KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Natuur
Artikel 4 Wonen - 5
Artikel 5 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Artikel 7 Algemene Bouwregels
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
Artikel 9 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 12 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
Artikel 14 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
1.2 Ligging En Kadastrale Begrenzing
1.3 Vigerende Bestemming
Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse
2.1 Geschiedenis
2.2 Wijdere Omgeving
2.3 Directe Omgeving En Plangebied
2.4 Conclusies Gebiedsanalyse
Hoofdstuk 3 Plan
3.1 Programma Van Eisen, Randvoorwaarden En Uitgangspunten
3.2 Hoofdstructuur
3.3 Inrichtingsschets
3.4 Beeldkwaliteit Aspecten
3.5 Duurzaamheid
3.6 Biodiversiteit
Hoofdstuk 4 Beleid
4.1 Nationaal Niveau
4.2 Provinciaal Niveau
4.3 Gemeentelijk Niveau
4.4 Conclusies Beleidskader
Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten
5.1 Milieu
5.2 Waarden
5.3 Waterparagraaf
Hoofdstuk 6 Financiële Aspecten
6.1 Behoefte
6.2 Kostenverhaal
6.3 Conclusie
Hoofdstuk 7 Juridische Aspecten
7.1 Algemeen
7.2 Planregels
Hoofdstuk 8 Procedure
8.1 Inspraak
8.2 Overleg Ex. Artikel 3.1.1 Bro
8.3 Terinzagelegging Ontwerpbestemmingsplan
8.4 Vaststellling Door Gemeenteraad
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Kaart Natuurbouw Plan
Bijlage 1 Kaart 1: Bestaande Toestand
Bijlage 2 Kaart 2: Inrichtingsschets
Bijlage 3 Schetsontwerp Mecano
Bijlage 4 Kwaliteitsverbetering Landschap
Bijlage 5 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 6 Toetsing Bodemonderzoek
Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Verkeerslawaai
Bijlage 8 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 9 Toetsing Archeologisch Onderzoek
Bijlage 10 Visie Ecologische Structuur
Bijlage 11 Ecologische Quickscan En Soortgericht Onderzoek
Bijlage 12 Voortoets Nb-wet
Bijlage 13 Advies Waterschap

Honderdmorgensedijk 2, Vught

Bestemmingsplan - Gemeente Vught

Vastgesteld op 23-03-2017 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Honderdmorgensedijk 2 met identificatienummer NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01 van de gemeente Vught.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen

1.3 aan huis verbonden beroep of bedrijf

een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal vanuit een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner, waaronder niet begrepen het verstrekken van logies, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft

1.6 aardkundige waarden

het geheel van waarden in een gebied dat vanwege geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen en vanwege de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van de bodem van belang zijn

1.7 abiotische waarden

het geheel van waarden in verband met het abiotische milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen)

1.8 attentiegebied ehs

gebied gelegen rondom en binnen de ecologische hoofdstructuur waar fysieke ingrepen een negatief effect kunnen hebben op de waterhuishouding

1.9 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde

1.10 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, met uitzondering van aan huis gebonden beroepen

1.11 bestaande situatie

  • t.a.v. bebouwing:
    bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van onderhavig ontwerpbestemmingsplan, dan wel de bebouwing die mag worden gebouwd krachtens een vóór het tijdstip van terinzagelegging aangevraagde vergunning;
  • t.a.v. gebruik:
    het gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen

1.12 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak

1.13 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming

1.14 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak

1.15 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats

1.16 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten

1.17 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond

1.18 cultuurhistorische waarden en kenmerken

de aan het bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt

1.19 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt; onder detailhandel moet ook verstaan worden commerciële dienstverlening zoals kapperszaken, schoenmakers en vergelijkbare bedrijven

1.20 ecologische hoofdstructuur (ehs)

samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden

1.21 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw

1.22 extensieve dagrecreatie

vrijetijdsbesteding die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, vissen, zwemmen, roeien, kanoën etc, die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang

1.23 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt

1.24 horeca

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt

1.25 huishouden

persoon of groep van personen die één huishouding voert

1.26 landhuis

een gebouw of een complex van gebouwen dat vanwege zijn cultuurhistorische, architectonische e/ofn monumentale waarde in relatie met zijn cultuurhistorisch waardevolle

omgeving als waardevol wordt beschouwd;

1.27 landschappelijke waarden en kenmerken

gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten

1.28 medegebruik wonen

gebruik van gronden voor ontsluiting en parkeren van de woning, boomgaard, moestuin, dierenweide, technische voorzieningen zoals helofytenvijver en energieopwekking (zonnepanelen);

1.29 milieuzoneringsplichtige inrichtingen

inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken als bedoeld in categorie D van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht

1.30 natuurlijke waarden

de aan een gebied toegekende waarden gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang

1.31 ondergronds bouwwerk

een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen onder peil

1.32 parkeergelegenheid/parkeervoorzieningen

elke stallingsgelegenheid op zowel openbaar als particulier terrein ten behoeve van een motorvoertuig op twee of meer wielen

1.33 peil

  • voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofd toegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofd toegang;
  • voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofd toegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het terrein bij voltooiing van de bouw, tenzij in de regels een specifiek peil is voorgeschreven;

ter verduidelijking: de gemeente geeft voor de aanvang van de bouw aan wat het peil is. Daar waar het een historische situatie betreft, indien de definitie van dit begrip niet voldoet, wordt de drempel van de voordeur als maat aangehouden.

1.34 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.35 tuin

de gronden van een bouwperceel behorende bij een (bedrijfs)woning

1.36 water

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijver, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.

1.37 waterhuishoudkundige voorzieningen

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.

1.38 weg

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen

1.39 wet/wettelijke regelingen

indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald

1.40 woning

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de bewoning van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de bouwperceelsgrens

tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortste is

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen

2.3 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak

2.4 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel

2.5 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen

2.6 ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk

vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk

2.7 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk

2.8 vloeroppervlakte

de vloeroppervlakte van een gebouw geeft, in bepaalde mate, de grootte van het gebouw weer. De vloeroppervlakte wordt binnenwerks bepaald: de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor de desbetreffende activiteit(en)

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurlijke waarde en/of ecologische waarde;
  2. b. instandhouding van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige, waterhuishoudkundige en/of abiotische waarden;
  3. c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. d. ontsluitingsweg perceel en parkeren.

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. e. 'attentiezone ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 9.1 dient in acht te worden genomen;
  2. f. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorische waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 9.2 dient in acht te worden genomen;
  3. g. 'medegebruik wonen', tevens voor het gebruik ten behoeve van wonen en een kookstudio met bijhorende voorzieningen, zoals boomgaard, moestuin, dierenverblijf met weide.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:

  1. a. bouwwerken ten behoeve van de natuur en medegebruik wonen, zoals een dierenverblijf en een vogeluitkijkpunt met een bouwhoogte van maximaal 5 meter, waarbij een afzonderlijk bouwwerk niet meer dan 50 m² en de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken niet meer dan 90 m² mag bedragen;
  2. b. erfafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 2 meter;
  3. c. voorzieningen ten behoeve van waterbeheer en natuurontwikkeling met een bouwhoogte van maximaal 5 meter.

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Wonen - 5

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, in de vorm van een landhuis;
  2. b. een kookstudio.

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. c. 'attentiezone ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 9.1 dient in acht te worden genomen;
  2. d. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorische waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 9.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbij behorende voorzieningen:

  1. e. tuinen, erven en terreinen;
  2. f. parkeervoorzieningen;
  3. g. nutsvoorzieningen;
  4. h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. i. groenvoorzieningen;

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.4 Voorwaardelijke gebruiksverplichting

Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de voor Wonen - 5 bestemde gronden is alleen toegestaan, wanneer is verzekerd dat de landschappelijke inpassing conform het plan natuurbouw (en de programmatische door vertaling daarvan) binnen de bestemming Natuur, zoals weergeven in bijlage 2, binnen 2 jaar na verlening van de omgevingsvergunning voor het realiseren van de woongebouwen is gerealiseerd en is gewaarborgd dat deze duurzaam in stand wordt gehouden.

Artikel 5 Waterstaat - Waterkering

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, met voorrang mede bestemd voor de kernzone en beschermingszone van de waterkering.

5.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 en toestaan dat gebouwen ten dienste van de onderliggende bestemming worden gebouwd, mits:

  • geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
  • vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Algemene Bouwregels

7.1 Ondergeschikte bouwonderdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

7.2 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten

In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de

bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. in het belang van een goede landschappelijke inpassing van bebouwing en verhardingen;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

Artikel 8 Algemene Gebruiksregels

8.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. seksinrichtingen;
  3. c. kamperen.

Artikel 9 Algemene Aanduidingsregels

9.1 Attentiegebied ehs

9.2 Cultuurhistorisch waardevol gebied

Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. de in de regels voorgeschreven maatvoering met maximaal 10%;
  2. b. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  3. c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte wordt vergroot tot maximaal 10 meter, behoudens het bepaalde onder d.

Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  1. a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

Artikel 12 Overige Regels

12.1 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 13 Overgangsrecht

13.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

13.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 14 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Honderdmorgensedijk 2'

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding En Doel

Voorliggend rapport betreft het bestemmingsplan "Honderdmorgensedijk 2" van de gemeente Vught.

1.1.1 Aanleiding

De voormalige paardenhouderij aan de Honderdmorgensedijk 2 is verworven door de familie Boersma. Deze willen ter plaatse een ontwikkeling inhoudende:

  • de bouw van een buiten/landhuis met een kookstudio;
  • in combinatie met een landschappelijke ontwikkeling;
  • in een plangebied van 4,2 ha.

Het plan initiatief is niet mogelijk binnen de vigerende bestemmingen.

  • Het college van burgemeester en wethouders heeft d.d. 14 juni 2016 de bereidheid uitgesproken onder voorwaarden mee te werken aan het verzoek door middel van de herziening van het bestemmingsplan.

1.1.2 Doel

Het doel van dit bestemmingsplan is het bieden van een juridisch kader op basis waarvan omgevingsvergunningen voor de realisering van het planinitiatief kunnen worden afgegeven.

1.2 Ligging En Kadastrale Begrenzing

Onderstaande afbeelding geeft de topografische ligging weer. Het plangebied is aangeduid. De locatie ligt in de Vughtse Gement, nabij het Drongelens Kanaal.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0001.jpg"

TOPOGRAFISCHE SITUATIE

Onderstaande afbeelding geeft de kadastrale situatie weer. Tevens is de plangrens van voorliggend bestemmingsplan ingetekend.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0002.jpg"

KADASTRALE SITUATIE

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Vught, sectie M, nummers 327, 345 en 346.

De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 4,2 ha. De gronden zijn eigendom van de familie Boersma.

1.3 Vigerende Bestemming

Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011' van de gemeente Vught:

  • vastgesteld door de gemeenteraad op 20 september 2012;
  • onherroepelijk door uitspraak Raad van State op 1 mei 2014.

Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende plankaart. De ligging van het plangebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0003.jpg"

UITSNEDE PLANKAART VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Het plangebied is:

  • deels gelegen binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Paardenhouderij'. Het bijbehorende agrarische bouwvlak is circa 1,2 ha groot, waarvan maximaal 3.700 m² mag worden bebouwd.
  • deels binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Polder'. Dit deel van het plangebied beslaat een oppervlak van circa 3 ha.

Tevens zijn de gronden in het gehele plangebied bestemd voor:

  • behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van het open landschappelijke karakter;
  • behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden;
  • agrarisch natuurbeheer;
  • extensief recreatief medegebruik;
  • attentiegebied EHS.

Binnen de bestaande bebouwing zijn ondergeschikte nevenactiviteiten toegestaan tot een cumulatief maximum van 400 m², zoals:

  • verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten;
  • dagrecreatie;
  • verblijfsrecreatieve voorzieningen;
  • bed & breakfast.

Binnen het agrarisch bouwvlak zijn voorts toegestaan:

  • zorg activiteiten tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte;
  • ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten tot maximaal 200 m2 vloeroppervlakte;
  • ondersteunende horeca tot maximaal 100 m² vloeroppervlakte;
  • dierenpension tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte;
  • kleinschalige kampeer activiteiten tot maximaal 15 staanplaatsen buiten de bestaande bebouwing.

Wijzigingsbevoegdheid

  • Op basis van artikel 3.5 1 lid b is een wijziging mogelijk van de bestemming 'Agrarisch – Paardenhouderij' in de bestemming 'Wonen - 2'. Inclusief de sloop-bonusregeling is een woning mogelijk met een inhoud van maximaal 850 m³.
  • Op basis van artikel 3.5.1 lid c mag de maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 80 m² mag worden verhoogd met maximaal 25% van de gesloopte oppervlakte aan bebouwing tot een maximum van 200 m².

Toetsing van het plan aan de vigerende bestemmingen

De gewenste grootte van de woning - maximaal 1500 m3 - kan niet gerealiseerd worden op basis van de vigerende bestemmingen en de wijzigingsbevoegdheid.

De via de wijzigingsbevoegdheid mogelijke maximum van 200 m² voor de bijbehorende bouwwerken voldoet wel aan het planinitiatief.

De berekening ervan is:

- het bestaand bebouwd oppervlak 3700 m² wordt volledig gesloopt;

- bebouwd oppervlak nieuwbouw woning ca 300 m²;

- 25 % van ( 3700 - 300) = 850 m², ruim meer dan de toegestane verhoging van 200 - 80 = 120 m².

Principebesluit

In het principebesluit d.d. 21 juni 2016 tot medewerking aan de herziening zijn de volgende voorwaarden opgenomen:

  • Het vigerende bouwvlak wordt verkleind.
  • De ontwikkeling moet voldoen aan de voorwaarden uit de beleidsnotitie 'Kwaliteitsverbetering van het landschap', hetgeen betekent een landschappelijke inpassing van het plangebied en een berekende kwaliteitsverbetering.
  • De bepalingen van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011', moeten in acht worden genomen. Met name zijn dat artikel 5.7.3 (wijzigingsbevoegdheid naar 'wonen'), artikel 41.1 (aan huis gebonden beroep of bedrijf) en artikel 28 (Wonen - 2), met uitzondering van de inhoud.
    NB. De verwijzing naar artikel 5.7.3 moet zijn naar artikel 3.5.1

Conclusie

Het planinitiatief vereist een herziening van het bestemmingsplan. Mede omdat de in de artikel 3.5.1 opgenomen wijziging naar Wonen -2 niet direct van toepassing is omdat de het planinitiatief een woning van meer dan 850 m³ inhoud betreft.

Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse

Dit hoofdstuk geeft een ruimtelijk-functionele analyse van het plangebied. Achtereenvolgens:

- geschiedenis;

- wijdere omgeving;

- directe omgeving en plangebied.

2.1 Geschiedenis

Het plangebied maakt deel uit van de Vughtse Gement, die was lange tijd in gebruik als (gemeenschappelijk) hooi- en weiland. In het plangebied is voor het eerst gebouwd in 1950 (onderzoek BAAC).

Het plangebied ligt nabij het historische Fort Isabella (1614) en het Drongelens Kanaal, dat in gebruik is sinds 1910.

2.2 Wijdere Omgeving

Onderstaande afbeelding geeft de ligging van het plangebied in de wijdere omgeving weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0004.jpg"

WIJDERE OMGEVING WIJDERE OMGEVING

Algemeen

Het plangebied ligt in het buitengebied, aan de oostzijde van de Vughtse Gement.

Agrarisch

Het gebied van de Vughtse Gement heeft van oudsher primair een agrarische functie.

Ecologisch

De ecologische analyse is beschreven in het rapport Visie ecologische structuur Honderdmorgensedijk 2, Vught door Goderie Ecologisch Advies, zie bijlage 10.

Sinds enige jaren vinden er belangrijke ontwikkelingen ten behoeve van de natuur plaats.

Restanten van de oorspronkelijke natte beekdalen Aa en Dommel, zijn nu de huidige natuurgebieden het Bossche Broek en de Vughtse Gement (Vlijmens Ven en Moerputten). Beide gebieden zijn onderdeel van de ecologische hoofdstructuur en deels ook van de Europese Natura 2000-gebieden, samen het Netwerk Natuur Nederland geheten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0005.jpg"

ECOLOGISCHE VERBINDING VAN NATUURGEBIEDEN RONDOM 'S-HERTOGENBOSCH: DE GROENE DELTA (BRON NMV)

In een groter verband wordt rond Den Bosch door een samenwerkingsverband van partijen actief gewerkt aan De Groene Delta. Het belangrijkste doel daarbij is het realiseren van een robuuste en samenhangende groenblauwe structuur in en rond de stad. Doel is ook de relatie tussen de stad en het buitengebied te herstellen en te versterken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0006.jpg"

ECOLOGISCHE STRUCTUUR

Het plangebied ligt nabij de in ontwikkeling zijnde ecologische knoop tussen de natuurgebieden het Bossche Broek en de Gement. Het recent aangelegde natuurgebied Honderdmorgen - De Maij naast het plangebied vormt daar onderdeel van.

Het Drongelens Kanaal is een ecologische verbindingszone en tevens een belangrijke 'as' voor de extensieve openluchtrecreatie - fietsen, wandelen, vissen.

Ontsluiting Het plangebied is ontsloten door de erfontsluitingsweg Honderdmorgensedijk. Deze sluit via de Postweg aan op de randweg 's-Hertogenbosch.

Ruimtelijk-functioneel De ruimtelijk-functionele ontwikkelingen in de directe omgeving van het plangebied zijn gericht op behoud en ontwikkeling van het samengaan van de bestaande functies landbouw, natuur en recreatie.

De stedelijke ontwikkelingen vinden op enige afstand plaats in het Paleiskwartier in Den Bosch, en het Stadhouderspark in Vught. Op Fort Isabella is een 'minisamenleving' in ontwikkeling voor wonen, zorg, werken en culturele recreatie.

2.3 Directe Omgeving En Plangebied

Onderstaande afbeelding en op kaartbijlage 1 alsmede de foto's geven de bestaande toestand van de directe omgeving en het plangebied weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0007.jpg"

DIRECTE OMGEVING

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0008.jpg"

FOTO´S DIRECTE OMGEVING

2.3.1 Bodemopbouw

De geologie en bodemopbouw zijn in het archeologisch onderzoek van Baac beschreven, dat bijgevoegd is als bijlage 8. Het plangebied ligt op de overgang van een gebied met rivierklei en zand, met daaronder het pleistocene dekzand.

Uit het bodemonderzoek van Lankelma (bijlage 5) blijkt dat tot op 3 meter onder maaiveld sprake is van matig fijn siltig zand. De bovengrond is humushoudend.

De hoogteligging is op onderstaande uitsnede van de Algemene Hoogtekaart Nederland af te lezen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0009.jpg"

HOOGTELIGGING

De hoogte van het plangebied bedraagt circa 3,5 m NAP. De hoogte van het wegdek van de Honderdmorgensedijk is 3,6 m. De dijkweg langs het Drongelens Kanaal ligt op een hoogte van 6,5 m.

De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) binnen het plangebied bedraagt 0,40 - 0,60 m-mv.

2.3.2 Ontsluiting

Het plangebied heeft twee perceel ontsluitingen op de Honderdmorgensedijk.

2.3.3 Bebouwing en functies

2.3.4 Beplanting

2.3.5 Technische infrastructuur

Binnen het plangebied liggen alleen huisaansluitingen van de nutsbedrijven. In geval van uitvoeringswerkzaamheden wordt voor de exacte ligging van de kabels en leidingen verwezen naar de gegevens van de diverse leidingbeheerders.

2.3.6 Belemmeringen

Het verkeer op de Honderdmorgensedijk veroorzaakt een geluidsbelasting binnen het plangebied, waarbij de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op 40 meter uit de weg ligt.

Voor het plangebied gelden overigens geen specifieke belemmeringen. De omgevingsaspecten worden nader toegelicht in hoofdstuk 5Omgevingsaspecten.

2.3.7 Bestaande beeldkwaliteiten

De bestaande kwaliteiten zijn van landschappelijke aard. Het plangebied ligt aan de rand van het open landschap van de Gement, aan de oostkant begrensd door de royale opgaande begroeiing op de kades van het Drongelens Kanaal en aan de noordkant het natuurgebied De Honderdmorgen - De Maij met bloemrijke velden, vennen en bosschages.

2.4 Conclusies Gebiedsanalyse

De gebiedsanalyse leidt tot de volgende relevante punten voor de planontwikkeling.

  1. 1. Het plangebied maakt onderdeel uit van de Vughtse Gement, een gebied met een samengaan van agrarische functies, natuurontwikkeling en openluchtrecreatie.
  2. 2. Binnen het plangebied komen geen waardevolle elementen van bebouwing of beplanting voor.
  3. 3. Er zijn geen fysieke belemmeringen of milieubelemmeringen voor de voorgenomen herziening van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Paardenhouderij' in een woonbestemming.

Hoofdstuk 3 Plan

Na voorgaande inventarisatie en analyse volgt in dit hoofdstuk de beschrijving van het feitelijke plan. Achtereenvolgens: programma van eisen, randvoorwaarden en uitgangspunten; hoofdstructuur; inrichtingsschets/stedenbouwkundig plan; beeldkwaliteitplan; beheer en ontwikkeling, ruimtebalans, duurzaam bouwen en een toetsing van het plan aan het beleidskader.

3.1 Programma Van Eisen, Randvoorwaarden En Uitgangspunten

Deze paragraaf beschrijft het programma van eisen, de randvoorwaarden en de uitgangspunten. De randvoorwaarden zijn harde eisen, gebaseerd op regelgeving en het geldende beleid (hoofdstuk 4). De uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling zijn geïnspireerd op de gebiedskenmerken (hoofdstuk 2) en het ambitieniveau voor de ontwikkelingen.

Programma van eisen

Het ontwikkelingsprogramma behelst de bouw van een nieuw buiten/landhuis annex een kookstudio. De kookstudio is kleinschalig en behoort tot de planologische categorie 'aan huis gebonden bedrijven'.

Randvoorwaarden

Het gemeentelijke beleid behelst de volgende randvoorwaarden.

  1. 1. Gebouwd moet worden binnen het te verkleinen bestaande bouwvlak.
  2. 2. Kwantitatief is slechts één nieuwe woning toegestaan in plaats van de bestaande bedrijfswoning. De inhoud van de woning mag maximaal 1500 m³ bedragen, de kelder niet meegerekend.
  3. 3. De ontwikkeling moet voldoen aan de voorwaarden uit de beleidsnotitie 'Kwaliteitsverbetering van het landschap'.
  4. 4. Het waterschap stelt als voorwaarde, dat - anticiperend op de mogelijkheid dat Howabo-dijk aan de noord-oost zijde van het plangebied door de provincie als regionale waterkering wordt aangewezen -, er binnen een afstand van 10 m tot de teen van de kering in ieder geval geen waterpartijen wordt gegraven en er geen hoge beplanting (bomen) wordt aangebracht.

Uitgangspunten

  1. 1. Het realiseren van een integraal ontwerp van gebouwen en natuurontwikkeling met gelijkwaardige aandacht voor blauw, groen en rood.
  2. 2. Voor wat betreft de groen-blauwe component aansluiten op het aangrenzende natuurgebied Honderdmorgen - Maij.
  3. 3. Voor wat betreft de rode component uitgaan van een 'dorpje (hameau) in het groen'.

3.2 Hoofdstructuur

In het rapport Visie ecologische structuur (bijlage 10) heeft ecoloog Ronald Goderie de wijdere omgeving / het grotere verband van de natuur en landschappelijke hoofdstructuur geanalyseerd en daarop gebaseerde voorstellen gedaan.. De omgeving bestaat uit de sterke landschap elementen, zoals is weergegeven op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0012.jpg"

RUIMTELIJKE HOOFDSTRUCTUUR NATUUR EN LANDSCHAP

De plangebied wordt begrensd door de bepalende landschap elementen:

  • het Drongelens Kanaal met dichte bosachtige beplanting op de oevers;
  • het landschappelijk half open nieuwe natuurgebied Honderdmorgen - De Maij bestaande uit schraalland en struwelen;
  • het open weide gebied van de Gement met koeien in de zomer en ganzen in de winter..

De gekozen hoofdstructuur voor het plangebied sluit hier organisch op door de omgeving over het plangebied te trekken met:

  1. 1. een dichte boszone aan de oostzijde op het plangebied-aansluitend op het Drongelens Kanaal en het half open nieuw natuurgebied aan de west- en noordzijde van de nieuwbouw;
  2. 2. de nieuwe bebouwing is gesitueerd binnen het bestaande agrarische bouwvlak (VAB), dat verkleind wordt;
  3. 3. zichtlijnen vanuit de nieuwe bebouwing;
  • de ontsluiting blijft vanaf de Honderdmorgensedijk.

Aldus leidt de landschappelijke inpassing tot een versterking van de bestaande groenblauwe structuur van het Drongelens Kanaal en natuurgebied Honderdmorgen - De Maij.

3.3 Inrichtingsschets

De inrichtingsschets is opgesteld door tuinarchitect Anne Laansma uit Esch en is gebaseerd op een benadering vanuit de nieuwbouw naar de omgevende landschappelijke hoofdstructuur.

De ruimtelijke hoofdstructuur is in twee stappen nader uitgewerkt en wel : het vlekkenplan en de inrichtingsschets.

Vlekkenplan

De eerste stap in de verbinding tussen de hoofdstructuur en het feitelijke inrichtingsplan vormt de keuzen van de uitgangspunten zoals op het onderstaande afgebeelde vlekkenplan is weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0013.jpg"

VLEKKENPLAN

  • De nieuwe bebouwing wordt gesitueerd binnen het bestaande agrarische bouwvlak VAB-locatie); en vanwege het geluid op minimaal 40 m uit de weg.
  • Ten oosten van de bebouwing is sprake van een relatieve drukte zone. Ten westen ervan is een relatieve rust zone.
  • Aan de oostzijde komt een boszone, mede ter afscherming van hondentrainingsterrein
  • De ontsluiting blijft op de plaats van het bestaande ontsluiting.
  • Langs de ontsluiting komen de activiteiten parkeren, kook studio activiteiten, moestuin en dierenverblijf.
  • De west- en noordzijde wordt halfopen natuurgebied.
  • Belangrijke zichtlijnen zijn georiënteerd op de half cirkel zuidwest en noordwest. Die in noordwestelijke richting maakt contact met het natuurgebied Honderdmorgen - De Maij.

Inrichtingsschets

Het vlekkenplan is nader geconcretiseerd in de Inrichtingsschets, zoals weergegeven op onderstaande afbeeldingen en met meer omgeving op kaart bijlage 2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0014.jpg"

INRICHTINGSSCHETS TERREIN

De planologische relevante fysieke elementen worden hierna nog kort toegelicht. Achtereenvolgens:

  • ontsluiting en parkeren;
  • bebouwing en functies;
  • groen en water.

3.3.1 Ontsluiting en parkeren

De ontsluiting blijft op dezelfde plaats als thans het agrarisch bouwvlak wordt ontsloten.

Het wordt een informeel weggetje, omzoomd met groen, dat na circa 40 meter een knik maakt naar het nieuwe bebouwingserf.

Aan de oostelijke rand is een onverharde/halfverharde veldweg voorzien naar een kleine schuur aan een dierenweide.

Vanuit het erf is ook een pad naar een klein paviljoen/vogeluitkijkpunt mogelijk.

Langs de randen van het hele plangebied is een struinpad gedacht.

Parkeren

Het parkeren vindt binnen en buiten plaats.

Een garage met 2 auto's voor eigen gebruik van de bewoners.

Buiten is ruimte voor circa 8 auto's gesitueerd aan de toegangsweg naar het bebouwingserf.

Als parkeerbehoefte voor de kookstudio wordt gerekend:

- maximaal aanwezig op één moment 15 personen.

- hiervan hiervan komt de helft per fiets of als samen rijden.

- derhalve zijn circa 8 parkeerplaatsen voor bezoekers nodig.

Er is voldoende ruimte voor parkeren voor zowel het wonen als de kookstudio.

3.3.2 Bebouwing en functies

Zoals hiervoor al beschreven behelst de ontwikkeling de bouw van een nieuwe buitenhuis/ landhuis annex kookstudio in een landschappelijke setting. De architectuur ervan is ontworpen door Francien Houben en haar architectenbureau Mecanoo uit Delft. Zij kozen voor het concept van een 'boerenerf of 'hameau'' (gehucht).

Zie ook het schetsontwerp dat als bijlage 3 is opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0015.jpg"

SCHETSONTWERP BEBOUWING

De bebouwingsstructuur is als volgt. De toegangsweg maakt een knik richting erf. Voor de bebouwing ligt een boomgaard. Het eerste bouwdeel is een 'schuur' met poort die leidt tot een binnenplaats. In de schuur komen de garage en de kookstudio.

Op de binnenplaats is de hoofdentree naar de woongedeelten, die bestaan uit een lager en hoger deel. Het lagere deel met veel buitencontact bevat de keuken, living, dienstruimten etc. In het hogere deel is beneden een studie/werkkamer en daarboven slaap ruimten.es. Het hogere deel heeft ook een dakterras.

Aansluitend aan de kookstudio liggen een kruidentuin, een moestuin en een boomgaard.

Even verder op is een de dieren weide met dierenverblijf voorzien.even verder op. De bezoekers van de studio verblijven vooral aan deze zijde van het erf.

Het erf wordt gemarkeerd met een half verhard cirkelpad dat de tuin en de landschappelijke ruimten zowel van het huis scheidt als eraan koppelt !

Bouwprogramma

Het bouwprogramma is afgestemd op de planologische randvoorwaarden en houdt het volgende in.:

Binnen de bestemming Wonen-5:

  • woning maximaal 1500 m³;
  • bijgebouw maximaal 200 m²
  • kas in moestuin maximaal 30 m² , vergunningsvrij
  • niet overdekt zwembad.

Binnen de bestemming Natuur:

  • vogeluitkijkpunt en dierenverblijf , tezamen maximaal 90 m², per eenheid maximaal 50 m²;

3.3.3 Groen en water

Het ontwerp groen en water is een uitwerking van de zonering zoals opgenomen in de Visie ecologische structuur. Aan alle zijden worden de omgevende landschappelijke kenmerken het plangebied ingetrokken.

Aan de oostzijde is dat een boszone van circa 25 a 40 m, waar doorheen en er langs de ontsluitingsweggetjes liggen. Deze bos zone geeft teven een afscherming naar de activiteiten op het hondenterrein langs het Drongelens Kanaal.

Ook aan de noordkant komt een boszone of struweelzone van circa 20 m breed. De opgaande beplanting in deze zone blijft 10 m uit de teen van de waterkering dijk,zoals vereist door het waterschap. Deze bos/struweel zone geeft ook een visuele afscherming naar de wandelaars op de waterkering dijk..

Aan de noord- en westzijde zijn natuurweiden gepland. Een bepalend hoofdelement daarin is een relatief grote natuurvijver. De as van deze waterpartij valt samen met de as, cq hoofdoriëntatie van de bebouwing, waardoor er een ruimtelijke verbondenheid ontstaat van de

bebouwing (rood) en het landschap.

Langs de randen van en losjes verspreid in de natuurweiden past struweel begroeiing. Ook enkele solitaire grote bomen zullen het landschapsbeeld verrijken.

Rondom de bebouwing en langs de ontsluitingsweggetjes is meer sprake van erfbeplanting met een variatie van gecultiveerd groen. Genoemd zijn reeds fruitbomen, moestuin, dierenweide ed.

Vanaf de Honderdmorgensedijk is de bebouwing zichtbaar tussen de gevarieerde landschappelijke elementen water, natuurweiden en bosschages. Vanaf het bebouwingserf is het landschap beleefbaar door de zichtassen in de richtingen van de halfcirkel zuidwest naar noordwest.

Op de perceelsbegrenzingen naar de open ruimten aan de zuid- en westkant en noordkant komen watergangen.

Langs de randen is ook een rondgaand (struin)pad gesitueerd, waaraan in de noordwest hoek een vogeluitkijkpunt en in de noordoost hoek een dierenverblijf is gesitueerd. Deze dienen ook als compenserende maatregelen voor aanwezige beschermde soorten, met name verblijfsgebied mussen (zie paragraaf 5.2.3).

Het plangebied buiten de bestemming Wonen-5 krijgt de bestemming Natuur. De te ontwikkelen natuurtypen worden beschreven in paragraaf 4.3.7.

3.4 Beeldkwaliteit Aspecten

Het beeldkwaliteit plan dient als leidraad voor het bereiken van de gewenste stedenbouwkundige ruimtelijke samenhang en kwaliteit. De voor dit plan relevante aspecten worden in deze paragraaf beschreven. Het betreft criteria gericht op de samenhang van de (openbare) landschappelijke ruimte en de typologie c.q. uitstraling van de gebouwen.

De voor dit plan relevante criteria worden hierna toegelicht.

  • aard / karakter omgeving woonbuurt;
  • bebouwingstypologie;
  • massa-opbouw;
  • situering en oriëntatie bebouwing;
  • kapvorm;
  • materiaal en kleur;
  • voortuinen en erfafscheidingen.

Karakter omgeving

De Vughtse Gement is een grootschalig open weidegebied. De oost- en zuidrand wordt gevormd door het Drongelens Kanaal met dichte opgaande begroeiing. Aan de noordoost rand ligt het stadsgebied van 's Hertogenbosch met het Paleiskwartier in ontwikkeling en het Jeroen Bosch Ziekenhuis.

Het plangebied ligt in de oksel van de Honderdmorgensedijk en het Drongelens Kanaal, Het plangebied wordt gekenmerkt door de landschappelijke openheid van het weidegebied in zuidelijke en westelijke richting en een landschappelijke beslotenheid aan de noord en oostzijde.

De bebouwing in de Gement bestaat uit verspreide boerderijen op een licht terpverhogingen.

Het plan behelst de vervanging van een bestaande manege door een landhuis met bijgebouwen.

Bebouwingstypologie

Zoals al opgemerkt bestaat de typerende bebouwing in de Gement uit verspreide boerderijen.

Daarom wordt voor de nieuwbouw van het landhuis ook gekozen voor een typologie, refererend aan een boeren erf met een samenstel van bebouwing. Een hameau.

Massa-opbouw

Zoals op een boeren erf kan de nieuwbouw moet de bestaan uit een samenstel van bebouwing met een hoofdhuis de woning en bijgebouwen. Een bijzondere vorm kan verwijzen naar een silo of hooischuur.

Situering oriëntatie

De bestaande bebouwing is georiënteerd op de Honderdmorgensedijk. Mede vanwege het geluid van de Honderdmorgensedijk en ter versterking van de landschappelijke inpassing van het landhuis volgens het concept hameau wordt de nieuwe bebouwing op minimaal circa 40 áa 50 m uit de weg gesitueerd.

De oriëntatie van de bebouwing wordt bepaald door de componenten zon en wind, alsmede zichtlijnen vanuit de bebouwing op het landschap.

Kapvormen

Vastgehouden wordt aan de cultuurhistorische kenmerken van de boerderij bebouwing met schuine kappen, zij het met een moderne interpretatie. Gezien de gewenste vrije vormgeving behoeft niet streng de gangbare regels voor hoogten in een bestemmingsplan gevolg te worden kan.

Materiaal en kleur.

Traditionele materialen voor boerderijen in de streek zijn donkerbruine baksteen, zwarte schuren (vlaamse schuur) en rieten daken. Deze materialen moeten niet één op één voor het nieuwe landhuis worden overgenomen.

Erf, tuin, erfafscheiding

Het nieuwe landhuis is los van de weg gesitueerd in een eigen landschappelijke context, bestaande uit te onderscheiden componenten:

- erf informeel, met weinig verharding;

- tuin gevarieerd met boomgaard, moestuin en bloementuin;

- landschap; de tuin gaat over in natuurlijk landschap aansluitend op het natuurgebied Honderdmorgen - De Maij.

Erfafscheidingen moeten zoveel mogelijk natuurlijk gevormd worden met waterlopen en/of dichte bosschages.

NB. Het schetsvoorstel bouwplan is reeds door welstand beoordeeld, zoals beschreven in paragraaf 4.3.5.

3.5 Duurzaamheid

3.5.1 Inleiding

De gemeente Vught heeft geen specifieke beleidsnota duurzaamheid. Het (voormalige) ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft in samenwerking met enkele andere partners de brochure 'Overzicht borgingsmogelijkheden voor milieu in ruimtelijke plannen' uitgebracht, als bijlage bij de publicatie 'Milieu in ruimtelijke plannen' van juli 2008.

Uit deze brochure zijn de volgende thema's in dit plan van toepassing.

Ondergrond

  1. 1. flora en fauna
  2. 2. bodem, landschap en cultuurhistorie
  3. 3. water

Infrastructuur

  1. 4. verkeer
  2. 5. energie
  3. 6. afval

Gebruik

  1. 7. woon- en leefmilieu
  2. 8. ruimtegebruik

3.5.2 Plan

Voor dit plan zijn de volgende aspecten specifiek van toepassing

ad Ondergrond

Voorliggend plan is gebaseerd op een behoud van de cultuurhistorische kenmerken en versterking van de ecologische structuur. En beide aspecten in relatie met de ontwikkelingen in de directe omgeving.


ad Infrastructuur Gebruik wordt gemaakt van een bestaande ontsluiting en gemeentelijke riool. De energiehuishouding van het landhuis moet nog uitgewerkt worden. Gestreefd wordt naar energieneutraal of energie-plus situatie en in het bijzonder de plaatsing van zonnepanelen.

ad Gebruik Het landhuis wordt gebouwd op basis van het concept 'dorpje in het landschap'. Een losse ordening van bouwdelen in moderne stijl gebouwd, met duurzame materialen baksteen, hout, metaal en glas. Sprake zal zijn van een eigentijdse vorm van wonen in een landhuis in een landelijke context.

3.5.3 Conclusie

Voorliggend plan voor de bouw van een landhuis en natuurbouw komt in de plaats van een paardenhouderij. Bovendien wordt gebruik gemaakt van de moderne technieken inzake energieopwekking en gebruik.

3.6 Biodiversiteit

In april 2011 heeft de provincie Noord-Brabant de Handleiding Biodiversiteit opgesteld. Biodiversiteit staat kortweg voor de verscheidenheid aan gebiedseigen soorten van planten, dieren, micro-organismen en ecosystemen.

In de handleiding zijn maatregelen opgenomen die toegepast kunnen worden bij het ontwerpen, maar ook bij de uitvoering en het beheer van ruimtelijke ontwikkelingen.

Als onderdeel van de voorbereiding van dit plan is een ecologisch onderzoek uitgevoerd. Op basis daarvan zijn uitgangspunten gekozen om de biodiversiteit c.q. ecologie ter plaatse te versterken.

Plan specifiek

Versterken van de biodiversiteit vormt onderdeel van de Ecologische visie van Goderie die als bijlage 10 is opgenomen en het natuurcompensatieplan dat in paragraaf 4.3.7 wordt toegelicht.

Hoofdstuk 4 Beleid

In dit hoofdstuk wordt het plan getoetst aan het relevante vigerende beleid. Achtereenvolgens komt aan de orde het beleid op:

  • nationaal niveau;
  • provinciaal niveau;
  • gemeentelijk niveau.

4.1 Nationaal Niveau

4.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

In 2012 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) ondertekend. De SVIR geeft een integraal kader voor het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid op rijksniveau, en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de SVIR worden de ambities van het Rijk tot 2040 geschetst, alsmede doelen, belangen en opgaven tot 2028. In de SVIR kiest het Rijk voor minder nationale belangen en eenvoudiger regelgeving.

De SVIR bevat 13 nationale belangen die worden beschermd middels het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Het gaat onder meer om militaire objecten en terreinen, de grote rivieren en de ecologische hoofdstructuur. Voor onderhavig plan zijn geen van de nationale belangen aan de orde.

4.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

De in de SVIR opgenomen nationale belangen krijgen een wettelijke grondslag in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). De werking van het Barro is naar plaats beperkt. Onderhavig plangebied ligt niet in een gebied waarbinnen het Barro van toepassing is.

Conclusie
Het Barro is niet van toepassing op het plan.

4.1.3 Besluit ruimtelijke ordening

Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is van toepassing op het plan. Specifiek aandachtspunt is het bepaalde in artikel 3.1.6, lid 2, waarin de verplichting is opgenomen om in de toelichting op een ruimtelijk besluit voor nieuw te realiseren stedelijke ontwikkelingen bepaalde duurzaamheidsaspecten van het voornemen te motiveren: de ladder voor duurzame verstedelijking.

Projecten die minder dan negen woningen bevatten worden op basis van jurisprudentie (ABRvS 24 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4720) niet als stedelijke ontwikkeling gezien.

Dit plan betreft de bouw van één woning als vervanging van een voormalige bedrijfswoning paardenhouderij. Een nadere toetsing aan de ladder voor duurzame verstedelijking is derhalve niet nodig.

Conclusie
Het initiatief voldoet aan het Besluit ruimtelijke ordening en aan de ladder voor duurzame verstedelijking.

4.2 Provinciaal Niveau

Het provinciale ruimtelijk beleid is vastgelegd in de nota's:

  • Structuurvisie Ruimtelijke Ordening;
  • Verordening ruimte 2014.

Het plan wordt aan deze twee nota's getoetst.

4.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening

Structuurvisie Ruimtelijke Ordening 2010 met de partiële herziening 2014 bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van het provinciale bestuur voor de ontwikkeling van Noord-Brabant. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart. Onderhavig plangebied is aangeduid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0016.jpg"

UITSNEDE PLANKAART STRUCTUURVISIE RUIMTELIJKE ORDENING

Analyse

Algemeen

Het plangebied ligt binnen de 'groenblauwe mantel', die overwegend bestaat uit gemengd landelijk gebied met belangrijke nevenfuncties voor natuur en water. Nieuwe ontwikkelingen binnen de groenblauwe mantel zijn mogelijk, als deze de bestaande natuur-, bodem- en waterfuncties respecteren of bijdragen aan een kwaliteitsverbetering van deze functies en het (cultuurhistorisch waardevolle) landschap. Ontwikkelingen moeten qua aard en schaal bij het ontwikkelingsperspectief voor de groenblauwe mantel passen en rekening houden met omliggende waarden. Dit wordt betrokken bij de zorgplicht voor de ruimtelijke kwaliteit.

Plan specifiek

Het plan betreft de bouw van een nieuwe woning met kookstudio binnen het bouwvlak van de voormalige paardenhouderij (VAB-locatie). Het plan gaat gepaard met een landschappelijke inpassing van de nieuwbouw, alsmede natuurbouw op aansluitende gronden.

Conclusie

Het plan past binnen het beleid van de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening.

4.2.2 Verordening ruimte 2014

De Verordening ruimte 2014 stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken. Thans geldt de geconsolideerde versie per 1 januari 2016 van de Verordening.

Algemeen

De Verordening maakt onderscheid in algemene regels, structuren en aanduidingen. De algemene regels zijn algemeen geldend en bevatten onder meer de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit. De Verordening onderscheidt vier structuren, die tezamen provinciedekkend zijn, waarin is uitgewerkt welke functies ontwikkeld kunnen worden. Afhankelijk van de waarden in of kenmerken van een gebied gelden er één of meerdere aanduidingen.

Plan specifiek

Voor dit plan zijn de volgende artikelen van toepassing.

Algemene regels

Deze zijn beschreven in artikel 3 Bevordering ruimtelijke kwaliteit.

Structuren

Het plangebied ligt binnen de structuur

  • groenblauwe mantel, artikel 6.7.

Aanduidingen

De volgende aanduidingen zijn aan de orde:

  • attentiegebied ecologische hoofdstructuur, artikel 12;
  • cultuurhistorisch vlak, artikel 22;
  • agrarische ontwikkelingen en windturbines, artikel 25.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0017.jpg"

VERORDENING RUIMTE

Algemeen

Artikel 3 - Bevordering ruimtelijke kwaliteit

Bij ontwikkelingen in het buitengebied eist artikel 3 van de Verordening ruimte dat een bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit wordt geleverd. In het regionaal ruimtelijke overleg (RRO) zijn afspraken gemaakt over de manier waarop aan dit beleid invulling kan worden gegeven. Deze afspraken zijn vervat in het gemeentelijke Beleidsnotitie Kwaliteitsverbetering van het landschap,gemeente Vught, zoals nader toegelicht in paragraaf 4.3.

Plan specifiek

De ontwikkeling in dit plan betreft de omschakeling van een vigerend agrarisch bouwvlak naar de bestemming wonen met één burgerwoning met een inhoud van meer dan 750 m³. Dit plan is een categorie 3-ontwikkeling.

Bovendien is sprake van waardevermeerdering van de gronden als gevolg van de bestemmingsverandering van agrarisch naar wonen.

Vereist is een kwaliteitsverbetering, zoals beschreven in de gemeentelijke beleidsnotitie 'Kwaliteitsverbetering van het Landschap'.

Met betrekking tot de volgende bepalende artikelen in de provinciale Verordening Ruimte kan kort concluderend worden gesteld dat

  • Ad artikel 3.2.2.a bedoelde verantwoording is juridisch geborgd in de bestemmingsregels;
  • Ad artikel 3.2.2. Het plan is in overeenstemming met de Structuurvisie Vught;
  • Ad artikel 3.3. Het feitelijke plan, nieuwbouw en landschappelijke inpassing worden beschreven in Hoofdstuk 3.

In paragraaf 4.3.6 is Artikel 3.2 Kwaliteitsverbetering van het landschap voor dit plan uitgewerkt.

Structuren

Artikel 6 Groenblauwe mantel

Plan specifiek

Het gehele plangebied behoort tot de groenblauwe mantel met 2 bestemmingen:

  1. 1. Bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Paardenhouderij'. Het bijbehorende agrarische bouwvlak (VAB-locatie) is circa 1,2 ha groot, waarvan maximaal 3.700 m² mag worden bebouwd.
  2. 2. Bestemming 'Agrarisch met waarden - Polder'. Dit deel van het plangebied beslaat een oppervlak van circa 3 ha.

Ad 1

Van toepassing zijn de leden 6.7.1 en 6.7.3:

De nieuwe woonbestemming ligt grotendeels binnen de VAB-locatie. De VAB-locatie wordt verkleind naar circa 4930 m². Daarbij vindt een kleine aanpassingen van de begrenzing van het bouwvlak plaats. De bestaande bebouwing met een eerdere maximale oppervlakte van 3700 m² wordt gesloopt. Het nieuwe bebouwd oppervlak bedraagt 600 m².

Het resterende deel van de VAB-locatie krijgt de bestemming Natuur.

Ad 2

De vigerende agrarische bestemming wordt omgezet in de bestemming natuur.

Aanduidingen

Artikel 12 Attentiegebied ecologische hoofdstructuur

12.1 Attentiegebied ecologische hoofdstructuur

1. In aanvulling op hoofdstuk 3 'Structuren' wijst een bestemmingsplan ter plaatse van de aanduiding 'Attentiegebied ecologische hoofdstructuur' geen bestemmingen aan of stelt geen regels vast die fysieke ingrepen mogelijk maken met een negatief effect op de waterhuishouding van de hierbinnen gelegen ecologische hoofdstructuur.

Plan specifiek ad artikel 12

De vigerende bestemming 'Agrarisch met waarden - Polder' bevat het sub-artikel:

Tevens zijn de gronden in het gehele plangebied bestemd voor:

  • behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van het open landschappelijke karakter;
  • behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden;
  • agrarisch natuurbeheer;
  • extensief recreatief medegebruik;
  • attentiegebied EHS.

Deze bestemming is opgenomen in de nieuwe bestemming Natuur.

Artikel 22 - Cultuurhistorisch vlak

Het plangebied ligt binnen de aanduiding 'cultuurhistorisch vlak'. Een bestemmingsplan gelegen binnen deze aanduiding is mede gericht op behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische waarden en kenmerken.

Plan specifiek

Paragraaf 5.2.2 bevat een beschrijving van de archeologische en cultuurhistorische waarden.

Met name dat:

  • de archeologische verwachtingswaarden laag zijn in het plangebied;
  • het aspect cultuurhistorie geen planologische belemmering voor het plan vormt. Het plan past in de cultuurhistorische ontwikkeling van het plangebied. De specifieke waarden zijn: de solitaire boerderij in het open landschap; de onbeplante Honderdmorgensedijk; het Drongelens Kanaal met beboste kades.

In de nieuwe bestemmingen Natuur en Wonen zijn de cultuurhistorische waarden opgenomen.

Artikel 25 Beperkingen veehouderij

25.1 Beperkingen veehouderij

1. In afwijking van artikel 5.1, eerste lid onder c (bescherming ecologische hoofdstructuur), artikel 6.3 en artikel 7.3 (veehouderij) bepaalt een bestemmingsplan ter plaatse van de aanduiding 'Beperkingen veehouderij' dat:

  • uitbreiding van, vestiging van en omschakeling naar een veehouderij niet zijn toegestaan;

Plan specifiek.

Hieraan wordt voldaan omdat de agrarische bestemmingen vervallen.

Conclusie
Het plan voldoet aan de regels van de provinciale Verordening ruimte 2014.

4.2.3 Natuurbeheerplan 2017

Het provinciale Natuurbeheerplan beschrijft onder meer welke natuur- en landschapsdoelen van toepassing zijn en stelt eisen ten aanzien van bepaalde beheermaatregelen.

Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede weer van de 'Ambitiekaart - natuurbeheertypen'. Het plangebied is aangeduid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0018.jpg"

UITSNEDE AMBITIEKAART

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0019.jpg"

UITSNEDE BEHEERKAART

Analyse

Op de beheerkaart is het plangebied aangeduid als weidevogelgebied.

Het plan behelst omzetting van de agrarische bestemming in een natuurbestemming. Het beplantingsplan voor de nieuwe situatie is gericht op aansluiting bij het natuurgebied Honderdmorgen De Maij, dat op de ambitiekaart is aangeduid met elementen als nat schraalland, poelen, kruiden- en faunarijk grasland en vochtig bos.

Een en ander zoals opgenomen in de Ecologische visie van Goderie.

Conclusie

De natuurbouw binnen het plan is in overeenstemming met het provinciale natuurbeheerplan.

4.3 Gemeentelijk Niveau

4.3.1 Structuurvisie Vught

De gemeente heeft in 2013 de Structuurvisie Vught vastgesteld. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart. De ligging van het plangebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0020.jpg"

UITSNEDE PLANKAART STRUCTUURVISIE

De gebiedsvisie Buitengebied is als bijlage opgenomen bij de Structuurvisie Vught en onderstaand voor de omgeving plangebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0021.jpg"

UITSNEDE GEBIEDSVISIE BUITENGEBIED

De Gement algemeen

In de Gement zet de gemeente zich in voor het samengaan van landbouw, natuur, waterdoelstellingen en open landschap. Binnen dit gebied worden mogelijkheden geboden voor kleinschalige recreatieve functies gericht op de beleving van natuur en landschap. Binnen het gebiedsproces de Groenblauwe Delta zet de gemeente zich in voor een routenetwerk waarmee natuurbeleving wordt gestimuleerd. Kleinschalige functies op bestaande (agrarische) bouwpercelen kunnen hieraan eveneens bijdragen;

In de hierna genoemde Nota groen 2015 wordt nog nader op de gewenste inrichting ingegaan.

4.3.2 Woonvisie 2016

Op 9 juni 2016 heeft de gemeenteraad de Woonvisie 2016 vastgesteld. De Woonvisie bevat het gemeentelijke beleid inzake wonen voor de periode 2016-2020, gekoppeld aan een uitvoeringsprogramma met kwalitatieve en kwantitatieve ambities, activiteiten en maatregelen.

Voorliggend plan heeft geen gevolgen voor de woningvoorraad. Één agrarische bedrijfswoning wordt vervangen door één burgerwoning.

4.3.3 Nota Groen 2015

De Nota Groen 2015 biedt kaders en uitgangspunten voor de realisatie van een duurzame en karakteristieke groenstructuur in de gemeente Vught. De groenstructuren die zijn vastgelegd zijn een leidraad voor de toekomstige ontwikkelingen in de openbare ruimte en vormen de basis voor de ontwikkeling van de gewenste groenstructuur.

Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de groenstructuurkaart.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0022.jpg"

UITSNEDE GROENSTRUCTUURKAART VUGHT

Voor zover relevant voor dit plan zijn op de groenstructuur kaart de volgende elementen onderscheiden.

In de omgeving van het plangebied

  • Structuurbepalend groen
    In de Nota Groen is dit omschreven als: "groenobjecten die een samenhangende en waardevolle groenstructuur vormen die van belang is voor de gehele gemeente Vught". De volgende beleidsuitgangspunten gelden: "behoud van het aanwezige groen en waar nodig versterking ervan; aantasting van de structuur moet zoveel mogelijk voorkomen worden (alleen mogelijk met zwaarwegende argumenten)".
  • Het plan omvat het toevoegen van het structuurbepalend groen aansluitend op het natuurgebied Honderdmorgen - De Maij.
  • Ecologische hoofdstructuur 2012
    Het betreft een weergave van de ecologische hoofdstructuur conform de provinciale Verordening ruimte. Toetsing van het plan aan de ecologische hoofdstructuur is opgenomen in paragraaf 4.2.2.

Binnen het plangebied

Op basis van de groenstructuurkaart ligt de noordkant van het plangebied over een smalle reep EHS 2012 en beeldbepalend groen. De verwachting is dat de werkelijke grens gelijk is aan de noordelijke perceelgrens. Voorliggend plan voorziet daarnaast in een landschappelijke aansluiting op de bestaande structuur aan de noordkant. Daarmee worden de aanwezige structuren gerespecteerd en versterkt.

Toelichting Gement

Voorts bevat de Nota Groen 2015 een toelichting op de Gement. Vanwege het belang voor onderhavig plan is de betreffende paragraaf uit het hoofdstuk Buitengebied hierna overgenomen. Citaat:

"Een belangrijk uitgangspunt is het versterken van de eigen identiteit en karakteristiek van ieder deelgebied. De Gement is een van de vier deelgebieden in het buitengebied van Vught. Kenmerkend voor de Gement is de openheid. Deze landschappelijke eenheid ten noordwesten van Vught bestaat grofweg uit twee gebieden: een open natuurgebied in het noordelijke deel met natte vegetaties en beboste eendenkooien en een open agrarisch poldergebied in het zuidelijke deel. Voor deze openheid zijn de randen van de Gement heel belangrijk, met name de stedelijke rand van Den Bosch. Hoewel deze rand nu een mooi contrast vormt tussen hoogstedelijke gebouwen en agrarische openheid, is het van belang deze zichtrelatie te beschermen.

Inrichting Gement

In de Gement zet de gemeente zich in voor het samengaan van landbouw, natuur, waterdoelstellingen en open landschap. Binnen dit gebied worden mogelijkheden geboden voor kleinschalige recreatieve functies gericht op de beleving van natuur en landschap.

Binnen het gebiedsproces de Groenblauwe Delta zet de gemeente zich in voor een routenetwerk waarmee natuurbeleving wordt gestimuleerd.

Kleinschalige functies op bestaande (agrarische) bouwpercelen kunnen hieraan eveneens bijdragen. De noordzijde van de Gement is aangewezen als regionale waterberging in het kader van de Hoogwateraanpak 's-Hertogenbosch (HOWABO). Bovendien is het gebied aangewezen als Natura 2000-gebied.

De aanwezige agrarische percelen krijgen geen verdere ontwikkelingsruimte.

Pimpernel blauwtje

In het Gement zijn in het verleden de vlindersoorten pimpernelblauwtje en donker pimpernelblauwtje geherintroduceerd. Om een levensvatbare populatie in stand te houden zijn in een beheerconvenant nadere afspraken gemaakt tussen de terreinbeheerders in het gebied. De gemeente Vught geeft hier invulling aan door bermen niet te maaien in de vliegperiode (tussen begin juni en midden september).

Weidevogel convenant in de Gement

Weidevogels worden als kenmerkend beschouwd voor de Nederlandse vogelpopulatie. Bescherming ervan wordt ook internationaal gezien als zeer gewenst. Het weidevogelconvenant heeft tot doelstelling het verbeteren van de fysieke leefomstandigheden en de populatie van de in het gebied voorkomende weidevogels. Dit met behoud van tenminste gelijke economische waarde voor de agrarische sector. Daartoe werkt de gemeente Vught samen met diverse partijen.

Stimuleren erfbeplanting

Om de openheid te bewaren en de groene kwaliteit van het open gebied te behouden is het van belang om rondom boerderijen erfbeplanting toe te passen. Door deze inpassing doen de gebouwen geen afbreuk aan de openheid. Door de eigenaren subsidie en advies te geven (stimuleringskader groene- en blauwe diensten) bij het toepassen van landschappelijke erfbeplanting kan dit gerealiseerd worden. Ook door het verplicht stellen van het toepassen van erfbeplanting bij uitbreiding of verbouwingen kan de gemeente hier meer grip op krijgen."

Het groen binnen voorliggend plan is te onderscheiden in het groen op en rond het woonerf overgaand in het landschappelijke groen.

De invulling van het landschappelijke groen is gebaseerd op de Ecologische structuurvisie die voor dit plan door Goderie Ecologisch Advies is opgesteld. Deze visie sluit goed aan op bovengenoemde beleidsdoelstellingen van de gemeente Vught, in het bijzonder de landschappelijke openheid, het belang voor weidevogels en het versterken van de biotoop pimpernel blauwtje.

De invulling van het groen op het terrein en rond het erf is nader ingevuld door tuinarchitect Anne Laansma en sluit goed aan op bovenstaande beleidsdoelstelling ten aanzien van de erfbeplanting rondom de boerderijen in de Gement.

Conclusie

Het plan is in overeenstemming met de Nota Groen 2015

4.3.4 Lijst waardevolle bomen

De gemeente Vught heeft in 2015 een beleidsstuk vastgesteld met betrekking tot het opstellen van een lijst van waardevolle bomen. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de bijbehorende 'Groene kaart'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0023.jpg"

UITSNEDE 'GROENE KAART' MONUMENTALE EN WAARDEVOLLE BOMENLIJST

Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de waardevolle bomen op gemeentelijk eigendom en particulier eigendom. De lijst voor het gemeentelijke eigendom is gereed.

Plan specifiek

Binnen dit plangebied zijn geen waardevolle bomen aanwezig. Binnen het plangebied staat alleen erfbeplanting langs de perceelsgrens met de Honderdmorgensedijk. Deze beplanting wordt opgenomen in de nieuwe beplantingstructuur. In hoeverre daarbij eventuele kap van waardevolle bomen aan de orde komt, zal moeten blijken uit de definitieve plannen. De Honderdmorgensedijk is eigendom van de gemeente. Ter hoogte van het plangebied staan geen bomen langs deze weg.

Conclusie

Het plan is niet strijdig met het beleid waardevolle bomen.

4.3.5 Welstandsnota 2016

Het welstandsbeleid van de gemeente is opgenomen in de "Welstandsnota gemeente Vught 2e herziening, 2016". Het plangebied behoort hierin tot de zone 'buitengebied', waarvoor welstandsniveau 1 - volledige welstandstoets - geldt. Binnen deze zone zijn zes bebouwingstypologiën te onderscheiden. De beoordelingscriteria zijn samengevoegd tot drie thema's.

Onderhavige nieuwbouw behoort tot het thema:

  • Landgoederen, traditionele boerderijen, (agrarische) bedrijven in het buitengebied en woningen.

Daarbij gelden de volgende criteria:

Algemeen

  • De architectonische samenhang staat bij elke ingreep voorop.

Plaatsing en situering

  • De bebouwing dient aan te sluiten bij de (al dan niet historisch bepaalde) structuurlijnen in het landschap.
  • Bij (vervangende) nieuwbouw wordt rekening gehouden met het algemene gebiedskarakter.
  • Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door een reeks van individuele bouwmassa’s.

Massa en vorm

  • Bij vervangende nieuwbouw conformeert het bouwwerk zich wat betreft massa en hoofdvorm aan de bebouwing in de omgeving.
  • Aanbouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdvolume.
  • Uitbouwen zijn in hoofdvorm en kap afgestemd op die van het hoofdgebouw.

Kleur en materiaalgebruik

  • Het kleur en materiaalgebruik is ondergeschikt en dient zodanig toegepast te worden dat deze de architectuur ondersteunt. Tevens is het beeld ter plaatse mede bepalend voor de keuze van de kleur.
  • Het kleur- en materiaalgebruik dragen bij aan het behoud van de kenmerken van het gebied, ondanks de (actuele) aanpassingen.

Voorliggend schetsontwerp voor de bebouwing plan heeft als concept 'een dorpje in het groen'. Een bebouwingscluster rond een erf met een referentie aan een organisch gegroeid dorpje/hameau. Voorts is ervoor gekozen het bebouwingscluster meer in het landschap te situeren en los te houden van de Honderdmorgensedijk.

Dit doet recht aan de grootte van het plangebied. Vanuit het bebouwingserf lopen in alle richtingen 'ruimte-assen' waardoor een hechte verbondenheid tussen bebouwd en landschap/natuur ontstaat

De gekozen afstand tot de Honderdmorgensedijk heeft bovendien als voordeel dat alle bebouwing voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van minder dan 48 dB geluidsbelasting op de gevel.

Vooroverleg welstand

In het kader van de voorbereiding van dit bestemmingsplan is het schetsvoorstel voor de bebouwing door de welstandscomissie in vooroverleg getoetst dd 13 september 2016. Het advies luidt, citaat:

De welstandscommissie heeft het bouwplan beoordeeld volgens artikel 9.1 van de Bouwverordening en de criteria, zoals genoemd in de Welstandsnota.

Het advies van de welstandscommissie luidt:

Akkoord. De commissie spreekt haar waardering uit voor het ontwerp. Materialisering, de massa van de gekozen volumes, de positionering in het landschap en zijn verhoogde ligging krijgen de volle instemming van de commissie. De uitwerking van het plan wordt met belangstelling tegemoet gezien.

Einde citaat.

NB. Tijdens de behandeling van het schetsvoorstel heeft de welstandscommissie ook uitgesproken dat voor dit bijzondere plan niet strikt het reguliere onderscheid goothoogte en totale bouwhoogte behoeft te worden toegepast. Voor bouwen volgens het schetsvoorstel zou het vastleggen van de bouwhoogte volstaan, aldus de commissie.

Conclusie

Het schetsvoorstel dat de basis vormt voor dit bestemmingsplan voldoet aan sluit aan op de Welstandsnota. De uiteindelijke toetsing aan de Welstandsnota vindt plaats in het kader van de omgevingsvergunning voor het bouwen.

4.3.6 Beleidsnotitie Kwaliteitsverbetering van het landschap 2016

Bij ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied eist de Verordening ruimte in bepaalde gevallen een bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het landschap, zie paragraaf 4.2.2. De gemeente Vught heeft daartoe in 2016 de 'Beleidsnotitie kwaliteitsverbetering van het landschap' vastgesteld.

Deze paragraaf bevat een uitwerking van de beleidsnotitie voor onderhavig plan aan de orde komen:

  • toepassingsbereik
  • rekenmethode
  • wijze van compensatie
  • zekerstelling kwaliteitsverbetering

4.3.7 Natuurbouw plan

De praktische mogelijkheden voor natuurbouw zijn besproken met de gemeente Vught, de Natuur en Milieuvereniging Vught en Natuurmonumenten, die eigenaar zijn van het aangrenzende natuurgebied Honderdmorgen - De Maij.

In paragrafen 3.2 en 3.3 is toegelicht hoe de landschappelijke relatie is gelegd tussen de omgevende natuur- en landschap structuur en de inrichting van het plangebied. Dat resulteerde in de inrichtingsschets.

Ontwikkeling

Besproken zijn 3 opties van ontwikkeling.

  1. 1. Ter plaatse van de geplande natuurweiden de bouwgrond afgraven, zoals dat gebeurd is in het natuurgebied Honderdmorgen - De Maij. Dit zal resulteren in het natuurtype vochtig schraalland. Deze optie heeft de hoogste natuurwaarde, maar is kostentechnisch de duurste optie.
  2. 2. Niet afgraven en de bestaande gronden zullen vernatuurlijken naar het natuurtype bloemrijk grasland. Deze optie heeft natuurwaarde maar is minder uniek dan optie 1, en is kostentechnisch het voordeligste.
  3. 3. Een gemengde optie, bestaande uit een waterpartij met brede afgegraven oevers vochrig schraalland oplopend naar bloemrijk grasland. Deze optie neemt zowel qua natuurwaarde als qua kosten een tussenpositie in.

In paragraaf 4.3.6 is toegelicht, dat in het plan alleen al door de omzetting van de bestemming agrarisch in de bestemming natuur ruimschoots wordt voldaan aan de eisen kwaliteitsverbetering van het landschap. Mede om die reden wordt als uitgangspunt gekozen voor een ontwikkeling natuur conform optie 3.

De uitwerking van deze optie is weergegeven op de kaart Natuurbouw plan, zoals onderstaand afgedrukt en ook als bijlage 2 bij de regels opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0024.jpg"

NATUURBOUW PLAN

Beheer

Dit betreft in het bijzonder de plandelen die voortvloeien uit de verplichtingen uit de Beleidsnotitie Kwaliteitsverbetering van het landschap, zoals hiervoor beschreven.

Natuurmonumenten te kennen gegeven geen actief beheer van dit nieuwe particuliere terrein te willen voeren. Wel is Natuurmonumenten bereid 'als buurman' te adviseren inzake feitelijke inrichting en het beheer. Daarom geldt als uitgangspunt: het beheer zal plaatsvinden onder begeleiding van Natuurmonumenten.

NB. De uitgangspunten inzake de natuurontwikkeling en het natuurbeheer zijn conform artikel 3.2 lid 2 a in de provinciale Verordening Ruimte. juridisch als volgt verzekerd.

  • De gronden met de natuurbouw zijn vervat in dit bestemmingsplan in artikel 3 bestemming Natuur en gewaarborgd met de voorwaardelijke verplichting in artikel 4 bestemming Wonen - 5, artikel 4.5 Voorwaardelijke verplichting.
  • Ook zal de ontwikkeling en beheer van de natuurcompensatie opgenomen worden in de overeenkomst tussen de gemeente en eigenaar Boersma,

4.3.8 Overig gemeentelijk beleid

Het overige gemeentelijke beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.

4.4 Conclusies Beleidskader

Concreet houdt het beleidskader het volgende in voor de ontwikkeling van het plangebied:

  1. 1. Het nationale beleid is niet van directe toepassing.
  2. 2. Het plan voldoet aan de provinciale Verordening ruimte.
  3. 3. Het plan voldoet aan de gemeentelijke beleidsdocumenten: Structuurvisie Vught, Woonvisie 2016, Nota Groen 2015, Welstandsnota 2016, Beleidsnotitie Kwaliteitsverbetering van het landschap.

Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten

In dit hoofdstuk worden de omgevingsaspecten beschreven. Achtereenvolgens komen aan de orde:

  1. 1. milieu;
  2. 2. waarden;
  3. 3. waterparagraaf.

5.1 Milieu

Conform het bepaalde in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening moet een toetsing plaatsvinden van de voorgenomen ontwikkelingen aan de relevante milieuaspecten, teneinde het toekomstige gebruik af te stemmen op de omgeving. In deze paragraaf worden de milieuaspecten afzonderlijk beschreven.

5.1.1 Bodemkwaliteit

5.1.2 Bedrijven en milieuzonering

5.1.3 Externe veiligheid

5.1.4 Geurhinder veehouderijen

5.1.5 Geluid

5.1.6 Luchtkwaliteit

5.1.7 Milieueffectrapportage

5.2 Waarden

5.2.1 Archeologie

5.2.2 Cultuurhistorie

5.2.3 Natuurwaarden

5.3 Waterparagraaf

5.3.1 Inleiding

De waterparagraaf is een onderdeel van de watertoets die de algemene behartiging van de waterbelangen betreft, zoals bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).

De waterparagraaf bevat:

  • een toets of alle waterbelangen evenwichtig zijn meegewogen;
  • een beschrijving van zowel de huidige als toekomstige waterhuishoudkundige situatie (oppervlaktewater, grondwater, hemelwater en afvalwater).

Het plangebied ligt binnen het beheergebied van waterschap Aa en Maas, zoals op onderstaande afbeelding weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPHonderdmorgen-VG01_0028.jpg"

UITSNEDE BEHEERGEBIED WATERSCHAP AA EN MAAS

Het hoofdelement water vormt het Drongelens Kanaal. Binnen het plangebied zijn geen watergangen aangeduid. In de directe omgeving liggen watergangen met de aanduidingen primair (blauw) en secundair (groen). Deze watergangen reguleren het water in de polder van de Gement. Ten oosten van het plangebied, langs het Drongelens Kanaal, ligt de waterkering die van het zuiden van 's-Hertogenbosch via Waalwijk naar de Maas loopt.

5.3.2 Beleid

In deze paragraaf is het relevante vigerende beleid opgenomen.

5.3.3 Watersysteem

5.3.4 Hemelwater

5.3.5 Afvalwater

Uitgangspunt is dat het vuile afvalwater en het schone hemelwater worden gescheiden.

Het vuile afvalwater zal op de bestaande riolering in de Honderdmorgensedijk geloosd worden.

5.3.6 Waterkwaliteit

Overeenkomstig de eis van het waterschap worden in principe geen uitlogende materialen toegepast.

5.3.7 Advies waterschap

Het waterschap heeft per email d.d. 16 augustus 2016 op het concept voorontwerp bestemmingsplan gereageerd. Zie bijlage 13.Het plan is overeenkomstig de adviezen aangepast. JV

5.3.8 Conclusie

De volgende conclusies kunnen worden getrokken

  1. 1. Het watersysteem blijft onveranderd.
  2. 2. Als bouwpeil geldt een hoogte van minimaal 4,50 m + NAP
  3. 3. Het hemelwater wordt binnen het plangebied geïnfiltreerd.
  4. 4. Het afvalwater wordt geloosd op de riolering in de Honderdmorgensedijk.
  5. 5. De waterkwaliteit wordt niet bedreigd.
  6. 6. Het plan is niet in strijd met het water beleid.

Hoofdstuk 6 Financiële Aspecten

6.1 Behoefte

Het plan betreft een particulier initiatief, waarvan alle kosten en risico's voor rekening van de initiatiefnemer komen. Het plan wordt economisch uitvoerbaar geacht.

6.2 Kostenverhaal

Artikel 6.12 lid 1 Wro verplicht de gemeente een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop bepaalde bouwactiviteiten zijn voorgenomen, tenzij het kostenverhaal 'anderszins verzekerd' is (artikel 6.12 lid 2a Wro).

Op basis van artikel 6.12 lid 2a Wro is het vaststellen van een exploitatieplan echter niet verplicht, omdat een realisatieovereenkomst tussen de gemeente en de initiatiefnemer/grondeigenaar van toepassing is. Hierin staan afspraken over het kostenverhaal. Het kostenverhaal is derhalve 'anderszins verzekerd'. Ook bevat de overeenkomst een zekerheidsstelling met betrekking tot de uitvoering van de landschappelijke inpassing, alsook bepalingen met betrekking tot de aansprakelijkheid voor de mogelijkerwijs door de gemeente toe te kennen vergoedingen wegens planschade.

De gemeente heeft geen gronden in het plangebied in eigendom. Alle kosten en risico's van de planontwikkeling, planvoorbereiding en -uitvoering zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De gemeentelijke grondexploitatie wordt dus niet belast door voorliggend bestemmingsplan. De financiële uitvoerbaarheid van het plan is hiermee aangetoond.

6.3 Conclusie

Het plan is economisch uitvoerbaar. De behoefte is aangetoond en de financiële uitvoerbaarheid van het plan is gewaarborgd.

Hoofdstuk 7 Juridische Aspecten

7.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze het plan juridisch is vertaald. Deze juridische vertaling is bindend.

Het bestemmingsplan bestaat uit:

  • de toelichting;
  • de planregels;
  • de verbeelding.

De toelichting heeft geen juridisch bindende werking. De toelichting heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan en ook bij de verklaring van de bestemmingen en planregels, en in het bijzonder ten aanzien van de regels inzake nadere eisen en afwijkingen.

De planregels vormen de juridische regels voor gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. De regels zijn overeenkomstig de regels in het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Vught.

De verbeelding geeft de geografische ligging van de bestemmingen en aanduidingen weer. De verbeelding vormt samen met de planregels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.

Het bestemmingsplan voldoet aan de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012.

7.2 Planregels

De indeling van de planregels is als volgt.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Hoofdstuk 4 Overgangsregels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Begrippen (artikel 1) In dit artikel zijn de begrippen die in de planregels worden gehanteerd gedefinieerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Wijze van meten (artikel 2) In dit artikel is aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Natuur (artikel 3)
In deze bestemming is de nieuwe natuur opgenomen ter compensatie van de bouw van de nieuwe woning en bijgebouwen. De aanleg van de nieuwe natuur geldt als voorwaardelijke verplichting voor het gebruik van de woning. Het Natuurbouw plan is als bijlage 2 bij de regels bijgevoegd.

Binnen deze bestemming zijn aanduidingen opgenomen, die voortvloeien uit de provinciale Verordening ruimte. Ook is de specifieke aanduiding ''medegebruik wonen' waarbinnen groene en technische voorzieningen bij de woning en de kookstudio zijn toegestaan. In het bijzonder zijn binnen deze bestemming op de aangeduide plaatsen een vogeluitkijkpunt en een dierenverblijf toegestaan, welke dienen als compensatie maatregelen voor de aanwezige beschermde soorten, in het bijzonder de mussen.

Wonen - 5 (artikel 4)
Het feitelijke woonerf met de nieuwe woonbebouwing en bijbehorende bouwwerken zijn in de bestemming 'Wonen - 5' vervat. In deze bestemming is één woning van maximaal 1500 m³ toegestaan. De maximale omvang aan bijbehorende bouwwerken bedraagt 200 m², zoals berekend in paragraaf 1.3. NB. De in het moederplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid naar Wonen - 2 (artikel 3.5.1) is niet van directe toepassing omdat de inhoud van de geplande woning meer dan 850 m³ bedraagt.

Voor de woning is alleen een maximale bouwhoogte vastgelegd, overeenkomstig het advies van welstand dat voor dit bijzondere ontwerp niet het reguliere onderscheid goothoogte en bouwhoogte van toepassing behoeft te zijn.

Binnen deze bestemming is ook een niet-overdekt zwembad toegestaan. Naast het wonen zijn aan huis verbonden beroepen of bedrijven toegestaan.
In dit artikel zijn tevens voorwaardelijke verplichtingen ten aanzien van de aanleg van de nieuwe natuur van toepassing.

Waterstaat - Waterkering (artikel 5)
Voor de instandhouding van de primaire waterkering is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Anti-dubbeltelregel (artikel 6) In dit artikel is bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor bouwen hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen.

Algemene bouwregels (artikel 7) Dit artikel bevat regels ten aanzien van ondergeschikte bouwdelen en afwijkende bestaande bebouwing. Dit artikel bevat tevens enkele nadere eisen.

Algemene gebruiksregels (artikel 8) In dit artikel is nader omschreven welke vormen van gebruik in ieder geval als strijdig met het bestemmingsplan worden aangemerkt.

Algemene aanduidingsregels (artikel 9)
Dit artikel bevat regels met betrekking tot de gebiedsaanduidingen 'attentiegebied ehs', 'cultuurhistorisch waardevol gebied'.

Algemene afwijkingsregels (artikel 10) In dit artikel is een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Deze afwijkingen betreffen onder meer het overschrijden van de maximaal toegestane maten, afmetingen en percentages.

Algemene wijzigingsregels (artikel 11)
Dit artikel bevat enkele algemene wijzigingsregels voor het onder voorwaarden verleggen van bestemmingsgrenzen.

Overige regels (artikel 12)
Dit artikel bevat een verbod op sloop van bestaande bouwwerken, voorafgaand aan de verlening van een vergunning in het kader van de Flora- en faunawet.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Overgangsrecht (artikel 13) Voor volgens de regels afwijkende bestaande bebouwing is voor de omvang, het onderhoud en de herbouw een overgangsregel opgenomen. Dit artikel bevat tevens een overgangsregel ten aanzien van het voortzetten van bestaand gebruik dat in strijd met het bestemmingsplan is.

Slotregel (artikel 14) Hier wordt vermeld onder welke naam de regels van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.

Hoofdstuk 8 Procedure

Het bestemmingsplan doorloopt de gebruikelijke procedure. De voorziene procedurestappen zijn:

  1. 1. Inspraak
  2. 2. Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
  3. 3. Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan
  4. 4. Vaststelling door gemeenteraad

8.1 Inspraak

Het voorontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 13 oktober tot en met 23 november 2016 ter inzage gelegen. Daarbij is een ieder in de gelegenheid gesteld om mondeling of schriftelijk zijn mening over het plan kenbaar te maken. Er zijn geen reacties op het plan geweest.

8.2 Overleg Ex. Artikel 3.1.1 Bro

Conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de bij het plan betrokken instanties. Bijlage 13 bevat het verslag van de overlegprocedure.

8.3 Terinzagelegging Ontwerpbestemmingsplan

Op grond van artikel 3.8 Wro heeft het ontwerpbestemmingsplan vanaf donderdag 15 december 2016 tot en met woensdag 25 januari 2017 ter inzage gelegen. Gedurende de inzagetermijn kan eenieder schriftelijk of mondeling zijn zienswijze over het ontwerpbestemmingsplan kenbaar maken. Er zijn in deze periode geen zienswijze ingediend.

8.4 Vaststellling Door Gemeenteraad

Op grond van artikel 3.8 Wro heeft het ontwerpbestemmingsplan vanaf donderdag 15 december 2016 tot en met woensdag 25 januari 2017 ter inzage gelegen. Er zijn in deze periode geen zienswijze ingediend. Op 23 maart 2017 heeft de raad van gemeente Vught het bestemmingsplan Honderdmorgensedijk 2 ongewijzigd vastgesteld.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Kaart Natuurbouw Plan

Bijlage 2 Kaart Natuurbouw plan

Bijlage 1 Kaart 1: Bestaande Toestand

Bijlage 1 Kaart 1: Bestaande toestand

Bijlage 2 Kaart 2: Inrichtingsschets

Bijlage 2 Kaart 2: Inrichtingsschets

Bijlage 3 Schetsontwerp Mecano

Bijlage 3 Schetsontwerp Mecano

Bijlage 4 Kwaliteitsverbetering Landschap

Bijlage 4 Kwaliteitsverbetering landschap

Bijlage 5 Verkennend Bodemonderzoek

Bijlage 5 Verkennend bodemonderzoek

Bijlage 6 Toetsing Bodemonderzoek

Bijlage 6 Toetsing bodemonderzoek

Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Verkeerslawaai

Bijlage 7 Akoestisch onderzoek verkeerslawaai

Bijlage 8 Archeologisch Onderzoek

Bijlage 8 Archeologisch onderzoek

Bijlage 9 Toetsing Archeologisch Onderzoek

Bijlage 9 Toetsing archeologisch onderzoek

Bijlage 10 Visie Ecologische Structuur

Bijlage 10 Visie ecologische structuur

Bijlage 11 Ecologische Quickscan En Soortgericht Onderzoek

Bijlage 11 Ecologische quickscan en soortgericht onderzoek

Bijlage 12 Voortoets Nb-wet

Bijlage 12 Voortoets NB-wet

Bijlage 13 Advies Waterschap

Bijlage 13 Advies waterschap