Paraplubestemmingsplan gebruik wonen door huishoudens
Bestemmingsplan - Gemeente Woensdrecht
Vastgesteld op 12-09-2019 - geheel onherroepelijk in werking
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Plan
het bestemmingsplan ‘Paraplubestemmingsplan gebruik wonen door huishoudens’ met
identificatienummer NL.IMRO.0873.ALGExBP175xMOEDx02-VG01 van de Gemeente
Woensdrecht.
1.2 Bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende
bijlagen.
1.3 Huishouden
persoon of groep personen die een huishouding voert,
die binnen een woning gebruik maken van dezelfde voorzieningen,
waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
1.4 Wonen / bewonen
het gehuisvest zijn van een huishouden in een woning / wooneenheid of ander daartoe
bedoeld object.
1.5 Woning of wooneenheid
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de
permanente huisvesting van niet meer dan één huishouden. Kamerverhuur wordt daaronder
niet begrepen.
2 Bestemmingsregels
De 'Bestemmingsregels' van de geldende bestemmingsplannen binnen het plangebied blijven
van toepassing.
Artikel 2 Administratieve Bepaling
- De regels in dit bestemmingsplan zijn van toepassing aanvullend op alle bestemmingsplannen welke ten tijde van de terinzagelegging van dit vastgesteldbestemmingsplan in werking waren;
- Voor het overige blijven de regels van de bovengenoemde ruimtelijke plannen onverminderd van kracht.
3 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan
uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere
bouwplannen buiten beschouwing.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
4.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 5 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan ‘Paraplubestemmingsplan gebruik wonen door huishoudens’.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
Griffier, 26 september 2019
1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De Wet ruimtelijke ordening biedt de gemeente de mogelijkheid om bestemmingsplannen
vast te stellen voor haar grondgebied. Daarbij is het gebruikelijk om begripsbepalingen op te
nemen voor woningen en aanverwante begrippen. Gebleken is dat bij een aantal
bestemmingsplannen in de gemeente Woensdrecht deze begrippen niet naadloos op elkaar
aansluiten en aanscherping behoeven.
Het gaat met name om het begrip ‘wonen’ en daaraan verwante begrippen als ‘woning’ en
‘huishouden’. In de gemeentelijke bestemmingsplannen is de begripsbepaling niet eenduidig.
Hierdoor kan onduidelijkheid ontstaan over huisvesting van meerdere huishoudens of niethuishouden-
gerelateerde bewoners in één woning.
De doelstelling van dit Paraplubestemmingsplan is de diverse begrippen (wonen, woning en
huishouden) duidelijk te omschrijven en aan elkaar te koppelen. Hiermee wordt de
begripsbepaling voor het gehele gemeentelijke grondgebied gelijkluidend op elkaar
afgestemd.
1.2 Ligging En Begrenzing
Voorliggend plan omvat het gehele grondgebied van de gemeente Woensdrecht. Op
navolgende afbeelding is de gemeentegrens te zien van de gemeente Woensdrecht.

1.3 Werkwijze En Opzet Van Toelichting
Voorliggend plan voorziet in de juridische borging van de begripsbepaling ten aanzien van het
wonen. Met de vaststelling van dit plan worden de woonbegrippen van toepassing verklaard
voor alle geldende bestemmingsplannen binnen de gemeente Woensdrecht.
Voor de toelichting betekent het bovenstaande dat dit bestemmingsplan een andere opzet kent
dan gebruikelijk. Aspecten zoals de beleidskaders en de uitvoerbaarheid met betrekking tot
milieuaspecten zijn niet van toepassing op dit plan en komen dan ook niet ter sprake. In de
toelichting wordt wel ingegaan op de juridische planopzet (hoofdstuk 2) en de planprocedure
(hoofdstuk 3).
2 Juridische Planopzet
2.1 Inleiding
Door de doelstelling van dit plan, zie het vorige hoofdstuk, is ook de juridische planopzet net
even anders dan van een meer regulier bestemmingsplan. Voor de regels zelf wordt waar
mogelijk wel aangesloten bij de reguliere indeling. De regels van voorliggend
bestemmingsplan zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:
- Inleidende regels;
- Bestemmingsregels;
- Algemene regels;
- Overgangs-, en slotregels.
De inhoud van deze hoofdstukken is beknopt, maar voldoende: er wordt verwezen naar onder
het paraplubestemmingsplan liggende bestemmingsplannen.
2.2 Planspecifiek
2.2.1 Algemeen
Achtergrond
Door een aanpassing van het Besluit ruimtelijke ordening kan, op basis van artikel 3.1.2 lid 2
sub a van het Bro, een bestemmingsplan regels bevatten waarvan de uitleg bij de uitoefening
van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Van
belang daarbij is dat het algemeen gekende en geaccepteerde beleidsregels zijn.
Het voordeel van deze benadering is dat de beleidsregel zelf direct juridisch verankerd is via
het bestemmingsplan én dat betekent dat, als de beleidsregel wordt aangepast, die vanzelf óók
verankerd is in het daarvoor opgestelde bestemmingsplan. Alleen als de regeling uit het
bestemmingsplan aangepast moet worden, in deze dus het toepassen van de specifieke
begripsbepaling, dan moet het bestemmingsplan herzien worden.
Bestaande bestemmingsplannen
In verschillende thans voor de gemeente geldende bestemmingsplannen zijn begrippen
opgenomen ten aanzien van wonen. Het nu voorliggende bestemmingsplan ziet op een
eenduidige begripsbepaling in bestemmingsplannen in de gemeente Woensdrecht.
Verbeelding
Omdat dit bestemmingsplan uitsluitend bestaat uit regels, en geen bestemmingen, bestaat de
verbeelding uit niet meer dan de bepaling van het plangebied.
2.2.2 Wonen
Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in een aanpassing/uitbreiding van de
bestemmings- of doeleindenomschrijving van een groot aantal bestemmingen. Het gaat dan
om bestemmingen waar de woonfunctie globaal als 'het wonen' is omschreven. Het wonen is
het gehuisvest zijn in een woning/wooneenheid of ander daartoe bedoeld object. Hierdoor
zijn, zoals ook de intentie in de reeds vastgestelde en geldende bestemmingsplanplannen altijd
is geweest, woningen in principe weer bedoeld voor de vestiging van één huishouden. Deze
omschrijving is veel gebruikt in gemengde bestemmingen, centrumbestemmingen en
woonbestemmingen. Voor wat betreft bestemmingen waar bedrijfswoningen zijn toegestaan,
volstaat de geldende regeling in de meeste gevallen. In bijvoorbeeld een bestemming
bedrijventerrein wordt gesproken van 'wonen in een bedrijfswoning’. Het mag duidelijk zijn
dat dit alleen wonen in bedrijfswoningen betreft.
Naast de aanpassing in de bestemmingsomschrijving is in de betreffende bestemmingen een
gebruiksverbod toegevoegd waarin is bepaald dat 'het gebruik van een woning door meer dan
één huishouden' strijdig is. Met dit gebruiksverbod wordt nogmaals benadrukt dat een woning
niet is bedoeld voor de vestiging van meerdere huishoudens.
Ter verduidelijking. Deze regeling verandert niets in bestaande en vergunde situaties maar is
bedoeld om nieuwe ongewenste situaties te voorkomen.
3 Procedure
3.1 Algemeen
Bij de voorbereiding van een vastgesteldbestemmingsplan dient overleg te worden gevoerd als
bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd
met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg
voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan
in het geding zijn. Indien het gaat om een bestemmingsplanherziening van geringe omvang
dan wel van in planologisch opzicht ondergeschikt belang, waarbij niet of in geringe mate
herschikking van betrokken belangen aan de orde is, zou kunnen worden volstaan met een
simpel overleg of zal wellicht zelfs geen overleg behoeven plaats te vinden, aldus de nota van
toelichting (blz. 29; Stb. 2008, 145).
Een vastgesteldbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage
gelegd worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op
het plan. Na vaststelling door de gemeenteraad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt.
Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er
de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop
van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld
dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een
beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de
inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure
eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
3.2 Verslag Vooroverleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
Voor dit plan is geen vooroverleg nodig. Het plan voorziet uitsluitend in een juridische
borging van de woonbegrippen (huishouden, wonen en woning of wooneenheid). Het is
daarmee een bestemmingsplanherziening van geringe omvang dat in planologisch opzicht van
ondergeschikt belang is.
3.3 Verslag Inspraak Ex Artikel 3.1.6 Bro
De maatschappelijke haalbaarheid dient in het kader van artikel 3.1.6 Bro verslagen te
worden. Voor dit plan is geen inspraak nodig. Het plan voorziet uitsluitend in een juridische
borging van de woonbegrippen.
3.4 Verslag Zienswijzen
Er zijn geen zienswijzen ingediend tegen het ontwerpbestemmingsplan. Een verslag zienswijzen is daarom niet relevant.