Tilburg, herziening meerdere locaties (Kempenbaan West, Ringbaan-Oost en Spoordijk)
Bestemmingsplan - gemeente Tilburg
Vastgesteld op 29-10-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 bestemmingsplan:
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlage(n).
1.2 plan:
Het bestemmingsplan Tilburg, herziening meerdere locaties (Kempenbaan West, Ringbaan-Oost en Spoordijk) met identificatienummer NL.IMRO.0855.BSP2016036-e001 van de gemeente Tilburg.
1.3 aan huis verbonden beroep
Die beroepsmatige activiteiten in een woning of bijgebouw, die kunnen worden beschouwd als 'aan-huis-verbonden', waarbij:
-
degene die de activiteit uitvoert, tevens de bewoner is van de woning;
-
geen sprake is van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen;
-
voldoende is of kan worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers;
-
de beroepsuitoefening naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, d.w.z. niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning (inclusief aan-, uit en/of bijgebouw) en totaal niet meer dan 80m² in beslag neemt;
-
de beroepsuitoefening in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt is aan de woning en de woonomgeving;
-
geen detailhandel plaatsvindt, anders dan in ter plaatse vervaardigde goederen;
-
op geen enkele andere wijze overlast wordt veroorzaakt.
1.4 aanbouw
Een gebouw, dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.5 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.6 achtergevelrooilijn
De achterste, niet naar het openbaar gebied toegekeerde lijn die het bouwvlak begrenst.
1.7 additionele horeca
Horeca waarbij de horeca-activiteit ondersteunend is aan de hoofdactiviteit en daaraan ondergeschikt is en waarbij tevens:
-
de oppervlakte van de horeca-activiteit maximaal 33% van het totale v.v.o. van het betreffende pand in beslag mag nemen. Ook een eventueel terras maakt hier deel van uit;
-
de horeca-activiteit niet zelfstandig mag worden uitgeoefend. Toegang tot de horeca-activiteiten kan niet los van de hoofdfunctie plaatsvinden;
-
de openingstijden van de horeca-activiteit gelijk zijn aan de openingstijden van de hoofdactiviteit;
-
geen alcoholhoudende dranken mogen worden verstrekt zonder de benodigde vergunningen. Het gaat dus in alle gevallen om ondersteunende 'droge horeca'.
1.8 afhankelijke woonruimte
Een aanbouw of bijgebouw, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
1.9 aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.10 autohandel
Handel / reparatie van auto's, inclusief motorfietsen.
1.11 bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.12 bebouwingspercentage
Het percentage dat per bouwperceel bepaalt hoeveel procent van dat bouwperceel - binnen het aangegeven bouwvlak - ten hoogste mag worden bebouwd.
1.13 bed & breakfast
Een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting, al dan niet met de mogelijkheid van ontbijt, kortstondig met een maximum van twee weken.
Hieronder wordt niet verstaan huisvesting van personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur), tijdelijke huisvesting van personen in de vorm van het verstrekken van logies aan seizoenarbeiders, verzorgingstehuis, gezinsvervangende huisvesting en andere vormen van beschermd/begeleid wonen.
1.14 bedrijfsgebouw
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
1.15 bedrijfsmatige activiteiten in een woning of bijgebouw
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, gericht op onder andere consumentverzorging, welke geheel of overwegend door middel van handwerk plaatsvinden.
1.16 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo)
De totale oppervlakte van de ruimten binnen de bebouwing die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf, c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.17 bedrijven
Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten die liggen op het vlak van industrie, groothandel met eventueel bijbehorende ondergeschikte showroom, ambacht, nijverheid, productie, distributie, logistiek, vervoer, opslag, reparatie e.d.
1.18 beperkt kwetsbaar object
Object zoals omschreven in het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer'.
1.19 beroepsmatige activiteiten in een woning of bijgebouw
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig en ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied.
1.20 bestaand
Bij bouwwerken:
Bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften.
1.21 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.22 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.23 bijgebouw
Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.24 bijzonder kwetsbaar object
Kwetsbare objecten waarbij de aanwezige personen zichzelf moeilijk kunnen redden tijdens een incident, zoals basisscholen, ziekenhuizen en verzorgingscentra zoals omschreven in de Beleidsvisie externe veiligheid Tilburg ('veilig en verantwoord ontwikkelen').
1.25 bouwblok
Door openbare ruimte omsloten geheel van percelen (al dan niet -reeds- bebouwd), dat te beschouwen is als een stedenbouwkundige eenheid.
1.26 bouwen
Het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.27 bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.28 bouwlaag
Een deel van een gebouw, dat bestaat uit één of meer ruimten, waarbij de bovenkant van de afgewerkte vloeren van twee aan elkaar grenzende ruimten niet meer dan 1,5m in hoogte verschillen, zulks met uitzondering van een onderbouw of zolder.
1.29 bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.30 bouwperceelgrens
Een grens van een bouwperceel.
1.31 bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.32 bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.33 bouwwerken van algemeen nut
Bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen.
1.34 bruto vloeroppervlakte (b.v.o.)
De som van de buitenwerks en horizontaal gemeten oppervlakten van de inpandige vloeren - horizontale vlakken ter plaatse van trappen, hellingen en vides met een oppervlakte tot en met 4m² daaronder begrepen - voorzover de ruimten waarbinnen de vloeren zich bevinden een grotere inwendige hoogte hebben dan 1,5m.
1.35 cafetaria/snackbar
Een bedrijf dat tot doel heeft het verstrekken van ter plaatse bereide etenswaren, alsmede het bieden van gelegenheid tot het nuttigen van etenswaren ter plaatse.
1.36 café, eetcafé
Een bedrijf dat tot doel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van kleine etenswaren of maaltijden, gedurende beperkte delen van de dag, een en ander al dan niet ter plaatse bereid.
Hieronder worden in elk geval niet verstaan: discotheken, bars, cafetaria/snackbar, nachtclubs, erotisch gerichte horeca, speelautomatenhallen e.d.
1.37 calamiteit
Gehele of gedeeltelijke vernieling van een bouwwerk door overmacht: brand, overstroming, terroristische en/of oorlogshandelingen, aardbeving e.d.
1.38 dakhelling
Hoek die gevormd wordt door een schuin dakvlak en een horizontaal vlak die elkaar snijden op de goothoogte.
1.39 detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren
van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan
in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Tevens dient onder detailhandel te worden verstaan
additionele horecaals bijbehorende voorziening.
Uitgezonderd zijn: postorderbedrijven, internetbedrijven e.d.
1.40 detailhandel perifeer
Detailhandel welke behoort tot de branche autohandel (verkoop en reparatie) met een minimale bruto verkoopvloeroppervlak van 1.000m2.
1.41 dienstverlening
Het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van detailhandel en seksinrichtingen.
1.42 erf
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels per bouwperceel aan- en/of uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.43 evenement
Een activiteit in de openlucht dan wel in al dan niet (deels) tijdelijke onderkomens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, sportieve, toeristisch-recreatieve, commerciële, sociale, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden, alsmede kermissen, braderieën, snuffelmarkten, rommelmarkten, straatfeesten en festivals of daarmee te vergelijken activiteiten.
1.44 functionele eenheid
Hieronder wordt verstaan:
-
een samenstel van activiteiten dat, gelet op de aard en de organisatie van die activiteiten alsmede op de plaats waar die activiteiten worden verricht, als een eenheid moet worden beschouwd;
-
het complex van bebouwde en onbebouwde gronden waarop de hiervoor bedoelde activiteiten worden verricht.
1.45 gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.46 geluidgevoelige objecten
Gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
1.47 geluidshinderlijke inrichtingen
Inrichtingen genoemd in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
1.48 geprojecteerd kwetsbaar object
Nog niet aanwezig kwetsbaar object dat op grond van het voor het betrokken gebied geldende bestemmingsplan toelaatbaar is.
1.49 groenvoorzieningen
Het geheel van voorzieningen en activiteiten t.b.v. groenaanleg zoals buurt-, wijk- en stadsparken met bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, waterpartijen, waterberging, watergangen en sloten, speelplaatsen, speel- en trapveldjes waaronder Cruijf-courts, bruggen en andere kunstwerken, straatmeubilair e.d., alsmede voorzieningen ter ondersteuning van de verkeersregulering en de verkeersveiligheid.
1.50 grondgebonden woning
Een met de grond verbonden woning bedoeld voor de huisvesting van één huishouden, daaronder begrepen beroep aan huis, met een zelfstandige ontsluiting op de begane grond en niet zijnde een gestapelde woning.
1.51 groothandel
Het bedrijfsmatig te koop of ter gebruik aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop / gebruik, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
1.52 hogere grenswaarde
Een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
1.53 hoofdgebouw of hoofdbebouwing
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.54 horeca
Onder horeca wordt verstaan het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccomodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
1.55 hotel
Een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het op commerciële basis bieden van overnachtingsmogelijkheden met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse. Daarnaast zijn wellnessfaciliteiten, voor zover deze ondergeschikt zijn en onderdeel uitmaken van het hotel toegestaan.
1.56 houtopstand
Houtachtige overblijvende gewassen zoals struiken, heggen en bomen.
1.57 huishouden
Een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren. Met een huishouden wordt gelijk gesteld:
-
de huisvesting van maximaal 5 personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur);
-
tijdelijke huisvesting in de vorm van logies aan maximaal 5 seizoenarbeiders;
-
de huisvesting van maximaal 12 personen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, een psychiatrisch ziektebeeld of psychosociale problemen dan wel de huisvesting van maximaal 12 personen die tijdelijke opvang behoeven, al dan niet met inbegrip van begeleiding en toezicht, dit alles gericht op zelfstandige bewoning.
1.58 kantoor
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie.
1.59 kantoorhoudendheid
Percentage van de bedrijfsvloeroppervlakte dat als kantoor wordt gebruikt.
1.60 kleinschalige dienstverlening, niet zijnde zakelijke dienstverlening
Dienstverlening, vallend onder ten hoogste categorie 2 van de bij dit plan gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten en gericht op het aan personen of dieren verlenen van diensten in de medische, sociale, educatieve, culturele, religieuze of lichaamsverzorgende sfeer en andere vormen van dienstverlening die min of meer een openbaar karakter hebben, zoals (niet limitatief) een huisartsen- of tandartsenpraktijk, een praktijk voor fysiotherapie, een dierenartsenpraktijk, een nagelstudio, een kapsalon en een kinderopvangcentrum, uitgezonderd:
-
seksuele en erotische dienstverlening;
-
zakelijke dienstverlening met een kantoorfunctie, zoals (niet limitatief) rechtskundige en administratieve dienstverlening, architecten- en technische adviesbureaus, makelaarsbureaus, reclamediensten en uitzendbureaus;
-
detailhandel, met uitzondering van een beperkte verkoop, ondergeschikt aan de dienstverlening;
-
horeca.
1.61 kortstondig
Aansluitende tijdsperiode van maximaal 12 uur.
1.62 kwetsbaar object
Object zoals omschreven in het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer'.
1.63 langzaam verkeer
Voetgangers- en (snor/brom)fietsverkeer.
1.64 logies
Het gedurende een relatief kort tijdsbestek verstrekken van verblijf aan personen, die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.65 maatschappelijke voorzieningen
Hieronder worden verstaan:
-
medische of paramedische voorzieningen, zoals ziekenhuis, kliniek, gezondheidscentrum, centrum voor dagbehandeling, consultatiebureau e.d.;
-
welzijnsvoorzieningen, zoals verzorgingstehuis, verpleeghuis, inrichtingen voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking , tehuis voor daklozen e.d.;
-
educatieve en sociaal-culturele voorzieningen, zoals basis-, voortgezet en wetenschappelijk onderwijs, beroepsonderwijs, kunstonderwijs, volksuniversiteit, cursuscentrum, onderwijsinstituten t.b.v. specifiek onderwijs, bibliotheken e.d.;
-
voorzieningen t.b.v. kinderopvang zoals kindercrèche, peuterspeelzaal, speelterrein, kinderdagverblijf en (naschoolse) kinderopvangcentrum, al dan niet commercieel;
-
openbare en bijzondere instellingen waaronder overheidsinstellingen zoals stadskantoren, politiekantoor e.d. met uitzondering van brandweerkazerne
-
maatschappelijke voorzieningen zoals buurt- en clubhuis, wijkcentrum (o.a. Multi Functionele Accommodatie), sociëteit e.d.
1.66 maatvoeringsvlak
Een deel van een bestemmingsvlak dat van een ander maatvoeringsvlak wordt gescheiden door een maatvoeringsvlakgrens. Maatvoeringsvlakken onderscheiden zich door een met de maatvoeringsaanduiding aangegeven afwijking in goot-, bouwhoogte, dakhelling en/of bebouwingspercentage.
1.67 mantelzorg
Mantelzorg is langdurige, intensieve niet georganiseerde zorg, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een zorgvrager door een of meer leden uit diens omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie.
1.68 netto vloeroppervlak (n.v.o.)
De som van de binnenwerks gemeten oppervlakten van de voor publiek toegankelijke verblijfsruimten binnen een horeca-inrichting van de categorie 1, 2 of 3, zoals café- en barruimte (inclusief bar), eetzaal, foyer, dansvloer / podium, entree e.d, met uitzondering van oppervlakten t.b.v. keuken, toiletgroepen, garderobe, opslag, dienstruimten e.d.
1.69 nutsvoorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van algemeen nut in ruime zin zoals: voorzieningen / installaties t.b.v. gas, water en elektriciteit, signaalverdeling, telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing,
waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, compostering, wijkverwarming, milieuvoorzieningen e.d.
1.70 onbebouwd erf
Dat deel van het perceel, dat geen bouwvlak of erf betreft.
1.71 onderbouw
Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant is gelegen tussen peil en maximaal 1,20m boven peil.
1.72 ondergeschikte delen van een bouwwerk
Bouwdelen die ondergeschikt zijn aan de hoofdmassa van het desbetreffende bouwwerk, zoals overstekende daken, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, trappen en trappenhuizen, liftkappen en lifthuizen, luchtbehandelings-/ventilatieinstallatie, bordessen, funderingen, goten, hijsinrichtingen, gevelreclames, gevelisolatie (al dan niet met bijbehorende ommanteling), draagconstructies e.d. Hieronder worden in elk geval niet verstaan entrees, erkers en ondergrondse bouwwerken.
1.73 onzelfstandige wooneenheid/eenheden
Een (complex van) woonruimte(n) waarbij men wezenlijke voorzieningen, zijnde keuken, badkamer en toilet, gemeenschappelijk moet gebruiken en waarvan de deur van het privévertrek uitkomt op een gemeenschappelijke (verkeers)ruimte.
1.74 overig bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.75 overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak, ondersteund door palen of kolommen, eventueel maximaal aan twee zijden omsloten door wanden, die niet tot de constructie behoren.
1.76 pand
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.77 partycentrum
Een bedrijf, dat voornamelijk tot doel heeft het verhuren van zaalruimte(n) t.b.v. bijeenkomsten, ontvangsten, feesten, partijen e.d. al dan niet in combinatie met het verstrekken van dranken, versnaperingen en/of maaltijden.
1.78 peil (straatpeil)
Hieronder wordt verstaan:
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de straat grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
1.79 perceel
Een aaneengesloten stuk grond met kadastrale aanduiding.
1.80 plangrens
Een weergegeven lijn die de grens van het plan: aanduidt.
1.81 potentieel waardevolle boom
Een ingevolge de gemeentelijke Boomwaardekaart of het gemeentelijke bomenbeleid als zodanig aangeduide
boom.
1.82 productiegebonden detailhandel
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.83 professioneel vuurwerk
Vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.
1.84 prostitutie-inrichting
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, al dan niet tegen betaling seksuele handelingen worden verricht. Onder een prostitutie-inrichting worden in elk geval verstaan: een parenclub en een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.85 recreatief medegebruik en evenementen
Hieronder wordt verstaan:
-
incidenteel, kortstondig gebruik (enkele dagen) van complexen / voorzieningen t.b.v. evenement zoals rommelmarkten, antiek-, huishoud-, en computerbeurzen, tentoonstellingen, bedrijvencontactdagen e.d., mits men in het bezit is van een evenementenvergunning;
-
incidenteel -jaarlijks- gebruik gedurende een aantal dagen van stadsparken t.b.v. zomeractiviteiten, -spelen, theater, festival e.d.
1.86 restaurant
Een bedrijf, dat tot doel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse alsmede het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
1.87 risicovolle inrichting
-
een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
-
een AMvB-inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer regels gelden met betrekking tot minimaal aan te houden afstanden bij de opslag en/ of het gebruik van gevaarlijke stoffen;
-
bedrijven waarvan de aantoonbare PR10-6/jaar contour is gelegen buiten de inrichtingsgrens.
1.88 ruimtelijke ontwikkelingen
Bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten waarvoor op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht een omgevingsvergunning is vereist.
1.89 speelvoorzieningen
Voorzieningen ten dienste van sport en spel.
1.90 sport
Het geheel van voorzieningen t.b.v. sportbeoefening, zoals: ijsbaan/-hal, (openlucht)zwembad, sportvelden, atletiekbaan, basketbalveld, handbalveld, jeu de boulesbaan, tennisbaan/-complex, sporthal, alsmede bijbehorende bebouwing zoals kleedruimten, clubhuis / verenigingsgebouw, opslagruimten, technische ruimten e.d.
1.91 straatpeil
Zie: peil (straatpeil).
1.92 supermarkt
Zelfbedieningswinkel met voornamelijk levensmiddelen-assortiment.
1.93 uitbouw
Een gebouw, dat als vergroting van een bestaande ruimte is/wordt gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht
ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.94 verblijfsvoorzieningen
Besloten ruimten, bestemd voor het verblijven van mensen.
1.95 verkeersvoorzieningen t.b.v. wegverkeer en verblijf
Hieronder wordt verstaan het openbaar wegverkeers- en verblijfsgebied waarbij de nadruk ligt op de erftoegangsfunctie (geleider van het bestemmingsverkeer) voor gemotoriseerd en langzaam verkeer en/of de verblijfsfunctie voor voetgangers met alle bijkomende en ondersteunende voorzieningen en kunstwerken. Daarnaast vindt parkeren en stallen plaats. Het betreft hier buurtstraten, woonstraten, woonerven, winkelerven en voetgangersgebied inclusief bijbehorende kunstwerken.
1.96 verkoopvloeroppervlak
De oppervlakte van de geheel of grotendeels voor publiek toegankelijke ruimte die is bestemd en feitelijk ingericht voor de verkoop van goederen, waaronder begrepen showroom, uitstallingsruime, kassa's e.d. met uitzondering van magazijn, opslagruimte, kantoor e.d.
1.97 voorgevelrooilijn
De naar het openbaar gebied toegekeerde lijn, die het bouwvlak begrenst en aansluit aan het onbebouwd erf c.q. openbaar gebied.
1.98 weg
Alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, waaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
1.99 wet geluidhinder
De wet van 16 februari 1979, Staatsblad 99 (1979), houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder.
1.100 wet milieubeheer
De wet zoals geplaatst in Staatsblad 551 (1992). Deze wet is in werking getreden op 1 maart 1993.-
1.101 wonen
Hieronder wordt verstaan:
-
het geheel van aan huis gebonden activiteiten van huishoudens die plaatsvinden in al dan niet gestapelde woningen, zelfstandige wooneenheden e.d. ten dienste van het verblijven door mensen. Niet tot wonen behoort het verblijf in recreatieve dagverblijven;
-
huisvesting van personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur), tijdelijke huisvesting van personen in de vorm van het verstrekken van logies aan seizoenarbeiders, verzorgingstehuis, gezinsvervangende huisvesting en andere vormen van beschermd/begeleid wonen, alsmede bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen (en ruimten) c.q. verzorgingsfaciliteiten;
-
beroepsactiviteiten die kunnen worden beschouwd als 'aan huis verbonden beroep', zijnde beroepsactiviteiten van tenminste één bewoner, plaatsvindend in de betrokken woning en/of bijbehorend bijgebouw.
1.102 woning
Een (gedeelte van een) gebouw dat krachtens zijn indeling geschikt en bedoeld is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen een aan huis verbonden beroep.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 De dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 De inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 Afstand tot zijdelingse perceelgrens
Tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het op dat perceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
de brandveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Gemengd - Grootschalig
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
-
een samenhangende straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
de brandveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
-
de vorm, afmetingen en plaatsing van de bebouwing boven een hoogte van 10m boven het straatpeil in een strook ter diepte van 3m achter de voorgevelrooilijn in verband met een goede ruimtelijke afstemming op het overwegend aanwezige straatbeeld;
-
de vorm, de afmetingen en de plaatsing van de derde bouwlaag boven een hoogte van 6m boven het straatpeil indien de maximale hoogte niet meer bedraagt dan 10m, zulks in verband met een goede ruimtelijke afstemming op het overwegend aanwezige straatbeeld.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Kantoor
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
-
een samenhangende straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
de brandveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de ruimtelijke of landschappelijk inpassing;
-
de verkeersveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 7 Maatschappelijk - 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
de brandveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen.
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 8 Verkeer
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
-
een samenhangende straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
de brandveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
-
werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen.
8.4 Afwijken van de bouwregels
8.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 9 Verkeer - Verblijf
9.1 Bestemmingsomschrijving
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
een goede landschappelijke inpassing;
-
de verkeersveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen.
9.4 Afwijken van de bouwregels
9.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Wonen
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
de brandveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
parkeergelegenheid op eigen terrein;
-
werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
-
de vorm, de afmetingen en de plaatsing van de derde bouwlaag boven een hoogte van 6m boven het straatpeil in verband met een goede ruimtelijke afstemming op het overwegend aanwezige straatbeeld.
10.4 Afwijken van de bouwregels
10.5 Specifieke gebruiksregels
10.6 Afwijken van de gebruiksregels
10.7 Werkzaamheden
Artikel 11 Waarde - Archeologie (Dubbelbestemming)
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' (dubbelbestemming) aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en) (basisbestemmingen), mede bestemd voor bescherming van en onderzoek naar aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van bouwwerken en de inrichting en het gebruik van de gronden voor zover de gronden zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie' (dubbelbestemming), indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 13 Algemene Bouwregels
13.1 Ondergrondse bouwwerken
13.2 Hoofdtoegang woningen
13.3 Onbebouwd terrein bij gebouwen
13.4 Ruimte tussen bouwwerken
13.5 Bouwen in nabijheid van potentieel waardevolle bomen
Artikel 14 Algemene Gebruiksregels
14.1 Gebruik overeenkomstig de bestemming
Al dan niet in afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels van Hoofdstuk 2 wordt ter plaatse van een functie-aanduiding het gebruik van gronden en opstallen in overeenstemming met die functie-aanduiding aangemerkt als gebruik overeenkomstig de bestemming.
Artikel 15 Algemene Aanduidingsregels
15.1 veiligheidszone - aandachtsgebied lpg
In afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - aandachtsgebied lpg' de volgende regels:
-
binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - aandachtsgebied lpg', mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten en geen bijzonder kwetsbare objecten worden opgericht;
-
het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in sub a. waarbij (beperkt) kwetsbare objecten worden toegestaan en waarbij middels een onderbouwing is aangetoond dat er sprake is van een afname of gelijkblijvend groepsrisico;
-
het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in sub a. waarbij een wijziging of oprichting leidt tot een toename van het groepsrisico binnen het lpg aandachtsgebied indien:
-
er geen sprake is van nieuwe bijzonder kwetsbare objecten;
-
er een berekening is uitgevoerd waaruit de toename van het groepsrisico duidelijk wordt en de verantwoordingsplicht conform artikel 13 van het Bevi is ingevuld;
-
er geen sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde.
15.2 veiligheidszone - aandachtsgebied vervoer gevaarlijke stoffen
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - aandachtsgebied vervoer gevaarlijke stoffen' mogen geen functies met niet-zelfredzame personen zoals grote zorgcomplexen, ziekenhuizen, basisscholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven worden gebouwd en in gebruik worden genomen.
15.3 wro-zone wijzigingsgebied
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' zijn burgemeester en wethouders bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bestemming "Kantoor" onder de voorwaarden dat:
-
Er binnen het plangebied reeds andere functies aanwezig zijn;
-
Uit een verantwoording in de toelichting bij het wijzigingsplan blijkt dat
-
er financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om dit type kantoor binnen bestaand stedelijk gebied van de gemeente te situeren, in het bijzonder door middel van inbreiden, herstructureren, intensiveren, meervoudig ruimtegebruik of enige andere vorm van zorgvuldig ruimtegebruik;
-
de nieuwe kantoren kwaliteiten toevoegen die in de bestaande Tilburgse kantorenmarkt nog onvoldoende of niet beschikbaar zijn;
-
de afspraken die m.b.t. kantorenontwikkeling in het regionaal ruimtelijk overleg zijn gemaakt worden nagekomen;
-
uit een verkeerskundig onderzoek blijkt dat de omliggende infrastructuur (eventueel na aanpassing) de toename van het verkeer als gevolg van de wijziging van de bestemming kan verwerken.
-
Burgemeester en wethouders verklaren op de gewijzigde bestemming de regels van het plan van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16 Algemene Wijzigingsregels
16.1 Wijzigingsbevoegdheid verwijderen aanduidingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, zodanig dat een weergegeven aanduiding wordt verwijderd indien de binnen deze aanduiding toegelaten functie is beeindigd en wordt omgezet in een binnen het ter plaatse geldende bestemmingsvlak toegelaten functie.
16.2 Wijzigingsbevoegdheid uitwisseling van aanduidingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een weergegeven aanduiding te wijzigen in een andere aanduiding, met dien verstande dat:
-
de ingevolge de aanduiding ter plaatse geldende maximaal toelaatbare milieucategorie voor functies of activiteiten uit de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten niet mag worden overschreden;
-
wijzigingen in de aanduidingen 'detailhandel-perifeer', niet zijn toegestaan.
16.3 Wijzigingsbevoegdheid bestemmingsvlakgrenzen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:
-
de in het plan begrepen bestemmingen die grenzen aan gronden met de bestemmingen 'Verkeer" (V) dan wel 'Verkeer - Verblijf' (V-VB) te wijzigen voor de indeling van gronden zoals ten behoeve van een herinrichting, een asverschuiving, herinrichting kruispunten, aanleg (mini)rotondes e.d., met dien verstande dat:
-
de bestemmingen mogen worden gewijzigd voor een verschuiving van de bestemmingsgrenzen van maximaal 25 m;
-
de verwerkelijking van de in het plan begrepen bestemmingen gewaarborgd dient te blijven, dat wil zeggen dat de bestemmingen door de wijzigingnen niet onevenredig mogen worden aangetast;
-
bestemmingsgrenzen te wijzigen indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt noodzakelijk is voor zover zulks het belang van een goede ruimtelijk ordening van het plan niet schaadt en zodanig dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.
16.4 Wijzigingsbevoegdheid bouwwerken van algemeen nut
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan zodanig te wijzigen, dat bouwwerken van algemeen nut met een groter oppervlak dan 50m2 kunnen worden gebouwd, zulks tot een maximale oppervlakte van 100m2.
Artikel 17 Algemene Afwijkingsregels
17.1 Binnenplans afwijken t.b.v. geringe afwijkingen van maten
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van de in het plan genoemde maten en afmetingen met ten hoogste 10%. Deze omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
-
de met behulp van die toepassing toegestane bebouwing geacht kan worden in overeenstemming te zijn met de voor desbetreffende bestemming nagestreefde doeleinden;
-
gelet op de omringende bebouwing geen overwegende stedenbouwkundige bezwaren bestaan;
-
gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
voldaan is aan de volgende voorwaarden:
-
de mogelijkheid voor binnenplans afwijken mag niet cumulatief worden gebruikt;
-
de mogelijkheid voor binnenplans afwijken mag niet tot gevolg hebben dat een nieuwe bouwlaag ontstaat.
17.2 Binnenplans afwijken t.b.v. geringe afwijkingen van grenzen
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van de planregels ten behoeve van het in geringe mate afwijken van een vastgesteld onderdeel van een grens van een bouwvlak, bestemmingsvlak, functie-aanduidingsvlak of maatvoeringsvlak, indien bij het definitief ontwerp, bij definitieve uitmeting e.d. blijkt dat enige geringe afwijking in het belang van een bebouwing of inrichting is. Deze omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
-
de met behulp van die toepassing toegestane bebouwing geacht kan worden in overeenstemming te zijn met de voor desbetreffende bestemming nagestreefde doeleinden;
-
gelet op de omringende bebouwing geen overwegende stedenbouwkundige bezwaren bestaan;
-
gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
er gelet op de ligging nabij de spoorlijn Tilburg - 's Hertogenbosch geen bezwaren bestaan vanuit milieuaspecten, met name geluid en externe veiligheid.
17.3 Binnenplans afwijken t.b.v. overschrijdingen van de toegelaten bouwhoogten
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het plan ten behoeve van:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van utiliteitsvoorzieningen;
-
vrijstaande schoorstenen, torens en soortgelijke bouwwerken;
onder voorwaarde dat de maximale hoogte niet meer mag bedragen dan 15 m.
17.4 Binnenplans afwijken t.b.v. parkeer- en stallingsvoorzieningen
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het plan ten behoeve van parkeer- en stallingsvoorzieningen met bijbehorende bovengrondse bouwwerken zoals in- en uitritten, in- en uitgangen, trappenhuizen, liften, hellingbanen, bewakings- /portiersloges e.d., onder de volgende voorwaarden:
-
de maximale oppervlakte van de bijbehorende bovengrondse bouwwerken mag 30m2 bedragen;
-
de maximale hoogte van de bijbehorende bovengrondse bouwwerken mag 4,5m bedragen.
17.5 Binnenplans afwijken t.b.v. aan-huis-verbonden beroep
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het plan voor wat betreft de voorwaarden, zoals beschreven in de begripsregels, waaronder overeenkomstig de desbetreffende bestemmingsomschrijving een aan huis verbonden beroep is toegelaten, indien door de aard van de werkzaamheden het beroep niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend.
17.6 Binnenplans afwijken t.b.v. evenementen
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het plan ten behoeve van incidenteel en kortstondig afwijkend gebruik van particuliere percelen / bebouwing voor het plaatsen van tijdelijke onderkomens zoals (feest)tenten, kiosken e.d. ten behoeve van festiviteiten met een openbaar karakter (muziekfestival, zeskamp, sportwedstrijd, show/voorstelling, tentoonstelling, beurs, markt, e.d.) voor de duur van een aantal (aaneengesloten) dagen (over het algemeen 3 á 4), met dien verstande dat aan deze omgevingsvergunning voorwaarden kunnen worden verbonden ter beperking van onaanvaardbare overlast van de (woon)omgeving, onder meer voor wat betreft parkeren, geluidhinder, situering van tijdelijke onderkomens e.d.
17.7 Binnenplans afwijken t.b.v. bouwwerken van algemeen nut
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van de bouwregels, opgenomen in de bestemmingsregels in Hoofdstuk 2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van algemeen nut, met dien verstande dat:
-
de bouwhoogte niet meer dan 3,5m mag bedragen en;
-
de oppervlakte niet meer dan 50m² mag bedragen.
Artikel 18 Algemene Procedureregels
Op het stellen van nadere eisen op grond van enige bepaling van de regels van dit bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.
Artikel 19 Overige Regels
19.1 Algemene regels inzake nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
de bereikbaarheid van gebouwen vanuit en de situering van de hoofdentree van gebouwen ten opzichte van de openbare ruimte;
-
de situering en afmetingen van groenvoorzieningen;
-
de situering en afmetingen van parkeergelegenheid, ook op eigen terrein;
-
de situering van toegangswegen en -paden tot gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en open erven.
19.2 Algemene regels inzake omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.3 Parkeerregeling
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 20 Overgangsrecht
20.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Onverminderd hetgeen omtrent strijdig gebruik is bepaald in de artikelen 3.5.1 mag een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, en afwijkt van het plan, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
-
het bevoegd gezag kan eenmalig omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%;
-
het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen het overgangsrecht van dat plan.
20.2 Overgangsrecht gebruik
-
Onverminderd hetgeen omtrent strijdig gebruik is bepaald in de artikelen 3.5.1, 4.2.1 en 4.5.1 mag het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, worden voortgezet;
-
het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
-
indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
-
het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen het overgangsrecht van dat plan.
Artikel 21 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Tilburg, herziening meerdere locaties (Kempenbaan West, Ringbaan-Oost en Spoordijk)
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Tot Planontwikkeling
Er is een verzoek om herziening van het bestemmingsplan ingediend voor de:
-
verplaatsing van de vestiging / nieuwbouw BMW Renova naar de Kempenbaan-West (perceel sectie W998);
-
verplaatsing van de vestiging / nieuwbouw Aldi naar het perceel Ringbaan-Oost 102a;
-
grondgebonden woningen aan de Spoordijk 72 & 74, inclusief aangrenzende onbebouwde gronden op de hoek Spoordijk en Doornbossestraat.
Het gemeentebestuur van Tilburg heeft de wenselijkheid van deze ontwikkeling bij besluit van 20 juni 2014 gemotiveerd. De haalbaarheid in relatie tot de Ladder voor Duurzame Verstedelijking en de effecten op het Zorgknooppunt Kempenbaan moesten daarna nog worden aangetoond. Dat is gebeurd op basis van een nader onderzoek d.d. 23 juni 2016 (Bijlage 1Rapport BRO: “Tilburg, Effectenstudie en Ladder voor Duurzame verstedelijking Raket”). Het college van burgemeester en wethouders heeft vervolgens op 1 november 2016 besloten om mee te werken aan de voorgestelde verplaatsing van functies als onderdeel van de aan elkaar gekoppelde initiatieven, onder de volgende voorwaarden:
-
Verplaatsing wordt in één bestemmingsplan voor de drie locaties gewaarborgd.
-
De detailhandelsmogelijkheden worden begrensd op de nieuwe locaties.
-
Een anterieure overeenkomst te sluiten (in het kader van de voorbereiding van de aanvraag voor de ruimtelijke procedure).
In de anterieure overeenkomst worden de volgende voorwaarde opgenomen:
-
stedenbouwkundige randvoorwaarden per locatie;
-
milieu- en verkeerskundige haalbaarheid aantonen (onderzoeken worden door initiatiefnemer geleverd ter beoordeling door de gemeente);
-
uiterlijk een jaar (na besluitvorming door College) om de aanvraag ten behoeve de ruimtelijke procedure in te dienen.
Het onderhavige bestemmingsplan is de nadere uitwerking van de in het collegebesluit van 1 november 2016 genoemde voorwaarden en maakt de gewenste ontwikkelingen mogelijk.
1.2 Het Plangebied
Het plangebied omvat drie locaties:
Onbebouwde locatie aan de Kempenbaan-West (perceel sectie W998);
Het plangebied wordt aan de oostzijde begrensd door de Kempenbaan. Aan de noordzijde is het adres Leijweg 6 de begrenzing van het plangebied. De westgrens wordt gevormd door de Leijweg. Aan de zuidzijde van het plangebied is de Dr. Bloemenlaan de begrenzing.
Perceel Ringbaan-Oost 102a;
Het plangebied wordt aan de westzijde begrensd door de Ringbaan-Oost en aan de noordzijde door de Dijksterhuisstraat. De oostelijke begrenzing wordt gevormd door het perceel Dijksterhuisstraat 80a. Aan de zuidzijde vormt het perceel Ringbaan Oost 104 de begrenzing van het gebied.
Percelen Spoordijk 72 & 74, inclusief aangrenzende onbebouwde gronden op de hoek Spoordijk en Doornbossestraat.
Het perceel wordt aan de noordzijde begrensd door de Spoordijk, aan de oostzijde de Doornbossestraat en aan de zuidzijde het Pelgrimspad. Aan de westzijde vormt het perceel Spoordijk 76 de begrenzing van het gebied.
Figuur 1.1: luchtfoto plangebied Kempenbaan met een globale aanduiding van het plangebied
Figuur 1.2: luchtfoto plangebied Ringbaan Oost met een globale aanduiding van het plangebied
Figuur 1.3: luchtfoto plangebied Spoordijk
1.3 Juridisch Planologische Situatie
Dit bestemmingsplan vervangt:
Locatie Kempenbaan
Deze locatie ligt binnen in het plangebied van het bestemmingsplan Kempenbaan West 2013, dat op 31 juli 2014 is vastgesteld door de gemeenteraad. Het project is strijdig met dit bestemmingsplan omdat een autohandel niet is toegestaan binnen de bestemming ‘Maatschappelijk-2’.
Locatie Ringbaan Oost
Deze locatie ligt in het bestemmingsplan ‘Theresia-Loven-Besterd 2016’, dat op 3 december 2016 is vastgesteld door de gemeenteraad. Het project is strijdig met dit bestemmingsplan omdat een supermarkt (circa 1.468 m2) niet past binnen de bestemming ‘Gemengd – Grootschalig’.
Locatie Spoordijk
Deze locatie ligt in het bestemmingsplan ‘Hoogvenne-Armhoef 2007’, dat op 27 oktober 2008 is vastgesteld door de gemeenteraad. Ter plaatse van de bestemming ‘Wonen’ is wonen / detailhandel toegestaan. Het project is strijdig met dit bestemmingsplan omdat de maximaal toegestane bouwhoogte voor wonen wordt overschreden. Tevens is het noodzakelijk om het gebruik voor detailhandel op deze locatie in het nieuwe bestemmingsplan uit te sluiten. De bestaande supermarkt wordt verplaatst naar de Ringbaan Oost en op die locatie aan de Ringbaan Oost positief bestemd.
1.4 Vormgeving Bestemmingsplan
Deze toelichting bundelt drie ruimtelijke onderbouwingen. Voor elke planlocatie is een afzonderlijke ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Elk van deze ruimtelijke onderbouwingen bevat de basis voor de bestemmingsplanherziening, waardoor medewerking kan worden verleend aan het initiatief. In de ruimtelijke onderbouwing wordt per locatie aangegeven waarom de beoogde ontwikkeling past binnen specifieke gebied. Er wordt nader ingegaan op de wijze waarop het initiatief aansluit op de plaatselijke situatie en het beleid dat de gemeente voorstaat. Tevens worden de (stedenbouwkundige) richtlijnen en randvoorwaarden, welke aan de basis van de planontwikkeling hebben gestaan, in de ruimtelijke onderbouwingen verwoord. De ruimtelijke onderbouwingen geven ook de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken weer. De ruimtelijke onderbouwingen zijn als Bijlage 2, Bijlage 3 en Bijlage 4 bij onderhavige plantoelichting gevoegd.
In deze ruimtelijke onderbouwingen, die hier als ingelast dienen te worden beschouwd, wordt per locatie ingegaan op de beschrijving van het plangebied, het ruimtelijke beleidskader van rijk, provincie en gemeente, op de thematische beleidskaders, de milieu-, natuur- en wateraspecten.
In hoofdstuk 7 van deze plantoelichting zijn de planregels voor de bestemmingen van de drie locaties toegelicht. Hoofdstuk 8 en 9 voorzien in de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het totale bestemmingsplan (drie locaties).
Hoofdstuk 2 Beschrijving Plangebied
Voor de beschrijving van de 3 plangebieden wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van de bijgevoegde en hier als ingelast te beschouwen ruimtelijke onderbouwingen.
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Kempenbaan West
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Ringbaan Oost
Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Spoordijk
Hoofdstuk 3 Ruimtelijk Beleidskader
Voor de beschrijving van het ruimtelijke beleidskader wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van de bijgevoegde en hier als ingelast te beschouwen ruimtelijke onderbouwingen.
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Kempenbaan West
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Ringbaan Oost
Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Spoordijk
In deze ruimtelijke onderbouwingen wordt nog uitgegaan van de ladder van duurzame verstedelijking zoals die gold tot 1 juli 2017. Per 1 juli is de ladder vereenvoudigd. De motivering zoals opgenomen in de ruimtelijke onderbouwingen geven aan dat er voldaan wordt aan de oude en dus ook aan de nieuwe (vereenvoudigde) ladder voor duurzame verstedelijking.
De laddertoets is opgenomen in de notitie Tilburg, Effectenstudie en Ladder voor Duurzame Verstelijking De Raket, die als bijlage aan de toelichting is toegevoegd. De conclusie van de laddertoets is dat er m.b.t. de verplaatsing van het automotivebedrijf geen sprake is van de toevoeging van een extra locatie PDV. Het huidige automotivebedrijf voorziet in een behoefte dus het nieuwe automotivebedrijf ook. De verplaatsing en nieuwbouw sluiten aan op de ontwikkeling in de gehele automobielbranche, waarbij sprake is van schaalvergroting en samengaan van dealers. De nieuwe locatie is gelegen in bestaand stedelijk gebied, alternatieve locaties zijn onderzocht en voldoen niet. Hiermee wordt voldaan aan de ladder voor duurzame verstedelijking.
Voor wat betreft de supermarkt is in de genoemde notitie geconcludeerd dat met de vestiging van Aldi aan de Ringbaan Oost een versterking van het aanbod in het verzorgingsgebied wordt bereikt, zonder dat hierbij een extra supermarkt wordt toegevoegd. Uit het onderzoek is gebleken dat er nog uitbreiding van de m2 winkelvloeroppervlakte mogelijk is. De beperkte uitbreiding van de supermarkt met 272 m2 kan daarom binnen de marktruimte opgevangen worden. Verder is er sprake van een kwalitatieve uitbreiding. De moderne maat van de te verplaatsen supermarkt heeft toekomstperspectief voor de ondernemer en zijn klanten. Dit betekent dat de consumentenverzorging op de middellange termijn wordt geborgd en voor de supermarktlocatie verbetert ten opzichte van de huidige situatie. Dat dit gepaard gaat met enige toevoeging van m2’s hoort bij de huisvestingseisen van supermarktondernemers die voort komen uit de consumentenwensen van een compleet aanbod.
De nieuwe locatie van de supermarkt ligt in bestaand stedelijk gebied. Hiermee wordt voldaan aan de ladder voor duurzame verstedelijking.
Voor wat betreft de woningen geldt dat de gemeente Tilburg samen met zeven andere gemeenten deel uitmaakt van de regio Hart-van-Brabant. In deze regio maken de gemeenten jaarlijks in het "Regionaal Ruimtelijk Overleg" / RRO samen met de provincie Noord-Brabant afspraken over de kwantitatieve woningbouwopgave, dit voor een voortschrijdende tienjaarsperiode. Basis hiervoor vormt de periodiek door de provincie uitgebrachte bevolkings- en woningbehoefteprognose, waarvan de recentste dateert uit 2014.
In de planperiode 2016-2026 bedraagt de bouwopgave voor Tilburg ruim 9.700 woningen. Hiermee wordt voorzien in de natuurlijke aanwas en de huishoudenverdunning van de gemeente, plus in de migratie afkomstig uit de regio (en daarbuiten). Wanneer en waar nodig worden er regionaal ook kwalitatieve afspraken gemaakt, getuige de afspraak waarbij Tilburg van de eigen opgave 730 woningen beschikbaar stelt aan een drietal buurgemeenten ter verwezenlijking van hun programmadoelen tot 2020.
Zeker tot omstreeks 2030 behelst de gemeentelijke woningbouwopgave gemiddeld zo’n 1.000 woningen per jaar, dit gecorrigeerd voor circa 200 w/jr. sloop.
Voor woningen zet de gemeente in op de realisatie van kwalitatieve opgaven, waaronder het toevoegen van meer grondgebonden woningen. De locatie bevindt zich in de buurt Armhoefse Akkers. Armhoefse Akkers is een gewilde buurt met voornamelijk grondgebonden woningen. Typerend aan de wijk is het rustige, gemoedelijke, hoogwaardige karakter. Dit rustige woonmilieu, met grondgebonden woningen die vooral gericht zijn op gezinnen en tweepersoonshuishoudens, wil de gemeente hier behouden en voorziet in een kwalitatieve behoefte.
Hiermee is de regionale behoefte aangetoond en wordt voldaan aan de Ladder voor duurzame verstedelijking (artikel 3.1.6. Bro).
Hoofdstuk 4 Thematische Beleidskaders
Voor de thematische beleidskaders Archeologie, cultuurhistorie en monumentenzorg, detailhandel, wonen en verkeer en parkeren wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van de bijgevoegde en hier als ingelast te beschouwen ruimtelijke onderbouwingen.
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Kempenbaan West
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Ringbaan Oost
Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Spoordijk
In deze ruimtelijke onderbouwingen wordt nog uitgegaan van het hoogbouwbeleid zoals deze gold tot 11 september 2017. Inmiddels is het hoogbouwbeleid aangepast.
In de Omgevingsvisie Tilburg 2040 (vastgesteld op 21 september 2015 door de gemeenteraad) is de actualisering van de Handreiking Hoogbouw als thematische uitwerkingsopdracht aangekondigd. De nieuwe Handreiking is door de raad vastgesteld op 11 september 2017 en vervangt de Handreiking uit 2007.
Hoogbouw (gebouwen hoger dan 15 meter) is meer dan een hoog gebouw. Hoogbouw willen we realiseren op die locaties waar het meerwaarde oplevert voor de stad, in programmatische én in ruimtelijke zin. Hoogbouw kan positief bijdragen aan de 'leesbaarheid van de stad' door de oriëntatie en herkenbaarheid te vergroten en bij te dragen aan de identiteit van de stad. Met hoogbouw kunnen we verdichting mogelijk maken en daardoor de levendigheid in de stad en draagvlak voor stedelijke voorzieningen verbeteren. Maatschappelijke en economische ontwikkelingen bepalen mede op welke locaties hoogbouw gewenst is.
De Handreiking Hoogbouw is een praktisch en bruikbaar middel voor initiatiefnemers van hoogbouw. De Handreiking beschrijft de methodiek die gevolgd zal worden bij hoogbouwinitiatieven die niet passen binnen het vigerende bestemmingsplan/omgevingsplan.
Omdat op geen van de 3 locaties bebouwing van hoger dan 15 meter wordt toegestaan is de handreiking hoogbouw niet van toepassing.
Hoofdstuk 5 Milieuaspecten
Voor de milieuaspecten wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van de bijgevoegde en hier als ingelast te beschouwen ruimtelijke onderbouwingen.
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Kempenbaan West
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Ringbaan Oost
Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Spoordijk
Hoofdstuk 6 Wateraspecten
Voor de wateraspecten wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van de bijgevoegde en hier als ingelast te beschouwen ruimtelijke onderbouwingen.
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Kempenbaan West
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Ringbaan Oost
Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Spoordijk
Hoofdstuk 7 Opzet Planregels
7.1 Inleiding
De indeling en inhoud van de regels bij dit bestemmingsplan zijn gebaseerd op de Tilburgse bestemmingsplansystematiek. De plansystematiek is vastgesteld door het gemeentebestuur en wordt doorlopend aan veranderende regelgeving en beleidsinzichten aangepast. De plansystematiek is gebaseerd op en sluit aan bij SVBP2012 (Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen) en IMRO2012 (Informatie Model Ruimtelijke Ordening). De systematiek is te vinden op www.tilburg.nl/ruimtelijkeplannen.
7.2 Hoofdstuk 2 Van De Regels: Bestemmingsregels
Hoofdstuk 2 bevat de ´Bestemmingsregels´. In dit hoofdstuk komen de verschillende bestemmingen met bijbehorende bouwregels en gebruiksregels aan bod. Soms is daarnaast sprake van een omgevingsvergunningplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, wijzigingsbevoegdheden e.d.
In dit bestemmingsplan zijn de volgende bestemmingen opgenomen:
Bestemming Bedrijf
Binnen deze bestemming wordt de vestiging van een autohandel mogelijk gemaakt. Het deelgebied krijgt een bouwvlak en de hoogte wordt gemaximeerd tot 15 respectievelijk 10 en 12 meter. In deze bestemming is een verplichting opgenomen dat binnen 1 jaar na ingebruikneming van de autohandel op Kempenbaan West de bebouwing van de autohandel aan de Ringbaan Oost gesloopt dient te zijn.
Bestemming Maatschappelijk 2
Deze bestemming is overgenomen van het geldende bestemmingsplan Kempenbaan West voor een deel van het perceel aan de Kempenbaan West dat niet gebruikt gaat worden voor de autohandel. De regeling is identiek aan de regeling in het bestemmingsplan Kempenbaan West. Alleen de maximale toegestane hoogte is teruggebracht van 30 tot 15 meter en het bruto vloeroppervlakte is beperkt tot 4500 m2.
Bestemming Kantoor
Omdat het bestemmingsplan Kempenbaan West voor het deelgebied waarin de locatie van het perceel is gelegen dat niet gebruikt gaat worden voor de autohandel een wijzigingsbevoegdheid heeft naar Kantoor is deze bestemming uit het bestemmingsplan Kempenbaan West overgenomen.
Bestemming Gemengd Grootschalig
Deze bestemming geldt voor de locatie aan de Ringbaan Oost. Middels deze bestemming wordt een supermarkt mogelijk gemaakt. Dit perceel kent ook een bouwvlak waar tot een hoogte van 6,5 meter mag worden gebouwd. Er komt een muur op de parkeerplaats ter begeleiding van de Ringbaan oost. deze wordt ook mogelijk gemaakt. In deze bestemming is een verplichting opgenomen dat binnen 1 jaar na ingebruikneming van de supermarkt aan de Ringbaan Oost het gebruik als supermarkt van de bebouwing aan de Spoordijk beëindigd dient te zijn.
Bestemming Wonen
De locatie aan de Spoordijk heeft deze bestemming gekregen. Toegestaan zijn 15 grondgebonden woningen. er is een bouwvlak opgenomen met een maximale bouwhoogte van 15 meter.
Bestemming Groen
Dit betreft een deel van het perceel aan de Kempenbaan West.
Bestemming Verkeer en Verblijf
Dit betreft de ontsluitingsweg naar de autohandel op Kempenbaan West
Bestemming Verkeer
Een klein strookje van het trottoir aan de Ringbaan Oost valt binnen het plangebied en krijgt dezelfde bestemming als de Ringbaan Oost.
Bestemming Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)
Dit betreft een deel van het perceel aan de Spoordijk. Hier dient nader archeologisch onderzoek plaats te vinden.
Bouwregels
De bouwregels bevatten een uitgebreide regeling over het oprichten van gebouwen en overige bouwwerken (bouwvlak, erf, bouwhoogte, regeling bijgebouwen etc.). Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt in bouwregels voor (hoofd)gebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en bouwwerken van algemeen nut.
Omgevingsvergunning voor het binnenplans afwijken van de bouwregels
Vaak geven in de regels de bevoegdheid van het college de bevoegdheid om afwijking van de bouwregels toe te staan.
Gebruiksregels
Bij de meeste bestemmingen worden regels omtrent het gebruik van gronden en bouwwerken gegeven, al dan niet aangevuld met een aantal afwijkingsmogelijkheden, wisselend per bestemming.
Omgevingsvergunningplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Soms is een artikel aangevuld met een vergunningplicht t.a.v. bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde (denk bijvoorbeeld aan graafwerkzaamheden).
Wijzigingsbevoegdheid
Een aantal artikelen is aangevuld met een wijzigingsbevoegdheid t.a.v. bepaalde functies.
7.3 Hoofdstuk 3 Van De Regels: Algemene Regels
Hoofdstuk 3 bevat de ´Algemene regels´ ten aanzien van de volgende aspecten:
Anti-dubbeltelregel
Artikel 9bevat een algemene anti-dubbeltelregel ter voorkoming van onbedoeld gebruik van de regels.
Algemene bouwregels
Artikel 10 bevat een aantal bouwregels die algemeen toepasbaar zijn. Het gaat hierbij om de regeling met betrekking tot ondergrondse bebouwing, de situering van de hoofdtoegang voor woningen, een regeling voor onbebouwde terreinen bij woningen en bij overige gebouwen, een regeling over de ruimte tussen gebouwen en een regeling voor het bouwen nabij op de verbeelding aangeduide bomen.
Algemene gebruiksregels
In artikel 11 staat een algemene gebruiksregel, inhoudende dat het gebruik van gronden en opstallen in overeenstemming met een functie-aanduiding aangemerkt wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming.
Algemene aanduidingsregels
In artikel 12 zijn de algemene aanduidingsregels opgenomen. Op de verbeelding voorkomende gebiedsaanduidingen zijn hier geregeld.
Indien nodig hier in het oog springende regels in het voorliggende plan nader toelichten.
Algemene afwijkingsregels
Algemene afwijkingsbevoegdheden met betrekking tot geringe afwijkingen van de regels van het plan staan in artikel 13.
Algemene wijzigingsregels
Een algemene wijzigingsbevoegdheid staat in artikel 14.
Overige regels
Burgemeester en wethouders zijn middels artikel 16 bevoegd om een aantal algemene nadere eisen te stellen. Algemene regels over het toelaten van werken en werkzaamheden waarvoor een omgevingsvergunning vereist is, staan eveneens in dit artikel.
7.4 Hoofdstuk 4 Van De Regels: Overgangs- En Slotregels
Het vierde en laatste hoofdstuk heet ´Overgangs- en slotregels´. Hier is het overgangsrecht te vinden met betrekking tot het bouwen van bouwwerken en het gebruik van gronden en opstallen. In de slotbepaling wordt de exacte naam van het bestemmingsplan gegeven
Hoofdstuk 8 Uitvoerbaarheid
Ingeval een toekomstige ontwikkeling een particuliere grondexploitatie betreft en er voor het realiseren van het plan voorzieningen van openbaar nut nodig zijn, schrijft de wet kostenverhaal voor. In deze gevallen, waar
de gemeente zelf geen grond exploiteert en de voorzieningen en overige kosten dus niet zelf in de grondprijs
kan verdisconteren, wordt doorgaans met initiatiefnemers een exploitatieovereenkomst gesloten. In deze
overeenkomst worden alle gemeentelijke kosten bij de initiatiefnemers in rekening gebracht, zoals de
gemeentelijke plan- en apparaatskosten, de kosten 'Reserve Bovenwijkse Voorzieningen' en kosten van
voorzieningen van openbaar nut, waaronder herstel van aangebrachte schade. Eveneens wordt een
planschadeovereenkomst afgesloten. Door het afsluiten van een exploitatieovereenkomst en
planschadeovereenkomst zijn deze plannen kosten neutraal voor de gemeente en derhalve economisch
uitvoerbaar.
Met de initiatiefnemer is een exploitatieovereenkomst en een overeenkomst tegemoetkoming in schade
gesloten. In de overeenkomst tegemoetkoming in schade is bepaald dat schade als gevolg van onderhavig
bestemmingsplan, welke op de voet van afdeling 6.1 Wro voor vergoeding in aanmerking komt, zal worden
vergoed door ontwikkelaar. In de exploitatieovereenkomst zijn de gemeentelijke plan- en apparaatskosten ten
behoeve van het opstellen van dit bestemmingsplan opgenomen, de bijdrage voor het fonds Bovenwijkse
voorzieningen alsmede de kosten voor de benodigde aanpassingen in het openbaar gebied. Verder bevat deze overeenkomst de afspraak dat binnen 1 jaar na ingebruikneming van de autohandel op de Kempenbaan West de bebouwing aan de Ringbaan Oost gesloopt dient te zijn en dat binnen 1 jaar na ingebruikneming van de supermarkt aan de Ringbaan Oost het gebruik van de supermarkt aan de Spoordijk beëindigd dient te zijn.
Aangezien het verhaal van kosten anderszins verzekerd is, het bepalen van een tijdvak of fasering en het
stellen van eisen en regels als bedoeld in artikel 6.13 tweede lid Wro niet noodzakelijk is, is er geen
exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro opgesteld.
Gelet op bovenstaande is het onderhavige plan economisch uitvoerbaar.
Hoofdstuk 9 Omgevingsdialoog En Overleg
9.1 Kennisgeving Ex Artikel 1.3.1 Bro
Artikel 1.3.1 van het Bro verplicht bestuursorganen, die een structuurvisie of een bestemmingsplan voorbereiden, waarbij sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling en waarbij geen milieu-effectrapport wordt opgesteld, kennis te geven van het voornemen te komen tot vaststelling van die structuurvisie of dat bestemmingsplan. In casu is het voornemen te komen tot vaststelling van het voorliggende bestemmingsplan Tilburg meerdere locaties (Kempenbaan West, Ringbaan Oost, Spoordijk) op 3 maart 2017 gepubliceerd in het Gemeenteblad.
9.2 Overleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
Het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.1) geeft aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg voeren met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
De Provincie Noord-Brabant (Directie ROH) en het Regionaal Overleg Midden-Brabant (Ambtelijke Werkgroep Werken en het gecombineerd portefeuilleoverleg regio Hart van Brabant) ) zijn in het najaar van 2016 in kennis gesteld van de plannen en hebben de gelegenheid gekregen tot het geven van een reactie. Deze instanties hebben geen inhoudelijke opmerkingen gemaakt.
De waterparagrafen die onderdeel zijn van dit bestemmingsplan zijn voorgelegd aan het waterschap De Dommel. Deze heeft ingestemd met de waterparagrafen.
9.3 Omgevingsdialoog
Ter uitvoering van het bepaalde in de door de raad vastgestelde Handreiking heeft de initiatiefnemer een omgevingsdialoog gevoerd over de drie deelgebieden.
Kempenbaan
Over de ontwikkeling aan de locatie Kempenbaan zijn gesprekken gevoerd met:
Directie Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis
Directie De Leyhoeve
Directie Hotel Van der Valk.
De plannen zijn tijdens de gesprekken gepresenteerd en de organisaties hebben aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de voorgestelde ontwikkeling.
Voor de bewoners van De Leyhoeve heeft de initiatiefnemer een apart traject doorlopen.
Op 24 februari 2017 zijn de plannen voor nieuwbouw van BMW-Renova aan de Kempenbaan gepresenteerd aan de bewoners van De Leyhoeve.
Naar aanleiding van deze presentatie is door de bewoners om meer informatie gevraagd. De bewoners hebben gevraagd om duidelijke tekeningen waarvan goed af te lezen valt wat de afstand van de nieuwbouw tot de Leyhoeve is en of er na realisatie van de nieuwbouw eventueel sprake is van schaduwwerking op het gebouw van De Leyhoeve. De gevraagde tekeningen zijn door organisatie van De Leyhoeve gepubliceerd in Nieuwsflits 15, die bezorgd is bij alle bewoners. Daarnaast hebben de tekeningen ter inzage gelegen bij de receptie van De Leyhoeve en is er de mogelijkheid geboden om aanvullende vragen te stellen.
In een volgende nieuwsbrief zijn tekeningen gepubliceerd waarin zichtbaar is wat het bestemmingsplan op dit moment op de locatie toestaat. De organisatie van De Leyhoeve heeft daarbij aan de bewoners gevraagd om bij de receptie kenbaar te maken wat de voorkeur van de bewoners heeft, namelijk het realiseren van de nieuwbouw van BMW-Renova of bebouwing conform de mogelijkheden van het nog geldende bestemmingplan. Op deze vraag hebben circa 30 van de circa 285 bewoners hun mening gegeven. Van de 30 bewoners hebben zes bewoners hun voorkeur uitgesproken voor nieuwbouw van BMW-Renova.
In de Nieuwsflits van 24 mei 2017 heeft de organisatie van De Leyhoeve de bewoners nogmaals opgeroepen te reageren op hun oproep om een voorkeur uit te spreken. Hiervan heeft niemand meer gebruik gemaakt.
Op 24 juli 2017 heeft de initiatiefnemer een gesprek geïnitieerd met een vertegenwoordiging van de directie van De Leyhoeve, de bewonerscommissie en de bewoners. Bij dit gesprek was ook de projectleider van de gemeente Tilburg aanwezig. Het verslag van deze bijeenkomst is als Bijlage 7 bij de betreffende ruimtelijke onderbouwing toegevoegd.
Naar aanleiding van vragen van een raadslid is toegezegd dat er nog een aanvullend gesprek zal plaatsvinden met een vertegenwoordiging van de bewoners van de Leijhoeve, direct voorafgaand aan de college behandeling van het ontwerp bestemmingsplan.. Dit overleg heeft op 22 februari 2018 plaatsgevonden.
De volgende onderwerpen zijn daarbij besproken:
-
Het huidige bestemmingsplan en het ontwerp bestemmingsplan;
-
Renova heeft het bouwplan toegelicht;
-
De verdere procedure.
De kritische reacties betroffen:
-
De omgevingsdialoog. Het verloop tot nu toe zou niet goed zijn. Niet alle informatie zou gedeeld zijn met de bewoners. Dat werd tegengesproken door een aantal bewoners, dat aangaf kennis te hebben genomen van het boekwerk met o.a. afstanden en bezonningsstudie dat medio 2017 is verstrekt door de initiatiefnemer door ter inzage legging bij de balie van de Leijhoeve.
-
Het aanwezige raadslid merkte op dat niet alle bewoners uitgenodigd waren voor het overleg en dat van de bewonerscommissie niemand aanwezig bleek. De afspraak was om een extra overleg met de bewonerscommissie te hebben. Deze commissie is uitgenodigd zowel door de gemeente als door de Leyhoeve, maar echter niet verschenen.
-
De toezegging bij de verhuur van het appartement dat een tuin/park voor het gebouw aan de Kempenbaan zou komen en dat daar nu een gebouw komt.
Overige zaken
-
Het ontwerp vond men prima, maar niet op deze plek.
-
Op het laatst kwam nog de vraag vanuit de cliëntenraad om een fietspad langs de Kempenbaan West te realiseren. Dit n.a.v. een bijeenkomst over een fietsroute door het Leijpark, waarin dit geopperd zou zijn. Aan Renova werd de vraag gesteld of planaanpassing nog mogelijk is. Dit is niet mogelijk, vanwege groen en waterberging en het gebouw zou dan meer richting Leyhoeve komen.
Conclusie een groep bewoners blijft tegen de komst van bebouwing op deze plek, vanwege aantasting van hun uitzicht, ze willen graag een park.
Locatie Ringbaan-Oost
De initiatiefnemer heeft voor de locatie Ringbaan-Oost individuele gesprekken gevoerd met eigenaren van omliggende gronden:
Schildersbedrijf Somers B.V. (Ringbaan-Oost 104);
Dhr. *********** (eigenaar/ondernemer panden Ringbaan-Oost & Kanaalzone);
Dhr. *****;
Dhr. **********;
BORT Kanaalzone, dhr. ***********.
De plannen zijn tijdens de gesprekken gepresenteerd. De vertegenwoordiging van Somers heeft geen principiële bezwaren met de voorgestelde ontwikkeling. Dhr. *********** is van mening dat de supermarkt beter naar een andere locatie aan de Ringbaan-Oost kan worden verplaatst en stelt als locatie één van panden in zijn eigendom voor. Het BORT heeft geen principiële bezwaren met de voorgestelde ontwikkeling.
Er heeft een afzonderlijk overleg plaats gevonden met de gebruiker van het pand Dijksterhuisstraat 61. Deze vreest dat bij de komst van de Aldi het laden en lossen voor zijn bedrijf, dat thans op de openbare weg gebeurd, bemoeilijkt wordt. Er is een oplossing aangeboden waarbij een laad- en losplaats gecreëerd wordt op het trottoir voor het pand zodat het laden en lossen niet meer op de openbare weg dient plaats te vinden.
Het verslag informatieavond bewoners Ringbaan-Oost is als bijlage 12 bij de betreffende ruimtelijke onderbouwing gevoegd. De aanwezigen hebben aangegeven in te kunnen stemmen met de plannen en aandacht gevraagd voor het toevoegen groenelementen, doorstroming Dijksterhuisstraat, aandacht voor laden en lossen in ochtend en avond en schoonhouden van het parkeerterrein.
Naar aanleiding van de reactie van de gebruiker van pand Dijksterhuisstraat 61 (Havivank B.V.) richting de gemeente dat hij zich grote zorgen maakt over de toekomstige verkeerssituatie heeft op 8 maart 2018 een aanvullend overleg plaatsgevonden tussen Renova, Havivank en de gemeente. In dit overleg zijn de verkeersstromen besproken en de door Havivank verwachte problemen. Er is een aantal oplossingen aangedragen om de situatie verkeersveiliger te maken. Dit betreft
-
het gebruik door Havivank voor het laden en lossen van de vrachtwagens van het perceel gelegen achter de loodsen van Havivank aan de Dijksterhuisstraat 80/ 80 C. Dit perceel wordt thans door Renova gehuurd van dezelfde eigenaar als waar Havivank zijn opstallen van huurt. Hiermee zou het laden en lossen van de vrachtwagens niet meer op de openbare weg hoeven te gebeuren.
-
het aanbrengen van een waarschuwingslicht bij de uitgang van de Aldi dat op rood springt als een vorkheftruck de weg oversteekt;
-
het aanbrengen van een doorzichtige erfafscheiding tussen het perceel Ringbaan Oost 102 A en Dijksterhuisstraat 80/80 C zodat de vorkheftruck chauffeurs een goed overzicht over de weg hebben;
-
het verbreden van de bestaande kruismarkering op het wegdek ter plaatse van het pand Havivank richting het trottoir. Tussen het perceel van Havivank en de nieuwe parkeerstrook blijft voldoende ruimte om het trottoir te kunnen benutten. Daarnaast wordt door de gemeente Tilburg een attenderingsstrook op het wegdek Dijksterhuisstraat aangebracht.
De maatregel 1. ligt in de macht van Havivank en de eigenaar van de panden van Havivank en niet bij Renova. De andere maatregelen liggen in de macht van Renova (2 en 3) en gemeente (4). Met deze voorstellen kunnen er voldoende maatregelen genomen worden om een verkeersveiligheid situatie te creëren.
Locatie Spoordijk
Op 17 juli 2017 heeft er een gesprek plaatsgevonden met een vertegenwoordiging van de buurtraad Armhoefse Akkers. De buurtraad is bijgepraat over de ontwikkelingswensen en de procedure. De buurtraad is positief over de herontwikkeling van de locatie naar woningbouw. Het verslag van de bijeenkomst is als bijlage
toegevoegd. De wijk is geïnformeerd in het blad Armhoefse Akkers (42e jaargang, nummer 5, september
2017) dat maandelijks onder de buurtbewoners wordt verspreid. In een artikel is het plan nader toegelicht
en daarbij is een afbeelding van een mogelijke stedenbouwkundige invulling bij het artikel geplaatst.
Naar aanleiding van het artikel zijn zowel bij de initiatiefnemer als de buurtraad geen reacties ontvangen.
Als over enige tijd duidelijk is wat de feitelijke inhoud van het bouwplan wordt, zal er wederom overleg
plaatsvinden met de buurtraad. Het verslag van de omgevingsdialoog is als bijlage 11 bij de betreffende ruimtelijke onderbouwing gevoegd.
9.4 Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), gedurende zes weken ter inzage gelegen, te weten van 16 april 2018 tot en met maandag 28 mei 2018. Tijdens deze periode zijn er 113 zienswijzen ingediend. Deze worden in de bijlage notitie behandeling zienswijze zakelijk weergegeven, met daarbij het uiteindelijke standpunt van het gemeentebestuur ten aanzien van die zienswijzen.
N.B: in verband met de toepassing van de Wet bescherming persoonsgegevens zijn de zienswijzen van natuurlijke personen geanonimiseerd weergegeven (zulks o.a. n.a.v. een bericht van de VNG van 2 oktober 2009).
Bijlage 1 Bedrijvenlijst - Staat Van Inrichtingen
Bijlage 1 Bedrijvenlijst - Staat van inrichtingen
Bijlage 2 Bedrijvenlijst Functiemenging
Bijlage 2 Bedrijvenlijst functiemenging
Bijlage 3 Hogere Waarde Besluit Kempenbaan
Bijlage 3 Hogere waarde besluit Kempenbaan
Bijlage 4 Hogere Waarde Besluit Spoordijk
Bijlage 4 Hogere waarde besluit Spoordijk
Bijlage 5 Boomwaardekaart
Bijlage 6 Luchtvaartverkeerzone
Bijlage 6 Luchtvaartverkeerzone
Bijlage 7 Parkeernormen Tilburg 2017
Bijlage 7 Parkeernormen Tilburg 2017
Bijlage 1 Effectenstudie
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing Locatie Kempenbaan West
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Kempenbaan West
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing Locatie Ringbaan Oost
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Ringbaan Oost
Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing Locatie Spoordijk
Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing locatie Spoordijk