagt 2,50 m1;
- de maximaal toegestane bouwhoogte bedraagt 3,00 m1;
- de maximaal toegestane oppervlakte bedraagt 25 m2;
- de dakhelling bedraagt minimaal 20 graden en maximaal 45 graden;
- binnen- en buitenopslag van goederen en aanverwante zaken is niet toegestaan;
- aangetoond is dat er geen sprake is van onevenredige aantasting van de omliggende functies en de binnen de bestemming aanwezige gebiedswaarden en -kwaliteiten;
- de schuilgelegenheid wordt passend in het landschap ingepast, waarbij voldaan moet worden aan het beeldkwaliteitsplan buitengebied;
- de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 37.2.
Artikel 36 Algemene Wijzigingsregels
36.1 Wijziging voor het verwijderen van de aanduiding 'te slopen bebouwing'
- er is feitelijk uitvoering gegeven aan de sloop van de in artikel 34.14.1 en artikel 34.14.3 van dit plan opgenomen bebouwing en/of voorzieningen overeenkomstig de in die artikelen opgenomen voorwaardelijke verplichtingen;
- na uitvoering van voornoemde verplichting er niet meer bebouwing aanwezig is dan op grond van dit plan en de daarin opgenomen (bouw)regels rechtsreeks vergund kan worden;
- de gronden waar sloop heeft plaatsgevonden zijn aangevuld en schoon opgeleverd, al dan niet na eventuele grondsanering. Hiervan worden bewijsstukken aangeleverd door de initiatiefnemer c.q. grondeigenaar.
36.2 Wijziging voor het in overeenstemming brengen met de Omgevingsverordening
- de wijziging kan uitsluitend worden toegepast op grond van:
- wijziging van de regels en/of verbeelding uit de (interim) Omgevingsverordening voor zover dit een aanpassing van reeds bestaande aanduidingen en/of regels uit de (interim) Omgevingsverordening betreft; en/of
- toevoeging van nieuwe rechtstreeks werkende regels en/of aanduidingen in de (interim) Omgevingsverordening;
- de wijziging van de regels en/of verbeelding van het plan kan pas worden vastgesteld door het bevoegd gezag, nadat de aanpassing(en) van de (interim) Omgevingsverordening in werking zijn getreden;
- de wijziging van de regels en/of verbeelding van het plan kan worden gecombineerd met andere wijzigingsbevoegdheden, zoals opgenomen in het plan.
Artikel 37 Overige Regels
37.1 Hydrologisch neutraal ontwikkelen
- Alle gronden binnen het plangebied zijn mede bestemd voor het behoud, herstel en/of versterking van de waterhuishoudkundige waarden.
- Regenwater dient op eigen terrein te worden opgevangen en verwerkt.
- Uitgangspunt voor 'omgaan met afstromend hemelwater' is de voorkeursvolgorde: hergebruik – vasthouden – bergen – afvoeren.
- Indien het toepassen van de in dit bestemmingsplan opgenomen afwijkingsmogelijkheden en wijzigingsbevoegdheden resulteren in een toename aan verhard oppervlak, vindt in alle gevallen een toets plaats aan de eis dat er sprake moet zijn van hydrologisch neutraal ontwikkelen conform de Keur, beleidsregels en algemene regels van het betreffende waterschap. Het bevoegd gezag wint in die gevallen advies in van het betrokken waterschap.
37.2 Waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit
37.3 Waarborgen van de belangen van derden en andere aanwezige waarden
37.4 Parkeren, laden en lossen
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 38 Overgangsrecht
38.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder sub a met maximaal 10%.
- Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
38.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, zoals bedoeld onder sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 39 Slotregel
Bijlagen Bij Regels - 1
Bijlage 1 - Beeldkwaliteitsplan Buitengebied 2011
Bijlagen Bij Regels - 2
Bijlage 2 - Nota Ruimtelijke Kwaliteit 2012
Bijlagen Bij Regels - 3
Bijlage 3 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 22a
Bijlagen Bij Regels - 4
Bijlage 4 - Inpassingsplan Boerenkamplaan ongenummerd (tussen nr. 22a en nr. 22f)
Bijlagen Bij Regels - 5
Bijlage 5 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 22f
Bijlagen Bij Regels - 6
Bijlage 6 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 30
Bijlagen Bij Regels - 7
Bijlage 7 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 34
Bijlagen Bij Regels - 8
Bijlage 8 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 38b
Bijlagen Bij Regels - 9
Bijlage 9 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 53
Bijlagen Bij Regels - 10
Bijlage 10 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 54-56
Bijlagen Bij Regels - 11
Bijlage 11 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 61
Bijlagen Bij Regels - 12
Bijlage 12 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 68-68a
Bijlagen Bij Regels - 13
Bijlage 13 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 70
Bijlagen Bij Regels - 14
Bijlage 14 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 83-85
Bijlagen Bij Regels - 15
Bijlage 15 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 91a
Bijlagen Bij Regels - 16
Bijlage 16 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 107
Bijlagen Bij Regels - 17
Bijlage 17 - Inpassingsplan Boerenkamplaan 107a
Bijlagen Bij Regels - 18
Bijlage 18 - Inpassingsplan Braamstraat 2
Bijlagen Bij Regels - 19
Bijlage 19 - Inpassingsplan Breestraat 4
Bijlagen Bij Regels - 20
Bijlage 20 - Inpassingsplan Breestraat 10
Bijlagen Bij Regels - 21
Bijlage 21 - Inpassingsplan Brugstraat 9a
Bijlagen Bij Regels - 22
Bijlage 22 - Inpassingsplan Brugstraat 15b-15c
Bijlagen Bij Regels - 23
Bijlage 23 - Inpassingsplan Brugstraat 27-29
Bijlagen Bij Regels - 24
Bijlage 24 - Inpassingsplan Einderweg 8
Bijlagen Bij Regels - 25
Bijlage 25 - Inpassingsplan Gezandebaan 2
Bijlagen Bij Regels - 26
Bijlage 26 - Inpassingsplan Gezandebaan 5
Bijlagen Bij Regels - 27
Bijlage 27 - Inpassingsplan Gezandebaan 13
Bijlagen Bij Regels - 28
Bijlage 28 - Inpassingsplan Gezandebaan 17
Bijlagen Bij Regels - 29
Bijlage 29 - Inpassingsplan Heikomstraat 2
Bijlagen Bij Regels - 30
Bijlage 30 - Inpassingsplan Heikomstraat 10
Bijlagen Bij Regels - 31
Bijlage 31 - Inpassingsplan Heikomstraat 16
Bijlagen Bij Regels - 32
Bijlage 32 - Inpassingsplan Hoeksestraat 12
Bijlagen Bij Regels - 33
Bijlage 33 - Inpassingsplan Kalkweg 5
Bijlagen Bij Regels - 34
Bijlage 34 - Inpassingsplan Kievitstraat 7
Bijlagen Bij Regels - 35
Bijlage 35 - Inpassingsplan Kievitstraat ong. (tegenover nr. 11)
Bijlagen Bij Regels - 36
Bijlage 36 - Inpassingsplan Kievitstraat 29
Bijlagen Bij Regels - 37
Bijlage 37 - Inpassingsplan Langendijk 16
Bijlagen Bij Regels - 38
Bijlage 38 - Inpassingsplan Lierweg 15
Bijlagen Bij Regels - 39
Bijlage 39 - Inpassingsplan Moostscheiding 9
Bijlagen Bij Regels - 40
Bijlage 40 - Inpassingsplan Peelweg 1
Bijlagen Bij Regels - 41
Bijlage 41 - Inpassingsplan Peelweg 4-6
Bijlagen Bij Regels - 42
Bijlage 42 - Inpassingsplan Peelweg
Bijlagen Bij Regels - 43
Bijlage 43 - Inpassingsplan Peelweg 11
Bijlagen Bij Regels - 44
Bijlage 44 - Inpassingsplan Peelweg 16
Bijlagen Bij Regels - 45
Bijlage 45 - Inpassingsplan Peelweg 17
Bijlagen Bij Regels - 46
Bijlage 46 - Inpassingsplan Peelweg 18
Bijlagen Bij Regels - 47
Bijlage 47 - Inpassingsplan Potakkerweg 21-25-27
Bijlagen Bij Regels - 48
Bijlage 48 - Inpassingsplan Steegstraat 10 - Kievitstraat 17
Bijlagen Bij Regels - 49
Bijlage 49 - Inpassingsplan Stevensvaartje 9
Bijlagen Bij Regels - 50
Bijlage 50 - Inpassingsplan Stevensvaartje 13a
Bijlagen Bij Regels - 51
Bijlage 51 - Inpassingsplan Stevensvaartje 15
Bijlagen Bij Regels - 52
Bijlage 52 - Inpassingsplan 't Hoekske 4
Bijlagen Bij Regels - 53
Bijlage 53 - Inpassingsplan Teunis Spekbaan 7
Bijlagen Bij Regels - 54
Bijlage 54 - Inpassingsplan Vaartje 14
Bijlagen Bij Regels - 55
Bijlage 55 - Inpassingsplan Vaartje 45-45a
Bijlagen Bij Regels - 56
Bijlage 56 - Inpassingsplan Valenpeelsedijk 8
Bijlagen Bij Regels - 57
Bijlage 57 - Overzicht te slopen bebouwing Boerenkamplaan 107-107a
Bijlagen Bij Regels - 58
Bijlage 58 - Overzicht te slopen bebouwing Braamstraat 2
Bijlagen Bij Regels - 59
Bijlage 59 - Overzicht te slopen bebouwing Moostscheiding 9
Bijlagen Bij Regels - 60
Bijlage 60 - Overzicht te slopen bebouwing Peelweg 1
Bijlagen Bij Regels - 61
Bijlage 61 - Richtlijnen inpassing Boerenkamplaan ongenummerd (tussen nr. 44 en nr. 46)
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlage 1 - Ruimtelijke onderbouwing Boerenkamplaan 53
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlage 2 - Ruimtelijke onderbouwing Boerenkamplaan 107-107a
Bijlagen Bij Toelichting - 3
Bijlage 3 - Ruimtelijke onderbouwing Braamstraat 2
Bijlagen Bij Toelichting - 4
Bijlage 4 - Ruimtelijke onderbouwing Moostscheiding 9
Bijlagen Bij Toelichting - 5
Bijlage 5 - Ruimtelijke onderbouwing Peelweg 1
Bijlagen Bij Toelichting - 6
Bijlage 6 - PlanMER bestemmingsplan Buitengebied Someren - Deelgebied 3
Bijlagen Bij Toelichting - 7
Bijlage 7 - Toetsingsadvies Commisie m.e.r.
Bijlagen Bij Toelichting - 8
Bijlage 8 - Eindverslag inspraak en vooroverleg
Bijlagen Bij Toelichting - 9
Bijlage 9 - Nota van zienswijzen bestemmingsplan Buitengebied Someren - Deelgebied 3