KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 Algemene Bouwregels
Artikel 6 Algemene Gebruiksregels
Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
Artikel 9 Slotregel
Bijlage 1 Notitie Verkeer En Parkeren
Bijlage 2 Planmer Structuurvisie Waalwijk Akoestisch Onderzoek En Onderzoek Luchtkwaliteit
Bijlage 3 Bodemonderzoek
Bijlage 4 Ecologische Quickscan Kapel Dr. Mollercollege
Bijlage 5 Ecologische Quickscan Dr. Mollercollege
Bijlage 6 Vleermuisonderzoek Dr. Mollercollege
Bijlage 7 Berekening Groepsrisico
Bijlage 8 Vgr Herontwikkeling Dr. Mollercollege
Bijlage 9 Advies Waterschap

Burg. Moonenlaan 5

Bestemmingsplan - Gemeente Waalwijk

Vastgesteld op 22-09-2016 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan Burg. Moonenlaan 5 met identificatienummer NL.IMRO.0867.BurgMoonenlaan005-va01 van de gemeente Waalwijk.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waaraan ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bedrijfsmatige activiteiten in of bij een woning:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten - geen dienstverlenend bedrijf: zijnde (zie dienstverlenend bedrijf:) - en ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieu-planologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;

1.6 beroepsmatige activiteiten in of bij een woning:

het beroeps- of bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermede naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang in een woning zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;

1.7 bestaande bebouwing:

bebouwing aanwezig op de eerste dag van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan;

1.8 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.9 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.10 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.11 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.12 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.13 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.14 bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.15 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.16 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.17 bouwlaag, laag:

de eerste bouwlaag of een verdieping van een gebouw, met dien verstande, dat boven 100% van het vloeroppervlak van de bouwlagen een plafondhoogte van ten minste 2.10 m aanwezig c.q. mogelijk is. Een onderhuis wordt hieronder niet begrepen;

1.18 carport:

een aangebouwd of vrijstaand bouwwerk, bestaande uit een gesloten dakconstructie, ondersteund door palen of kolommen;

1.19 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.20 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.21 gestapelde woning:

een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat;

1.22 hoofdgebouw:

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.23 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse. De volgende indeling in soorten horeca wordt gehanteerd:

  1. a. lichte horeca:
    1. 1. aan de woonfunctie verwante horeca waaronder in ieder geval: automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, snackbar, tearoom;
    2. 2. kleinschalige, aan de woonfunctie gerelateerde en niet-openbare evenementen.
  2. b. middelzware horeca:
    bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken waaronder in ieder geval: bar, bierhuis, biljartcentrum, café, coffeeshop, proeflokaal, shoarma/grillroom, zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).
  3. c. zware horeca:
    Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen waaronder in ieder geval: discotheek, nachtclub, partycentrum. Regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen.

1.24 kap:

een dakafdekking van een gebouw waarbij bij een horizontale projectie, ten minste 50% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken;

1.25 medische voorzieningen

collectieve zorg-/medische voorzieningen;

1.26 ondergeschikte horeca

het qua aard en omvang beperkt verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse in direct verband met de woonfunctie, alsmede het houden van kleinschalige, aan de woonfunctie gerelateerde en niet-openbare evenementen ter plaatse.

1.27 overig bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.28 overkapping met een open constructie:

een gebouw met een gesloten dakconstructie met maximaal drie wanden, die al dan niet tot de constructie zelf behoren;

1.29 peil:

  1. a. Voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst:
    De door de gemeenteraad of burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de weg;
  2. b. Voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
    De hoogte van het terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. Voor een ander bouwwerk:
    De door de gemeenteraad of burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de weg waaraan het bouwwerk is gelegen of, indien het bouwwerk niet direct aan de weg is gelegen, de hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;

1.30 Wet geluidhinder:

de geldende wet houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder;

1.31 woning:

een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden;

1.32 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot (zijdelingse) perceelgrens:

de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw op 1 m boven peil en haaks op de perceelsgrens;

2.2 bebouwde oppervlakte:

de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel, bebouwingsvlak of ander terrein wordt gemeten buitenwerks en 1 m boven peil, met dien verstande, dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken worden opgeteld;

2.3 bedrijfsvloeroppervlakte:

de bedrijfsvloeroppervlakte wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten dienste van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten, wordt opgeteld; als berekening voor de verhouding verkoopvloeroppervlakte/bedrijfsvloeroppervlakte wordt een verhouding van 3:4 aangehouden;

2.4 bouwhoogte van een bouwwerk:

de bouwhoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, liftschachten, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 breedte van een bouwwerk

de breedte van een gebouw wordt gemeten van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte;

2.6 goothoogte van een bouwwerk:

de goothoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.7 inhoud van een bouwwerk:

de inhoud van een bouwwerk wordt gemeten tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 oppervlakte van een bouwwerk:

de oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. hoofdgebouwen ten behoeve van woningen al dan niet in combinatie met de uitoefening van beroepsmatige activiteiten in de woning, op een maximum van 30 m² van het bruto vloeroppervlak de wooneenheid;
  2. b. tuinen en erven;
  3. c. wegen, straten, voet- en rijwielpaden;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  7. g. voorzieningen ten dienste van medische, sociale, culturele, religieuze of recreatieve activiteiten (zoals een ontmoetings- /activiteitenruimte), alsmede daaraan gebonden ondergeschikte detailhandel en lichte horeca (incl. een terras met een maximale oppervlakte van 50 m²), met dien verstande dat:
    1. 1. de oppervlakte van deze gebruiksfuncties gezamenlijk niet meer dan 10% van van de bruto vloeroppervlakte binnen deze bestemming mag bedragen;
    2. 2. deze gebruiksfuncties uitsluitend ten behoeve van en ondergeschikt aan het gebruik voor bewoning zijn toegelaten.


met de bij sub a tot en met g behorende:

  1. h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en speeltoestellen.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en omvang), ten behoeve van:

  1. a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
  2. b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning en de privacy;
  3. c. het bevorderen van de verkeersveiligheid, sociale veiligheid en brandveiligheid.

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.1 onder a, voor de uitoefening van:

  1. a. beroepsmatige activiteiten op meer dan 30 m² van het bruto-vloeroppervlak in de wooneenheid;
  2. b. bedrijfsmatige activiteiten in hoofdgebouw en/of bijgebouw(en), niet zijnde een overkapping met een open constructie; mits:
    1. 1. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
    2. 2. bedoeld gebruik geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. Dit betekent onder meer dat uitsluitend medewerking wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijven en beroepen, mits:
      • het geen geluidzoneringsplichtige inrichting betreft;
      • het geen inrichtingen betreft zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
    3. 3. vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
    4. 4. het gebruik naar aard met het karakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn
    5. 5. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is;
    6. 6. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
    7. 7. op het bij de woning behorende bouwperceel ten minste één parkeerplaats aanwezig is of gelijktijdig wordt aangelegd indien (een deel van) de bij de desbetreffende woning behorende garage niet meer als zodanig in gebruik is of gebruikt gaat worden ten behoeve van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
    8. 8. wordt voorzien in het parkeren op eigen terrein;
    9. 9. het geen uitoefening van detailhandel betreft met uitzondering van beperkte detailhandel als niet-zelfstandige en ondergeschikte activiteit rechtstreeks voortvloeiend uit de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
    10. 10. per wooneenheid maximaal 50 m² van het bruto-vloeroppervlak ten behoeve van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik wordt genomen.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene Bouwregels

5.1 Overschrijding bouwvlakken / bestemmingsgrenzen ondergeschikte bouwdelen

5.2 Bestaande bouwwerken

Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de in Hoofdstuk 2 opgenomen regels zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende contour en maatvoering gelden dan als maximaal toegestane contour en maatvoering.

Artikel 6 Algemene Gebruiksregels

6.1 Gebruik van bouwwerken

Het is verboden de in het plan begrepen bouwwerken te gebruiken voor doeleinden, welke in strijd zijn met de in het plan gegeven bestemming.

6.2 Afwijken van de algemene gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 6.1 indien strikte toepassing van het voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels

7.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van deze regels ten behoeve van:

  1. a. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van het openbaar nut en de waterhuishouding, zoals gasdrukregelstations, wko-voorzieningen, duikers, keermuren en bruggen, gemalen, wachthuisjes, telefooncellen en transformatorhuisjes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m en de inhoud niet meer dan 75 m3 mag bedragen;
  2. b. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van beeldende kunst, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
  3. c. het bouwen van zonnepanelen op daken van hoofdgebouwen tot een hoogte van 1,5 m.

7.2 Toepasselijkheid

De genoemde afwijkingen met een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:

  1. a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde;
  2. b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    2. 2. de verkeersveiligheid;
    3. 3. de sociale veiligheid;
    4. 4. het aantal parkeervoorzieningen;
    5. 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
    6. 6. de bouwmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
    7. 7. het milieu.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken

8.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Burg. Moonenlaan 5.

Bijlage 1 Notitie Verkeer En Parkeren

Bijlage 1 Notitie verkeer en parkeren

Bijlage 2 Planmer Structuurvisie Waalwijk Akoestisch Onderzoek En Onderzoek Luchtkwaliteit

Bijlage 2 PlanMER Structuurvisie Waalwijk Akoestisch onderzoek en onderzoek luchtkwaliteit

Bijlage 3 Bodemonderzoek

Bijlage 3 Bodemonderzoek

Bijlage 4 Ecologische Quickscan Kapel Dr. Mollercollege

Bijlage 4 Ecologische quickscan Kapel Dr. Mollercollege

Bijlage 5 Ecologische Quickscan Dr. Mollercollege

Bijlage 5 Ecologische quickscan Dr. Mollercollege

Bijlage 6 Vleermuisonderzoek Dr. Mollercollege

Bijlage 6 Vleermuisonderzoek Dr. Mollercollege

Bijlage 7 Berekening Groepsrisico

Bijlage 7 Berekening groepsrisico

Bijlage 8 Vgr Herontwikkeling Dr. Mollercollege

Bijlage 8 VGR Herontwikkeling Dr. Mollercollege

Bijlage 9 Advies Waterschap

Bijlage 9 Advies Waterschap