KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Partiële Herziening
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
Artikel 5 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Begrenzing En Ligging Plangebied
1.3 Planaanpassing
Hoofdstuk 2 Beleid
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheidsaspecten
Hoofdstuk 4 Juridische Aspecten
4.1 Algemeen
4.2 De Verbeelding
4.3 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
5.2 Economische Uitvoerbaarheid

Partiële herziening Akkerlanen

Bestemmingsplan - gemeente Waalwijk

Vastgesteld op 26-09-2023 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Partiële herziening Akkerlanen met identificatienummer NL.IMRO.0867.PHBPWWakkerlanen-va01 van de gemeente Waalwijk;

1.2 bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0867.PHBPWWakkerlanen-va01met bijbehorende regels en bijlage;

Aanvulling

De regels van het bestemmingsplan ‘‘Akkerlanen", zoals vastgesteld bij besluit door de gemeenteraad van de gemeente Waalwijk op 2 juli 2020, zijn van toepassing op dit bestemmingsplan met dien verstande dat de begrippenlijst in hoofdstuk 1 'Begrippen' als volgt wordt aangevuld:

1.3 bebouwingsgebied

achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw; waarbij onderscheid wordt gemaakt in de volgende typen:

  1. a. bebouwingsgebied hoofdmassa: gedeelte van het bebouwingsgebied waar, gelet op de gekozen situering van de hoofdmassa de hoofdmassa conform de bouwregels hoofdmassa mag worden opgericht;
  2. b. overig bebouwingsgebied: gedeelte van het bebouwingsgebied waar geen hoofdmassa mag komen.

1.4 oorspronkelijk hoofdgebouw

het hoofdgebouw zoals dat ten tijde van de afronding van de bouwwerkzaamheden, overeenkomstig de voor het hoofdgebouw verleende vergunning, is opgeleverd dan wel - indien het hoofdgebouw nog gerealiseerd dient te worden - het hoofdgebouw, zoals deze met de omgevingsvergunning wordt beoogd.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Partiële Herziening

2.1 Verbeelding

Dit bestemmingsplan wijzigt de verbeelding van het bestemmingsplan ‘Akkerlanen' vastgesteld op 02-07-2020 overeenkomstig de wijze zoals vervat in het bestemmingsplan Partiële herziening Akkerlanen.

2.2 Regels

De regels van het bestemmingsplan ‘‘Akkerlanen", zoals vastgesteld bij besluit door de gemeenteraad van de gemeente Waalwijk op 2 juli 2020, zijn van toepassing op dit bestemmingsplan, met dien verstande dat de regels in hoofdstuk 2 'Bestemmingsregels' en in hoofdstuk 3 'Algemene regels' als volgt worden aangevuld:

Artikel 3 Groen

Artikel 3.1.1 wordt aangevuld met de volgende onderstreepte woorden en wordt voor het overige vernummerd:

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. de aan sub a ondergeschikte verhardingen;
  3. c. speelvoorzieningen;
  4. d. ontsluitingspadenten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
  1. e. met de daarbij behorende:bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken;
  2. f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  3. g. nuts- en wko-voorzieningen

Artikel 7 Wonen

Artikel 7.1 wordt aangevuld met de volgende onderstreepte woorden en wordt voor het overige vernummerd:

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

c. hoofdmassa's voor woningen met een maximum aantal woningen per bestemmingsvlak zoals aangeduid;

d. beroepsmatige activiteiten en bedrijfsmatige activiteiten in de vorm van dienstverlening, op een maximum van 30 m2 bruto vloeroppervlak van de hoofdmassa per woning;

e. ontsluitingspaden;

met de daarbij behorende:

f. bijbehorende bouwwerken;

g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

h. tuinen en erven;

i. parkeervoorzieningen;

j. nutsvoorzieningen;

k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Artikel 7.2.1 onder b wordt aangevuld met de volgende onderstreepte woorden:

b. de hoofdmassa mag uitsluitend in en/of achter de gevellijn worden gebouwd waarbij:

  1. 1. de voorkant van de hoofdmassa minimaal voor 50% in de gevellijn moet worden gebouwd welke gerelateerd is aan de voorkant hoofdmassa;
  2. 2. in afwijking van het bepaalde in lid b onder 1 mag ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd in de 'gevellijn' welke gerelateerd is aan de voorkant hoofdmassa of op maximaal 3 meter achter deze gevellijn;

Artikel 7.2.1 onder i wordt aangevuld met de volgende onderstreepte woorden en wordt voor het overige vernummerd.

i. dakkapellen zijn toegestaan mits voldaan wordt aan het volgende:

  1. 1. gemeten vanaf de voet van de dakkapel niet hoger dan 1,75 m;
  2. 2. de onderzijde meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet;
  3. 3. de bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok;
  4. 4. de zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak;
  5. 5. in afwijking van lid 2 mag, indien de voorkant van de dakkapel gelijk ligt met de gevel waarin de dakkapel gebouwd wordt, de breedte maximaal 30% bedragen van de voorkant waarin de dakkapel gebouwd wordt;

Artikel 7.2.2 onder f, g, h, en k worden aangevuld met de volgende onderstreepte woorden:

7.2.2 Bijbehorende bouwwerken

f. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken in het bebouwingsgebied hoofdmassa, waar geen hoofdmassa wordt en/of is gerealiseerd, bedraagt maximaal de volledige oppervlakte van het resterende bebouwingsgebied hoofdmassa;

g. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken in het overig bebouwingsgebied bedraagt niet meer dan:

  1. 1. in geval van een bebouwingsgebied kleiner dan of gelijk aan 100 m2 : 50% van het bebouwingsgebied, waarvan maximaal 10 m2 tot het oorspronkelijk hoofdgebouw mag horen;
  2. 2. in geval van een bebouwingsgebied groter dan 100 m2 en kleiner dan of gelijk aan 300 m2: 50 m2, vermeerderd met 20% van het deel van het bebouwingsgebied dat groter is dan 100 m2, waarvan maximaal 15 m2 tot het oorspronkelijk hoofdgebouw mag horen;
  3. 3. in geval van een bebouwingsgebied groter dan 300 m2: 90 m2, vermeerderd met 10% van het deel van het bebouwingsgebied dat groter is dan 300 m2, tot een maximum van in totaal 200 m2, waarvan maximaal 20 m2 tot het oorspronkelijk hoofdgebouw mag horen;

verminderd met de oppervlakte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken zoals bedoeld onder lid k en vermeerderd met de oppervlakte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken zoals bedoeld in lid l.

h. in geval van een gestapelde hoofdmassa geldt in afwijking van lid f tot en met g dat de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken in het bebouwingsgebied per hoofdmassa maximaal 20% van het bebouwingsgebied mag bedragen met een maximum van 500 m²;


k. in afwijking van lid a mogen bijbehorende bouwwerken buiten het bebouwingsgebied en/of vóór de gevellijn worden gebouwd aan de zijkant hoofdmassa waarbij:

  1. 1. grenzend aan zowel de voorkant als zijkant van het bouwperceel geen sprake is van een bestemming Verkeer en/of Verkeer - Verblijfsgebied;
  2. 2. de afstand tot (het verlengde van) de gevellijn van de voorkant hoofdmassa tenminste 1 meter bedraagt;
  3. 3. de afstand tot het kruisingsvlak tenminste 5 meter bedraagt;
  4. 4. voldaan wordt aan de maatvoering van het bepaalde in lid b tot en met j;

Artikel 7.2.2 onder j wordt aangevuld met de volgende onderstreepte getallen:

j. in het overige bebouwingsgebied geldt voor de hoogte en het dak het volgende:

  1. 1. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3,3 m bedragen of ingeval van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk waarbij de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw hoger is dan 3,3 m, maximaal 0,25 m boven de hoogte van die eerste bouwlaag maar in geen geval hoger dan 4 m;
  2. 2. in afwijking van het bepaalde onder j.1 mag de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bij patiowoningen maximaal 4 meter bedragen.
  3. 3. de nokhoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 5 m bedragen;
  4. 4. in afwijking van sub 3 is een bouwhoogte toegestaan mits de denkbeeldige nok bij het doortrekken van de dakvlakken maximaal 5 m bedraagt;
  5. 5. de dakhelling van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag maximaal gelijk zijn aan de dakhelling van het dakvlak van de hoofdmassa waaraan wordt bijgebouwd;
  6. 6. de dakhelling van een vrijstaande bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste gelijk zijn aan de steilste dakhelling van de hoofdmassa;

Het volgende lid wordt toegevoegd aan artikel 9 'Algemene bouwregels' en het artikel wordt voor het overige vernummerd:

9.2 Energieneutraal en klimaatadaptief bouwen of renoveren van een hoofdgebouw of een aangebouwde bijbehorende bouwwerk.

Voor het aanbrengen van voorzieningen gericht op energieneutraal en klimaatadaptatief bouwen of renoveren van een hoofdgebouw of aangebouwd bijbehorend bouwwerk mogen de volgende bouwvoorschriften tot het vermelde maximum worden overschreden ten behoeve van schilisolatie, een groen dak, groene gevel of waterberging.

  1. a. 50 cm van de diepte en de breedte van een bouwwerk;
  2. b. 75 cm voor bouwhoogtes ter plaatse van de daknok;
  3. c. overschrijden van de voorgevelrooilijn met 50 cm;
  4. d. overschrijden van het bouwperceel met 50 cm;
  5. e. overschrijden van het bestemmingsvlak met 50 cm;
  6. f. 50 cm voor bouwdiepte ondergronds bouwen vóór de voorgevelrooilijn.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

4.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Partiële herziening Akkerlanen.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Enkele jaren geleden is gestart met planvorming voor de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk in het Hoefsvengebied, ten oosten van de kern Waalwijk. Op 2 juli 2020 is het bestemmingsplan Akkerlanen vastgesteld, dat deze ontwikkeling mogelijk maakte. Inmiddels bestaat de wens om enkele aanpassingen te doen. De aanleiding is de constatering dat de regels van het bestemmingsplan meer bouwmogelijkheden bieden voor het oprichten van bijbehorende bouwwerken bij woningen dan de bedoeling was. Dit kan leiden tot een mate van verstening die vanuit zowel stedenbouwkundig als vanuit klimaatadaptatief oogpunt onwenselijk is. Hiervoor is op 9 juni 2022 een voorbereidingsbesluit vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in de herziening van het bestemmingsplan 'Akkerlanen'.

Daarnaast worden er duurzaamheidsmaatgregelen opgenomen in dit bestemmingpslan. Deze regels zullen ook voor de rest van het gemeentelijk grondgebied gaan gelden. Dat wordt echter geregeld in een afzonderlijk bestemmingsplan. De gemeente wil samen duurzaam vooruit en wil daarbij samen met de inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties werken aan een schone en duurzame stad. Het opnemen van regels voor duurzaamheidsmaatregelen past goed binnen de gemeentelijke visie op duurzaamheid. Op deze manier staan de bouwregels het aanbrengen van isolatie of een groen dak niet in de weg. Dit draagt bij aan het faciliteren en stimuleren van het verduurzamen van de gebouwde omgeving van woningen en bedrijven.

Tot slot wordt een aantal ondergeschikte wijzigingen aangebracht waaraan in de praktijk behoefte is gebleken, namelijk flexibiliteit in de situering van vrijstaande hoofdgebouwen ten opzichte van de gevellijn, de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken en de mogelijkheid om ontsluitingspaden aan te leggen.

Het voorliggende bestemmingsplan legt deze regels vast.

1.2 Begrenzing En Ligging Plangebied

Het plangebied is gelegen aan de Akkerlaan, aan de zuidoostrand van Waalwijk. Globaal wordt het plangebied begrensd door:

  • De Drunenseweg aan de noordzijde;
  • Zwembad Olympia en boskamer ’t Helleke aan de oostzijde;
  • De Vijverlaan aan de zuidzijde;
  • De Akkerlaan aan de westzijde.

Onderstaande afbeelding geeft de begrenzing van het plangebied weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0867.PHBPWWakkerlanen-va01_0001.png"

Begrenzing plangebied, weergegeven in de zwarte lijn

1.3 Planaanpassing

Het plan wordt aangepast op een aantal aspecten. De begripsomschrijving van bebouwingsgebied hoofdmassa veranderd. Daarnaast worden nieuwe regels omtrent het oppervlak van bijbehorende bouwwerken in het overig bebouwingsgebied opgenomen. Het herziene plan biedt tevens meer flexibiliteit voor het oprichten van hoofdmassa's achter de gevellijn voor vrijstaande woningen.

In de Visie Duurzaam Waalwijk 2030 is op hoofdlijnen het doel uitgewerkt dat de gemeente zich duurzaam wil ontwikkelen en wil overgaan naar een energieneutraal, CO2-arm en klimaatbestendig Waalwijk in 2043. De gemeente heeft bij de speerpunten, genoemd in deze visie, een voorbeeld- maar ook een faciliterende en stimulerende rol. Om deze reden is dit onderwerp dan ook toegevoegd aan voorliggend bestemmingsplan, door middel van het toevoegen van ruimere bouwmogelijkheden voor duurzaamheidsmaatregelen.

Hoofdstuk 2 Beleid

Voorbereidingsbesluit Akkerlanen

De gemeente heeft geconstateerd dat de regels van het bestemmingsplan Akkerlanen onbedoeld ruime bouwmogelijkheden bieden voor het oprichten van bijbehorende bouwwerken bij woningen. Hierdoor kan een grote mate van verstening ontstaan, wat ongunstig is vanuit stedenbouwkundig en klimaatadaptief oogpunt. Om die reden is een voorbereidingsbesluit genomen op 9 juni 2022, waarbij een regeling is opgenomen om de verstening te beperken. Hierbij is aangesloten op de geldende regeling uit het bestemmingsplan Akkerlanen, waarbij deze regeling op enkele punten is aangevuld.

In het voorbereidingsbesluit is tevens aangegeven dat het bestemmingsplan een regeling voor duurzaamheidsmaatregelen zal bevatten.

Dit bestemmingsplan opgesteld in vervolg op het voorbereidingsbesluit.

Visie Duurzaam Waalwijk 2030

In de regels zijn ruimere bouwmogelijkheden opgenomen om duurzaamheidsmaatregelen te vergemakkelijken. Deze regeling sluit aan op het doel van de Visie Duurzaam Waalwijk 2030, waarin de noodzaak van de veranderingen van het klimaat en de bijbehorende gevolgen centraal staan. De problemen vragen om een ambitieus en daadkrachtig ingrijpen. om dit te bereiken zijn drie hoofdthema's benoemd;

  • Energie: één van de speerpunten is het verduurzamen van de gebouwde omgeving, door bijvoorbeeld te isoleren.
  • Water en groen: een van de speerpunten is een klimaatvriendelijke inrichting rondom een eigen woning of bedrijf. Een voorbeeld hiervan is de aanleg van groene daken.
  • Duurzame consumptie en productie.

Initiatieven op al deze thema's zijn het meest succesvol als ze gezamenlijk en vanuit de inwoners en ondernemers zelf geïnitieerd worden. De gemeente heeft bij deze speerpunten richting particuliere eigendommen vooral een voorbeeld rol maar ook een faciliterende en stimulerende rol. Zodoende zijn regels aan voorliggend bestemmingsplan toegevoegd die deze beoogde aanpassingen faciliteren.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheidsaspecten

Voor elk bestemmingsplan moet een gemeente aantonen dat het plan uitvoerbaar is. Dat volgt namelijk uit artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro). Dit bestemmingsplan betreft het wijzigen van enkele definities en het toevoegen van bouwnormen, evenals een regeling voor duurzaamheidsmaatregelen. Hiervoor zijn geen aanvullende onderzoeken noodzakelijk. Onderzoek en afwegingen ten aanzien van de uitvoering is in dit plan daarom ook niet nodig.

Hoofdstuk 4 Juridische Aspecten

4.1 Algemeen

Dit hoofdstuk gaat in op de regels van het bestemmingsplan. De regels vormen samen met de verbeelding het juridische bindende deel van het bestemmingsplan. Zowel de verbeelding als de regels voldoen aan de verplichte landelijke standaarden voor de uitwisseling en vergelijkbaarheid van digitale bestemmingsplannen (IMRO2012 en SVBP2012). Het bestemmingsplan bestaat uit:

  1. 1. een verbeelding van het plangebied dat alle bestemmingen van de gronden aanwijst;
  2. 2. de regels die de bestemmingen beschrijven en waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden genoemd.

Bij het bestemmingsplan hoort een toelichting. Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting stelt men langs elektronische weg vast. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar is wel een belangrijk onderdeel van de herziening. Hierin staat hoe een plan tot stand is gekomen, een beschrijving van het gebied en wat de bedoelingen van de gemeente zijn in het plangebied.

4.2 De Verbeelding

Hieronder is een afbeelding opgenomen waarop is aangegeven op welke punten de verbeelding wijzigt.

In het rood omcirkelde vlak is een gevellijn opgenomen op dezelfde wijze als het bouwvlak aan de noordkant van het bestemmingsvlak. De gevellijn is opgenomen op 2,5 meter van de zuidelijke grens van het bestemmingsvlak.

De gevellijnen in het blauw omcirkelde vlak zijn verplaatst zodat deze niet meer te dicht op de groenbestemming liggen. De gevellijnen liggen nu op 5 meter van de zuidelijke bestemmingsgrens (wonen-groen).

afbeelding "i_NL.IMRO.0867.PHBPWWakkerlanen-va01_0002.jpg"

De rode en blauwe omcirkeling geeft aan waar de gevellijnen op de verbeelding aangepast zijn

4.3 Bestemmingsregels

Algemeen

Deze partiele herziening heeft als doel de beoogde ruimtelijke kwaliteit in het Akkerlanen te realiseren, door te voorkomen dat percelen in Akkerlanen overmatig kunnen verstenen. In de stedenbouwkundige opzet van Akkerlanen is aansluiting gezocht bij de ruimtelijke kwaliteit van het omliggende landschap. Zo is er bewust voor gekozen om de bouwkavels aan de zuid- en zuidoostzijde groter te maken dan elders in het plan. Dit geeft het plan aan de randen meer lucht. Om diezelfde reden in de aanloop naar de vaststelling van het bestemmingsplan aan de zuidkant ook een extra groenstrook geïntroduceerd. Een overmatige verstening past hier niet bij. Voor de regels van dit plan zijn de regels uit het bestemmingsplan 'Akkerlanen' als basis gebruikt. Die regels zijn vervolgens op onderdelen aangepast in verband met de beoogde situatie in het plangebied.

De regels bevatten nieuwe bepalingen omtrent het toegestane gebruik van de gronden. De opbouw van dit bestemmingsplan ziet er als volgt uit:

  • inleidende regels;
  • bestemmingsregels;
  • overgangs- en slotregels.

Dit wordt hieronder nader toegelicht.

Hoofdstuk 1 - Inleidende regels

Dit onderdeel bestaat uit de begrippen (Begrippen) waarmee het bestemmingplan 'Akkerlanen' wordt aangevuld. In de begrippen wordt aangegeven wat in de regels onder bepaalde begrippen moet worden verstaan.

De regels worden als volgt aangevuld of gewijzigd ten opzichte van het bestemmingsplan 'Akkerlanen':

a. De begripsomschrijving van bebouwingsgebied hoofdmassa is verduidelijkt.b. Het begrip oorspronkelijk hoofdgebouw is toegevoegd.

ad a Begripsomschrijving bebouwingsgebied hoofdmassa

Het was het de bedoeling om in het bestemmingsplan flexibiliteit te bieden voor het situeren voor hoofdmassa's. Hiertoe is een soort zoekgebied aangewezen waarbinnen een hoofdmassa mag worden opgericht. Dit wordt afgebakend door de (voor)gevellijn, een minimum afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen en een maximale bebouwingsdiepte. De hoofdmassa mag daarbinnen een maximum oppervlakte en breedte hebben. Dit is het bebouwingsgebied hoofdmassa. Is de situering van de hoofdmassa in het zoekgebied gekozen en wordt het maximum oppervlakte voor de hoofdmassa niet volledig benut, dan mogen binnen dit maximum oppervlak tevens bijbehorende bouwwerken worden opgericht.

De regeling kan echter zo worden uitgelegd dat bijbehorende bouwwerken niet enkel binnen het maximale oppervlakte voor de hoofdmassa kunnen worden opgericht, maar onbeperkt binnen het gehele zoekgebied waar de hoofdmassa had kunnen worden gesitueerd. Een dergelijke toename van verstening van percelen is vanuit stedenbouwkundig als vanuit klimaatadaptatief oogpunt onwenselijk. Daarom is het begrip bebouwingsgebied hoofdmassa op dit punt verduidelijkt.

Hoofdstuk 2 - Bestemmingsregels

Dit hoofdstuk bestaat uit de wijzigingen ten opzichte van de regels van het bestemmingsplan "Akkerlanen" opgenomen. De te wijzigen artikelen en (sub)leden zijn overgenomen in de regels, en de toevoegingen zijn onderstreept opgenomen.

De regels worden als volgt aangevuld of gewijzigd ten opzichte van het bestemmingsplan 'Akkerlanen':

  1. a. Binnen de bestemmingen 'Wonen' en 'Groen' wordt de aanleg van ontsluitingspaden mogelijk gemaakt.
  2. b. Er is een uitzondering op het bouwen van de volledige hoofdmassa op de gevellijn opgenomen voor het bouwen van de hoofdmassa als er ter plaatse de aanduiding 'vrijstaand' is opgenomen. In dat geval mag de voorkant van de hoofdmassa uitsluitend in en/of tot maximaal 3 meter achter de gevellijn gebouwd worden. Op deze manier wil de gemeente voor een aantal delen in het plan meer flexibiliteit bieden voor het oprichten van hoofdmassa's achter de gevellijn voor vrijstaande woningen.
  3. c. Er is een lid toegevoegd aan de regels over hoogte van de dakkapel van de hoofdmassa.
  4. d. De bouwmogelijkheden van bijbehorende bouwwerken in het overig bebouwingsgebied zijn gedeeltelijk gewijzigd.
    1. 1. Meer specifiek zijn de regels gewijzigd als het gaat het om de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken.
    2. 2. Tevens is de maximale hoogte en het dak van bijbehorende bouwwerken in het overige bebouwingsgebied verhoogd. Vanwege de huidige eisen aan duurzaam bouwen uit het Bouwbesluit is een goothoogte van 3,3 meter voor bijbehorende bouwwerken nodig
  5. e. Tot slot is er een artikel toegevoegd over duurzaamheid. Er zijn ruimere bouwmogelijkheden opgenomen voor duurzaamheidsmaatregelen, zoals een grotere bouwhoogte t.b.v. isolatie of het wegwerken van zonnepanelen.

ad c bouwmogelijkheden bijbehorende bouwwerken

Voor wat betreft de bouwmogelijkheden van bijbehorende bouwwerken, zoals genoemd onder sub c het volgende. De gemeente heeft geconstateerd dat de regels van het bestemmingsplan Akkerlanen onbedoeld ruime bouwmogelijkheden bieden voor het oprichten van bijbehorende bouwwerken bij woningen. Bedoeld is een regeling te maken waarin de mogelijkheden voor vergunningsvrij bouwen zijn meegenomen in het maximum te bebouwen oppervlakte in het overig bebouwingsgebied. De regeling is zodanig geformuleerd dat het maximum afhankelijk is van de grootte van het achtererfgebied. Er kan een dubbeling van de bouwmogelijkheden voor bijbehorende bouwwerken ontstaan, als later alsnog vergunningsvrije bebouwing worden toegevoegd. Dit is aan de orde als bij de bouw van een nieuwe woning direct het maximale oppervlakte aan aangebouwde bijbehorende bouwwerken wordt gerealiseerd en deze bebouwing een woonfunctie krijgt. In dat geval moeten deze bouwwerken tot het oorspronkelijk hoofdgebouw worden gerekend. Doordat de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw op basis van de regels voor vergunningsvrij bouwen niet tot het bebouwingsgebied wordt gerekend, tellen de betreffende bijbehorende bouwwerken alleen niet mee in de berekening op basis van die regels en kan later alsnog vergunningsvrije bebouwing worden toegevoegd. In het uiterste geval kan hierdoor in plaats van maximaal 200 m2 maximaal 350 m2 aan bijgebouwen worden opgericht. Een dergelijke toename van verstening van percelen is zowel vanuit stedenbouwkundig als vanuit klimaatadaptatief oogpunt onwenselijk.

Om deze mogelijke dubbeling tegen te gaan, is het oppervlak aan bijbehorende bouwwerken in het overig bebouwingsgebied dat tot het oorspronkelijk hoofdgebouw mag behoren in de regels van deze partiële herziening gemaximeerd. De totale bouwmogelijkheden aan bijbehorende bouwwerken blijven in oppervlakte gelijk aan hetgeen was beoogd. Voor zover deze bijbehorende bouwwerken in een bouwaanvraag voor het oorspronkelijk hoofdgebouw het voornoemde maximum overschrijden, moeten ze in de aanvraag een ondergeschikte functie krijgen. Hierdoor worden ze meegerekend bij het bepalen van de vergunningvrije bouwmogelijkheden.

In dit bestemmingsplan blijft de oorspronkelijke regeling voor bijbehorende bouwwerken gehandhaafd, maar wordt aangevuld om dubbelingen met vergunningvrij bouwen te voorkomen. De regeling is zodanig geformuleerd dat het maximum afhankelijk is van de grootte van het achtererfgebied. Om een dubbeling met vergunningvrije bouwmogelijkheden te voorkomen, is in dit bestemmingsplan voor de realisatie van bijbehorende bouwwerken een maximum oppervlak toegevoegd voor de primaire woonfunctie, bij uitbreiding van het hoofdgebouw. Dit is opgenomen in artikel 2.2.

ad d duurzaamheidsregels

Uit de praktijk is gebleken dat er behoefte bestaat aan een regeling in bestemmingsplannen die het mogelijk maakt om van bouwregels af te wijken ten behoeve van duurzaamheidsmaatregelen, bijvoorbeeld het toestaan van een iets hogere dakrand om zonnepanelen aan het zicht te onttrekken. Daarom is hiervoor een regeling in dit bestemmingsplan opgenomen. Dit zal ook (in een apart plan) voor de overige bestemmingsplannen binnen de gemeente wordt geregeld. Het gaat om regels voor het energieneutraal renoveren van een bestaand hoofdgebouw, waarbij onder voorwaarden bouwregels uit het bestemmingsplan mogen worden overschreden ten behoeve van schilisolatie. Daarnaast mogen bouwregels worden overschreden voor het aanbrengen van voorzieningen gericht op klimaatadaptatie voor een groen dak, groene gevel of waterberging (zoals een grindkoffer).

Hoofdstuk 3 - Overgangs- en slotregels

In dit hoofdstuk zijn het overgangsrecht (Artikel 4) en de slotregel (Artikel 5) opgenomen. Voor de redactie van het overgangsrecht geldt het Bro. Bebouwing die niet voldoet aan de bepalingen van dit bestemmingsplan is onder het overgangsrecht gebracht.

Het gebruik van gronden en bebouwing dat in strijd is met dit nieuwe bestemmingsplan op het tijdstip van inwerkingtreding, mag in beginsel worden voortgezet. Wijziging van dit strijdige gebruik is verboden, indien de afwijking van het plan wordt vergroot. Indien het strijdige gebruik, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan doorloopt de procedure zoals vastgelegd in artikel 3.6, eerste lid, sub a, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Door het voeren van de genoemde procedure, wordt eenieder in de gelegenheid gesteld voor het indienen van zienswijzen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Er is verder geen vooroverleg gevoerd over dit plan, omdat er geen Rijks-, provinciale of waterschapsbelangen in het geding zijn.

Er is één ambtshalve wijziging doorgevoerd, namelijk met het aanpassen van de gevellijn op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan is de situering van deze lijn per abuis verschoven van 5 meter vanaf de oostelijke grens van het bestemmingsvlak naar ca. 2,5 meter er vanaf. Het bestemmingsplan Partiële herziening Akkerlanen is derhalve gewijzigd vastgesteld ten opzichte van het ontwerp zodat de situering van de aangepaste gevellijn weer op 5 meter van de oostelijke grens van het bestemmingsvlak ligt.

5.2 Economische Uitvoerbaarheid

Er zijn voor de gemeente geen uitvoeringskosten waarvoor een specifiek onderzoek naar economische aspecten moet worden uitgevoerd. Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is.