KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Paardenhouderij
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Kampen- Of Hoevenlandschap
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Polder
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 8 Bos
Artikel 9 Cultuur En Ontspanning
Artikel 10 Detailhandel
Artikel 11 Dienstverlening
Artikel 12 Groen
Artikel 13 Horeca
Artikel 14 Kantoor
Artikel 15 Maatschappelijk
Artikel 16 Natuur
Artikel 17 Recreatie - Ijzeren Man
Artikel 18 Recreatie - Volkstuinen
Artikel 19 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 20 Sport
Artikel 21 Sport - Manege
Artikel 22 Verkeer
Artikel 23 Verkeer - Langzaam Verkeer
Artikel 24 Verkeer - Onverhard
Artikel 25 Verkeer - Railverkeer
Artikel 26 Water
Artikel 27 Wonen - 1
Artikel 28 Wonen - 2
Artikel 29 Wonen - 3
Artikel 30 Woongebied - Uit Te Werken
Artikel 31 Leiding - Brandstof
Artikel 32 Leiding - Gas 1
Artikel 33 Leiding - Gas 2
Artikel 34 Leiding - Riool
Artikel 35 Leiding - Water
Artikel 36 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 37 Waterstaat - Waterbergingsgebied
Artikel 38 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 39 Anti-dubbeltelregel
Artikel 40 Algemene Bouwregels
Artikel 41 Algemene Gebruiksregels
Artikel 42 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 43 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 44 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 45 Algemene Procedureregels
Artikel 46 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 47 Overgangsrecht
Artikel 48 Slotregel
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Vrnb Artikel 2.1 En 2.2 Kwaliteitswinst
Bijlage 3 Monumentenlijst
Bijlage 1 Beleidskader
Bijlage 2 Voortoets
Bijlage 3 Verslag Inspraak En Vooroverleg
Bijlage 4 Verslag Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen
Bijlage 5 Raadsbesluit
Bijlage 6 Amendement A-1 Cda Bp Buitengebied
Bijlage 7 Addendum
Bijlage 8 Gerechtelijke Uitspraken Raad Van State

Buitengebied 2011

Bestemmingsplan - Gemeente Vught

Onherroepelijk op 14-05-2014 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011' van de gemeente Vught;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL IMRO: NL.IMRO.0865.vghBPbuitengebied-OH01;

1.3 AAB:

Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen, voor advies inzake volwaardigheid, continuïteit en noodzaak in verband met een agrarisch bedrijf;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 aanduidingsvlak:

een vlak, door aanduidingsgrenzen van andere vlakken gescheiden;

1.7 ambachtelijke be- en verwerking:

het geheel of overwegend door middel van handwerk be- of verwerken van agrarische producten die afkomstig zijn van het eigen bedrijf of het be- of verwerken van agrarische producten die afkomstig zijn uit de eigen regio;

1.8 abiotische waarden:

het geheel van waarden in verband met het abiotische milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen);

1.9 afhankelijke woonruimte:

een tijdelijke woonruimte gekoppeld aan mantelzorg;

1.10 agrarisch bedrijf:

bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van telen van gewassen of het houden van dieren;

nader te onderscheiden in:

  • grondgebonden bedrijf;
  • glastuinbouwbedrijf;
  • niet-grondgebonden bedrijf, niet zijnde glastuinbouwbedrijf of intensieve veehouderij;
  • intensieve veehouderij;

1.11 agrarisch bedrijfsgebouw:

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf;

1.12 agrarische bedrijfswoning:

een woning, krachtens het plan toegestaan binnen een agrarisch bouwvlak, en kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon of gezin, wiens huisvesting daar gelet op de aard van de agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk is;

1.13 agrarisch natuurbeheer:

de instandhouding van bijzondere natuur door natuurbeheersmaatregelen op landbouwgronden uitgevoerd door boeren gecombineerd met de agrarische bedrijfsvoering.

1.14 agrarisch-technisch bedrijf:

bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten waarbij gemechaniseerd loonwerk ten behoeve van land-, tuin-, bos-, of natuurbouw wordt verricht of waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, tuin-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.

Voorbeelden van agrarisch-technische bedrijven zijn: grootveeklinieken, KI-stations, mestopslag- en mesthandelsbedrijven, loonwerkbedrijven (inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen), veetransportbedrijven, veehandelsbedrijven;

1.15 agrarisch verwant bedrijf

bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.

Voorbeelden van agrarisch verwante bedrijven zijn: dierenklinieken, groencomposteringsbedrijven, hoveniersbedrijven, stalhouderijen, instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs, proefbedrijven;

1.16 agrarische waarden:

de waarden, die rechtstreeks verband houden met de mogelijkheden voor de uitoefening van een doelmatige, agrarische bodem- en/of bedrijfsexploitatie;

1.17 antenne-installatie:

installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbijbehorende bevestigingsconstructie;

1.18 archeologische waarde:

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit oude tijden;

1.19 attentiegebied ehs:

gebied gelegen rondom en binnen de ecologische hoofdstructuur waar fysieke ingrepen een negatief effect kunnen hebben op de waterhuishouding;

1.20 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.21 bed & breakfast:

een kleinschalige accommodatie gericht op het bieden van kortdurend toeristisch nachtverblijf met de verzorging van ontbijt zonder dat het een zelfstandige woning/wooneenheid betreft;

1.22 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, met uitzondering van aan huis gebonden beroepen;

1.23 bedrijf of beroep aan huis:

een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal vanuit een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner, waaronder niet begrepen het verstrekken van logies, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;

1.24 bedrijfsverzamelgebouw:

een gebouw waarin het uitoefenen van verschillende vormen van bedrijvigheid (waaronder industriële, ambachtelijke, dienstverlenende, consumentverzorgende, therapeutische functies en kantoren) wisselend en tegelijkertijd kan worden uitgeoefend, waarbij de ruimtelijke uitstraling in overeenstemming is met die van één bedrijf;

1.25 bedrijfsgebouw:

een gebouw, niet zijnde een kas, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.26 bedrijfsmatig exploiteren recreatieverblijf

het via een bedrijf, stichting of ongeacht welke rechtspersoon of rechtsvorm voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de logiesverblijven daadwerkelijk recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden;

1.27 bedrijfswoning:

één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor het huishouden van één persoon of gezin, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.28 beeldkwaliteit:

het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing met de karakteristieken van de locatie en omgeving door middel van aandacht voor stedenbouwkundige aspecten, architectuur, cultuurhistorie en landschap;

1.29 begane grond

de eerste bouwlaag boven peil;

1.30 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale vloeroppervlakte van de ruimten die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep, een bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag-, wacht- en administratieruimten en dergelijke;

1.31 bestaande situatie:

t.a.v. bebouwing

  • bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van onderhavig ontwerpbestemmingsplan, dan wel de bebouwing die mag worden gebouwd krachtens een vóór het tijdstip van terinzagelegging aangevraagde vergunning;

t.a.v. gebruik

  • het gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;

1.32 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.33 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.34 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw of woning dan wel een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw of woning verbonden bijgebouw, daar al dan niet tegen aangebouwd, met een dak, daaronder begrepen:

  1. a. aanbouw: een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk van één bouwlaag, een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan en in een directe verbinding staat met het hoofdgebouw en een toevoeging van een afzonderlijke ruimte inhoudt;
  2. b. bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
  3. c. uitbouw: een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk van één bouwlaag, een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan en in een directe verbinding staat met het hoofdgebouw en een vergroting van een bestaande ruimte inhoudt;

1.35 bijeenkomst:

bijeenkomsten van persoonlijke aard (persoonlijke levenssfeer) en in verenigingsverband tot maximaal 25 keer per jaar;

1.36 bos:

bosgebied en de in het bosgebied voorkomende niet beboste gedeelten, zoals bouw- of grasland, heide, stuifzand, moeras, veen, vennen, vijvers en waterlopen;

1.37 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.38 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.39 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijke omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;

1.40 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.41 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

  1. a. voorste bouwperceelsgrens: de grens van een bouwperceel gelegen aan een weg waaraan wordt gebouwd, tenzij door burgemeester en wethouders een andere perceelsgrens als zodanig wordt aangewezen;
  2. b. zijdelingse bouwperceelsgrens: de grens van een bouwperceel die loodrecht of nagenoeg loodrecht staat op de voorste bouwperceelsgrens;
  3. c. achterste bouwperceelsgrens: de meest van de weg af gelegen bouwperceelsgrens, evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan de voorste bouwperceelsgrens;

1.42 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.43 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.44 cultuurhistorische waarden en kenmerken:

de aan het bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;

1.45 dagrecreatieve voorzieningen:

het ontplooien van recreatieve activiteiten zoals kleinschalige recreatieve activiteiten in de vorm van bijvoorbeeld excursieruimten, huifkarverhuur, theetuinen en boerengolf, die ruimtelijk inpasbaar en verbonden zijn aan de bestaande te behouden agrarische bedrijfsvoering;

1.46 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt;.

Onder detailhandel moet ook verstaan worden commerciële dienstverlening zoals kapperszaken, schoenmakers en vergelijkbare bedrijven.

1.47 dienstverlening:

  1. a. zakelijke dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een kantoor en een congres- en vergaderaccommodatie;
  2. b. persoonlijke dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een kapsalon, schoonheidsspecialist e.d.

1.48 dierenpension:

inrichting waar kleine huisdieren bij afwezigheid van hun eigenaar tijdelijk kunnen verblijven;

1.49 dierenverzorgingscentrum:

inrichting waar de tijdelijke verzorging van dieren voorop staat, zoals een dierenpension, trimsalon en dierenfysiotherapiepraktijk;

1.50 ecologische verbindingszone:

bij bestemmingsplan aangeduid langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd;

1.51 ecologische waarden en kenmerken:

aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde;

1.52 ecologische hoofdstructuur (ehs):

samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden;

1.53 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;

1.54 evenement

elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak met uitzondering van bioscoopvoorstellingen, markten, betogingen en samenkomsten, (openbare) vergaderingen en sportwedstrijden op of in sportterreinen, sporthallen en/of –zalen;

1.55 extensieve dagrecreatie

vrijetijdsbesteding die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, vissen, zwemmen, roeien, kanoën etc, die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang;

1.56 extensiveringsgebied:

een gebied zoals aangeduid in het reconstructieplan waarbinnen uitbreiding (met uitzondering van uitbreiding ten behoeve van dierenwelzijn), hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij onmogelijk is;

1.57 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.58 geluidsgevoelig object

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;

1.59 geluidszoneringsplichtige inrichtingen:

een inrichting, waarbij op grond van artikel 40 van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.60 gevellijn:

de denkbeeldige lijn, die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen c.q. bouwgrenzen;

1.61 glastuinbouwbedrijf:

agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt;

1.62 grondgebonden bedrijf:

agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;

1.63 groepsaccommodatie:

een (gedeelte van) een gebouw dat is bestemd voor periodiek recreatief nachtverblijf door groepen, met permanent daarvoor ingerichte ruimten met gemeenschappelijke voorzieningen. Een kampeerboerderij en kamp(eer)huis vallen onder het begrip groepsaccommodatie;

1.64 hartlijn:

het midden van de leiding;

1.65 hoge teeltondersteunende voorzieningen:

teeltondersteunende voorzieningen met een minimale bouwhoogte van 1,5 meter;

1.66 hoofdgebouw:

gebouw(en) dat door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.67 horeca:

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;

de horecabedrijven zijn in vier categorieën te onderscheiden:

  1. 1. categorie 1: vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije dranken worden verstrekt, en waarvan de exploitatie overwegend tijdens winkeltijden plaatsvindt, zoals een lunchroom, broodjeszaak, en een ijssalon;
  2. 2. categorie 2: vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije dranken worden verstrekt, en waarvan de exploitatie zowel overdag als in de avonduren plaatsvindt, zoals een cafetaria, snackbar, afhaalcentrum, automatiek;
  3. 3. categorie 3: vormen van horeca-activiteiten waar in hoofdzaak maaltijden, (alcoholische) dranken en/of logies worden verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans in de middag- en avonduren plaatsvindt, zoals een café, restaurant, hotel en pension;
  4. 4. categorie 4: vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak alcoholische drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans in de avonduren plaatsvindt, een aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals bar-dancings, discotheken, nachtclubs, alsmede horeca met zaalaccommodatie;

1.68 huishouden

persoon of groep van personen die één huishouding voert;

1.69 intensieve veehouderij:

agrarisch bedrijf met een bedrijfvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van een grondgebonden melkrundveehouderij;

1.70 kampeermiddel:

  • een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  • enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde,

één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.71 kantoor:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.72 kap:

de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm danwel met een dakhelling van ten minste 15° en ten hoogste 75°;

1.73 kas:

agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter;

1.74 kelder:

een geheel ondergronds gelegen ruimte, die is gesitueerd onder een bovengronds hoofdgebouw, waarvan de bovenkant van de vloer zich onder peil bevindt;

1.75 kleinschalige kampeeractiviteiten:

terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief verblijf;

1.76 kunstwerken:

een civieltechnische constructie of -installatie in de infrastructuur die één of meer functies vervult zoals onderdoorgangen, duikers, overkluizingen;

1.77 lage teeltondersteunende voorzieningen:

teeltondersteunende voorzieningen met een maximale bouwhoogte van 1,5 meter;

1.78 landgoed:

functionele eenheid, bestaande uit bos en overige natuur al dan niet in combinatie met agrarische bedrijfsgronden, waarop één of meer wooneenheden met een karakteristieke verschijningsvorm zijn gesitueerd;

1.79 landschappelijke inpassing:

het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing en beplanting, rekening houdend met de ter plaatse voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden om zo te komen tot een landschappelijke inpassing van nieuwe bebouwing die recht doet aan de kwaliteit en de beleving van het landschap;

1.80 landschappelijke waarden en kenmerken:

gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;

1.81 logiesgebouw:

een gebouw zonder zelfstandige wooneenheden, met een gezamenlijk gebruik van keuken en sanitaire voorzieningen;

1.82 maatschappelijk:

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;

1.83 maatvoeringsvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge een matrixsymbool in het betreffende vlak bepaalde afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en/of aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn toegelaten;

1.84 manege:

een bedrijf voor het beoefenen van de hippische sport alsmede voor het stallen van paarden en pony's. Hiertoe behoren ook paardenhouderijen met verkeersaantrekkende werking en horecavoorziening;

1.85 mantelzorg:

het op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak;

1.86 natuurlijke waarde:

de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;

1.87 nevenactiviteit:

activiteiten waarvoor een gedeelte van de vloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen als zodanig mag worden gebruikt en die uitgevoerd worden naast het eigenlijke beroep of de hoofdactiviteit. Deze activiteiten zijn ondergeschikt aan de primair toegekende functie;

1.88 niet-grondgebonden bedrijf:

agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf of intensieve veehouderij;

1.89 nieuwvestiging:

projectie van een al dan niet gekoppeld agrarisch bouwblok op een locatie die volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet is voorzien van een zelfstandig bouwvlak;

1.90 noodzaak agrarisch bedrijf:

noodzaak vanuit een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling;

1.91 omschakeling:

geheel of gedeeltelijk overstappen van de ene agrarische bedrijfsvorm naar de andere agrarische bedrijfsvorm dan wel het overstappen van een niet-agrarisch gebruik naar een agrarische bedrijfsvorm;

1.92 ondergeschikt bouwdeel:

een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk, met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak;

1.93 ondergeschikte functie:

een functie van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de hoofdfunctie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard , omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft;

1.94 ondergronds bouwwerk:

een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen onder peil;

1.95 ondersteunende horeca:

een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren;

1.96 opplanten:

iedere handeling betreffende het plaatsen en aanbrengen van planten ten einde hun verdere groei of vermeerdering te bewerkstelligen;

1.97 opslag:

het opbergen van materialen met de bedoeling en op een dergelijke wijze, dat men later weer over het materiaal kan beschikken;

1.98 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;

1.99 paardenbak:

een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining;

1.100 paardenfokkerij:

een agrarisch bedrijf, gericht op het fokken en africhten van paarden, zoals hengstenstations, opfokbedrijven en paarden- en ponyfokbedrijven;

1.101 paardenhouderij:

een paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht en die primair zijn gericht op het stallen, africhten, trainen en verhandelen van paarden;

1.102 parkeergelegenheid/ parkeervoorzieningen:

elke stallingsgelegenheid op zowel openbaar als particulier terrein ten behoeve van een motorvoertuig op twee of meer dan twee wielen;

1.103 peil:

  • voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het terrein bij voltooiing van de bouw;

ter verduidelijking: de gemeente geeft voor de aanvang van de bouw aan wat het peil is. Daar waar het een historische situatie betreft, indien de definitie van dit begrip niet voldoet, wordt de drempel van de voordeur als maat aangehouden.

1.104 perceelgrens:

een grenslijn tussen (bouw)percelen onderling;

1.105 permanente bewoning:

bewoning door eenzelfde persoon of groep van personen, terwijl elders niet daadwerkelijk over een hoofdverblijf wordt beschikt;

1.106 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;

1.107 recreatie:

vrijetijdsbesteding zoals verblijfsrecreatie, dagrecreatie, agrotoerisme en extensief recreatief medegebruik zoals wandelen, fietsen, paardrijden, vissen, zwemmen, roeien, kanoën etc.;

1.108 recreatief medegebruik:

een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;

1.109 recreatieve bewoning:

de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;

1.110 recreatieverblijf:

  • plaatsgebonden recreatieverblijf: een bouwwerk dat langer dan 8 maanden op een kampeerterrein is geplaatst of niet langer te verplaatsen is dat geheel of ten dele wordt gebruikt of kan worden gebruikt voor recreatief verblijf; waaronder in ieder geval worden gerekend: een chalet, stacaravan, zomerhuisje, tenthuisje en trekkershut;
  • niet-plaatsgebonden recreatieverblijf: een bouwwerk dat niet langer dan 8 maanden op een kampeerterrein is geplaatst en verplaatsbaar is dat geheel of ten dele wordt gebruikt of kan worden gebruikt voor recreatief verblijf.

1.111 relatie:

een verbindingslijn die één of meerdere bij elkaar behorende bouwvlakken met elkaar verbindt, waardoor er voor de toepassing van deze regels sprake is van één bouwvlak;

1.112 reserveringsgebied voor waterberging:

gebied dat mogelijk in de toekomst noodzakelijk is om wateroverlast uit regionale watersystemen tegen te gaan;

1.113 schuilgelegenheid:

overdekte ruimte, aan maximaal drie zijden omsloten door wanden, waarvan dieren gebruik moeten kunnen maken in geval van weidegang, met als doel bescherming tegen extreme weersomstandigheden in zowel zomer als winter. In de schuilgelegenheid is geen opslag toegestaan;

1.114 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.

Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.115 speelvoorziening:

een sport- of speeltoestel;

1.116 standplaats (toeristisch):

een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek door middel van nummering, stroomvoorziening, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf. Een bijzet-tentje voor bijvoorbeeld de kinderen wordt hierbij niet als afzonderlijk kampeermiddel aangemerkt;

1.117 statische opslag (binnenopslag):

de binnenopslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven zoals (seizoens)stalling van auto's, boten, caravans, campers en dergelijke. De opslag mag niet zijn bedoeld voor handel;

1.118 teeltondersteunende kas:

een teeltondersteunende voorziening bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden. Hieronder vallen ook schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen (>1,5 meter);

1.119 teeltondersteunende voorzieningen:

een voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om de volgende doelen na te streven:

  • verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
  • verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen;
  • bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringen van onkruidbestrijding, effectief omgaan met water);

in de vorm van:

  • permanente teeltondersteunende voorzieningen zijn voorzieningen die voor onbepaalde tijd worden gebruikt. Hieronder worden ook kassen verstaan;
  • tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn voorzieningen die op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een maximum van 6 aaneengesloten maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik. Hieronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten.

1.120 theetuin:

een uitspanning waar thee en andere dranken alsmede kleine spijzen voor consumptie ter plaatse worden verstrekt, geen restaurant zijnde;

1.121 tuin:

de gronden van een bouwperceel behorende bij een (bedrijfs)woning;

1.122 twee- aaneen gebouwde woning:

een gebouw, deel uitmakend van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen, waarvan de hoofdbebouwing aan maximaal één zijde grenst/aansluit aan een ander hoofdgebouw;

1.123 VAB-vestiging:

vrijkomend agrarisch bedrijf;

1.124 verblijfsrecreatie:

vormen van recreatie die hoofdzakelijk gericht zijn op verstrekken van nachtverblijf;

1.125 verbrede landbouw:

het ontplooien van (neven)activiteiten op een agrarisch bedrijf zoals kleinschalige recreatieve activiteiten, die ruimtelijk inpasbaar zijn en verbonden zijn aan de bestaande te behouden agrarische bedrijfsvoering;

1.126 verenigingsleven:

totaal van activiteiten van verenigingen, clubs en dergelijke in een bepaald gebied;

1.127 verwevingsgebied:

een verwevingsgebied is gericht op de verweving van landbouw, wonen en natuur. In een verwevingsgebied is hervestiging of uitbreiding van de intensieve veehouderij mogelijk mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten;

1.128 volwaardig agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van tenminste één volledige arbeidskracht met een daarbij passende arbeidsomvang en een daaruit te verwachten redelijk inkomen;

1.129 voorgevel:

een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw of woning. Indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, is de gevel waar de hoofdingang is gesitueerd de voorgevel;

1.130 voorzieningen van algemeen nut:

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;

1.131 vormverandering van een bouwvlak:

wijziging van de begrenzing van een bouwvlak zonder dat dit gepaard gaat met een vergroting van de totale oppervlakte;

1.132 waterhuishoudkundige voorzieningen:

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.;

1.133 waterberging:

gebieden die integraal onderdeel uitmaken van het watersysteem en die periodiek vanuit het oppervlaktewatersysteem kunnen overstromen;

1.134 weg:

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

1.135 wet/wettelijke regelingen:

indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;

1.136 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de bewoning van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten;

1.137 zorgactiviteiten:

een agrarisch bedrijf waar ouderen en/of mensen met een lichamelijke beperking of een verstandelijke handicap worden begeleid gecombineerd met agrarische activiteiten.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de bouwperceelsgrens

tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortste is;

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.4 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.5 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.6 ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk

vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk;

2.7 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.8 vloeroppervlakte:

de vloeroppervlakte van een gebouw geeft, in bepaalde mate, de grootte van het gebouw weer. De vloeroppervlakte wordt binnenwerks bepaald: de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor de desbetreffende activiteit(en).

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch - Paardenhouderij

3.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Agrarisch - Paardenhouderij aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een duurzame agrarische bedrijfsuitoefening in de vorm van een paardenhouderij;
  2. b. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud;
  3. c. wonen in een bedrijfswoning;
  4. d. agrarisch natuurbeheer;
  5. e. extensief recreatief medegebruik;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. f. 'paardenfokkerij', als ondergeschikte functie een paardenfokkerij;

met ondergeschikt:

  1. g. nevenactiviteiten binnen de bestaande bebouwing cumulatief tot 400 m2 vloeroppervlakte in de volgende vormen:
    1. 1. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
    2. 2. dagrecreatie als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte;
    3. 3. verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals groepsaccommodatie tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte, met uitzondering van bed & breakfast zoals bedoeld in sub 4;
    4. 4. bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;
  1. 5. zorgactiviteiten tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte;
  2. 6. ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten tot maximaal 200 m2 vloeroppervlakte;
  3. 7. ondersteunende horeca tot maximaal 100 m² vloeroppervlakte;
  4. 8. dierenpension tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte;
  5. 9. theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
  1. h. kleinschalige kampeeractiviteiten tot maximaal 15 staanplaatsen buiten de bestaande bebouwing;


ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. i. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. j. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. k. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. l. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  5. m. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbij behorende voorzieningen

  1. n. voorzieningen van algemeen nut;
  2. o. infrastructurele voorzieningen;
  3. p. parkeervoorzieningen;
  4. q. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. r. groenvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. maneges;
  2. b. publieksaantrekkende activiteiten, zoals het houden van evenementen;
  3. c. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  4. d. detailhandel;
  5. e. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  6. f. seksinrichtingen;
  7. g. buitenopslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak, met uitzondering van opslag ten behoeve van voer en vaste mest wat uitsluitend binnen het bouwvlak is toegestaan;
  8. h. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  9. i. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning;
  10. j. het gebruik van gebouwen, behoudens de bedrijfswoning(en), voor permanente of tijdelijke bewoning en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid;
  11. k. lichtmasten bij een paardenbak.

3.5 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Kampen- Of Hoevenlandschap

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Agrarisch - Kampen- of hoevenlandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een duurzame agrarische bedrijfsuitoefening;
  2. b. een grondgebonden agrarisch bedrijf;
  3. c. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van het kleinschalige cultuurlandschap;
  4. d. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud;
  5. e. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden;
  6. f. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur;
  7. g. op de gronden die gekoppeld zijn door middel van een relatieteken, is één agrarisch bedrijf toegestaan;
  8. h. wonen in een bedrijfswoning;
  9. i. extensief recreatief medegebruik;
  10. j. een tuin binnen een zone van 50 meter van de bedrijfswoning of aangrenzend aan de bestemming 'Wonen - 2' of 'Wonen - 3';
  11. k. agrarisch natuurbeheer.

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. l. 'glastuinbouw', een glastuinbouwbedrijf;
  2. m. 'intensieve veehouderij', een intensieve veehouderij;
  3. n. 'specifieke vorm van agrarisch - containerveld', een containerveld;
  4. o. 'specifieke vorm van detailhandel - bloemisterijartikelen', verkoop van bloemisterijartikelen tot maximaal 1200 m² aan bedrijfsvloeroppervlakte;
  5. p. 'zorgboerderij', een zorgboerderij;

met ondergeschikt:

  1. q. nevenactiviteiten binnen de bestaande bebouwing cumulatief tot 400 m²vloeroppervlakte in de volgende vormen:
    1. 1. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximaal 100 m²vloeroppervlakte;
    2. 2. dagrecreatie als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximaal 400 m²vloeroppervlakte;
    3. 3. verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals groepsaccommodatie tot maximaal 400 m²vloeroppervlakte, met uitzondering van bed & breakfast zoals bedoeld in sub 4;
    4. 4. bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;
    5. 5. zorgactiviteiten tot maximaal 400 m²vloeroppervlakte;
    6. 6. ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten tot maximaal 200 m²vloeroppervlakte;
    7. 7. ondersteunende horeca tot maximaal 100 m² vloeroppervlakte;
    8. 8. dierenpension tot maximaal 400 m2\² vloeroppervlakte;
    9. 9. theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m²vloeroppervlakte;
  2. r. kleinschalige kampeeractiviteiten tot maximaal 15 staanplaatsen buiten de bestaande bebouwing;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. s. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. t. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. u. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. v. 'ecologische verbindingszone', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  5. w. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  6. x. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  7. y. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  8. z. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbij behorende voorzieningen:

  1. aa. voorzieningen van algemeen nut;
  2. ab. infrastructurele voorzieningen;
  3. ac. parkeervoorzieningen;
  4. ad. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. ae. groenvoorzieningen;
  6. af. voet- en rijwielpaden.

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. hoge teeltondersteunende voorzieningen;
  3. c. (teeltondersteunende) kassen binnen het bouwvlak, behoudens het bepaalde in 4.2.3;
  4. d. detailhandel, met uitzondering van de verkoop van streekeigen producten en bloemisterijartikelen zoals bepaald in 4.1;
  5. e. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  6. f. seksinrichtingen;
  7. g. buitenopslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak, met uitzondering van opslag ten behoeve van voer en vaste mest wat uitsluitend binnen het bouwvlak is toegestaan;
  8. h. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  9. i. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning;
  10. j. het oprichten van paardenbakken buiten het bouwvlak;
  11. k. het gebruik van gebouwen, behoudens de bedrijfswoning(en), voor permanente of tijdelijke bewoning en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid;
  12. l. lichtmasten bij een paardenbak;
  13. m. een geiten- en/of schapenhouderij.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.7 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Polder

5.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een duurzame agrarische bedrijfsuitoefening;
  2. b. een grondgebonden agrarisch bedrijf binnen het bouwvlak;
  3. c. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van het open landschappelijke karakter;
  4. d. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden;
  5. e. wonen in een bedrijfswoning binnen het bouwvlak;
  6. f. op de gronden die gekoppeld zijn door middel van een relatieteken, is één agrarisch bedrijf toegestaan;
  7. g. agrarisch natuurbeheer;
  8. h. extensief recreatief medegebruik;
  9. i. een tuin binnen een zone van 50 meter van de bedrijfswoning of aangrenzend aan de bestemming 'Wonen - 2' of 'Wonen - 3';

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. j. 'intensieve veehouderij', een intensieve veehouderij;
  2. k. 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij', een kwekerij;
  3. l. 'specifieke vorm van agrarisch - vrijkomend agrarisch bedrijf', een VAB-vestiging;

met ondergeschikt:

  1. m. nevenactiviteiten binnen de bestaande bebouwing cumulatief tot 400 m2 vloeroppervlakte in de volgende vormen:
    1. 1. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
    2. 2. dagrecreatie als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte;
    3. 3. verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals groepsaccommodatie tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte, met uitzondering van bed & breakfast zoals bedoeld in sub 4;
    4. 4. bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;
    5. 5. zorgactiviteiten tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte;
    6. 6. ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten tot maximaal 200 m2 vloeroppervlakte;
    7. 7. ondersteunende horeca tot maximaal 100 m² vloeroppervlakte;
    8. 8. dierenpension tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte;
    9. 9. theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
  2. n. kleinschalige kampeeractiviteiten tot maximaal 15 staanplaatsen buiten de bestaande bebouwing;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. o. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. p. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. q. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. r. 'ecologische verbindingszone', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  5. s. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  6. t. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbij behorende voorzieningen:

  1. u. voorzieningen van algemeen nut;
  2. v. infrastructurele voorzieningen;
  3. w. parkeervoorzieningen;
  4. x. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. y. groenvoorzieningen;
  6. z. voet- en rijwielpaden.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. kassen binnen het bouwvlak;
  3. c. hoge teeltondersteunende voorzieningen, behoudens het bepaalde in 5.6.1 sub d;
  4. d. (teeltondersteunende) kassen binnen het bouwvlak, behoudens het bepaalde in 5.2.2 sub e;
  5. e. detailhandel, met uitzondering van de verkoop van streekeigen producten zoals bepaald in 5.1;
  6. f. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  7. g. seksinrichtingen;
  8. h. buitenopslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak, met uitzondering van opslag ten behoeve van voer en vaste mest wat uitsluitend binnen het bouwvlak is toegestaan;
  9. i. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  10. j. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning;
  11. k. het oprichten van paardenbakken buiten het bouwvlak;
  12. l. het gebruik van gebouwen, behoudens de bedrijfswoning(en), voor permanente of tijdelijke bewoning en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid;
  13. m. lichtmasten bij een paardenbak;
  14. n. een geiten- en/of schapenhouderij.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.7 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. op de gronden die gekoppeld zijn door middel van een relatieteken, is één bedrijf toegestaan;
  2. b. wonen in een bedrijfswoning;
  3. c. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur, voor zover die gronden daarbinnen zijn gelegen;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. d. 'specifieke vorm van bedrijf - aannemers- en transportbedrijf', een aannemers- en transportbedrijf en buitenopslag binnen het bouwvlak;
  2. e. 'specifieke vorm van detailhandel - autohandel', uitsluitend een autohandel met een maximale milieucategorie 2 waarbij 10 motorvoertuigen voor handelsdoeleinden en 4 motorvoertuigen voor privédoeleinden aanwezig mogen zijn;
  3. f. 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf', een constructiebedrijf;
  4. g. 'specifieke vorm van bedrijf - cultuurtechnisch bedrijf ', een cultuurtechnisch bedrijf;
  5. h. 'specifieke vorm van bedrijf - dierenverzorgingscentrum', een dierenpension, trimsalon en dierenfysiotherapiepraktijk;
  6. i. 'specifieke vorm van bedrijf - fotostudio', een fotostudio;
  7. j. 'specifieke vorm van bedrijf - herstelinrichting voor- en handel in caravans en campers', herstelinrichting voor- en handel in caravans en campers;
  8. k. specifieke vorm van bedrijf 'hovenier', een hoveniersbedrijf;
  9. l. 'specifieke vorm van bedrijf - ki station ', een ki station;
  10. m. 'specifieke vorm van bedrijf – bedrijfsverzamelgebouw', een bedrijfsverzamelgebouw;
  11. n. 'specifieke vorm van bedrijf - mest- en terragrondopslag', een bedrijf voor mest- en terragrondopslag;
  12. o. specifieke vorm van bedrijf 'opslag', een opslagbedrijf;
  13. p. specifieke vorm van bedrijf - palletbedrijf en mozaiekhandel', een palletbedrijf en mozaiekhandel;
  14. q. 'specifieke vorm van bedrijf - schildersbedrijf', een schildersbedrijf;
  15. r. 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw', tevens wonen in het bedrijfsgebouw;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. s. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. t. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. u. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. v. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  5. w. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. x. voorzieningen van algemeen nut;
  2. y. tuinen en erven;
  3. z. wegen, voet- en rijwielpaden;
  4. aa. parkeervoorzieningen;
  5. ab. groenvoorzieningen;
  6. ac. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. detailhandel, behoudens detailhandel zoals bedoeld in 6.1 sub g en m;
  3. c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  4. d. seksinrichtingen;
  5. e. kamperen;
  6. f. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak, behoudens buitenopslag binnen het bestemmingsvlak zoals bedoeld in 6.1 sub d, e, f, m en n;
  7. g. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 6.1 sub n en u;
  8. h. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  9. i. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw' is geen grondgebonden bedrijfswoningen toegestaan.

6.4 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening

7.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. voorzieningen van algemeen nut;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. b. 'specifieke vorm van bedrijf - antenne-installatie', een antenne-installatie;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. c. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. d. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. e. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  4. f. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 8 Bos

8.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. instandhouding van bos met de daarop afgestemde bosbouw;
  2. b. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud;
  3. c. instandhouding van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige, waterhuishoudkundige en/of abiotische waarden;
  4. d. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur;
  5. e. extensieve dagrecreatie;
  6. f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. g. 'parkeerterrein', een parkeerterrein met instandhouding van het aanwezige bos;
  2. h. 'specifieke vorm van recreatie – ijzeren man', speelvoorzieningen en klimtorens met instandhouding van het aanwezige bos;
  3. i. 'verenigingsleven', een vereniging;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. j. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. k. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. l. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. m. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  5. n. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  6. o. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  7. p. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:

  1. a. zitbanken;
  2. b. voorzieningen ten behoeve van waterbeheer en natuurontwikkeling met een maximale bouwhoogte van 5 meter;
  3. c. speelvoorzieningen en klimtorens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – ijzeren man' met een maximale bouwhoogte van 20 meter;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' mogen bouwwerken ten behoeve van de vereniging worden gebouwd, hiervoor gelden de volgende bepalingen:
    1. 1. de bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
    2. 2. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan is aangegeven.

8.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  3. c. kamperen.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 9 Cultuur En Ontspanning

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Cultuur en Ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. a. 'museum', een museum;

met ondergeschikt:

  1. b. horecavoorzieningen die ten dienste staan van het gebruik zoals genoemd in sub a;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. c. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. d. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. e. tuinen en erven;
  2. f. wegen, voet- en rijwielpaden;
  3. g. parkeervoorzieningen;
  4. h. groenvoorzieningen;
  5. i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. j. voorzieningen van algemeen nut.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. seksinrichtingen;
  3. c. kamperen;
  4. d. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  5. e. wonen;
  6. f. horeca, met uitzondering van ondergeschikte horecavoorzieningen als bedoeld in 9.1.

Artikel 10 Detailhandel

10.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. wonen in een bedrijfswoning;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. c. 'tuincentrum', uitsluitend een tuincentrum;
  2. d. 'supermarkt', uitsluitend een supermarkt met bovenwoningen;
  3. e. 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw', tevens wonen in het bedrijfsgebouw;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. f. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. g. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. h. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. i. tuinen en erven;
  2. j. wegen, voet- en rijwielpaden;
  3. k. parkeervoorzieningen;
  4. l. groenvoorzieningen;
  5. m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. n. voorzieningen van algemeen nut.

10.2 Bouwregels

10.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  3. c. seksinrichtingen;
  4. d. kamperen;
  5. e. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  6. f. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 10.1 sub d, e en i;
  7. g. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  8. h. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning;
  9. i. ter plaatse van de aanduidingen 'supermarkt' en 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw' zijn geen grondgebonden bedrijfswoningen toegestaan.

Artikel 11 Dienstverlening

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dienstverlening;
  2. b. wonen in een bedrijfswoning;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. c. 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw', wonen in het bedrijfsgebouw;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. d. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. e. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. f. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. g. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. h. tuinen en erven;
  2. i. wegen, voet- en rijwielpaden;
  3. j. parkeervoorzieningen;
  4. k. groenvoorzieningen;
  5. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. m. voorzieningen van algemeen nut.

11.2 Bouwregels

11.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. seksinrichtingen;
  3. c. kamperen;
  4. d. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  5. e. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 11.1 sub f en g;
  6. f. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  7. g. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw' is geen grondgebonden bedrijfswoningen toegestaan.

Artikel 12 Groen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. bermen en beplanting;
  3. c. waterlopen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. d. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening', een speelvoorziening;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. e. ter plaatse van de aanduiding 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;

met de daarbij behorende voorzieningen:

  1. f. voet- en rijwielpaden;
  2. g. voorzieningen van algemeen nut;
  3. h. kunstwerken;
  4. i. waterlopen en waterpartijen.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 13 Horeca

13.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een bedrijfswoning, met uitzondering van het bepaalde in sub g;
  2. b. bijeenkomsten ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. c. 'horeca van categorie ', horeca van categorie 3;
  2. d. 'horeca van categorie 3 en 4', horeca van categorie 3 en 4 met uitzondering van bar-dancings, discotheken, nachtclubs;
  3. e. 'kantoor', een ondergeschikt kantoor;
  4. f. 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw', tevens wonen in het bedrijfsgebouw;
  5. g. 'bedrijfswoning uitgesloten', wonen in een bedrijfswoning niet toegestaan;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. h. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. i. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. j. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. k. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  5. l. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  6. m. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. n. tuinen en erven;
  2. o. wegen, voet- en rijwielpaden;
  3. p. parkeervoorzieningen;
  4. q. groenvoorzieningen;
  5. r. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. s. voorzieningen van algemeen nut.

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. seksinrichtingen;
  3. c. kamperen;
  4. d. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  5. e. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 13.1 sub l en m;
  6. f. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  7. g. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw' is geen grondgebonden bedrijfswoningen toegestaan.

Artikel 14 Kantoor

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een kantoor;

met de daarbij behorende gebiedsaanduidingen:

  1. b. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. c. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. d. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. e. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. f. tuinen en erven;
  2. g. wegen, voet- en rijwielpaden;
  3. h. parkeervoorzieningen;
  4. i. groenvoorzieningen;
  5. j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. k. voorzieningen van algemeen nut.

14.2 Bouwregels

14.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. wonen;
  3. c. seksinrichtingen;
  4. d. kamperen;
  5. e. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak.

Artikel 15 Maatschappelijk

15.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. wonen in een bedrijfswoning;
  3. c. behoud van de bestaande waardevolle houtopstanden;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. d. 'begraafplaats', een begraafplaats;
  2. e. 'brandweerkazerne', een brandweerkazerne;
  3. f. 'justitiële inrichting', een justitiële inrichting;
  4. g. 'kazerne', een kazerne;
  5. h. 'militair oefenterrein', een militair oefenterrein;
  6. i. 'onderwijs', een onderwijsinstelling;
  7. j. 'religie', voor religieuze doeleinden;
  8. k. 'specifieke vorm van maatschappelijk - klooster / congrescentrum', een klooster en/of congrescentrum;
  9. l. 'specifieke vorm van maatschappelijk - wijkcentrum', een wijkcentrum;
  10. m. 'sporthal', een sporthal;
  11. n. 'verenigingsleven', een vereniging;

met ondergeschikt:

  1. o. horeca ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. p. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. q. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. r. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  4. s. 'veiligheidszone - munitie a', een veiligheidszone voor de bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de munitieopslagplaats. De regeling opgenomen in artikel 46.3 dient in acht te worden genomen;
  5. t. veiligheidszone - munitie b', een veiligheidszone voor de bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de munitieopslagplaats. De regeling opgenomen in artikel 46.4 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. u. tuinen en erven;
  2. v. wegen, voet- en rijwielpaden;
  3. w. parkeervoorzieningen;
  4. x. groenvoorzieningen;
  5. y. sportvoorzieningen ten behoeve van eigen gebruik;
  6. z. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  7. aa. voorzieningen van algemeen nut.

15.2 Bouwregels

15.3 Afwijken van de bouwregels

Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

15.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  3. c. seksinrichtingen;
  4. d. kamperen, behoudens kamperen in verenigingsverband;
  5. e. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  6. f. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 15.1;
  7. g. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  8. h. een logiesgebouw voor structurele al dan niet tijdelijke huisvesting van personen;
  9. i. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning.

15.5 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 16 Natuur

16.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurlijke waarde en/of ecologische waarde;
  2. b. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud;
  3. c. instandhouding van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige, waterhuishoudkundige en/of abiotische waarden;
  4. d. extensieve dagrecreatie;
  5. e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. f. voet- en rijwielpaden.

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. g. 'militair oefenterrein', een militair oefenterrein;
  2. h. 'parkeerterrein', een parkeerterrein;
  3. i. 'specifieke vorm van maatschappelijk - oorlogsgedenkplaats', een oorlogsgedenkplaats.

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. j. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. k. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. l. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. m. 'ecologische verbindingszone', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  5. n. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  6. o. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  7. p. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  8. q. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

16.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:

  1. a. zitbanken;
  2. b. voorzieningen ten behoeve van waterbeheer en natuurontwikkeling met een maximale bouwhoogte van 5 meter;
  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein' mogen bouwwerken ten behoeve van militair gebruik worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
    1. 1. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter;
    2. 2. de totale oppervlakte aan bebouwing bedraagt maximaal 100 m²;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - oorlogsgedenkplaats' mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de gedenkplaats, met een maximale bouwhoogte van 4 meter.

16.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  3. c. kamperen, behoudens kamperen in verenigingsverband;
  4. d. bewonen van gebouwen.

Artikel 17 Recreatie - Ijzeren Man

17.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een recreatieve voorziening met een strandpaviljoen, horeca en bijbehorende voorzieningen;
  2. b. horeca in categorie 1, 2 en 4;
  3. c. extensieve dagrecreatie;
  4. d. evenementen tot een maximum van 12 evenementen per jaar;
  5. e. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud;
  6. f. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur, voor zover die gronden daarbinnen zijn gelegen;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. g. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. h. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. i. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. j. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. k. tuinen en erven;
  2. l. wegen, voet- en rijwielpaden;
  3. m. parkeervoorzieningen;
  4. n. groenvoorzieningen;
  5. o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. hotel, pension, discotheken en nachtclubs
  3. c. seksinrichtingen;
  4. d. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  5. e. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 17.1;
  6. f. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  7. g. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning.

17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 18 Recreatie - Volkstuinen

18.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. volkstuinen;
  2. b. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud
  3. c. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur, voor zover die gronden daarbinnen zijn gelegen;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. d. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. e. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. f. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  4. g. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. h. tuinen en erven;
  2. i. wegen, voet- en rijwielpaden;
  3. j. parkeervoorzieningen;
  4. k. groenvoorzieningen;
  5. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

18.2 Bouwregels

18.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. seksinrichtingen;
  3. c. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  4. d. wonen;
  5. e. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  6. f. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning.

Artikel 19 Recreatie - Verblijfsrecreatie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een bedrijfsmatig geëxploiteerd terrein met recreatieverblijven met bijbehorende centrale en horecavoorzieningen;
  2. b. extensieve dagrecreatie;
  3. c. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud;
  4. d. wonen in een bedrijfswoning;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. e. 'sportveld', een sportveld tot een maximum van 100 m²;
  2. f. 'specifieke vorm van groen – landschappelijke inpassing';
  3. g. 'parkeerterrein', een parkeerterrein;
  4. h. 'specifieke vorm van recreatie – werkplaats', een werkplaats;

met ondergeschikt:

  1. i. detailhandel met een maximale oppervlakte van 200 m²;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. j. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. k. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. l. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. m. 'ecologische verbindingszone', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  5. n. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  6. o. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. p. tuinen en erven;
  2. q. wegen, voet- en rijwielpaden;
  3. r. parkeervoorzieningen;
  4. s. groenvoorzieningen;
  5. t. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

19.2 Bouwregels

19.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. seksinrichtingen;
  3. c. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  4. d. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 19.1;
  5. e. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  6. f. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning;
  7. g. permanente bewoning van recreatieverblijven.

19.4 Afwijken van de bouwregels

het bevoegd gezag kan doormiddel van een omgevingsvergunning afwijken van de in artikel 19.2.5 sub b. onder 4 en 8. genoemde afstanden mits dit niet leidt tot een verstoring van de ruimtelijke kwaliteit en de onderlinge afstand tussen recreatiebedrijven ten minste 5 meter bedraagt.

Artikel 20 Sport

20.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van sportactiviteiten;
  2. b. extensieve dagrecreatie;
  3. c. buitenschoolse opvang als ondergeschikte functie bij de voetbalclub en de hockeyclub;
  4. d. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur, voor zover die gronden daarbinnen zijn gelegen;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. e. 'modelvliegtuigbaan', een modelvliegtuigbaan;
  2. f. 'specifieke vorm van sport - handboogschietterrein', een handboogschietterrein;
  3. g. 'specifieke vorm van sport - hondenoefenterrein', een hondenoefenterrein;
  4. h. 'specifieke vorm van sport - schietterrein', een schietterrein;
  5. i. 'specifieke vorm van sport - tennishal', een tennishal;
  6. j. 'sportveld', een sportveld;
  7. k. 'tennisbaan', een tennisbaan;

met ondergeschikt:

  1. l. horeca ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik tot maximaal 300 m2;vloeroppervlakte;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. m. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. n. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. o. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. p. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met daarbij behorende voorzieningen:

  1. q. tuinen en erven;
  2. r. wegen, voet- en rijwielpaden;
  3. s. parkeervoorzieningen;
  4. t. groenvoorzieningen;
  5. u. incidentele bijeenkomsten;
  6. v. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

20.2 Bouwregels

20.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. seksinrichtingen;
  3. c. kamperen;
  4. d. wonen;
  5. e. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak.

20.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

Artikel 21 Sport - Manege

21.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een manege;
  2. b. extensieve dagrecreatie;

met ondergeschikt:

  1. c. horeca ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
  2. d. nevenactiviteit in de vorm van een bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. e. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. f. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. g. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met daarbij behorende voorzieningen:

  1. h. tuinen en erven;
  2. i. wegen, voet- en rijwielpaden;
  3. j. parkeervoorzieningen;
  4. k. groenvoorzieningen;
  5. l. incidentele bijeenkomsten;
  6. m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

21.2 Bouwregels

21.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

21.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. seksinrichtingen;
  3. c. kamperen;
  4. d. wonen;
  5. e. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak.

Artikel 22 Verkeer

22.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. d. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. e. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. f. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. g. 'ecologische verbindingszone', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  5. h. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  6. i. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  7. j. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  8. k. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met daarbij behorende voorzieningen:

  1. l. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  2. m. straatmeubilair;
  3. n. geluidschermen;
  4. o. voorzieningen van algemeen nut;
  5. p. kunstwerken;
  6. q. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

22.2 Bouwregels

22.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. kamperen;
  2. b. opslag van goederen en materialen.

Artikel 23 Verkeer - Langzaam Verkeer

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer – Langzaam verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. voet- en rijwielpaden;
  2. b. parkeervoorzieningen;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. c. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. d. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. e. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. f. 'ecologische verbindingszone', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;te
  5. g. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  6. h. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 43.2 dient in acht te worden genomen;

met daarbij behorende voorzieningen:

  1. i. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  2. j. straatmeubilair;
  3. k. voorzieningen van algemeen nut;
  4. l. kunstwerken;
  5. m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

23.2 Bouwregels

23.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. kamperen;
  2. b. opslag van goederen en materialen.

Artikel 24 Verkeer - Onverhard

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer – Onverhard' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. onverharde wegen en straten met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. d. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. e. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. f. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. g. 'ecologische verbindingszone', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  5. h. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  6. i. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  7. j. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  8. k. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met daarbij behorende voorzieningen:

  1. l. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  2. m. straatmeubilair;
  3. n. voorzieningen van algemeen nut;
  4. o. kunstwerken;
  5. p. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

24.2 Bouwregels

24.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. kamperen;
  2. b. opslag van goederen en materialen.

Artikel 25 Verkeer - Railverkeer

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer – Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegen met ten hoogste 2 sporen (exclusief eventuele rangeersporen);
  2. b. voorzieningen ten behoeve van spoorwegverkeer;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. c. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. d. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. e. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  4. f. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met daarbij behorende voorzieningen:

  1. g. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  2. h. straatmeubilair;
  3. i. voorzieningen van algemeen nut;
  4. j. kunstwerken in de vorm van onderdoorgangen;
  5. k. wegen, voet- en rijwielpaden;
  6. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

25.2 Bouwregels

25.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. kamperen;
  2. b. opslag van goederen en materialen.

Artikel 26 Water

26.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. b. extensieve dagrecreatie;
  3. c. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurlijke waarde en/of ecologische waarde;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. d. 'recreatie', recreatief medegebruik;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. e. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. f. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. g. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. h. 'ecologische verbindingszone', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  5. i. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  6. j. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  7. k. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  8. l. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbij behorende voorzieningen:

  1. m. kunstwerken;
  2. n. beheer- en onderhoudspaden;
  3. o. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
  4. p. nutsvoorzieningen.

26.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mag niet worden gebouwd behoudens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang en/of waterkering of natuurontwikkeling;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 5 meter.

26.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. detailhandel;
  3. c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  4. d. seksinrichtingen;
  5. e. kamperen;
  6. f. horeca;
  7. g. opslag van goederen en materialen;
  8. h. wonen.

Artikel 27 Wonen - 1

27.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in de vorm van woningen, niet zijnde woonwagens, al dan niet in combinatie met een bedrijf of beroep aan huis;
  2. b. bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. c. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. d. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. e. tuinen, erven en terreinen;
  2. f. parkeervoorzieningen;
  3. g. nutsvoorzieningen;
  4. h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. i. groenvoorzieningen.

27.2 Bouwregels

27.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

27.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. detailhandel;
  3. c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  4. d. seksinrichtingen;
  5. e. kamperen;
  6. f. horeca;
  7. g. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  8. h. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  9. i. bewoning als afhankelijke woonruimte.

27.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. het is verboden om de cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zoals genoemd in de als bijlage opgenomen Lijst met cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zonder of in afwijking van een vergunning voor het slopen van een bouwwerk, de aanwezige bouwwerken te slopen;
  2. b. aan de omgevingsvergunning kan in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerd deskundige.

Artikel 28 Wonen - 2

28.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. c. 'geluidscherm', een geluidscherm;
  2. d. 'specifieke vorm van wonen - ambachtswoning', vier ambachtswoningen;
  3. e. 'specifieke vorm van bedrijf - autoreparatie', reparatie van maximaal 5 auto's per week;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. f. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. g. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. h. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. i. 'ecologische verbindingszone', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  5. j. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  6. k. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  7. l. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  8. m. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. n. tuinen, erven en terreinen;
  2. o. parkeervoorzieningen;
  3. p. nutsvoorzieningen;
  4. q. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. r. groenvoorzieningen.

28.2 Bouwregels

28.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

28.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. detailhandel;
  3. c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  4. d. seksinrichtingen;
  5. e. kamperen;
  6. f. horeca;
  7. g. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  8. h. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  9. i. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  10. j. lichtmasten bij paardenbakken.

28.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. het is verboden om de cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zoals genoemd in de als bijlage opgenomen Lijst met cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zonder of in afwijking van een vergunning voor het slopen van een bouwwerk, de aanwezige bouwwerken te slopen;
  2. b. aan de omgevingsvergunning kan in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerd deskundige.

28.6 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 29 Wonen - 3

29.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Wonen - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  1. c. 'specifieke vorm van wonen - gastenverblijf', een gastenverblijf;

met ondergeschikt:

  1. d. een theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. e. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. f. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  3. g. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  4. h. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  5. i. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  6. j. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
  7. k. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. l. tuinen, erven en terreinen;
  2. m. parkeervoorzieningen;
  3. n. nutsvoorzieningen;
  4. o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. p. groenvoorzieningen.

29.2 Bouwregels

29.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

29.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. detailhandel;
  3. c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  4. d. seksinrichtingen;
  5. e. kamperen;
  6. f. horeca;
  7. g. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  8. h. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  9. i. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  10. j. lichtmasten bij paardenbakken.

29.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. het is verboden om de cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zoals genoemd in de als bijlage opgenomen Lijst met cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zonder of in afwijking van een vergunning voor het slopen van een bouwwerk, de aanwezige bouwwerken te slopen;
  2. b. aan de omgevingsvergunning kan in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerd deskundige.

Artikel 30 Woongebied - Uit Te Werken

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  1. b. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  2. c. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  1. d. woonstraten en paden;
  2. e. groenvoorzieningen;
  3. f. parkeervoorzieningen;
  4. g. speelvoorzieningen;
  5. h. waterlopen en waterpartijen;
  6. i. voorzieningen van algemeen nut.

30.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de bestemming overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming van de volgende regels uit:

  1. a. er dient aangesloten te worden bij de bepalingen van Wonen - 1 en Groen;
  2. b. er zijn maximaal 13 woningen toegestaan;
  3. c. er zijn vrijstaande, aaneengebouwde en twee-aaneengebouwde woningen toegestaan.

30.3 Bouwregels

30.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 30.3.1 onder de volgende voorwaarde:

  1. a. Er kan slechts worden gebouwd in overeenstemming met een concept of ontwerp uitwerkingsplan dat ter visie heeft gelegen en waartegen geen zienswijzen zijn ingebracht.

Artikel 31 Leiding - Brandstof

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Brandstof aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), met voorrang mede bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van brandstof.

31.2 Bouwregels

31.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 Leiding - Gas 1

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Gas 1 aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), met voorrang mede bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 12,75 inch en een druk van ten hoogste 40 bar met de daarbij behorende belemmeringenstrook.

32.2 Bouwregels

32.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 32.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 33 Leiding - Gas 2

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Gas 2 aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), met voorrang mede bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 8,63 inch en een druk van ten hoogste 40 bar met de daarbij behorende belemmeringenstrook.

33.2 Bouwregels

33.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 34 Leiding - Riool

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), met voorrang mede bestemd voor een rioolpersleiding.

34.2 Bouwregels

34.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 35 Leiding - Water

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), met voorrang mede bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van water.

35.2 Bouwregels

35.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 35.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

35.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 36 Waarde - Cultuurhistorie

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen bouwwerken zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, met voorrang mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de cultuurhistorische waarden van de bouwwerken.

36.2 Bouwregels

36.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.1 voor het verbouwen en/of uitbreiden van cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, indien strikte toepassing zou leiden tot een onevenredige afbreuk van de gebruiksmogelijkheden van de gronden en bouwwerken, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de verbouw en/of uitbreiding mag geen wezenlijke aantasting van de cultuurhistorische waarde van het bouwwerk of de samenhang van gebouwen tot gevolg hebben, tenzij het herstel van de oorspronkelijke waarde betreft, en/of;
  2. b. de verbouw en/of uitbreiding mag geen onevenredige beschadiging van het bouwwerk tot gevolg hebben. Onder onevenredige beschadiging wordt in ieder geval verstaan:
    1. 1. het geheel slopen van het bouwwerk;
    2. 2. het substantieel wijzigen van de bouwmassa;
    3. 3. het aanbrengen van substantiële wijzigingen aan de gevel en/of dakvorm.

Artikel 37 Waterstaat - Waterbergingsgebied

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat – Waterbergingsgebied aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, met voorrang mede bestemd voor de bescherming en het onderhoud van de in deze zone gelegen dan wel daaraan grenzende waterberging.

37.2 Bouwregels

  1. a. Op de voor Waterstaat - Waterbergingsgebied aangewezen gronden mogen buiten het bouwvlak uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.
  2. b. Op de voor Waterstaat- Waterbergingsgebied aangewezen gronden mag voor de andere daar voorkomende bestemming, behalve binnen de bouwvlakken, niet worden gebouwd.

37.3 Afwijken van de bouwregels

37.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Artikel 38 Waterstaat - Waterkering

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat – Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, met voorrang mede bestemd voor de kernzone en beschermingszone van de waterkering.

38.2 Bouwregels

38.3 Afwijking bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 38.2 en toestaan dat gebouwen ten dienste van de onderliggende bestemming worden gebouwd, mits:

  • geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
  • vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering.

38.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 39 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 40 Algemene Bouwregels

40.1 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

40.2 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten

In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.

40.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. in het belang van een goede landschappelijke inpassing van bebouwing en verhardingen;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

Artikel 41 Algemene Gebruiksregels

41.1 Aan huis gebonden beroep en bedrijf

  1. a. de uitoefening van een ondergeschikt aan huis gebonden beroep in een (bedrijfs)woning en bijbehorende bouwwerken bij de (bedrijfs)woning is toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 25% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning met een maximum van 50 m²;
  2. b. de uitoefening van een ondergeschikt aan huis gebonden bedrijf van categorie 1 of 2 in een (bedrijfs)woning en bijbehorende bouwwerken bij de (bedrijfs)woning is toegestaan, zoals genoemd in de als bijlage opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten, tot een oppervlakte van maximaal 25% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning met een maximum van 50 m².

41.2 Verbod

Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 38 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

Artikel 42 Algemene Aanduidingsregels

42.1 landgoederen

Ter plaatse van de aanduiding 'landgoederen' gelden de volgende regels:

  1. a. ten behoeve van het onderhoud en instandhouding van het landgoed mogen gebouwen worden opgericht binnen een bestaand bouwvlak, met dien verstande dat in het geval de oppervlakte van het landgoed:
    1. 1. maximaal 10 ha bedraagt, de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen maximaal 250 m2 bedraagt;
    2. 2. tussen de 10 en 20 ha bedraagt, de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen maximaal 500 m2 bedraagt;
    3. 3. meer bedraagt dan 20 ha, de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen maximaal 750 m2 bedraagt;
  2. b. de gebouwen mogen niet binnen de bestemming 'Natuur' worden opgericht.

Artikel 43 Algemene Afwijkingsregels

43.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. de in de regels voorgeschreven maatvoering met maximaal 10%;
  2. b. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  3. c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter;
  4. d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van kunstwerken en zend-, ontvang- en/of sirenemasten en toestaan dat de bouwhoogte wordt vergroot tot maximaal 40 meter, met dien verstande dat dit in de bestemmingen 'Natuur', 'Bos' en 'Water' niet is toegestaan.

43.2 Mantelzorg

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijbehorende bouwwerken bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande, dat:

  1. a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg, hetgeen aangetoond dient te worden door een verklaring van een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige;
  2. b. op het perceel een woning aanwezig dient te zijn;
  3. c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en nabijgelegen bedrijven;
  4. d. per woning maximaal één omgevingsvergunning ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden verleend;
  5. e. alle ruimten dienen te voldoen aan de geldende eisen van het bouwbesluit en bouwverordening;
  6. f. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben;
  7. g. het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is;
  8. h. ten behoeve van de inwoning geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen mag worden aangelegd. Er dient gebruik gemaakt te worden van de bestaande aansluiting;
  9. i. maximaal 80 m² van hoofdgebouw en/of bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning;
  10. j. geen eigen in-/uitrit mag worden aangelegd voor de afhankelijke woonruimte;
  11. k. een vrijstaand bijbehorend bouwwerk dat gebruikt wordt voor inwoning op niet meer dan 50 m¹ van de woning is gelegen;
  12. l. er op basis van een akoestisch onderzoek wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarden zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder;
  13. m. er geen milieuhygiënische belemmeringen zijn;

indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, de houder van de vergunning het bevoegd gezag daarvan binnen drie maanden schriftelijk in kennis stelt. Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in indien vorenbedoelde noodzaak niet meer bestaat.

Artikel 44 Algemene Wijzigingsregels

44.1 Algemene wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  1. a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer maximaal 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met maximaal 10% worden vergroot;
  2. b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter maximaal 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met maximaal 10% worden vergroot.

44.2 Wijziging ten behoeve van ontwikkeling van Natuur

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen in de bestemmingen Bos, Natuur en/of Water, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. aangetoond is dat een aaneengesloten natuurgebied van voldoende omvang en zodanige begrenzing kan ontstaan;
  2. b. aangetoond is dat de aangrenzende/omringende gronden, met een blijvende agrarische bodemexploitatie, doelmatig als zodanig geëxploiteerd kunnen blijven worden;
  3. c. de regels van de bestemmingen Bos, Natuur en/of Water worden van overeenkomstige toepassing verklaard met dien verstande dat wanneer gewijzigd wordt in de bestemming Water dit uitsluitend ten behoeve van de beekdalontwikkeling mag geschieden. In geval de bestemming gewijzigd wordt in de bestemming Bos, mogen de gronden niet ten behoeve van bosbouw worden aangewend.

44.3 Wijzigen van de bestemming binnen de aanduiding 'landgoederen'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de onderliggende bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'landgoederen' te wijzigen in Agrarisch met waarden - Kampen- of hoevenlandschap, Wonen -2 en Wonen-3 met bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de gronden zijn gelegen binnen de aanduiding 'landgoederen';
  2. b. het betreft een uitruil van bestemmingen binnen de aanduiding 'landgoederen';
  3. c. geen wezenlijke wijziging van de uiterlijke verschijningsvorm van de betreffende bebouwing inhouden;
  4. d. geen opslag van goederen in de open lucht inhouden of met zich meebrengen, en;
  5. e. in vergelijking met het voormalige gebruik geen onevenredige verkeersbelasting op aangrenzende wegen en paden met zich meebrengen;
  6. f. het bepaalde in artikel 4, 28 en 29 is van overeenkomstige toepassing;
  7. g. de uitbreidingsmogelijkheden van omliggende, bestaande agrarische bedrijven mogen door de wijziging niet onevenredig worden aangetast;
  8. h. het aantal woningen binnen het bouwvlak niet mag worden vergroot
  9. i. de oppervlakte van de bestemmingen mag niet vergroot worden;
  10. j. de verandering is milieuhygiënisch aanvaardbaar.

44.4 Woningsplitsing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen te wijzigen:

  1. a. om binnen aaneengesloten bebouwing van een bestaande woning, een tweede woning toe te staan, mits:
    1. 1. het een pand betreft, welke aangewezen is als monument of beeldbepalend pand;
    2. 2. er dient een legale (bedrijfs)woning aanwezig te zijn. Deze woning wordt bestemd als 'Wonen';
    3. 3. de splitsing is mede gericht op het behoud of herstel van de bebouwing;
    4. 4. indien op het perceel is aangegeven dat maximaal 2 woningen zijn toegestaan, is extra woning niet toegestaan;
    5. 5. de inhoud van het bestaande gebouw mag niet worden vergroot;
    6. 6. de inhoud van beide woningen na splitsing elk ten minste 350 m³ bedraagt;
    7. 7. voormalige bedrijfsgebouwen dienen te worden gesloopt tot oppervlakte van maximaal 100 m² resteert per woning;
    8. 8. de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
    9. 9. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden worden niet onevenredig worden aangetast;
    10. 10. er geen nadelige gevolgen optreden voor ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven;
    11. 11. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn;
    12. 12. de aanwezige cultuurhistorische waarden behouden blijven en waar mogelijk versterkt worden;
    13. 13. de ontwikkeling is in overeenstemming met artikel 2.1 en 2.2 (zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsverbetering van het landschap) van de Verordening Ruimte Noord-Brabant, zoals opgenomen in de bijlagen;
  2. b. ten behoeve van het behoud van een cultuurhistorisch pand te wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits:
    1. 1. het een pand betreft welke aangewezen is als monument of beeldbepalend pand;
    2. 2. de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
    3. 3. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden worden niet onevenredig worden aangetast;
    4. 4. er geen nadelige gevolgen optreden voor ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven;
    5. 5. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn;
    6. 6. de aanwezige cultuurhistorische waarden behouden blijven en waar mogelijk versterkt worden;
    7. 7. de ontwikkeling is in overeenstemming met artikel 2.1 en 2.2 (zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsverbetering van het landschap) van de Verordening Ruimte Noord-Brabant, zoals opgenomen in de bijlagen.

44.5 Wijzigen naar bestemming 'Wonen - 1'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Detailhandel' en 'Horeca' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de gronden zijn gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'bebouwde kom Cromvoirt';
  2. b. er mag maximaal één woning binnen de bestemming 'Wonen - 1' worden gerealiseerd;
  3. c. het toevoegen van de woning dient te passen in het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  4. d. er dient legale bebouwing aanwezig te zijn;
  5. e. de bedrijfsactiviteiten dienen te zijn beëindigd;
  6. f. de overtollige (bedrijfs)bebouwing wordt gesloopt;
  7. g. de woning inpasbaar is vanuit het stedenbouwkundige beeld;
  8. h. de bestaande natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
  9. i. de verandering milieuhygiënisch aanvaardbaar is.

Artikel 45 Algemene Procedureregels

45.1 Afwijken van het bestemmingsplan

Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

45.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

45.3 Wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van de algemene wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.

45.4 Nadere eisen

Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 46 Overige Regels

46.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

46.2 Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied en Reconstructiewetzone - verwevingsgebied

Ter plaatse van de aanduidingen 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' en 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied is hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij onmogelijk.

46.3 Veiligheidszone - munitie a

46.4 Veiligheidszone - munitie b

46.5 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 41.2 is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 47 Overgangsrecht

47.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

47.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 48 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011'.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
………………………
De voorzitter, De griffier,
………. ………

Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Vrnb Artikel 2.1 En 2.2 Kwaliteitswinst

Bijlage 2 VRNB artikel 2.1 en 2.2 kwaliteitswinst

Bijlage 3 Monumentenlijst

Bijlage 3 Monumentenlijst

Bijlage 1 Beleidskader

Bijlage 1 Beleidskader

Bijlage 2 Voortoets

Bijlage 2 Voortoets

Bijlage 3 Verslag Inspraak En Vooroverleg

Bijlage 3 Verslag inspraak en vooroverleg

Bijlage 4 Verslag Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen

Bijlage 4 Verslag Zienswijzen en ambtshalve wijzigingen

Bijlage 5 Raadsbesluit

Bijlage 5 Raadsbesluit

Bijlage 6 Amendement A-1 Cda Bp Buitengebied

Bijlage 6 Amendement A-1 CDA BP Buitengebied

Bijlage 7 Addendum

Bijlage 7 Addendum

Bijlage 8 Gerechtelijke Uitspraken Raad Van State

Bijlage 8 Gerechtelijke uitspraken Raad van State