Gemengd gebied herziening 1
Bestemmingsplan - gemeente Waalwijk
Vastgesteld op 16-12-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Gemengd gebied herziening 1' met identificatienummer NL.IMRO.0867.bpWWgemengdgbherz1-VA01 van de gemeente Waalwijk;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aardkundige waarde
gebieden met waardevolle aardkundige elementen met betrekking tot reliëf en bodem die een bepaalde mate van bescherming genieten;
1.6 aaneengebouwde hoofdmassa
hoofdmassa welke deel uitmaakt van meer dan twee aaneengebouwde, grondgebonden, hoofdmassa's;
1.7 aangebouwd bijbehorend bouwwerk
bijbehorend bouwwerk dat met de hoofdmassa verbonden is;
1.8 achtererfgebied
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
1.9 achterkant
gevel aan de achterzijde van een gebouw, tegenover de voorkant;
1.10 agrarisch bedrijf
inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die is gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of door het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf;
1.11 agrarisch-technisch hulpbedrijf
bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het leveren van goederen en diensten aan agrarische bedrijven of dat agrarische producten bewerkt, vervoert of verhandelt, zoals loonwerkbedrijven, bedrijven voor mestopslag en handel, veetransport en veehandel, met uitzondering van mestbewerking;
1.12 agrarisch verwant bedrijf
bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking;
1.13 ambachtelijke bedrijvigheid
het bedrijfsmatig vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen geheel of overwegend door middel van handwerk;
1.14 attentiegebied EHS
gebied gelegen rondom en binnen de ecologische hoofdstructuur waar fysieke ingrepen een negatief effect kunnen hebben op de waterhuishouding;
1.15 bebouwing
- a. één of meer gebouwen en/of;
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.16 bedrijfsbebouwing ten behoeve van een veehouderij
onder bedrijfsbebouwing ten behoeve van een veehouderij wordt verstaan:
- 1. gebouwen in gebruik voor de huisvesting van vee (niet zijnde hobbyvee);
- 2. gebouwen in gebruik ten behoeve van de uitoefening van de (intensieve) veehouderij in de brede zin (zoals een machineberging waarin de machines die gebruikt worden ten behoeve van de veeteelt zijn of worden gestald);
- 3. bouwwerken voor de opslag van mest;
1.17 bebouwingsgebied
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
waarbij onderscheid wordt gemaakt in de volgende typen:
- a. bebouwingsgebied hoofdmassa: gedeelte van het bebouwingsgebied waar de hoofdmassa mag komen;
- b. overig bebouwingsgebied: gedeelte van het bebouwingsgebied waar geen hoofdmassa mag komen;
1.18 bebouwingspercentage
een op de verbeelding, dan wel in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel, bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.19 bed & breakfast
een aan de woonfunctie ondergeschikte vorm van extensieve verblijfsrecreatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Onder een bed & breakfastvoorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichtten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of permanente kamerverhuur. Degene die de bed & breakfast voorziening biedt, is tevens de gebruiker van de (bedrijfs)woning;
1.20 bedrijf
het bedrijfsmatig verrichten van werkzaamheden en/of diensten waaronder begrepen internetbedrijven en internetafhaalpunten;
1.21 bedrijfsmatige activiteiten (bij wonen)
uitoefening van een bedrijf en/of dienstverlening in of bij een woning waarbij de omvang in de activiteiten zodanig is, dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend. Degene die de bedrijfsmatige activiteiten uitvoert, is tevens de gebruiker van de (bedrijfs)woning;
1.22 bedrijfswoning
een bij een bedrijf behorende woning waarbij de woonfunctie ondergeschikt is aan de bedrijfsactiviteit, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, die een functionele binding heeft met de bedrijfsactiviteiten die het desbetreffende bedrijf uitoefent en mag uitoefenen;
1.23 beperkt kwetsbaar object
- a. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal 2 woningen, woonschepen en woonwagens per hectare;
- b. bedrijfswoningen van derden;
- c. kantoorgebouwen, waaronder begrepen bedrijfskantoren, met een brutovloeroppevlak van maximaal 1.500 m2 per object;
- d. hotels met een brutovloeroppervlak van maximaal 1.500 m2 per object; restaurants, waaronder begrepen bedrijfsrestaurants;
- e. winkels/winkelcomplexen die niet als kwetsbaar object zijn aangemerkt;
- f. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
- g. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet bestemd zijn voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;
- h. bedrijfsgebouwen voor zover het niet betreft:
- 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto-oppervlak van meer dan 1.500 m2 per object;
- 2. complexen, waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt, en winkels met een totaal oppervlak van meer dan 2.000 m2 per object, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
- i. andere objecten, zoals (delen van) gebouwen, waar 50 of meer personen aanwezig zijn èn waarbij de personendichtheid groter is dan 1 persoon per 100 m² èn waarbij deze personen 40 uur per week of meer aanwezig zijn;
- j. objecten met een hoge infrastructurele waarde, te weten een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur.
Objecten die onderdeel uitmaken van een Bevi-inrichting maken hiervan geen onderdeel uit;
1.24 bergbezinkvoorziening
ondergrondse ruimte waarin tijdens zware regenval afvalwater tijdelijk wordt opgeslagen;
1.25 beroepsmatige activiteiten (bij wonen)
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Degene die de beroepsmatige activiteiten uitvoert, is tevens de gebruiker van de (bedrijfs)woning;
1.26 bestaand
bestaand zoals op moment van de inwerkingtreding van dit plan:
- a. legaal bestaat, in uitvoering is of in gebruik mag worden genomen krachtens een geldige omgevingsvergunning;
- b. aantoonbaar vanaf 1955 aanwezig is;
Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het bestaand aantal woningen, bestaand bouwwerk, bestaand gebruik, de bestaande situatie (gebruik en gebouwen) en de bestaande maatvoering van bouwwerken;
1.27 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.28 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.29 Bevi-bedrijven
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dit geldt op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
1.30 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.31 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.32 bouwgrens
een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;
1.33 bouwlaag
een horizontaal doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren en plafonds is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van ruimtes onder peil en zolder;
1.34 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.35 bouwvlak
een op de verbeelding aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde, zijn toegelaten;
1.36 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.37 buitenterras
een opstelling van tafels en stoelen op de openbare weg zonder bijkomende bouwwerken die de open structuur verstoren; permanent gebouwde voorziening zoals een winterras worden nadrukkelijk niet onder een buitenterras begrepen;
1.38 categorie A-, B-, C-bedrijf
bedrijf met activiteiten welke voorkomen in de staat van bedrijfsactiviteiten voor gebieden met functiemenging welke voldoen aan de volgende kenmerken:
- kleinschalige, meest ambachtelijke bedrijvigheid en/of dienstverlening;
- productie en/of laad- en loswerkzaamheden vinden alleen in de dagperiode plaats;
- de activiteiten (inclusief opslag) geschieden hoofdzakelijk inpandig;
Onderscheid wordt gemaakt in de volgende categorieën:
- a. categorie A-bedrijf:
bedrijf met activiteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn, dat deze aanpandig aan woningen - in gebieden met functiemenging - kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend. - b. categorie B-bedrijf:
bedrijf met activiteiten die in een gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies dienen plaats te vinden. - c. categorie C-bedrijf:
bedrijf met activiteiten uit categorie B waarbij vanwege de relatief grotere verkeersaantrekkende werking een ontsluiting op een verzamelweg is aangewezen;
1.39 cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
- a. rijksmonumenten;
- b. gemeentelijke monumenten;
- c. cultuurhistorisch waardevolle boerderijen;
1.40 cultuurhistorische waardevolle boerderij
eén gebouw, bestaande uit een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met direct aangebouwde (voormalige) agrarische bedrijfsruimte(n), dat voldoet aan de volgende kenmerken:
- in gebruik (geweest) als agrarisch bedrijf met bedrijfswoning;
- maximaal bestaande uit 2 samengestelde delen;
- gebouwd vóór 1972;
- voldoende uiterlijke kenmerken van een boerderij zijn nog aanwezig;
1.41 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.42 dakkapel
opbouw op een schuin dak en/of op een deel van de gevel met een verticaal raamkozijn en voorzien van zijwanden en een dak;
1.43 daknok
hoogste punt van een schuin dak;
1.44 dakopbouw
een toevoeging aan het hoofdgebouw door het verhogen van de nok of bovenste dakrand van het dak die het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert;
1.45 dakvoet
laagste punt van een schuin dak;
1.46 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending (anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit). Daaronder mede begrepen internetwinkels en mede begrepen bedrijvigheid, voor zover dat in verband staat met en essentieel onderdeel is van de verkoop van de goederen, zoals bijvoorbeeld onderhoud, reparatie en installatie, alsmede opslag van de te verkopen goederen;
1.47 detailhandel volumineus
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen, of vanwege de gevoerde formule, een groot oppervlak nodig heeft, zoals de verkoop van meubels, woninginrichtingartikelen, bouwmarkten, tuincentra en handel in auto's en boten en die niet in winkelgebieden kunnen worden gevestigd;
1.48 dienstverlening
- het verlenen van economisch - maatschappelijke diensten aan derden, onder dienstverlenende bedrijven of dienstverlenende instellingen zijn in ieder geval begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van internethandel, een garagebedrijf en een seksinrichting;
- de bedrijfsmatige uitoefening van administratieve werkzaamheden zoals (internet)kantoren en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
Onderscheid wordt gemaakt in de volgende typen:
- a. publieksgerichte dienstverlening: dienstverlening met publieksaantrekkende werking, waaronder in ieder geval een kapperszaak, makelaarskantoor;
- b. niet-publieksgerichte dienstverlening: dienstverlening zonder publieksaantrekkende werking, waar onder in ieder geval een financieel administratiekantoor, internetkantoor;
1.49 duurzaam beëindigd
een activiteit wordt meer dan 3 jaar structureel niet uitgevoerd, of zoveel korter als is overeengekomen;
1.50 ecologische verbindingszone
langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd;
1.51 ecologische waarden
aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde;
1.52 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
1.53 EPC
coëfficiënt die de energieprestatie van een nieuwbouw woning of utiliteitsgebouw aangeeft. Dit coëfficiënt wordt berekend op basis van de gebouweigenschappen, de gebouwgebonden installaties en een gestandaardiseerd bewoners/gebruikersgedrag op basis van NEN 7120;
1.54 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit plan deze inrichting niet verbiedt;
1.55 erotisch getinte vermaaksfunctie
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van (porno)-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.56 extensieve dagrecreatiepunten
Voorzieningen of bedrijfsmatige activiteiten als ondergeschikte activiteit bij een agrarisch bedrijf. Hieronder vallen in ieder geval het inrichten van een (voormalige) bedrijfsruimte voor natuureducatie, proeven van streekproducten op de boerderij, boerengolf en zorgboerderij;
1.57 garagebox
een zelfstandig niet voor bewoning bestemd gebouw, dat door zijn indeling en inrichting uitsluitend bestemd is voor stalling van voertuigen en/of huishoudelijke bergruimte;
1.58 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.59 geluidzoneringsplichtige inrichting
een inrichting waarbij als gevolg van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
1.60 gestapelde woningen
woningen waarbij sprake is van twee of meer woningen geheel of gedeeltelijk boven elkaar;
1.61 gestapelde hoofdmassa
hoofdmassa waarbij sprake is van twee of meer zelfstandig functionerende eenheden geheel of gedeeltelijk boven elkaar;
1.62 gevellijn
de op de verbeelding aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens de regels toegelaten afwijkingen;
1.63 glastuinbouw
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt;
1.64 groenblauwe mantel
gebieden met een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water die overwegend grenzen aan de ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszone of die deze verbinden;
1.65 groepsrisico
cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen een inrichting waar een gevaarlijk stof of een gevaarlijk afvalstof betrokken is;
1.66 groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of afleveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen, ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
1.67 GVE (groot vee-eenheid)
eenheid waarmee de fosfaatproductie van landbouwhuisdieren wordt uitgedrukt en waarbij 1 GVE overeenkomt met de fosfaatproductie van één melkkoe;
1.68 hoekperceel
het perceel dat aan twee of meer zijden is gelegen aan openbaar gebied;
1.69 hogere grenswaarde
een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
1.70 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.71 hoofdmassa
het hoofd(woon)gebouw exclusief architectonisch ondergeschikte delen die door de uiterlijke verschijningsvorm onderscheiden kunnen worden van dit hoofd(woon)gebouw;
1.72 hoofdwoongebouw
een gebouw, exclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken met een woonfunctie, dat door zijn ligging, constructie en/of afmeting onderdeel uitmaakt van een bedrijf en als belangrijkste woongebouw wordt aangemerkt, en dat bedoeld is voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting een functionele binding heeft met de bedrijfsactiviteiten die het desbetreffende bedrijf uitoefent;
1.73 horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig logies verstrekken, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie. De volgende indeling in typen horeca wordt gehanteerd:
- a. lichte horeca:
- 1. aan de detailhandelsfunctie verwante horeca zoals: automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, snackbar, tearoom, traiteur, bezorg- en/of afhaalservice.
- 2. overige lichte horeca zoals hotel, restaurant al dan niet met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, fastfood restaurants);
- b. middelzware horeca:
bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken zoals: bar, bierhuis, biljartcentrum, café, coffeeshop, proeflokaal, shoarma/grillroom, zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen); - c. zware horeca:
bedrijven die voor een goed functioneren ook 's-nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen zoals: discotheek, nachtclub, partycentrum. Regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen;
1.74 huishouden
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren;
1.75 hulpgebouw
een gebouw ten behoeve van een agrarisch bedrijf, behorende bij een landbouwperceel/ landbouwkavel, dat zowel qua afmeting als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het agrarisch hoofdgebruik. Het gaat hier onder meer om dierenverblijven, schuilhutten, schuilgelegenheden, kapschuren, melkschuren;
1.76 internethandel
handel via internet waarbij onderscheid wordt gemaakt in de volgende typen:
- a. internetkantoor:
internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheid, zonder opslag- en verzendfunctie en waar alleen elektronische transacties tot stand komen. Dit type valt onder dienstverlening en is vergelijkbaar met een niet-publieksgerichte dienstverlening zoals een kantoor; - b. internetbedrijf:
internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheid en met opslag- en verzendfunctie. Dit type valt onder bedrijf; - c. internetafhaalpunt:
internethandel met fysieke bezoekmogelijkheid en zonder uitstalling ten verkoop. Dit type valt onder bedrijf; - d. internetwinkel:
internethandel met fysieke bezoekmogelijkheid en met uitstalling ten verkoop. Dit type valt onder detailhandel;
1.77 kamerverhuur
de verhuur van een deel van al dan niet zelfstandige woonruimte ten behoeve van (langdurige) bewoning door personen voor welke inschrijving in de Basisregistratie personen (BRP) noodzakelijk is en die geen duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren;
1.78 kas
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 m;
1.79 kruisingsvlak
het gemeenschappelijk vlak, door de elkaar kruisende openbare wegen gevormd, bij het fictief doortrekken van de rijbaankanten;
1.80 kwetsbare objecten
- a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal 2 woningen, woonschepen en woonwagen per hectare of bedrijswoningen van derden;
- b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, te weten:
- 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
- 2. scholen;
- 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
- 4. kantoorgebouwen waaronder begrepen bedrijfskantoren en hotels met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object;
- c. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk brutovloeropperlvak meer dan 1.000 m2 bedraagt, en winkels met een brutovloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
- d. andere objecten, zoals (delen van) gebouwen, waar 50 of meer personen aanwezig zijn èn waarbij de personendichtheid groter is dan 1 persoon per 100 m² èn waarbij deze personen 40 uur per week of meer aanwezig zijn;
- e. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
Objecten die onderdeel uitmaken van een Bevi-inrichting maken hiervan geen onderdeel uit.
1.81 maatschappelijke voorzieningen
sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, sportieve recreatie, voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening en voorzieningen ten behoeve van onderwijs. Onderscheid wordt gemaakt in de volgende typen:
- a. publieksgerichte maatschappelijke voorziening:
maatschappelijke voorziening met publieksaantrekkende werking, waaronder in ieder geval een school, gemeentehuis; - b. niet-publieksgerichte maatschappelijke voorziening:
maatschappelijke voorzieningen zonder publieksaantrekkende werking, waaronder in ieder geval een kleinschalig gezinsvervangend tehuis, niet zijnde kamerverhuur;
1.82 mansardekap
dakvorm waarbij het onderste deel van het zadeldak of schilddak steiler is dan het bovenste deel, waardoor een geknikte vorm ontstaat;
1.83 mestbewerking
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest;
1.84 nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf
Bedrijfsmatige activiteit die voorziet in een aanvulling van het inkomen van de agrariër, maar die in meerdere opzichten (ruimtelijk, functioneel, economisch) ondergeschikt blijft aan de aanwezige agrarische bedrijfsvoering. De bedrijfsmatige activiteit kan al dan niet verbonden zijn met de agrarische bedrijfsvoering, verbrede landbouw valt dus ook onder het begrip nevenactiviteiten, evenals een neventak intensieve veehouderij;
1.85 neventak intensieve veehouderij
een niet-grondgebonden veehouderij die onderdeel uitmaakt van een grondgebonden agrarisch bedrijf en qua economische bedrijfsomvang, inkomen en ruimtegebruik ondergeschikt is aan het grondgebonden agrarisch bedrijf;
1.86 niet-publieksgerichte voorziening
voorziening zonder publieksaantrekkende werking waarbij onderscheid wordt gemaakt in de volgende typen:
- a. niet-publieksgerichte dienstverlening: zie onder dienstverlening, type b;
- b. niet-publieksgerichte maatschappelijke voorziening: zie onder maatschappelijke voorziening, type b;
1.87 nieuwvestiging
de vestiging van een al dan niet bestaand agrarisch bedrijf op een locatie waar nog geen agrarisch of niet-agrarisch bouwvlak aanwezig is;
1.88 Nederlandse Grootte Eenheid (NGE)
Nederlandse Grootte Eenheid (NGE), een standaard eenheid voor de bepaling van de omvang van een agrarisch bedrijf;
1.89 omschakeling
binnen een bouwvlak overstappen naar een ander soort bedrijf of andere bedrijfsvorm met dezelfde bestemming;
1.90 ondergronds bouwen
bouwen onder peil;
1.91 open opslag
het opslaan, of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van (bedrijfs)percelen, daaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, verhuur en dergelijke;
1.92 openbaar toegankelijk gebied
Openbare weg, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
1.93 openbare weg
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
1.94 overig gebouw voor bedrijf of voorziening
gebouw in gebruik voor een bedrijf en/of voorziening (dienstverlening, maatschappelijk, horeca, detailhandel) niet zijnde de hoofdmassa in de gevellijn of een bijbehorend bouwwerk;
1.95 overige teeltondersteunende voorzieningen
Hieronder worden verstaan vraatnetten en boomteelthekken;
1.96 overkapping met een open constructie
Een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte ruimte vormt, met maximaal twee wanden die al dan niet tot de constructie zelf behoren. In de zin van dit bestemmingsplan is dit begrip gelijk aan een gebouw;
1.97 omschakeling
binnen een bouwvlak overstappen naar een ander soort bedrijf of andere bedrijfsvorm met dezelfde bestemming;
1.98 onzelfstandige woonruimte
woonruimte welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij keuken, toilet, badkamer en douche als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt;
1.99 overig agrarisch bedrijf
agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, vollegrondsteeltbedrijf of glastuinbouwbedrijf valt.
Voorbeelden zijn productiegerichte paardenhouderijen, slakken-, vissen-, wormen- of insectenkwekerijen of bedrijven waar gewassen worden geteeld in gebouwen zoals champignon-, container- en witlofkwekerijen;
1.100 paardenhouderij
- productiegericht: een grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan opgroeiende paarden en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met ondergeschikte trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden en de in- en verkoop van paarden;
- gebruiksgericht: een paardenhouderij die, naast het uitoefenen van productiegerichte paardenhouderijactiviteiten, mede is gericht op het bieden van stallingsruimte voor paarden, het trainen van paarden en het uitbrengen in de sport, alsmede verhuur van diensten met behulp van paarden, niet zijnde manege-activiteiten zoals het geven, dan wel faciliteren van paardensportinstructie en het geven van gelegenheid tot het recreatief houden en/of berijden van paarden;
1.101 peil
- a. hoogten vanaf het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven;
- b. indien in, op of over het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil;
1.102 perceelsgrens
grens van het bouwperceel;
1.103 plaatsgebonden risico
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of een gevaarlijke afvalstof betrokken is;
1.104 productiegebonden detailhandel
- a. een beperkte verkoop van goederen die ter plaatse worden vervaardigd/geproduceerd, bewerkt, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
- b. een beperkte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met de bedrijfsactiviteiten;
- c. een beperkte verkoop als niet zelfstandig onderdeel van krachtens de bestemming toegelaten groothandel;
1.105 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.106 permanente teeltondersteunende voorziening
teeltondersteunende voorziening die voor onbepaalde tijd wordt gebruikt, niet zijnde een kas;
1.107 schuilgelegenheid voor vee
bouwwerken, geen gebouw zijnde of overkapping met open constructie, waar vee kan schuilen, waaronder een stal niet wordt begrepen;
1.108 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.109 sportterreinen
terreinen ten behoeve van sport en sportieve recreatie;
1.110 sportvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie;
1.111 stedelijke ontwikkeling
ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of haventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen;
1.112 teeltondersteunende voorzieningen (TOV)
ondersteunende voorzieningen in, op of boven de grond die een onderdeel zijn van de bedrijfsvoering van een (vollegronds)teeltbedrijf en worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
- verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringen van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
- verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen;
- bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringen onkruidbestrijding, effectief omgaan met water);
1.113 tijdelijke (lage) teeltondersteunende voorzieningen
niet menstoegankelijke opstanden/constructies en afdekmaterialen met een hoogte van maximaal 1m welke gebruikt worden als ondersteuning van de op het betrokken bedrijf te exploiteren vollegrondsteelten en als bescherming van de gewassen gedurende maximaal 8 maanden per jaar, afhankelijk van de teelt;
1.114 twee-aaneengebouwde hoofdmassa
- a. hoofdmassa welke deel uitmaakt van twee aaneengebouwde, grondgebonden hoofdmassa's;
- b. hoofdmassa waarbij één zijgevel in de zijdelingse perceelsgrens valt met uitzondering van aaneengebouwde hoofdmassa's;
1.115 veehouderij
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren. Onderscheid kan gemaakt worden in grondgebonden veehouderij en intensieve veehouderij;
- a. Grondgebonden veehouderij: veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie , waarbij voldaan wordt aan één van de volgende criteria:
- 1. De veebezetting bedraagt niet meer dan 3,56 gve/ha, berekend over de grond die vast in gebruik is, voor zover gelegen binnen 15 km van de bedrijfslocatie.
- 2. Ten minste 56% van de op het bedrijf geproduceerde mest, uitgedrukt in fosfaat, wordt aangewend op grond die vast in gebruik is, voor zover gelegen binnen 15 km van de bedrijfslocatie.
- 3. Ten minste 71% van het ruwvoer (gras en mais), uitgedrukt in fosfaat, wordt gewonnen op grond die vast in gebruik is, voor zover gelegen binnen 15 km van de bedrijfslocatie.
- 4. Indien in de veehouderij dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;
- b. Intensieve veehouderij (niet-grondgebonden veehouderij): niet-grondgebonden veehouderijbedrijf waarin het houden van vee of pluimvee de hoofdzaak is;
1.116 veiligheidszone - bevi
de PR 10-6-contour van de betreffende Bevi-inrichting voor zover deze is gelegen buiten de eigen perceelsgrens van de betreffende Bevi-inrichting;
1.117 verminderd zelfredzame
mensen die als gevolg van fysieke of psychische gesteldheid extra bescherming verdienen (kinderen, ouderen, zieken, psychisch kwetsbare personen);
1.118 (vollegronds)teeltbedrijf
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
1.119 verzamelweg
weg die gericht is op het verzamelen en verdelen van het verkeer in de wijken (inclusief het centrum) en bedrijventerreinen, sluit aan op de hoofdwegen, 30 of 50 km/ uur;
1.120 voorerfgebied
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
1.121 voorkant van de hoofdmassa
de zijde van het boven peil gelegen gedeelte van een gebouw (c.q. hoofdmassa) welke is gericht op het openbaar toegankelijk gebied en die bovendien het beloop van de gevellijn volgt of, indien daarvan geen of ten dele sprake is en/of sprake is van meerdere gevellijnen, wordt bepaald op basis van de ruimtelijke uitstraling, waaronder de uiterlijke verschijningsvorm en de situering;
1.122 voorste grens van het bouwvlak
de grens van het bouwvlak die is gericht naar de weg en waarop de hoofdmassa is georiënteerd;
1.123 voorziening
Een voorziening bestaat uit een of meer van de volgende functies:
- detailhandel;
- dienstverlening;
- horeca;
- maatschappelijke voorziening;
1.124 vrijstaand bijbehorend bouwwerk
bijbehorend bouwwerk dat vrijstaat van de hoofdmassa en aangebouwde aangebouwde bijbehorende bouwwerken en overige gebouwen;
1.125 vrijstaande hoofdmassa
hoofdmassa welke vrij van de zijdelingse perceelsgrenzen staat;
1.126 woning
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting vanéén afzonderlijk huishouden;
1.127 woonwagen
een voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst;
1.128 (woonwagen)standplaats
een stuk grond aangewezen voor het bouwen van een woonwagen alsmede bijbehorende voorzieningen voor het groepswonen in familieverband;
1.129 zijerfgebied
gedeelte van een erf dat aan (het verlengde van) de zijkant van het hoofdgebouw is gelegen op minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn en voor zover niet behorend tot het achtererfgebied;
1.130 zijkant (hoofdmassa)
gevel of gemeenschappelijke scheidsmuur van een gebouw (c.q. hoofdmassa), niet zijnde voor- of achtergevel.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand tot de bestemmingsgrens
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de bestemmingsgrens;
2.2 afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelsgrens (perceelsscheiding van het bouwperceel);
2.3 afstand tussen gebouwen op hetzelfde bouwperceel
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen. In het geval dat geen sprake is van buitenwerkse gevelvlakken (en/of gemeenschappelijke scheidingsmuren): de kortste tussen de denkbeeldige lijnen vanuit de neerwaartse projectie van het dak, 1 m boven peil;
2.4 breedte bouwperceel
tussen de zijdelingse perceelsscheidingen van het bouwperceel in de naar de zijde van het openbaar toegankelijke gebied gekeerde bestemmingsgrens;
2.5 breedte, diepte, oppervlakte van een bouwwerk
- a. tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het peil;
- b. in geval van een ondergronds bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren) 0,5 m onder peil;
- c. in geval dat geen sprake is van buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van scheidingsmuren: tussen de denkbeeldige lijnen vanuit de neerwaartse projectie van het dak, op het peil;
2.6 breedte hoofdmassa
evenwijdig aan de gevellijn die (mede) bepalend is voor het vaststellen van de voorkant van de hoofdmassa en is gelegen tussen de twee zijkanten van de hoofdmassa;
2.7 bruto-vloeroppervlak van een gebouw
gemeten (op alle bouwlagen) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies of indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw: tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructies;
2.8 dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.9 diepte hoofdmassa
- a. indien de voorkant hoofdmassa (gedeeltelijk) is gelegen in de gevellijn: loodrecht tussen de achterkant van de hoofdmassa en de gevellijn die bepalend is voor het vaststellen van de voorkant van de hoofdmassa;
- b. indien de voorkant hoofdmassa niet is gelegen in de gevellijn en ook niet gedeeltelijk: loodrecht tussen de achterkant van de hoofdmassa en het punt van de voorkant hoofdmassa welke het dichtst is gelegen bij de gevellijn die bepalend is voor het vaststellen van de voorkant van de hoofdmassa;
2.10 goothoogte van een bouwwerk
- a. vanaf de horizontale snijlijn van gevelvlak en dakvlak tot aan het peil;
- b. bij een mansardekap wordt de goothoogte gemeten vanaf de snijlijn, niet zijnde de noklijn, van dakvlakken tot aan het peil;
- c. bij een dakopbouw wordt de daarbij behorende goothoogte buiten beschouwing gelaten;
2.11 hoogte bouwlaag
bovenkant vloer tot bovenkant vloer of ingeval van een gebouw met een plat dak van bovenkant vloer tot bovenkant dak;
2.12 (bouw)hoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.13 inhoud van een bouwwerk
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.14 nokhoogte van een bouwwerk
vanaf de horizontale snijlijn van twee hellende dakvlakken tot aan het peil;
2.15 verticale diepte
vanaf onderkant vloer van het ondergronds bouwwerk tot aan het peil;
2.16 uitzonderingen
bij de toepassing van het bepaalde in dit artikel ten aanzien van het bouwen geldt de volgende uitzondering:
ondergeschikte bouwdelen zoals als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken worden buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt. Dakopbouwen, dakkapellen en erkers worden als niet ondergeschikt aangemerkt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Wonen
- a. bedrijfswoning in de hoofdmassa welke (deels) in de voorste grens van het bouwvlak is gelegen en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', waarbij per bestaand bouwperceel maximaal 1 (bedrijfs)woning is toegelaten, met dien verstande dat indien in de bestaande situatie sprake is van meer dan 1 woning op een bouwperceel, maximaal het bestaande aantal woningen is toegelaten;
- b. beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten bij een (bedrijfs)woning, op een maximum van 50 m2 brutovloeroppervlak van de hoofdmassa of bijbehorend bouwwerk per (bedrijfs)woning, met in achtneming van lid 3.5.2;
met dien verstande dat bestaande kamerbewoning, bed & breakfast en bedrijf en beroep-aan-huis zijn toegestaan in de toegelaten aard en omvang;
Agrarische bedrijven
- c. agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
- d. ter plaatse van een bouwvlak de uitoefening van een reëel of volwaardig agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
- 1. een (vollegronds) teeltbedrijf is toegelaten;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - overig agrarisch bedrijf' tevens een overig agrarisch bedrijf is toegelaten, waarbij uitsluitend het bestaande type is toegestaan, zoals opgenomen Bijlage 2 Aanvullende agrarische activiteiten - bestemming Agrarisch;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'kas' zijn kassen toegestaan;
Overige activiteiten
- f. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' zijn volkstuinen toegelaten;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - open opslag' is opslag in de open lucht toegestaan, waarbij de activiteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 7 Open opslag;
- h. extensief dagrecreatief medegebruik;
- i. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden;
Algemene regels agrarische bedrijven
- j. ondergeschikte en nietzelfstandige functies op niet meer dan 10% van het totale brutovloeroppervlak van het bedrijf en/of de voorziening binnen het bouwvlak, exclusief de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 100 m2 voor (een combinatie van) de volgende functies:
- 1. aan lid d ondergeschikte en niet-zelfstandige detailhandel voor zover het betreft een beperkte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met het bedrijf en/of de voorziening, waarbij verkoop van streekgebonden producten bij een agrarisch bedrijf tot maximaal 35 m2 altijd is toegestaan;
- 2. aan lid d ondergeschikte en niet -zelfstandige internethandel;
- 3. aan lid d en h ondergeschikte, niet-zelfstandige, aan de detailhandelsfunctie of extensieve dagrecreatie verwante, lichte horeca;
- 4. extensieve dagrecreatiepunten;
- k. indien het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - open opslag' gedurende minimaal drie jaar is gestaakt en duurzaam beëindigd is, de gronden niet meer als zodanig in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de desbetreffende activiteit;
met dien verstande dat een bestaand internetbedrijf of internetafhaalpunt is toegestaan in de toegelaten aard en omvang;
Overige bijbehorende voorzieningen en bouwwerken met de, ondergeschikt aan de bestemming, bijbehorende:
- l. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat voldaan wordt aan Artikel 26 Parkeergelegenheid enlaad- en losmogelijkheden, waarbij het bestaande gebruik in de bestaande omvang en functietype is toegelaten;
- m. bijbehorende bouwwerken;
- n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- o. tuinen, erven en verhardingen;
- p. ontsluitingswegen en -paden ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- q. nutsvoorzieningen;
- r. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Wonen
- a. bedrijfswoning in de hoofdmassa welke (deels) in de voorste grens van het bouwvlak is gelegen en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', waarbij per bestaand bouwperceel maximaal 1 bedrijfswoning is toegelaten met dien verstande dat indien in de bestaande situatie sprake is van meer dan 1 woning op een bouwperceel, maximaal het bestaande aantal woningen is toegelaten;
- b. beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten bij een (bedrijfs)woning, op een maximum van 50 m2 brutovloeroppervlak van de hoofdmassa of bijbehorend bouwwerk per (bedrijfs)woning, met in achtneming van lid 4.4.2;
met dien verstande dat bestaande kamerbewoning, bed & breakfast en bedrijf en beroep-aan-huis zijn toegestaan in de toegelaten aard en omvang;
Bedrijven
- c. bedrijven, met dien verstande dat:
- 1. de activiteiten vallen onder categorie A en B, zoals genoemd in Bijlage 1 kolom 'zelfstandige bedrijven' alsmede bedrijven welke naar hun schaal, aard en hinder op de omgeving daarmee vergelijkbaar zijn, tenzij in Bijlage 3 Aanvullende bedrijfsactiviteiten - bestemming Bedrijf is aangegeven dat bedrijfsactiviteiten, vallend onder categorie A en B niet zijn toegelaten;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteit' in aanvulling op het bepaalde onder d sub 1 de activiteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 3 Aanvullende bedrijfsactiviteiten - bestemming Bedrijf behorende bij deze regels;
- 3. de activiteiten vallen onder categorie A en B, zoals genoemd in Bijlage 1, kolom 'zelfstandige bedrijven' alsmede bedrijven welke naar hun schaal, aard en hinder op de omgeving daarmee vergelijkbaar zijn, tenzij in Bijlage 3 Aanvullende bedrijfsactiviteiten - bestemming Bedrijf is aangegeven dat bedrijfsactiviteiten, vallend onder categorie A en B niet zijn toegelaten;
- 4. ter plaatse van de aanduiding 'overig zone - kernen in landelijk gebied' het bouwperceel van een bedrijf maximaal 5.000 m2 mag bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte van het bouwperceel groter is, dan wordt de bestaande oppervlakte geacht te zijn bestemd en daarmee toegelaten;
een internetbedrijf of internetafhaalpunt is niet toegelaten, met uitzondering van het gestelde in lid 4.1 onder d sub 7;
Algemene regels bedrijven en voorzieningen
- d. bedrijven en voorzieningen zoals bedoeld in lid 4.1 sub c zijn toegelaten, met dien verstande dat:
- 1. de activiteiten (deels) worden uitgeoefend in een gebouw dat (deels) is gelegen in de gevellijn, waarbij onder gebouw in de gevellijn tevens een bedrijfswoning wordt verstaan;
- 2. de activiteiten op de begane grondlaag uitgeoefend worden, waarbij bijbehorende kantoren ook zijn toegestaan op de verdiepingen;
- 3. een geluidzoneringsplichtige inrichting of een inrichting zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (BEVI) is niet toegelaten, met uitzondering van bevi-inrichtingen gelegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bevi, waar de bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Artikel 25 Bevi';
- 4. alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - buitenverkoop' tentoonstelling van te verkopen producten in de open lucht is toegestaan, waarbij de activiteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 9 Buitenverkoop, behorende bij deze regels;
- 5. ondergeschikte en niet zelfstandige functies op niet meer dan 10% van het totale brutovloeroppervlak van het bedrijf en/of de voorziening, exclusief de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 100 m2 voor (een combinatie van) de volgende functies:
- ondergeschikte en niet-zelfstandige detailhandel voor zover het betreft een beperkte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met het bedrijf en/of de voorziening;
- ondergeschikte en niet -zelfstandige internethandel;
- ondergeschikte, niet-zelfstandige, aan de detailhandelsfunctie verwante, lichte horeca;
- tenzij op basis van Bijlage 3 Aanvullende bedrijfsactiviteiten - bestemming Bedrijf een andere maat en functie van toepassing is;
- 6. indien het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteiten', ''specifieke vorm van bedrijf - buitenverkoop' en ''specifieke vorm van bedrijf - bevi', zoals bedoeld in lid 4.1 onder c en d ten behoeve van de activiteit gedurende minimaal drie jaar is gestaakt, de gronden niet meer in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de genoemde activiteit;
- 7. ondergeschikte en niet -zelfstandige internethandel is toegestaan;
Overige bijbehorende voorzieningen en bouwwerken
met de daarbij behorende:
- e. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat voldaan wordt aan Artikel 26 Parkeergelegenheid enlaad- en losmogelijkheden, waarbij het bestaande gebruik in de bestaande omvang en functietype is toegelaten;
- f. bijbehorende bouwwerken;
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- h. tuinen, erven en verhardingen;
- i. ontsluitingswegen en -paden ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- j. parkeervoorzieningen;
- k. nutsvoorzieningen;
- l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Bos
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bosbouw en houtproductie;
- b. groenvoorzieningen;
met de, ondergeschikt aan de bestemming, bijbehorende:
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en geluidwerende voorzieningen
- d. ontsluitingswegen en -paden, mede ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- e. wandel- en fietspaden;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. gronden ten behoeve van open opslag;
- b. gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
- c. gebruik dat vergunning plichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, zoals dit luidt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan, niet zijnde:
- 1. het bestaande gebruik overeenkomstig de Natuurbeschermingswet 1998;
- 2. het gebruik dat vergund is op basis van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998.
Artikel 6 Gemengd
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Wonen
- a. wonen in de hoofdmassa en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, waarbij per bestaand bouwperceel maximaal 1 (bedrijfs)woning is toegelaten, met dien verstande dat:
- 1. indien in de bestaande situatie sprake is van meer dan 1 woning op een bouwperceel, maximaal het bestaande aantal woningen is toegelaten;
- 2. de woning (deels) in de gevellijn is gelegen, tenzij de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - woning op achterperceel' van toepassing is in welk geval de woning op maximaal de bestaande afstand tot de gevellijn mag zijn gelegen;
- 3. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aantal woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouwen uitgesloten' of 'specifieke vorm van gemengd - achterperceel' geen woning is toegestaan, tenzij de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - woning op achterperceel' eveneens van toepassing is;
- 5. waar onder 1 tot en met 4 woning staat dit tevens geldt voor een bedrijfswoning;
- b. beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten bij een (bedrijfs)woning, op een maximum van 50 m2 brutovloeroppervlak van de hoofdmassa of bijbehorend bouwwerk per (bedrijfs)woning, met in achtneming van lid 6.5.2;
- c. garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garagebox';
met dien verstande dat bestaande kamerbewoning, bed & breakfast en bedrijf en beroep-aan-huis is toegestaan in de toegelaten aard en omvang;
Bedrijven
- d. bedrijven ter plaatse van de aanduidingen 'bedrijf', 'maatschappelijk', 'dienstverlening', 'horeca', 'detailhandel', met dien verstande dat:
- 1. de activiteiten vallen onder categorie A en B, zoals genoemd in Bijlage 1, kolom 'zelfstandige bedrijven' alsmede bedrijven welke naar hun schaal, aard en hinder op de omgeving daarmee vergelijkbaar zijn;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteit' in aanvulling op hetgeen is bepaald onder d sub 1 de activiteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 4 Aanvullende bedrijfsactiviteiten - bestemming Gemengd, behorende bij deze regels,
- 3. ter plaatse van de aanduiding ''verkooppunt motorbrandstoffen' en 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'' in aanvulling op sub d onder 1 een 'verkooppunt motorbrandstoffen ' respectievelijk een 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' is toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding tevens detailhandel tot een maximum brutovloeroppervlak van 100 m2 is toegestaan en het assortiment gericht is op automobilisten;
- 4. een internetbedrijf of internetafhaalpunt is niet toegelaten, met uitzondering van het gestelde in lid 6.1 onder m sub 2;
- 5. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg' een vulpunt LPG is toegestaan;
- 6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen' is agrarische bodemexploitatie toegestaan;
- 7. ter plaatse van de aanduiding 'overig zone - kernen in landelijk gebied' het bouwperceel van een bedrijf maximaal 5.000 m2 mag bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte van het bouwperceel groter is, dan wordt de bestaande oppervlakte geacht te zijn bestemd en daarmee toegelaten;
met dien verstande dat een bestaand internetbedrijf of internetafhaalpunt is toegestaan in de toegelaten aard en omvang;
Voorzieningen
- e. niet-publieksgerichte voorzieningen ter plaatse van de aanduidingen 'bedrijf', 'maatschappelijk', 'dienstverlening', 'horeca', 'detailhandel', 'specifieke vorm van gemengd - achterperceel' en 'overige zone-stedelijk lint', met dien verstande dat:
- 1. per bouwperceel tot maximaal 200 m2 bruto vloeroppervlak voor niet-publieksgerichte voorzieningen gebruikt mag worden;
- 2. indien in afwijking van sub 1 in de bestaande situatie sprake is van een grotere oppervlakte, het bestaand gebruik voor niet-publieksgerichte voorzieningen in oppervlakte als maximum geldt;
- f. niet publieksgerichte voorziening ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - niet publieksgerichte voorziening';
- g. publieksgerichte dienstverlening of publieksgerichte maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' en 'maatschappelijk';
- h. lichte horeca ter plaatse van de aanduiding 'horeca', met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - aanvullende horeca-activiteit' daarnaast horeca van een categorie of type is toegestaan zoals opgenomen in de tabel in Bijlage11 Aanvullende horeca behorende bij deze regels;
- i. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat:
- 1. een supermarkt uitsluitend op de begane grondlaag ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' is toegestaan;
- 2. detailhandel volumineus uitsluitend ter plaatse van een aanduiding 'detailhandel volumineus' is toegestaan met dien verstande dat het type volumineuze detailhandel is toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 10 Detailhandel volumineus behorende bij deze regels;
Algemene regels bedrijven en voorzieningen
- j. bedrijven en voorzieningen zoals bedoeld in lid 6.1 onder d tot en met i zijn toegelaten, met dien verstande dat:
- 1. de activiteiten (deels) worden uitgeoefend in een gebouw dat (deels) is gelegen in de gevellijn, met uitzondering van een bedrijf of voorziening ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - achterperceel'. Voor zover sprake is van een bedrijfsactiviteit zoals bedoeld in lid 6.1 onder d wordt onder gebouw in de gevellijn tevens een bedrijfswoning verstaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - achterperceel' uitsluitend de activiteiten per adres zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 8 Achterperceel behorende bij deze regels;
- 3. de activiteiten op de begane grondlaag uitgeoefend worden, waarbij bijbehorende kantoren en de op basis van lid 6.1 onder h toegelaten verblijfsrecreatieve functies ook zijn toegestaan op de verdiepingen;
- 4. een geluidzoneringsplichtige inrichting of een inrichting zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (BEVI) is niet toegelaten, met uitzondering van bevi-inrichtingen gelegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bevi, waar de bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Artikel 25 Bevi;
- 5. alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - buitenverkoop' tentoonstelling van te verkopen producten in de open lucht is toegestaan, waarbij de activiteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 9 Buitenverkoop, behorende bij deze regels;
- 6. alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - open opslag' is opslag in de open lucht toegestaan, waarbij de activiteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 7 Openopslag, behorende bij deze regels,
- 7. alleen ter plaatse van de aanduiding 'kas' zijn kassen toegestaan;
- k. indien het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - achterperceel' ten behoeve van respectievelijk de activiteit 'dienstverlening', 'maatschappelijk', 'detailhandel', 'supermarkt', 'detailhandel volumineus', 'horeca', 'niet publieksgerichte voorziening' of 'achterperceel', gedurende minimaal drie jaar is gestaakt en duurzaam beëindigd is, de gronden niet meer als zodanig in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de desbetreffende activiteit;
- l. indien de activiteiten ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteit' zoals opgenomen in Bijlage 4, behorende bij deze regels, 'specifieke vorm van horeca - aanvullende horeca-activiteiten' zoals opgenomen in Bijlage 11, behorende bij deze regels , 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' en 'verkooppunt motorbrandstoffen', 'specifieke vorm van gemengd - buitenverkoop', 'specifieke vorm van gemengd - open opslag' of ''specifieke vorm van bedrijf - bevi' gedurende minimaal drie jaar is gestaakt en duurzaam beëindigd is, de gronden niet meer als zodanig in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de desbetreffende activiteit;
- m. ondergeschikte en niet zelfstandige functies op niet meer dan 10% van het totale brutovloeroppervlak van het bedrijf en/of de voorziening, exclusief de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 100 m2 voor (een combinatie van) de volgende functies:
- 1. aan lid d, e, f en g ondergeschikte en niet-zelfstandige detailhandel voor zover het betreft een beperkte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met het bedrijf en/of de voorziening;
- 2. en aan lid d, e, f, g, h en i ondergeschikte en niet -zelfstandige internethandel;
- 3. aan lid e, f, g en i ondergeschikte, niet-zelfstandige, aan de detailhandelsfunctie verwante, lichte horeca;
Overige bijbehorende voorzieningen en bouwwerken
met de bij a tot en met i behorende:
- n. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat voldaan wordt aan Artikel 26 Parkeergelegenheid enlaad- en losmogelijkheden, waarbij het bestaande gebruik in de bestaande omvang en functietype is toegelaten;
- o. bijbehorende bouwwerken
- p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde
- q. tuinen, erven en verhardingen
- r. ontsluitingswegen en -paden ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- s. nutsvoorzieningen
- t. water en waterhuishoudkundige voorzieningen
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
6.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Gemengd - Agrarisch
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Wonen
- a. wonen in de hoofdmassa en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, waarbij per bestaand bouwperceel maximaal 1 (bedrijfs)woning is toegelaten, met dien verstande dat:
- 1. indien in de bestaande situatie sprake is van meer dan 1 woning op een bouwperceel, maximaal het bestaande aantal woningen is toegelaten;
- 2. de woning (deels) in de gevellijn is gelegen;
- 3. waar onder 1 tot en met 2 woning staat dit tevens geldt voor een bedrijfswoning;
- b. beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten bij een (bedrijfs)woning, op een maximum van 50 m2 brutovloeroppervlak van de hoofdmassa of bijbehorend bouwwerk per (bedrijfs)woning met in achtneming van lid 7.5.2;
met dien verstande dat bestaande kamerbewoning, bed & breakfast en bedrijf en beroep-aan-huis zijn toegestaan in de toegelaten aard en omvang;
(Agrarische) bedrijven
- c. agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
- d. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een (vollegronds)teeltbedrijf, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'grondgebonden veehouderij' een grondgebonden veehouderijen is toegelaten;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' een intensieve veehouderij is toegelaten, waarbij uitsluitend het bestaande type is toegestaan zoals is opgenomen in Bijlage 5 Aanvullendeagrarische activiteiten - bestemming Gemengd -Agrarisch;
- 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - overig agrarisch bedrijf' tevens een overig agrarisch bedrijf is toegelaten, waarbij uitsluitend het bestaande type is toegestaan, zoals opgenomen in Bijlage 5 Aanvullende agrarische activiteiten - bestemming Gemengd -Agrarisch;
- 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - neventak intensieve veehouderij' tevens een neventak intensieve veehouderij is toegelaten, waarbij uitsluitend het bestaande type is toegestaan zoals is opgenomen in Bijlage 5 Aanvullende agrarische activiteiten - bestemmingGemengd -Agrarisch;
- 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteit' in aanvulling op d sub 1 de (neven)activiteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 5Aanvullende agrarische activiteiten - bestemming Gemengd -Agrarisch, behorende bij deze regels;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' een gebruiksgerichte paardenhouderij;
- f. bedrijven met dien verstande dat:
- 1. de activiteiten vallen onder categorie A en B, zoals genoemd in Bijlage 1, kolom 'zelfstandige bedrijven' alsmede bedrijven welke naar hun schaal, aard en hinder op de omgeving daarmee vergelijkbaar zijn;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'overig zone - kernen in landelijk gebied' het bouwperceel van een bedrijf maximaal 5.000 m2 mag bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte van het bouwperceel groter is, dan wordt de bestaande oppervlakte geacht te zijn bestemd en daarmee toegelaten;
Voorzieningen
- g. niet-publieksgerichte voorzieningen met dien verstande dat per bouwperceel tot maximaal 200 m2 bruto vloeroppervlak voor niet-publieksgerichte voorzieningen gebruikt mag worden;
Algemene regels bedrijven en voorzieningen
- h. bedrijven en voorzieningen zoals bedoeld in lid 7.1 onder d, e, f en g zijn toegelaten, met dien verstande dat:
- 1. de activiteiten (deels) worden uitgeoefend in een gebouw dat (deels) is gelegen in de gevellijn, waarbij onder gebouw in de gevellijn tevens een bedrijfswoning wordt verstaan;
- 2. de activiteiten op de begane grondlaag uitgeoefend worden, waarbij bijbehorende kantoren ook zijn toegestaan op de verdiepingen;
- 3. een geluidzoneringsplichtige inrichting of een inrichting zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (BEVI) is niet toegelaten;
- 4. indien het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'grondgebonden veehouderij', 'intensieve veehouderij' , 'specifieke vorm van agrarisch - neventak intensieve veehouderij' en 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteiten' zoals bedoeld in lid 7.1 onder d ten behoeve van de activiteit gedurende minimaal drie jaar is gestaakt en duurzaam beëindigd is, de gronden niet meer als zodanig in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de desbetreffende activiteit;
- 5. indien het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - overig agrarisch bedrijf' zoals bedoeld in lid 7.1 onder d ten behoeve van de activiteit gedurende minimaal drie jaar is gestaakt en duurzaam beëindigd is, de gronden niet meer als zodanig in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de desbetreffende activiteit;
- i. ondergeschikte en niet zelfstandige functies op niet meer dan 10% van het totale brutovloeroppervlak van het bedrijf en/of de voorziening, exclusief de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 100 m2 voor (een combinatie van) de volgende functies:
- 1. aan d, e, f en g ondergeschikte en niet-zelfstandige detailhandel voor zover het betreft een beperkte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met het bedrijf en/of de voorziening, waarbij verkoop van streekgebonden producten bij een agrarisch bedrijf tot maximaal 35 m2 altijd is toegestaan;
- 2. en aan d, e, f en g ondergeschikte en niet -zelfstandige internethandel;
- 3. aan d, e, f en g ondergeschikte, niet-zelfstandige, aan de detailhandelsfunctie of extensieve dagrecreatie verwante, lichte horeca;
- 4. extensieve dagrecreatiepunten;
- 5. aan lid d, e, f en g ondergeschikte, niet-zelfstandige, aan de detailhandelsfunctie of extensieve dagrecreatie verwante, lichte horeca;
met de bijbehorende:
- j. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat voldaan wordt aan Artikel 26 Parkeergelegenheid enlaad- en losmogelijkheden, waarbij het bestaande gebruik in de bestaande omvang en functietype is toegelaten:
- k. bijbehorende bouwwerken;
- l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- m. tuinen, erven en verhardingen;
- n. ontsluitingswegen en -paden ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- o. nutsvoorzieningen;
- p. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.5 Specifieke gebruiksregels
7.6 Afwijken van de gebruiksregels
7.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 8 Gemengd - Bedrijf
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Wonen
- a. bedrijfswoning in de hoofdmassa welke (deels) in de voorste grens van het bouwvlak is gelegen en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', waarbij per bestaand bouwperceel maximaal 1 bedrijfswoning is toegelaten met dien verstande dat indien in de bestaande situatie sprake is van meer dan 1 woning op een bouwperceel, maximaal het bestaande aantal woningen is toegelaten;
- b. wonen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', waarbij het aantal woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- c. beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten bij een (bedrijfs)woning, op een maximum van 50 m2 brutovloeroppervlak van de hoofdmassa of bijbehorend bouwwerk per (bedrijfs)woning, met in achtneming van lid 8.5.2;
met dien verstande dat bestaande kamerbewoning, bed & breakfast en bedrijf en beroep-aan-huis zijn toegestaan in de toegelaten aard en omvang;
Bedrijven
- d. bedrijven, met dien verstande dat:
- 1. de activiteiten vallen onder categorie A en B, zoals genoemd in Bijlage 1, kolom 'zelfstandige bedrijven' alsmede bedrijven welke naar hun schaal, aard en hinder op de omgeving daarmee vergelijkbaar zijn, tenzij in Bijlage 6 Aanvullende (bedrijfs)activiteiten - BestemmingGemengd-Bedrijf is aangegeven dat bedrijfsactiviteiten, vallend onder categorie A en B niet zijn toegelaten;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteit' in aanvulling op het bepaalde onder d sub 1 de activiteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 6 Aanvullende (bedrijfs)activiteiten - Bestemming Gemengd-Bedrijf behorende bij deze regels;
- 3. een internetbedrijf of internetafhaalpunt is niet toegelaten, met uitzondering van het gestelde in lid 8.1 onder f;
- 4. ter plaatse van de aanduiding 'overig zone - kernen in landelijk gebied' het bouwperceel van een bedrijf maximaal 5.000 m2 mag bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte van het bouwperceel groter is, dan wordt de bestaande oppervlakte geacht te zijn bestemd en daarmee toegelaten;
- 5. per bouwvlak 1 bedrijf is toegestaan;
- 6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - agrarische bodemexploitatie' is toegestaan agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
met dien verstande dat een bestaand internetbedrijf of internetafhaalpunt is toegestaan in de toegelaten aard en omvang;
Algemene regels bedrijven en voorzieningen
- e. bedrijven en voorzieningen zoals bedoeld in lid 8.1 onder d zijn toegelaten, met dien verstande dat:
- 1. de activiteiten (deels) worden uitgeoefend in een gebouw dat (deels) is gelegen in de gevellijn, waarbij onder gebouw in de gevellijn tevens een bedrijfswoning wordt verstaan;
- 2. de activiteiten op de begane grondlaag uitgeoefend worden, waarbij bijbehorende kantoren ook zijn toegestaan op de verdiepingen;
- 3. een geluidzoneringsplichtige inrichting of een inrichting zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (BEVI) is niet toegelaten, met uitzondering van bevi-inrichtingen gelegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bevi, waar de bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Artikel 25 Bevi';
- 4. alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - buitenverkoop' tentoonstelling van te verkopen producten in de open lucht is toegestaan, waarbij de activiteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 9 Buitenverkoop, behorende bij deze regels;
- 5. alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - open opslag' is in aanvulling op sub d. onder 2 opslag in de open lucht toegestaan, waarbij de activiteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 7 Open opslag, behorende bij deze regels,
- 6. indien het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteit', ''specifieke vorm van detailhandel - buitenverkoop' en 'specifieke vorm van gemengd - open opslag, zoals bedoeld in 8.1 onder d en e ten behoeve van de activiteit gedurende minimaal drie jaar is gestaakt en duurzaam beëindigd is, de gronden niet meer in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de genoemde activiteit;
- f. ondergeschikte en niet zelfstandige functies op niet meer dan 10% van het totale brutovloeroppervlak van het bedrijf en/of de voorziening, exclusief de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 100 m2 voor (een combinatie van) de volgende functies:
- 1. ondergeschikte en niet-zelfstandige detailhandel voor zover het betreft een beperkte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met het bedrijf en/of de voorziening;
- 2. ondergeschikte en niet -zelfstandige internethandel;
- 3. ondergeschikte, niet-zelfstandige, aan de detailhandelsfunctie verwante, lichte horeca;
tenzij op basis van de tabel 'aanvullende bedrijfsactiviteiten' een andere maat en functie van toepassing is;
Overige bijbehorende voorzieningen en bouwwerken
met de daarbij behorende:
- g. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat voldaan wordt aan Artikel 26 Parkeergelegenheid enlaad- en losmogelijkheden, waarbij het bestaande gebruik in de bestaande omvang en functietype is toegelaten;
- h. bijbehorende bouwwerken;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- j. tuinen, erven en verhardingen;
- k. ontsluitingswegen en -paden ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- l. parkeervoorzieningen;
- m. nutsvoorzieningen;
- n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
8.4 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan ter plaatse van Tilburgseweg 2b in Sprang-Capelle worden afgeweken van het bepaalde in:
- a. lid 8.2.7 voor:
- 1. het bouwen van een keermuur/wand met een hoogte van ten minste 3 m al dan niet na het treffen van aanvullende bouwkundige voorzieningen;
- 2. het bouwen van een gebouw met een gevel op bedoelde specifieke bouwaanduiding met een goothoogte van ten minste 3 m, waarbij het gebouw wordt voorzien van een kap met een dakhelling ten minste 30o en een maximum hoogte van 6 m;
onder voorwaarde, dat:
- geen nadelige effecten ontstaan ten aanzien van de geluidemissie vanwege het bedrijfsperceel op de ten oosten van het plangebied geprojecteerde woningen. Alvorens af te wijken dient op basis van een akoestisch onderzoek vast te staan dat aan hieraan kan worden voldaan;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
b. lid 8.4 onder a voor een dakhelling van ten hoogste 45o onder voorwaarde, dat:
1. geen nadelige effecten ontstaan ten aanzien van de geluidemissie vanwege het bedrijfsperceel op de ten westen van het plangebied geprojecteerde woningen;
2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
c. lid 8.2.7 voor de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak:
1. tot een hoogte van ten hoogste 3 m voor erfafscheidingen;
2. tot een hoogte van ten hoogste 10 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit voor een doelmatige bedrijfsuitoefening noodzakelijk of gewenst is
d. lid 8.2.3 onder c voor het toestaan van een bedrijfswoning vóór een bedrijfsgebouw binnen een bouwvlak, onder voorwaarde dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
8.5 Specifieke gebruiksregels
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
8.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 9 Groen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg' is een LPG-vulpunt toegelaten;
met de, ondergeschikt aan de bestemming, bijbehorende:
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
- d. erven en verhardingen;
- e. ontsluitingswegen en -paden ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- f. wandel- en fietspaden;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
9.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. gronden ten behoeve van open opslag;
- b. gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
- c. gebruik dat vergunning plichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, zoals dit luidt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan, niet zijnde:
- 1. het bestaande gebruik overeenkomstig de Natuurbeschermingswet 1998;
- 2. het gebruik dat vergund is op basis van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998;
- d. gronden ten behoeve van parkeren.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
9.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 10 Horeca
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. lichte horeca;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - aanvullende horeca-activiteit' in aanvulling op sub a. de activiteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in Bijlage 11 Aanvullende horeca behorende bij deze regels;
met de bijbehorende:
- c. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat voldaan wordt aan Artikel 26 Parkeergelegenheid enlaad- en losmogelijkheden, waarbij het bestaande gebruik in de bestaande omvang en functietype is toegelaten;
- d. bijbehorende bouwwerken;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- f. tuinen, erven en verhardingen;
- g. ontsluitingswegen en -paden ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
10.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. bouwwerken ten behoeve van wonen;
- b. gronden ten behoeve van open opslag;
- c. gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- d. gronden voor horeca zoals opgenomen onder 10.1, die niet voldoen aan Artikel 26 Parkeergelegenheiden laad- en losmogelijkheden, behoudens bedrijven en voorzieningen waarbij sprake is van een bestaande functie, mits de categorie of het type functie niet wijzigt en omvang ervan niet wordt vergroot;
- e. gebruik dat vergunning plichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, zoals dit luidt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan, niet zijnde:
- 1. het bestaande gebruik overeenkomstig de Natuurbeschermingswet 1998;
- 2. het gebruik dat vergund is op basis van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998.
10.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 11 Maatschappelijk
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. niet-publieksgerichte maatschappelijke voorzieningen;
- b. publieksgerichte maatschappelijke voorzieningen met dien verstande dat de activiteiten (deels) in de voorste grens van het bouwvlak uitgeoefend worden;
met de bijbehorende:
- c. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat voldaan wordt aan Artikel 26 Parkeergelegenheid enlaad- en losmogelijkheden, waarbij het bestaande gebruik in de bestaande omvang en functietype is toegelaten;
- d. bijbehorende bouwwerken;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- f. tuinen, erven en verhardingen;
- g. ontsluitingswegen en -paden ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
11.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. bouwwerken ten behoeve van wonen;
- b. gronden ten behoeve van open opslag;
- c. gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
- d. gronden voor maatschappelijke voorzieningen zoals opgenomen onder lid 11.1, die niet voldoen aan Artikel 26 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden, behoudens bedrijven en voorzieningen waarbij sprake is van een bestaande functie, mits de categorie of het type functie niet wijzigt en omvang ervan niet wordt vergroot;
- e. gebruik dat vergunning plichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, zoals dit luidt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan, niet zijnde:
- 1. het bestaande gebruik overeenkomstig de Natuurbeschermingswet 1998;
- 2. het gebruik dat vergund is op basis van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998.
11.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 12 Natuur
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschaps-, en natuur- en cultuurhistorische waarden;
- b. groenvoorzieningen;
met de, ondergeschikt aan de bestemming, bijbehorende:
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en geluidwerende voorzieningen
- d. ontsluitingswegen en -paden, mede ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- e. extensief dagrecreatief medegebruik in de vorm van wandel- en fietspaden;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
12.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. gronden ten behoeve van open opslag;
- b. gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- c. gebruik dat vergunning plichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, zoals dit luidt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan, niet zijnde:
- 1. het bestaande gebruik overeenkomstig de Natuurbeschermingswet 1998;
- 2. het gebruik dat vergund is op basis van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998.
Artikel 13 Sport
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportterreinen;
- b. tennisbanen ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan';
- c. sporthal ter plaatse van de aanduiding 'sporthal';
- d. zwembad ter plaatse van de aanduiding 'zwembad';
met de bijbehorende:
- e. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat voldaan wordt aan Artikel 26 Parkeergelegenheid enlaad- en losmogelijkheden, waarbij het bestaande gebruik in de bestaande omvang en functietype is toegelaten;
- f. bijbehorende bouwwerken;
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- h. tuinen, erven en verhardingen;
- i. ontsluitingswegen en -paden ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
13.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van wonen;
- b. gronden ten behoeve van open opslag;
- c. gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
- d. gronden voor de sportvoorzieningen zoals opgenomen onder lid 13.1, die niet voldoen aan Artikel 26Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden, behoudens bedrijven en voorzieningen waarbij sprake is van een bestaande functie, mits de categorie of het type functie niet wijzigt en omvang ervan niet wordt vergroot;
- e. gebruik dat vergunning plichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, zoals dit luidt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan, niet zijnde:
- 1. het bestaande gebruik overeenkomstig de Natuurbeschermingswet 1998;
- 2. het gebruik dat vergund is op basis van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998.
13.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 14 Verkeer - Ontsluiting
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Ontsluiting' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en pleinen;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. groenvoorzieningen;
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
met aan het bepaalde onder a tot en met c ondergeschikte:
- d. parkeervoorzieningen;
- e. bijbehorende bouwwerken;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
- g. tuinen, erven en verhardingen;
- h. nutsvoorzieningen, waaronder bergbezinkvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. het houden van kortdurende incidentele evenementen en 'standplaatsen voor ambulante handel of dienstverlening'.
14.2 Bouwregels
14.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
14.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. gronden ten behoeve van open opslag;
- b. gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
- c. gebruik dat vergunning plichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, zoals dit luidt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan, niet zijnde:
- 1. het bestaande gebruik overeenkomstig de Natuurbeschermingswet 1998;
- 2. het gebruik dat vergund is op basis van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998;
Artikel 15 Verkeer - Verblijf
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonstraten en pleinen;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is een parkeergarage toegelaten;
met aan het bepaalde onder a tot en met e ondergeschikte:
- g. tuinen;
- h. bergbezinkvoorzieningen;
met de bij lid a tot en met h behorende:
- i. bijbehorende bouwwerken;
- j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
- k. tuinen, erven en verhardingen;
- l. nutsvoorzieningen, waaronder bergbezinkvoorzieningen;
- m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- n. het houden van kortdurende incidentele evenementen en 'standplaatsen voor ambulante handel of dienstverlening'.
15.2 Bouwregels
15.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
15.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. gronden ten behoeve van open opslag;
- b. gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
- c. gebruik dat vergunning plichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, zoals dit luidt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan, niet zijnde:
- 1. het bestaande gebruik overeenkomstig de Natuurbeschermingswet 1998;
- 2. het gebruik dat vergund is op basis van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998;
- d. gronden en bouwwerken ten behoeve van activiteiten en evenementen welke niet binnen de bestemmingsomschrijving passen, behalve incidentele en/of kortstondige activiteiten en evenementen die naar schaal en omvang geen onevenredige afbreuk doen aan de bij de bestemmingen omschreven doeleinden van het betreffende perceel en de omliggende gronden.
15.5 Afwijken van de gebruiksregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 15.1 voor het medegebruik van de openbare ruimte voor een buitenterras op voorwaarde dat hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verblijfsfunctie van het (voetgangers)gebied en voldaan wordt aan de regeling 'Nadere regels voor terrassen 2013'. Indien deze nadere regels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.
Artikel 16 Water
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen en voorzieningen voor waterkering;
met de bij het bepaalde onder a behorende:
- b. parkeervoorzieningen;
- c. bijbehorende bouwwerken;
- d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken;
- e. groenvoorzieningen;
- f. (onverharde) wegen en paden met daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers;
- g. ontsluitingswegen en -paden ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. extensief dagrecreatief medegebruik;
- j. behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschappelijke waarden en natuurwaarden.
16.2 Bouwregels
16.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
16.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
- a. gronden ten behoeve van open opslag;
- b. gronden ten behoeve van ligplaatsen, aanlegsteigers of woonboten;
- c. gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
- d. gebruik dat vergunning plichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, zoals dit luidt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan, niet zijnde:
- 1. het bestaande gebruik overeenkomstig de Natuurbeschermingswet 1998;
- 2. het gebruik dat vergund is op basis van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998.
Artikel 17 Wonen
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de hoofdmassa en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, waarbij per bestaand bouwperceel maximaal 1 woning is toegelaten, met dien verstande dat:
- 1. indien in de bestaande situatie sprake is van meer dan 1 woning op een bouwperceel, maximaal het bestaande aantal woningen is toegelaten;
- 2. indien in de bestaande situatie een aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen, het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- 3. de woning (deels) in de gevellijn is gelegen;
- b. beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten bij een woning, op een maximum van 50 m2 brutovloeroppervlak van de hoofdmassa of bijbehorend bouwwerk per woning, met in achtneming van lid 17.5.3.
met dien verstande dat bestaande kamerbewoning, bed & breakfast en bedrijf en beroep-aan-huis zijn toegestaan in de toegelaten aard en omvang;
met de bijbehorende:
- a. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat voldaan wordt aan Artikel 26 Parkeergelegenheid enlaad- en losmogelijkheden, waarbij het bestaande gebruik in de bestaande omvang en functietype is toegelaten;
- b. bijbehorende bouwwerken;
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- d. tuinen, erven en verhardingen
- e. ontsluitingswegen en -paden ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
17.2 Bouwregels
17.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
17.4 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
- a. lid 17.2.2 onder c voor het toestaan van een kleinere afstand van de hoofdmassa tot de perceelsgrens, mits:
- 1. in de bestaande situatie sprake is van een kleinere afstand tot de perceelsgrens dan is toegestaan;
- 2. door de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- 3. geen onaanvaardbare situatie ontstaat met betrekking tot milieuhygiënische kwaliteit, waterhuishouding en externe veiligheid;
- b. lid 17.2.2 onder f sub 2 voor het toestaan van een grotere breedte van de hoofdmassa, mits:
- 1. voldaan wordt aan lid 17.2.2 onder c (afstand tot zijdelingse perceelsgrens) of lid 17.4 onder a;
- 2. voldaan wordt aan het gestelde in Artikel 26 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- 3. door de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- c. lid 17.2.2 onder e sub 2 en 3 voor het toestaan van een grotere diepte van de hoofdmassa, mits:
- 1. maximaal 22 m diep;
- 2. door de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- 3. geen onaanvaardbare situatie ontstaat met betrekking tot milieuhygiënische kwaliteit, waterhuishouding en externe veiligheid;
- d. lid 17.2.2 onder c voor het toestaan van een kortere afstand van de hoofdmassa tot de perceelsgrens, mits:
- 1. in de bestaande situatie sprake is van een kortere afstand tot de perceelsgrens dan is toegestaan;
- 2. door de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- 3. geen onaanvaardbare situatie ontstaat met betrekking tot milieuhygiënische kwaliteit, waterhuishouding en externe veiligheid.
- e. lid 17.2.3 onder c en d voor het toestaan van een grotere oppervlakte voor bijbehorende bouwwerken vanwege de sloop van bestaande bijbehorende bouwwerken, mits:
- 1. maximaal 50% van het overtollige te slopen oppervlak aan bestaande gebouwen wordt teruggebouwd en/of in stand wordt gelaten;
- 2. een totaal aan bijbehorende bouwwerken van maximaal 200 m² in het bebouwingsgebied overblijft, exclusief hoofdmassa;
- f. lid 17.2.3 onder f sub 2 en 3 voor het toestaan van een nokhoogte van maximaal 6 meter, mits:
- 1. de hoofdmassa cultuurhistorisch waardevolle bebouwing is waarvan de bouwhoogte minimaal 8 meter bedraagt;
- 2. door de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
17.5 Specifieke gebruiksregels
17.6 Afwijken van de gebruiksregels
17.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 18 Leiding
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van een:
- 1. ondergrondse aardgasleiding voor het transport van gas met de daarbij behorende belemmeringenstroken en bijbehorende voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas';
- 2. hoofdtransportleiding persleiding voor het transport van (afval)water met de bijbehorende voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - persleiding waterschap';
- b. de regels van de bestemming 'Leiding' gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt, met dien verstande dat:
- 1. de regels primair gelden voor een ondergrondse aardgasleiding zoals genoemd in lid 18.1, onder a sub 1.
18.2 Bouwregels
18.3 Nadere eisen
Het college van Waalwijk kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning, lichtuitstraling en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
18.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
18.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het opslaan van goederen, waaronder ook begrepen opslag van afvalstoffen of materiaal of stoffen die onder bepaalde omstandigheden brand of explosie kunnen opleveren, met uitzondering van het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de leiding.
18.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of van werkzaamheden
Artikel 19 Waarde - Archeologie 2
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
19.2 Bouwregels
19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of van werkzaamheden
19.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Artikel 20 Waarde - Archeologie 3
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
20.2 Bouwregels
20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of van werkzaamheden
20.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Artikel 21 Waarde - Archeologie 4
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
21.2 Bouwregels
21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of van werkzaamheden
21.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Artikel 22 Waterstaat - Waterkering
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:
- a. voorzieningen voor de directe en indirecte kering van het water;
- b. aanleg, instandhouding en/of bescherming van de waterkering;
- c. verhardingen;
- d. groenvoorzieningen.
22.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 3 m worden gebouwd ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de waterkering.
22.3 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 22.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. De bebouwing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het waterkerende vermogen van de waterkering.
- b. Het bevoegd gezag dient schriftelijk advies in te winnen bij de beheerder van de waterkering.
22.4 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en omvang), ten behoeve van:
- a. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
- b. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning en de privacy;
- c. het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
22.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 23 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 24 Algemene Aanduidingsregels
24.1 Geluidzone - industrie
In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels, mogen ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' uitsluitend geluidsgevoelige objecten worden opgericht, waarvoor een hogere waarde als bedoeld in artikel 45 van de Wet Geluidhinder is vastgesteld. Nieuwbouw ter vervanging van bestaande geluidsgevoelige bebouwing, waarvoor op basis van een bestemmingsplan reeds een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend, is wel toegelaten.
24.2 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
De voor 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende onderliggende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de grondwaterkwaliteit ten behoeve van de openbare drinkvoorziening.
24.3 Overige zone - ecologische verbindingszone
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' zijn de gronden tevens aangewezen voor de instandhouding van waarden teneinde de toekomstige te realiseren ecologische verbindingszones, niet onmogelijk te maken.
24.4 'Overige zone - Van der Duinstraat', 'overige zone - Heistraat', en 'overige zone - Benedenkerkstraat'
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Van der Duinstraat', 'overige zone - Heistraat', 'overige zone - Benedenkerkstraat' en 'overige zone - Raadhuisstraat':
- a. mogen bijbehorende bouwwerken aan de zijkant van de hoofdmassa niet vóór de gevellijn van het aangrenzende perceel worden gebouwd.
- b. mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde aan de zijkant van de hoofdmassa vóór de gevellijn van het aangrenzende perceel maximaal 1 m bedragen.
24.5 Overige zone - kernen in landelijk gebied
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - kernen in landelijk gebied' mag een bouwperceel van een (niet-agrarisch) bedrijf ten hoogste 5.000 m2 bedragen;
- b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 24.5 onder a, ten behoeve van vestiging of uitbreiding van een bedrijf op een bouwperceel groter dan 5.000 m2, mits:
- 1. de financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken voor het bedrijf om op het in gebruik zijnde bouwperceel tegemoet te komen aan de ruimtebehoefte door middel van zorgvuldig ruimtegebruik;
- 2. aantoonbare ruimtelijk-economische belangen voor de lange termijn aanwezig zijn die noodzaken tot uitbreiding of vestiging ter plaatse;
- 3. de financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om het bedrijf te verplaatsen naar of te vestigen op een bedrijventerrein in een nabij gelegen stedelijk concentratiegebied of een nabijgelegen bovenregionaal bedrijventerrein.
24.6 Overige zone - dorpslint
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - dorpslint':
- a. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.2.2 onder c sub 1 en 7.2.2 onder c sub 1;
- b. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.2.2 onder d sub 1, 7.2.2 onder d sub 1 en 8.2.3 onder e sub 1;
- c. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.4.1 onder f, 6.6.1 onder f, 6.7.1 onder f, 6.7.5 onder b sub 3 en 6.7.6 onder f sub 3;
- d. gelden de regels zoals opgenomen in lid 7.4 onder f, 7.6.1 onder f, 7.7.1 onder f en 7.7.5 onder e sub 1;
- e. gelden de regels zoals opgenomen in lid 8.6.1 onder f, 8.7.1 onder f en 8.7.5 sub 1;
- f. gelden de regels zoals opgenomen in lid 10.5.1 onder i;
- g. gelden de regels zoals opgenomen in lid 11.5.1 onder i;
- h. gelden de regels zoals opgenomen in lid 13.5.1 onder i.
24.7 Overige zone - kernlint
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - kernlint':
- a. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.2.2 onder c sub 2 en 7.2.2 onder c sub 2;
- b. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.2.2 onder d sub 2, 7.2.2 onder d sub 2 en 8.2.3 onder e sub 2;
- c. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.2.2 onder f sub 1;
- d. gelden de regels zoals opgenomen in lid 7.2.2 onder f sub 1 en 7.7.5 onder e sub 1;
- e. gelden de regels zoals opgenomen in lid 8.2.3 onder g sub 1 en 8.7.5 sub 1.
24.8 Overige zone - landelijk lint
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - landelijk lint':
- a. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.2.2 onder c sub 1 en 7.2.2 onder c sub 1;
- b. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.2.2 onder d sub 1, 7.2.2 onder d sub 1 en 8.2.3 onder e sub 1;
- c. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.4.1 onder f, 6.6.1 onder f, 6.7.1 onder f, 6.7.5 onder b sub 3 en 6.7.6 onder f sub 3;
- d. gelden de regels zoals opgenomen in lid 7.4.1 onder f, 7.6.1 onder f, 7.7.1 onder f en 7.7.5 onder e sub 1;
- e. gelden de regels zoals opgenomen in lid 8.6.1 onder f, 8.7.1 onder f en 8.7.5 sub 1;
- f. gelden de regels zoals opgenomen in lid 10.5.1 onder i;
- g. gelden de regels zoals opgenomen in lid 11.5.1 onder i;
- h. gelden de regels zoals opgenomen in lid 13.5.1 onder i.
24.9 Overige zone - stedelijk lint
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - stedelijk lint':
- a. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.2.2 onder c sub 2 en 7.2.2 onder c sub 2;
- b. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.2.2 onder d sub 2, 7.2.2 onder d sub 2 en 8.2.3 onder e sub 2;
- c. gelden de regels zoals opgenomen in lid 6.1 onder e, 6.2.2 onder f en 6.6.2 onder a en b;
- d. gelden de regels zoals opgenomen in lid 7.2.2 onder f, 7.6.2 onder a en b, 7.7.5 onder e sub 1;
- e. gelden de regels zoals opgenomen in lid 8.2.3 onder g sub 1 en 8.7.5 sub 1.
24.10 Overige zone - behoud en herstel watersystemen
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - behoud en herstel watersystemen' zijn de gronden tevens aangewezen voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen.
24.11 Overige zone - attentiegebied Natuur Netwerk Brabant
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - attentiegebied Natuur Netwerk Brabant' zijn de gronden tevens aangewezen als gebied gelegen rondom en binnen het Natuur Netwerk Brabant, waar fysieke ingrepen die een negatief effect hebben op de waterhuishouding niet zijn toegestaan.
24.12 Overige zone - beperkingen veehouderij
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' geldt primair ten opzichte van de regels zoals opgenomen in Hoofdstuk 2, dat:
- a. uitbreiding van, vestiging van en omschakeling naar een veehouderij niet is toegestaan;
- b. de oppervlakte van de gebouwen, met uitzondering van de bestaande bedrijfswoning(en), ten hoogste de omvang heeft van de gebouwen die:
- 1. op 21 september 2013 legaal aanwezig of in uitvoering waren; of
- 2. gebouwd mogen worden krachtens een vóór 21 september 2013 verleende omgevingsvergunning; of
- 3. die zijn gebaseerd op een vóór 21 september 2013 ingediende volledige en ontvankelijke aanvraag voor omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan;
- c. de oppervlakte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste de omvang heeft van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde die:
- 1. op 21 september 2013 legaal aanwezig of in uitvoering waren; of
- 2. gebouwd mogen worden krachtens een vóór 21 september 2013 verleende omgevingsvergunning; of
- 3. zijn gebaseerd op een vóór 21 september 2013 ingediende volledige en ontvankelijke aanvraag voor omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan;
- d. de regels zoals opgenomen in lid 24.12 onder a, b en c gelden niet indien sprake is van een grondgebonden veehouderij.
24.13 Overige zone - groenblauwe mantel
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groenblauwe mantel' zijn de gronden tevens aangewezen voor het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.
24.14 Overige zone - reservering waterberging
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - reservering waterberging' zijn de gronden tevens aangewezen voor het behoud van het waterbergend vermogen van het gebied.
24.15 Overige zone - cultuurhistorisch vlak
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorisch vlak' zijn de gronden tevens aangewezen voor het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.
24.16 Overige zone - gemengd landelijk gebied
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gemengd landelijk gebied' zijn de gronden tevens aangewezen als gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit, zoals bedoeld in de Verordening ruimte.
24.17 Veiligheidszone - bevi
24.18 Vrijwaringszone - weg
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bebouwing worden gebouwd, met uitzondering van de met Rijksweg A59 verband houdende bouwwerken, zoals geluidswerende voorzieningen en ecologische voorzieningen.
- a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van een bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg', mits door de bouw van deze bebouwing de verkeersbelangen niet onevenredig worden geschaad. Daartoe dient vooraf de betrokken wegbeheerder te worden gehoord.
- b. De in lid b bedoelde omgevingsvergunning wordt geacht te zijn verleend ten aanzien van bebouwing die bestaan op het tijdstip van de ter visie legging van het ontwerp van het plan, dan wel mag worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning.
24.19 Vrijwaringszone - vaarweg
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - vaarweg' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren, mits de belemmeringen genoemd in titel 2.1 van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening niet zullen optreden.
Artikel 25 Bevi
25.1 Bevi-inrichtingen
- a. Bevi-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bevi', waarbij uitsluitend activiteiten, zoals in de navolgende tabel zijn weergegeven, zijn toegestaan:
Adres SBI-code 2008 Omschrijving Tilburgseweg 23a 4731 Benzineservicestation met LPG tot 1000 m3/jr Raadhuisstraat 11 4731 Benzineservicestation met LPG tot 500 m3/jr Raadhuisstraat 20 4731 Benzineservicestation met LPG tot 1000 m3/jr - b. kwetsbare objecten zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi';
- c. uitsluitend bestaande beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi', met uitzondering van de herbouw van bestaand beperkt kwetsbare gebouwen op dezelfde locatie.
- d. indien het gebruik van de gronden zoals bedoeld in sub a ten behoeve van de activiteit gedurende minimaal drie jaar is gestaakt en duurzaam beëindigd is, de gronden niet meer in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de genoemde activiteit.
25.2 Afwijken
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
- a. lid 25.1 onder a, ten behoeve van het veranderen van de in de tabel genoemde activiteiten van bestaande Bevi-inrichtingen, mits het bedrijf kan aantonen dat de PR 10-6 contour is gelegen binnen het bouwperceel van de betreffende Bevi-inrichting ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bevi', dan wel ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi';
- b. lid 25.1 onder c, ten behoeve van het toestaan van uitbreiding van een beperkt kwetsbaar object of een nieuw beperkt kwetsbaar object, indien sprake is van een gewichtige redenen en het bedrijf kan aantonen dat het PR ter plaatse niet meer dan 10-5 per jaar bedraagt. Het beperkt kwetsbare object of de uitbreiding daarvan dient in elk geval aantoonbaar noodzakelijk te zijn voor de bedrijfsvoering van het betreffende bedrijf.
25.3 Specifieke gebruiksregels
Bevi-inrichtingen zoals genoemd in lid 25.1 onder a zijn uitsluitend toegestaan voor zover de feitelijke PR 10-6 contour berekend volgens de rekenmethoude uit de Revi zoals deze geldt op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan zijn gelegen:
- a. binnen het bouwperceel van de betreffende Bevi-inrichting ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bevi'; of
- b. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi'.
25.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het verwijderen van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - bevi' en 'veiligheidszone - bevi' indien de betreffende Bevi-inrichting ter plaatse is opgeheven;
- b. het verkleinen van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' indien:
- 1. een verkleinde PR 10-6 contour is opgenomen in een onherroeppelijke omgevingsvergunning voor de betreffende Bevi-inrichting; of
- 2. door veranderingen in wet- en regelgeving de betreffende contour kleiner is geworden
- c. het wijzigen van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' indien aanpassing van de in de Revi opgenomen rekenmethode daartoe aanleiding geeft.
Artikel 26 Parkeergelegenheid En Laad- En Losmogelijkheden
- a. Bij een gebruiksverandering of de verlening van een omgevingsvergunning voor bouwen moet, indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's, (motor)fietsen of andere voertuigen in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het bijbehorend bouwperceel, waarbij de volgende voorwaarden van toepassing zijn:
- b. Voor de bepaling van het aantal parkeerplaatsen voor auto's betekent 'in voldoende mate' dat wordt voldaan aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in een gemeentelijke parkeernota. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.
- c. De onder a. bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
- 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 1,80 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen;
- 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedragen.
- d. door de situaering van de parkeerplaatsen geen onaanvaardbare situatie ontstaat met betrekking tot milieuhygiënische kwaliteit, waterhuishouding en externe veiligheid op aangrenzende gronden;
- e. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het bijbehorend bouwperceel.
- f. een gebruiksverandering, dan wel de verlening van een omgevingsvergunning voor bouwen is toegelaten , in afwijking van het bepaalde onder a of b, indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
- g. Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde onder b voor zover in en conform de tabel 'aanvullende bedrijfsactiviteiten' in Bijlage 6 Aanvullende(bedrijfs)activiteiten - Bestemming Gemengd-Bedrijf afwijkende parkeernormen zijn opgenomen.
Artikel 27 Van Toepassing Verklaring
Het bestemmingsplan Gemengd Gebied van de gemeente Waalwijk, onherroepelijk geworden op 24 februari 2021 (NL.IMRO.0867.bpWWgemengdgebied-VA03) blijft van kracht, met dien verstande dat:
- a. ter plaatse van de enkelbestemmingen die op de verbeelding van het bestemmingsplan Gemengd gebied herziening 1 zijn opgenomen, de verbeelding van het bestemmingsplan Gemengd Gebied onherroepelijk geworden op 24 februari 2021 (NL.IMRO.0867.bpWWgemengdgebied-VA03), volledig (dus inclusief dubbelbestemmingen en alle ter plaatse geldende aanduidingen) wordt vervangen;
- b. de regels van het bestemmingsplan Gemengd gebied onherroepelijk geworden op 24 februari 2021 (NL.IMRO.0867.bpWWgemengdgebied-VA03) als volgt worden gewijzigd:
- 1. de tekstdelen welke in de voorliggende regels met onderstreepte tekst zijn weergegeven, worden aan de regels van het bestemmingsplan Gemengd Gebied van de gemeente Waalwijk toegevoegd;
- 2. de tekstdelen welke in de voorliggende regels zijn 'doorgehaald', worden uit de regels van het bestemmingsplan Gemengd Gebied verwijderd.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 28 Overgangsrecht
28.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10 %.
- c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
- d. Het bepaalde onder a. en b. is niet van toepassing op bouwwerken op het perceel Heistraat 149 te Sprang-Capelle die ingevolge lid 7.2.1 onder c geamoveerd zijn in het kader van de provinciale ruimte-voor-ruimte regeling.
28.2 Overgangsrecht gebruik
28.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 29 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Gemengd gebied herziening 1.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Bij besluit van 7 juni 2018 heeft de raad van de gemeente Waalwijk het bestemmingsplan "Gemengd gebied" vastgesteld. Bij tussenuitspraak van 8 april 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1030), heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de raad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 7 juni 2018 te herstellen. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij het besluit van 17 september 2020 het bestemmingsplan "Gemengd gebied" gewijzigd en opnieuw vastgesteld. Op basis hiervan heeft de Afdeling bestuursrechtspraak vande Raad van State (hierna Raad van State) einduitspraak gedaan op 24 februari 2021 (201805998/2/R2).
Sinds vaststelling van het bestemmingsplan in 2018 is een aantal ondergeschikte omissies geconstateerd. Deze partiele herziening heeft tot doel om deze omissies te herstellen. In Hoofdstuk 2 is uiteen gezet wat de wijzigingen precies inhouden.
1.2 Geldende Regeling
Het plangebied valt onder het bestemmingsplan Gemengd Gebied, zoals op 17 september 2020 door de gemeenteraad is vastgesteld en waarover de Raad van State op 24 februari 2021 uitspraak heeft gedaan. Daarbij heeft de Raad van State de gemeente opdracht gegeven om artikel 6, lid 6.1, onder k, van de planregels voor zover dat betrekking heeft op de activiteit "detailhandel" uit de planregels te schrappen. Deze onherroepelijke versie van het bestemmingsplan is op www.ruimtelijkeplannen.nl terug te vinden.
1.3 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 geeft concreet aan welke aanpassingen doorgevoerd worden in het bestemmingsplan. In hoofdstuk 3 is ingegaan op het beleidskader en de omgevingsaspecten. In hoofdstuk 4 wordt uitleg gegeven van de juridische aspecten van het bestemmingsplan. De overige aspecten die in een bestemmingsplan toelichting thuishoren: economische uitvoerbaarheid en maatschappelijke uitvoerbaarheid, komen in het hoofdstuk 5 aan bod.
Hoofdstuk 2 De Aanpassingen
2.1 Inleiding
Zoals in paragraaf 1.1 is aangegeven heeft dit bestemmingsplan tot doel wijzigingen in het vigerende bestemmingsplan aan te brengen. In dit hoofdstuk zijn de wijzigingen beschreven en gemotiveerd.
2.2 Uitsterfregeling Detailhandel Op Achterpercelen
In deze paragraaf wordt ingegaan op de wijziging die voortvloeit uit de uitspraak van de Raad van State van 24 februari 2021, zie Bijlage 1. In de uitspraak is naar aanleiding van het tegen het bestemmingsplan Gemengd Gebied ingestelde beroep artikel 6, lid 6.1, onder k, van de planregels voor zover dat betrekking heeft op de activiteit "detailhandel" vernietigd. Het plandeel betreft de uitsterfregeling die is opgenomen ten aanzien van detailhandel op achterpercelen. De Raad van State geeft aan dat deze bepaling niet deugdelijk is onderbouwd. De gemeente Waalwijk heeft dit onderdeel van de uitspraak verwerkt in het bestemmingsplan Gemengd Gebied (onherroepelijk).
In voorliggend bestemmingsplan wordt de uitsterfregeling zoals opgenomen in artikel 6, lid 6.1 onder k van de planregels weer van toepassing verklaard op detailhandel op achterpercelen. De uitsterfregeling bepaalt dat detailhandel niet is toegestaan, indien de activiteit detailhandel ten minste drie jaar is gestaakt en duurzaam beeïndigd is. Het bestemmingsplan bevat geen flexibiliteitsbepalingen om nieuwvestiging van detailhandel op het achterperceel mogelijk te maken.
De motivering voor deze uitsterfregeling is als volgt. De uitsterfregeling voor detailhandel op achterpercelen in het Gemengd Gebied past binnen het gemeentelijk beleid zoals opgenomen in de beleidsnotitie Gemengd Gebied die op 17 november 2015 door de raad van Waalwijk is vastgesteld. Hoofdlijn in de beleidsnotitie is dat publiekgerichte functies zoals detailhandel mogelijk zijn, mits het gebiedstype behouden blijft. Detailhandel dient gelet op de structuur en herkenbaarheid van het Gemengd gebied aan de straatzijde te worden gesitueerd zoals dat van oudsher voorkomt en niet in bijgebouwen achterop het perceel. Zelfstandige functies op achterpercelen gaan ten koste van de rust en privacy in de (aangrenzende) buitenruimten. Het is vanuit ruimtelijk oogpunt ongewenst dat er daarom zelfstandige functies op achterpercelen zijn, waar geen zicht op is vanuit de straatzijde. Met de uitsterfregeling wordt verrommeling in het achtererfgebied tegengegaan.
Regels
Artikel 6.1 onder k is als volgt gewijzigd:
"k. indien het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - achterperceel' ten behoeve van respectievelijk de activiteit 'dienstverlening', 'maatschappelijk', 'detailhandel', 'supermarkt', 'detailhandel volumineus', 'horeca', 'niet publieksgerichte voorziening' of 'achterperceel', gedurende minimaal drie jaar is gestaakt en duurzaam beëindigd is, de gronden niet meer als zodanig in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de desbetreffende activiteit;"
2.3 Overige Wijzigingen
2.3.1 Bestemming Gemengd: maximaal één (bedrijfs)woning per bestaand bouwperceel
In artikel 6.1 onder a van de planregels is opgenomen dat wonen is toegestaan in de hoofdmassa en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken. Per bouwperceel is maximaal 1 (bedrijfs)woning toegestaan. Dit artikel dient te worden aangepast zodat maximaal 1 (bedrijfs)woning is toegelaten per bestaand bouwperceel. Het begrip 'bestaand' was reeds in Artikel 1 Begrippen opgenomen.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
- de aanhef in artikel 6.1 onder a is als volgt gewijzigd:
"wonen in de hoofdmassa en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, waarbij per bestaand bouwperceel maximaal 1 (bedrijfs)woning is toegelaten, met dien verstande dat:".
2.3.2 Bestemming Gemengd: Afwijkingsbevoegdheid bed & breakfast
In artikel 6.6.3 van de planregels is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om bed & breakfast mogelijk te maken. De maximale gebruiksduur dient te worden beperkt tot één week, net als in de andere bestemmingen.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
- aan artikel 6.6.3 onder c is de volgende voorwaarde toegevoegd:
"de maximale gebruiksduur voor gebruikers van de bed & breakfast voorziening is één week;".
2.3.3 Bestemming Gemengd - Bedrijf: Bouwregels - Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
In artikel 8.2.5 van de planregels zijn bouwregels voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, opgenomen. Onder sub d wordt een afwijkende bouwhoogte voor reclame-uitingen toegestaan. De verwijzing naar sub d is onjuist en dient te worden gewijzigd naar sub c.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
- in artikel 8.2.5 onder d is de verwijzing naar sub d gewijzigd naar sub c.
2.3.4 Bestemming Gemengd - Bedrijf: Afwijken van de bouwregels
In artikel 8.4 van de planregels zijn afwijkingsbevoegdheden opgenomen. De subleden lopen niet door. Dit dient te worden hersteld.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
- in artikel 8.4 zijn de subleden op alfabetische volgorde gesorteerd.
2.3.5 Bouwregels oppervlakte bijbehorende bouwwerken
In de planregels zijn bouwregels opgenomen over de toegestane oppervlakte van bijbehorende bouwwerken in het overig bebouwingsgebied. Dit dient te worden verruimd naar bebouwingsgebied én zijerfgebied. Daar waar de toegestane oppervlakte wordt berekend aan de hand van de oppervlakte van het bebouwingsgebied dient dit tevens te worden gewijzigd naar bebouwingsgebied én zijerfgebied.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
- in artikel 3.2.3 sub d, 4.2.4 sub d, 6.2.3 sub e, 7.2.3 sub e, 8.2.4 sub d en 17.2.3 sub d is achter 'bebouwingsgebied' toegevoegd 'en zijerfgebied'.
2.3.6 Algemene afwijkingsvoorwaarden
In de planregels zijn algemene voorwaarden opgenomen die van toepassing zijn op afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden. In verschillende artikelen is als voorwaarde opgenomen dat bij ontwikkelingen aan de achterzijde sprake dient te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Deze voorwaarde dient ook te gelden voor ontwikkelingen aan de zijkant, voor zover gelegen in het achtererfgebied. Dit dient te worden aangepast in de regels om verwarring te voorkomen.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
- in artikel 6.4.1, 6.6.1, 6.7.1, 7.4.1, 7.6.1, 7.7.1, 8.6.1, 8.7.1 onder f is 'aan de achterzijde' gewijzigd naar 'in het achtererfgebied'.
2.3.7 Afwijkingsbevoegdheid: wonen voor huisvesting van personen die geen huishouden vormen
In de planregels is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om het gebruik van een woning voor huisvesting van personen die geen huishouden vormen mogelijk te maken. Om gebruik te maken van de afwijkingsbevoegdheid dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- 1. de activiteiten dienen (deels) in de gevellijn uitgeoefend te worden;
- 2. er dient voldaan te worden aan de algemene voorwaarden voor afwijken;
- 3. er dient voldaan te worden aan de voorwaarden die zijn neergelegd in gemeentelijke 'Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten, vergunninghoudende vluchtelingen en overige personen die geen huishouden vormen gemeente Waalwijk'.
De eerste twee afwijkingsvoorwaarden worden reeds gesteld in de gemeentelijke 'Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten, vergunninghoudende vluchtelingen en overige personen die geen huishouden vormen gemeente Waalwijk'. Deze voorwaarden zijn overbodig en kunnen worden geschrapt.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
- In artikel 3.6.3, 4.5.4, 6.6.4, 7.6.4, 8.6.4 en 17.6.4 zijn de voorwaarden onder a en b geschrapt.
2.3.8 Heistraat 149 te Sprang-Capelle
Het perceel aan Heistraat 149 te Sprang-Capelle is bestemd als 'Gemengd - Agrarisch' en aangeduid als 'intensieve veehouderij'. De eigenaar van het perceel maakt gebruik van de provinciale 'ruimte-voor-ruimte regeling'. Om gebruik te kunnen maken van deze regeling dient er 300 m3 aan stallen te worden gesloopt. Ook dient de aanduiding 'intensieve veehouderij' te worden verwijderd van het perceel. Dit is juridisch-planologisch vastgelegd in voorliggend bestemmingsplan.
Verbeelding
De aanduiding 'intensieve veehouderij' is verwijderd van het perceel Heistraat 149 te Sprang-Capelle.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
- aan artikel 7.2.1 is toegevoegd:
"c. in afwijking van het bepaalde onder b geldt voor het perceel Heistraat 149 te Sprang-Capelle dat de oppervlakte van de gebouwen en de bouwwerken, geen gebouwen zijnde behorend bij een veehouderij, met uitzondering van de bestaande bedrijfswoning(en) en de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning, ten hoogste de omvang mag hebben van gebouwen die feitelijk aanwezig zijn op het perceel Heistraat 149 te Sprang-Capelle, indien de gebouwen geamoveerd zijn in het kader van de provinciale ruimte-voor-ruimte regeling."
- aan artikel 28.1 is toegevoegd:
"d. Het bepaalde onder a. en b. is niet van toepassing op bouwwerken op het perceel Heistraat 149 te Sprang-Capelle die ingevolge lid 7.2.1 onder c geamoveerd zijn in het kader van de provinciale ruimte-voor-ruimte regeling."
- In Bijlage 5 is de rij met het adres Heistraat 149 uit de tabel verwijderd;
2.3.9 Sprangsevaart ong. te Sprang-Capelle
Op het perceel aan Sprangsevaart, kadastraal bekend gemeente Sprang sectie C nummers 3258 en 3257, is de bouwaanduiding 'maximum oppervlakte (120m2)' opgenomen. In verband met de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een afwijkend oppervlakte is deze maatvoering niet meer relevant. De bouwaanduiding is verwijderd.
Verbeelding
Op het perceel aan Sprangsevaart, kadastraal bekend gemeente Sprang sectie C nummers 3258 en 3257, is de aanduiding 'maximum oppervlakte (120m2)' verwijderd.
2.3.10 Tilburgseweg 2a te Sprang-Capelle
Het perceel aan Tilburgseweg 2a te Sprang-Capelle is bestemd als 'Gemengd - Bedrijf'. Op het perceel is per abuis geen bouwvlak aanwezig. Dit dient te worden hersteld.
Verbeelding
Op het perceel Tilburgseweg 2a te Sprang-Capelle is een bouwvlak opgenomen.
2.3.11 't Vaartje 54 te Waspik
Het perceel aan 't Vaartje 54 te Waspik is bestemd als 'Gemengd - Agrarisch' en aangeduid als 'specifieke vorm van agrarisch - overig agrarisch bedrijf'. Op het perceel is een winkel in ruitersportartikelen aanwezig. De winkel was reeds toegelaten op basis van het voormalige bestemmingsplan 't Vaartje. Het bedrijf dient te worden opgenomen in het bestemmingsplan.
Verbeelding
Het perceel aan 't Vaartje 54 te Waspik is aangeduid als 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteit'.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
- in Bijlage 5 bij de regels is de tabel bij het adres 't Vaartje 54 als volgt gewijzigd:
't Vaartje 54 | Waspik | - overig agrarisch bedrijf, type paardenhouderij - (neven)activiteiten: detailhandel in ruitersportartikelen max. 100 m2 |
2.3.12 Westeinde 33 te Waalwijk
Het perceel aan Westeinde 33 te Waalwijk is bestemd als 'Gemengd'. Op het perceel was voor inwerkingtreding van het bestemmingsplan Gemengd Gebied een bedrijf legaal gevestigd. Het bedrijf dient te worden opgenomen in het bestemmingsplan.
Verbeelding
Het perceel aan Westeinde 33 te Waalwijk is aangeduid als 'bedrijf' en 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende bedrijfsactiviteit'.
Regels
De planregels zijn als volgt gewijzigd:
- in Bijlage 4 bij de regels is toegevoegd:
Westeinde 33 | Waalwijk | autoreparatiebedrijf (excl. plaatwerken, spuitwerken en tectyleren), sbi-cat 2/B |
Hoofdstuk 3 Beleid En Omgevingsaspecten
In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met het (gemeentelijk) beleid en met omgevingsaspecten, zoals bodem en water. Voorliggend bestemmingsplan betreft een herziening van het onherroepelijk bestemmingsplan Gemengd Gebied. De herziening bevat geen ontwikkelingsmogelijkheden. De wijzigingen in de herziening zijn van beperkte omvang en van ondergeschikte aard. Een verwijzing naar de omgevingsaspecten en het beleidskader in de toelichting van het bestemmingsplan Gemengd Gebied volstaat dan ook. Zie deze link.
Hoofdstuk 4 Juridische Toelichting
4.1 Algemeen
In deze paragraaf wordt een beschrijving gegeven van de juridische regeling van het bestemmingsplan 'Gemengd gebied herziening 1'. De juridische regeling bestaat uit een verbeelding en de regels. De onderdelen verbeelding en regels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en dienen dan ook altijd gezamenlijk geraadpleegd en gelezen te worden. De plantoelichting heeft geen rechtskracht.
4.2 Opzet Partiele Herziening
Het voorliggende bestemmingsplan 'Gemengd gebied herziening 1' is een gedeeltelijke herziening van het geldende bestemmingsplan Gemengd Gebied (onherroepelijk). Deze herziening is een aanvulling op het bestemmingsplan Gemengd Gebied. Deze herziening bestaat uit een verbeelding en een set regels. De herziening is opgesteld op basis van de landelijke standaarden (SVBP 2012).
De verbeelding
Gronden en locaties waar naar aanleiding van de herziening een aanpassing van de nu geldende regelingen plaatsvindt, zijn op de verbeelding met enkelbestemmingen weergegeven. Dit is geregeld in artikel Van toepassing verklaring van de regels.
Regels
In verband met de leesbaarheid van het voorliggende plan is een complete set regels opgenomen. Door middel van onderstrepingen en doorhalingen is aangegeven welke regels en veranderingen in de regels onderdeel uitmaken van het de herziening.
Alleen de regels die onderdeel uitmaken van de herziening kunnen ter discussie worden gesteld (zienswijzen en beroep bij de Raad van State). Omdat een groot deel van de regels van het bestemmingsplan Gemengd Gebied gewoon van kracht blijft en met deze herziening niet wordt gewijzigd, kan hier geen bezwaar tegen worden gemaakt. Inhoudelijk zijn die regels immers niet aangepast.
Voor een nadere beschrijving van de regels wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan Gemengd Gebied. Zie deze link.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
Er zijn voor de gemeente geen uitvoeringskosten waarvoor een specifiek onderzoek naar economische aspecten moet worden uitgevoerd. Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Voorbereidingsfase
Conform artikel 3.1.1. van het Bro moeten burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de Rijks- en provinciale diensten die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Het voorliggende plan wordt voorgelegd aan de betrokken overlegpartners.
Ontwerpfase
Het ontwerpbestemmingsplan wordt op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening voor een periode van zes weken als ontwerp ter inzage gelegd. Binnen deze termijn is een ieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling een zienswijze in te dienen. De ingediende zienswijzen worden samengevat en beantwoord in de Nota van Zienswijze.
Bijlage 1 Toegelaten Bedrijven
Bijlage 1 Toegelaten bedrijven
Bijlage 2 Aanvullende Agrarische Activiteiten - Bestemming Agrarisch
Bijlage 2 Aanvullende agrarische activiteiten - bestemming Agrarisch
Bijlage 3 Aanvullende Bedrijfsactiviteiten - Bestemming Bedrijf
Bijlage 3 Aanvullende bedrijfsactiviteiten - bestemming Bedrijf
Bijlage 4 Aanvullende Bedrijfsactiviteiten - Bestemming Gemengd
Bijlage 4 Aanvullende bedrijfsactiviteiten - bestemming Gemengd
Bijlage 5 Aanvullende Agrarische Activiteiten - Bestemming Gemengd -Agrarisch
Bijlage 5 Aanvullende agrarische activiteiten - bestemming Gemengd -Agrarisch
Bijlage 6 Aanvullende (Bedrijfs)activiteiten - Bestemming Gemengd-bedrijf
Bijlage 6 Aanvullende (bedrijfs)activiteiten - Bestemming Gemengd-Bedrijf
Bijlage 7 Open Opslag
Bijlage 8 Achterperceel
Bijlage 9 Buitenverkoop
Bijlage 10 Detailhandel Volumineus
Bijlage 10 Detailhandel volumineus
Bijlage 11 Aanvullende Horeca
Bijlage 12 Ruimtelijke Onderbouwing Oudestraat 3
Bijlage 12 Ruimtelijke onderbouwing Oudestraat 3