Wijzigingsplan Helvoirtseweg 8A
Wijzigingsplan - gemeente Vught
Vastgesteld op 02-08-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Omvang wijziging
Dit plan is een wijziging van de bestemming 'Horeca' van het bestemmingsplan 'Centrum Vught e.o.' dat door de Gemeenteraad van Vught is vastgesteld op 20 september 2012.
1.2 Toepassing regels
Op de bij dit plan behorende verbeelding en de hierna volgende regels zijn de inleidende regels, de algemene regels en bijlagen bij de regels van het bestemmingsplan 'Centrum Vught e.o.' onverminderd van toepassing.
1.3 Toepassing verbeelding
De verbeelding van het bestemmingsplan 'Centrum Vught e.o.' wordt gewijzigd, zoals weergegeven op de bij dit plan behorende verbeelding. Voor het overige blijft de verbeelding van het bestemmingsplan 'Centrum Vught e.o.' van toepassing.
1.4 Aanvullende begrippen
Ter aanvulling op de begripsbepalingen als vermeld in artikel 1 van het bestemmingsplan Centrum Vught e.o. wordt in de hiernavolgende regels verstaan onder:
- a. het plan: wijzigingsplan Helvoirtseweg 8A van de gemeente Vught;
- b. wijzigingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0865.vghWPHelvoirtswg8A-VG01 met de bijbehorende regels.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Dienstverlening
2.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het verrichten van diensten aan of ten behoeve van het publiek;
- b. wonen en de daarbij behorende voorzieningen.
2.2 Bouwregels
2.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden, dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeven van het stedenbouwkundig beeld.
2.4 Afwijken van de bouwregels
2.5 Specifieke gebruiksregels
2.6 Wijzigingsbevoegdheid
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 3 Overgangsrecht
3.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het wijzigingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
3.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het wijzigingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 4 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan Helvoirtseweg 8A.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
Het plan is om een wijzigingsprocedure te doorlopen voor de bestemmingswijziging van het perceel Helvoirtseweg 8a in Vught.
In het geldende bestemmingsplan is een bevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders opgenomen om de bestemming 'Horeca' te wijzigen in 'Dienstverlening'. Voorliggend wijzigingsplan voorziet in deze bestemmingswijziging.
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
Het plangebied is gelegen aan Helvoirtseweg 8a, ten noordwesten van het centrum van Vught. De begrenzing van het plangebied komt overeen met de grens van de bestemming 'Horeca' (aan de achter-, voor- en noordoostzijde). De grens aan de zuidwestzijde is bepaald op basis van de breedte van het bestaande pand.
Op figuur 1.1 hieronder is de locatie van het plangebied in de omgeving weergegeven.
Figuur 1.1: Ligging van het plangebied
1.3 Geldend Bestemmingsplan
Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan ‘Centrum Vught e.o.’, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 20 september 2012 en deels onherroepelijk geworden op 19 juni 2013.
Het perceel Helvoirtseweg 8a heeft daarin de bestemming 'Horeca'. Het bestemmingsplan biedt middels een wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid de bestemming 'Horeca' te wijzigen naar 'Dienstverlening'.
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 van deze toelichting bevat de planbeschrijving. In dat hoofdstuk wordt ingegaan op de wijzigingsvoorwaarden en het beoogde plan. In hoofdstuk 3 wordt aandacht besteed aan de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan in relatie tot het vigerende beleid en de relevante omgevingsaspecten. De bestemmingsregeling wordt toegelicht in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 en 6 wordt ingegaan op de financiële haalbaarheid en de procedure.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Wijzigingsvoorwaarden Geldend Bestemmingsplan
Het plangebied is opgenomen in het bestemmingsplan ‘Centrum Vught e.o.’, vastgesteld door de gemeenteraad op 20 september 2012.
Het perceel Helvoirtseweg 8a heeft daarin de bestemming 'Horeca'. Het bestemmingsplan biedt middels een wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid de bestemming 'Horeca' te wijzigen naar 'Dienstverlening'.
De wijzigingsbevoegdheid is opgenomen in artikel 13.6 van het bestemmingsplan
‘Centrum Vught e.o.’ en bevat de volgende voorwaarden:
- a. de horeca-activiteiten ter plaatse zijn beëindigd;
- b. het betreft de vestiging van een dienstverlening- of kantoorvestiging, die qua aard en functie is afgestemd op het voorzieningenniveau van het plangebied;
- c. de vestiging direct vanaf de openbare weg bereikbaar is en geen verstoring van de verkeersontsluiting- en parkeersituatie in de directe omgeving plaatsvindt;
- d. geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen, of gelet op de aard en de omvang van het wijzigingsplan, met noodzakelijk (milieu)onderzoek is aangetoond dat het plan alsnog uitvoerbaar is;
- e. de vestiging inpasbaar is vanuit stedenbouwkundig beeld;
- f. zoveel als mogelijk aangesloten wordt bij het bepaalde in de artikel 10 van deze regels;
- g. bij het nemen van een beslissing omtrent het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) wordt gevolgd.
Het initiatief voldoet aan de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid. In paragraaf 2.3 wordt hier nader op ingegaan.
2.2 Het Plan
Het pand aan de Helvoirtseweg 8A bestaat uit twee bouwlagen met een kap (zie figuur 2.1). Aan de gevel zijn in de huidige situatie twee reclame-uitingen aanwezig. Voorheen was aan de Helvoirtseweg 8A een café gevestigd. Momenteel staat het pand leeg.
De eigenaar heeft een huurder gevonden die het op de begane grond een dienstverlenend bedrijf in de vorm van een tattoostudio wil vestigen. Aan en in het pand zullen geen bouwkundige werkzaamheden plaatsvinden. De woning op de verdieping(en) wordt gehandhaafd, met dien verstande dat door de bestemmingswijziging het gebruik als zelfstandige woning mogelijk is.
Figuur 2.1: Voorgevel Helvoirtseweg 8A
Omdat de bestemming 'Horeca' het gebruik van de begane grond voor dienstverlening niet toestaat, wordt gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegheid die is opgenomen in het bestemmingsplan om de bestemming te wijzigen in 'Dienstverlening'.
Deze bestemmingswijziging is opgenomen in voorliggende wijzigingsplan. De aanduidingen 'bouwvlak' en 'bijgebouwen' zijn overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan overgenomen. De bouwmogelijkheden op het perceel blijven hiermee ongewijzigd.
2.3 Toets Aan De Wijzigingsvoorwaarden
Het plan voldoet aan de wijzigingsvoorwaarden die zijn opgenomen in de bestemming ‘Horeca' van het bestemmingsplan 'Centrum Vught e.o.':
- a. de horeca-activiteiten ter plaatse zijn beëindigd.
Op de locatie zijn de horeca-activiteiten reeds beëindigd.
- b. het betreft de vestiging van een dienstverlening- of kantoorvestiging, die qua aard en functie is afgestemd op het voorzieningenniveau van het plangebied.
Het dienstverlenende bedrijf is qua aard en functie afgestemd op het voorzieningenniveau van het plangebied. De Helvoirtseweg leent zich door de grote diversiteit aan functies uitstekend voor de vestiging van een dienstverlenende bedrijf in de vorm van een tattoostudio. In paragraaf 3.1.1 wordt ingegaan op de Structuurvisie Vught waarin dit nader wordt onderbouwd.
- c. de vestiging direct vanaf de openbare weg bereikbaar is en geen verstoring van de verkeersontsluiting- en parkeersituatie in de directe omgeving plaatsvindt.
Net als in de bestaande situatie is de vestiging direct bereikbaar vanaf de openbare weg. In de directe omgeving van het plangebied zijn voldoende parkeermogelijkheden aanwezig. De gemeentelijke parkeernorm voor dienstverlening is lager dan de norm voor horeca (dagelijks). Bovendien is de verkeersaantrekkende werking van een dienstverlenend bedrijf gering zodat er geen hogere parkeer- en verkeersdruk wordt verwacht op de Helvoirtseweg.
- d. geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen, of gelet op de aard en de omvang van het wijzigingsplan, met noodzakelijk (milieu)onderzoek is aangetoond dat het plan alsnog uitvoerbaar is.
De wijziging van de bestemming 'Horeca' in de bestemming 'Dienstverlening' vormt geen aanleiding voor nader onderzoek. In hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan.
- e. de vestiging inpasbaar is vanuit stedenbouwkundig beeld.
Door de vestiging van een dienstverlenende bedrijf in het voormalige horecapand verandert het stedenbouwkundige beeld niet.
- f. zoveel als mogelijk aangesloten wordt bij het bepaalde in de artikel 10 van deze regels.
De bestemming 'Dienstverlening' uit het moederplan is onverkort overgenomen.
- g. bij het nemen van een beslissing omtrent het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) wordt gevolgd.
Het ontwerpwijzigingsplan volgt de openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht.
2.4 Nadere Eisen
In het bestemmingsplan 'Centrum Vugth e.o.' is in de regels van de bestemmingen 'Horeca' en 'Dienstverlening' een bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders om nadere eisen te stellen. De voorwaarden die het college heeft gesteld aan de medewerking aan de bestemmingswijziging betreffen het gebruik van de gronden aan de voorzijde van het pand, het plaatsen van reclame en de openingstijden. Deze nadere eisen zijn niet van invloed op voorliggend wijzigingsplan.
Hoofdstuk 3 Uitvoeringsaspecten
Voorliggend wijzigingsplan voorziet in de wijziging van de bestemming 'Horeca' in 'Dienstverlening'. In dit hoofdstuk vindt een korte toets plaats op de uitvoeringsaspecten. Naast het beleidskader wordt ingegaan op de omgevingsaspecten.
3.1 Beleidskader
De wijziging van de bestemming past binnen de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in het vigerende bestemmingsplan. In het kader van dat plan is reeds een beleidsmatige afweging gemaakt. Na de vaststelling van het bestemmingsplan ‘Centrum Vught e.o.' zijn de provinciale Verordening Ruimte en een (nieuwe) gemeentelijke structuurvisie vastgesteld. Hierna wordt ingegaan op de Verordening Ruimte en de Structuurvisie Vught.
Aangezien in de tussentijd geen ander relevant nieuw beleid is geformuleerd dat van invloed is op deze afweging, wordt met betrekking tot het overige beleid verwezen naar het geldende bestemmingsplan.
3.1.1 Verordening Ruimte 2014
De Verordening Ruimte is op 19 maart 2014 in werking getreden. In de verordening staan onderwerpen uit de provinciale structuurvisie, waarbij is aangegeven welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De verordening bestaat uit kaartmateriaal en regels waarmee gemeenten rekening moeten houden bij het opstellen van ruimtelijke plannen.
Er dient toepassing te worden gegeven aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. Dit houdt in ieder geval in dat uitbreiding van het op grond van het geldende bestemmingsplan toegestane ruimtebeslag slechts is toegestaan mits de financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om de beoogde ruimtelijke ontwikkeling binnen dat toegestane ruimtebeslag te doen plaatsvinden. In onderhavig geval is geen sprake van uitbreiding van het ruimtebeslag.
Daarnaast dient bij een stedelijke ontwikkeling toepassing te worden gegeven aan artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro); de ladder voor duurzame verstedelijking.
Ladder voor duurzame verstedelijking
In artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro is een motiveringsplicht opgenomen voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen in bestemmingsplannen. In de toelichting van het bestemmingsplan moet hiervoor een verantwoording plaatsvinden aan de hand van een drietal opeenvolgende treden (de 'ladder duurzame verstedelijking'). De eerste trede in deze ladder is een beschrijving dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. De beide vervolgstappen uit de genoemde ladder hebben betrekking op vraag of de ontwikkeling in bestaand stedelijk gebied ingepast kan worden en als dat niet mogelijk is, op andere locaties, die vooral goed ontsloten moeten zijn.
Uit jurisprudentie (ABRvS 4 juni 2014, ECLI:RVS:2014:1442) volgt dat voor ontwikkelingen met een beperkte omvang de actuele regionale behoefte niet hoeft te worden aangetoond. Gelet hierop is een nadere toets aan de treden 2 en 3 niet nodig.
Het initiatief voldoet aan het Besluit ruimtelijke ordening en aan de ladder voor duurzame verstedelijking.
3.1.2 Structuurvisie Vught
Op 19 december 2013 heeft de raad van de gemeente Vught een nieuwe structuurvisie opgesteld. In de structuurvisie wordt de gewenste ruimtelijke structuur voor de komende 10 tot 15 jaar vastgelegd. De structuurvisie vormt de basis voor nieuwe ontwikkelingen en wordt concreet doorvertaald in bestemmingsplannen.
In de structuurvisie is de ‘Vughtse identiteit’ omschreven. ‘Wie aan Vught denkt, denkt aan landgoederen, het oorlogsverleden met Kamp Vught en aan wonen met allure.’
De gemeente Vught positioneert zich met ‘het beeld van allure, kwaliteit en landgoederen’ binnen de ‘mozaïekmetropool’, ‘de kennisas langs de A2’ en de ‘groene mantel’.
De gemeente wil in de toekomst haar kwaliteiten verder uitbouwen. Zo wil zij een sterke woongemeente zijn en haar kwaliteiten benutten om de aantrekkelijkheid te borgen en te verbeteren.
De gemeente wil de interne en externe bereikbaarheid optimaliseren en tegelijk de overlast en barrièrewerking van de bovenlokale infrastructuur verminderen. De belangrijkste maatregelen om dit te bereiken zijn ongelijkvloerse kruisingen over de N65 gecombineerd met het opwaarderen van de ringstructuur in functie en beeld, het aanwijzen van verkeerskundige goede dwarsverbanden tussen de wijken en de aanleg van een verdiept spoor door Vught.
Teneinde de dwarsverbanden tussen de wijken te versterken, wordt ingezet op het verbeteren van de volgende noord-zuid lijn in Vught West: Industrieweg - Maarten Trompstraat -Van Voorst tot Voorststraat - Helvoirtseweg - J.F.Kennedylaan - Lekkerbeetjenlaan / Zonneweillaan. De Taalstraat en de Helvoirtseweg krijgen een belangrijke taak in de bereikbaarheid van het centrum voor intern verkeer vanuit Vught Noord en West. Deze wegen vormen interne noord-zuid verbindingen. Andere routes worden ontmoedigd.
Figuur 3.1: Schets ontwikkeling centrum Vught
Het plangebied ligt in het deelgebied Centrum. Het centrum van Vught zal verder worden doorontwikkeld tot een multifunctioneel centrum met een concentratie van dagelijkse en niet dagelijkse winkelvoorzieningen. Naast winkels en horeca biedt het centrum ruimte voor andere publieksaantrekkende functies, maar ook voor wonen. Het is niet reëel te veronderstellen dat dit gebied volledig met winkels gevuld kan worden. Bovendien maken niet alleen winkels een levendig centrum. Er wordt ook gedacht aan (maatschappelijke en zakelijke) dienstverlening. In het kerngebied moet het accent wel liggen op winkels. Het centrumgebied wordt omgeven door een bescheiden ‘interne centrumring’, bestaande uit o.a. de Boxtelseweg, Taalstraat, Helvoirtseweg en Secretaris van Rooijstraat. Het plangebied ligt net buiten het kerngebied, aan de interne centrumring.
De ambitie tot verdere versterking van het (compacte) centrum houdt ook in dat detailhandel aan de Helvoirtseweg en enkele andere kleine concentraties minder gewenst is, hier liggen juist kansen voor gemengde kleinschalige (zakelijke) dienstverlening en (kleinschalige) werkgelegenheid.
De functiewijziging van horeca naar dienstverlening sluit uitstekend aan op deze ambitie.
3.2 Omgevingsaspecten
Het al dan niet voldoen aan verschillende randvoorwaarden in de wijzigingsbevoegdheid is bepalend voor de vraag of het wijzigingsplan voor de locatie ook daadwerkelijk uitvoerbaar is. Hierbij dient te worden aangetoond dat geen sprake is van milieuhygienische belemmeringen. In dit hoofdstuk worden de verschillende voor dit wijzigingsplan relevante milieuaspecten behandeld.
3.2.1 Bodem
De bodem moet geschikt zijn voor het voorgenomen gebruik. Het gaat hier echter om de wijziging van de bestemming 'Horeca' in 'Dienstverlening'. Er is geen sprake van de vestiging van een gevoeligere functie dan in de bestaande situatie. De bodem wordt ook niet geroerd. Bodem levert dan ook geen belemmeringen op voor het beoogde plan.
3.2.2 Water
Sinds november 2003 is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over het planvoornemen. De watertoets is erop gericht dat ruimtelijke ontwikkelingen in elk geval niet leiden tot nadelige effecten op het watersysteem. Nieuwe ontwikkelingen die leiden tot extra verharding dienen te worden gecompenseerd. In onderhavig geval is geen sprake van een toename van het verharde oppervlakte. Compensatie is derhalve niet aan de orde.
Ook worden geen aanpassingen gedaan aan de aansluiting op het rioleringsstelsel.
3.2.3 Bedrijven en milieuzonering
Vanuit milieuoogpunt kan een bepaalde afstand tussen een milieubelastende activiteit en een milieugevoelig object noodzakelijk zijn. Deze afstand dient dan bijvoorbeeld om ter plaatse van een kwetsbaar object, zoals woningen, een aanvaardbaar geur-, geluid- of veiligheidsniveau te realiseren. Deze afstand wordt een milieuzonering genoemd. Een milieuzonering vormt het indirecte ruimtegebruik van een milieubelastende activiteit. In de uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn richtafstanden opgenomen, waarmee rekening moet worden gehouden ten opzichte van gevoelige functies. Deze richtafstanden zijn gerelateerd aan het omgevingstype 'rustige woonwijk'.
Aan de Helvoirtseweg is sprake van een sterke menging van functies. Het betreft naast de woonfunctie, kantoren, detailhandel, dienstverlening en horeca. Op het perceel ten noorden van het plangebied is een bedrijf in milieucategorie 1 toegestaan. Het betreft functies die behoren tot milieucategorie 1 uit de VNG brochure 'Bedrijven en Milieuzonering'. In principe is bedrijvigheid behorende tot de categorie 1 goed te mengen met de woonfunctie. Bovendien zijn de percelen direct grenzend aan de Helvoirtseweg aan te merken als omgevingstype 'gemengd gebied', aangezien deze weg één van de belangrijkste ontsluitingswegen van Vught is (zie paragraaf 3.1.1) en reeds sprake is van een sterke menging van functies. Dit betekent dat de richtafstand uit de VNG brochure van 10 meter voor categorie 1-bedrijven mag worden gecoorigeerd met één trede en in het geval van categorie 1-bedrijven kan worden teruggebracht naar 0 meter.
Er zijn vanuit bedrijven en milieuzonering dan ook geen belemmeringen voor het beoogde plan.
3.2.4 Geluid
Voor het wegverkeerslawaai is de Wet geluidhinder het wettelijke kader. Bij nieuwe ontwikkelingen van geluidgevoelige bestemmingen dient de geluidssituatie in beeld te worden gebracht. Aangezien op de verdieping reeds een woning aanwezig was, is er geen sprake van de oprichting van een nieuwe geluidsgevoelige functie.
Een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai is derhalve niet nodig.
De invloed van de dienstverlenende functie op de omgeving is in de vorige paragraaf onderbouwd. Afhankelijk van de aard en omvang van het dienstverlenende bedrijf is een richtafstand van 0 of 10 meter opgenomen in de VNG brochure 'Bedrijven en Milieuzonering' ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Het aspect geluid is in veel gevallen de maatgevende afstand. Aangezien sprake is van het omgevingstype 'gemengd gebied' kunnen categorie 1-bedrijven direct naast (of onder) een woonfunctie worden gevestigd.
Omdat voorheen op de begane grond een horecabedrijf was gevestigd, is de bovenwoning zodanig geïsoleerd dat in de oude situatie sprake was van een goed woon- en leefklimaat ter plaatse. Ook in relatie tot de naastgelegen horecavestiging kan daarom worden gesteld dat sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Bovendien is de direct aangrenzend horecagelegenheid gescheiden van het pand met huisnummer 8a door de opgang naar de daarboven gelegen woning(en). De ruimte die in gebruik is als horeca, grenst dus niet direct aan het pand waar het dienstverlenende bedrijf met zelfstandige (boven)woning in wordt gevestigd. Derhalve kan worden gesteld dat het aspect geluid geen belemmering is voor de wijziging van de bestemming 'Horeca' naar 'Dienstverlening'.
3.2.5 Lucht
In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn luchtkwaliteitseisen opgenomen. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, deze eisen in beginsel geen belemmering voor ruimtelijke plannen:
- Er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
- Een project leidt - al dan niet per saldo - niet bij tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
- Een project draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de luchtverontreiniging;
- Een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit).
De regelgeving met betrekking tot het begrip ‘niet in betekende mate’ is vastgelegd in het ‘Besluit niet in betekende mate’ en de ‘Regeling niet in betekenende mate’. In de Regeling zijn categorieën van gevallen benoemd die in ieder geval als ‘niet in betekenende mate’ worden aangemerkt en waarvoor toetsing aan de grenswaarden dus zonder meer achterwege kan blijven.
Voorliggend wijzigingsplan voorziet in de wijziging van de bestemming 'Horeca' naar 'Dienstverlening', waarbij het aantal verkeersbewegingen niet toeneemt. Het initiatief draagt derhalve 'niet in betekenende mate' bij. Hiermee wordt voldaan aan de Wet milieubeheer. De luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor het plan.
3.2.6 (Vormvrije) m.e.r.-beoordeling
Het voorliggende wijzigingsplan maakt de wijziging van de bestemming 'Horeca' naar 'Dienstverlening' mogelijk. Deze activiteit komt niet voor in de bijlage bij het Besluit m.e.r.. Een m.e.r.-plicht of m.e.r.-beoordelingsplicht is dan ook niet aan de orde.
3.2.7 Duurzame verstedelijking
Om zorgvuldig gebruik van de schaarse ruimte te bevorderen, is in artikel 3.1.6 lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) een 'ladder voor duurzame verstedelijking' geïntroduceerd. Voor iedere nieuwe stedelijke ontwikkeling moet deze ladder worden doorlopen. Onder 'stedelijke ontwikkeling' wordt verstaan: "de ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen".
In onderhavig geval is geen sprake van een stedelijke ontwikkeling.
3.2.8 Externe veiligheid
Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor niet bij de activiteit betrokken personen. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport. Het gaat daarbij om de bescherming van individuele burgers en groepen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Risicobronnen kunnen worden onderscheiden in risicovolle inrichtingen (onder andere lpg-tankstations), vervoer van gevaarlijke stoffen en leidingen. Om voldoende ruimte te scheppen tussen een risicobron en personen of objecten die risico lopen (kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten) moeten vaak afstanden in acht worden genomen. Ook ontwikkelingsmogelijkheden die ingrijpen in de personendichtheid kunnen om onderzoek vragen.
Het plangebied ligt op ruim 500 meter van de A2, ruim 200 meter van de spoorlijn en er is geen sprake van toename van de personendichtheid. Externe veiligheid vormt derhalve geen belemmering voor het plan.
3.2.9 Flora en fauna
Het natuurbeschermingsbeleid en de wet- en regelgeving op het gebied van flora en fauna kennen twee sporen, namelijk een gebiedsgericht en een soortgericht spoor. De Natuurbeschermingswet richt zich op de bescherming van gebieden, de Flora- en faunawet op de bescherming van soorten. Op provinciaal niveau heeft het natuurbeleid zijn doorwerking gekregen door de aanwijzing van de ecologische hoofdstructuur.
Gebiedsbescherming
In de directe omgeving van het plangebied liggen geen gebieden die deel uitmaken van de ecologische hoofdstructuur of zijn aangewezen als Natura 2000 gebied.
Soortbescherming
In verband met de uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen dient rekening te worden gehouden met soortbescherming en met name de aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Dit betekent concreet dat in bestemmingsplannen geen mogelijkheden moeten worden geboden voor ruimtelijke ontwikkelingen waarvan op voorhand in redelijkheid kan worden ingezien dat in het kader van de Flora- en faunawet geen ontheffing zal worden verleend. Het gaat hier om de wijziging van een bestemming van een bestaand pand. Dit heeft geen invloed op de flora en fauna in het plangebied. Flora en fauna levert geen belemmeringen op voor de voorgenomen ontwikkeling.
3.2.10 Archeologie en cultuurhistorie
Omdat geen sprake is van bouwactiviteiten en/of grondwerkzaamheden is geen sprake van de aantasting van eventueel aanwezige archeologische of cultuurhistorische waarden. Het uitvoeren van onderzoek is dan ook niet nodig.
3.2.11 Kabels en leidingen
Er komen geen planologisch relevante kabels en leidingen voor in het plangebied van het moederplan.
Hoofdstuk 4 Juridische Planopzet
4.1 Algemeen
Het wijzigingsplan 'Helvoirtseweg 8A' heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor de bebouwing en het gebruik van de gronden in het plangebied.
In de voorgaande hoofdstukken is het initiatief getoetst aan de wijzigingsvoorwaarden is geconcludeerd dat aan alle voorwaarden is voldaan. Het wijzigingsplan sluit qua plansystematiek aan op het moederplan: het bestemmingsplan 'Centrum Vught e.o.', en bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting.
De verbeelding geeft de geografische ligging van de bestemming en aanduidingen weer. De planregels vormen de juridische regels voor gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. De verbeelding vormt samen met de planregels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
De toelichting heeft geen juridisch bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan.
In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze het plan juridisch is vertaald.
4.2 Indeling Van De Regels
De regels van het uitwerkingsplan bestaan uit drie hoofdstukken.
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels, bestaande uit de toepassingverklaring en een omschrijving van de gehanteerde begrippen.
In hoofdstuk 2 is de bestemming 'Dienstverlening' opgenomen en in hoofdstuk 3 de overgangs- en slotregels.
4.3 Wijze Van Bestemmen
Op de verbeelding is voor het plangebied de bestemming 'Dienstverlening' opgenomen.
Voor de leesbaarheid van voorliggend wijzigingsplan is ervoor gekozen de bestemming 'Dienstverlening' van het bestemmingsplan 'Centrum Vught e.o.' integraal (voor over van toepassing) over te nemen.
De bestemming ‘Dienstverlening’ is in het bestemmingsplan 'Centrum Vught e.o.' toegekend aan de dienstverlenende voorzieningen die gelegen zijn buiten de centrum 1 t/m 3 gebieden. Het perceel Helvoirtseweg 8A ligt eveneens buiten deze centrumgebieden. Het gebruik van deze voorzieningen is toegespitst op het verrichten van diensten aan of ten behoeve van het publiek.
Bebouwing is mogelijk binnen de aangegeven bouwvlakken en bijgebouwvlakken. Deze zijn afgestemd op de bestaande fysieke ruimtelijke situatie. Indien de ruimtelijke situatie nog uitbreidingsmogelijkheden toelaat, worden deze geboden. Voor de bouwvlakken en bijgebouwenvlakken zijn afzonderlijke bouwregels opgenomen.
Het is onder voorwaarden mogelijk om de bestemming ‘Dienstverlening’ te wijzigen in de bestemming ‘Wonen’.
Hoofdstuk 5 Financiële Haalbaarheid
Op grond van artikel 6.12 Wro is de gemeente verplicht bij vaststelling van een bestemmingsplan of projectbesluit waarin bouwplannen zijn opgenomen, als aangewezen in artikel 6.12 Wro juncto artikel 6.2.1. Bro, een exploitatieplan vast te stellen. In onderhavig geval is geen sprake van een dergelijk bouwplan en zijn er voor de gemeente Vught geen kosten verbonden aan de vaststelling van voorliggend wijzigingsplan.
Alhoewel het, gelet op de aard en omvang van de wijziging niet in de lijn der verwachting ligt dat sprake zal zijn van een tegemoetkoming in de planschade die voor vergoeding op grond van artikel 6.1 Wro in aanmerking komt, wordt er wel een planschadeovereenkomst met de intitiatiefnemer afgesloten.
Hoofdstuk 6 Procedures
Via het e-formulier is het plan op 25 mei 2016 voorgelegd aan de provincie. De provincie heeft aangegeven dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.
Het ontwerpwijzigingsplan heeft vanaf 9 juni 2016 tot en met 20 juli 2016 ter visie gelegen. Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen kenbaar gemaakt.
Het plan is op 2 augustus 2016 ongewijzigd vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Vught.