Kom Steenbergen
Bestemmingsplan - Gemeente Steenbergen
Vastgesteld op 31-01-2019 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan “Kom Steenbergen” met identificatienummer NL.IMRO.0851.sbgBPsteenbergen-v001 van de gemeente Steenbergen;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan-huis-gebonden beroep
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft;
1.6 achtererfgebied
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw;
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.8 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke kennelijk slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden) van een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming en het feitelijk gebruik van het gebouw en de gronden;
1.9 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.10 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.11 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.12 bijzondere centrumdoeleinden
gebruik van het verblijfsgebied voor onder andere (waren- en rommel)markten, terrassen, standplaatsen en evenementen.
1.13 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.14 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.15 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is;
1.16 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
1.17 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.18 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.19 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.20 dagrecreatie
vormen van recreatie, die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
1.21 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.22 dienstverlening
het bedrijfsmatig aanbieden, verkopen en / of leveren van diensten aan personen, zoals reisbureaus, kapsalons en wasserettes. Niet toegestaan zijn het aanbieden, verkopen en / of leveren van diensten aan personen in het kader van een seksinrichting;
1.23 ecologische waarde
aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde of bestaande natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde;
1.24 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
1.25 extensieve recreatie
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals onder andere wandelen, fietsen, kanoën en varen;
1.26 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.27 groenblauwe mantel
gebieden met een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water die overwegend grenzen aan de ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszone of die deze verbinden;
1.28 groepsrisico
de kans per jaar dat een groep van tenminste 10 personen tegelijk overlijdt als rechtstreeks gevolg van de aanwezigheid in het invloedsgebied van een risicobron (inrichting, transportas, buisleiding) én een ongewoon voorval binnen die risicobron waarbij een gevaarlijke stof betrokken is;
1.29 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.30 horecabedrijf
een bedrijf, gericht op één of meer van de navolgende activiteiten:
- a. het verstrekken van al dan niet ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken;
- b. het exploiteren van zaalaccommodatie;
- c. het verstrekken van nachtverblijf;
1.31 huishouden
één persoon woonachtig in één wooneenheid of woning of een aantal door eerstegraads familie- of vergelijkbare band aan elkaar gerelateerde personen, dat gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van dezelfde gemeenschappelijke voorzieningen en de gezamenlijke toegang in één wooneenheid of woning (zoals een gezin, een gezin met inwonende familieleden) die continue een eenheid vormt.
1.32 kantoor
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;
1.33 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het 'Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer'' geldt en die door de beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft;
1.34 kwetsbaar object
- a. kwetsbaar object; een object zoals bedoeld in artikel 1, lid l uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
- b. beperkt kwetsbaar object; een object zoals bedoeld in artikel 1, lid b uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.35 landschapselementen
ecologisch en/of landschappelijk waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha, onder een agrarische productiefunctie;
1.36 landschappelijke waarde
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;
1.37 (lokale)maatschappelijke voorziening
(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport, kinderopvang, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren;
1.38 milieucategorie
milieucategorie zoals beschreven in de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering Den Haag, 2009;
1.39 Natuur Netwerk Brabant
samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden;
1.40 Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone
vaak langgerekt gebied, waarbinnen natuur- en landschapselementen zijn of worden gerealiseerd, gericht op het verbinden van natuurgebieden;
1.41 natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige biotopen, bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren;
1.42 normaal onderhoud en beheer
het onderhoud en beheer, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden die tot de betreffende bestemming behoren;
1.43 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
1.44 omgevingsvergunning
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
1.45 openbare voorzieningen
voorzieningen die veelal in de openbare ruimte zijn gesitueerd, zoals afvalbakken, inzamelbakken voor glas, papier en kleding, straatverlichting, zitbanken, beeldende kunst;
1.46 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
1.47 peil
- a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan of maximaal 2 m van een weg grenst: de hoogte van de weg (ter plaatse van de hoofdtoegang);
- b. voor woonschepen: de hoogte vanaf de waterlijn;
- c. in andere gevallen en voor andere bouwwerken: de hoogte van de weg (ter plaatse van de hoofdtoegang) + 15 cm;
1.48 permanente teeltondersteunende voorzieningen
teeltondersteunende voorzieningen die voor onbepaalde tijd worden gebruikt, niet zijnde een kas, zoals containervelden, stellingen en dergelijke;
1.49 plaatsgebonden risico
de berekende kans per jaar dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval bij een risicobron (inrichting, transportas, buisleiding), aangenomen dat de persoon onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven;
1.50 praktijkruimte
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar zijn aard gelijk te stellen gebied;
1.51 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.52 recreatie
vormen van recreatie, die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
1.53 risicovolle inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde/richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden tot bij in het bestemmingsplan toegelaten kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten;
1.54 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.55 samenhangend straat- en bebouwingspatroon
- a. een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
- b. een goede hoogte-/breedte-verhouding tussen de bebouwing onderling;
- c. een samenhang in bouwvorm / architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar is georiënteerd;
1.56 Staat van bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.57 Staat van horeca-activiteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van horeca-activiteiten;
1.58 standplaatsen
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruik makend van fysieke middelen zoals een kraam, een wagen of een tafel;
1.59 supermarkt
een detailhandelsbedrijf in de vorm van een zelfbedieningswinkel waar hoofdzakelijk levensmiddelen en voedingsmiddelen worden verkocht met een verkoopvloeroppervlak van ten minste 250 m².
1.60 teeltondersteunende voorzieningen
ondersteunende voorziening die een onderdeel is van de bedrijfsvoering van een (vollegronds)teeltbedrijf;
1.61 tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
het tijdelijk, gedurende maximaal 6 maanden per jaar (afhankelijk van de teelt), bouwen en/of aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen. Hieronder worden verstaan folies (afdekfolies en acryldoek, vlakveldfolie), insectengaas, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten (waarbij de palen jaarrond mogen blijven staan), vraatnetten, lage tunnels, schaduwnetten en dergelijke, in de vorm van:
- hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen met een minimale hoogte van 0,5 meter en een maximale hoogte van 5 meter;
- lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen met een maximale hoogte van 0,5 meter;
1.62 (sier)tuin
de gronden van een bouwperceel behorende bij een (bedrijfs)woning ingericht als tuin, voor zover gelegen buiten het aangegeven bouwvlak. Deze gronden zijn geen erf;
1.63 volumineuze detailhandel
detailhandel volgens een formule die vanwege de aard en/of omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, bouwmaterialen, keukens en sanitair, alsmede woninginrichtingsartikelen, waaronder meubelen;
1.64 voorgevel- / achtergevellijn
de denkbeeldige lijn die, in combinatie met de rechte lijnen die in het verlengde daarvan zijn te trekken, bij het bouwen aan de wegzijde (voorgevellijn) of aan de van de weg afgekeerde zijde (achtergevellijn) niet mag worden overschreden;
1.65 voorste bouwperceelsgrens
de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg zijn gekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een voorste bouwperceelsgrens aan;
1.66 volkstuin
een stuk grond waarop voor particulier gebruik, op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld;
1.67 wonen
het gebruik van een complex van ruimten voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
1.68 woning/wooneenheid
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.69 woning, aaneengebouwd
blokken van meer dan 2 grondgebonden woningen onder 1 kap;
1.70 woning, twee-aaneengebouwd
blokken van 2 aan elkaar gebouwde woningen waaronder mede begrepen woningen geschakeld aan elkaar;
1.71 woning, vrijstaand
een woning die in constructief en visueel opzicht vrij staat van een andere woning of daarmee slechts verbonden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming;
1.72 zijdelingse bouwperceelsgrens
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Algemeen
2.2 ondergeschikte bouwonderdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 dakkapellen en goothoogte
Bij toepassing van het meten van de goothoogte van een bouwwerk worden dakkapellen buiten beschouwing gelaten, behoudens dakkapellen waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de breedte van het betreffende dakvlak (op de achterzijde van een gebouw meer dan 70%). In dat geval wordt de goot of boeiboord hoogte van de dakkapel als goot- of boeibordhoogte aangemerkt.
2.4 meten
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische bodemexploitatie;
- b. het behoud, herstel en/of realisatie van landschapselementen;
- c. het behoud, herstel, bescherming en/of ontwikkeling van natuurwaarden buiten het Natuur Netwerk Brabant en buiten de groenblauwe mantel zoals aangeduid;
- d. extensief dagrecreatief medegebruik;
- e. agrarisch educatief medegebruik;
- f. de aanleg van een landschappelijk ingerichte blusvijver of retentievoorziening, voor zover deze zonder aanvullende voorzieningen in de vorm van bouwkundige of bodemverstevigende of bodemafdekkende voorzieningen worden aangelegd;
- g. een (sier)tuin;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', mede voor recreatieve functies gericht op paardrijactiviteiten;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin', mede voor volkstuinen;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'water', mede voor water en waterhuishoudkundige voorziening;
met de daarbij behorende:
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- l. (toegangs)wegen en paden;
- m. parkeervoorzieningen;
- n. water, waterkeringen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- o. teeltondersteunende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
- f. ter verbetering van de landschappelijke inrichting en/of positionering van de bebouwing.
3.4 Afwijking van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken, of van werkzaamheden
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven behorende tot en met ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie' aangegeven categorie van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', uitsluitend voor nutsvoorzieningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg', uitsluitend voor een benzineservicestation met lpg met ondergeschikte detailhandel tot en met ten hoogste categorie 1 zoals genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', uitsluitend voor een benzineservicestation zonder lpg met ondergeschikte detailhandel tot en met ten hoogste categorie 1 zoals genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie', uitsluitend voor een 'zend-/ontvangstinstallatie';
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mede voor maximaal één bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
- g. kantoren;
met de daarbij behorende;
- h. bijbehorende bouwwerken;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- j. wegen en paden;
- k. parkeervoorzieningen;
- l. groenvoorzieningen;
- m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- n. tuinen en erven.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Bedrijf - Gasdruk- En Regelstation
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Gasdruk- en regelstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een gasdruk- en regelstation;
- b. ondergrondse en bovengrondse leidingen en toebehoren;
met de daarbij behorende:
- a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- b. wegen en paden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
Artikel 6 Centrum - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen op bovenverdiepingen;
- b. detailhandel, niet zijnde supermarkten en volumineuze detailhandel;
- c. dienstverlening;
- d. kantoren;
- e. praktijkruimten;
- f. (lokale) maatschappelijke voorzieningen;
- g. dansscholen, sportscholen, fitnessruimten en daarmee gelijk te stellen functies;
- h. horeca tot en met ten hoogste categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', mede voor horeca tot en met ten hoogste categorie 3 van de Staat van horeca-activiteiten;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - hoofdoriëntatie' dient de oriëntatie en hoofdingang van de bebouwing gelegen te zijn aan de zijde van het bestemmingsvlak met deze aanduiding;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - wonen op begane grond', mede voor wonen op de begane grond;
met de daarbij behorende;
- l. bijbehorende bouwwerken;
- m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- n. wegen en paden;
- o. parkeervoorzieningen;
- p. groenvoorzieningen;
- q. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- r. tuinen en erven.
6.2 Bouwregels
Op deze gronden mag in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd:
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 7 Centrum - 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. dienstverlening;
- c. kantoren;
- d. praktijkruimten;
- e. (lokale) maatschappelijke voorzieningen;
- f. dansscholen, sportscholen, fitnessruimten en daarmee gelijk te stellen functies;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', mede voor detailhandel, niet zijnde supermarkten en volumineuze detailhandel;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2', mede voor horeca tot en met ten hoogste categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
met de daarbij behorende;
- i. bijbehorende bouwwerken;
- j. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- k. wegen en paden;
- l. parkeervoorzieningen;
- m. groenvoorzieningen;
- n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- o. tuinen en erven.
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd:
7.3 Specifieke gebruiksregels
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 8 Detailhandel
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel, niet zijnde supermarkten en volumineuze detailhandel, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt', alwaar uitsluitend een supermarkt is toegestaan;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', mede (boven)woningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mede voor maximaal één bedrijfswoning;
met de daarbij behorende;
- d. bijbehorende bouwwerken;
- e. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- f. wegen en paden;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. tuinen en erven.
8.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
8.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 9 Groen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en paden;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. verkeersvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. kunstobjecten en straatmeubilair;
- i. bijzondere centrumdoeleinden;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', tevens voor een ontsluiting;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij', mede voor een kinderboerderij en/of hertenkamp.
9.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
Artikel 10 Horeca
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecavestigingen behorende tot en met ten hoogste categorie 2 van de Staat vanhoreca-activiteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'dansschool', mede voor een dansschool;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mede voor maximaal één bedrijfswoning;
met de daarbij behorende;
- d. bijbehorende bouwwerken;
- e. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- f. wegen en paden;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. tuinen en erven.
10.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
10.3 Specifieke gebruiksregels
10.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 11 Kantoor
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoor;
- b. dienstverlening;
met de daarbij behorende:
- c. bijbehorende bouwwerken;
- d. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- e. wegen en paden;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. tuinen en erven.
11.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
Artikel 12 Maatschappelijk
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (lokale) maatschappelijke voorzieningen;
- b. medische en paramedische voorzieningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', uitsluitend voor een begraafplaats;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'tuin', mede voor een (sier)tuin;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie', mede voor een zend-/ontvangstinstallatie;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mede voor maximaal één bedrijfswoning;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', mede voor evenementen;
met daaraan ondergeschikt:
- h. horeca-activiteiten;
met de daarbij behorende;
- i. bijbehorende bouwwerken;
- j. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
- k. wegen en paden;
- l. parkeervoorzieningen;;
- m. groenvoorzieningen;
- n. water en waterhuishoudkkundige voorzieningen;
- o. tuinen en erven;
- p. nutsvoorzieningen;
- q. speelvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
12.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 13 Natuur
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden;
- b. waterlopen en waterpartijen;
- c. het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van het Natuur Netwerk Brabant ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - Natuur Netwerk Brabant';
met daaraan ondergeschikt:
- d. extensieve recreatie;
- e. educatief medegebruik;
met de daarbij behorende:
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- g. wegen en paden;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
13.3 Specifieke gebruiksregels
Tot strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, het in gebruik geven en/of het laten gebruiken voor:
- a. kamperen, met uitzondering van paalkamperen,
- b. de opslag van goederen en materialen.
13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 14 Overig - Jachthaven
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Overig - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een jachthaven voor pleziervaartuigen met ondergeschikte voorzieningen in de vorm van taluds, beschoeiingen, dammen, kades, vlonders en steigers;
- b. jachthavengerelateerde bedrijven tot en met ten hoogste categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- c. horeca tot en met ten hoogste categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
- d. wonen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', mede voor kantoren;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', mede voor (lokale) maatschappelijke voorzieningen;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats', mede voor woonschepen;
met de daarbij behorende:
- h. bijbehorende bouwwerken;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- j. wegen en paden;
- k. parkeervoorzieningen;
- l. groenvoorzieningen;
- m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- n. tuinen en erven.
14.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
14.3 Specifieke gebruiksregels
14.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 15 Recreatie
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. recreatie;
- b. speelvoorzieningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'jongeren ontmoetingsplek', mede voor een jongeren ontmoetingsplek;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', mede voor (lokale) maatschappelijke voorzieningen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'sport', mede voor sportvelden;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad', mede voor een zwembad;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mede voor maximaal één bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
- h. horeca-activiteiten;
met de daarbij behorende;
- i. bijbehorende bouwwerken;
- j. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
- k. wegen en paden;
- l. parkeervoorzieningen;
- m. groenvoorzieningen;
- n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- o. tuinen en erven;
- p. nutsvoorzieningen;
- q. speelvoorzieningen;
alsmede voor;
- r. bijzondere centrumdoeleinden.
15.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
15.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 16 Tuin
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen en erven;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
16.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 17 Verkeer
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en paden, waaronder wateroverbruggende voorzieningen;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. verkeersvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. kunstobjecten en straatmeubilair;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. bijzondere centrumdoeleinden;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'garage', mede voor garageboxen;
- l.
17.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
Artikel 18 Water
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. waterlopen en waterpartijen;
- c. het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van het Natuur Netwerk Brabant ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - Natuur Netwerk Brabant';
- d. duikers, bruggen en overige kunstwerken;
met daaraan ondergeschikt:
- e. recreatief medegebruik;
met de daarbij behorende;
- f. voorzieningen in de vorm van taluds, beschoeiingen, dammen, kades, vlonders en steigers;
- g. oevers en overige groenvoorzieningen.
18.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
Artikel 19 Wonen
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in een woning en in samenhang daarmee de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd', aaneengebouwde, twee-aaneengebouwde of vrijstaande woningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen', twee-aaneengebouwde of vrijstaande woningen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand', uitsluitend vrijstaande woningen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', uitsluitend gestapelde woningen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats', uitsluitend standplaatsen voor woonwagens;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', mede voor (lokale) maatschappelijke voorzieningen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - detailhandel op begane grond', mede voor detailhandel op de begane grond;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dienstverlening op begane grond', mede voor dienstverlening op de begane grond;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kapsalon', mede voor een kapsalon;
met de daarbij behorende:
- k. bijbehorende bouwwerken;
- l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- m. wegen en paden;
- n. parkeervoorzieningen;
- o. groenvoorzieningen;
- p. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- q. tuinen en erven.
19.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
19.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 20 Woongebied
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in aaneengebouwde, twee-aaneengebouwde of vrijstaande woningen;
met de daarbij behorende:
- b. bijbehorende bouwwerken;
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- d. wegen en paden;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. tuinen en erven;
- i. verkeersvoorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. speelvoorzieningen;
- l. kunstobjecten en straatmeubilair;
- m. bijzondere centrumdoeleinden.
20.2 Bouwregels
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
20.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 21 Leiding - Gas
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor een hogedruk aardgastransportleiding (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken.
21.2 Bouwregels
In voorrang op het bepaalde bij de andere bestemmingen gelden de volgende regels:
- a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van deze bestemming mogen worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
21.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.2, mits:
- a. het geen kwetsbare objecten betreft;
- b. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- c. het bovenstaande dient te blijken uit schriftelijk advies van de leidingbeheerder.
21.4 Specifieke gebruiksregels
In voorrang op het bepaalde bij andere bestemmingen wordt tot strijdig gebruik van gronden als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in ieder geval gerekend het gebruiken, het in gebruik geven en/of het laten gebruiken voor:
- a. het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding.
21.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Leiding - Riool
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding – Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor een rioolpersleiding (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken.
22.2 Bouwregels
In voorrang op het bepaalde bij de andere bestemmingen gelden de volgende regels:
- a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van deze bestemming mogen worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
22.3 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. het bovenstaande dient te blijken uit schriftelijk advies van de leidingbeheerder.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of van werkzaamheden
Artikel 23 Waarde - Archeologie
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.
23.2 Bouwregels
In voorrang op het bepaalde bij andere bestemmingen gelden de volgende regels:
- a. bestaande bouwwerken mogen worden herbouwd of verbouwd, mits de bestaande oppervlakte en de bestaande diepte niet worden uitgebreid;
- b. nieuwe bouwwerken mogen worden gebouwd, mits de diepte niet meer bedraagt dan 0,50 m en de oppervlakte niet meer bedraagt dan 100 m².
23.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2, mits:
- a. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zekergesteld of die waarden niet worden geschaad (al dan niet door het stellen van voorwaarden);
- b. het bovenstaande dient te blijken uit schriftelijk advies van een ter zake deskundige.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
Artikel 24 Waarde - Historische Stedenbouw
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Historische stedenbouw' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de historisch stedenbouwkundige structuur.
24.2 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 25 Waarde - Vestingwerken
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Vestingwerken' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de cultuurhistorische waarden van vestingwerken.
25.2 Bouwregels
In voorrang op het bepaalde bij andere bestemmingen gelden de volgende regels:
- a. de gronden mogen niet worden bebouwd.
25.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2, mits:
- a. de cultuurhistorische waarden van vestingwerken in voldoende mate zijn zekergesteld of die waarden niet worden geschaad, al dan niet door het stellen van voorwaarden;
- b. het bovenstaande dient te blijken uit schriftelijk advies van ter zake deskundige.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 26 Waterstaat - Waterkering
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat – Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de waterkering.
26.2 Bouwregels
In voorrang op het bepaalde bij andere bestemmingen gelden de volgende regels:
- a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van deze bestemming mogen worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
26.3 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
- b. het bovenstaande dient te blijken uit schriftelijk advies van de beheerder van de waterkering.
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 27 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 28 Algemene Bouwregels
28.1 Bestaande afmetingen
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
28.2 Bestaande afstanden
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
28.3 Bestaande percentages
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Artikel 29 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie;
- d. het gebruik van een woning/wooneenheid door meerdere huishoudens is niet toegestaan.
Artikel 30 Algemene Aanduidingsregels
30.1 milieuzone - reserveringsgebied waterberging
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – reserveringsgebied waterberging', zijn de betreffende gronden mede bestemd voor een reserveringsgebied ten behoeve van waterberging waarbij de regels uit artikel 34.2.1 onder a in acht moeten worden genomen.
30.2 milieuzone - behoud en herstel watersystemen
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – behoud en herstel watersystemen', zijn de betreffende gronden mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem waarbij de regels uit artikel 34.2.1 onder b in acht moeten worden genomen.
30.3 milieuzone - Natuur Netwerk Brabant
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – Natuur Netwerk Brabant', zijn de betreffende gronden mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van het Natuur Netwerk Brabant waarbij de regels uit artikel 34.2.1 onder c in acht moeten worden genomen.
30.4 milieuzone - Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone', zijn de betreffende gronden mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de ecologische verbindingszone waarbij de regels uit artikel 34.2.1 onder d in acht moeten worden genomen.
30.5 veiligheidszone - bedrijven
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven' geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
30.6 veiligheidszone - lpg
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Artikel 31 Algemene Afwijkingsregels
31.1 Afwijkingen van maten en overschrijdingen van bouwgrenzen
- a. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor:
- 1. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
- 2. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. de bevoegdheid tot afwijken wordt niet gebruikt, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
31.2 Afwijken ten behoeve van nutsvoorzieningen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor:
- a. de bouw van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van nutsvoorzieningen.
Artikel 32 Algemene Wijzigingsregels
32.1 Wijzigingen of verwijderen gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg'
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
- a. de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg' wordt verwijderd, mits de betreffende risicovolle functie ter plaatse niet meer aanwezig is;
- b. de omvang en situering van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg' wordt gewijzigd, mits:
- 1. de hoedanigheid van de betreffende risicovolle functie is gewijzigd;
- 2. de ligging van de zone is afgestemd op de risicocontouren ingevolge de van toepassing zijnde wettelijke regels.
- c. Het bevoegd gezag kan toepassing geven aan de onder a en b bedoelde wijzigingsbevoegdheden, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.
32.2 Wijziging bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin'
Het bevoegd gezag kan middels een wijzigingsbevoegdheid de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' onderling wijzigen, teneinde, na herbouw van een woning die buiten de rooilijn is gelegen, de nieuwe woning in de rooilijn van de naastgelegen woningen te bouwen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a. planwijziging wordt niet toegepast indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. bij een omzetting van de bestemming 'Tuin' naar 'Wonen' de regels uit artikel 19 overeenkomstig van toepassing worden verklaard;
- c. bij een omzetting van de bestemming 'Wonen' naar 'Tuin' de regels uit artikel 16 overeenkomstig van toepassing worden verklaard.
32.3 Wijziging bestemmingen 'Verkeer', 'Groen' en 'Water'
Het bevoegd gezag kan middels een wijzigingsbevoegdheid de bestemmingen 'Verkeer', 'Groen' en 'Water' onderling te wijzigen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a. aangetoond dient te zijn dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake verkeersstructuur, groenstructuur en / of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte;
- b. planwijziging wordt niet toegepast indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- c. een besluit tot wijziging mag niet eerder worden genomen dan nadat is gebleken dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de beoogde functie.
32.4 Wijziging bestemmingen ten behoeve van uitgifte openbare ruimte
Het bevoegd gezag kan middels een wijzigingsbevoegdheid de bestemmingen 'Verkeer', 'Groen' wijzigen in de bestemming 'Tuin' of 'Verkeer' met de aanduiding 'garage' teneinde garages en bergplaatsen, van percelen behorende bij woningen te kunnen vergroten in het kader van uitgifte van openbare ruimte en / of ten behoeve van het optimaliseren van een zo efficiënt en doelmatig mogelijk ruimtegebruik, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a. planwijziging mag niet leiden tot verlegging van de op de verbeelding opgenomen bouwgrenzen, tenzij de aanduiding 'garage' wordt geprojecteerd;
- b. aangetoond dient te zijn dat de uit te geven openbare ruimte geen structurele betekenis heeft voor de verkeersafwikkeling en / of groenstructuur.
32.5 Wijziging bestemmingen ten behoeve van garages
Het bevoegd gezag kan middels een wijzigingsbevoegdheid de bestemming 'Verkeer', wijzigen in de bestemming 'Verkeer' met de aanduiding 'garage' teneinde garages toe te staan in de openbare ruimte, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a. planwijziging mag niet leiden tot verlegging van de op de verbeelding opgenomen bouwgrenzen;
- b. aangetoond dient te zijn dat de uit te geven openbare ruimte geen structurele betekenis heeft voor de verkeersafwikkeling en / of groenstructuur.
Artikel 33 Algemene Procedureregels
33.1 Wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb van toepassing.
33.2 Afwijkingsbevoegdheid
Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, is de in hoofdstuk 4 van de Awb en zijn de artikelen 3.1, 3.8 en 3.9 van de Wabo geregelde procedure van toepassing.
Artikel 34 Overige Regels
34.1 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan, al dan niet in het kader van een omgevingsvergunning, nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, bouwmassa, afmetingen en visuele karakteristieken van bouwwerken. De nadere eisen regeling wordt toegepast ter voorkoming van onevenredige aantasting van:
- a. de woonsituatie
het in stand houden c.q. garanderen van een goede woonsituatie binnen de vigerende bestemming, voorzover van toepassing, en andere bestemmingen, in het bijzonder met het oog op:- 1. de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van (bebouwing op) aangrenzende gronden;
- 2. het uitzicht;
- 3. de aanwezigheid van voldoende privacy;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld
in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige en architectonische inpassing met aandacht voor:- 1. een goede verhouding tussen bouwmassa's en gevelbeelden;
- 2. de samenhang met nabij gelegen bebouwing;
- 3. de hoogtedifferentiatie;
- 4. een goede verhouding tussen bouwmassa en inrichting van de omgeving;
- c. de verkeersveiligheid
ter waarborging van de verkeersveiligheid en in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken van wegen;- 1. de sociale veiligheid;
- 2. ter waarborging van een ruimtelijke situatie die overzichtelijk, herkenbaar en sociaal controleerbaar is;
- d. de gebruiksmogelijkheden
- 1. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken.
- 1. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken.
34.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
34.3 Parkeren
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 35 Overgangsrecht
35.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
35.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
35.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
Van de genoemde objecten zoals opgenomen in de 'Tabel persoonsgebonden overgangsrecht' is het gebruik in strijd met het bestemmingsplan. Dit gebruik mag worden voortgezet door de eigenaar van het pleziervaartuig die het object gebruikt ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan. Zodra de onderstaande situaties zich voordoen, vervalt het recht op het gebruik.
- a. De eigenaar van het pleziervaartuig is geen eigenaar meer van het pleziervaartuig.
- b. De eigenaar van het pleziervaartuig is in de Basis Registratie Personen (BPR) niet meer ingeschreven op het adres van het pleziervaartuig.
- c. De eigenaar van het pleziervaartuig is overleden.
- d. Het pleziervaartuig is teniet gegaan.
- e. De eigenaar van het pleziervaartuig beschikt niet meer over een ligplaatsovereenkomst voor de jachthaven in Steenbergen.
- f. De eigenaar van het pleziervaartuig beschikt niet meer over een vuilwatertank.
- g. De eigenaar van het pleziervaartuig leegt de vuilwatertank niet maandelijks.
- h. De eigenaar van het pleziervaartuig gebruikt de naastgelegen kade voor het plaatsen van persoonlijke eigendommen.
Tabel Persoonsgebonden overgangsrecht:
Object | Persoon | Activiteit |
Kinders van Berghe | A.F.J. Seesing | wonen |
Woonschip Columbus | A.B. Slooter | wonen |
De Jan van Meel | M.C.J. van Meel | wonen |
Artikel 36 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Kom Steenbergen".
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten