KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Van Toepassing Verklaring
Artikel 2 Begrippen
Artikel 3 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 5 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Algemene Bouwregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Slotregel
Bijlage 1 Beroeps- En Bedrijfsmatige Activiteiten
Bijlage 2 Uittreksel Van De Regels Behorende Bij Bestemmingsplan 'Driessen'
Bijlage 1 Planmer Structuurvisie Waalwijk; Akoestisch Onderzoek En Onderzoek Luchtkwaliteit
Bijlage 2 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 3 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 4 Geactualiseerde Bodemonderzoek
Bijlage 5 Qra Stahl
Bijlage 6 Standaardadvies 2017
Bijlage 7 Flora- En Faunaonderzoek
Bijlage 8 Aanvullend Flora- En Faunaonderzoek
Bijlage 9 Activiteitenplan
Bijlage 10 Besluit Ontheffing Wet Natuurbescherming
Bijlage 11 Archeologische Prospectie Deelgebieden A, B En C
Bijlage 12 Nota Van Zienswijzen

Lommerrijk, Fase1, 6 woningen

Uitwerkingsplan - Gemeente Waalwijk

Vastgesteld op 15-01-2019 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Van Toepassing Verklaring

Op dit uitwerkingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan "Driessen", vastgesteld op 14 juni 2013 door de gemeenteraad van Waalwijk, van toepassing, voor zover in de regels van dit uitwerkingsplan niet anders is bepaald en met dien verstande dat in geval van discrepantie tussen de regels van het bestemmingsplan "Driessen" en het uitwerkingsplan, de regels van het uitwerkingsplan van toepassing zijn.

Artikel 2 Begrippen

2.1 plan:

het bestemmingsplan "Driessen" uitwerkingsplan "Lommerrijk, fase 1, 6 woningen" met identificatienummer NL.IMRO.0867.BPUWWLrijkfase1-VA01 van de gemeente Waalwijk.

2.2 uitwerkingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

Verdere begrippen in alfabetische volgorde:

2.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

2.4 aaneengebouwde hoofdmassa

hoofdmassa welke deel uitmaakt van meer dan twee aaneengebouwde, grondgebonden, hoofdmassa's;

2.5 aangebouwd bijbehorend bouwwerk

bijbehorend bouwwerk dat met de hoofdmassa verbonden is;

2.6 achtererfgebied

erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;

2.7 achterkant

gevel aan de achterzijde van een gebouw, tegenover de voorkant;

2.8 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

2.9 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

2.10 bebouwingsgebied

achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;

waarbij onderscheid wordt gemaakt in de volgende typen:

  1. a. bebouwingsgebied hoofdmassa: gedeelte van het bebouwingsgebied waar de hoofdmassa mag komen;
  2. b. overig bebouwingsgebied: gedeelte van het bebouwingsgebied waar geen hoofdmassa mag komen;

2.11 bed & breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte vorm van extensieve verblijfsrecreatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Onder een bed & breakfastvoorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichtten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of permanente kamerverhuur. Degene die de bed & breakfast voorziening biedt, is tevens de gebruiker van de (bedrijfs)woning;

2.12 bedrijfsmatige activiteiten (bij wonen)

uitoefening van een bedrijf en/of dienstverlening in of bij een woning waarbij de omvang in de activiteiten zodanig is, dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend. Degene die de bedrijfsmatige activiteiten uitvoert, is tevens de gebruiker van de (bedrijfs)woning;

2.13 beroepsmatige activiteiten (bij wonen)

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Degene die de beroepsmatige activiteiten uitvoert, is tevens de gebruiker van de (bedrijfs)woning;

2.14 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

2.15 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

2.16 bouwlaag

een horizontaal doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren en plafonds is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van ruimtes onder peilen zolder;

2.17 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

2.18 bouwvlak

een op de verbeelding aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop hoofdmassa's zijn toegelaten;

2.19 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

2.20 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

2.21 dakkapel

opbouw op een schuin dak en/of op een deel van de gevel met een verticaal raamkozijn en voorzien van zijwanden en een dak;

2.22 daknok

hoogste punt van een schuin dak;

2.23 dakopbouw

een toevoeging aan het hoofdgebouw door het verhogen van de nok of bovenste dakrand van het dak die het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert;

2.24 dakvoet

laagste punt van een schuin dak;

2.25 dienstverlening

  1. c. het verlenen van economisch - maatschappelijke diensten aan derden, onder dienstverlenende bedrijven of dienstverlenende instellingen zijn in ieder geval begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van internethandel, een garagebedrijf en een seksinrichting;
  2. d. de uitoefening van administratieve werkzaamheden zoals (internet)kantoren en werkzaamheden die verband houden met het (doen) functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;

2.26 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

2.27 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;

2.28 EPC

coëfficiënt die de energieprestatie van een nieuwbouw woning of utiliteitsgebouw aangeeft. Dit coëfficiënt wordt berekend op basis van de gebouweigenschappen, de gebouwgebonden installaties en een gestandaardiseerd bewoners/gebruikersgedrag op basis van NEN 7120;

2.29 gevellijn

de op de verbeelding aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens de regels toegelaten afwijkingen;

2.30 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

2.31 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

2.32 hoofdmassa

het hoofdgebouw exclusief architectonisch ondergeschikte delen die door de uiterlijke verschijningsvorm, onderscheiden kunnen worden van dit hoofdgebouw;

2.33 huishouden

een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren;

2.34 internethandel

handel via internet waarbij onderscheid wordt gemaakt in de volgende typen:

  1. a. internetkantoor: internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheid, zonder opslag- en verzendfunctie en waar alleen elektronische transacties tot stand komen. Dit type valt onder dienstverlening.
  2. b. internetbedrijf: internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheid en met opslag- en verzendfunctie. Dit type valt onder bedrijf.
  3. c. internetafhaalpunt: internethandel met fysieke bezoekmogelijkheid en zonder uitstalling ten verkoop. Dit type valt onder bedrijf.
  4. d. internetwinkel: internethandel met fysieke bezoekmogelijkheid en met uitstalling ten verkoop. Dit type valt onder detailhandel.

2.35 ondergronds bouwen

bouwen onder peil;

2.36 openbare weg

alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;

2.37 open opslag

het opslaan, of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van (bedrijfs)percelen, daaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, verhuur en dergelijke;

2.38 openbaar toegankelijk gebied

openbare weg alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;

2.39 peil

  1. a. hoogte vanaf het aansluitende gemiddelde afgewerkte terrein (ter plaatse van de bouw), waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven;
  2. b. indien in, op of over het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil;

2.40 perceelsgrens

grens van het bouwperceel;

2.41 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

2.42 twee-aaneengebouwde hoofdmassa

  1. c. hoofdmassa welke deel uitmaakt van twee aaneengebouwde, grondgebonden hoofdmassa's;
  2. d. hoofdmassa waarbij één zijgevel in de zijdelingse perceelsgrens valt met uitzondering van aaneengebouwde hoofdmassa's;

2.43 voorerfgebied

erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;

2.44 voorkant (hoofdmassa)

de zijde van het boven peil gelegen gedeelte van een gebouw (c.q. hoofdmassa) welke is gericht op het openbaar toegankelijk gebied en die bovendien het beloop van de gevellijn volgt of, indien daarvan geen of ten dele sprake is en/of sprake is van meerdere gevellijnen, wordt bepaald op basis van de ruimtelijke uitstraling, waaronder de uiterlijke verschijningsvorm en de situering;

2.45 vrijstaand bijbehorend bouwwerk

bijbehorend bouwwerk dat vrijstaat van de hoofdmassa en aangebouwde bijbehorende bouwwerken;

2.46 vrijstaande hoofdmassa

hoofdmassa welke vrij van de zijdelingse perceelsgrenzen staat;

2.47 zijkant (hoofdmassa)

gevel of gemeenschappelijke scheidsmuur van een gebouw (c.q. hoofdmassa), niet zijnde voor- of achtergevel.

2.48 woning

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

Artikel 3 Wijze Van Meten

3.1 afstand tot de bestemmingsgrens

de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de bestemmingsgrens;

3.2 afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens

de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelsgrens (perceelsscheiding van het bouwperceel);

3.3 afstand tussen gebouwen op hetzelfde bouwperceel

de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;

3.4 breedte bouwperceel

tussen de zijdelingse perceelsscheidingen van het bouwperceel in de naar de zijde van het openbaar toegankelijke gebied gekeerde bestemmingsgrens of perceelsgrens;

3.5 breedte, diepte, oppervlakte van een bouwwerk

  1. a. tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het peil;
  2. b. in geval van een ondergronds bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren) 0,5 m onder peil;
  3. c. in geval dat geen sprake is van buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren: tussen de denkbeeldige lijnen vanuit de neerwaartse projectie van het dak op het peil;

3.6 breedte hoofdmassa

evenwijdig aan de gevellijn die (mede) bepalend is voor het vaststellen van de voorkant van de hoofdmassa en is gelegen tussen de twee zijkanten van de hoofdmassa;

3.7 bruto-vloeroppervlak van een gebouw

gemeten (op alle bouwlagen) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies of indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw: tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructies;

3.8 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

3.9 diepte hoofdmassa

  1. a. indien de voorkant hoofdmassa (gedeeltelijk) is gelegen in de gevellijn: loodrecht tussen de achterkant van de hoofdmassa en de gevellijn die bepalend is voor het vaststellen van de voorkant van de hoofdmassa;
  2. b. indien de voorkant hoofdmassa niet is gelegen in de gevellijn en ook niet gedeeltelijk: loodrecht tussen de achterkant van de hoofdmassa en het punt van de voorkant hoofdmassa welke het dichtst is gelegen bij de gevellijn die bepalend is voor het vaststellen van de voorkant van de hoofdmassa;

3.10 goothoogte van een bouwwerk

  1. a. vanaf de horizontale snijlijn van gevelvlak en dakvlak tot aan het peil;
  2. b. bij een mansardekap wordt de goothoogte gemeten vanaf de snijlijn, niet zijnde de noklijn, van dakvlakken tot aan het peil;
  3. c. bij een dakopbouw wordt de daarbij behorende goothoogte buiten beschouwing gelaten;

3.11 hoogte bouwlaag

bovenkant vloer tot bovenkant vloer of ingeval van een gebouw met een plat dak van bovenkant vloer tot bovenkant dak;

3.12 (bouw)hoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

3.13 inhoud van een bouwwerk

tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

3.14 nokhoogte van een bouwwerk

vanaf de horizontale snijlijn van twee hellende dakvlakken tot aan het peil;

3.15 verticale diepte

vanaf onderkant vloer van het ondergronds bouwwerk tot aan het peil;

3.16 uitzonderingen

bij de toepassing van het bepaalde in dit artikel ten aanzien van het bouwen gelden de volgende uitzonderingen:

  1. a. ondergeschikte bouwdelen zoals als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken worden buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt. Dakopbouwen, dakkapellen en erkers worden als niet ondergeschikt aangemerkt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:

  1. a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
  2. b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
  3. c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:

  1. a. gronden ten behoeve van open opslag;
  2. b. gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  3. c. gronden en bouwwerken ten behoeve van activiteiten en evenementen welke niet binnen de bestemmingsomschrijving passen, behalve incidentele en/of kortstondige activiteiten en evenementen die naar schaal en omvang geen onevenredige afbreuk doen aan de bij de bestemmingen omschreven doeleinden van het betreffende perceel en de omliggende gronden.

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en omvang), ten behoeve van:

  1. d. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
  2. e. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning en de privacy;
  3. f. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  1. a. artikel 5.2.1 lid c voor het toestaan van een kortere afstand van de hoofdmassa tot de zijdelingse perceelsgrens, mits:
    1. 1. in de bestaande situatie sprake is van een kortere afstand tot de perceelsgrens dan is toegestaan, te meten vanaf de voorkant en aanwezig over minimaal 50% van de diepte van de hoofdmassa;
    2. 2. door de afwijking geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

5.5 Specifieke gebruiksregels

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 6 Algemene Bouwregels

6.1 Parkeren, laden en lossen

  1. a. Bij een gebruiksverandering of de verlening van een omgevingsvergunning voor bouwen moet, indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's, (motor)fietsen of andere voertuigen in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het bijbehorend bouwperceel, waarbij de volgende voorwaarden van toepassing zijn:
    1. 1. voor de bepaling van het aantal parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen voor auto's betekent 'in voldoende mate' dat wordt voldaan aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in een gemeentelijke parkeernota. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging;
    2. 2. de afmetingen van de parkeerplaatsen voor auto's dienen te voldoen aan de afmetingen in de beleidsregels die zijn neergelegd in een gemeentelijke parkeernota. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging;
    3. 3. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het bijbehorend bouwperceel.

6.2 Strijdig gebruik

Als gebruik in strijd met het plan wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet in voldoende mate ruimte aanwezig is ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's, (motor)fietsen of andere voertuigen in, op of onder het gebouw dan wel op of onder het bijbehorend bouwperceel overeenkomstig het bepaalde in lid 6.1 onder a sub 1 en 2;
  2. b. het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet in voldoende mate ruimte aanwezig is ten behoeve van het laden of lossen van goederen aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het bouwperceel, indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen.

6.3 Afwijken van de parkeerregels

Het college kan afwijken van het bepaalde in lid 6.1 onder a ten behoeve van een gebruiksverandering, dan wel de verlening van een omgevingsvergunning voor bouwen, indien het voldoen aan de parkeerregels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit en voor zover in voldoende mate op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien, met dien verstande dat:

  1. a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. geen onaanvaardbare situatie ontstaat met betrekking tot milieuhygiënische kwaliteit, waterhuishouding en externe veiligheid;
  3. c. geen nadelige beïnvloeding ontstaat van de normale afwikkeling van het verkeer en de feitelijke verkeerssituatie.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "

Driessen" uitwerkingsplan "Lommerrijk, fase 1, 6 woningen".

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op [datum].

De Secretaris, De Burgemeester,

J. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld

Bijlage 1 Beroeps- En Bedrijfsmatige Activiteiten

Bijlage 1 Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten

Bijlage 2 Uittreksel Van De Regels Behorende Bij Bestemmingsplan 'Driessen'

Bijlage 2 Uittreksel van de regels behorende bij bestemmingsplan 'Driessen'

Bijlage 1 Planmer Structuurvisie Waalwijk; Akoestisch Onderzoek En Onderzoek Luchtkwaliteit

Bijlage 1 PlanMER structuurvisie Waalwijk; Akoestisch onderzoek en onderzoek luchtkwaliteit

Bijlage 2 Archeologisch Onderzoek

Bijlage 2 Archeologisch onderzoek

Bijlage 3 Verkennend Bodemonderzoek

Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek

Bijlage 4 Geactualiseerde Bodemonderzoek

Bijlage 4 Geactualiseerde bodemonderzoek

Bijlage 5 Qra Stahl

Bijlage 5 QRA Stahl

Bijlage 6 Standaardadvies 2017

Bijlage 6 Standaardadvies 2017

Bijlage 7 Flora- En Faunaonderzoek

Bijlage 7 Flora- en faunaonderzoek

Bijlage 8 Aanvullend Flora- En Faunaonderzoek

Bijlage 8 Aanvullend flora- en faunaonderzoek

Bijlage 9 Activiteitenplan

Bijlage 9 Activiteitenplan

Bijlage 10 Besluit Ontheffing Wet Natuurbescherming

Bijlage 10 Besluit ontheffing Wet Natuurbescherming

Bijlage 11 Archeologische Prospectie Deelgebieden A, B En C

Bijlage 11 Archeologische prospectie Deelgebieden A, B en C

Bijlage 12 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 12 Nota van Zienswijzen